Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Tariefwet.
Se» roekeloos bedrijf.
fteeitisKerlj of Hayper.
No. 2169.
Woensdag 24 Mei 1911.
22e jaargang
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere, No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 60 oent; elke regel meer
10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
Waar we de torige maal onze meening
zeiden over de verwarring van spoorwegtarieven
en beschermende rechten, hadden we er ook
nog onze bevreemding over kimnen uitdrukken,
dat het blad Luctor et Emergo ook niet vorige
epistels omtrent de tariefwet in Zelandia had
overgenomen. Daarin kon men zien, dat er
veel kans is, dat de schatkist gebaat en de
belaste artikelen in het gebruik goedkooper
zullen zjjn. Op zoo'n manier zouden wij zelfs
voor beschermende rechten te vinden wezen.
Maar de logica was ons niet klaar genoeg, en
hoogstwaarschijnlijk was de redeneering ook
voor het christelijk blad alhier te kras.
Dat overigens niet alleen van links de tarief-
wet afkeuring ondervindt, is reeds genoegzaam
gebleken. Het chr. orgaan *De Beukelaar*
is er allerminst over te spreken.
Op de discussie tusscheu da Ghr.-hist.
Nederlander en de kath. Gelderlander werd
reeds kort door ons gewezen.
In die discussie werd becijferd welk eene
verschrikkelijk dure werkverschaffing de
meelrechten zelfs in het gunstigste geval
zouden geven.
In eene kortelings te Amsterdam gehouden
vergadering van bakkers werd de opmerking
gemaakt, dat het goed te zien was, dat een
meelfabriek als deskundige door den minister
was geraadpleegd.
Als men nu weet, dat van de 17 meelfa
brikanten in ons land 15 tot de hoogst aan-
geslagenen behooren, dan hebben die heeren
de beschermende rechten nog niet zoo zeer
noodig.
Vooral de meelrechten zullen den Heer
Kolkman een struikelblok worden, als hij niet
tot toegeven geneigd is.
In de geschiedenis der volken komen nu en
dan perioden voor, waarin men gaat wanhopen
aan den vooruitgang der menschheid. Het
schijnt, dat zij dan lijden aan eene geestelijke
depressie of infectie.
Evenals de geneesheeren telkens weder den
strjjd moeten aanbinden tegen eene of andere
dreigende epidemie, zijn onze economen en
staatslieden verplicht, uit den treure op te
Dokter GERMAINE.
Naar het Fransch van
NOELLE ROGER.
13)
Francois kijk eens, die kinderen zjjn al
kleine vrouwtjes, zei Germaiae. Die pop daar
in het wit beweegt elegant haar waaier en
luistert verstrooid naar dien grooten jongen
die haar iets uitlegt.
En die andere daar, antwoorde Fran
50Ï8, dat kleine ding in het roseze probeert
onbewust den cavalier van haar vriendinnetje
afhandig te maken.
Géneviève heeft evenveel plezier als
baar dochters, kjjk ze walsen met dien joDgen.
Het ljjkt de verpersoonljjking van den dans,
die heel de jeugd meesleept en inspireert.
Het feest liep tegen het einde en langszaam,
gestoord in hun volle pret, kwamen de kinderen
een buiging maken voor mevrouw Evoles.
De zaal ging er somber uitzien, linten en
verwelkte bloemen lagen op den grond, overal
slingerden papieren mutsen. De kaarsen waren
bijna opgebrand.
Géneviève zocht Germaine.
komen voor den vrijhandel tegen het
protectionisme. En dat in een land, dat zjjne
voormalige handelsgrootheid en tegenwoordigen
bloei hoofdzakelijk heeft te danken aan de
wijze staatkunde, die voor den handel niets
eischt, dan dat de regeering dien ongemoeid
laat.
Wij begrijpen ook volkomen de verzuchting
van prof'. Van der Vlugt, die onlangs schreef
»De vreemdeling, die bijna niets van Neder
land weet, moet wel door de couranten af en
toe iets te weten komen van de paradoxale
gebeurtenissen, die zich thans in Nederland
afspelen, n.l. dat het liberalisme, waaraan het
land voor het grootste deel zijn wondervolle
ontwikkeling en welvaart te danken heeft,
onder welks wijze politiek in 30 jaren tjjds
de in cultuur zijnde grond met 166.000 H. A.
is vergroot, de veestapel met 550.000 stuks
vermeerderd, de producten zijner fabrieks
industrie ongeveer verviervoudigd, de uitvoer
zijner hoofdproducten van 82 millioen tot
290 millii en gld. gestegen, de opbrengst
zijner visscherij verdubbeld, zjjne scheepvaart
beweging vervijfvoudigd, de looustanda»rd voor
een deel met 100°/„ verhoogd dat aan dit
in materieel opzicht zoo bijzonder weldadige
regime de daardoor verrijkte natie allengs meer
den rug toekeert, dewijl zij zich door predi
kanten en geestelijken laat bepraten, dat de
leiders eD aanhangers der liberale politiek een
goddelooze bende zjjn.
