Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. K- I 5- No. 2217. Zaterdag 11 November 1911. 22e jaargang FEUILLETON. Een oude Geschiedenis. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 7 5 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 96 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. Onverminderd blijft het christelijk blad Luctor et Emergo alhier in zijne oppositie tegen eene H. B. S. Thans getuigt daarvan weder een ingezonden stukje in het nummer van 8 November 1.1., waarin men tracht de menschen af te schrikken. Wie eenigszins verder ziet dan zijn neus lang is, zal evenwel door dat geschrijf zijne overtuiging niet verliezen, dat in de totstand koming van eene H. B. S. voor eene gemeente een algemeen voordeel gelegen is. »Wanneer hij er maar staat dan komt de rest vanzelf«, aldus de inzender, met de bedoeling, de voorstanders als onverschillig voor de gevolgen te stempelen. Wij zijn het met die woorden, in anderen zin natuurlijk, wel een beetje eens. Als zoo'n gebouw er eenmaal staat, dan is veel ge wonnen en dan ook zal men niet spoedig zoo'n inrichting doen verdwijnen. Dan gaat men ook van regeeringswege zich voor de verdwijning verantwoordelijk gevoelen, wat niet onwaarschijnlijk tot krachtiger stenn zou leiden. We hebben reeds opgemerkt, dat hetgeen de minister wil geven voor het onderhouden eener gemeentelijke H. B. S. te weinig, zelfs zeer schriel is. Juist het ontbreken in eene geheele streek als Zeeuwsch-Vlaanderen van eene inrichting voor Middelbaar onderwijs moest den minister er toe brengen royaler voor den dag te komen. Daarmede zou de tegenstand van den inzender niet ophouden en de houding van Luctor et Emergo zou zich niet wijzigen. Het is bekend genoeg, dat er nog antipathie zou wezen en geheime of openlijke tegenwerking, zelfs al kon de minister er toe besluiten deze minbedeelde streek eene Rijks H. B. 8. te schenken. Maar we vertrouwen toch, dat niet alle anti-rev. zich bij zoo'n tegenstand quand même zouden aansluiten. Ju ieder geval dient er krachtig gewerkt te worden door volksvertegenwoordiger en gemeenteraad en ook, als het kon, door een adres namens de burgerij om den minister milder te stemmen. Of uit onze plaats in het geheim niet tegenwerkt is en nog niet al het mogelijke gedaan wordt om de totstandkoming eener H. B. S. van overheidswege tegen te houden Er is alle grond voor deze vermoedens. Des te meer is er vanwege de voorstanders eene krachtige actie noodig. 3) Uit het Duitscb. M. L E N Z. Dien avond behoefde ze niet tevergeefs op hem te wachten. Hjj kwam op 't gewone uur en sprak buitengewoon druk over de vreemde gasten, die de omstreken „onveilig maakten," zooals hjj zich uitdrukte. Tevens prees hjj in 't oog loopend sterk, de geestig heid, de echt Fransche levendigheid, het zuidelijk temperament der bevallige, levens lustige Hersilie. Plotseling evenwel drukte hij Anna-Marie met onstuimige teederheid aan zjjn hart, noemde haar zijn engel, zijn lieve, lieve meisje en kuste haar op de van geluk stralende oogen. Een week later trof hij Anua-Marie in tranen aan. De zes avonden, waarop ze tevergeefs 't smalle voetpad tnsschen de beek en 't struikgewas op en neer had geloopen TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag 7 Nov. 1911. De behandeling der militiewet wordt voortgezet. Bij art. 67 en de amendementen verdedigd de heer Lohman het opnemen van het programma der vooroefeningen in de wet. Anders staat men aan de wisselende invloeden bloot. Spr. betwist dat hier sprake zou zijn van een voorrecht voor de hoogere standen. De heer Nolens diende een motie in waarbij de Kamer als haar oordeel uitspreekt dat het programma als bedoeld bij art. 67 niet in de wet behoort te worden opgenomen, maar dient vastgesteld bij algemeenen maatregel van Bestuur. Minister Colijn verklaarde het overnemen van het programma wenscheiijk. Eventueele aanneming der motie zou hem geen aanleiding geven art. 67 in te trekken De motie Nolens is aangenomen met 3926 stemmen. Bij het verder debat wijzigde de heer Thomson zijn amendement betreffende de lotelingen die verhinderd zijn, door ziekte, aan het examen der vooroefeningen deel te nemen in zooverre, dat in het amendement gewaagd wordt van »voor zoover het dienst belang gedoogt*. De Minister nam het gewijzigde amendement over. Het amendement Ter Laan betreffende de cursussen werd verworpen met 2051 stemmen. Het amendement Thomson betreffende de vergoeding werd verworpen met 2051 stemmen. Art. 67 is z. h. s. goedgekeurd. Vergadering van Woensdag 8 Nov. 1911. Voortzetting van de behandeling der Militie- wet. Bij art 69 (inlijving) komt aan de orde het amendement Van Veen tot regeling der tijdstippen van inlijving n 1. om deze niet in de wet op te nemen maar bij Kon. besluit vast te stellen. Het amendement Ter Laan strekt om den diensttijd van vóór geoefenden van 61/, op 5maand terug te brengen. De motie Ter Laan strekt om de Kamer als haar oordeel te doen uitspreken, dat de verslagen over de 4-maauders aan de Kamer volledig dienen te worden overgelegd, eer eene beslissing over art. 69 kan genomen worden. Minister Colijn verklaarde dat de Regeering en verlangend naar den geliefde bad nitgezieo, baddeD haar een eeuwigheid toegeschenen. Hij ging regelrecht met het meisje naar het paviljoen achter in 't park, dat haar voet nog nooit betreden had, hoewel ze reeds meer dan eens naast hom op de treden van den trap had gezeten, die naar het kleine, acht hoekige gebouwtje leidde. Toen hij baar over den drempel trok, was 't hem, of haar hand in de zjjue beefde. Hjj bleef als aan den grond vastgenageld staan. „Ben je bang, Anna-Marie?" vroeg hjj somber. Ze schudde ontkennend bet blonde hoofd en keerde baar kinderlik gelaat, dat juist door 't zachte maanlicht beschenen werd, naar hem toe. „Ik ben nooit bang, als je bjj me bent," sprak ze met een liefdevollen glimlach, terwijl ze hem aandoeoljjk vertrouwend aanzag. Hij drukte haar vast tegen zich aan. „Lief, lief schepseltje!" fluisterde hjj in hevige ont roering. „Je kuut niet vermoeden, dat ja woorden op dit oogenblik een ware weldsad voor me zjjn." Hij draaide de lamp wat hooger en geleidde haar naar de divan in den hoek. Met een plof liet hjj zich op de kussens uearvallen. Zij knielde voor hem neder op 't mollig tapijt geen aanleiding vindt de verslagen over te leggen. De heer Thomson steunt de motie. Ook spr. heeft herhaaldelijk op publicatie aange drongen. De heer Marchant erkent dat men nooit een eerlijke proef met de 4-maanders heeft genomen, doch acht het tijdstip voor de be handeling dezer motie niet gelukkig. Daarom zal hij er tegen stemmen. De motie-Ter Laan is verworpen met 51-14 stemmen. Het amendement-Ter Laan is verworpen met 4522 stemmen (rechts tegen links be halve de heer Verheij). Het amendement-Van Veen is verworpen met 51 17 stemmen. Art 69 is goedgekeurd. Bij art. 71 kwam aan de orde het amen dement-Ter Laan om te bepalen dat de zee militie slechts met hare toestemming voor den dienst buiten Europa kan worden aan gewezen. Na eene verklaring van Jen Minister van Marine dat dit slechts onder buitengewone omstandigheden kan plaats vinden werd dit amendement ingetrokken. Het amendement-Verheij wil bijzondere voor schriften verbinden aan te verleenen machti gingen om de zeemilitie buitenslands te gebruiken. Het tweede amendement-Verheij wil be palen dat zeemiliciens die tusschentijds naar het vaderland terug keeren uiterlijk 2 maanden zonder hunne toestemming in dienst kannen worden gehouden. Na bestrijding door Minister Wentholt werd het le amendement-Verheij verworpen met 3243 stemmen. Het 2e amendement werd aangenomen met 44—31 stemmen. Aan de orde kwam thans art. 75 met de vele daarop voorgestelde amendementen. De heer Duijs verdedigde uitvoerig het amendement der sociaal-democratische fractie om de oefentijd van 8'/.2 op 6'/a maand te stellen. Dit is een stap om te komen tot een volksleger. Op heftige wijze herhaaldelijk door den Voorzitter geïnterrumpeerd laakt de spreker de houding van dr. Kuyper en zijne volgelingen. Rechts zakt meer en meer naar het conser vatisme. De jongste manoeuvres waren niet zoo slecht als men wilde doen voorkomen. Daarom worden de rapporten der 4-maanders niet ge publiceerd. Het gevaar schuilt in de hoogere militaire regionen. en zag met bewonderende blikken naar al de pracht en weelde, die haar omringde. Ze bemerkte niet, dat bij dien avond