het erfpachtsrecht op tal van perceelen ge
meentegrond vervallen. Zeer vele van die
tjjdelijke erfpachtsrechten zijn met hypotheek
bezwaard en, naar Burgerlijk Recht, zullen
die hypotheken dus op 1 Januari 1915 mèt
het recht, waarop zij drukken, verdwijnen en
van onwaarde worden.
De thans gevestigde hypotheekrechten op
dat tijdelijk erfpacktrecht, gaan niet stil
zwijgend over op het door de erfpachters met
1 Januari 1915 op nieuw te verkrijgen recht,
zoodat vernieuwing dier hypotheken dan zeer
stellig zal noodig zijn.
Voor de vele hypotheekhouders is deze zaak
mitsdien van groot belang. Zij hebben er het
grootste belang bjj dat de nieuwe erfpachts
rechten binnen niet te langen tijd worden
verleend, omdat zij, bij onwil van hun
debiteur om een nieuwe akte van hypotheek
te passeeren, dan nog de gelegenheid hebben
maatregelen te nemen tot behoud hunner
rechten.
Zij zullen dan, evenals ingeval de vernieuwing
niet tijdig geschiedt, hun kapitaal moeten
terugeischen, waardoor zeer vele erfpachters
debiteuren in groote moeilijkheid zouden
komen.
Het komt mij wenschelijk voor dat aan
deze kwestie zoo min mogelijk ruchtbaarheid
wordt gegevenmaar ik ben toch zoo vrij
uwe aandacht daarop te vestigen, hopende
dat li met mij overtuigd zult zijn van het
groote belang verbonden aan een zeer spoedige
vernieuwing der erfpachten, ook omdat dan
bij het verleenen van nieuwe hypotheken
naast het bestaande erfpachtsrecht nu reeds
kan worden verbonden het recht, dat 1 Januari
1915 zal aanvangen.
Ik heb in de twee laatste jaren herhaaldelijk
aan geldschieters moeten adviseeren voorzichtig
te zijn met het verstrekken van kapitaal op
de erfpachtsrechten. Dit is natuurlijk niet
alleen voor mij zeer onaangenaam, maar ook
en nog veel meer voor de erfpachters, die
geld behoeven.
Mocht de zaak U niet volkomen duidelijk
zjjn, dan ben ik natuurlijk gaarne bereid tot
nadere toelichting.
De Voorzitter deelt mede, dat, hoewel de
heer Van der Moer zoo min mogelijk rucht
baarheid van deze kwestie zou willen geven,
B. en W. er juist anders over denken en
daarom geen bezwaar hebben dit schrijven
in openbare zitting te behandelen.
Dhr. Drost wenscht dat de erfpachtszaak
eens ernstig onderzocht wordt en op een ge
zonde basis wordt ingericht Hij stelt daarom voor
een commissie te benoemen, die de zaak zal
onderzoeken, vooral met het oog op de toe
komst, waarbij afkoop enz. geregeld wordt.
Gevraagd wordt of een vroeger besluit
waarbij in beginsel tot afkoop besloten is,
niet ingetrokken moet worden.
Dit wordt niet noodig geacht.
Het voorstel-Drost wordt aangenomen en
benoemd tot leden dezer Commissie dhrn
Lensen, Drost en De Jager.
II. Vaststellen van de begrooting voor het
dienstjaar 1912 en behandeling van de in ver
band daarmede ingekomen adressen.
De Voorz. zal de begrooting artikelsgewijze
en met de daarbij ingekomen opmerkingen
van de Commissie in behandeling stellen.
Algemeene beschouwingen hebben geen
Bij den post jaarwedden stelt de Commissie
voor de toelage van Koene, die als tijdelijk
ambtenaar bij den Gemeente-ontvanger is
werkzaam gesteld, met 50.te verhoogen
en alzoo te brengen op 300.de werk
zaamheden die Koene presteert geven hun
daar aanleiding voor, bovendien kan Koene,
als het noodig is, ook nog andere werkzaam
heden worden opgedragen, waartoe deze in
staat en bereid is.
Over dit punt ontstaat een langdurige
discussie.
