NED. - INDIE.
NIT 0N2E OMGEVING.
-
overledene heeft, zoolang hij lid van den raad
is geweest, steeds met jjver, toewijding en
geduld de zaken behandeld.
Hij twijfelt er niet aan of alle leden zullen
bij het vernemen van het bericht, dat de
heer Kerkhoven het tijdelijke met het eeuwige
heeft verwisseld, zeer getroffen zijn geweest
en gelooft namens alle leden te kunnen
verklaren dat zijn nagedachtenis steeds in
aandenken zal blijven. Ook in andere com
missies, waarin dhr. Kerkhoven zitting had,
zal zgn overlijden zeer sterk gevoeld worden.
Alle leden geven bljjk van instemming met
het gesprokene.
De Voorzitter deelt als nu mede, dat de
redenen, waarom deze spoedeischende vergade
ring is belegd, gelegen zijn in de Prov. Wet,
hoofdst. 6.
Zooals de heeren weten is het besluit van
Ged. Staten, waarbij de gemeente gelast wordt
nog een openbare school te bouwen, in handen
gesteld van de Commissie van toezicht op het
lager ouderwijs. Door die commissie is het
volgende rapport uitgebracht
In antwoord op Uw schrijven d.d. 28
Januari 1911 hebben wij de eer, onder terug
zending der bijlagen, U te berichten dat der
Commissie bij een ingesteld onderzoek op 4
Februari j.l. gebleken is
dat, met in achtneming der voorschriften,
vervat in het Koninklijk besluit van 4 Mei
1883, Staatsblad nö. 41, plaats is
in school A, in lokaal 1 tot en met 6,
achtereenvolgens voor 56, 56, 48, 56, 56 en
48 leerlingen
in school C, in lokaal 1 tot en met 6,
achtereenvolgens voor 56, 56, 56, 56, 56 en
56 leerlingen en dat het aantal thans inge
schreven kinderen, in geen enkele klasse boven
genoemde cijfers overtreft.
Aangaande de oprichting eener Roomsch-
Katholieke bijzondere school, kan op grond
van door den yoorzitter onzer Commissie ter
bevoegder plaatse ingewonnen inlichtingen
medegedeeld worden, dat met vrij groote
zekerheid deze nog dit jaar zal tot stand
komen.
De Yoorz. had aanvankelijk gemeend, dat
naar aanleiding van dit rapport, opnieuw met
Ged. Staten kon worden onderhandeld omdat
resultaten van het onderzoek der schoolcom
missie met de uitkomsten van het onderzoek
van den schoolopziener, zooveel uiteen Ioopen.
Maar dit gaat niet, omdat het besluit van Ged.
Staten rust op het rapport van den school
opziener. Er rest dus niets anders dan in
hooger beroep gaan bij de Koningin en daar
dit binnen 30 dagen moet gebeuren, moest
heden nog deze vergadering als spoedeischend
worden belegd om een desbetreffend besluit
te kunnen nemen.
Dhr. Lensen vraagt of B. en W. daar een
voorstel van maken.
De Voorzitter antwoordt, dat de Weth. er
eigenlijk nog niets van weten; deze vergade
ring is plotseling uitgeschreven, toen de nood
zakelijkheid er van bleek. Het voorstel is
van hem.
Dhr. Lensen komt het nuttig voor nog eveu
terug te komen op de resultaten van het
onderzoek der schoolcommissie, waaruit bleek
arme moeder! Hoa zou alles dan afloopen
Dat was de vraag, die Antou zichzelf gedurig
voorlegde, niet om züns zelfs wil, h(j had
zijn weoschen begraven, maar om Ini.
De gedachte aan haar liet hem niet met
rust. Hij had gezien, met welk een machtige
liefde het meisje aan Jozef hing, en hij was
angstig, dat het einde niet zóó zoo wezen,
als zij het zich voorstelde en wenschtr.
Met een aogstig gevoel was üij naar bed
gegaan, met denzelfden angsi in het hart stuud
hg op van zijn legerstee. Hoe meer het licht
doorbrak, des te sterker werd dit gevoel. Hg
pakte allerlei bezigheden in huis aan, maar
het werk wilde niet vlotten.
Eindelijk hield hg het niet langer uit.
