Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Drinkwater.
Uitloting Geldleeningen.
HINDERWET.
DE VUURTOREN.
No. 2202.
Woensdag 20 September 1911.
22e jaargang
FEUILLETON.
BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
.Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. In tere No IS.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. B\j abonnement aanmerkelijk ver
minderd tariel. Grootere letters na«r plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
De Burgemeester van TER NEUZEN vestigt,
met het oog op het heerschende watergebrek, de
aandacht der ingezetenen op de wenschelijkheid
in het belang der volksgezondheid het water vóór
het gebruik te koken.
Ter Neuzen, den 11 September 1911.
De Burgemeester voornoemd,
A. VISSER, Lo. B.
Naar het Engelse!).
7)
„Bij dit bestendige weder kan het nog wel
acht dagen duren," merkte Scare op.
„Geen drie meer, ik ken de lucht," antwoord
de de kapitein. „Zorg maar, dat gij tijdig met
alles gereed zjjt
„Klaar, tot de laatste pennestreek," zeide
Scare„de assnrantiepolissen bevinden zich in
mijn portefeuille en gij knnt voor tnjjn part
nog dezen nacht vertrekken."
„Hoe hoog is de schnit verzekerd
„Achttienduizend dollars
„Hel en duivel," vloekte de kapiteio, „alsof
niet elk kind weet, dat hij goen zesduizend
meer waerd isDie paar honderd dollars
verf hebben bun taak goed vervuldEn
ook voor het overige z\jt gij zeker van alles
„Met Carbridge?" vroeg Scare.
„Een sluwe kerel, dien ik niet vertrouw,"
zeide de kapitein twijfelend.
„Geen nooJ, sedert de rechte man gevonden
is," hernam Scare.
„De kramer Ik houd hem voor een schurk
eerste klasse
RUSLAND.
De aanslag op Stolypin.
De aanslag waarvan de telegrammen reeds
gewag maakten had plaats in den schouwburg
te Kief, waar een voorstelling werd gegeven
ter viering van de onthulling van een stand
beeld van Alexander II. De tsaar, de tsaritsa
en de kinderen waren aanwezig, evenals vele
ministers. Na het tweede bedrijf stond
Stolypin voor de parterre-fauteuils in gesprek
met een collega, toen plotseling een jonge
man op hem toetrad en uit een Browning
pistool twee schoten op hem loste. Een kogel
doorboorde de lever, en bleef in het bekken
steken.
Stolypin schijnt het onheil te hebben zien
aankomen. Hij strekte beide armen afwerend
uit, zonder achteruit te wijken. De omstan
ders kregen veleer den indruk, alsof Stolypin
op zijn aanvaller wilde toespringen. Eerst
door zijn gedrag werden zijn begeleiders op
merkzaam op den naderenden onbekende.
Na den aanslag zonk de minister in een
fauteuil neder. De dader trachtte van de
verwarring van het eerste oogenblik gebruik
te maken om te ontvluchten en snelde naar
een zij-uitgang, waar hij echter door een
officier, dien hij eerst in de hand schoot,
vastgegrepen werd. Het kostte moeite om te
voorkomen, dat hij door het publiek werd
gelyncht.
Zoodra de tsaar de scboten hoorde, begaf
hij zich naar zijn loge. Het publiek riep
om het volkslied, dat daarop door het orkest
gespeeld en zes malen herhaald werd. De
menschen vielen hierbij op hun knieën.
Vervolgens zong de menigte het bekende
lied »Bescherm o God, Uw volks. De tsaar
bedankte bij herhaling, terwijl hij er zeer
ernstig en bleek uitzag. Vervolgens verliet
hij de voorstelling, die terstond werd afge
broken.
Stolypin was bij zijn volle bewustzijn, toen
hij naar de particuliere kliniek van dr. Mako-
weki werd gebracht.
Op den dader zijn documenten gevonden
op naam van den bediende van een advocaat,
„Juist daarom is bjj onze man. Sedert
maanden trachtte ik hem tevergeefs voor onze
plannen te winnen, zoodat ik zeer verwonderd
was, hem gisteren op mijn kantoor te zien om
mij zijn diensten aan te bieden. De oude
Carbridge moet hem zeer beleedigd bobben,
want hjj brandt van begeerte om bem zijn
post te doen verliezen."
„Wat verlangt hij voor zyn diensten vroeg
de kapitein terloops.
„Het schjjnt alsof hij niet te veel wil.
Maar hij deed erg geheimzinnig en er was
geen woord uit hem te krijgen. De duivel
zit iu dien Parker
Hiermede was bun gesprek geëindigd. De
kapitein rookte verder zjjn sigaar en Scare
keek naar een roeiboot, die langzaam met
den stroom naar de „Koningin van bet Westen"
dreef.
„Een fraaie nacht," riep een stem uit bet
bootje.
„All right!" antwoordde Scare en fluisterde
tot den kapitein: „bet is onze man!"
Het bootje legde bij de scheepstrap aan en
een gestalte, waarin wij aanstonds Parker her
kennen, klom op bet verdek.
