Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Staatspensionnwing. gen nieuw getuid. Zelfs (olijn nitl Wees onVtrntnlijlj. Geef ons burgemeesters TE LAAT. No. 2135. 22e jaargang FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent by vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekbandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telefc latere. No IS ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 sent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuaen. e" Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M. DE JONGE, te Ter N.uien. Wezen wij er eene vorige maal op, dat de anti-revolutionairen hunne liefste wenschen, hun eigenlijke beginselen moeten opofferen aan de coalitie, dat sommigen dat reeds openlijk erkennen, eene kleine troost blijft hun. Hooger onderwijs subsidies en tal van bur gemeesters-benoemingen moeten hen tevreden stellen voor hunne-beginselverzaking. Er kan dan ook geene vacature voor bur gemeester komen of er wordt reeds geloerd en gepeinsd, hoe zich daarvan meester te maken. Geen wonder, dat ook het anti-rev. blad »Lucter et Emergo* de oogen gericht houdt op den opengevallen burgemeesterszetel te Zaamslag en dien opeischt voor de rechtsche partpen. Zoo is dan overal in stad en platteland de strijd voor beginselen geworden een jacht op subsidies en burgemeestersplaatsen, nu en dan geïllustreerd door strijd onder de coalitie mannen, wien nu van de rechtsche partijen de zetel toekomt. Erg verheffend is de politiek der coalitie mannen in de laatste jaren waarlijk niet. Woensdag 18 Januari vergaderde de pas opgerichte afdeeling Ter Neuzen van den Bond voor Staatspensionneering. Er werd een huis houdelijk reglement opgemaakt, grootendeels gelijk aan dat van de Afd. Axel, waarbij de contributie voor gewone leden werd bepaald op minstens 50 cents per jaar, een luttel be drag, als men in aanmerking neemt, dat men maandelijks het orgaan van de Vereeniging ontvangt. Na goedkeuring van dat reglement door het Hoofdbestuur zal een bestuur van 7 leden gekozen worden, dat dan de leiding van 't voorloopig comité over neemt. Op de ver gadering meldden zich weer 5 nieuwe leden aan, zoodat er nu reeds 46 zijn. De leden van 't voorloopig bestuur nemen nog steeds personen op, welke zich verbinden willen tot het lidmaatschap. Novelle van ERNST ZAHN. 27) De ure der beslissing kwam onverwachts en toch later dan Jozef gedacht had. Dikwjjls nam hij zich 's morgens voor, met zjjn vader te spreken, dan zag hij diens bezorgheid over moeder, zag boe deze laatste van dag tot dag zwakker werd, en het kwam hem byna als onrecht voor, nu te denken aan zyn eigen geluk. En toen, op zekeren Zondag laat in den herfst kwam het tot een verklaring. Het eten was afgeloopen.de knechts en meiden hadden zich verwijderd en ook juffr. Ehrler W88 naar de zijkamer gegaan, om een dutje te doen. Jozef stond op om naar den Gouden Leeuw te gaan, waar hij een afspraak bad ™fit ee°'g0 kameraads. Hij had zijn hoed al in de hand en was op punt het vertrek te verlaten, toen znn vader hem terugriep. .k "Je jb8Dt in de.ü laat8ten ttid zóó zelden thuis, dat men, als je niet door het werk wordt hier gebonden, de gelegenheid om eens rustig met je te spreken letterlijk moet zoeken," zei De minister van Oorlog heeft het volgende schrijven ter kennis gebracht van alle com mandeerende officieren De eventueele invoering der ontwerp-Militie- wet, zoomede vele andere maatregelen die ondergeteekende zou wenschen te nemen tot verhooging van de waarde van het leger, meer bepaald tot het verkrijgen van betere encadreering en betere geoefendheid, zullen groote uitgaven eischen. Dergelijke offers mogen echter alleen dan van de schatkist worden gevraagd, wanneer daartegenover staat een ernstig streven om alle uitgaven te vermijden, die niet rechts- streeks verband houden met de strijdwaarde van het leger. Het is mijn uitdrukkelijk verlangen, dat door iedereen in den kring van zijn dienst- bevoegdheid met de grootste nauwgezetheid worde gestreefd naar een zeer zuinig beheer. Voorts wensch ik, dat met zorg worde nagegaan op welke wijze bepaalde bezuiniging van esnigszins omvangrijken aard zoude kunnen worden aangebracht. Daartoe moeten de commandeerende officieren van korpsen, en chefs van inrichtingen deze vraag met hunne onderhoorige officieren in den breede bespreken. Ieder officier, die zulks wenscht, moet niet slechts