Waarheen hg eigenlijk wou, wist hg zelf
niet. Hg probeerde zgn angst weg te lachen
en veranderde het zoo even gemaakte plan.
naar juffr. Bergers hnisje te gaaD. Hij kwam
buiten bet dorp. Toen hg langs het huis
van de Ehrlers kwam, had het hem geleken,
alsof hij uit de verte een gil hoorde. Maar
het was zoo onduidel ik geweest, hg kon zich
vergist hebben 1 Toch droeg de gedachte daar
aan er nog toe bg om zjjn onrust te vermeerderen.
Een klein eindje buiten het dorp kwam hg
een boer tegen, die zgn koeien ging melken.
Hg ging een eindje met hem mee en hoorde
toen in de verte het klateren van den water
val. Plotseling beving hem de lust, weer eens
den onden weg daarheen af te dalen en de
plek weer te zien, waar hg zoo dikwijls met
lui Berger naar het neerstorten van het water
had staan kijken. Met laogzame schreden liep
hij er heen.
Nu stond hij aan den afgrond en keek ron
dom zich. Veel was er niet te zien, alles kaai
en glibberig. Vandaag zou de weg dubbel
astig zijn.
(Wordt vervolgd.)
dat als alle wettelijke voorschriften in aan
merking werden genomen op de scholen geen
enkel kind te veel was. De schoolopziener
heeft evenwel een andere wijze van meten
gevolgd en kwam daardoor tot een ander
resultaat wat dus op een vergissing be, ust.
De Voorz. zegt dat het geen vergissing is
geweest, maar het gevolg van een andere
manier van meten. In December heeft de
schoolopziener zijn onderzoek gedaan. Nu
staan de bankenrijen op balken, die voor en
achter die rijen uitsteken. De schoolopziener
heeft niet gemeten den afstand van de muren
en de banken, maar tusschen de muren en
de uitstekende balken, vandaar het verschil.
De hoofden hebben hem er echter op gewezen,
dat die wijze van meten niet de hunne en die
van den bouwmeester was.
Door B. en W. zijn daarop die uiteinden
afgezaagd en tegelijk de banken nog verschikt,
zoodat nu volgens de wijze van meting van
den schoolopziener geen kinderen te veel zijn.
Alleen de 8 kinderen van school B. blijven
nog over.
De schoolopziener zegt daarvan, dat deze
kinderen een belemmering zijn voor bet meer
uitgebreid onderwijs, maar spreker vindt dit
nog al breed uitgemeten. Het hoofd zal
natuurlijk van zijn standpunt ook zeggen dat
het een belemmering is.
De heer Wieland wijst er op, dat nog maar
kort geleden weeral huisgezinnen de gemeente
hebben verlaten. Wellicht met schoolgaande
kinderen.
De Voorz. die dit even onderzoekt, ant
woordt dat er 3 schoolgaande kinderen bij
zijn. Hij vindt het ongelukkig om bjj de
Kroon in beroep te gaan, maar er schiet niets
anders over. Wordt er beslist dat de gemeente
ongelijk heeft, dan moet er een nieuwe school
gebouwd worden.
Dhr. Moggré vindt het jammer dat de ge
meente daartoe wordt gedwongen, want de
toestanden zijn zoo, dat we absoluut ruimte
krijgen, vooral nu aan de oprichting van een
Kath. School niet meer te twijfelen valt.
De Voorz. merkt op wat de schoolopziener
daaromtrent schreef: dat hij sedert Juli 1910,
daarover niets meer gehoord heeft.
Dhr. Moggré. Dan zal hij het binnen eenige
weken wel hooren.
Dhr Scheele merkt op, dat er Donderdag
opmetingen voor een Kath. school zijn gedaan.
Dhr. Lensen zegt, dat met vrij groote
zekerheid uit hetgeen de schoolcommissie
mededeelt blijkt, dat de Kath school er nog
dit jaar komen zal, terwijl uit hetgeen de
Voorzitter mededeelt, blijkt, wat de oorzaak
is van het verschil in meten.
Dhr. Van de Ree spijt het te moeten ver
klaren, dat de district-schoolopziener met een
warm hoofd zgn zin heeft willen doordrijven.
Slechts door een ondoelmatige wijze van meten
is deze tot zgn resultaat kunnen komen. Het
surplus is 8 en wordt opgedreven tot 70. Het
is bekend, dat het getal schoolgaande kinderen
achteruit gaat en nu vindt spreker het een
treurig verschijnsel, het standpunt dat dezen
adviseur inneemt, door inplaats van objectief
te oordeelen een subjectief standpunt in te
nemen.
