Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. JUt Komt. Een Remisespel. No. 2213. Zaterdag 28 October 1911. 22e jaargang FEUILLETON. BINNENLAND. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. IntercNo IS. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tariel. Grootere letters naar plaatsi uimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschynt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. In de koekstad Deventer is 't met de Kat holieken en de Anti-revolutionairen geen koek en ei meer. Bij de laatste Gemeenteraads verkiezingen eischten de anti's meer zetels, dan hun toekwamen en ze wilden zelfs beslag leggen op een zetel, die aan de Roomschen toebehoorde. De anti's steunden toen de liberalen, terwijl de vrijzinnig-demo craten gesteund werden door de Katholieken. In de bladen pleiten de beide klerikale partijen nogwat na en ze verwijten mekaar ontrouw aan de beginselen. Dit geval is niet het eenige van de laatste maanden. We zouden er dan ook geen melding van gemaakt hebben, als een der courant artikelen niet een uitlating bevat had, die bijzonder onze opmerkzaamheid trok. In het Katholieke Centrum toch beweert een schrijver, dat het niet in strijd is met de Katholieke beginselen, als de Roomschen samenwerken met de Vrijzinnig-democraten. Hij is overtuigd, dat die samenwerking niet alleen bestaanbaar, maar zelfs wenschelijk is. Deze gulle bekentenis verrast ons. Immers, in Katholieke bladen wordt voortdurend aan gedrongen op samenwerking met de anti's en de socialen worden voortdurend afgeschilderd als de vijanden van Kerk en Staat. Wel zijn er dat is bekend genoeg onder de Katholieken velen, die bij de stembus met de liberalen, zelfs met de socialen samengaan maar tot dusver werd nooit ronduit erkend, dat een samengaan van Roomschen en Vrij zinnigen bestaanbaar en wenschelijk is. Zulke uitdrukkingen zijn inderdaad veel- beteekenend. Zij wijzen op een naderende ommekeer in de politiek. Het moge meer of minder lang duren, er zal een wijziging komen in de samenstelling der partijen. Meer dan één verschijnsel wijst er op, dat het verbond tusschen Roomschen en Anti-revolutionairen geen stand zal houden en het is onze vaste meening, dat dit verbond het eerst door de Katholieken verbroken zal worden. Zij mogen zich voor bijzondere doeleinden een tijdlang hebben geschikt, op den duur zal het hun niet mogelijk blijken, de dienaren te zijn van Gereformeerden, die ben inwendig haten en verfoeien. Wij zullen kalm den loop der zaken af wachten. 3) „O, neon," antwoordde de andere. „Ik heb Engeland niet gezien, sedert ik er zes jaren geleden ben uitgegaan. Ik zou er bet geld niet voor hebben, al verlangde ik het nog zoo hard. Trouwens, ik heb daar niets meer wat mjj bindt." Met deze woorden tikte hjj de asch van zjjn sigaar en loosde een zucht. „Zoo!" zeide de Amerikaan. Zjj bleven nog eenigen tijd over onver schillige zaken doorpraten, totdat de klok eif sloeg, en zeiden elkander goeden nacht. Naarmate de dagen voorbijgingen, werden zjj hoe langer hoe dikker vrienden en hot gebeurde hoogst zelden, dat men hen niet bijeen zag. „Hoor eens, Stejjne, mijn jongen," begon de heer Kemp op zekeren namiddag, terwijl ZÜ onder de schaduwrijke veranda zaten, „ik heb een idée." „Dat is bij den heer Kemp geen ongewoon verschijnsel," merkte Steijne op, met eeu hoffeljjken glimlach. „Ik heb zoo gedacht," vervolgde Kemp TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdagavond 24 Oct. 1911. De minister van Oorlog (de heer Colijn) vervolgt zijn rede en zegt, dat de regeering 4000 man 4 maanden lang in de kazerne wil houden om de hoofdplaatsen blijvend te be zetten, zoo noodig een mobilisatie te dekken. Het ontwerp zal waarschijnlijk niet veel meer kosten dan geraamd was. Hij handhaaft zijn standpunt ten opzichte van het contingent, de eerste oefening, de militaire werkers, de kaderplicht. De minister van Binnenlandsche Zaken, (de heer Heemskerk) is van oordeel, dat de kritiek er niet in geslaagd is het ontwerp af te maken, noch om er iets beters voor in de plaats te geven. Hij begrijpt niet wat men eigenlijk wil. De minister beantwoordt den heer Troelstra, waarna de algemeenb beschouwingen worden gesloten. De moties-Ter Laan (speciale belasting voor inkomens van 3000 en hooger) en -Thomson (bekorting kazerneverblijf als onmisbare voor waarde voor contingentsverhooging) worden verworpen resp. met 70 tegen 5 en 52 tegen 22 stemmen. Een