Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
ITationale Militie.
jfiet VoUjomcn gerust.
No. 2223.
Zaterdag 2 December 1911.
22e jaargang
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 7B cent yoor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent By abonnement aanmerkelyk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
-De2e Courant ▼erschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Onderzoek geoefendheid van Lotelingen
en Adspriranten-vrijwilligers voor
het Reservekader.
PROVINCIE ZEEEAND.
(Art. 104 der Militiewet 1901.)
§~i~
Nu de Militiewet is afgehandeld, dringt
de anti-rev. Rotterdammer* er op aan, dat
de sociale wetgeving met kracht wordt
aangevat.
Het blad schijnt te gevoelen, dat het
ministerie, reeds zoo lang zetelend en sinds
1909 met zoo'n groote meerderheid achter
zich, zeer weinig in die lange periode heeft
verricht, dat de tevredenheid van het kiezers
corps kan verwerven.
Niet alleen uit de Rotterdammer, maar ook
in andere coalitiebladen schemert telkens een
zekere onrust door. Men voelt, dat men met
zoo'n enorme meerderheid achter zich, niet
met ledige handen bij de stembus van 1913
mag staan. Al wordt het niet steeds openlijk
gezegd, men gevoelt het, dat jaar 1913 rijst
voor rechts telkens als een soort schrikbeeld
op, hoe ver het ook nog van ons verwijderd
zij.
Dat brengt die zenuwachtige prikkeling bij
sommige bladen teweeg, als eene zaak minder
vlug marcheert, dan velen wenschen. Van
daar, dat nu en dan reeds getracht wordt bij
voorbaat de schuld op anderen te schuiven.
De Rotterdammer wenscht de invaliditeits
wet voorop te zien en niet de Ziektewet, zoo
als minister Talma wensebt. Nu schijnt de
Rotterdammer eenige vrees voor die ziektewet
te koesteren en denkt, dat als gevolg daar
van de invaliditeitswet dan ook zou kunnen
stranden.
Wat zou dan in 1913 opgeld moeten doen
Zitting van 30 November 1911.
Voorzitterde heer J. A. P. Geill. burge
meester.
Aanwezigde heeren Visser, Dees, Wie-
land,^ Moggré, De Jager, Scheele, De Feijter,
De öruijne, Donze, Eijke en Van Borssum
Waalkes.
Afwezigde heeren Lensen en Drost, beide
met kennisgeving.
De Voorzitter opent de vergadering en zegt,
dat het hem genoegen doet de vergadering
weer te kunnen leidenhij gelooft evenwel
niet de behandeling van heel de agenda te
kunnen bijwonen, hij zal het echter probeeren.
Dhr. Visser doet het genoegen, dat de
Voorzitter de vergadering weer kan leiden
en wenscht hem geluk met zijn aanvankelijk
herstel en hoopt, dat dit zoodanig zal toe
nemen, dat hjj niet alleen de vergaderingen
kan bijwonen, maar ook het bestuur der ge
meente evenals vroeger zal kunnen waar
nemen.
De leden geven blijk van instemming met
de woorden van den heer Visser.
De Voorz. dankt den heer Visser voor die
hoopvolle woorden.
De notulen van vorige vergaderingen worden
gelezen en daarna goedgekeurd.
In behandeling komen
I. Ingekomen stukken.
a. Brief van het Bestuur der Vrijwillige
Brandweer »Luctor et Emergo* met dank
betuiging voor de toegestane subsidie.
b. Brieven van Ged. Staten, met kennis
geving hunner besluiten op reclames tegen
den Hoofd. Omslag, waarbij de aanslagen van
S. van Eetvelde is teruggebracht van de 8ste
naar de 6e klasse, en van J. J. Dekker van
de 14e naar de 10e klasse, terwjjl de reclame
van A. R. van Loon ongegrond werd verklaard.
c. Brief van Ged. Staten, inhoudende be
richt, dat zij berusten in het besluit van den
Raad tot toekenning van de subsidie aan het
Burg. Armbestuur, groot 6150,
d. Brief van Ged. Staten met goedkeuring
van het suppletoir kohier Hondenbelasting
1911.
e. Brieven met goedkeuring van genomen
raadsbesluiten als: wijziging begrooting 1911,
beschikken post onvoorziene uitgaven en
regeling der jaarwedde onderwijzers school B.
f. Een schrijven over het zenden van een
adres inzake de kringenwet.
De Voorz. merkt op, dat nu Ter Neuzen
als vesting is opgeheven, de gemeente met de
kringenwet niets meer te maken heeft.