geheel anders was dan gewoonlijk, dat hjj, zonder op haar vrooljjk gebabbel te antwoorden, afgetrokken inet haar blonde vlechten speelde, die aan de punten waren losgegaan en bevallig over haar schouders naar beneden vielen. Plotseling sprong hij met onstuimige drift overeind en ging met gejaagden tred de kleine ruimte op en neer loopen. „Wat helpt het, of ik het gevreesde oogenblik als een lafaard al telkens en telkens uitstel," sprak bjj eindeljjk, terwijl hij voor 't meisje stil bleef staan, „ik moet het zeggen, Anna Marie Zijn stem klonk zoo ontroerd, dat ze ver wonderd haar hoofdje ophief en hem vragend in het doodsbleek gelaat zag. Hjj streek zenuw achtig eenige malon over zjjo donkere knevel heen. „Ik weet, hoeveel verdriet ik je ga aandoen en mijzelfs, Anna-Marie, maar het kan niet anders," stamelde h(j bedroefd en beschaamd tegelijk. „Wij wij hebben geld noodig, als we de dreigende bandelscrissis, die op 't oogenblik voor de geheele wereld nog een geheim is, gelukkig te boven willen komen. lu de fabriek kunt ge in geen De arbeidersklasse wil aan het staande leger zijn klassekarakter ontnemen. De heer Ter Laan verdedigde het amende ment om den diensttijd der bereden wapens van 2 jaar op 18 maanden te brengen. Vergadering van Donderdag 9 Nov. 1911. Voortzetting der algemeene beschouwingen over de Militiewet. Bij art. 76 en de daarop voorgestelde amen dementen verklaarde minister Coljjn deze wijziging in het artikel te brengen doch dat bij de administr.-troepen slechts zij, die zich vrijwillig hebben aangemeld langer dan 8 maanden in dienst kunnen worden gehouden. Alleen de vrijwilligers zullen dus hoogstens 14*/a maand kunnen dienen. De heer Marchant verklaarde dat de Kamer deze wijziging eerst dient te overzien. De Voorzitter deelde mede de wijziging onmiddellijk te zullen laten drukken en was het eens dat thans daarover niet gedebatteerd kan worden. De heer Van Twist verklaarde dat 8 maand diensttijd voor niet-geoefenden dringend noodig is. Eene leemte in het ontwerp acht hij dat de najaarsploeg in eene ongunstige verhouding tot de voorjaarsploeg komt te staan. Hij beval de mogelijkheid van eventueele ruiling onder de manschappen aan. De heer Van Vlijmen bestreed uitvoerig den korteren oefentijd. 10'/, mnd. oefening is beslist noodig. Thans gaan we ten koste van de legerbelangen eene verkeerde richting uit. De heer Thomson acht het een verbiedend teeken, dat het amendement-Van Vljjmen gisteren geen steun vond. De vertegenwoordiging wil dus bljjkbaar niet een langeren diensttijd. Spr. verwijt den Minister, dat hjj onder invloed zjjner adviseurs tot 81/, maand is gekomen. Vóór het ploegenstelsel waren we op den goeden weg. Men is echter blind voor de lessen der praktijk. De dagorders der regiments-commandanten naar aanleiding der manoeuvres doen blijken, dat men bij korteren oefentijd wel degelijke manschappen kan krijgen. Nu reeds had men met verkorten oefentjjd moeten komen. De heer Tydeman bepleit de speciale op leiding voor de administratietroepeD. Loting keurt hjj af. Hij is tegen korteren oefentijd. De rapporten betreffende de manoeuvres bewijzen niet voldoende. geval blijven, Anua-Marie, maar ik zal goed voor je zorgen 1 Het zal het beste zjjn, dat je met je moeder zoo ganw mogeljjk bier vandaan gast". Ze zag bem een oogenblik verbaasd aan toen vljjde ze haar boefd liefkoozend tegen zjjn borst aan en bracht zjjn band aan baar lippen. „Heengaan Ik heengaan vroeg ze glimlachend. „Waarom zeg je vanavond allerlei dingen, waar ik niets van begrijpen kan Hjj zuchtte. „Je moet ze leeren begrjjpen, arme Anna-Marie Plotseling scheen haar een licht op te gaan. „O," riep ze vrooljjk uit, „is't anders niet Als je hier vandaan moet, om de een of andere reden, waarom zeg je dat dan niet dadeljjk Je weet toch wel, dat ik je altjjd volgen zal, waarheen je ook gaat, al was 't ook naar 't eindje van de wereld Hjj bedekte zjjn gelaat met zjjn banden en kon slechts met moeite een kreet van wanhoop onderdrukken. „Anna-Marie," bracht hij er eindelijk met een haperende stem uit, „lieveling, maak het mjj niet zoo moeiljjk. ik heb toch al zooveel te dragen. Kind, DOOK

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 1