in de gelegenheid worden gesteld om zijn meening onomwonden uit te spreken, doch heeft ook de bevoegdheid, zijn denk beelden in een behoorlijk gemotiveerd rapport schriftelijk ter kennis te brengen van den minister van Oorlog. ^Wanneer iemand neiging gevoelt zich daar bij niet te beperken tot zijn meer engen kring, doch tot de legerorganisatie in het al gemeen, behoort dit veeleer te worden aan gemoedigd dan tegengegaan. De rapporten van de commandeerende officieren en chefs van inrichtingen moeten op 1 April 1911 worden ingezonden aan den naast hoogeren chef. Daarbij worden overgelegd de afzonderlijke rapporten van officieren, die zich tot het in dienen daarvan geroepen voelen, c. q. voor zien van de opmerkingen, beschouwingen enz. van hunne chefs. De hoogere chefs zullen hunne eigen rapporten met die van de commandanten van corpsen en chefs van inrichtingen en c. q. Ehrler op zijn ouden, ruwen toon, al was het ook niet behaald onvriendelijk. Jozef legde zijn hoed weer neer en ging vol verwachting en niet zonder innerlijke onrust weer bij zijn vader aan de tafel zitten. Deze vervolgde: „Je hebt wel moeten merken, Jozef, hoe ziek moeder is." Zijn stem werd zachter om de slapende niet te storen en er klonk uit zijne woorden diepe onrust, die echter hoe langer bij sprak, des te meer op den achtergrond raakte. „De dokter heeft mjj geraden, haar in 't ?oorjaar voor eenige maaDden naar bet dal te zenden, en tevens laten doorschemeren, dat er in de ruwe berglucht voor haar op geen genezing te hopen is Nn weet je wel, dat ik niet lang buiten moeder kan, en al ben ik nog heelemaal met op en zou ik onder andere omstandigheden nog wel eenige jaren hier zijn gebleven, heb 'k besluit genomen de zaak aan jou over te laten, eo roet moeder in het dal te gaao wonen. Den laats ten keer, dat ik daar beneden was, heb ik al eens gekeken naar een klein landgoed, en dat wil ik nu koopenal ga ik slechts ongaarne weg van de plaats, waar ik geboren ben en zoo lang heb geleefd, ik doe het uit liefde voor moeder en hoop, dat het tot ons aller bestwil zal zyn Jij bent flink en kent de zaak door en door; ik heb je nu al zooveel laten doen, dat ik niet aarzel, al- "s aan je over te laten. Maar ik maak ééue lagere officieren uiterljjk op 15 April d. a. v. aan het departement behooren in te zenden. De nieuwe minister van Oorlog heeft ge zien, dat zijn maatregelen tot verbetering van het kader en van de opleiding der miliciens veel geld zullen kosten. Hij vraagt nu aan zijn officieren binnen een paar maanden hunne voorstellen tot bezuiniging in te zenden. Voordat de bekende commissie die nog niet geïnstalleerd schijnt aan het werk gaat, zal de Minister eerst nog eens beproeven wat zijn eigen menschen voor den dag kunnen brengen. Vóór 15 April zal hg het moeten weten. Wij wenschen den Minister natuurlgk veel succes. Maar hg kan voor 15 April reeds weten, dat zonder enorme verzwaring van het budget zijn plannen nimmer zullen zyn uit te voeren, wanneer zgn doel niet isbeper king van beroepskader en verkorting van opleidingstgd. En dan zal hg moeten afzien van den eisch te allen tgde een imponeerende macht op de been. Zonder dat kan zelfs Coljjn bet niet. Onder dit opschrift schrijft de »Nieuwe Cour.c Het is thans de beurt van den Minister van Justitie om door »De Standaard, te worden gekappitteld. Hij was by de behandeling van de Papen- drecbtsche zaak niet principieel genoeg. Hy sloot zich niet uitdrukkelijk bg de rechts opvatting van de h.h. De Savornin Lobman en Van Wynbergen aan. Hg »toonde er prijs op te stellen, van zgn ouden leermeester Van Hamel niet al te veel te verschillen». Hg had daarvoor de «bedenkelyke loftuiging. van de linksche pers in ontvangst te nemen, wat altijd een kwaad ding is voor een man van »scherpgeteekende beginselen*. »Met name voor een minister meent De Standaard schjjnt het uiterst moeilyk zich te verweren tegen de verzoeking, om bg zgn tegenstanders in de gunst te komen. Zelfs heeft het blad opgemerkt, dat ministers in een Kabinet van rechts «veelal de gewoonte hebben, zich by hun redevoeringen, zoo ai voorwaardeje moet trouwenJe zult zelf wel inzien, dat je hier in onze zaak een flinke vrouw moet hebben. Als men zooals wij dik wijls dsgen lang afwezig moet zijn, dan is hel noodzakelijk, dat er iemand in huis is om orde op alles te stellen. Ga dus waarheen je wilt en neem de meisjes eens op. Je bent