Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
VACCINATIE.
flVwMchc belastingplannen.
DE VUURTOREN.
BedenHetijH-
De duurte der letosmiddelen.
öoH een waarschuwing.
£eer tn EeVen.
Geduld maar.
Woensdag 4 October 1911.
22e jaargang
aankondigingen van den
Provincialen Stoombootdienst op de
Wester-Schelde,
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
Por 3 maanden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 96 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters n&;.r plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
agsBSjg'*" De Burgemeester van TER NEUZEN
brengt ter kennis van logementkoffie-
en bierhuishouders en verdere ondernemers van
voor het publiek toegankelijke bedrijven, dat van
af heden ter secretarie der gemeente op de gewone
kantooruren GRATIS verkrijgbaar zijn;
van 1 November 1011 tot en met 29
Februari 1912.
Ter Neuzen, 3 October 1911.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
A. VISSER, Lo. Burgemeester
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend, dat gelegenheid tot gratis vaccinatie
en revaccinatie door D. BUIJZE, gemeente genees
heer aldaar, zal bestaan in de kom der gemeente
op Donderdag 12 October 1911, in het ziekenhuis
Smidswal 's namiddags half twee ure, en te
Sluiskil op Zaterdag 14 October 1911, in een der
lokalen van de openbare school's namiddags 3 ure.
Tor Neuzen, den 3 October 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. VISSER, Lo. Burgemeestor.
L. WABEKE, Secretaris.
Het merkwaardigste van de millioenennota
(vroeger was het eene millioenenrede) is wel,
dat de toon van minister Kolkman iets minder
pessimistisch gaat klinken dan vorige jaren.
Is het misschien, omdat het zoo zachtjes
naar het einde van dit tijdperk gaat, omdat
1913 in het gezicht begint te komen Voelt
hij den opposant in zich ontwaken Hij was
tenminste de krachtigste tegenstander van de
linantieele plannen van minister de Meester.
Toch vraagt hij ook thans weder verlenging
van den tijdelijken maatregel, door minister
de Meester vroeger toegepast, de verhooging
met 10°/o der bedrijfs- en vermogensbelasting.
Als wij ons niet vergissen, dan is dit bij dit
ministerie reeds de derde maal.
Een grief tegen dezen minister is ook, dat
na verhooging van de drankbelasting verlaging
van den suikeraccijns, die toch in uitzicht was
gesteld, achterwege bleef'.
Naar het Engekch.
11)
Twee weken daarna lag de „KoniDgin van
het Westen" wed°r op hare oude ankerplaats
Zij had op de laatste reis zoodanig geleder,
dat zij voor afbraak verkocht zon worden.
Uit het ingestelde onderzoek was Frank's
onschuld volkomen gebleken, en van de
verzekeringmaatschappij ontving hij zelfs een
flinke premie voor zyn kloek gedrag. Da dood
van den kapitein verhinderde verdere
navorsehingen. Men was tevreden hem van
alles de schuld te kunnen geven, maar tevens
menschelijk genoeg, als oorzaak voor zijn
vreemd gedrag, dronkenschap aan te geven.
Frank, die wel opheldering had kunnen
geven, zweeg uit deelneming voor den oud.n
Carbridge, die buiten twijfel zijn betrekking
zou bebbeu verloren. Ook Scare behandelde
bij beter dan deze verdiende, daar hy hem
de overgebleven vaten ter hand stelde.
Carbridge, hoewel woedend op den kramer,
vond het toch maar geraden, om eveneens
over de zaak te zwijgen. Nadat hij zulke
treurige gevolgen van zyn dronkenschap
Evenmin gelukkig is de ingediende inkom
stenbelasting (vereeuiging van vermogens- en
bedrijfsbelasting).
De vermogensbelasting zou volgens de nieu
we raming maar even 3 millioen opbrengen,
terwijl ze nu 8,4 millioen opbrengt.
Daarentegen zou de bedrijfsbelasting van
9,8 millioen, volgens het ingediende voorstel
moeten stijgen tot 18,2 millioen.
Die belasting van het bedrijf tegenover de
ontlasting van het vermogen moet een on-
aangenamen indruk maken in onzen
democratischen tijd.
Reactionair en conservatief blijkt deze
regeering. Ze schijnt zich hieraan niet te
kunnen ontworstelen.
In een paar kerkelijke bladen wordt ge
klaagd, dat de bijzondere onderwijzers zich
niet genoeg inspannen bij de verkiezingen.
Als ze dat wat meer deden, zou men in
sommige plaatsen heel andere stembuserjfers
zien.
't Komt ons voor, dat de kerkelijke leiders
over 't geheel niet over hun onderwijzers te
klagen hebben. Maar toch, nu de bijzondere
onderwijzers hun salaris niet langer van het
schoolbestuur, maar van den Staat ontvangen,
-- nu zijn ze financieel onafhankelijk en
vinden ze heelemaal geen bekoring meer in
het baantje van verkiezingsagent. Ja, er zijn
er onder, die vrij wat sterke sociale «neigingen*
vertoonen. En dat is voor de «Christenen*
een zeer bedenkelijk verschijnsel.