Voor kennisgeving aangenomen.
g. Brieven van den heer A. de Brujjne en
H. de Regt Lz., met bericht dat zij de be
noeming tot lid en plaatsvervangend lid van
de commissie voor de jaarmarkt aannemen.
h. Brieven van de gemeente-werklieden
A. L. de Bruijne, E. J. Bakker, G. Faas en
J. A. Adriaansen, waarbij zij den Raad dank
zeggen voorde verhooging hunner jaarwedden.
i. Brief van de ambtenaren ter secretarie
met dankbetuiging voor de toegekende grati
ficatie.
j. Inlichting van B. en W. omtrent geld-
leening.
De Voorzitter deelt mede, dat door hun
college bij verschillende instellingen informa-
tien zijn genomen om een geldleening van
50.000 te sluiten om daarmede de ver
schillende geldleeningen af te lossen. De
ingewonnen informatien zijn van dien aard,
dat in conversie der leeningen voor de ge
meente geen voordeel ligt.
Voor het aangaan van een geldleening
groot 19000 waren Burg. en Weth. besloten
in te gaan op de aanbieding van het Pensioen
fonds voor weduwenjjen weezen van burgerlijke
ambtenaren tegen den koers van 99*/, °/„*en
4rente.
Z. h. st. heeft de Raad daarop hare goed
keuring.
De Voorzitter deelt nog mede, dat reeds
spoedig over f 9000 zal moeten beschikt
worden. De overige 10.000 kan later ge
leend worden.
k. Inlichtingen van B. en W. omtrent
het plaatsen telefooncel te Sluiskil.
De Voorz. deelt mede, dat B. en W. met
de heeren van de Cokes-ovens hebben gecon
fereerd. Het resultaat was, dat wanneer de Ge
meente besluit tot oprichting van een telefoon
cel, de directie der cokes-ovens bereid is ieder
jaar daarvoor een bedrag van minstens f 60
en hoogstens 75, te betalen, onder de
voorwaarde, dat als meerdere inrichtingen
zich te Sluiskil vestigen, ook in de kosten
tegemoet komen, en hun bijdrage worde
verminderd.
Dhr. Van Borssum Waalkes vraagt welke
kosten het plaatsen van een telefooncel voor
de gemeente meebrengt.
De Voorz. kan dit niet zeggen, maar bjj
het plaatsen van de cel komen ook verhooging
van salaris van den teletoonhouder, wegens
meerdere werkzaamheden door langere open
stelling van het kantoor.
Z. h. st. worden B. en W. gemachtigd aan
den Minister het verzoek te richten voor het
oprichten van een telefooncel te Sluiskil.
II. Voorstel tot afwijzende beschikking op
een verzoek van J. C. van Leeuwen, houdende
aanvraag om concessie tot het bouwen en
exploiteeren van een steenkolengasfabriek.
De Voorz. deelt mede, dat het Dag. Bestuur
dit voorstel doet op grond van de overeen
komst met de Industriëele Maatschappjj.
Dhr. Moggré vindt die zaak van te groot
belang om zoo maar opeens afwijzend te be
schikken De concessie-aanvrager meent, dat
de gemeente hem zonder gevaar concessie
geven kan, en ook hij meent, dat de gemeente
niet zoo gebonden is, als sommigen wel
denken.
De Voorz merkt op, dat B. en W. daar
omtrent een ander idee hebben.
Dhr. Visser wijst er op, dat het volgens
art. 3 en 8 van de concessie-voor waarden zeer
gevaarljjk is, en hjj gelooft, dat, als de ge
meente concessie voor een gasfabriek zou ver-
leenen, zij al spoedig te doen zou krjjgen met
de Industriëele Maatschappij en een proces
het gevolg zou zijn.
Dhr. Eijke meent, dat dhr. Van Leeuwen
van meening is dat volgens de concessie voor
electr. verlichting er geen bezwaar kan
bestaan voor een gas-concessie.
Dhr. Dees zegt, dat de gemeente in conflict
komt en niet dhr. Van Leeuwen, maar als
die zoo zeker van de zaak is, laat hij een
som als waarborg storten b.v. een paar ton.
Dhr. Van Borssum Waalkes gelooft, dat
de concessie voor een gasfabriek alleen
speculatie is in verband met de te stichten
cokesfabriek.