Dhr. Lensen zou die zaak nu maar eens
openlijk willen afdoen en herinnert er aan
hoe Koene aan die betrekking bij den Ont
vanger is gekomen. Gaat men nu daarop
door, dan wordt er zoodoende een betrekking
geschapen van klerk bij den Ontvanger. Wan
neer Koene in staat is te dienen als vroeger,
dan hoort hij op de secretarie en wordt op
den ouden voet werkzaam gesteld. Wanneer
dan blijkt dat de Ontvanger hulp noodig heeft,
dan kunnen we daar weer over praten.
Dhr. Moggré zegt, dat het niet de bedoeling
is hem op de secretarie werkzaam te stellen.
Dan zou de commissie niet met j 50,ver
hooging durven aankomen. De bedoeling is
hem werkzaam te houden zoo als nu geschiedt
en hem buiten de uren, als het noodig is,
ook op de Secretarie werkzaam te stellen.
Dhr. Drost merkt op, dat de gemeente
ontvanger zoodoende aan de gemeente 1300
a 1400 gaat kosten, terwijl zijn jaarwedde
1100 bedraagt. Nu is Koene aangesteld
voor de werkzaamheden voor de beerruiming,
maar het mag geen hulp zijn voor den Ont
vanger, omdat deze zooveel bijbaantjes heeft.
Hjj taxeert den ontvanger op een inkomen
van 10.000, die men om de vele bijbaantjes
toch geen steun uit de gemeentekas kan
verleenen. Hij zou Koene willen aanstellen
als tijdelijk ambtenaar ter secretarie.
Dhr. Lensen merkt op dat Koene nog altijd
ambtenaar is gebleven.
De Voorz.: Dus ambtenaar ter secretarie'
en als hulp later bij den ontvanger.
Dhr. Dees vindt het een moeilijke zaak om
in te grijpen. Koene had wachtgeld maar
wilde, nu hij daartoe weer in staat was, het
zelf verdienen. Dat was te prijzen en toen
is hij werkzaamgesteld bij den ontvanger. Nu
is het mogelijk dat die zijn werk best afkan.
Als nu Koene benoemd wordt tot ambtenaar
ter secretarie is het de vraag of hij ook daar
wel noodig is.
Dhr. Drost zegt niet de bedoeliug te hebben
om Koene bij den ontvanger weg te nemeq,
maar hij zou willen bepalen dat Koene is
gemeente-ambtenaar, tijdelijk bij den ontvanger
werkzaam. Men kan dan de zaak laten zooals
hij nu is en brengt dan de toelage op ƒ300
en die positie voor één jaar handhaven, daar
door kunnen we er altijd op terugkomen.
Dhr. Dees merkt op, dat te Middelburg
een klerk bij den ontvanger is, maar te Goes
en Zierikzee niet.
De Voorz. deelt mede, dat Koene voor den
vroegeren secretaris steeds belangloos de
notulen in 't net heeft ingeschreven in het
register, en dit nu ook gaarne wil blijven
doen.
Dhr. Waalkes vindt het ook beter dat Koene
wordt een ambtenaar in algemeene dienst.
Dhr. Drost merkt nog op, dat de werk
zaamheden bij den ontvanger sedert de in
voering der beerruiming toch maar met enkele
kwitantiën schrijven is vermeerderd.
Dhr. Donze zegt, dat Koene toch meer doet
als werkzaamheden voor de beerruimino1.
Dhr. V\ aalkes gelooft dat Koene zoowat
alles doet. De ontvanger zie je nooit. Koene
int en teekent alles.
Dhr. De Bruijne bevestigt dit.
Dhr. Drost stelt voor de toelage van Koene
°P ie bepalen en aan te stellen als
tijdelijk assistent op de secretarie, dan kunnen
B. en W. hem altijd als het noodig is bij
den ontvanger werkzaam stellen.
Na nog eenige discussie wordt het voorstel-
Drost aangenomen met 7 tegen 3 st. Tegen
stemden dhrn Visser, Dees en Moggré.
Dhr. De Jager merkt op, dat besloten is
het archief te assureeren. Door de hooge
premie is daar tot heden niets van gekomen.
Hij zou echter liever een brandvrije kluis
zien te krijgen om het archief op te' bergen.
De Voorz. zegt, dat B. en W. naar dit
denkbeeld te zullen informeeren.
Op voorstel van de Commissie wordt besloten
de onbeschreven zegels in de oude registers
in te wisselen voor nieuwe zegels, wat onge
veer tot een waarde van ƒ525,in 't voord'eel
van de gemeente komt.
