Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
}Ut Ha» Verljcereth
DRANKWET.
feuilleton"
No. 2158.
Woensdag 12 April 1911.
22e jaargang
UITSLAG VERKIEZING.
Wie bevorderen het jYieuw-jüialthusianisme.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden 7 5 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent tyj vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekbandelaren. Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. latere No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsi uimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders dengemeente TE3
NEUZEN maken bekend, dat een afschrift van het
proces verbaal vermeldende den uitslag der op 7
April 1911 gehouden stemming ter verkiezing van
één lid van den Gemeenteraad, is aangeplakt en
voor een ieder ter Gemeente secretarie ter inzage
ligt.
Ter Neuzen, 7 April 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
Tien jaar geleden wisteQ dr. Kuyper en dr.
Schaepman de strijdbijl te doen begraven
tusscben bun wederzjjdsche volgelingen, die op
voorbeeld van den man der kleine luyden
elkander fel bestreden hadden, jaren en jaren
lang.
Bet gehate liberalisme moe.vt ei onder, geen
strijdmiddel was, met name voor de anti
revolutionairen, slecht genoeg, om den tegen
stander verdacht te maken in de oogen der
kleine luyden. Op het platteland deed de
Leerplichtwet van mr. Borgesius dienst om de
arbeiders op te zetten tegen de vrijzinnige
candidaten. Het heette in woord en geschrift,
dat de Leerplichtwet streed met het schristeljjk»
beginsel. Wel had de stem, die mr. Kolkman
en dr. Schaapman voor de wet uitbrachten,
de voosheid dier bewering reeds weerlegd,
doch de Kuyperianen, speculeerende op het
geldelijk nadeel, dat de zorg des wetgevers
voor het arbeiderskind, in de gezinnen der
Dokter GERMAINE.
Naar liet Fransch vac
NOELLE ROGER.
5)
Te gelukkig, herhaalde bij, waarom
Ik weet bet niet, zei ze, en kon de vage
vrees die haar bekroop, niet onder woorden
brengen.
Dikwijls had ze den dood onder oogen ge-
zier, ze beschouwde hem als een gewouen
vyand, dien ze dagelijks ontmoette. En nu
kwam bjj haar vaak die vreeselijke angst voor
den dood boven.
Guillaume greep haar ijskoude hand.
Kom mee, zei hij, 't wordt gunr.
Den dag vóór hun vertrek van St. Leo
nards maakten Gnillaume en Gerinaine een
laatste wandeling. Ze spraken over bon reis
bun bnis en het heerlijke bestaan, dat nu
ging beginnen.
Germaine ademde diep.
O! Wat een vrede om ons heen hier
zon je alle zorgen vergeten.
Gnillame trok baar mee.
Lieveling, je zult voortaan geen zor-
laudarbeiders zou brengen, zette de campagne
tegen den »Leerdwang« tot het uiterste voort.
Op de Zuid-Hollandsche eilanden werden onder
toejuiching der anti-revolutionairen, zelfs ver-
eenigingen gevormd, om de boete bij Leer
plichtovertreding gezamenlijk te betalen I De
vereenigingen zijn te niet gegaan, even spoedig
als de anti-revolutionaire agitatie tegen de wet
is verstomd. Een enkel clericaal blaadje van
de richting-Kauaalstraat tracht nog om zijn
figuur te redden tegenover de misleide
arbeiders, te betoogen, dat men nog steeds
tegen het beginsel der wet is en wel Leer
plicht, doch geen Leerdwang wil doch dit
uitvluchtje kan geen enkel arbeider meer
bedotten.
Echter, de Kuyperianen hadden in 1901
succes. Het verlies van den Zierikzeeschen
zetel, door Van Kerkwijk sinds jaren bezet,
was uitsluitend het gevolg van de Leerplicht
agitatie. Toen dr. Kuyper de wet, die in 1901
de ïOrdinantiën Gods* heette aan te randen,
zonder blikken of blozen liet voortbestaan, had
ook het agitatieoriddel afgedaan. De bang
makerij der anti's, dat da liberalen den Leer
plicht zouden verscherpen, had geen uit
werking meer.
We schrjjven thans 1911.
De gewijzigde Arbeidswet is aangenomen en
merkwaardige uitspraken hebben we uit den
mond van clencale leiders kunnen opteekenen.
Bladzyde 1795 en 1796 van de Kamer
handelingen vei melden, dat dominee De Visser
als zijn orvaring uitsprak ten eerste
van de verlenging van den 6-jarigen cursus
van de lagere school althans tot een 7-jarigen,
en ten tweede van een uitbreiding van
dan leerplicht tot het dertiende jaar.
Geen enkele anti-revolutionair verhief tegen
deze verklaring zijn stem. Integendeel,
minister Talma noemde da motie-Ketelaar tot
verscherping der Leerplichtwet sympathiek,
doch niet passend in 't kader der Arbeidswet.
