Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Officieel erljend.
Algciaccti Kiesrecht.
B
SCHOOLBEEOEFTEE,
Kantoor- en Schrijfbehoeften,
No. 2220.
Woensdag 22 November 1911.
22e jaargang
FEUILLETON.
De stem van den doode.
BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS.
Per B maanden 7 6 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters n&sr plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van
TER NEUZEN, zullen op 18 De
cember 1911, des namiddags 3 uur, ten
Gemeentehuize aldaar
A in het openbaar aanbesteden, bij
enkele inschrijving in 9 afzonderlijke
perceelen, de levering van
voor de openbare scholen, voor
het schooljaar aanvangende 1 Mei
1912,
prijsopgave inwachten van ten be-
hoeve der Gemeente-administratie te
leveren
voor het dienstjaar 1912.
De voorwaarden, opgaven, monsters enz.,
liggen ter inzage van belanghebbenden op de
Gemeen te-Secretarie.
Ter Neuzen, 20 November 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Het kabinet, hoezeer bestaande uit bekwame
mannen, heeft nu, na vier jaren, nog geen
enkele sociale verzekeringswet in het staats
blad kunnen brengen.
Dit licht niet aan de bekwaamheden der
ministers, evenmin aan het vele praten in de
Kamers, het ligt eenvoudig hieraan, dat men
het in de 3 gecoaliseerde partijen, ook over
de sociale verzekering, allerminst ééns is.
Tot nu is dit door de heeren van Rechts
ontkend. Nu echter staat het met zooveel
woorden in het voorloopig verslag over de
Staatsbegrooting voor 1912.
Men oordeele
»Sommige dezer leden voegden hieraan
toe, dat de omstandigheid, dat de
politieke medestanders van het Kabinet
bestaan uit drie groepen, het welslagen
van voorstellen, waaromtrent tusschen
die groepen geene eenstemmigheid be
staat, wel is waar bemoeilijkt, maar dat
met die omstandigheid dan ook bij de
M. Mc. DONNELL BODKIN.
1)
De heer Beck was juist op het puct, om
op reis te gaan. Midden in zijne werkkamér
waren op een hoop gestapeld een uitpuilende
Gladstone-tascb, dichtgegespt en op slot gedaan,
een overjas, een reisdeken, een hengel voor
de zalm- en een voor de forellen visscbery en
een visehbunnetje.
Hjj keek van zjjn lessenaar waar hij bezig
was, om een brl f af te maker, op. „No is
het tijd om een hansom te bestellen, Burns,"
zeido hjj tot zjjn manusje van alles, die zjjn
boeltje bij elkaar pakte.
„Ja mijnheer," zeide Burns en ging naar
de deur.
Op dat oogenblik ging de telefoon in het
kleine glazen bokje in den hoek van de
kamer.
„Ga eens even, Burns. Zeg aan wie er
ook ip, dat ik naar buiten ben. Daarmee
loop ik toch maar een minuut of daaromtrent
op de waarheid vooruit."
„Ja, mijnbeer."
„Hallo! Is daar iemand? Ja; met wien
critiek op de schraalheid van den oogst
op wetgevend gebied rekening dient ge
houden te worden*.
Dat is eene officieele erkentenis van de
logisch-noodzakelijke onvruchtbaarheid van
een coalitie-regeering.
Moge de stembus in 1913 zeggen dat is
nu drie maal geweest, maar nooit weer
Het demoeratisch-staatkundig weekblad »De
Wereld* (V. D.) behelst een beschrijving van
het gehouden kiesrechtdebat, welke beschou
wingen eindigen met de navolgende conclusie
Ook in de Kamer is erop gewezen dat het
algemeen kiesrecht thans door alle groepen
van links en door zekere groepen in de clericale
partij is aanvaard. Dit sluit echter niet in
dat al de bedoelde fractiën de urgentie der
invoering onderschrijven. En dit verandert
de zaak. Slechts oogenschijnlijk staat de zaak
van het algemeen kiesrecht er zoo gunstig
voor. Niet in waarheid. Een waarachtig
voorstander van algemeen kiesrecht kan de
urgentie-vraag niet toelaten. Zij is voor hem
een onding. Van urgentie kan sprake zijn
ten opzichte van eene hervorming welke zekere
verbetering kan aanbrengen, doch niet den
grondslag der staatsinrichting raakt. Niet
alzoo ten opzichte van het algemeen kiesrecht.
Dit beginsel onderstelt dat alle sociale wet
geving gebrekkig en onvruchtbaar moet zijn,
zoo zij niet berust op de uitgesproken wil
des volks, en dus op het algemeen kiesrecht zelf.