Bij den post brandweer wordt behandeld
een schrijven van het Bestuur van de Gemeente
brandweer aan B. en W., waarin wordt voor
gesteld eenige herstellingen aan de spuiten
en slangen, alsmede verandering der fakkels
in petroleum-kaarslantaarns en vermeerdering
met 2 of 4 stuks daarvan. Ook wordt ge
wezen op de kwestie van watervoorziening
te Sluiskil, Driewegen en Kerkhoflaan. Voo'r
de laatstgenoemde buurt zou afdoening ver
kregen kunnen worden indien er steeds water
op de ijsbaan stond. Ten slotte wordt als
een eisch des tijds verklaard de aanschaffing
van een nieuwe brandspuit.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en W.
aan het verzoek der brandweer willen voldoen
en f 200,beschikbaar stellen voor nieuwe
persslangen.
In een tweede schrijven vestigt het Bestuur
der Brandweer de aandacht van B. en W. ex
op, dat vele gemeentezaken die vroeger be
langloos werden behartigd, thans
minder bezoldigd worden.
Zij herinnert er aan dat de Vrijwillige
Brandweer en Militairen eenige belooning
ontvingen. Iri verschillende plaatsen ontvangen
de beambten salaris, hier wordt slechts een
gering bedrag toegekend voor ververschingen.
Zij zou het zeer op prijs stellen indien de
bestuursleden der Brandweer op de een of
andere manier beloond werden voor hun
arbeid in 't belang der gemeente.
De Voorz. stelt voor over dit punt eerst nog
eens met het Bestuur der Brandweer te
spreken.
Nog was ingekomen een adres van de
vereeniging »De Vrijwillige Brandweer* te
Ter Neuzen. Adressanten wijzen er op dat
de finantiën niet toereikend zijn om in de
noodige behoeften te voorzien, dat zij even
wel gaarne aan hare verplichting om bij brand
aanwezig te zijn wil voldoen, dat evenwel
moet overgegaan worden tot aanschaffing van
een nieuw stel slangen, dat overigens de
motorspuit aan alle eischen voldoet, redenen
waarom zij verzoekt de toegestane subsidie
aanmerkelijk te willen verhoogen.
Na eenige discussie over dit punt wordt op
meer of
voorstel van dhr Lensen besloten de subsidie
niet te verhoogen maar voor dit jaar een
extra-gift van 200.— te geven, die gebruikt
moet worden voor het aanschaffen van
nieuwe slangen en verder onder beding dat
zij zich moeten scharen onder het bestuur
van de gemeente-brandweer.
De raming van den post straatverlichting
kon met G00.worden verminderd.
Bij post keuring levensmiddelen vestigt dhr.
W aalkes de aandacht op de levensmiddelen
van mindere kwaliteit, die, door de nauw
gezette keuring in de groote steden naar
kleinere plaatsen worden afgezet. Hij bedoelt
daarmede geen vleesch, maar andere artikelen.
Ee.n ve™rclening daaromtrent bestaat hier niet.
Hij wijst verder op het onvoldoende onder
zoek van de melk en vraagt zich af, of het
publiceeren van het onderzoek wel mag, zoo
als dat hier geschiedt.
Hij weet wel dat een keuringsdienst voor
Ter Neuzen te veel geld kost, maar er is
misschien op andere wijze in te voorzien.
De Voorz houdt zich bij den heer Waalkes
voor nadere inlichtingen daaromtrent aanbe
volen, waartoe de heer Waalkes zich bereid
verklaard.
Bij den post reinigingsdienst worden be
handeld de adressen van A. L. de Bruijne,
belast met de leiding van de reinigingsdienst
en van E. J. Bakker en G. Faas, werklieden
genoemde dienst, verzoekende verhooging
van jaarwedde.
Besloten wordt A. L. de Bruijne zijn jaar
wedde van f 535,— te brengen op 550,—
en na verloop van 3 jaar op 575,—
Voor de overige werklieden wordt een
regeling hunner jaarwedde zoodanig getroffen,
dat die na 2 jaar wordt gebracht van 450,
op 475,— en na nog 3 jaar op 500,—.
Bij den post openbaar onderwijs komen in
behandeling het bekende adres van mej. J.