In Frankrijk en België komen hier en daar
opstootjes voor, vooral van vrouwen, die
weigeren de hoog opgevoerde prijzen voor
een stukje vleesch of een pond boter te
betalen.
Natuurlijk is dat optreden, gepaard met
geweldpleging, af te keuren. Men diende
slechts zich flink te organiseeren en eene
verstandige propaganda te voeren tegen den
verkoop van noodzakelijke levensbehoeften
tegen te hooge prijzen.
De Fransche pers heeft natuurlijk aan die
gebeurtenissen menig artikel gewijd. «Eu nu
ondervonden had, maakte hy er zich nooit
meer aan schuldig; hij ging in de beneden
verdieping van den toren wonen. Stil en in
zichzelf gekeerd zat Frank in het kamertje
van zyn kosthuis, dat hy sedert jareu als
zjjn tehuis beschouwde. Naast hem op de
tafel lag een gevulde reistaseh, die alles
bevatte, wat hy zyn eigendom noemde, behalve
een fliDke som geld, die hy op zijn borst droeg.
Hy wilde nog dienzelfden avond weg. waarheen
wist hij zelf nietals het maar ver, ver weg
was van de plaats, waar zyn hoop vernietigd
werd.
In zyn eenzame gelachten werd hy gestoord
door een licht kloppen. Na zyn „binnen"
ging de deur open en vóór hem stond Mary.
Hij had haar niet meer gezien sedert zjju
bezoek bij den vuurtoren en dus waren zjjn
gevoelens dezelfde gebleven. Wel keek hy
verbaasd op, toen het bevallige, schoone meisje
binnenkwam, maar de bittere uitdrukking op
zijn gelaat verdween niet. Misschien had
Mary een vriendelijken blik oit zjjn oogen
met vreugde begroet, maar toen hy haar zoo
onverschillig aanzag, keerde ook haar ouden
trots terug.
Niet eens gaven die twee elkander, zooals
vroeger, de hand.
„Wilt gij niet plaats nemen, Mary?" zoo
verbrak Frank het pijnlijk stilzwijgen. „Uw
kleederen zyn bestoven, gij hebt een verren
weg gehad en raoet vermoeid zijn."
is zoo schrijft de correspondeut van de
»N. R. Ct den len September j. 1.
»En nu is het zeer merkwaardig eu
treffend, dat bij dat onderzoek naar de
diepere redenen van deze voor de volks
klasse ondragelijk wordende levensduurte
alle beschouwers reeds dadelijk en huns
ondanks tot de bekentenis gebracht wor
den, dat het protectionisme hier voor
een goed deel schuld heeft.
»De Liberté« een streng protectionistisch
blad schrijft aan het eind van haar opsom
ming van redenen der abnormale duurte der
levensmiddelen
«en ten slotte deze reden het handha
ven van een streng protectionisme, dat op
zijn tijd noodig was voor onzen landbouw,
maar dat men misschien goed zou doen
thans wat minder onverzoenlijk te maken.
De correspondent eindigt zijne beschouwing
aldus
»Wie zich aan een ander spiegelt, spie
gelt zich zacht zegt een spreekwoord.
Zou men in Nederland protectionistische
maatregelen gaan nemen op het oogenblik,
dat zelfs verwoede Fransche protectionis-
ten gedwongen zyn te erkennen, dat het
protectionisme voor een groot deel mede
schuld is aan de nijpende, kwellende, voor
de volksklassen niet te dragen duurte
der levensmiddelen
Komt, heeren van de Rechterzijde, die by
de onheilen van 1906 hebt beweerd te geloo-
ven in althans iets te vermoeden van
een «wrekende hand Gods*, is er voor u geen
reden om nu te gelooven in een «waarschu
wende vinger Gods*.
De oude heer Lohman, de leider der Chris-
telijk-Historischen, heeft zich vreeselijk slecht
gedragen. Begrijp eensmen heeft hem te
Scheveningen gezien in een paardenspel.
I» 't niet aller-aller ijselijkst Geen wonder,
dat eeD christelijk blad hem eens onder handen
neemt. Foei, foei: naarzoo'n kunstenmakerij
„Ik kom van den vuurtoren," heruam zy
bedaard, „den geheelen weg maakte ik te
voet, maar toch ben ik niet vermoeid, neeD,
ueeo, laat dien stoelwat wij met elkander
te bespreken hebben is snel genoeg geschied
„Zooals gij wilt" zeide Frank, niet minder
bedaard, „een half uur later en gy hadt my
niet meer getroffen."
„Eo waarheeü wilt gij gaan" vroeg Mary
onverschillig.
