Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. lariefwet. Holland en Belgiü. HAAT. No. 2191. Zaterdag 12 Augustus 1911. 22e jaargang HOOFDELIJKE^ OMSLAG. SCHOOLGELD. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per B maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Tc lef. latere No IS. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 60 oent; elke regel meer 10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters na«r plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen, Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen b\j den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. Wie op de hoogte wil komen, hoe voor- en tegenstanders over de nieelrechten denken, schaffe zich aan eene uitgave van den Ned. BakkerBbond. Deze is verkrijgbaar te Amster dam bij A. G. C. Duyl Jr., de secretaris. In brochurevorm vindt men hier het uitvoerige verslag der vergadering van bakkers te Amster dam op 10 Mei, waar destijds in dit blad ook reeds op gewezen is. Bovendien is dit verslag aangevuld met eene uiteenzetting van het standpunt der Ned. Ver. van Meelfabrikanten, die begrijpelijk genoeg voorstanders van nieelrechten zijn. Merkwaardig is vooral het aangehaalde van Gerbr. Polak, die bij invoerrechten op meel een syndicaat waarschijnlijk acht, daar nu reeds alle meelhandelaren behooren tot de Ver. van Ned. Meelfabrikanten. Hij verwacht, dat eene verhooging van minstens 30 cent te wachten is per 100 K.G., zoodat over 360 millioen K.G. door het brood-etend publiek een bedrag van ruim een millioen zal betaald worden, terwijl de schatkist hiervan slechts l'/2 ton (waarschijnlijk echter veel minder) zal profiteeren. Daar de uitbreiding van het aantal meel fabrieken zeer beperkt zal zijn, zooals een BARONES VON SCHILLING. 2) „Ik begrijp u zeer goed, EerwaardeU, als geneesheer der ziel, zult het nooit dwaas noemen, dat de oude gravin die twee bon gang liet gaan, omdat a gevoelt, dat juist daarin de groottP, van haar moederliefde ligtZij laat baar kind een weinig geluk smaken, ofschoon z\j weet, dat daardoor de levensvlam in 'dit teere lichaam misschien nog sneller gebluscht zal worden „Kom, Elena, wordt niet sentimenteel Dr. Lostin wees naar de glazen deur, waar door gravin Wera glimlachend en stralend terugkwam. „Mama wandelt nog een beetje met den heer Von Lankseu. Ik kom hier allaeo, om ern strafpredikatie van u aan te hooren dokter Huiverd trok zij de donkere stola van pelswerk hooger om haar schouders. „Welnu?" vroeg zij halfluid, met de tang iu den vuurgloed op het baardrooster stootend. Een heldere vlam sloeg op en wierp haar tijd geleden ook reeds in de Chr.-Hist. Neder lander werd betoogd, is dit eene soort werk verschaffing, die afschrikwekkend duur zal zijn. Zoo bij deze tariefwet niet zooveel politiek in het spel was, zouden de nieelrechten reeds dadelijk met groote meerderheid worden af gestemd. Maar ter wille van de politiek durft men rechts nogal veel aan. Het tweede Kamerlid dr. Nolens schrijft in de Nieuwe Venlosche Courant over de gemeenschappelijke belangen van Nederland en België. Wij ontleenen er het volgende aan In de Belgische Kamer werd op 11 Juli 1.1 de volkomen vrijheid van Neder land erkend om zijn kust te versterken, zooals het wil. De heer Verhaegen gaf als eerste grond waarom hij die kwestie niet z.ou be spreken dat het recht om Vlissingen te versterken, zijns inziens, door niemand in twijfel kan worden getrokken. Zjjne meening vond geen tegenspraak, noch bij zijn medeleden, noch bij de re geering. Daarmede is in dit opzicht zekerheid ontstaan. Alleen zouden de Belgische heeren zich kunnen vergissen als ze meenen dat het ontwerp in de regeeringsbureaux slaapt. Bij de Belgische bespreking in de Belgische Kamer is tevens gebleken dat voor de vrees, die hier of daar mocht zijn opgekomen, dat het voorgenomen versterkingsplan een schaduw zou kun nen werpen op de goede verstandhouding tusschen België en Nederland, geen grond bestaat. De heer Verhaegen citeerde het door den Nederlandschen minister van Buiten- landsche Zaken in de vergadering der Tweede Kamer van 2 Dec. 1910 ge sprokene, waarin hij op officieele wijze uitgedrukt zag de uitstekende