Hoe is deze wonderljjke gebeurtenis te
verklaren
De belangstellende lezer tracht zich een blik
te openen in het zieleleven dezer zonderlinge
Calvinisten eu Katholieken, die de tanden en
de nagels slaan in de baud, aan welker be
scherming zij hun welvaart verschuldigd zijn.
Hjj zoekt en zoekt, maar te veigeefs.
En de resultaten van het regeeren overeen
komstig de ordonnantiën Gods
Het land steeds meer overdekt met kerke
lijke scholen de oorlogsuitgaven steeds hooger
opgevoerdbjj klimmende inkomsten steeds
grootere tekorten steeds meer belastingen
eene groote geldleening {beraoeiljjkt* door
sterke daling onzer staatspapierende ge
zonde economische ontwikkeling, ruw bedreigd
door eene protectionistische tariefwet; mach
teloosheid waar het geldt door sociale wetten
den toestand der lagere volksklassen te ver
beteren.
Geen wonder, dat de stemming onder het
Ik haat het einde van een bal. 't Is
hier ooi te stikken, zullen we wat naar buiten
gaan
Er dreigde onweer, de warmte was drukkend,
het einde van de lente naderde.
Géneviève nam Germaine's arm.
Toen je tien dagen geleden hier kwam,
waren de velden zacht-lila, en nu begint alles
te verkleuren en slap te hangen.
Germaine keek haar schoonzuster verrast
aan zelden had ze zoo'n groote droefheid in
haar oogen gezien.
Germaine, toe, ga morgen nog niet weg,
bljjf nog wat bjj ons.
Ik moet weg, Guillaume verwacht me
en bovendien is morgen mijn clubdag en moet
ik naar mjjn zieken in Drury Lane.
Ik word aitjjd zoo verdrietig, als de
lente op bet punt is te eindigen. Kjjk, de serin
gen zjjo niet zoo frisch meer, en wordeu witter,
en do hagedoorn, nu in vollen bloesem, zal
morgen verwelkt zjjo.
De zomer en de herfst komen toch nog,
zei Germaine.
Maar hoe is het mogeljjk, antwoordde
Géneviève ongeduldig, dat het je geen pjjn
doet, als je de lente langzaam ziet sterven
DeDk je er dan niet aan, dat ook onze dag gauw
komen zal.
Germaine glimlachte.
Dat wel, er zjjn wel eens dagen, waarop
volk in al zijne lagen steeds onbehageljjker
wordt en de overtuiging veld wint, dat ver
beteringen alleen van vrijzinnigen en niet van
rechtzinnigen kant verwacht kunnen worden.
De tjjd is voorbjj, zoo die ooit bestaan
heeft, dat men met bjjbelteksten het inge
wikkelde raderwerk der staatsmachine kon
regelen en beheerschen. »Uit die handbreed
gronds, welke Holland heette, verrees eene
macht, die tachtig jaar lang oorlog voerde
met het machtigste rjjk der aarde, die onder
den worstelstrijd zeiven tot een krachtvollen
staat opwast en om hare tengere gestalte een
gordel slaande van de rjjkste bezittingen der
aarde, van pool tot keerkring eindeljjk aan
Karel's rjjk zelf de wet voorschrjjft.*
En hoe dit mogeljjk was, leert Fruin in
zijne >Tien jaren uit den 80-jarigen oorlog.*
»Het geheim van Holland's bloei was: vrjj-
heid. Met vrijheid wordt de handel getrokken
on daarentegen met bezwaring afgeschrikt.
Men moest den koopman, vreemdeling zoowel
als ingezetene, lagere tollen stellen, lichter
belasting opleggen, ruimer vrjjheid laten dan
hjj ergens aantrof, men moest hem trekken
door begunstiging. En dat geschiedde ook*.
Thans zijp weer de gemoederen in spanning
over de plannen onzer regeering, die met haar
vTariefwet* een strjjd van belangen ontketent
tusschen de ingezetenen van 't zelfde land
gevaar van conflicten doet ontstaan met het
buitenland, tal van bedrjjven in hun bestaan
bedreigt, terwijl zjj andere weer noodeloos
bevoordeelt en een druk op de natie legt, niet
in millioenen te ramen.
En deze druk wordt vooral gelegd op de
schamele gemeente, die van haar geringe in
komsten het grootste percentage aan de schat
kist moet offeren. Dit geschiedt, zoo het heet,
om de nationale njjverheid te steunen, terwjjl
deze in werkeljjkheid wordt gedesorganiseerd,
terwjjl door belemmering van den handel
werkloosheid moet ontstaan in de groote koop
steden.
Dat geschiedt in een tijd, waarin algemeen
wordt geklaagd over de toenemende duurte
der eerste levensbehoeften, zoodat herhaaldeljjk
door verhooging van loonen en tractementen
een aequivalent moest worden gegeven. En
nu zal men de prjjzen dier levensbehoeltsn nog
veel hooger opdrjjven door de Tariefwet.
Waar, zooals thans, landbouw, njjverheid
en scheepvaart bioeien, de staatsinkomsten
stjjgen, achten wjj het een roekeloos bedrjjf,
ik slap en zwak ben, eu die levensvragen bij
me opkomen.
En wat doe je dan
Dan ga ik naar mjjn zieken en werk
voor de club.
Waarom eigenljjk?
Waarvoor ik werk? Ik ben de clnb
met drie jooge meisjes begonnen, bloemenver-
koopsters. En nu zjjn er ongeveer dertig, fa
brieksmeisjes, zonder kip of kraai, alleen op
de wereld. Ze vinden het heerljjk haar club
te hebben, ze drinken niet meer, en werven
niewe leden. Is dit geen resultaat
Germaine bad opgewonden gesproken, maar
haar schoonzuster schudde het hoofd.
Ik geloof niet aan die bekeeringen.
Eu al verkregen we geen resultateD,
dan moesten we toch zoo doorgaan, en strjj-
den tegen de groote onrechtvaardigheid.
Maar Germaine, dat alles beteekent
de dood. Ben je daar dan niet bang voor,
voor je zelf en hen, die je liefbebt
Germaine zag in eens weer het kleine
kerkje van Hollington, met zjjn doodkist voor
zich en ze huiverde.
Neen, ik kan ook niet begrjjpen.
ik heb geen geloof.
Op dat oogenblik zagen ze Willy, die naar hen
toe holde.
Mammyen bjj drukte zich tegen haar
aan.
op echt revolutionaire wjjze in te grijpen en
onze maatschappelijke toestanden te ontwrichten.
Stadhoudersplein, den Haag.
J. BAKKER Lzn.
Oud-leeraar M. O.
»De Beukelaar* voorziet het einde van
minister Talma's ministerschap. »Waarschjjn-
ljjk zjjn de weken van minister Talma's leven
geteld*, zegt het orgaan van mr. dr. Van de
Laar. »Was deze energieke staatsman bjj uit
stek plooibaar en handig, het stond wellicht
nog anders.*
De scbrjjver wjjst erop, dat van onderscheiden
zijden gevaar dreigt vooral van rechts
en steun van de linkerzjjde al noodiger
wordt.
Dit nader toelichtende, zegt De Beukelaar*
dan verder
»En nu is het stille spel der politieke
krachten in vollen gang. Een spel, dat
verder reikt dan des heeren Talma's
ministerieel ieven. Zal bjj aftreden van
minister Talma, ziehier de groote vraag,
heel het cabinet heengaan Treedt het
cabinet af, dan is uiteraard dr. Kuyper
meester van de positie bjj een mogeljjk
nieuw ministerie van rechts, is hij, dr.
Kuyper, zoo hjj wil, de aangewezen
cabinetsformeerder. Gaat minister Talma
heen, en bljjft het cabinet-Heemskerk ge
handhaafd, dan treedt de sociale wetgeving
van zelf op den achtergrond, minister
Heemskerk wordt de man der grondwets
herziening, maar straks bjj nieuwe ver
kiezingen is de coalitie reddeloos uiteen
geslagen.*
»De Beukelaar* wjjst er dan verder op, dat
men van Roomsche zjjde voor dit alles zeer
beducht is en de handhaving van minister
Talma vóór alles noodzakeljjk wordt geacht.
En ten slotte zegt het weekblad
»De Standaard* is uiteraard nimmer
tegen een Anti-revolutionair minister van
het »in onvoorzichtigheid geboren
cabinet* in openljjke oppositie. Maar,
naar plicht van haar Anti-Revolutionair
geweten, kapittelt zjj den minister, waar
hjj staatssocialistische beginselen wil
Ga taute Geneviéve ombelzeD, ze heeft
verdriet, fluisterde Germaine hem in 't oor.
Het kiad keek verlegen naar zjjn tante.
Waarom heeft ze verdriet?
Kinderen kunnen het verdriet van
groote menschen niet begrjjpen, Willy, ant
woordde zjjn moeder. Maar, je kunt haar wel
troosten.
De kleine krullebol knste zjjo tante.
Wat behandel je hem als een grooten
jongen, Germaiae.
Hjj is mjjn vriendje, antwoordde ze
lachend. We praten aitjjd ernstig samen, is
't niet, Willy?
En trots antwoordde hjj
Willy is het vriendje van mammy.
II.
Germaine stapte vlug naar hnis door den
dikken mist, die de omtrekken der huizen
vervaagde, en de ademhaling belemmerde.
Ze dacht aan den heerljjken avond, met
Gnillanme en Willy in het hoekje van dea
haard. Ze glimlachte en verhaastte, huiverend
in haar mantel gedoken, den stap,
In haar bondoir brandde het vnur en ver
lichtte ten deele de verwarmde kamer. Germai
ne zette zich met het kind op schoot in een
fantenil ea begon hnn dageljjksch gesprek
Is Willy zoet geweest op de wande
ling?
TER NEUZEm VOLKSBLAD.