Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. it den Kaad. Inde schaduw Yan het verleden. 1913 in zicht. Christelijk rechtsbeginselen. pe taal; der Christelijk dorpen. No. 2152. Woensdag 22 Maart 1911. 22e jaargang FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tariet. Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdag n^orgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. Op Zaterdag vergaderen de meesten onzer doen het niet graag, maar we waren allen present. Niemand verhinderd, het komt weinig voor bij een college van 13 leden. Maar er zyn er door de vacature van wjjlen collega Kerkhoven nu maar twaalf. We waren er dus allen en monsterden elkander met kwaljjk verborgen spanning. Want spanning die we natuurlijk als vroede mannen wisten te onderdrukken, was er zeker, leder dacht aan den hoofdschotel voor dezen dag, en dat was de beslissing, die we stonden te nemen in de kwestie van de Hoogere Burgerschool. Maar die hoofdschotel zou pas bij het einde opgediend worden. Een aantal punten van meer of minder belang moesten daarvoor be handeld worden, en als gewene stervelingen begonnen wij kalm, hoewel dan met voorge wende kalmte, bij het begin. De rekeniDg van de Kamer van Koophandel en Fabrieken passeerde stil en werd tot nadere gelegenheid aangehouden al bracht het goed slot bij sommigen onzer een glimlach van voldoening op de lippen. Een schrjjven aan den Directeur-Generaal der posteryen en telegrafie over de nieuwe regeling alhier door de Kamer van Koophandel verwierf instemming by ons allen en de adhaesie werd namens den Raad gemakkelyk verleend. En ook in de volgende kwestie waren wjj treffend eensgezind tegen particuliere exploitatie der op komst zijnde havens en kaden. Collega Wieland verzekerde twee maleo achtereen, dat het broodnoodig was en niemand oczer sprak het hem tegen. Ook de betaling door de Gemeente jaarljjks van ten kwartje aau het Ryk, eene tamelijk vormelyke kwestie vond zelfs bjj onze zuinigste collega's geene ernstige bedenking. Een paar missives van Gedeputeerde Staten benevens eene van den Commissaris der Konin gin, meldend de herbenoeming van onzen burgemeester, vergden niet veel tijd. De laatste gaf tot wederkeerige harteltjkhei 1 tusschen voorzitter en leden aanleiding. Het verlof van de gemeentevroedvrouw van Sluiskil werd met 2 maanden verlengd, maar met half salaris. Collega Wielaod kreeg een oogenblik meewarigheid en we spitsten ons een oogenblik op een voorstel van zijne zjjde tot behoud van het volle salaris. Edoch, de Novelle van GABRIELLE REUTER. (5 „Waarachtig! Het is verschrikkelijk! Een meDsch zou er dol bjj worden, nietwaar Kathe knikte het jonge vrouwtje vriendelijk toe. Maar nu begon Felix het toch werkeljjk benauwd te krjjgen. Hjj besloot snel een einde te maken aan den lastigen toestand. Het was beslist onnoodig, dat Editb langer onder Kathe's invloed bleef. „Je schjjnt de positie geheel verkeerd te begrijpen," zeide hjj streng en onderrichtend tot zjjn jonge vroaw. „Kathe beeft mjj in een ernstige zaak om raad gevraagd, en dien mocht ik haar noch als advocaat, noch als oud vriend weigeren. Wij zyn immers als goede vrienden gescheiden Zy is op het krank zinnige denkbeeld gekomen om te hertrouwen „Ocb, is bet werkelyk waar? Dat doet mjj pleizier riep Editb en ging met stralende oogen naar Kat.be, om baar de hand te drukken. „Ja, jou zal het wel pleizier doen," riep zuinigheid triomfeerde en geen voorstel werd gedaan en dns conform dat van B. en W. besloten. Pas by het 13e punt werd langer gepleisterd. Dat schrijven van het Bestuur der gemeente brandweer nam heel wat tijd en werd op het laatst toch naar het Dag. Bestuur gerenvoijeerd om advies. Binnenkort hebben we dus nog eene repetitie te wachten. Evenzoo lokte de wijziging der politiever ordening heel wat discussie uit. We weten te geven en te nemen en zeker tot tevreden heid van alle ingezetenen hebben we de be palingen niet te straf genomen. Nog een paar kleinigheden en toen gingen we ons verzetten, we rekten ons eens, keken elkander aan, sommigen erg zenuwachtig. Mijn liokerbuur- man begon aan het kcoopen tellen. Ja, de zaak was op komst. Maar dit bij eene volgende gelegenheid. Nu het waarschijnlijk wordt, dat alle par- tjjen der linkerzjjde in 1913 ttr