gevoelens van Nederland tegenover België. Hij voegde erbjj dat de belangen van België en Nederland zoodanig met elkaar ver bonden zijn, dat niet kan worden inge zien dat een oorlog die aan het eene land zijn onafhankelijkheid zou ontnemen, licht op het bleeke, lieve gezichtje, en deed de groote diamanten in haar ooren schitte ren. „Waarover werd er dan straks, toen ik binnenkwam, zoo druk. gesproken Mag ik het niet weten En de donkere, schitterende oogen gingen van de een naar den ander. „Wij spraken over de liefde!" zoide de Rus met zjjn gevaarlijken, zwaarmoedige oog opslag. „En dat heb ik verzuimd Vreoselijk jam mer zeide het jonge meisje lachend. „En over welke soort liefde liep het gesprek Op dit interessante gebied zijn zooveel schakeerin- gen Het komt er maar op aan, van welken kant men het bekijkt, niet waar?" „O zeker, gravin En ook op het begrip Het boek der liefde is niet gemakkelijk to bpgr(jpenIedereen bestudeert het, iedereen bladert erin Velen lezen het met geestdrift door, van bet begin tot het einde, en beginnen telkens opoieuw andere leggen het uit verve- liDg neder, nadat zjj nauwelijks een paar blad zijden gelezen hebben... zooals ik, bijvoor beeld Eu met een sarcastischsn glimlich wierp de spreker het overblijfsel van zijn cigaret in het asch bakje. „Hij wil zich natuurlijk weer interessant maken!" merkte dokter Löstin op. niet hetzelfde treurige gevolg voor het andere zou hebben. Ook door andere leden der Belgische Kamer en door den minister van Buitenl. Zaken, den heer Davignon werd op die gemeenschappelijkheid van belangen gewezen. Die gemeenschappelijkheid van belangen bestaat ook buiten het groote belang van de onafhankelijkheid. Wij, als Nederlanders, en vooral als Limburgers, denken hierbij ook b.v. aan de bevaarbaarmaking der Maas. Tevens een bij uitstek geschikte gelegenheid voor onze Belgische broeders om van hunne goede gezindheid door daden te doen blijken. Ook de Hollandseh-Belgische commissie behartigt die gemeenschappelijke belangen. Deze commissie heeft zich reeds bezig gehouden o. a. met de posttarieven, het exequatur van rechterlijke uitspraken, auteursrechten, scheepsverbanden, de Veterinaire politie van de grenzen, het telefoontarief, de regeling der belasting van buitenlandsche effecten in België, het patentrecht der Belgische en buiten landsche vennootschappen, octrooien, wederzijdsche erkenning van bepaalde universiteitsdiploma's enz. Over al die aangelegenheden, heeft ze verslagen uitgebracht, conclusies of wenschen uitgesproken. Practisch gevolg heeft dat alles eerst voor zoover de wetgeving in beide landen er rekening mee houdt. Terecht zei de heer Beernaert»Van beide kanten is veel te nivelleeren en te vereenvoudigen, en men zal zooveel mogelijk die hinderpalen, die aan de grenzen rijzen, moeten uit den weg ruimen.* De ontmoeting der beide volken in den persoon hunner souvereinen zal allicht en aan de werkzaamheid der commissie en aan die der wetgevende macht in beide landen in den geest der commissie bevorderlijk zjjn. In verband met deze beschouwingen over de gemeenschappelijke belangen van Nederland en België is het interessant te lezen wat een particuliere correspondent van de N. R. Ct. in een artikel, dat als een nabetrachting over „Och, dokter daar beu ik al lang overheen Laat mij toch uitspreken. Ik vind, dat het menschelijk karakter een veel spannender trek heeft, die veel meer de moeite van het bestu- deeren beloontIk bedoel den haat Liefde, wat is dat? Zoo'n gevoel, dat zich laat beheerschen door stemmingen en toeval ligheden Dat vandaag, om met onzen grooten Goctbe te spreken, ten hemel juicht, eu morgen bedtoefd is tot den dood Maar de haat. Die zoo standvastig is, die versterkt wordt door het vuur van den toorn, den nyd, de jaloezie, die voortgloeit, zoolang er nog leven en adem in ons is Hij zweeg, en in de stilte klonk uu de zachte, welluidende stem van den ouden geestelijke „Wij zjjn allen broeders! En wie zjjn broeder haat, is een moordenaarDat leert ons de Heilige Schrift!" „De bijbel? l)ie leert zooveel onmoge lijke dingen Voor mij althans Graaf Dolgorukow keek strijdlustig ons zich heen, doch hij zag slechts gezichten met den gezelscbappalijk-beleefden, nietszeg- gendeu glimlach. Alleen mevrouw Löstin had zich half iu haar rieten stoel opgericht en staarde met saamgetrokken weukbrauwen in de vlam van den haard. Eigenlijk bad by ook slechts gesproken voor haar, die zoo opwekkend het Koninklijk bezoek aan België is te be schouwen, meedeelt als »werkelijkheden.