Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Muffe drop. reurtg. Spoorweg-personeel. l)c Voortrtffclijlje coalitie. ïE. MILITIE. TE LAAT. No. 2133. E Zaterdag 14 Januari 1911. 22e jaargang FEUILLETON. BUITENLAND. A BONNEMENT8PRIJ8 Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekhandelaren. Brievengaarders en den Uitgever, Telef. latere. Ne IS ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 aent; elke regel meer 10 cent By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen. ima- Courant TPrroh.jnt „iken W f II (I ,t- e„ Zaterdagmorgen bj den Uitgever M. DE JONHE. Ontheffing of vergoeding voor kostwinnende miliciens. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ondei de aandacht van hen. die meenen in de termen te vallen om als kostwinner, hetzij ontheffing van den werkeljjken dienst, hetzij vergoeding voor hun gezin of voor de personen, in wier levens onderhoud zy voorzien, te kunnen erlangen dat aanvragen om ontheffing of vergoeding moeten gericht worden tot Hare Majesteit de Koningin dat aanvragen enkel om vergoeding moeten worden gericht tot den Minister van Oorlog of tot den Minister van Marine; dat alle bovenbedoelde aanvragen kunnen ge schreven worden op ongezegeld papier en recht streeks moeten worden gezonden aan de Koningin of aan den betrokken Minister; dat brieven aan de Koningin of aan de Ministers niet gefrankeerd moeten worden dat om spoedig afdoening der aanvrage te ver krijgen, het zeer wenschelyk is dat de aanvrage eenlge weken vóór de inlyving of vóór de op komst voor herhalingsoefeningen moeten worden verzonden. Ter Neuzen, 13 Januari 1911. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. De hooggeleerde redactie van »De Rotter dammer* heeft een rubriek geopend van driestarren met den titel»drop uit den po- litieken trommel*. De drop is niet bepaald friscb meer. De professoren hebben dezen trommel waarschijnlijk gevonden in een kast met oude plunje aan de Vrije Universiteit. Zoo wordt hier te voorschijn gebracht, wat in den jare 1851 en in den jare 1856 door genoemde en ongenoemde »liberalisten« is geschreven aan het adres van anti-revolutio nairen. Het is uit den tijd van »het denkend deel der natie*. De vrjje professoren mogen, wat ons betreft, de open monden der broederen met deze kleve rige en muffe materie volstoppen. Het mag een doelmatig middel zijn om de critiek op het beleid van het Christelijk Kabinet te smoren met deze drop zijn de mannen van Patrimonium misschien wel »zoet« te houden. Maar wij mogen wel even herinneren, wat de houding is geweest van deze heeren. als van de linkerzijde geput werd uit het rijke Novelle van ERNST ZAHN. 25) „Mijn laatsteGa nn heen, alsjeblieft, ik ben nn diebt bg buis !M Zonder een woord meer te zeggen, keerde hij zich om en ging been, langzaam, wankelend als een beschonkeoe. Z\j bleef staan en keek hem na. Wat had hij ook weer gezegd Je ontneemt me alles, levensvreugde, vertrouwen in de toe komst Zoo was het met haar ook. Verlatenheid rondom, verlatenheid in haar Bart I Wat haar bet liefst was, bad ze afgewezen. Daar ginds hg de schuur op twintig pas afstands stond daar niet een gedaante De persoon boog zich voorover, bespion- neerde den langzaam zich verwfjderenden Jozef daar blonk iets in zgu hand een geweer lui zag het duidelijk -- nu werd het opgeheven - het richtte zich op den geliefde. Barmhartige God, wat was dat? archief, in de lijvige uitgave van Ons Program bewaard. Als werd herinnerd, hoe zekere dr. Kuyper tegen de roomschen van leer trok waarschuwde tegen een infecteerend bondge nootschap met deze lieden. Daarvoor behoefde men heel wat minder ver in de geschiedenis terug te gaan dan tot het midden der negen tiende eeuw. Ja, nog enkele jaren geleden schreef »De Nederlander* tegen »het zwarte gevaar*, dat door verspreiding van bijbels moest worden gekeerd in Nederlands donker Zuiden. Doch dan waren deze herinneringen oude koeien feiten, gerukt uit het historisch ver band. Dan heette dit minderwaardige taktiek, om door boerenbedrog te winnen waar kracht van overtuiging ontbrak. En nu.... gaan anti-revolutionaire profes soren de muffe drop opscharrelen van 1851. Een veeg teeken »De Nederlander* schrjjft over de vraag der openbare leeszalen o.a. nog het volgende De tegenstelling is dus aldusde Roomsche Kerk wil geen vrij onderzoek, tenzij onder leiding van de geestelijkheid, dus geen openbare leeszalen de Protestant wil vrij onderzoek, zonder zoodanige leiding te aanvaarden, en is dus n i et tegen openbare leeszalen. 