Eene sociale wetgeving die uit eene andere
bron voortspruit werkt met fictiën, beantwoordt
niet aan de reëele overtuigingen van het volk,
als geheel genomen. Daarom valt met het
algemeen kiesrecht niet te transigeeren en is
de nrgentie misschien wel juist uitsluitend
ten opzichte van dit staatkundig principe
vanzelf sprekend. Wie debat over de urgentie
van algemeen kiesrecht vraagt is geen waar
achtig voorstander van algemeen kiesrecht.
In zooverre dus mag niet al te veel ge
wicht worden gehecht aan het verschijnsel
dat iedereen heden ten dage den mond vol
heeft van algemeen kiesrecht. Er zijn er,
ondanks de ^verblijdende* verklaringen uit
conservatieve kringen, zeer velen in den lande
die in waarheid bet algemeen kiesrecht zoo
lang mogelijk willen tegenhouden. Daarom
spreek ik het wss het gewone begin
van een telefoongesprek.
„Ja," hoorde de heer Beck Burns zeggen.
„Neen naar buiten gegaan, zonder een adres
achter te laten. Het gaat niet. Ik zeg u,
dat het onmogelijk is."
„Nu?" vroeg mijnbeer Beek.
„Iemand die u wil komen opzoeken. Ik
heb gezegd, dat u geen adres had achterge
laten. Maar zy zegt, dat iemand toch moet
weten, waar u bent. En dat het een zaak
van groot belang is."
„fiat zeggen ze zelfs, als er een theelepel
gestolon is."
„Zij zegt, dat het een zaak van leven en
dood is," zeide Burns.
„Zij?" De heer Beek was van zyn stoel
opgestaan.
„Ja mijnheer liet is de stem van een dame.
Ik kan bet heel duidelijk booren, mijnheer."
Een glimlach speelde over Burns gezicht,
terwijl hy voor zyn meester aan de telefoon
plaats maakte.
Het was de stem van een dame, die sprak
een zeer aangename stem ondanks den
metalen weerklank van het toestel.
„Mynheer Beek? Werkelijk? O, dat doet
my genoegen. Ik wist, dat ik u zon vinden.
Ik heb u hier dadelijk noodig. Ja, Ringwood
Castle; n kent Simon Rutherford by
wordt al twee dagen lang vermist. Ja, wij
moet, ook in onzen bond, de beweging voor
algemeen kiesrecht krachtig gaande worden
gehouden, mogen wij, vrijzinnig-democraten,
ons niet laten sussen door de oogenschijnlijk
gunstige verschijnselen van dezen tijd doch
is 't de plicht aller leden, man voor man, het
welslagen der door het bondsbestuur op touw
gezette adresbeweging te bevorderen.
ITALIË en TURK IJ E.
Tripolis.
De oorlogscorrespondent van de Secoio*
oefent zeer scherpe kritiek op het operatie
plan van het Italiaansche oorlogsbestuur.
»Men heeft Tripolis beschoten zonder de
beschikking te hebben over landingstroepen,*
zoo zegt hij. »ln de veertien dagen, verloopen
tusschen bombardement en troepenlanding,
hebben de Turken tijd gehad hun tegenstand
te organiseeren. Het geduld en de volharding,
waarmede zij de Italiaansche stellingen over
vallen, is bewonderenswaardig. Het nietsdoen
van de Italiaansche troepen maakt den indruk
van het optreden der Italianen op de in
boorlingen nog slechter en veroorzaakt bij
de Italianen zelf een voortdurende zenuwachtige
stemming.*
Deze oorlogscorrespondent acht thans het
oogenblik gekomen voor den opmarsch, de
Italianen moeten ten spoedigste tot den aanval
overgaan.
Dat het Jen Italianen niet voor den wind
gaat, blijkt uit de brieven die de particuliere
correspondenten te Tripolis aan de Berlijnsche
bladen zenden.
Zoo werd den lOen November aan de »Voss.
Zeitung* gesehreven
>De soldaten zijn misschien niet slecht,
doch de leiding is meer dan ellendig. Gisteren
fcijn drie stoomschepen met 2500 man aan
gekomen, heden komen over de 1000 man.
Wat zullen al deze troepen in het binnen
land uitrichten, wanneer zij om een onbe
duidende oase, beschermd door zwaar geschut,
vier k vijf weken hebben moeten strijden
Aan een brief van 12 November is het
volgende ontleend
Heden gelukte het den Arabieren de Itali
anen in den rug aan te vallen, zonder dat
deze den vijand te pakken konden krijgen.
Algemeen wordt vermoed, dat er een onder
hebben overal gezocht. Ik ben zyn dochter,
zijn eeDig kind, Josephine Rutherford. Wees
zoo goed, om dadelijk te komen. O. ik dank
u zeer."
„Burns", zeide de heer Beek, terwyl hy
verdrietig van de telefoon wegging, „je kuot
die hengels weer op hun plaats leggen. Ik
ga niet uit visscben."
„Maar ik dacht, mijnheer
„Het doet er niet toe, want je dacht. Ga
een hansom halen en zet de tasch erin. Ik
kan den trein van 10 nur 40 nog balen, als
je wat voort maakt."
Het was inderdaad een belangrijke zaak.
Simon Rutherford, da millionair, was ver
dwenen nit het paleis, dat l y voor zichzelf
had gebouwd op de heiiicg van een zonnigen
heuvel temidden van overhangende boorneo
verdwenen temidden van zjjn heirleger
van bedienden. „Dit is een vrasgstuk," dacht
de heer Beek terwyl hij achterover leunde
in het eerstt-klas rytuig van den trein, dien
hij op het nippertje gehaald had, „dat de
moeite van het oplossen waard ïb." De aan
gename stem, die bem door do telefoon te
bulp had geroepen, maakte het vraagstuk
nog opwindender.
Een kleine electrische auto wachtte hem
aan het station en voerde hem snel langs een
brreden, effen weg naar Ringwood Castle.
De helft van de kastanjelaan, waarvan de
aardsch waterleidingkanaal uit den Ro-
meinschen tijd nog van de stad naar de oase
loopt, want het is onmogelijk dat een levend
wezen anders onopgemerkt de Italiaansche
linie kan passeeren om in de oase te komen.
»De linkervleugel van de Italianen wordt
den geheelen dag bestookt. Wanneer het de
bedoeling der Turken en der Arabieren is
den vijand te ontzenuwen door voortdurende
lichte aanvallen, dan moet gezegd worden,
dat zij hun doel schitterend bereikt hebben.
De Italiaansche troepen lijden bovendien
onder de hevige regens, evenals de dieren.
En de expeditie moet eigenlijk nog beginnen.
»De Italiaansche regeering koopt kameelen.
Het kleine aantal echter, dat zij in de stad
kan krijgen, valt in het niet bij de hoeveelheid,
die zij noodig heeft, n.l. 8 a 10 duizend.*
CHINA.
De opstand.
Reeds werd medegedeeld, dat de Amerikaan-
sche regeering last gegeven heeft om troepen
te Manilla in gereedheid te houden voor
vertrek naar China. Thans wordt bericht,
dat generaal Bell, commandant der troepen
op de Philippijnen, doende is met de oprichting
van een uit verschillende wapens bestaande
afdeeling van 2200 man, die zoodra de man
schappen van winterkleeding zullen zijn voor
zien naar Tientsin zal worden gezonden.
Te Washington wordt de toestand blijkbaar
zeer ernstig geacht, daar nu toch uit San-
Francisco wordt gemeld, dat de Stille-Zee-vloot
wordt gemobiliseerd, met het oog natuurlijk
op de gebeurtenissen in China.
Ot de houding van Japan, dat reeds troepen
te Tsjifoe aan land bracht, tot deze activiteit
van de zijde der Unie heeft bjjgedragen De
mogelijkheid daarvan achten wij niet uitge-
gesloten, maar uit eene last aan de in het
binnenland van China gevestigde Amerikanen,
om zich onverwijld naar eene der verdrags
havens te begeven, valt af te leiden, dat in
elk geval voor ernstige verwikkelingen wordt
gevreesd.
Op het oogenblik verdient hetgeen bij
Hankau en Nanking voortvalt, wel het meest
de aandacht.
Daar zal de beslissing vallen over de vraag,
hoe het er in de naaste toekomst in China
zal uitzien.
Reeds moeten bij Hankau wederom gevechten
hebben plaats gehad tusschen regeeringstroepen
boomen groote met bloemen getooide kegels
waren, liep een steile helling op. In een bocht
kreeg de heer Beek het kasteel te zien en
hy was verbaasd over zyn pracht. De heer
Rutherford bad, toen by het landgoed van
den verarmden Lord Hazelton had gekocht,
het bnis van de familie af laten breken en
Ringwood Castle op de plaats gebouwd. Hij
had het met zyn architect getroffen en had
gelukkig zelf Diet het miDste benul van
bouwkunst gehad. Het statige gebouw van
grjjze steen, met zware en toch gracielijke
torens die boven de hoogste boomen uitstaken
kroonde den henveL prachtig en was in
overeenstemming met het landschap, dat het
omgaf.
De anto bracht den heer Beck in een om
mezien voor de deur.
Eeo meisje wachtte hem in de bal op en
nam bem voor zich in van het oogenblik
af, dat by haar zag. Een slank meisje, met
de gestalte van een Diana, en gouden haren
die als een kroon in vlechten om het wel
gevormde hoofd gelegd waren.
„Wat ben ik bljj, dat n gekomen beDt
riep zij opgewonden uit, terwyl zjj bem door
de gang naar een ruime kamer voerde, die
door een breed raam op den tuin uitzag. Da
kamer zag er uit als het verblijf van een
vrijgezel, maar was veel netter ea rook niet
naar tabak.
aflaangu
DOOR