Dhr. Wieland meent, dat we geen gas meer
noodig hebben, nu we electrisch licht hebben. Ze
zouden in Axel waar ze nu een gasfabriek
geplaatst hebben, graag met Ter Neuzen
ruilen. Algemeen zou men daar liever electrisch
licht hebben.
Dhr. Moggré zegt, dat het hem niet te
doen is om de gemeente er voor te spannen,
maar wil het nog eens onderzoeken.
De Voorz. brengt onder de aandacht, dat
de gemeente in 1914 de electrische centrale
kan overnemen, maar zich daar een jaar te
voren voor moet verklaren. Een concessie
voor een gasfabriek ontraadt hij ten sterkste,
vooral met het oog er op, dat de cokes-ovens,
als zij werken, zooveel gas produceeren, dat
het bijna niets zal kosten.
Bovendien gelooft hjj dat het met die
aanvrage alleen te doen is om de concessie
in handen te krjjgen tegenover de cokés-ovens-
Maar dat nog daargelaten volgens art. 3 en 8
is het niet mogeljjk
Genoemde artikels luiden als volgt
Art. 3.
De concessie omvat het uitsluitend recht tot het
leggen en hebben van electrische geleidingen in
en over de openbare straten, pleinen, wegen, voet
paden en wateren in de Gemeente Ter Neuzen,
dienende voor de levering van stroomen voor
verlichting, voor het overbrengen van beweegkracht
en voor verdere doeleinden en sluit elke verdere
concessie voor centrale verlichting, krachtsover
brenging enz. uit; behalve ingeval industrieels
ondernemingen electrische stroomen willen
produceeren voor verlichting of beweegkracht voor
eigen gebruik in werkplaatsen, fabrieken, kantoren
en op pleinen tot die onderneming behoorende.
Voor woningen blyft de in den aanvang van dit
artikel vermelde regeling geldig.
Indien gedurende het bestaan van deze concessie
eene nieuwe ontdekking of vinding op het gebied
van verlichting, het overbrengen van beweegkracht
of voor verdere doeleinden mocht worden gedaan,
en de gemeente daarvoor concessie wenscht te'
verleenen, heeft de Concessionaris het recht van
voorkeur op die concessie op door de gemeente
vast te stellen voorwaaiden, met dien verstande,
dat de gemeente in geen geval aan anderen con-
TER MIZEM» VOLKSBLAD.
De Burgemeester van Ter Neuzen maakt bekend
dat de hem, door den Commissaris der Koningin in
Zeeland, toegezonden „Algemeene regeling" luidt
A. van het onderzoek, bedoeld bij 19 der beschikking
van den Minister van Oorlog, d. d. 10 Juni 1907,
He Afdeeling, No. 263 (Staatscourant No. 138) en
bij de beschikking van den Minister van Oorlog, d. d.
21 Januari 1909, Afd. Militie en Schutterij (M.)
No. 110, (Militie Beschikking 1909) naar de ge
oefendheid van lotelingen die dingen naar het
Bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij
voor lichamelijke geoefendheid, dan wel voor beide
(Artikel 104 der Militiewet 1901);
B. van het onderzoek naar de geoefendheid van hen,
die dingen naar het Getuigschrift, vereischt tot hot
aangaan eener verbintenis bij het reservekader,
hetzij der Infanterie, of der Vesting-Artillerie, dan
wel der Genie
Het onderzoek, bedoeld sub a en b, wordt gehouden
in het tijdvak van en met 2 tot en met 13 Januari
1912.
2.