stembus zullen optrekken met eenzelfde leuze, met den eisch van algemeen kiesrecht, nu gaan de coalitie vrienden vreezen, dat deze, in geen jaren ver toonde eensgezindheid der vrijzinnigen wel eens noodlottig zou kunnen worden voor de mannen van rechts. Daarom gaan de bladen en blaadjes van rechts nu reeds aan het betoogen, dat eene eventueele linksche meerderheid niet in staat zal zyn de wetten te geven, die zoo dringend uoodig zyn. Kan het brutaler Het tegenwoordige »christelijke« kabinet zit reeds drie jaar en heeft het ofschoon het sinds Juni 1909 beschikt over eene onge kend groote meerderheid in het parlement nog niet verder gebracht dan tot indiening van enkele belangrijke wetsontwerpen. Van de sociale verzekeringswetten is nog slechts de eerste de ziekteverzekeringswet ingediend en de kans, dat dit wei zal worden, is zeer gering. Het past den heeren van Rechts allerminst, te spreken van de onmacht van Links, waar noch het ministerie-Kuyper, noch het minis terie-Heemskerk in staat bleken taur.ne belof ten, zy het slechts voor een klein deel, na te komen. F lix wrevelig „Maar mjj do^t het tot in mjjn ziel Fed. dat zolk een verstandige vrouw zoo'n dwaasheid wil begaan Hoe is bet moge lijk, dat iemand, die den onzin van het moderne buwelyk voor den beschaafden mensch heeft ingezien, zich nog wil schikken in zulke on natuurlijke boeien „Maar Felix je bent toch zelf begon Edith gekrenkt. Kathe wenkte haar goedig, dat zy Eelix maar zon laten praten. Eu hy praatte door, met geestige woorden eu voortreffelijke argu menten er tusschen gevlochten, hij trad op als schitterend verdediger van een eenmaal ingenomen standpunt, van een bepaalde stel ling. Daar was hy trouwens voor bekend. Een heele poos luisterden beide vrouwen naar hem, Kathe du en dan zwygend het hoofd schuddend, en hem een spottenden blik toe werpend, Edith met verontwaardigde uitroepen en vroolijken byval bjj byzonder goede para doxen. ,.Zie je," zeide Kathe tegen Edith, „zoo beeft hy op een avond drie uren tegen mij zitten praten. Nu hoor ik alles voor de tweede maal." Nu Felix op die manier gestoord werd, zweeg bjj met een diepen zucht. „Dat is allemaal onzin uatuurljjk. Maar Kathe, je weet dat je mjj verdriet doet," zeide kjj ten laatste eenvoudig. Edith zag, hoe de Intu8schen wenschen wij er reeds nu de aandacht op te vestigen, dat het niet in de bedoeling der vrijzinnigen ligt, aan de regee ring te komen en onder dezelfde partijgroepee- ring voort te werken. Dit is onmogelijk gebleken. Noch een Rechtsche, noch een Linksche regeering kan, als de scheidingslijn in de politiek dezelfde blyft, belangrijke maatregelen tot stand brengen. Daarom dient aangestuurd op zuivering van de politieke verhoudingen. Algemeen Kiesrecht en Evenredige Vertegenwoordiging kan ons uit het politieke moeras helpen. Zoo gaan wij daarvoor in den strijd in 1913. Wie met ons dien strijd wil voeren, hij is welkom sta hij Rechts of Links. Ook ter Rechterzijde gaan velen inzien, dat het zoo niet langer gaat, dat de belangen van ons volk niet naar behooren kunnen worden behartigd, zoolang de partijgroepeering onwrikbaar dezelfde blijft. Boven partijbeL ng zullen zy het landsbelajg stellen en ook zij zullen medewerken tot eene Grondwetsher ziening, die ons eindelijk een eerlijk en billijk kiesstelsel zal geven. Vandaar dat reeds by de stembus van 1913 de scheidingslijn in de politiek eene andere zal zyn dan die, waaronder we sinds 1901 zuchten. Vandaar, dat de kansen voor de voorstanders van Algemeen Kiesrecht en Evenredige Ver tegenwoordiging gunstig staan. By de debattan over de successierechten heeft de heer de Savornin Lobman eenige theorieën ten beste gegeven over het erfrecht. »De Rotterdammer* geeft ze als volgt weer De spreker gaf als zyn opinie te kennen, dat, wanneer iemand sterft, onverschillig of hij kinderen heelt ot niet, de Staat en alleen de Staat van rechtswege eigenaar is. De eigenaar wordt zoolang bij leeft alleen geëerbiedigd, omdat hy dan een wil heeft en die wil eerbiediging verdient. Aange zien nu een doode geen wil meer heeft, houdt met den dood alle eerbiediging van dien wil uiteraard op. De Staat wordt nu van rechtswege eigenaar en moet nu beoordeelen, wat hij met het vermogen moet doen. Hy moet dit beoordeelen