„Indien gij in alle dingen zoo prompt zjjt,
Parker" begon Scare, „dan biedt zich in de
eerste dagen voor u gelegenheid een pnikzaakje
te doen."
„God zegene uw oogen," antwoordde de
Bagrof genaamd. De tweede kogel, die Stolypin
aan de hand verwondde trof ook den concert
meester Bergler aan den voet.
Men weet nog niet recht of de dader op
eigen houtje gehandeld heeft of wel door het
lot tot het uitvoeren van den aanslag was
aangewezen. De politie heeft uitgebreide
maatregelen genomen, daar zij vreest met een
wijd-vertakt complot te doen te hebben.
De minister-president is Zondagmiddag
geopereerdmen heeft den kogel gevonden
en verwijderd. De algemeene toestand is
slechter, wijl definitief buikvlies-onsteking
is geconstateerd.
De lijder heeft verscheiden flauwtes gehad,
gepaard gaande met gebrekkige hartwerking.
Dat berokkent den doctoren groote ongerust
heid, wijl Stolypin lijdt aan een hartaandoening.
De particuliere berichten, door familieleden
van den lijder te Petersburg ontvangen,
luiden zeer ongunstig.
OOSTENRIJK-HONGARIJE.
Onlusten te Weenen.
Bij de Zondag te Weenen gehouden be
tooging tegen de duurte der levensmiddelen
zijn ernstige ongeregeldheden voorgekomen,
die de tusschenkomst van politie en soldaten
noodig maakten. Er zjjn vjjt-en-veertig
menschen gewond, tal van vensters en
lantaarns ingegooid. De arbeiderswijk aan
den Ottak-ring is door militairen bezet.
In den vooravond namen de ongeregeld
heden in de arbeiderswijk aan den Ottak-ring
een ernstiger karakter aan. De betoogers
sloegen de lantaarns stuk in de voornaamste
straten, vielen op tramwagens aan, die ze in
brand wilden steken, en wierpen barricaden
op om de troepen te beletten voorwaarts te
gaan. Er werd met allerlei naar de soldaten
geworpen, die van hun wapenen gebruik
maakten. In den loop van den dag zjjn er
in de binnenstad zeventig aanhoudingen ge
daan in de wijk aan den Ottak-ring werden
honderd personen in hechtenis genomen.
Uit Weenen wordt o.ra. aan de Lokal-
Anzeiger geseind, dat zich bij de betooging
der sociaal-democraten tegen deprijsverhooging
der levensmiddelen talrijke elementen uit de
kleine burgerij en de ambtenaarswereld aan
gesloten hadden. Men schat het aantal deel
nemers aan de betooging op 120 tot 140,000.
De politie had, versterkt door infanterie en
cavallerie, vooral de toegangen tot de in de
aangesprokene spotachtig. „Gij wilt daarmede
toch niet zeggen, dat gij zelve met ledige banden
weggaat."
„Indien de ouderneming gelukt", gaf Scare
too. „Maar bet welslagen is van u alleen af
hankelijk gij weet wat daarvan de reden
is
„Indien ik bet niet wist, was het geen
kunst bet te raden," zeide Parker met een
sluwen blik. „Het was een pleizier om te
zien, hoe de reddingbooten op nieuw van kurk
werden voorzien en boe de caontchoucgordels
werden gerepareerd. Het moet een buitenge
wone branding, zijn, waar een scheepsbeman
ning met zulke reddingsmiddelen niet doorbeen
kan."
De kapitein beet een stuk van zijn sigaar;
in de hoogste mate was hij over de woorden
van den kramer verwonderd.
„Ik denk, bij den hoogen ouderdom der
„Koningin" zijn zulke maatregelen niet overbo
dig," zeide bij.
„Gij staat met Carbridge niet op den besten
voet Met deze vraag nam ook Scare deel
aan het gesprek.
„Op den besten, hoor," antwoordde Parker
beslist: „daarvoor is onze vriendschap veel
te oud."
„Dus hebt gij u met hem verzoemd vroeg
Scare verder.
„Dat zijn mjjn zaken," gaf de kramer ten
nabijheid van het stadhuis gelegen ministeries
en de hofburcht afgezet.
Op de vergadering voor het raadhuis
voerden dertig sprekers het woord, waaronder
de bekendste leiders en volksredenaars van de
sociaal-democratische partij, voor het meeren-
deel Rijksdagafgevaardigden. Er werden
buitengewoon heftige redevoeringen tegen de
regeering gehouden, in het bijzonder tegen
Weiszkircher, den vroegeren minister van
handel. Gedurende de redevoeringen hoorde
men reeds hier en daar uitroepen, als »leve
Portugal* en »leve de republiek*. Aan den
achterkant van het stadhuis was door de be
toogers een reusachtig transparant opgesteld,
dat op den achtergrond het Parlement en op
den voorgrond een aan een lantaarn opge
hangen minister voorstelde.