De discussie wordt over deze zaak nog
eenigen tijd voortgezet, waarna met algenreene
stemmen wordt besloten tegen het besluit van
Ged. Staten bij de Koningin in beroep te gaan.
Rondvraag.
Dhr. Moggré vraagt hoe het staat met de
plannen voor een Hoogere Burgere school.
De Voorzitter antwoordt, dat het Comité ter
verkrijging van een Hoogere Burg. school met
B. en W. hebben geconfereerd en dit Comité
ook met de leden van den Raad een bespreking
wenscht te houden. Daarvoor zal aanstaande
Donderdag gelegenheid bestaan en kunnen de
leden van den Raad op de hoogte komen van
de plannnen. Hij hoopt dat de leden van die
gelegenheid allen kunnen gebruik maken.
De vergadering wordt daarna gesloten.
Ernstige beschuldiging van de politie.
Het Bat. Nbl. meldt:
Dezer dagen is door den controleur voor de
politie, met medewerking van den heer Ruempol,
beslag gelegd op de boeken van de Chiueesche
speelpachters en uit die boeken zgn verschillende
onaangename zaken voor de politie aan bet
licht gekomen. Uit die boeken is o.a. ge
bleken, dat, zoo niet alle, dan toch een aan
tal ondergeschikte beambten der politie,
Europeesche zoowel als intandsche, een maande-
Ijjksche toelage van den speeipachter genieten
Met welk doeleinde behoeft wel niet te worden
gezegd.
Namen worden in de boeken der speelpacbt
niet genoemd, dat zou te onvoorzichtig zgn
Maar de aanwijzingen spreken een te duidelgke
taal dan dat men ze zou kunnen misverstaan.
Als maandelijks posten voorkomen van honderd
en meer guldens voor toa kao (hetgeen groote
hond beteekent, overigens wel een typische
aanduiding), gelgke posten voor commandoera
men vyeet dat de inlandsche districtshoofden
tot voor kort commandanten werden genoemd
en lagere posten voor met andere mooie namen
begiftigden, dan vraagt niemand meer naar de
bestemming van die gelden.
Wg zullen ditmaal niet op deze mededeeling
doorgaan. Ze zegt op zichzelve genoeg en
hoe wij over dergelijke toestanden denken, be
hoeft geen herhaling.
Moet ook dit geheim blijven Of heeft
men recht te weten wat onze politie waard
is? vraagt het »Bat. Nbl.t
In een volgend nummer zegt het blad, dat
er geen eigenlijke boeken van de speelpacht
in beslag zijn genomen. Het zijn losse
papieren, aanteekeningen zou men kunnen
zeggen, bevattende de reeds door ons vermelde
bijzonderheden. Het onderzoek vordert uit den
aard der zaak langzaam, maar telkens komen
er weer nieuwe bijzonderheden aau het licht,
welke doen zien dat men hier met een sedeit
jaren bestaand stelsel te doen heeft, en dat er
personen in betrokken zijn van welke men dat
het allerminst zou hebben verwacht. Verder
zullen wg niet op het onderzoek vooruitloopen.
Eén bijzonderheid nog: er zijn kladjes ge
vonden, waaruit duidelijk blijkt dat in sommige
districten alle inlandsche politieoppassers een
toelage genieteu van de speelpachtze worden
met name genoemd, in tegenstelling met de
Europeesche politie-dienaren.
Doodgeschoten.