T. de Kraker en dhr. L. J. de Vries. Adres
santen vragen gelijkstelling van hun jaarwedde
met andere onderwijzers, die telkens maar
korten tijd werkzaam zijn, en wijzen op de
onbillijkheid, dat zij, bij dezelfde diensten die
zij presteeren, achterstaan bij hen die telkens
maar kort hier werkzaam zijn, terwijl zij
hier blijven.
Over dit punt ontspint zich eenige discussie,
waarbij de Voorz. zegt, dat thans voor de
laatst opgeroepen onderwijzer het salaris niet
is verhoogd. Vroeger was dit wel het geval.
De redenen van dit adres zijn dus vervallen.
Dhr. Drost is er in principe voor om onder
wijzers, die dezelfde diensten presteeren gelijk
te beloonen, maar hij heeft wat anders op
gemerkt aan school B. Hij ziet in de memorie
van toelichting, dat er aan die school 6
onderwijzers zijn met acte Fransch en nu
vraagt hij of het dan voldoende is dat er
maar 2 met acte Duitsch, 2 met acte Engelsch
en 1 met acte Wiskunde is. Hij meent dat
die verhouding niets goed is en vindt dit
geen goede huishouding aan die school.
De Voorz. merkt op, dat met Fransch leeren
aan school B eerder begonnen wordt. Met
de overige genoemde vakken wordt pas in de
4e klasse begonnen.
Dhr. Waalkes deelt mede, dat dit punt ook
bij de schoolcommissie aanhangig is, daar
wil men ook verandering en opeenhooping
van krachten voor één vak tesrensraan.
Dhr. Drost zegt, dat alle onderwijzers met
acte Fransch daarvoor vergoeding krijgen, dus
daarin les geven. Of dit noodig is maken
ze onder elkaar maar uit. Dat gaat toch
zoo maar niet, want 't gevolg is dat iedere
onderwijzer met acte Fransch daar nu les ingeeft.
Dhr. Waaltes zou dit punt willen aan
houden tot de schoolcommissie daarover is
gehoord.
Dhr. Drost meent, dat er niets tegen is
om uit te maken, dat de onderwijzers die
blijven niet achter mogen staan in jaarwedden
bij hen die telkens weggaan.
De Voorzitter zegt, dat er thans geen
verschil is en meent als de raad dit aanneemt
de gemeente heel wat betalen moet.
Dhr. Drost merkt op, dat zoo'n besluit
geen terugwerkende kracht behoeft te hebben.
Maar als we oproepen met ƒ75,meer voor
een akte, moeten diegenen die blijven, dit
ook hebben.
Besloten wordt die zaak aan te houden.
Bij post toelage van 50, aan het muziek
gezelschap »De Vereenigde Werkliedenstelt
dhr Donze voor, die toelage te verhoogen
tot f 75, Tot verdediging van het voorstel
voert dhr. Donze aan, dat de leden dezer
vereeniging allen werklieden zijn, die de
vereeniging financieel niet kunnen steunen.
Wij kunnen het muziekgezelschap niet missen
en willen wij het behouden, dan moeten wij
het steunen.
Dhr. Drost is er in principe voor dit ge
zelschap te steunen, maar dan dient er om
verzocht te worden.
Dhr. Moggré voelt er ook veel voor en
brengt er bij ter sprake, het ontbreken van
een muziektent.
Dhr. Drost vraagt of er voorwaarden aaa
die subsidie verbonden zijn.
De Voorzitter antwoordt ontkennend, maar
zegt als er een muziektent was dan zouden
we kunnen bepalen, dat er zoo of zooveel
concerten moeten gegeven worden.
Dhr. Drost zou de post laten zooals hij ia.
Hij vindt de verhooging van 25.— zeer
gering om dit uit ons eigen te doen.
De Voorz. wijst er op, dat het muziek
gezelschap bij feestelijke gelegenheden altijd
op zijn post is en steeds tot opluisteren meewerkt.
Dhr. Drost zou het daarom ook niet bij een
kleine verhooging willen laten. Als we steun
willen geven, moeten we het goed doen. En
als we dan wat geven, m >eten we er ook iets
voor hebben. Laten we nu wachten tot ze
zelf eens voor den dag komen.
Dhr. De Jager is van een ander idée. Stel
dat het muziekgezelschap met 50 meer,
goed in stand kan blijven, dan kunnen
particulieren dat uit hun beurzen makkelijk
geven. Hij vindt dat deze vereeniging door
particulieren moet gesteund worden.