Zjja toezegging van een Landbouwwet be-
teekent, dat ook voor 't Laudbouwbedrjjf een
wettelijke beperking van den arbeid van
jeugdige krachten zal ingesteld worden. Dat
hiermede uitbreiding der Leerplichtwet ver
band houdt, is zeer waarschijnlijk.
Waar bleef nu de strijdigheid der Leer
plichtwet met het christeljjk beginsel Tegen
over de betoogen der anti-revol. schoolop
zieners zweeg de anti-revolutionaire politicus
gen meer hebben, eindelijk moet je eens gelukkig
leeren worden.
Germaine glimlachte.
Ik ben gelukkig, Guillaame, dat leer je
ganw.
Ze dwaalden op het kerkhof rond.
Op eens stonden ze stiler kwam een be
grafenisstoet aan. Ze schenen van heel ver
te komen. De vermoeide dragers zetten de
kist een oogenblik op het gras, de familie
leden stonden er omheen.
Germaine en Gnillaume keken nanr de treuri
ge gezichtenvóóraan stond een man, dio
een snikkend jongetje aan de band had.
Laten we weggaan, zei Guillaame.
Maar Germaine bleef «Is vastgenageld staan,
op haar man geleund. Eindeljjk trok by haar
mee.
Ze kwamen terng op d^n grooten weg, waar
de schaduwen al langer werden. Germaine
zei niets meer, en liep met gebogen hoofd
verder.
Ze had nog altyd dien stoet met de dood
kist voor oogen en dacht onophoudelijk aan
den dood, en alles wat er volgen zou na dit
leven.
In zoo'n doodkist zou zjj ook eens
uitgestrekt liegeo, en Guillaume, die daar
zoo sterk, zoo vol leven naast haar ging,
die ook.
Dit vreeselyke denkbeeld vervolgde haar,
muisstil, als begreep hjj, hoe hjj zich in 1901
geblameerd heeft in zijn edelen strjjd tegen
de vrijzinnigen.
Het kan verkeeren, zei de oude Breederoo.
Dat kau 't ook heden nog, getuige 't gebeurde
met de Leerplichtwet.
Ia »De Nederlander* lezen wjj het volgende
stukje, dat onze volle aandacht verdient.
Het wijst toch op een streven, om alleen
echtparen in dienst te nemen, die geen kinderen
bezitten, dat maar al te veel voorkomt.
Groote gezinnen, een zegen0
Herhaaldelijk werd en wordt in dit blad
geschreven over den zegen van een aantal
kinderen, zóó zelfs, dat men haast zou gaau
verlangen, zulk een gezin te hebben.
Maar mag ik vrageu, M. de R, wie
schrijven die artikelen Zjjn dat misschien
ongehuwde heeren met eea goed inkomen
Of vaders van geeu of één of twee kinderen,
die geen financieele zorgen hebben 't Zou
de beteekenis van hun geschrijf verhoogen
(ol verlagen wanneer zjj dit er bjj ver
meldden. Want hoe goed het ook is, de
praktykeu van den N. M. Bond tegen te
gaan, en hoe waar dat eea volk wordt
krachteloos gemaakt, door het opzien tegen
en het verydelen van een groot aantal
kinderen, het is toch ook waar, dat Christe
lijk Nederland wel eens zichzelf mocht af
vragen of het ook de zorgen, aan een groot
gezin verbonden, helpt dragen of helpt ver
zwaren
Herhaaldelijk lees ik in dezelfde Neder
lander (zy het dan ook in de advertentie
kolommen) dat die echtparen, die geen
kinderen hebben, méér kans hebben op een
goede betrekking hier en daar, liefst nog
wel in Christeljjke inrichtingen, dan zy,
die door God gezegend z^n met een aantal
»huweljjkspandeu«.
In dit blad van Zaterdag 18 Maart 1.1.
vraagt het Bestnur vau het Prot. Bestede-
lingenhuis te Rhenen, gehuwde lieden (zij
worden in de advertentie maar brutaalweg
Vader en Moeder* genoemd zjj moeten
Ned. Herv. zyn en »geen kinderen tot hun
last hebbende* (het staat er letterlijk zoo
in den jare 1911en zjj moeten zich aan
melden bjj ds. J. M. Lammers, den Yoorz.
't viel als een schaduw op heel baar mooi
geluk.
Ineens scheen het leven haar kort toe
zo zag de maanden, de jaren als een vlocht
vogels voortvliegen,
Guillaume raadde hare gedachten en beproefde,
haar aandacht af te leiden. Ze luisterde half
verstrooid en de somberheid bleef.
Eensklaps kwam de vorige wensch in haar
op, laog te blijven leven.
OhGuillaume, kouden we maar aan
het eeuwige leven gelooven
Hy drukte zacht haar arm.