Naar de Locomotief meldt heeft zich den
16en Januari des morgens in het dwang-
arbeiderskwartier te Mlatten een luguber tooneel
afgespeeld, waarbij een der veroordeelden werd
neergeschoten maar waaraan hij zelf volkomen
schuldig was, terwijl het daarenboven voorde
tucht in deze gevangenis gelukkig mag worden
genoemd dat dit individu verdwenen is, al is
het dan ook op zulk een wijzp. Deze
gevangene, Palembanger, werd vau B ilavia
hierheen gezonden, omdat men hem te Glodok
de baas rmt was. Mlatten is bekend om de
wijze, waarop men zelfs de meest gevaarlijke
sujetten weet te temmen en daarom zond men
hem hierheen, maar nauwelijks was de man
er of hij begon een kop te toonen, hetgeen
een verderfeljjken invloed had op andere
gevangenen, die men hier ten slotte aan tucht
gewend had. De beproefde middelen om zulk
een gevaarljjk heerschap tot reden te brengen
faalden en de Palembanger bleef een voorwerp
van bezorgdheid voor den directeur en de
opzichters der gevangenis. En dat duurde
tot hedenmorgen. De man zat in de kleer
makerij en naaide de hem toevertrouwde
kleedingstukken niet volgens voorschrift, maar
precies zooals hij dat zelf goedvond. Reeds
gisteren had een opzichter hem voor de zoo-
veelste maal en nu met meer aandrang dan
gewoonlijk er op gewezen, dat hij de hem
gegeven voorschriften niet opvolgde. De man
1 grijnsde en toen r^eds wierp bij op den op
zichter zulk een blueddorstigen blik, dat deze
het geraden ac tte hem meer dan anders in
de gaten te houden.
Hedenmorgen begon de Palembanger het
zelfde spelletje, naaide het kleedingstuk, waar
aan hij bezig was, opnieuw zooals hg goed
vond en toen de opzichter weer een aanmerking
maakte, vloog hij op eu stak den opzichter
met een schaar in het oog, waardoor deze
een vrij ernstige verwonding bekwam.
Terzelfder tijd schoten een paar andere boe
ven toe, waarvan een den opziehter met een
machiuekist zulk een slag op het hoofd toe
bracht, dat de opzichter half bewusteloos
neerviel. Dat imponeerde de booswichten een
oogenblik en hieraan mag het waarschijnlijk
worden toegeschreven, dat'de man niet onmid
dellijk doodgeslagen werd. Iutusschen kwamen
de andere opzichters toesnellen, maar ook
meerdere boeveD hadden partij gekozen voor
deD onverlaat en drongen de opzichters met
kracht terug. De aangevallen opzichter kreeg
spoedig genoeg het bewustzijn terug, maar
toen hij wilde opstaan deed de Palembanger
een poging om hem weer neer te slaan, doch
de opzichter wist zijn revolver te voorschijn
te halen, mikte en daar lag zijn aanvaller met
opengespleten schedel op den grond en was
onmiddellijk dood. De andere boeven werden
door dit kordaat optreden zoo geimponeerd, dat
zg zich direct verw derden en weer aan het
werk gingen. Een oogenblik daarna was de
orde weer volkomen hersteld. Spoedig na het
gebeurde waren de autoriteiten ter plaatse en
uit het onmiddellijk gehouden onderzoek bleek,
dat de opzichter zich volkomen aan z jn in
structies had gehouden en dat hg ten slotte in
wettige zelfverdediging den man had r oerge-
schoten. Een der gevangenen, die nog twintig
rietslagen te goed had, werd voorgeroepen en
kreeg direct zgn straf, hetgeen ook een beetje
meewerkte om nog wat heilzamen schrik erin
te brengen. Toch bleef voor de opzichters
oppassen de boodschap, maar aangezien zg niet
erg bang zijn uitgevallen, zal het wel in den
eersten tijd niet meer zoo'n vaart loopen.
De gekwetste opzichter zal vermoedelijk
langen tijd het gebruik van zijn oog missen,
aangezien een spier van het ooglid ernstig
beleedigd werd.
Zondagavond had in het café »La belle
vue« alhier, eene openbare vergadering plaats
belegd door de S. D. A. P., die tamelijk be
zocht was.
In een uitvoerige rede besprak de heer
mr. G. W. SanDes van Middelburg de eisch
van algemeen kiesrecht voor mannen en
vrouwen in verband met het adres dat aan
de Regeering zal worden gezonden, waarin op
de invoering daarvan verzocht wordt.
Door de aanwezigen werd op bet adres druk
geteekend.
Een geslacht stiertje is de vorige week
door de keurmeester van vleesch afgekeurd.
Het geslachte dier is onder toezicht der politie
vernietigd.
Een partijije hout op den oven van
bakker Van Leeuwen in de Dijkstraat alhier,
gelegd om te drogen, was Zaterdagavond aau
het smeuleu en branden geraakt.
De opperbrandmeester die spoedig ter plaatse
was, maakte gebruik van een vat met water
dat men toevallig daar vervoerde, zoodat het
brandje spoedig was gebluscht.
