UIT 02TZE_0MGEVpTCK
DE STORM.
hem uit. Ja, men dreigde de Christen-Demo-
kraten met do kerkelijke straffen. Men wou ze
uit de kerk bannen zelfs.
En komt ereisDe Christen-Demokraten
worden door de anti's gevleid candidaat
gesteld zelfs.
Zoo zal het ook gaan met de Christen-
Socialisten. Op 't oogenblik willen de anti's
niet van hen weten maar als straks de nood
aan den man komt, zullen ook de Christen-
Socialisten als helpers welkom zjjn. Dan zal
het heeten, dat het ware geloof niet onver-
eenigbaar is met Christen-Demokratische en
Christen-Socialistische wetenschap.
Bij Kon. besluit van 27 Sept. is, met
ingang van 1 October 1911, benoemd to:
opziener 3de klasse der vis-cberijen op de
Schelde en Zeenwsche Strojmen, D. Bal,
thans schipper 1ste klasse bij de visscherjj-
politie.
Met ingang van 1 November is by de
belastingen verplaatst de kommies 2e kl.
C. de Witt van Ter Neuzen naar Schiedam.
Met ingang van 1 November a. s.
wordt de heer P. A. van Buuren opzichter
van fortificatiën alhier, verplaatst naar Zutphen.
In Zeeland zjjn benoemd tot lid van
het bastuur der waterkeering van den calami-
teuzen Nieuw-Neuzenpolder de heer C. Wolfert
Hz. te Ter Neuzen en van het waterschap
der »Sluis aan de Wielingeu> de heer A. E.
V. M. Bosche te Sint Kruis.
Met ingang van 4 October heeft de
B-lgiscbminister van landbouw het grens-
kantoor Koewacht opengesteld voor den invoer
uit Nederland van eenhoevige dieren en slacht-
vleesch en wel ivderen Woensdagnamiddag van
3 tot 4 uur.
In de Zatardagavond te Aardenburg
gehouden raadszitting werd medegedeeld dat
de straatverlichting aan de draaibrug is gegund
aan J. Platscbeart voor f 15, en die langs de
Bogaardstraat en den Eedeweg aan J. M irs
voor f 89.75 verder dat aan loou voor delfwerk
aan de brandputten enz. is uitb taald f 122.
Aangewezen werd nog voor het herhalings-
onderwys de heer V. d. Geer.
By de rondvraag vestigde de heer Doyer
de aandacht van Burg. en Weth. op het ge
bouwtje, dat ingericht is ah barak voor besmet
telijke ziekten. Hy vindt dat het meer iets
heeft van een koetshuis, dat het zich in treu
rige toestand bevindt en eigenlijk geen mensch-
waardig verblijf kan genoemd worden.
Weliswaar wordt het gebouw weinig gebruikt,
een enkele maal by diphtheritis of kroep-
operatie, maar verbetering is hard noodig,
wat niet veel kosten zal.
De burgemeester zeide een onderzoek toe.
Daarna ging men over in geheime zitting
ter bespreking van het adies van den kerkeraad
der Duopsgezinde gemeente, tot wijziging van
het reglement van het Burgerweeshuis.
De heer A. M. Temmerman, arts te
IJzendijke, verlaat deze gemeente, om zich te
gaan vestigen in Sluis.
Zaterdagmiddag is over onze streek een
storm losgebarsten, zooals zelfs ouden van
dagen zich er geen kunnen herinneren. Deze
nam met den avond in hevigheid toe en
woedde den ganschen nacht door.
Reeds in den namiddag sloeg de hoogaars
van J. Doppegieter, die op de slikken in de
voorhaven lag, vol water; terwijl twee ijzeren
tjalkschepen van de schippers J. Kauters en
J. Wieland het reeds hard te verantwoorden
kregen. De tjalk van Kauters bleef gedurende
den storm tegen den dijk achter bastion II
stooten waardoor aan den dijk veel schade
werd toegebracht, maar na den storm op de
slikken voor anker kon komen de tjalk van
schipper Wieland, die aanvankelijk het beste
lag, geraakte met den achtersteven op de
steenglooiïng en zit daar nog.
