VAN DALEN, ~~1ÏTGEZ01TDE1T stukken. BULTEN LAMP. Burgerlijke Stand. Hoopwatargetij le Tar f^euim. Advertentiën. morphine achterhaalde, ter waarde van ruim 80,000 gulden. Drie Chineezen van de beman ning werden in hechtenis genomen. Nog voordurend hoort men dus van het smokkelen van opium in de Philippijnen, niet tegenstaande het verbod op den verkoop anders dan voor medische doeleinden daar reeds ge- ruimen tijd bestaat. Dat er ook nog steeds opium geschoven wordt, blijkt telkens uit voorkomende recht zaken. Buiten veranticoordelijkheid der Redactie. M. de R. Naar aanleiding van het laatste schrijven van C. (Luctor et Emergo van 4 Nov. 1911) vraag ik nog plaatsruimte voor een beknopt stukje. om het even of hij dit is of niet. De eigenlijke dader blijft in elk geval buiteu spel. Nu begint de chantage. De dame kan haar brieven terug krijgen tegen betaling van zóóveel. Zekere dingen, die gebeurd of niet gebeurd zijn tusschen haar en den faux cavalier en waarvan getuigen blijken te bestaan, zullen publiek gemaakt worden, indien zij niet zóó- en zóóveel opdokt, enz. enz. De opzet van dit verhaal doet denken aan een ouderwetschen roman, maar de werkelijk heid is, dat het hier beschrevene herhaaldelijk voorkomt, en dat reeds heel wat meisjes en vrouwen er de dupes van zijn geworden. Men zij dus voorzichtig. Le bon juge. Hij was al eenige malen veroordeeld wegens dronkenschap, al zóó dikwijls, dat bij de periode van geldboeten al lang en lang achter zich had liggen. Reeds ettelijke keeren had hij zelfs een hechtenisstraf ondergaan, maar met-dat-al bleef hij aan den drank. Vrijdag morgen stond hij voor den tan onrechter te Utrecht voor de zooveelste maal. Hij was dronken geweest van bier. De ambtenaar van het O. M. vond thans den tijd gekomen om den man te zenden naar een rijkswerkinrichting en eischte een verblijf aldaar voor 3 maanden. Alsjeblieft niet«, smeekte de man, «neen, zend me nog niet op. Ik wil me beteren, maar ik kan niet. Ziet u eens, toen ik vroeger koetsier was, dronk ik niet, maar ik kreeg een ongeluk aan mijn hand en kon niet meer rijden, toen ben ik reiziger geworden voor een kruidenier en nu moet ik viermaal in de week naar de boeren vèr het land in. Dan loop ik iederen dag zoowat 16 uur achtereen, als ik bij de boeren kom, ben ik moe, meer dan moe, en wanneer ik eens rust, och, dau wordt me wat gepresenteerd, en in de kou drink ik meer dan wel goed voor me is. Eu ziet u, zoo kom ik er nooit af. Stuurt u me nu, bid ik u, niet op, ik kan al niet tegen opsluiting in het Huis van Bewaring daar ben ik laatst al ziek in geworden en als ik nu naar een werkinrichting moet, dan weet ik niet hoe ik 't daar zal moeten uithouden Ik heb een vrouw en drie kinderen, 't is middenwinter Ik zal je eeus wat zeggen zei de kantonrechter ik zal je nog niet opsturen mits je mij binnen 8 dagen het bewijs brengt dat je je hebt' aangesloten bij een geheel- onthoudersvereeniging, en dus beloven wilt niet meer te drmken. Begrepen Jij sluit je aan bij de geheel-onthouding en aan mij beloof je plechtig, nooit drank meer te zullen gebruiken. «Alsjeblieft, héél graag. Ik dank u«, was 't antwoord van den man, die nu uitkomst ziet. Een uitbrander. Men meldt aan de «Asser Ct.« Een ser geant wordt belast met het in ontvangst nemen van een bedrag van ongeveer 2800 ten bureele van een militaire autoriteit. Hij ontvangt papieren geld en wisselt een en ander bij een kassier. Bij aankomst in de kazerne telt hij het geld aan zijn lastgever voor en komt tot de conclusie, dat hij 1000 te veel heeft. Eerst naai den kassier, of deze ook een vergissing heeft begaan. De sergeant wordt welwillend ontvangen, hem werd een stoel aangeboden en hij verhaalt de zaak, zoodat wordt besloten tot het opmaken van de kas, waarvan de uitslag zal worden gemeld. De sergeant begeeft zich daarna naar het bureel van de militaire autoriteit, die de bt- taling heeft gedaan, 't Kantoor is echter gesloten. Van den kassier komt geen bericht, zoodat de sergeant den volgenden morgen nogmaals besluit de reis te aanvaarden naar het hier boven bedoelde militaire kantoor. Hier doet hij mededeeling van het gebeurde en ontvangt van hem, die de foutieve uitbe taling had gedaan, een terechtwijzing of beter gezegd een uitbrander van je welste, omdat hij niet had gezien, dat hem te veel was uit betaald waarna hij den last ontving onverwijld de te veel ontvangen f 1000 terug te bezorgen. De man was beduusd, zoo'n gruwelijken uit brander had hij nog Dimmer ontvangen. Zoo beloonde men in het jaar 1911 betoonde eerlijkheid. Een ontploffing. Te Rucphen, bij Rocsendaal, heeft Zondag avond een acetyleen-gas-ontploffing plaats ge had in de R. K. kerk, juist onder den dienst. Met een hevige knal sprong de gashouder uit elkaar, het gebouwtje waarin het toestel was geplaatst geheel vernielende. De pastoor en koster bekwamen vrij ernstig letsel. De kerk gangers bleven ongedeerd. Een redding. Men meldt aan de «Tel.* d.d. 2 November uit Urk Hedenmiddag had de scheepmaker, K. Hak- voort alhier, zich met materialen begeven naar het gezonken tjalkschip «Ambulant,* ten einde dit te lichten en in de haven te brengen. Hij had echter vergeten één of meer kleine vaar tuigen mede te nemen, waarin men zich bij levensgevaar bergen kon, daar het aldaar te ondiep is voor groote vaartuigen. De «Ambulant* kwam vlot en werd op sleep genomen, doch tegelijk barstten de in de lekken gestopte voorwerpen los en begon de «Ambulant* te zinken, terwijl er zich nog een 15-tal mannen in bevonden. Deze het gevaar ziende, begonnen te schreeuwen, waarna een der bulpbiedende vaartuigen met volle zeilen op de «Ambulant* afging en veiwaid geraakte in het want van de «Ambulant,* waardoor een paniek ontstond. Hoewel velen niet weten hoe zij behouden zijn, doch allen door golfslag en branding heen, behouden aan boord kwamen en er dus geen menschenlevens te betreuren zijn, zullen de belanghebbenden toch nooit dezen dag vergeten. De een viel van schrik bewusteloos neer, de andere schreide van blijdschap, terwijl men elkanders hand drukkende, zwoer nocit meer een tjalk te zullen helpen lichten. Intusschen heeft het schip van gebr. Bos ernstige averij opgeloopen, hetgeen komt voor rekening van den aannemer Hak voort, die door het mislukken van zijn werk, ook groote schade lijdt. De «Ambulant* is thans verhaald naar het noorden van het eiland Urk en zit tusschen N. O. en N. W. ton van Urk op ongeveer 12 voet water; alleen de mast is zichtbaar. Had men de komst van de stoomboot, die hedenavond zou komen ter assistentie, afge wacht, dan had deze zonder eeuig bezwaar de «Ambulant* kunnen ledigen en binnen brengen. Een moordgeschiedenis. Onlangs werd niet ver van Lundenberg het vreeselijk verminkt lijk van iemand gevonden, die vermoord was. Zijn oogen waren uitge stoken, zijn hoofd verbrijzeld ooren, neus en lippen waren afgesneden. Bij nader onderzoek had de doode de kleeren aan van een zekeren Thoman en werden diens legitimatie-papieren op het lijk gevonden. Men dacht dus dat Thoman vermoord was. Maar bij de schou wing zeide de doctor, die Thoman kende, dat deze twee wratten op de eene hand moest hebben, die hij nog onlangs behandeld had. Daar op de handen van het lijk die wratten ontbraken, moest het dus dat van een ander zijn. Er werd een nader onderzoek ingesteld, waardoor aan het licht kwam, dat Thoman den man vermoord, het lijk onherkenbaar ge maakt en in zijn kleeren had gestoken, om 70,000 kronen op te steken, waarvoor hij zich bij een maatschappij te Berlijn had laten verzekeren. De verzekering, die op toonder luidde, zou door een van zijn medeplichtigen opgeëischt worden. De booswicht is na lang zoeken 's nachts in Brünn, bij het uitstappen uit den trein, herkend en gearresteerd. Niettegenstaande het slachtoffer onherkenbaar gemaakt was, heeft de politie ten slotte toch ontdekt, dat de vermoorde een kastemakers- jongen geweest is, met name Schuller, aan wien Thoman een betrekking beloofd heeft. Hij had Schuller in Weenen ontmoet vóór het bureau van een courant, waar Schuller bezich was met het lezen van advertenties in welke betrekkingen werden aangeboden. ITALIË en TURK IJ E. lil Tripoli. De Standard neemt een breedvoerig relaas op, dat blijkbaar afkomstig is van het Turksche gezantschap te Londen, over een nieuwe neder laag, die de Italianen Woensdag 1 November geleden zouden hebben toen hun de twee forten Sjara Mesri en Henni werden afgenomen. (Tot nu toe was van Italiaansche zijde verklaard, dat de Italianen hun linie aan dien kant «om militaire redenen* hadden ingekrompen, maar uit latere berichten moest men opmaken, dat er om die twee forten ook gevochten was. Red.) Achtduizend Turken en zestienduizend Arabieren zouden toen de Italianen overrom peld hebben. De Italianen vluchtten in ver warring en lieten hunne kanonnen, schietvoor raad enz. achter. De Italianen zouden tusschen de vijf en zes duizend dooden en gewonden verloren hebben. Onder de gesneuvelden zouden twee kolonels en acht kapiteins zijn. De Morning Post verneemt uit MaltaUit goede bron verluidt, dat er sedert het begin van de vorige week 78 geval en van cholera onder de Italiaansche troepen in Tripoli zijn voorgekomen. Er lagen Donderdag negentig cholera-lijders in het gasthuis. I)e gruwelen der Italianen. MacCellough, de correspondent van de New Yorksche Worl, heeft uit Tripoli een laatste telegram naar New York gezonden, waarin hij zegt, dat hij wegens de gruwelen die hij te Tripoli bijgewoond heeft, daar niet langer kan dienst doen. MacCullough verklaart, dat het leger van Italië een bende plunderaars en moordenaars is geworden. Officieren hebben nog erger huis gehouden dan de bandelooze soldaten. Er zijn ten minste vierhonderd vrouwen en kinderen op barbaarsche wijzen geslacht. Ja zeker, zegt hij de Arabieren hebben de lijken van Italianen verminkt, maar pas nadat de Italianen een woeste slachting begonnen waren. -De correspendent verklaart verder, dat de Italianen de witte vlag dermate misbruikt hebben, dat de Arabieren die vlag als een ergerlijk en verraderlijk teeken beschouwen. De correspondent stelt generaal Caneva voornamelijk aansprakelijk voor den Italiaan- schen warboel. Hij heeft zich in een geducht versterkte en goed bewaakte citadel schuil gehouden en is daar nooit uit gegaan om de Italiaansche troepen aan te voeren. Een Italiaansch divisie-generaal handelt in denzelf den trant, zoodat de ontreddering van het Italiaansche leger zonder aanvoering niet te verwonderen is. De Porte maakt het aangekondigde protest tegen het optreden der Italianen openbaar Het is gericht tot alle regeeringen, die de Haagsche akte van 1907 hebben onderteekend. Het stuk zegt dat Italië door zijn handelingen tegen de bevolking van Tripoli en Barka, duidelijk de door hem zelf erkende beginselen heeft geschonden. CHINA. De opstand. De omstreken van Sjanghai, ook Woesoeng en verder Hangtsjou en Soengkiang zijn in handen der opstandelingen. Verder heeft Soetsjou zich bij den opstand aangesloten. De revolutionairen hebben een proclamatie uitgevaardigd, waarbij de liken en enkele andere rechten worden afgeschaft. Enkel de zee-tollen blijven gehandhaafd. iDrie kannonneerbooten van de regeering, die deel uitmaakten van het rivier-eskader van admiraal Satsjenping, kwamen Zaterdag in Sjanghai, om daar voorraden £n munitie aan boord te nemen. Zondagmorgen gingen de drie booten naar de opstandelingen over. «•Toen de revolutionaire vlag geheschen werd, zag men op het dek der kannonneerbooten de opvarenden dansen en elkaar de hand schudden. JUit Hankou wordt gemeld, dat verscheidene gebouwen buiten de concessies zijn verbrand. De schade van den brand van j 1. Zondag en Maandag loopt in de millioenen. De be schieting van Hanjang werd Donderdag hervat. Er vielen verscheiden granaten in de Britsche concessie, en twee daarvan raakten het Roode Kruis-hospitaal, waarbij echter niemand ge kwetst werd. 's Avonds brak opnieuw een brand uit, die een gebied van 3'/, K.M. bij 800 M. vernielde. De officieren der regeeringstroepen verwittig den het Roode Kruis ervan, dat zij voornemens waren Hankou volkomen te vernielen. Men höudt het er voor, dat zij ook het gebouw van de zeetollen, het postkantoor en de scheep vaart-etablissementen niet zullen sparen. Naar luid van een telegram uit Itsjang zijn daar 17 Mantsjoe-vrouwen in hechtenis genomen, van wie er 5 werden ter dood gebracht. De plaatselijke autoriteiten hebben verklaard, dat zij machtiging hadden moeten géven tot die terechtstelling, om de soldaten en het gepeupel tevreden te stellen. Zij be loofden echter, dat er geen andere Mantsjoes zouden worden ter dood gebracht. Een Japausch officier heeft verklaard, dat de regeeringstroepen in Hankou zonder geest drift hebben gevochten. Hun taktiek was zoo, dat zij geen kans zouden hebben gehad in een gevecht tegen een even sterke Europeesche krijgsmacht. Chineesche handelsstoomschepen kunnen niet' verder de rivier opkomen dan Woehoe, wijl zij vreezen anders te zullen worden in beslag genomen. De regeeringstroepen voor Hankou hebben er op aangedrongen, dat het den buitenlanders verboden zal zijn, zich buiten de concessies te begeven. De Britsche consul heeft bekend gemaakt, dat allen, die zich niet naar die aan wijzing gedragen, zelf de verantwoordelijkheid moeten dragen. VEREENIGDE STATEN. Van de Philippijnen. De Moros van Basilan hebben weder eens van zich doen spreken. Eene rooverbende had zich op dat eiland schuldig gemaakt aan moord op een inlandsch hoofd. Ten einde die bende in handen te krijgen, was van de kanonneer boot «Pampanga* een detachement onder den adelborst Hovey gedebarkeerd, om de vervol ging der misdadigers op zich te nemen. Het detachement liet zich echter in een hinderlaag lokken, waarbij de commandant het leven liet en drie Amerikaansche matrozen levensgevaar lijk gewond werden. Te Manilla is een groot smokkelzaakje ver ijdeld door de recherche, die aan boord van het stoomschip «Kumeric* opium, cocaine en Ik mag constateeren, dat wat ik in twee ingezonden stukken tegenover het schrpven van C. heb aangevoerd, nagenoeg onweer sproken blijft Ik geloof, dat de vergelijking met Ter Neuzen als voorbeeld van liberale partijdigheid hem wat ondoordacht uit de pen is gevloeid. Ook de «voorlichting van iemand die 't weten kan* is niet bij machte zijn eerste schrpven te doen volhouden. Alleszins begrijpelijk, waar de feiten in deze gemeente zoo welsprekend wijzen op het tegengestelde van wat C. beweerde.. Maar genoeg, het is mij voldoende, dat C. zijne aanvallende houding opgaf en overging om te trachten zijne eigen partij zuiver te pleiten tot eene zuiver verdedigende stelling. Ongetwijfeld zal het C. er toe brengen niet zoo maar losweg dingen aan te halen, die door de feiten worden gelogenstraft. Dankend voor de plaatsing, G. M. de R. In «Luctor et Emergo* van 1 Nov. 1911 komt zekere X den inzender C verbeteren, naar aanleiding eener vergissing die deze maakte. Daarna vaart X tegen de liberale leden, die bij de discussie over het plaatsen van een ambtenaar bij den ontvanger of op de secretarie den vinger op eene wonde plek legden, ge weldig uit. Hij vergelijkt ze met vischwijven uit de achterbuurten, die lasteren bij eene koffiepot, spreekt van git spuwen, gal loozen, verkrachting der waarheid en roept den geest van het vroegere raadslid v. d. Ree in de raadzaal om die groote vrijzinnige schreeuwers den mond te snoeren. Het stukje spreekt geheel voor zich zelf, het signaleert den inzender op zeer ongunstige manier. Het schijnt, dat de gemaakte opmerkingen doel getroffen hebben. Leuk is het, dat dit opgewonden standje een weinig «elixter calmant* aan die liberale sprekers wil toedienen. Wij zouden, zijn stukje lezende zoo denken «Zoudt u het zelf niet gebruiken, geachte inzender Noodig hebt U het zeker.* Dankend, Y. DAGEN. Voorin. Nam, Woensdag 8 November 2.24 2.44 Donderdag 9 3.4 3.25 Vrjjdag 10 3.47 4.9 Zaterdag 11 4.34 5.— Zondag 12 5.29 6.2 Maandag 13 6.39 7.19 Dinsdag 14 8.6 8.52 TANDAK T tg, .Harkt (hoek Bakkei-jjstraat) Ter Neuzen, is dagelpks te consulteereu van 9 12 en van 24 uur. Plaatsen ran Kunsttanden en Gebitten. TER NEUZEN. Huwelijks-aangiften. 30 Oct. Cornelis Josoplius van Dinteren, oud 23 j., jm en Marie Stephanie Geer», nud 23 j., jd. 2 Nov. Louis Willem Rijnberg, oud 28 j.. jm. on Johanna Magdalena Tholens, oud 23 j., jd. 4 Nov. David Yerslujjs, oud 38 j., jm. en Theuntje Mulder, oud 30 j., jd. Geboorten. 29 Oct. Elisabeth Carolina Marie, d. van Desiderius Geers en Ludovica Antonia Elisabeth de Yos. 1 Nov. Luitjen, z. van Gerard Snap en Teuntje Adriana van der Klooster. 2 Nov. Sara Jo hanna, d. van Maarten Dielemau en Berbera Elisabeth Dieleman. Catharina Cornelia Maria, d. van Joan Désiré Henri André Koevoets en Wilhelmina de Fejjter. Overlijden. 29 Oct. Hendrikus vau der Velden, oud 71 j echtgen. van Leonie Marie Guiliet. Jelier Wiskerke, oud 66 j., echtg. van Sophia Johanna Moggenstorm.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 3