Het onderzoek loopt voor eiken deelnemer in een dag
af en wordt gehouden
te MIDDELBURG voor jongelieden uit de gemeenten
Aagtekerke, Arnemuiden, Biggekerke, Domburg, Grijps-
kerke, Ifoudekerke, Moliskerke, Middelburg, Nieuw- en
St. Joosland, Oost- en West-Souburg, Oostkapelle,
Ritthem, Serooskerke (op Walcheren), St. Laurens,
Veere, Vlissingen, Vrouwenpolder, Westkapelle,
Zoutelande
te GOES voor jongelieden uit de gemeenten Baarland,
Borsselen, Colijnsplaat, Driewegen, Ellewoutsdijk, Goes,
's Gravenpolder, 's Heer-Abtskerko, 's Ileer-Arends-
kerke, 's Heerenhoek, Heinkenszand, Hoedekenskerke,
Kapelle, Kats, Kattendijke, Kloetinge, Kortgene,
Ivrabbendijke, Kruiningen, Nisse, Oudelande, Ovezande,
Rilland-Bath, Schore, Waarde, Wemeldinge, Wisse-
kerke, Wolphaartsdijk, Yerseke
te IJZENDIJKE voor de jongelieden uit de gemeenten
Aardenburg, Biervliet, Breskens, Cadzand, Eede, Groede,
Hoofdplaat, Nieuwvliet, Oostburg, Philippine,
Retranchement, Schoondijke. Sluis, St. Kruis,
Waterlandkerkje, IJzendijke, Zuidzande;
te TER NEUZEN voor jongelieden uit de gemeenten
Axel, Bo8chkapelle, Clinge, Grauw en Langendam,
Hengstdijk, Hoek, Hontenisse, Hulst, Koewacht, Ter
Neuzen, Ossenisse, Overslag, Sas van Gent, St. Jansteen,
Stoppeldijk, Westdorpe, Zaamslag, Zuiddorpe
te ZIERIKZEE voor jongelieden uit de gemeenten
Brouwershaven, Bruinisse, Burg, Dreischor, Duiven-
dijko, Eikerzee, Ellemeet, Haamstede, Kerkwerve,
Nieuwerkerk; Noordgouwe, Noordwelle, Oosterland,
Oud-Vossemeer, Ouwerkerk, Poortvliet, Renesse,
Scherpenisse, Serooskerke (op Schouwen), Stavenisse,
St. Annaland, St. Maartensdijk, St. Philipsland, Tholen,
Zierikzee, Zonnemaire
3
Tot het onderzoek worden uitsluitend toegelaten
a. zij, die hebben deelgenomen aan de loting voor de
lichting 1912;
b. de lotelingen der lichting 1911, die, ingevolge het
bepaalde bij de tweede zinsnede van Artikel 99
der Militiewet 1901, in 1912 worden ingelijfd
c. de reeds ingelijfde lotelingen, in het genot van
uitstel van eerste-oefening, die, om in aanmerking
te kunnen komen voor verlenging van uitstel, in
verband met de bepaling van het op 2 na laatste
lid van Artikel 92 van het Koninklijk besluit van
2 December 1901 (Staatsblad no. 230), zooals dit
art. is gewijzigd en aangevuld bij de Kon. besluiten
van 17 October 1904 (Staatsblad no. 234) en van
9 Januari 1909 (Staatsblad no. 10), hun bewijs van
voorgeoefendheid wenscben te vernieuwen
d. jongelieden, adspiranten-vrijwilliger, voor het re
servekader der Infanterie, Testing-Artillerie of
Genie
on die zich overeenkomstig de ter zake van wege den
1 urgemeester op 1 December of daags to voren gedane
openbare kennisgeving, vóór den lOen December 1911
tei secretarie van de gemeente, waar zij woonachtig
zijn of verblijf houden, tot deelneming aan het onder
zoek hebben aangemeld.
Zij. die bij de schietoefeningen tot verhooging van
's lands weerkracht een „schietbowijs" hebben verkregen,
leggen dit bjj de aanmelding over.
Op den 15 December 1911 of daags te voren worden
de opgaven, ingericht volgens de hierbij gevoegde
modellen A. B. en C, houdende de namen en voor
namen van hen, die overeenkomstig het in 3 bepaalde,
zich hebben aangemeld, ingezonden door de Burge
meester der gemeenten, aan den Commandeerende
Officier van het 3e Regiment Infanterie te Bergen op
Zoom.
5.
De Burgemeesters ontvangen uiterlijk op den 24en
December 1911 van den Voorzitter der betrokken
Commissie van onderzoek, ter algemeene bekend
making op 31 December of daags te voren, eene op
gaaf van den datum en het uur waarop, zoomede van
de gemeente en de localiteit wa&r de lotelingen en
jongelieden c. q. elke der bij de opgaaf aangewezen
ploegen voor het onderzoek moeten aanwezig zijn.
6.
De Burgemeesters ontvangen uiterlijk op den 20en
Januari 1912 van den Voorzitter der betrokken Com
missie van onderzoek de Bewijzen, bestemd voor de
lotelingen, die bij het onderzoek aan de eischen hebben
voldaan zij stellen deze bewijzen vóór of op den 23
Januari d. a. v. voor belanghebbenden verkrijgbaar
ter gemeente-secretarie. De Voorzitter der Commissie
van onderzoek doet van dit laatste, onder vermelding
van data en plaats, bij gelegenheid van het onderzoek
mededeeling aan de belanghebbenden.
Ter Neuzen, 1 December 1911.
De Burgemeester voornoemd
J. A. P. GEILL.