De in hevigheid steeds toenemende storm
veroorzaakte aan vele gebouwen groote schade.
Dakpannen, schoorsteenen, dakgooten, enz.
moesten het al spoedig ontgelden. Ook werden
in de Grenulaan ongeveer 9 uur een paar
boomen omgeslagen. Deze kwamen onge
lukkiger wijze op de draden van de electrische
geleiding terecht, waardoor het met de straat-
en huisverlichting gedaan was.
Ook waren aan de buurt Java eenige zware
olmenboomen omgewaaid, zoodat ook in die
omgeving de electrische verlichting gestoord
werd.
Het personeel van de electrische centrale,
dat in 't begin toen er hier en daar kort
sluiting in het net ontstond trachtte dit te
herstellen, moest het toen opgeven. Vooral
toen een groot gedeelte van het zinken dak
van het Hotel des Pays-Bas, er afwoei.
Die groote platen zink, tot een gewicht
van bij de 1000 Kilogrammen, kwamen in
groote stukken over het dak van het buis
van den heer Grootte, op de electrische
draden in de Nieuwstraat terecht. Daardoor
ontstond ook in die omgeving kortsluiting.
Het was in die buurt een geweldig leven en
doordien het zink tusschen de electrische
draden viel ontstonden groote vlammen, die
velen de angst om het hart sloeg. Onze stad
lag toen in diepe duisternis. De straatver*
lichting en de electrische verlichting in
particuliere huizen, postkantoor enz. was uit.
Nog steeds loeide de storm en het geleek
wel of hij nog maar steeds toenam. De
huizen kraakten en overal hoorde men steenen
en pannen vliegen. Dat er gelukkig geeh
persoonlijke ongelukken gebeurden, kwam wel
doordat bijna niemand zich op straat durfde
begeven.
De provinciale booten hebben het er gd-
lukkig goed afgebracht Alleen de boot die
te 5 uur van hier was vertrokken had hevig
met den storm te kampen en arriveerde pas
te 7.45 te Vlissingen.
Ook de treinen hadden veel vertraging. De
trein uit Mechelen kwam 's avonds vijf kwartier
te laat aan en die uit Gent twee uur.
Ondertusschen waren vele inwoners, die nu
't donker zaten, gaan zoeken naar verlichting.
Er werden petroleumlampen en kaarsen ont
stoken, die voor sommigen nog zoo gemakke
lijk niet te krijgen waren, omdat vele winkeliers
ook in 't donker zaten.
Den ganschen nacht bleef de storm woedden
en braehten velen den nacht slapeloos door.
Toen de dag was aangebroken, kon men
de schade, die in onze stad was aangericht,
overzien.
Behalve een ontelbare massa pannen, schoor
steenen enz., bleek het dat vooral schade was
toegebracht aan de zinken dakbedekking vg!n
het Hotel des Pays-Bas* en aan het huis
van notaris Le Nobel. Vele ruiten waren
gebroken. In de schoenmakerswinkel van den
heer Van Nuenen was een spiegelruit gebroken
tengevolge van een stuk zink dat er tegen
vloog.
Bij deD heer A. H. Donze in de Nieuwstraat
vlogeu de pannen en steenen door al de
ruiten van de waranda. Ook de glazen dak
bedekking van het café van mejuff. A. van
der Straate werd geheel vernield.
In de Grenulaan, het Schoolpad en aan de
buurt Java lagen te samen een twintigtal
boomen ontworteld. Door het omvallen van
deze boomen lag het geheele net der electrische
verlichting tegen den grond. Men moest
daarbij nog eeuige boomen, die dreigden .fe
vallen, ter voorkoming van ongelukken vellen.
In de nieuwe haven was het eveneens naar
gesteld. Een ijzer scheepje van schipper J.
Koster van Breskens, geladen met salpeter,
was daar 's middags binnengekomen van
Vlissingen. Het schip was vol water geslagen
terwijl al wat los of vast op het dek stond
was losgeslagen en in het water ronddreef
of tegen den dijk lag.
Eenzelfde lot had 's rijks botter »De Hond*
ondergaan.