voorstel van den heer Roodhuyzen om de vergadering tot Woensdagmorgen 10'/. uur te verdagen, wordt met 56 tegen 19 stemmen verworpen. Daarna wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling van het ontwerp. Art. 1 wordt aangenomen het amendement- De Beaufort c.s. op art. 2 verworpen en het art. ongewijzigd aangenomen. De voorzitter deelt mede, dat de regeering in art. 4 de woorden militaire werkers heeft vervangen door administratietroepen. Bij de toelichting van het eerste amendement op art. 4 zegt de heer Ter Laan, dat het tegenover den buitenlandschen vijand volmaakt gelijk blijft of het contingent wordt verhoogd of niet. En tegen den binnenlandschen vijand heeft men niet zoo'u grooten troep noodig. Hij licht ook zijn beide andere amendementen toe. Met het oog op het geringe aantal aan wezige rechtsche leden wordt de vergadering daarna op voorstel van den heer Duys ver daagd tot Woensdagochtend 101/a uur. „u zegt nooit veel van Madrid gezien te hebben -- du, dat heb jb ook niet, maar ik vermoed, dat bet een interessant plaatsje moet wezen. Waarom zonden wjj niet eens samen een uitstapje daarheen makenniet recht toe, recht aaü, maar met inbegrip van alle belangwekkende plaatsjes, die wjj onderweg voorbijkomen „Mijn waarde beer," zeide de beer Steyne, een geurig wolkje voor zich uitblazende, „u hebt my verkeerd begrepen, vrees ik. Hoewel het sommetje, dat mijn oom my beeft nagelaten voor my een fortuin vertegenwoordigt, laat bet zulke buitensporigheden, als u daar voorstelt; niet toe. Hoeveel genot het uit stapje my ook zou. „Poeh viel de andere hem plotseling in de rede, „geen nonsens, asjeblieft. Myn beste Fred, ik heb meer geld dan ik op kan Laat mij dat zaakje opknappen ge zoudt er my waarlijk een gunst mede bewijzen alleen reizen is vervelend genoeg en ik ver zeker je ik heb nog nooit iemand ontmoet tot wien ik my zoo voelde aangetrokken/ „Maar beste kerel!" antwoordde Steyne aarzelend. „Ik ik zou het waar achtig dol prettig vinden, maar, zie je „Komaan dat is dus afgepraat," zeide do Amerikaan levendig. „Neenneen 1 ik wil van geen weigering weten. Wy zullen vandaag nog vertrekken of morgen liever. We zqllen een kosteljjken tjjd hebben.' Vergadering van Woensdag 25 Oct. 1911. De algemeene beschouwingen over de militiewet worden voortgezet. Bij art. 4 verdedigt de heer Hugenholtz het amendement om het maximum contingent voor de zeemilitie op 600 inplaats van op 1000 te stellen. Hij protesteerde tegen deze ineidenteele beslissing vooruitloopend op het ontwerp kustverdediging. De heer Helsdingen verdedigt het amende ment om de militaire werkers te doen vervallen. Het is onbillijk om voor de corveeën alleen jongens uit de arbeidersklasse aan te wijzen. Door uitbreiding der corveeën zouden de werkers onnoodig worden. Het was onnoodig om bij dit punt de kabinets-kwestie te stellen, gelijk de minister deed. De heer Thomson trok zijn gelijkluidend amendement t. a. der militaire werkers na eenig debat in. Hij bestreed uitvoerig nader het instituut der militaire werkers. De Minister van Marine de heer Wentholt nam namens de regeering ter verkorting der debatten het amendement Ter Laan c. s. be treffende het maximum contingent der zeemilitie over. Bij het verder debat verklaarde de heer Duymaer van Twist bezwaren te hebben tegen het instituut der militaire werkers aangezien het contingent ter zake van mobilisatie ver zwakt zou kunnen worden. De corveeën kunnen worden ingekrompen. De heer Eland heeft geen overwegend be zwaar tegen het instituut der werkers. Hy zal de nadere verklaringen des Ministers afwachten. Hij is vóór vermeerdering van het contingent, dit is een stap in de richting van algemeene dienstplicht. De heer Van Nispen (Rheden) bestreed het denkbeeld van algemeene dienstplicht en de afschaffing der loting. Hij is tegen contingents verhooging. De heer Troelstra protesteerde tegen de pressie door Voorzitter en regeering uitge oefend om dit ontwerp er overhaast door te jakkeren. De Min. verzwakte zijn positie door in plaats van argumenten de kabinetskwestie te stellen. De heer Van Doorn verdedigde het ont werp t. a. van verhooging van het contingent en de heer Tydeman verdedigde de instelling der administratietroepen gëlijk de militaire werkers voortaan zullen heeten. Steyne maakte geen tegenwerpingen meer. Zy vertrokken den volgenden dag en zjj hadden een kosteljjken tjjd. Van Malaga giDgen zjj naar Granada, Cordova, Sevilla, Badajos, Ciudad Real en Toledo en Jdeden en ronte ontelbare andere plaatsjes aan. Zjj bezichtigden het Albambra bjj maanlicht. Zjj bezochten stierengevechten bij dag en ge maskerde bals bjj nacht en zjj verteerden geld als water. Eindelijk arriveerden zjj ia Madrid en namen bun intrek in de Fonda 1 de Paris, in de Pnerta del Sol. Den tweeden dag na hun aankomst in Spanje'8 hoofdstad, trad de heer Kemp, die eenigen tjjd nit was geweest, bet koele met marmer geplaveide vertrek binneD, waar zjjn reisgenoot met een sigaar tusschen de lippen en een glaasje curacao naast zich, behageljjk op twee stoelen lag uitgestrekt en zeide, met vrooljjke verrassing in den toon zjjnerstem: „Zeg treft dat niet Heerlijk Daar heb ik zoo even dit" en hy hield een geopen- den brief omhoog „nit Toledo gekregen hij is van een oud vriend van mij een landsman nog wel die hier in de laatste maanden met zjjo jacht heeft rondgezwalkt en nu in Bayonne denkt binnen te loopen. i Hij wil met alle geweld, dat ik bem daar zal ontmoeten en een klein zeetochtje maken, en ais bjj hoort, dat wjj bij elkaar zjjn, zal het hem evenveel genoegen doen, u ook te Vergadering van Donderdag 26 Oct. 1911. Bij de verdere behandeling van art. 4 wijst Minister Colijn er op dat wat de militaire werkers betreft het hier niet geldt de kwestie van 1500 man maar de kwestie van de groote geoefendheid van 80000 man. Hij protesteerde er tegen dat de naams verandering is genoemd eene misleiding van de miliciens. De militaire werkers staan niet gelijk met bezemsoldatenzij moeten in oorlogstijd het werk verrichten dat ook aan soldaten wordt opgedragen. Op 1 April zullen er 1000 man naar huis gaan en in den winter slechts 500. De domme kracht van het lot kan hier niet beslissen. De minister wil er echter naar streven om te zoeken naar een middel om het bezwaar van den langeren diensttijd der militaire werkers te ondervangen. Meer kan hij op dit oogenbiik niet beloven. Het amendement om het contingent op 17.500 man te brengen verklaart hy onaan nemelijk. Voor het vrijstellen van de jongelieden van den Indischen dienst voelt de minister veel. Na de re- en dupliek werd het amendement Ter Laan c. s. betreffende het contingent ver worpen met 60 tegen 25 stemmen. Het 2e en 3e amendement Ter Laan be treffende de vrijstelling werden verworpen met 79 tegen 6 stemmen. Het amendement betreffende de militaire werkers werd verworpen met 56 tegen 29 stemmen. Art. 4 is aangenomen met 59 tegen 26 stemmen. ITALIË en T U R K IJ E. liet gevecht bij Tripulis. lTit Tripolis wordt aan de Frankfurter Zeitung* geseind »Volgens betrouwbare me- dedeelingen bedroeg het aantal Italianen, op den 23sten October bij Tripolis gedood, drie honderd, onder wie vele officieren. Ook het aantal gewonden is zeer groot. De ergste verliezen leed het 11de Bersaglieri-regiment. Vele gewonden werden verschrikkelijk ver minkt. Door deze gebeurtenissen is de alge meene toestand volkomen veranderd. De oorlog begint nu eerst. Het onmiddellijk zenden van versterking is onvermijdelijk. Alleen de zien. Hjj is een door en door gulle, joviale kerel en oünoemeljjk rjjk. Laat eens zien, ging hjj voort, den brief vluchtig doorloopend, „wjj zonden er juist nog kunnen zjjn, tegen dat bjj aankomt. Wjj breken maar dadelijk op. Hij zegt, dat hjj een paar verduiveld aardige meisjes aan boord beeft ook. Zeg, Fred, dat kan me een pretje geven „Ik hoop dat je veel genot van je zeetochtje zult hebban, Kemp, mjjn beste kerel," zeide de heer Steijne, „maar bet spjjt mjj, dat ik je niet kan vergezellen. Ik moet bepaald nog deze week te Malaga terug zjjn. Ik lag er juist over te denken, toen ge binnenkwaaamt.„ „Poehriep de andere„een paar weken of zoo maakt geen verschil. De zaak van jon beeft zoo'n baast niet, denk ik. Wjj znllen v n avond onze kamers opzeggen en morgen ochtend vertrekken." „Neen, werkelyk," hield Stejjne vol. ,Ik wil mjj niet in je vriends gezolligen kring indringen, 't Is beel aardig van je, Kemp, maar heusch, ik doe bet liever niet." „O 1 onzin ik laat je niet gaan," zeide de AmerikaaD gekscherend, „als je maar eerst daar ben, wed ik, dat je er niet zoo gemak kelijk van daan znlt komen," ging hjj met een guitig knipoogjes voort; „al de dames znllen nederknielen en die Senor loglesmanie- ren van jou aanbidden. Je bent een eerste Don Juan onder do vrouwen, Fred (Slot volgt.) J TER IEIMSCH VOLKSBLAD.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 1