1 egenover den Roomschen eisch moest die van ons Protestautsch beginsel, zonder uittarting, maar belijnd en scherp worden gesteld en het is treurig, dat veie Prote- stantsche bladen niet meer rond en open voor hun eigen beginselen opkomen of de gevolgen daarvan durven te aanvaarden. In De Tijd* is uit Den Haag geschreven, dat de minister van Waterstaat de pensioen regeling van het spoorwegpersoneel zou hebben opgeborgen uit ergenis over de houding van de mannen der Ned. Vereen. »De Ned.« zegt daarvan Wij kunnen niet veronderstellen dat deze correspondentie de volle waarheid bevat. En zoo ja, dan zou de Minister BliksemsDel gleed lui voorwaarts, onhoorbaar onbevreesd. Nu herkeude ze hem. Het was Veri. Hij hield bet geweer tegen zijn wang hij mikte - Een gil een knal de geweerloop werd omhoog geslagen het schot ging af in de lacht. De man wendde zich om en verdween achter de schuur, zonder dat Ini het hem belette. Nog stond Ini daar en staarde op de plek, waar V eri gestaan had. Doch de spanning barer zenuwen was te groot geweest. Half bewusteloos zook ze in de srmen van Jozef, die haar nog vroeg genoeg bereikte, om de' aan al baar leden bevende te beletten op den grond te vallen. 't Waren sterke armen, die zich om haar heen legdenHoe veilig voelde men zich daarin I Ze bood geen weerstand, toen hg baar tot zicb trok, ze droomde een zaligen droom. Het donker hoofdje legde ze tegen ziin borst en toen, terwgl de diep ontroerde man niet in staat was een woord te spreken, nestelde ze zicb steeds dichter in zijn armen twee zachte armen werden om zijn bals ge slagen, en ten slotte vlijde haar wang zich tegen de zijne, zooals lange jaren geleden toen hij haar op zijn armen naar huis had gedragen - als kind. Z? dachten niet meer aan wat net gebeurd was, aan hunne scheiding, aan het schot. Als eene nieuwe lente ontwaakte in hunne harten o. i. eene onverstandige beslissing hebben genomen. Want van tweeën een: óf de nieuwe regeling is onnoodig, en dan moet zij niet worden ingevoerd, óf de Minister acht haar rechtvaardig en noodzakelijk, ei1.. ^an behoort zij niet achterwege te blijven, ook al stonden er tien Oude geesten over te bluffen. Een Minister der Kroon moet boven zulke dingen zich verheven betoonen en wij kunnen dan ook niet aannemen dat de Minister Regout zich bij zijne beslissingen door zulke motieven zou laten leiden. Hij kent de toestanden genoegzaam om te weten dat hjj op die wjjze niet alleen degenen zou treffen, wier aanmatiging spreekwoordelijk is, en waaraan dan ook geen verstandig mensch waarde hecht, maar tevens het personeel dat voor die aanmatiging niet verant woordelijk kan worden gesteld. En dat de Minister daarvoor geen oog zou hebbenwjj kunnen het niet gelooven. Wij mogen nog wel eens herinneren hoe Iet Huisgezin* zich uitliet over de oplossing, uoor >De Standaard* aan de hand gedaan voor de moeilijkheden, met de Bakkerswet onder vonden. Men moest het bakkersbedrijf als den drankhandel onder controle stellen van de Overheid. Dan kon deze de uitoefening van het bedrijf aan voorwaarden binden. »Het Huisgezin* schreef: Klaar is Kees. Inderdaad, op papier, in theorie, in de redeneerkunde. Maar meent men nu werkelijk, dat men er met een dergelijk trucje komt? Dat men den tjjd een eeuw kan terug zetten en om een maatregel, dien men eerst heeft afgekeurd, goed te praten, een doode en begraven theorie weer kan opdelven Bet gaat toch niet aan, het bakkers bedrijf weer onder de overheid te brengen, zooals de drankhandel onder haar toe zicht staat. Enkel en alleen, omdat men niet goed weg weet met zijn theorie. Beginselen zijn mooi en noodig, maar de tot zwijgen gebrachte liefde als nieuw, en de golven sloegen over hunne hoofden heen, zoodat voor enkele oogenblikken geen enkele wanklank van baiten