De Vlissingsche reddingsboot geheel be
mand, had men den vorigen middag te Vlis
singen van de Nieuwe haven naar de Wester
haven willen brengen. Maar buiten gekomen
werkte de motor niet. Men was toen ver
plicht het zeil te gebruiken, maar tegen wind
kon men Vlissingen niet bereiken, zoodat dit
vaartuig hier binnenliep. Ook van dit vaar
tuig braken de meertouwen en sloeg het tegfen
den steenen muur van de nieuwe sluis, waar
door de achtersteven scheurde.
Door het personeel van de Electrische
Centrale werd den geheelen Zondag gewerkt
om zooveel doenlijk het net in orde te krijgen
Het lukte baar werkelijk na veel inspanning
het zoover te krijgen, dat reeds Zondagavond
te 8 uur de straatverlichting en de verlichting
bij particulieren te doen branden. Alleen de
leiding in de buurt Java, waar vier of vijf
palen tegen den grond lagen, kon niet meer
hersteld worden. Het is een kranig stukje
werk, waarvoor velen dankbaar zullen zijn
geweest, niet het minst zij die Maandagmorgen
stroom moesten gebruiken voor hun bedrijf.
Dat aan de verschillende dijken van de
polders veel schade is aangericht laat zich
begrijpen. i
Te Hoek zijn ook tal van boomen ontwor
teld en vreesde men zeer voor de pas inge-
dijkten nieuwen polder, Deze heeft het even
wel gelukkig gehouden, alleen werd de haven-
dam en de verschkade weggeslagen tot groote
schade van den aannemer.
De telegraaf en telefoon was spoedig ge
stoord, zoodat telegrafeeren en telefoneefen
op vele lijnen niet mogelijk was.
Uit Westkapelle schrijft men
Hevig woedde de storm Zaterdagavond- en
nacht op Walcherens kust. Zoo effen en kalm
de zee was in het afgeloopen seiz en, zoo
woest klotsten de baren thans tegen de kust
de zee schuimde van woede.
Velen, zoo niet allen, waren beangst, vooral,
wanneer zij hun blikken richtten naar die
hooge, opgaande baren. Bang ging men den
nacht in, met groote vreeze vervuld, wat de
dag van morgen aan ellende en rampen zou
bezorgen.
't Was nog vroeg in den morgen, een tijd,
waarop anders, en vooral op een Zondagmorgen
een ieder nog heerlijk geniet van de zoete
rust in Morphëus armen, dat vele Westkappe-
laars z;ch spoedden naar den dijk, om daar
een vreeselijk schouwspel te aanschouwen.
De Finsche bark »0ity of Benares* van
Queenstown (Zuid Ierland), varende door het
Engelsch kanaal, langs Engelands kust met
bestemming naar Sundsvall (Zweden) werd door
den Noordwester gedreven naar Walchersch
kust, om vlak voor Westkapelle, geheel ont
redderd, gesmeten te worden aan den voet van
den dijk verder overgegeven aan de machten
en woede der booze zee.
Hooge, woeste golven, naderden het telkens,
om het zoo langzamerhand geheel te onttakelen
en te vermorselen tot splinters.
En op dat wrak, op slechts een paar meters
van de wal, zaten een twintig manschappen,
angstig uitziende en roepende om hulp. Wat
een vreeselijke toestand voor hen maar ook
\Vat een pijnlijken toestand voor de zoo velen,
die aan de wal stonden en die niets konden
uitrichten, om die arme schipbreukelingen
van een zoo goed als wissen dood te redden.
Telkens wanneer weer zulk een nijdige golf
tegen het wrak aanbeukte, ,hield men de hand
op het hart en hoorde men uit veler mond
o, God, daar gaan ze
Daar zaten ze, roepende om hulp aan hen,
die niet konden helpen, van ongeveer 2 uur
's nachts tot zeven uur in den morgen tot
opeens een golf dertien hunner van het wrak
sloeg.
Gewapend met zwemgordels kampten zij met
de woeste golven, pogende om de kust te
bereiken. Helaas aan vier hunner mocht het
gelukken, de kust te bereiken waar reeds vele
Westkappelaars, zelfs tot hun middel en ver
der in het water staande, niet lettende op het
gevaar, waaraan zij zich blootstelden, gereed
stonden, om die gelukkigen te grijpen en
verder op het droge te brengen.
De andere dreven langs de kust, doch
konden den wal niet naderen, en de een na
den ander dook, om niet meer te verschijnen.
Dat te aanschouwen was verschrikkelijk.
Nog vijf anderen wisten den wal te bereiken
om met hulpvaardige handen verder op het
droge gebracht te worden. Zoo gauw mogelijk
werden de geredden gebracht bij »moeder
Koo* in het j>Kasteel van Batavia», die hen
Verder van het noodige voorzag.
Stootende tegen het vele drijvende wrak
hout, en gesmeten tegen het paalwerk, hadden
zij vele kwetsuren aan het hoofd opgeloopen,
doch de gemeente-geneesheer, dhr. Cam pert,
was reeds aanwezig, om hen verder te
behandelen.
Maarnog zaten er twee op het
wrak, de handen telkens uitstekende naar
den walblijkbaar zagen zij geen kans den
wal levend te naderen. Telkens en telkens
werden zij bewerkt,* door de golven. In
dien hachelijken toestand brachten zij nog
3 bange uren door.
Doch het water begon te vallen een paar
kranige Westkappelaars waagden zich in het
water. Zij beduiden hun, zich van het wrak
te laten glijden, en daar gleden zij,
om door hulpvaardige handen opgenomen
en verder op den wal gebracht te worden,
waarna ook zij weder getransporteerd werden
naar moeder Koo* in het Kasteel.
Alzoo van de 20 manschappen waren er
11 gered en 9 verdronken. Twee lijken zijn
reeds aangespoeld.
Een woord van lof aan de kranige West
kappelaars, die gedaan hadden, wat zij konden
doen, om te redden.
De toestand der geredden is op het oogen
blik alleszins bevredigend.
Tusschen Oostkapcllc en Domburg is
Zondagochtend te vier a vijf uur de logger
»Ostende 200* gestrand.
De gezagvoerder en de derde matroos zijn
over boord geslagen en verdronken.
De drie overige opvarenden werden te
ongeveer negen uur met groote moeite
gered.
Door het stampen van een stoomboot, die
te Ierseke tegen den dijk, welke het dorp
beschermt, gedreven was, kwam er een gat
in de betonplaat, juist op het gevaarlijkste
punt, en dit veroorzaakte zeer nabij een
doorbraak. Zondag was men hard aan het
werk om verder gevaar te voorkomen. Van
den Noordoostelijken havendam is de kruin
tot ruim een meter dikte weggespoeld, de
gasbuizen liggen bloot. Een groote scheeps-
timmerloods is geheel vernield. Van een
oesterfirma gingen 1800 HL. steenkolen
verloren. Verscheidene regenbakken werden
door het zeewater bedorven. Een oester-
kweeker weet nu al een f 4000 schade te
lijden. De visschersvloot is door een ramp
getroffen. Twee vissehersvaartuigen zijn ver
splinterd, twee andere zjjn in de haven ge
zonken, op een andere plaats zitten er twee
boven elkaar en niet minder dan 38, waarbij
een stoomboot, zijn door het losrukken der
meerpalen weggedreven. De meeste van die
vaartuigen zullen wel teruggevonden worden,
maar al de eigenaars, in zoover zij geen
werkgevers zijn, geraken een geruimen tijd
buiten werk. Die van de verloren gegane
zijn er natuurlijk nog erger aan toe, de
middelen voor reparatie of vernieuwing ont
breken. Hulp van de nog bestaande waters
noodcommissies is hier noodzakelijk.
De havendam te Itruinisse die bij gewoon
stormweer de booten in de haven voldoende
beveiligt, bleek al spoedig tegen een buiten
gewoon hevigeu golfslag niet bestand en sloeg
totaal weg. Alle booten in de haven geraakten
spoedig op drift en werden de een tegen de
ander tot wrakhout geslagen. Ruim een
honderdtal hoogaarzen zijn weggedreven en op
de schorren tegen den Anna Jacobapolder
terecht gekomeneen veertigtal dreven hier
tegen den dijk en verscheidene werden totaal
wrak. Hierdoor is aan de Bruinisser visschers
voor meer dan honderd duizend gulden schade
berokkend.
Het Engelsche stoomschip »Edward Dawson*
van Novorossisk naar Rotterdam bestemd met
eene lading benzine is Zondag gestrand op het
bankje van Zoutelande.
Zondagnamiddag is na eene ontploffing het
schip in brand gevlogen.
De brand ontstond vermoedelijk, doordat
de tanks door het voortdurend stampen van
het schip lek zijn geworden en de benzine
daardoor in het stookruim is gevloeid.
De sleepboot »Jokn Bull« vertrok van
Vlissingen om assistentie te verleenen en
slaagde er in 15 van de opvarenden te redden.
Verder werden 6 man van de equipage opge
pikt door het Engelsche stoomschip Wrexham*
die te Antwerpen zijn geland. Door een sloep
van het Noorsche stoomschip »Vidar« werden
nog 2 opvarenden gered, die 2 uur hadden
gezwommen en die dan ook geheel uitgeput
waren. Een der drenkelingen overleed dan
ook enkele minuten later.
Verder worden nog 2 man vermist, die
vermoedelijk zijn verdronken.
Het schip brand geheel uit en is totaal
verloren.
Het Noorsche stoomschip »Vidar*, van Gent
naar Newcastle bestemd, is Zondagnamiddag
uit zee teruggekeerd en te Vlissingen binnen
gekomen met verlies van beide ankers en ge-
brek aan bunkerkolen.
De Nederlandsche loodsschoeners No. 3 en f
No. 14, alsmede de Belgische loodsschoeners
no. 4, no. 18 en no. 20 zijn allen uit zee
te Vlissingen binnengekomen met storm
schade.
De Russische driemastschoener »Laura«, van
Antwerpen naar Kotka bestemd, is jl. Zaterdag
tijdens den storm op de reede te Vlissingen
van zijn ankers geslagen en met averjj naar
Antwerpen teruggesleept.
Het Deensche stoomschip »Bryssel«, van
Hungersborg naar Gent, is Maandagmorgen
Vlissingen voorbijgevaren met verlies van een
deel deklading en averij aan het schip.
Het Duitsche stoomschip »Rhakotis« van
Antwerpen naar Valparaiso, is tijdens den
storm Zaterdagnacht bij Vinkenisse aan den
grond gevaren.
Het Duitsche stoomschip »Petropolis< voer
bij Antwerpen aan den grondterwijl een
stoomschip van den Neptun-lijn te Bremen
bij Liefkenshoek gestrand is.
Deze drie booten zijn met zeer hoogtij aan
den grond gekomen en kunnen wegens de
lage tijen moeilijk vlot gebracht worden.
Verder zitten op verschillende plaatsen op
de Schelde nog een aantal kleinere vaartuigen
aan den grond.
De beide booten der Zeeuwsche Spoorboot
maatschappij, welke tot de opening van den
provincialen dienst tusschen Middelburg en
Zierikzee op 1 Januari 1912, nog voorzien
in de communicatie tusschen genoemde plaatsen
zijn Zaterdag in de Zandkreek omhoog ge
varen.
Een passagier van de boot die de reis van
Zierikzee naar Middelburg meemaakte deelde
mede, dat bij het oversteken van de kust van
Noord-Beveland naar Veere de aan het stuur
staande mannen de macht over het schip
kwijt raakten en dit terug gedreven werd de
Zandkreek in. Eerst trachtte men te ankeren,
maar dit lukte niet en te ongeveer 8 uur
liep de boot op de schorren ongeveer drie
kwartier van Wolphaartsdijk aan de Zuid-
Bevelandsche kust.
Onze zegsman verliet de boot te ongeveer
5 uur Zondagmorgen en wandelde naar
Wolphaartsdijk. Bij het veer aldaar zit de
van Middelburg komende boot op de steenen
glooiing. Vooral deze laatste zal moeilijk I
vlot te brengen zijn.
De havendijk te Bergen op Zoom is door I
de kracht van bet water op drie plaatsen I
doorgebroken, zoodat de Stadspolder geheel is I
overstroomd. Evenzoo is de polder der familie I