« We lezen »Thans kan ik u een paar feiten, een paar werkelijkheden wijzen, die als het gevolg van het hoog bezoek kunnen worden beschouwd. Eerst dit, dat gelijk making van post-, telegraaf- en telefoon tarief binnenkort tusschen beide landen verwezenlijkt zal zijn. Gij weet dat het principe hiervan in Holland als in België was aangenomen, doch dat het bezwaar bestond van het geldverlies, hetwelk hier uit moest ontstaan. Onze toenmalige minister van financiën, de heer Liebaert, bleef hierom tegen het ontwerp gekant. Onze nieuwe minister, Michel Levie, heeft echter ingezien, dat dit verlies binnen weinige jaren zou zijn ingewonnen, geeft dus toe in Nederland, zegt men, geeft men insgelijks toe eu het leidt haast geen twijfel meer, of de hervorming komt er. Andere hervorming: voor een paar jaar al werd gelijkmaking en wederkeerige uitvoerbaarheid der wetten op het failliet voorgesteld. Het ontwerp ging van België uit. In Nederland werd het minder goed ontvangen, en nogal verminkt naar het Belgisch bureel der Toenaderings commissie teruggestuurd, met het gevolg dat minister de Lantsheere verkoos, het maar te laten rusten. Nn heeft echter Carton de Wiart den heer de Lantsheere aan het departement van Justitie vervangen het ontwerp weer in handen genomen en er bestaat thans meer kans, dat het in Holland goed onthaal zal vinden, en tot goede uitslagen leidt.* Verder deelt de briefschrijver enkele meer »gemoedelijke* gevolgen mee van het bezoek. »Het schijnt n.l. vast te staan, dat Prins Hendrik dit jaar nog de gast zal zijn van Koning Albert te Ostende. En het heet ook niet onmogelijk, dat Koningin Wilhelmina over twee jaar de wereld tentoonstelling van Gent zou bezoeken. Het bezoek aan deze stad, waar nog steeds orangistische families verblpven, kan een triumftocht worden en het zekerste teeken der geheelvolvoerde verzoening tusschen beide vorstenhuizen.* wist te praten, die zjjn geestigheden zoo scherp wist te beantwoordeo. Zij interesseerde hem, er zat ras in haar Het was niet het gemiddelde type van de vrouw, zooals de kleine, aardige gravin Wera vertoonde, Zij had zoo in het geheel niets gemaakts elke beweging van haar lenige elegante figuur was bevallig. Levendig en zichtbaar nam zjj deel aan al wat baar groote, lichtgrijze oogen zagen, die nu eens straalden en schitterden, en dan weer donker werden en een tooverachtige bekoring geveu aan het bleeke, pikante ge zichtje. Terwijl de anderea een nieuw gesprek begonnen over de laatste hotelpraatjes, trok hij z(jn stoel naast den hare en zeide zachtjes tegen haar „Mevrouw, u is de eeuige die begrepen heeft wat ik bedoel Zij antwoordde niet, zjj knikte slechts toestemmend. Nog altijd lag de uitdrukking van somberen, peinzenden ernst op haar voorhoofd, dat zoo blank afstak tegen het zware, goudroode haar. „Ik heb een man gekend, die mij alles ontnomen heeftbegon graaf Dolgorukow halfluid, „begrijp wjj goed, allesGeen geld of goed, maar mijn gelukHij was het, die mij leerde, het boek der liefde dicht te slaan, TE li SBLAD. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis dat het lste suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag in deze gemeente, voor 1911, in afschrift, gedurende vijf maanden op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lozing is nedergelegd. Ter Neuzen, 10 Augustus 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. A. P. DE YOS, Lo. Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis dat het kohier van het school geld voor het openbaar lager onderwijs in deze ge meente over het 2e kwartaal 1911, in afschrift, gedurende vijf maanden op de Secretarie dor gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 10 Augustus 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. A. P. DE VOS, Lo. Secretaris. DOOR

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 1