zelf een knappe kerel en zult wel niet zoo heel lang hoeven te smeeken. Als je er een ziet, die een aardig duitje heeft en je verder ook niet bepaald tegenstaat, tast dan toe. Van die zoogenaamde groote liefde maakt men tegen woordig niet zooveel drukte meer en voor ons drieën is het 't best, dat je maar wat voort- maakt. Maar dat zeg ik er nog by Als je vrouw sterk en gezond is en een beetje kan koken en den meiden en knechts mores kan leeren, dan is dat al, wat er noodig is. Een modepopje komt by den onden Ehrler niet in huis, verstaan Ziezoo nou heb ik je myn standpunt uiteengezet, nou kan jy je gang gsan 1" Dat alles werd gezegd op den barschen toon van den ouden Ehrler, die geen tegen spraak duldde en gewoon was, dat al wie in vrede met hem wou leven, voor hem buk te. Jozef had er geen woord tusschen in ge bracht. Het kwam hem voor, alsof zyn vader juist heden weinig ooren zou hebben naar zyn plannen. Maar nu mocht by niet langer zwij gen en dus begon h{j niet uitsluitend, dan toch in den regel, naar links te keeren, als ging rechts hou minder aan«. Mogen wy nadrukkeljjk den wensch uit spreken, dat dit althans zoo zal blyven Links toch is in de Kamer de perstribune en de ministers, ook van rechts, geven dus door hun gewoonte om naar haar kant toe te spreken te kennen, dat zy er prjjs op stellen hun woorden behoorlyk in de couranten over gebracht te zien. Ons is die gewoonte nooit bepaald opge vallen, maar zoo zg bestaat, getuigt zy van een praktisch inzicht der ministers zoowel in hun eigen behoeften als in die van het publiek, waarvoor de lofuitingen wel niet uitsluitend van den kant der politieke tegenstanders zyn te verwachten. »De Standaard* heeft óók een verslaggever op de perstribune zitten Hoe dit zy, het blad betoogt ten slotte dat »wie nog dingt naar den lof van zyn politieke tegenstanders en door dien lof niet eer als door een wesp gestoken wordt», politiek zwak staat. Het kost wel wat, voor men dien lof geheel onverschillig wordt, en het is wel hard telkens te ervaren dat zoo ge niet buigen wilt, men zich van u afwendt. Maar een christen-staatsman kan nooit onderliggen in dien strgd, hg moet er onge voelig voor worden en er over zegevieren, bedenkende dat Christus niet gekomen is om vrede op aarde te brengen maar het zwaard. Gelyk men ziet is het slot van dit artikel zeer persoonlyk niet tegen minister Regout, maar pro dr. Kuyper. Inderdaad is deze over den lof ot blaam van zyn tegenstanders sedert de laatste jaren volkomen heen; die lof valt hem trouwens, sedert zekere gebeurte nissen bekend werden, welke het niet geoor loofd is voor uitvloeisel van het anti-revolu- tionnaire beginsel te houden, slechts zelden meer ten deel. Overigens, welk een beginsel voor een minister, wiens taak het is over het geheele volk te regeerenWacht u voor den lof van uw tegenstander! Zoo gy scherp wordt aangevallen, zyt gy op den goeden wegWees onverzoenlijk Bedenk dat Christus gekomen is om het zwaard op aarde te brengen Dit is de antithese in een nieuwen vorm als beginsel van regeering. Zoo werd zy ons zelfs van dr. Kujper's kant nog nimmer voor gehouden. „En als ik nu al eens had rondgekeken onder de meisjes en er al aea gevonden had die ik tot vrouw wou hebben, die en geeu ander „Dan hangt het trouwen er nog maar alleen van af, of ze my aanstaat," antwoordde Ehrler iets luider en met opgetrokken wenkbrau wen. Er had iets in den toon van zjjn zoon ge legen, dat klonk als een eigen meening, en dat was al genoeg om den rimpel tusschen de oogen van den ouden Ehrler dieper te maken, daar bjj gewend was alleen sjjn in zichten in huis te zien heerschen. Toen Jozef draalde met voort te gaan, sprak hy „Toe, voor den dag er mee, laat eens hoo- ren, dan weten we of we het eens *yn." Toen stonl de jonge man op en trad op hem toe. Ea nu begon hy op gevoelvollen, byna smeekenden toon te spreken, De woor den stroomden hem van de lippen, alBof hij ze uit het hoofd had geleerd, hjj sprak im mers van Ini l In lichte, vrooljjke kleuren schilderde hjj het meisje. Geen lof scheen hem veelzeggend genoeg, elke uitdrukking te arm om haar lieftalligheid, haar innige goedheid, om alles in haar, wat hem had betooverd, onder woorden te brengen. Met geestdrift in zyn blikken eindigde by ten laatste met de woorden „U zult beiden, moeder en u, het oogenblik TER E1ÏSCH VOLKSBLAD

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 1