Het baarde groot opzien onder de menigte,
toen een stoet van 500 post- en telegraaf-
beambten in hun uniformen kwam aantrekken,
om zich bij de betoogers aan te sluiten. Zjj
werden met stormachtig gejuich begroet.
Plotseling fladderden van de palen der
electrisehe booglampen duizenden en nogmaals
duizenden papieren naar beneden, die een zeer
scherpe resolutie tegen de agrarische regeering
bevatte.
Om elf uur kondigden hoornsignalen het
einde van de vergadering aan en de menigte
trok af. Bij den terugtocht kwam het nu tot
ernstige botsingen. De menigte trok van
het raadhuisplein naar den Burchtring, ten
deele ook naar het paleis van justitie, dat daar
in de nabijheid ligt. De deur van de Hof
burcht werd gesloten en de wachten werden
ingetrokken. Plotseling, door een geluid als
van een schot, verbreidde zich als een paniek
onder de menigte het gerucht, dat uit de
vensters van het gerechtshof, een groot gebouw,
dat op den hoek van de Bellaria staat, op de
betoogers geschoten werd. In blinde woede
stoomde de menigte naar het gerechtshof,
verbrijzelde alle vensters, rukte van de balus
trade om het Museum van Natuurlijke Historie,
dat op den anderen hoek staat, stukken ijzer
af en slingerden die naar het gerechtshof.
De toestand werd buitengewoon ernstig, door
dat in de Bellaria zelfs een bataljon infanterie
was opgesteld en de stormachtige tooneelen
en de worstelingen tusschen de politie en de
betoogers gedurende eenigen tjjd nauwelijks
op zes pas afstands van het front van de
infanterie soldaten plaats vonden, die met het
antwoord. Over mijn zaken spreek ik even
ongaarne als gij over de awe."
„Goed gesproken," stemde Scare toe. „Wie
niet veel zegt, beeft niet veel te verantwoorden.
Maar na over nw voorwaarden. Wel te ver
staan, indien de zaak niet lakt, verliezen z\j
ban geldigheid."
„Natuurlijk," antwoordde Parker. „Baiten-
dien binden wij ons zoodanig, dat het verraad
van den een het eigen nadeel van den ver
klikker ten gevolge heeft."
„Ik versta u niet," zeide de kapitein ver
wonderd.
„Het is toch doideljjk genoeg," hernam de
kramer. „Veronderstel, dat het mes a op dc
keel werd gezet, dan zoudt gij toch met
genoegen den kramer Parker opofferen, om n
zelf te redden."
„Verduiveld wantrouwig," antwoordde Scare.
„Is ons woord soms geen goede waarborg?"
„Heel goed," zeide Parker. „God zegene
uw oogen Scare, maar een vol suikervat, dat
ik beden op zijde liet brengen, is toch beter,
't Kost mij toch een goeden prijs."
Scare stond plotseling op, maar ging terstond
weder zitten.
„Dus door u werd bet vat gestolen vroeg
hü, blijkbaar tevredeD. „Nu. bjj u ia het
altoos beter bewaard d-n bij elk ander maar
die voorzichtigheid was overbodig."
„In elk geval komen wij daardoor spoediger
TER NEIIZENSC
VOLKSBLAD.
■i—IM I1M1—I—I Ill llMiM—IMI— I Ui l I I milllll i II—IIMIW' I i IM— Bil—PTT—T H—n—
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis van belanghebbenden dat in hunne
vergadering van heden zijn uitgeloot
a. het aandeel no. 8 in de goldleening groot ƒ5000,—
aangegaan in 1901
b. de aandeelen nos. 36, 47 en 38 in de geldleening
groot f 6500,aangegaan in 1905 en
c. de aandeelen nos. 70 en 65 in do geldleening
groot f 17500,aangegaan in 1906.
Deze aandeelen zijn aflosbaar op 1 October 1911, ten
kantore van den Ontvanger dezer gemeente en wat die
onder c betreft ook hij de Amsterdamsche Bank te
Amsterdam en by Julius Oppenheim's Bank te
Uronlngen.
Ter Neuzen, 18 September 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. VISSER. Lo. Burgemeester.
A. P. DE VOS, Lo. Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
gesien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad
no. 222 van 1896) maken bekend
dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is
gelegd een verzoek van CORN ELIS ADRIAAN KA AN,
meubelmaker, wonende te Ter Neuzen, om vergunning
tot het plaatsen van drie electrisehe motoren, in het
perceel plaatselijk gemerkt 15/17 en gelegen aan de
Dwarsstraat, kadastraal sectie L no. 1356, teneinde de
aanwezige zaag- en boormachine's enz. daardoor in
werking te brengen
en dat op Maandag, 2 October 1911, des namiddags
van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, ge
legenheid zal worden gegeven om tegen het maken
dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mon
deling of schriftelijk toe te lichten.
Ter Neuzen, 18 September 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. VISSER, Lo. Burgemeester.
A. P. DE VOS, Lo. Secretaris.
N.B. Wjj vestigen er de aandacht op, dat volgens
de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd
zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
op don bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur
zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.