Aangezien het voorstel-Donze niet gesteund
wordt, daar de meeste leden willen dat het
muziekgezelschap er eerst zelf om vraagt, trekt
dhr. Donze zijn voorstel in.
Dhr. Donze doet alsnu het voorstel om een
zeker bedrag op de begrooting te brengen
voor het plaatsen van een muziektent op het
marktplein.
Dhr. Dees zou liever eerst zien wat het
particulier innitiatief zal doen, dan kan de
gemeente zien het ontbrekende bij te passen.
Dhr. Donze kan zich daar niet mede ver
eenigen en vindt dat er op dat gebied te Ter
Neuzen weinig of niets gedaan wordt. In
andere plaatsen in den omtrek als Axel,
Hulst, Zaamslag enz. hebben ze een muziek
tent en worden de muziekgezelschappen ge
subsidieerd. Ter Neuzen heeft niets en er
wordt ook veel te weinig gedaan om het
vreemdelingenverkeer te bevorderen.
Dhr. De Bruijne is het er mede eens, dat
Ier Neuzen op dat punt ongunstig afsteekt
bij andere gemeenten. Hij voor zich wil wel
medewerken aan het verkrijgen van een
muziektent op de markt, maar hij koestert
de vrees, dat door het bevorderen van het
vreemdelingenverkeer Belgische muziekgezel
schappen van de muziektent een plaatsje
zullen maken van Zondagavondfeestjes. En nu
merkt hij op, dat er vele ingezetenen zijn
die den Zondag in stilte willen doorbrengen,
en daarmee moet rekening gehouden worden. I
De oorz. wijst erop, dat de burgemeester
toch geen vergunning geeft.
Dhr. De Bruijne zegt, als de burgemeester
een verklaring geeft dat er 's Zondagsavonds
en onder kerktijd geen muziek gegeven wordt,
hij er wel aan meewerken wil.
Dhr. De Jager heeft ook bezwaar tegen
muziekmaken op Zondag temeer als de Raad
besluit daarvoor gelden, ook van anders
denkenden, toe te staan. Die conditie zou er
wel terdege bij moeten.
De Voorz. merkt op, dat zoo'n verklaring
nooit bindend kan zijn. Een later komend
bestuur kan daar altijd verandering in brengen.
Dhr. De Jager vindt dit daarom ook een
reden te meer om er tegen te zullen stemmen.
Dhr. Dees is van meening, dat we al te
veel vooruit loopen. We kunnen gevoeglijk
wachten tot de burgerij eerst eens pogingen
aanwendt, wat hij de beste manier vindtals
er dan te kort is kan de gemeente misschien
bijpassen.
Dhr. Drost zou dit ook wenschen.
Dhr. Donze handhaaft zijn denkbeeld en
stelt voor het bouwen van een muziektent
een post van 1200 op de begrooting te
brengen.
Dhr. De Feijter vindt 1200.— voor een
muziektent te weinig. Hij herinnert er aan
dat toen onze geëerbiedigde Koningin Ter
Neuzen kwam bezoeken, een dames-comité er
voor zorgde dat het muziekgezelschap een
vaandel kreeg, wellicht is er nu voor het
verkrijgen van een muziektent wel kans, dat
een dames-comité dit ook eens probeert.
Hebben die dan nog te kort, dan kan de ge
meente bijpassen. Als dames rondgaan is er
altijd kans van slagen.
Het voorstel-Donze vindt geen ondersteuning,
daar de overige leden eerst het particulier
initiatief willen afwachten.
Bij post jaarwedde-vroedvrouwen, komen
de adressen van mej. De Deckere-Hufkens,
die op grond van vele dienstjaren verhooging
vraagt en van mej. Van Dijk die eveneens
om veihoobin0 vraagt op grond dat haar
voorgangster ook meer had.
B. en W. stellen voor de jaarwedde van
mej. De Deckere-Hufkens niet te verhoogen
zijnde die nog maar pas geleden verhoogd,
waartoe met alg. st. wordt besloten.
Dhr. Waalkes zegt, dat mej. Van Dijk is
aangesteld op een jaarwedde van 225,
zooals de oproeping is gedaan en vindt dat
het niet opgaat als men daarop pas is aan
gesteld maar dadelijk om verhooging te vragen.
Hij stelt de volgende regeling voorna
O O