in staat was de reine zaligheid te verstoren, die de minnenden be zielde. „Nu heb je me dan toch lief, niet waar Ini vroeg de jonge man. En bet jonge meisje verweerde zich niet tegen de geheimzinnige macht, die haar tot bem dreef. „O, zoo lief," fluisterde zjj. Toen was het minuten lang doodstilalleen de Dacbtwind lispelde en fluisterde, alsof by de taal der jonge harten verstond. Op den weg bleef het eenzaam. Niemand scheen het schot gehoord of er op gelet te hebben. Van tjjd tot tjjd kwamen met den wind de danswijsjes van daarginder over waaien en toonden, dat de meisjes en knapen nog niet moede waren geworden rond te zwieren in den dans. Eindelijk verbrak Jozef de stilte, alsof plotseling de berinnering aan het voorgevallene tot bem doordrong: „Wie schoot daar, lieve ling vroeg hjj. „Veri," antwoordde het meisje ineenkrim pend, „hjj wou je dooden ik zag het en toen o Josi, Josi, als hjj je getrof fen had 1 Wat had ik begonnen I" Tot eenig antwoord drukte hjj haar aau indien men, als de registers van een orgel, vandaag dit en morgen dat be ginsel uittrekt al naar gelang het oogen- blikkeljjk in de kraam te pas komt, begint het publiek wantrouwig te wor- den jegens die beginselen. Men zeggeik ben er voor of ik ben er tegen, maar men zegge nietik kan er voor en ik kan er tegen zjjn al naar de theorie die ik opzet. Een dergelijk handigheidje botst met den gezonden zin van het volk. En »De Nederlander* voegde eraan toe Wjj zouden er nog de opmerking bjj willen maken, dat wjj voor Minister lalma hopen, dat Z. Ex. geen pogingen zal doen het fantastisch plan van den btandaard-redacteur te verwezenljjken, indien hjj er n.l. prjjs op stelt, dat er werkeljjk een regeling van den nacht arbeid tot stand komt. F R A M K R IJ K. De Guillotine. Nogmaals is in Frankrgk het hoofd van een misdadiger onder de guillotine ge vallen. De terechtstelling van Favier, die indertjjd den kassiersbediende Thain met hamer slagen vermoordde, lokte duizenden naar Rjjssel en de herbergen maakten goede zaken. Monsieur de Paris,* de beul Deibier, werd bjj aankomst met zjjn moordtuig toegejuicht. De weduwe van den vermoorde moet toen zjj zjjn komst vernam, uitgeroepen hebben »En zoo is er dan toch Dog recht in de wereld 1 Als er eenige troost bestaat voor mjjn vreeseljjk ongeluk is het dit.« Zjj was niet bjj de ter doodbrenging tegenwoordig, maar dat behoefde ook niet»Ik weet nu dat mjjne arme man man gewroken is«, zeide zjj, »dat is mjj vol doende». De vader en de beide zoons van den ver moorde kregen op hun verzoek drie kaarten om de wraakoefening bg te wonen. Plaatsen aan de vensters, uitziende op het plein bjj de ge va j gen is waren duur verhuurd een ver dieping voor 1200 frs. Favier die tot het laatst op gratie gehoopt had toonde geen ontroering toen hjj naar het schavot werd geleid. In een oogwenk was alles voorbjj. zijne borst. Twee groote tranen hingen aan hare wimpers, maar zalig lachend keek ze naar hem op en sprak „Jjj woeste, hartstochtelijke jongen, wil ie me dood drukken Hoog richtte hg zich op, greep met zijn linkerhand haar beide handjes en met de rech ter opgeheven als tot een eed, sprak hij „Ini, lieveling, boor mijTegen alle mach ten der wereld in zal ik je weten te behouden; wat ook komen mag, ik geef je nooit op 1" Toen schrikte ze op. De maan verlichtte helder haar schoon, doodsbleek gezichtje, waar uit de groote oogen hem angstig en toch vol liefde aanzagen. „Jozef," sprak ze met een diepen zucht, „bet zal een heete strijd worden. Ik ben bang voor de beslissing." Wees goedsmoeds, lieveling, en vertrouw op mij," sprak hg ernstig en liefderijk. Toen verzocht hij baar, voorshands haar geheim nog te bewaren tegenover iedereen, zelfs baar moeder, tot bg voor haar en hem bet pad geëffend had. Dicht tegen elkander aan gedrongen liepen ze toen Daar juffr. Bergers huisje. Nog een kns, en nog een en toen scheidden zjj met een gefluisterd „tot weerziens Eenige dagen daarna liep plotseling, tot groote verbazing van alle bewoners, op twee na, het gerucht door het dorp, dat Veri Hal- ler was verdwenen. TER MJZESSd VOLKSBLAD.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 1