kinderlijk smartelijke uitdrukking van zjjn oogen over zjjn geheeie gelaat trok. „Het moest integendeel een groote verlich ting voor je zjjn, dat Kathe nog een beetje geluk vindt", zeide zjj verward. Nu pas begon zjj jaloersch te worden op deze vrouw, die, niet joDg meer, en verre van mooi, toch de macht bezat, opnieuw een vreemden man tot een huweljjk met haar te doen beslniten, en Felix daardoor blijkbaar pijn veroorzaakte. Had Edith werkelyk zoo volkomen de overwinning behaald, als zjj zoolang vol blijd schap gemeend had „In ieder geval heb ik niets meer over je te zeggen", sprak Felix met droeve be rusting tot zija gescheiden vrouw. „Je moet doen, wat je Diet laten kunt. Kom, Editb, wjj gaan naar huis!" Hij gaf Kathe de hand en schudde treurig het hoofd Aan een plctselingen drang gehoor gevend, viel Edith haar voorgangster om den hals en kuste haar „Het is zulk een verlichting voor mjj, dat u. zjj durfde niet goed zeggen: „dat u weer gaat trouwen", zjj fluisterde haar slechts in het oor „En vergeef mjj ook Kathe drukte haar vriendelijk de hand. „Kind kindHeb gedald met hem alleen naar het publiek belang, het belang der gemeenschap. Zijn er kinderen, dan zegt de StaatIk zou het zelf in den zak kunnen steken, maar omdat ik meen, dat het in het publiek belang is, dat gij het houdt, zal ik het u laten houden. Zjjn er geen kinderen, maar wel verdere ver wanten, dan neemt de Staat wat meer, maar laat hun het ook in hoofdzaak houden, omdat ook de familie aan deze verdere leden »min of meer behulpzaam moet zijn.* Recht om bij testament over het goed te beschikken, bestaat slechts inzooverre, als dat testament dat publiek belang op het oog heeft gehad voor het overige heeft men met een testament ab soluut geen rekening te houden. »De Rott.« betreurt, dat deze leeriugen door d9n christen-staatsman zyn verkondigd, »terwyl men op het eerste gehoor wel kan zeggen, dat deze leeriugen niet in overeenstemming knnnen zyn met onze Christelijke beginselen* Het is Romeinsch recht, en de staatsrechtelijke leer is die van het staatsabsolutisme, eveneens onchristelijk. Het antirevolutionaire blad zegt nu wel, dat dit alles niet christelijk is, maar het is dan toch maar de theorie van den heer Lohman, niet den eerste den beste onder de broederen. Het wordt steeds minder duidelijk, voor de toepassing van welke christelijke rechtsbe ginselen de christelijke Regeering nu eigenlijk aan het bewind is. Mr. dr. A. R. van de Laar heeft Vrijdag te Gendringen gesproken over de taak der Chris telijke dorpen. Hy begon met zijne hoorders er op te wyzen, dat in onze dagen een machtige, sociale beweging de geesten beroert. De oorzaak dier beweging is de groote ellende, waarin een deel van ons volk verkeert. Lage loonen, lange werktijden, treurige woningtoestanden, geen recht tot vereeniging, werkloosheid, geestdoodende arbeid in fabrieken en tot besluit een ouden dag, waarin gebrek wordt geleden, ziedaar de spoken, die menig arbeider het leven zuur maken. De gevolgen dier sociale ellende zjjn het wassen van de macht van het ongeloof en het snelle toenemen van de sociaal-democratie. Hij is veel beter, dan hjj soms wel sclijjut Editb knikte een opkomende snik belette baar bet spreken. Do ecbtgenooteu liepen een poos voort zon der iets te zeggen. Door de drukte op straat letten zjj er zelf niet op, en in den coupé van het locaaltreintje was er weinig gelegenheid voor een vertrouwelijk gesprek. Toen zjj in de teere zomerscbemering onder ÜDden en acacia's naar hUD villa wandelden, en de bedwelmende geur der seringen uit de tuinen hen in een droomerig-weemoedige stemming bracht, kwam Edith eindeljjk tot de vraag, die haar al dien tjjd geprikkeld had „Zou zjj het doen, om te ontkomen aan de berinnering aan jon „Och, wel neen", zeide Felix min of meer bedrukt, „zij is heel gewoon verliefd geraakt op dien vent! Als ik er aan denk, hoeveel ik mjj toch innerljjk met haar heb beziggehouden hoe ik al wat mjj over kwam, in mjju verbeelding met haar be sprak „O, Felix - „Ja, kind, denk je dan, dat wjj ons ver leden kunnen afleggen als een afgedragen kleed? Wjj allen leven in de schaduw van het verleden..." „En van de genade van het verleden", fluis terde Edith beangst. TER

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 1