Ik wou het,misschien
Ach, zei ze, ik heb dat denkbeeld al
tyd van me afgezet, sedert lang heb ik geen
geloof meer. Maar de dooddat is vreese-
iyk.
We moeten elkaar liefhebben, Ger
maine, en er niet te veel aan denken.
Ze keek hem aan met betraande oogen
hjj trok baar tegen zich aan en zei zacht
Er bestaat een heerlijke voortzetting
van het leven, Germaine, één, die ons niet
misleiden kan 't is de schepping van andere
wezens, die onze ziel in zich zulleD hebben
en ons leven zullen voortzetten.
Ze (keek hem aan en lachte door haar tranen
heen; toen kwam het schrikbeeld haar weer
voor den geest en ze hernam
Maar jü, 't lijkt me toe, dat niets ter
wereld me van jon zal kunnen scheiden.
des Bestuurs. Dus bjj een dominé, die zeker
ook zelf wel deze advertentie zal hebben
gesteld
No vraag ik
1 Is het geen schande, dat dergelyke
advertenties worden gesteld, ingezonden en
geplaatst
2. Dringt men op deze wjjze niet do
middelen van deD N. M. Bond velen tegen
wil en dank op?
3 Moesten Diet die bladen, die den lof
der groote gezinnen bezingen, weigeren zulke
middeleeuwscke annonces te plaatsen
4. Zyn zulke Inrichtingen, die deze
meening zyn toegedaan (kinderen tot hun
lastwel goede krachten waard
Het komt my voor, M. de R., dat vele
Christenen een open oog moesten hebben niet
alleen voor schoone theorieën, maar voor de
gevolgen daarvan, en daarom moesten toonen,
dat men weet, hoe groote zorgen aan een
talrjjk gezin zyn verbonden, door hen, dia
daarmee >gezegendc zyn, te hulp te komen.
Het moest een aanbeveling zyn, een aantal
kinderen te hebben, en geen sta-in-den-weg
om aan den kost te komen. In onzen tijd
zyn de zorgen, aan een talrjjk gezin ver
bonden niet gering.
Ik spreek by ervaring, daar ik 't groote
voorrecht geniet, te zyn
Een vader van zeven kinderen,
die, Gode zjj dank, niet naar den
post te Rhenen behoeft te dingen.
Tarief en Pensioen.
Men meldt uit Den Haag aan »HetVolk«:
Thans hlykt wat de verklaring is van het
feit, dat in het uitvoerig bericht, dat het
officieuze persbureau van Baliofante omtrent de
tariefwet publiceerde twee dagen voordat het
wetsontwerp in druk het licht zag, 9 millioen
galden stond genoemd als het bedrag dat van
de opbrengst van het tarief in een fonds tot
pensionneering van arbeiders gestort zou worden,
terwjjl uit den tekst van het ontwerp bleek,
dat het bedrag slechts 8'/, millioen was.
De zaak is aldus
In het ontwerp-tariefwet was tot 9nkele
dagen vóór de definitieve indiening bepaald,
dat per jaar 9 millioen van de opbrengst zouden
worden beschikbaar gesteld voor de arbeiders-
Ze liepen langzaam verder en spraken niet
meer.
Ineens kwam tusscben de boomen door, de
zee te zien. Germaine en Guillaume kwamen
dichter by bet strand.
Laten we voor het laatste de duinen
nog eens beklimmen, stelde bij voor. Ze klom
men naar boven en gingen middenin het duin
gras zitten.
De zon was achter de wolken verdwenen.
De onstuimige zee brak in golven op de kust
en het blauwachtige schuim spatte hoog op
de rotsen. Het water schuimde, rolde weg
en ruischte weer aan.
't Was als een hevige levensuiting, een
belofte van onsterfelijke liefde tusscben golven
en rotsen gewisseld.
Ik houd vau de zee, zei Germaine, ze
zingt een lied van eeuwigheid.
IX.
Op een mooien, warmen zomeravond in
September kwameD ze thuis. Het appartement
was verlicht, een souper stond klaar en de
kamers waren vol bloemen.
Germaine had haar huis pas een paar maal
gezien, overstroomd door werklui. Ze was
altijd verstrooid en liet Guillaame kiezenze
had geen begrip van menbels, stoffen en stijl,
dat alles liet haar onverschillig. Gnillanme
vond het heerlijk, en bereidde haar allerlei
verrassingen.
TER \Ei mS( H VOLKSBLAD.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen, ingevolge artikel 12, ie lid der Drankwet,
ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen een
verzoekschrift van AUGUST JOSEPH DAELMAN
om vergunning voor den verkoop van sterken
drank in het klein voor gebruik ter plaatse van
verkoop in de benedenkamer van het perceel,
kadastraal bekend sectie L no. 350, plaatselijk ge
merkt 4 en gelegen aan de Westkolkstraat.
Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is ge
schied kan ieder tegen het verleenen der vergunning
schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren
inbrengen.
Ter Neuzen, 11 April 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris