«IJ klllll, MR. ADRIAANSE. "Ingezonden1 stuk&en. J. D. DIJK, Nieuwe Cirk van Gent. Hoogwatergetij te Ter Neuzen. Advertentiën. Groot succesboek, de antilope, hadden we nog twee toestellen en een overcomplete lamp. Dus hadden we het noodige, om foto's te knnnen nemen voor het geval dat de leeuw niet weg ging na de eerste ontbranding of ingeval het wilde dier zich op de boma zou werpen. Om half zes, toen de boys ons een welkom maal brachten, was alles in orde. Na gegeten te hebben, slopen we in de boma, die we zorgvuldig sloten we gebruikten er een kop warme k> ff ie en rookten een lekker pÜfije. Pas waren we daarmee gereed, en de duisternis was al gevallen, of we hoorden tot onze groote verbazing een licht geluid door het gras achter de prooi, die als lok middel diende. Al sp >edig konden we een donkere massa onderscheiden, die door het gras naderde, dan een tweede en nog een volgende. Zonder eeoigen twjjfel waren dat Iteuwi n, meer dan we hadden begeerd, en om de waarheid te zeggen moet ik bekennen dat de gedachte aan hun tegenwoordigheid op nauwelijks tien of vijftien meter van ons verwijderd, ons heftig ontroerde. De nacht was zoo donker, dat we niets konden onderscheiden in de schaduw der boo- mèn. Het waren gèeu leeuwen die wij zagen, het waren schimmen van leeuwen, die samen smolten met de vormen van boomen en struiken. Het was bijna onmoglijk, hun plaats te onder kennen. Twee leken boven de prooi te zijn, de derde op zij en er onder. Het was oen eigenaardig geluid, dat ze maakte, alsof ze beenderen kraakten. Een oogenblik werd ik bang, dat een der wilde dieren het karkas zou meenemen eD verder verslepen, wat onze plan- Ben totaal in de war zou hebben gebracht. Om m|j op dat punt gerust te stellen, nam ik uit mijn zak een electrisch zaklantaarntje, waarvan het zwakke schijnsel my verguude waar te nemen, dat er inderdaad drie dieren waren, maar dat één ervan dicht genoeg bij de resten van antilope was, om zich in het veld van de objectieven te bevinden. Dat laatste beest was een leeuwin, wier oogen het licht van myn lamp op vreemde wjjze weerkaat sten. De aanblik was zoo overweldigend en ontroerend, dat ik er baast niet aan kon denken, op den knop te drukken. Doch al gauw kwam ik terug tot het gevoel vau de werkelijkheid en begon ik te begrypen, dat ik door oponthoud gevaar zou loopen, n:et te profiteeren van zoo exceptioneel gunsti ge omstandigheden. Ik drukte den koop; bet bliksemlicht vloog over het tooneel, om daarna voor een duisternis plaats te maken, dié MÏ.,dichter Was en onduordringtuiarder dan te voren, terwjjl de leeuwen, verrast en verschrikt, haastig de vlucht namen. We hoorden hun dof gebrul in de verte wegsterven, Wat ons betreft, de zekerheid van drie foto's vervulde ons met een vreugde, die het moeilijk viel stil te houden. Maar nu deed zich een vraag voor, een delicate vraag omdat er van minder sprake was dan van een nieuwe vullin? van de lamp en eeu verwisseling der platen. Moesten we het dadelijk doeD, eer de leeuwen van hun verbazing waren bekomen, of moesten we wachteD, tot ze ver genoeg zich hadden ver- wydeid Het eerste was het beste, want we haddeo geen enkel middel, om precies te weten, boe ver ze waren weggegaan. Boven dien, als we wachtten, konden ze op hun schreden terugkeeren en ons overvallen buiten de boma, wat minder prettig en eeriefelyk zon zyn geweest. Niet zonder een zekere onrust slopen we uit onze schuilplaats, om het stellig minst aangename deel van de photografische werk zaamheden te verrichten. Onooodig te zeggen, dat we geen seconde verloren In enkele minuten was alies weer in orde, en we wareu met een gevoel van dankbare voldoening weer in de boma terug. Twee uur lang kwam niets onze rust storen. Heel in de verte hoorden we gebrul van leeuwen en het zoo kenmerkende gehinnik van de zebra's, maar tegen negen uur ontdekten we vrij duidelyk de vormen van een leeuwin, die zachtjes naar liet karkas sloop. Nu raakte ze bet byna aan. Het magnesium ontbrandde, de omgeving werd verlicht in een even schel als kort schijnsel, eu we hadden op die manier onze beste leeuwonfoto. Het dier stond met de zyde naar het toestelhet was acht meter van ons af, gereed om de overblijfselen van de antilope te verscheuren, toen het bliksemlicht haar verraste. Daarna was ze met een enkelen sprong verdwenen. We moesten verwachten, dat na twee der gelijke ervaringen de wilde dieren wel niet zouden terugkeeren. Maar het liep andere, en gelukkig hadden wjj ons met lampen eu geweren en toestellen nog weer gereed ge houden. Er verliep eene heele tyd, eu geen der hongerige dieren daagde op. Maar hun gebrul, dat uit alle richtingen tot ons kwam, hield oDs op ons qui vive. Om twee uur in den morgen hoorden we plotseling een soort van dof gegrom, dat al naderbij kwam, ofschoon het ons onmogelijk was, het toe te schrijven aan een of meer van de dieren, die door het hooge gras op ons sf kwamen. Gedurende langen tijd konden wo in het droste en hooge gras niets onderscheiden, eD toch hield het gegrom aau, en maakte ons zelfs eenigszins zenuwachtig. Er is werkelyk iets zeer prikkelends in het gebrul van een leeuw, die onzichtbaar blijft. Meo moet het dier zien, om dat gevoel van onaangenaam heid kwyt te raken. Eindelijk waren drie leeuwen te zien ze tepkeuden zich tegen de lucht af op den oever achter het lijk van het hertebeest. Ze be wogen zich op geheimzionige manier, nu eens verschijnend dan weer verdwijnend in het hooge gras en de dichte schaduw der boomen. Hud schrikkelijk gehrul hield geen oogenblik op. Het is zeker, dat ze onze aanwezigheid beschouwen als een bedreiging voor bun veiligheid, terwijl wij van oordeel zijn dat zy ons id gevaar brengen. Om den toestand nog verwikkelder te rnakeu en ook nog belangwekkender, verschijnt een vierde loenw achter de boma. Hy brulde ook, en we begrepen, dat wy schuld hadden aan zijn onrust. Op een gegeven oogenblik was hij niet meer dan drie meter van ons af. Hoewel we ons niet bepaald op ons gemak voeldeo, konden we toch met innerlijke be langstelling ons afvragen, boe dit avontuur wel zou afloopen. De ontroering nam intusscüen toe, en myn thuis leek my buitengewoon ver, terwjjl ik met melancholie aan de levensver zekering dacht De leeuwen waren nog niet tot een besluit gekomen. Ze vroegen zich waarschijnlijk af, of ze ons zouden aanvallen of maar kalm aan hun maaltijd gaan. De tjjd viel ons afschu welijk lang. Maar plotseling daalde eeo leeuwin in de bedding af. Zoodra ze niet meer dan een paar passen van de antilope verwijderd was, drukte ik op het knopje onze zennwen waren zoo gespannen, dat we op sprongen by de ontbranding van het licht. Eu de leeuwen sloegeD op de vlucht onder het uitstooten van een vervaarlijk gebrul. Wat dien leeuw betreft, die zich achter de boma bevond, ik weet niet, waar hy gebleven is. Reeds gedurende het eerste deel van den nacht aarzelden we, als we ons buiteu de boma moesten wagen. En nu vroegen we ons af, of het niet beter zou zjju, bier met het photografeeren op te honden, dan uit onze schuilplaats te treden. De leeuwen hadden een bepaald agressieve houding aan genomen, en ze schenen woedeod geworden door het feit van die herhaalde stoornis io ban maaltjjd. De gelegenheid echter, nog een paar uit stekende foto's te nemen was zoo gunstig, dat we het eeu dwaasheid zouden vinden, er geen voordeel van te trekken. Bevend, 'dat beken ik, sloop ik weer uit de boma. De duisternis was dreigend. De leeuweu brulden overal in de omgeviog. We zochten zoo goed mogelyk den naasten omtrek af, eer we eeu schrede vooruit waagden. Het zwakke scnynsel van ons lampje vernoogde nog byna de versenrikking van onzen toestand. Einde lijk waren we bjj de toestellen gekomen, de lamp werd opnieuw gevuld, eu enkele secouden later ademden we weer vrjjer io de beschutting van onze doornen versterking. Er verliepen geen twee uren vóór den terugkeer van onze nachtelijke bezoekers. Er waren maar twee, maar het waren twee zeer luidruchtige leeuwen. Ze brulden, ze gaapten, liep n neen en weer, maar verlieten den oever der rivier niet. Een nur lang duurde dat gedraai. We begonnen al te wennen aau hun bedreigingen. Ten slotte werden ze kalmer, en we konden ze zien liggen bjj een boom tegenover ons We waren niet op ons gemak hun plotselinge stilte was nog ver- scnrikkelyker dan hun gebrul, want gewoon lijk gaat ze vooraf aao hun waudaden. Iu stinctmatig grepen we naar onze wapens; ik trok een revolver te voorschijn voor het geval van een gevecht op korten afstand. Er ver liepen verscheiden seconden, seconden, die ons eindeloos leken, laug als minuten, en nog steeds die doodelyke stilte, die zoo drukkend was De heide wilde dieren bleven liggen, even oubewegelyk als de boom, waarvan de takken zich over hen uitstrekten. Moesten wy den strjjd beginnen en schieten Het zou onvoorzichtig wezen in do diepe duisterniswe konden ods doel misseo. Wy wilden liever wachten, dat een toevallige omstandigheid hun aandacht zou afleiden. Die liet niet lang op zich wachten in den vorm van een licht gelnid. De beide leeuwen daalden dadeljjk van den oever naar beneden en kwamen brullend in onze richting. We waren dood verschrikt en maakten ons ge reed, hen te ontvangen. Ze hadden de zandige bedding bereikt en kwamen nader. Ze waren niet meer dan vjjf meter ver wijderd van onze schuilplaats. Maar plotse ling veranderden ze van gedachten en trokken zich snel terug. Eindelijk herademden wjj en waren bly, ons werk voor dien nacht ge daan te hebben. Met een gevoel van verlichting zagen we het daglicht verschijnen in den Inister van neen tropischen morgenstond na die nren van duisternis en angst. Onze zenuwen waren totaal overspannen, maar we betreurden het niet na de onvergetelijke oogenblikken, die we hadden beleefd i'd het tête a tête met de wild9 dieren. Ik beb veel ondervonden op myn sportreis in Afrika, maar niets overtreft de ontroering van den nacht van 21 Meij Bovendien bad die nacht mjj de schoonste resultaten opgeleverd io don vorm van tien leeuwenfoto's een heldenstukbet zal mjj waarschijnlijk wel nooit gegeven zijn, het nog ee s over te doen. Onze eerste zorg bjj eankomst in het kamp was natuurlijk de ontwikkeling der platen, en ik kan geen woorden vinden, om de vreugde uit te drukken en de opeindige voldoening, die wjj voeldeo. toen we de beelden zagen verschijnen. De foto's waren volkomen gelukt. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. M. de R! In het christelijk blad >Luctor et Emergoc van Woensdag ï.l. komen een paar artikels ons het oordeel brengen over den uitsiag der stemming voor lid van den Gemeenteraad. Hieruit bljjkt ons, dat het blad, dat eerst van de stemming een referendum wenschte te maken over het geDomen raadsbesluit inzake het 9tichten een9r H. B. S. zich van dat referen dum thans geen zier aant ekt en zijne oppositie zal bly ven volhouden. Daar wij in de stemming zoodanig referendum niet hebben gezien kan ons dit, hoe bevreemdend de houding der redac tie dan ook is, tameljjk koud laten. Behalve de sohampere opmerkingen aan het adres der ijverige comitéleden, die voor eene H. B. S. in dit district gewerkt hebben, maar die wij nibt te erg willen toerekenen, zijn overegeus de bewuste artikelen tamelyk kalm. Van mindere kalmte getuigt de holderdebol- derstijl in het ingezonden stuk onderteekend A. M., voorkomende in hetzelfde nummer. Wilden wij eerst met stilzwijgen dit stuk voorbijgaan, toch meenden wij enkele op- en aanmerkingen naar aanleiding van het ge schrevene te moeten maken. Het scbynt, dat ons strooibillet in hooge mate de verontwaardiging van den inzender heeft opgewekt. Wy begrijpen dit niet, waar het niemand kwetst of beleedigt, maar alleen wenscht op te komen.tegen het geschrjjf in het verkiezingsnummer van de Luctor. Laat ons de woorden »onzinnigc, >zot«, »snertreclame« en wat dies meer zy, over het hoofd zien. In zenuwachtigheid neemt men niet altjjd de meest passaude woorden nit opze moedertaal. De inzender vindt onzinnig odzo bewering, »dat vele neringdoenden niet zullen ontkennen, dat het gewenscht is, dat het gemeente bestuur in vrijzinnige richting blijft*, a De inzender vindt dit eene zotte aitlating. Toch zouden wij zeggen, dat hy zelf dat herhaaldelijk heeft kunnen opmerken. Het best is dit zeker gebleken nu acht jaren geleden, toen door de anti-rev. meerderheid, die toen vier jaren bad geheerscht, beperkende bepalin gen op openbare gelegenheden waren gemaakt. Toen wreekte zich het nadeel door sommige klasse van neriugdoenden ondervonden op de meerderheid bij de stembus. Het toestaan van eene gepaste vrjjheid vond steeds bij de meeste ingezetenen, maar bij de neringdoenden in de eerste plaats, warme instemming. Hieraan sluit bevordering van het vreem delingenverkeer zich onmiddellyk aan. Te dezer plaatse bestaat geene vereeniging daar voor als in andere plaatsen van ons land. Maar wij kunnen zeggen en A. M., zal, als hij onze plaats een beetje kent, dit ook wel weten, dat van vrijzinnige zjjde in en buiten den gemeenteraad steeds alies gedaan werd, om bepalingen, die het vreemdelingenverkeer konden belemmeren, tegen te houden of op te beflen. Met geringschatting wordt gesproken over de menschen, die hier voor genoegen een dagje komen passeeren. Nu mogen de verte ringen, persoouljjk gemaakt, niet groot zijo, by verschillende neringdoenden, herbergiers en sigarenhandelaars bljjft toch licht wat han gen. Ook de inrichting van een jaarljjksch feest, dat in onze plaats steeds tamelyk wat menschen trekt, komt verschillende nering doenden ten goede. En by meer algemeene medewerking ware in die richting misschien nog meer te doen. Hadde A. M. onze circulaire aandachtig gelezen, dan ware hem gebleken, dat bij het aanstippen van belangen voor onze plaats, de medewerking zjjner party niet op zy gezet werd, maar dat wy het zwaartepunt legden op de Hoogere Burgerschool, over welke zaak door Luctor et Emergo een verkiezingsmanoeuvre werd op touw gezet. In het bovenstaande is thans reeds door ons aangetoond, dat we niet in al die zaken op de^medewerking zjjner partjjgenooten kunnen roemen. We hebben in onze circulaire geschreven, dat de voorstanders der Chr. school wel een paar duizend gulden subsidie willen van de gemeente, die in ruil daarvoor niets zou te vertellen hebbeD. A. M. tracht ons te verrjjken met de weten- schap, dat de wet zoo iets niet toelaat. Die kennis hadden wij en toch durfden wjj zoo schiyven. Het is toch bekend, ook bjj den Heer M. hopen wjj, dat een der antirevolutionaire raadsleden dat idee opperde. Op dien vast- staanden grond mochten wjj volkomen terecht schrjjven, als wjj deden. Wjj hebben ook onze vreugde geuit over de ondei teekenaren van een uit Ter Neuzen verzonden adres om subsidie voor een openbare H. B. S. Nu zegt A. M., dat geen enkel anti-revolutionair daarop voorkomt. Wjj houden vol, dat daarop zeker een naam voorkomt van een bekend Neuzensch notabele, die zelf wel weet tot welke party hy behoort en zich steeds heeft aangeduid als anti-revolu tionair. 01 is iemand, zoodra hy voor eene openbare inrichting yvert, geen anti-revolutio nair meer Zoo bezien is dns ook de burge meester van Axel b. v. geen anti-revolutionair neer En de afgevaardigde van Amersfoort, die eenige jaren geleden in de Tweede Kamer een lans brak voor verhooging van subsidia aan de H. B. S. te Amersfoort, de bekende van Asch van Wjjck was dan ook geen anti revolutionair Nog sterkerhet adres uit VlissiDgeD, Middelburg eu Goes aau de regeering gezonden tot behoud van de bookmakerskantoren in Zeeland is ook door een aantal anti-rev. ge- teekend. Hebben dezen nu opgehouden partjj- genooten te zijn Als de toorn van A. M. geweken is en hjj in alle kalmte des gemoeds de zaken over- weegt, dm zal ook hjj tot de cooclusie komen, dat onze circulaire nog niet zoo zot is, als hjj op het eerste oogenblik dacht. En nu nog wat A. M. denke niet, dat wjj zeggen het in alle bescheidenheid het liberale geschrift de oorzaak was van het slagen der candidatuur Ejjke. Dit was noodig en goed om sommige zaken in verband met de artikelen in >Luctor et Emergoc een beetje recht te zetten. Maar het groote stemmenverschil zit vooral in de persoonljjke hoedanigheden van den gekozene. De can didatuur sloeg iu. Beleefd dankend voor de plaatsruimte, Het Bestuur van »DE VRIJHEIDc. Zondag 16 en Maandag 17 April (Paasch- dageD), laatste dagvoorstellingen door bet gezelschap van den grooten paardencirk Schumann. Verschillende nieuwigheden ver andering van paarden en van vier nummers. De groote Pantomietn »Casa blanca.c DAGEN. Voorm. Nam. Zaterdag 15 April 2.52 3.7 Zondag 16 3.22 3.39 Maandag 17 3.51 4.6 Dinsdag 18 4 21 4.37 Woensdag 19 4.54 5.11 Donderdag 20 5.31 5.54 Vrjjdag 21 6.18 6.50 Advocaat-Procureur, Middelburg, is cl keu Maandag te HULST te spreken bjj Neelemans. 170 bladzijden, franco per post f 0,55, 150 stukken, voor alle partijen. Dat moet ieder koopen. Rjjk en arm, jong en oud ieder die op een bruiloft of andere feestpartjj gaat, moet van te voren dit boek aanschaffen. Zonder dit boek geen plezier. Met dit boek veel vreugde. Dit boek wordt, na ontvangst van f 0.55, franco per post toegezonden door den Uitgever Oude Kük-in-'t Jatstraat 66, GRONINGEN. ZEGT HET VOORT. ZEGT HET VOORT. V 3«H 1» *1 11 >1 11 11 nu m, i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 3