Bij de Maandag alhier door Burg. en
Weth. gehouden inschrijving voor staanplaatsen
gedurende de in Sept. a. s. te houden kermis
werd ingeschreven boven het gewone plaats
geld, als volgt
voor een cinematograatAnt. Wegkamp te
Apeldoorn f 404 (gegund), J. B. Gerard te
Meirelbeke 363, H. Hommersen Co. te
Amersfoort f 315 en R. Geisler te Gent f 178
voor een stoomcarrouselL. van Bergen te
Roermond 600 (terzijde gelegd), A. M. Pee-
ters-Vincken te Bergen op Zoom 450 (ge
gund), Wed. J. Schildmeijer Derks te Edam
450, F. Janvier te Bergen op Zoom/340
voor een specialiteiten-theater door L. Ie
Riche te Gent-Brugge f 35,22 (gegund);
voor een gewone carrousselM. Janvier— I
Huygens te Bergen op Zoom 100,05 (ge
gund), C. Huygens te Bergen op Zoom f 60
(staangeld inbegrepen), J. du Pont ZoDen te
Vlissingen 51,50.
voor een schouwburgtentJ. Bakker te Vlis
singen 50 (gegund) en F. Hart te Bever
wijk 30
voor een wafelkraam J. Smits te Middelburg
f 10 (gegund);
voor een luchtschommel A. Klemkerk te
Middelburg 50 voor de gemeente en 100
voor de armen (ter zijde gelegd).
Met ingang van 16 Maart is de klerk
der posterijen en telegrafie de heer E. Jansen
alhier verplaatst naar het post- en telegraaf
kantoor te Zierikzee en is in zgn plaats alhier
benoemd de heer J. A. van Dale te Middel
burg.
Zaaiuslag, 11 Febr. Gisterenavond werd!
in het logement bij de wed. J. Platteeuw eene
algemeene vergadering gehouden van de alhier
ruim een jaar geleden opgerichte afdeeling van
het Groene Kruis. Uit de mededeeling van
den waarnemenden voorzitter, den heer Ds. G.
van Dis bleek, dat het ledental door bedanken
van leden en aanneming van nieuwe ongeveer
stationoair gebleven was, zoodat het thans
bedraagt 230. Ongeveer 50 leden waron aan
wezig. Het bestuur werd op zijn voorstel met
vier nieuwe leden aangevuld waarvoor werden
gekozen d^ heeren J. C. Eijke, C. A. van Vessem,
F. C. Wisse en Johs. de Fegter. Door Ds. G»
van Dis werd uiteengezet dat deze uitbreiding
hem noodig voorkomt, teneinde verkeerde ge
volgtrekkingen w-'g te nemen, die door de
benoeming van het fungeerende bestuur bij
sommigen hadden postgevat.
Aan het bestuur werd overgelaten om in
geval er van de nieuw benoemde leden moesten
bedanken deze zelf te vervangen, teneinde het
maken van meerdere kosten te voorkomen.
Door den waarnemenden voorzitter werd
medegedeeld welke benoodigdheden reeds zgn
aangeschaft en waarvan gedurende het bestaan
der afdeeling een mira en dankbaar gebruik is
gemaakt, terwijl meer materieel zal worden,
aangeschaft zoodra de kas dit toelaat. Even
eens werd het bestuur gemachtigd om de
buurtschappen aan te wgzen waar de verhand-
kisten zullen worden beschikbaar gesteld.
In de plaats van wijlen den heer P. J.
Wortman, werd bij acclamatie tot voorzitter
gekozeu de heer Ds. G. van Dis, welke onder
dankzegging de benoeming aannam. Daarop
deed de nieuw benoemde voorzitter het voor
stel om, darr al het materieel is geborgen in.
het gemeentehuis als magazijnmeester aan tei
stelleu de heer W. van Petegem, gemeente
veldwachter en bewoner van het Raadhuis-,,
terwijl dezen de zorg over het materieel reeds
vanaf de oprichting der afdeeling was toaver-
trouwd. Ook hiermee ging de vergadering bg
acclamatie accoord. De veldwachter ter ver
gadering aanwezig, verklaarde zich bereid de
zorg op zich te nemen.
Daarna sprak de voorzitter den wensch uit
dat de afdeeling meer in bloei moge toenemen
van a.s.
toeven
land, L
te stelle
inrichtir
van ons
reis verj
militam