„Naar New Orleans, of Califoroië, of waar
ook, dat is mij onverschillig."
Mary beet zich even met de sneeuwwitte
tanden op de onderlip eu toen vroeg zy streDg
„Hoe groot was de premie, die de maatschappij
u gaf?"
„Een kleinigheid achthonderd dollar," zeide
Frank.
„Ea daarvan hebt gy er zevenhonderd aan
mijn oom gezonden, waarom, als ik mag
vragen
„Omdat het hem toekwam. Indien g'j zyn
huis niet in brand gestoken hadt, ware de
stoomboot te gronde gegaan eu hem komt dus
de schadeloosstelling toe. Gy ziet dus, dat
ik slechts mijn plicht deed, want wie zal
hem in staat stellen, oen nieuw huisje te
bouwen
„Ejn nieuw huisje kost nauwelijks de
helft," zeide Mary.
„Den is de rest voor ni uwe meubelen,"
te gaan dat raakt kant noch wal. «Maar
och,* zegt het blad, «er gebeuren in de
christelijke wereld zulke rare dingen. Wat
wordt er niet gezwendeld en gescharreld
wat wordt er niet gedaan om maar tot eer en
aanzien en macht te komen. En wat doet dat
alles een schade aan de christelijke politiek
Wij voor ons zijn niet vast genoeg in de
leer om uit te maken, of het bezoeken van
een paardenspel in strijd is met het ware
geloof. Met onze opvatting van het christen
dom strijdt het zeer zeker niet. Maar dit
daargelaten, is het geval weer een nieuw
bewijs, dat de strengste geloovigen toch altijd
menschen blijven. Christelijke ministers be
zoeken het bal ten hove zij gaan op Zondag
belangstellend kijken naar vlieg vertooningen
en dr. Kuyper werd op een Zondagavond
gezien in een café te Brussel, waar hij een
glaasje bier verschalkte.
En dan durft men nog aandringen op
Zondags-heiliging en op het volgen van Gods
ordinantiën
Als Vondel nog leefde zou hij spreken van
«een Farizeeuwsch masker, met schyngeloof
vernist.*
De gereformeerde classis te Leiden heeft
onlangs uitgemaakt, dat een Christen-Socialist
geen lid der Gereformeerde kerk kan zijn.
Dat verbiedt de bijbel en dat verbiedt ook
art. 3 b der Gereformeerde Belijdenis.
Wij hebben er vrede mee: als de Christen-
Socialisten buiten de kerk der Afgescheidenen
gestooten worden, dan moeten ze maar ergens
anders onder dak zien te komen.
Doch geduld maar er zal wel eerstdaags
een tekst of een artikel gevonden worden, op
grond waarvan het vonnis der classis te niet
gedaan kan worden. Want de Christen-
Socialisten beginnen van zich af te spreken.
Zij vormen een partij. Zij kunnen ook een
zeker aantal stemmen uitbrengen. En die zyn
in dagen van spanning heel wat waard.
Denk maar eens aan 1904.
Staalman had een Christen-Demokratische
partij gevormd. Dapper trok hij ten strijde,
zelfs tegen minister Kuyper. Het kwam nu
en dan tot hooge woorden. Er werd geseholden
zelfs. Staalman wilde zich verantwoorden op
de Deputaten-vergaderingmen jouwde
antwoordde Frank en op zyo horloge kykeod
overtuigde hij zich bijzonder nauwkeurig hoe
laat het was.
Mary's lippen beefden, hy dit bewys van
onverschilligheid, van woede. Een gloeiend
rood overdekte haar aangezicht, en Frank
strak aankijkende, zeide zy spottend
„Indien mya oom have en goed door zyn
eigen schuld verloor, dan hebt gij niet de
verplichting hem daarvoor schadeloos te
stelleo. Ik zelf stak het huis iu brand, om
een in gevaar verkeerend schip te waarschuwen
en daarvoor zouden wy ons laten beloonen
Frank," sprak zy, bitter lachend, „gy hebt
ons verkeerd beoordeeld en door uw aanbod
zelfs beleedigd."
„Gü verkeert in nood," sprak Frank
terughoudend, „de herfst staat voor de deur
en de winter met zyn sneeuwstormen."
„En dan wilt gy ons een aalmoes geven,"
ging Mary woedend voort, „hartelijk dank
voor nw grootmoedigheid, maar wy hebben
die niet noodig; ik kan Godd<nk werken;
sedert de oude man zyn slechte gew mnte
liet varen, verhindert niets my meer he n te
verlaten. Hier is aw geld," en zy nam nit
haar tasch een lederen geldzak, en gaf hem
met een minachtend gebaar aan Frank, „niet
een cent ontbreekt aan de zevenhonderd
dollars ik weet, dat gjj mjj gelooft, d.»t spaart
my het voortellen."
(Slot volgi).