Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
flog {cm Hort woord.
Pc Nieuwe minister Van Oorlog.
Pr. Kuypcr's inVlocd.
Boontje Homt om zijn loontje.
TE LAAT.
No. 2132.
Woensdag 11 Januari 1911.
22e jaargang
LEZER,
FEUILLETON.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 95 cent by vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc No 15
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tariel. Grootere letters naar plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen.
Deze Courant verschat eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M. DE JONUE, te T e r N e u z e n.
zend ons de adressen van personen
die naar Uw meening ons „Vrijzinnig
Blad/' krachtens hun beginsel, moeten
steunen, en wy belasten ons gaarne
met de toezending van eenige proef
nummers.
Hetdoet ons genoegen, dat Zelandia begrepen
heeft, waar wij op doelden, toen wij eene
terechtwijzing van katholieke zijde zelf aan
het adres van dat blad aanhaalden.
Hare houding en die van den correspondent
in hunne ongerechtvaardigde critiek ten op
zichte van het ijverige en kundige optreden
in de Iweede Kamer van den afgevaardigde
voor Oostburg kunnen zij niet goed praten.
Nu moet nog dienst doen, dat de heer V.
v. 0. meende, dat er in het comité tot het
verkrijgen van een R. H. B. S. in deze streek,
ook een socialist zitting had.
Wij weten niet of er een zitting in heeft,
maar zouden dit gansch niet erg vinden.
En dat er op het comité door deze gedachte
een smaad zou geworpen zijn, vinden wjj meer
dan bespottelijk.
Daar zijn waarachtig wel erger dingen dan
voor socialist aangezien te worden.
Zelandia is zoo verblind, dat ze zelfs niet
inziet, welke partij zich het meest met smaad
heeft overdekt.
Het einde van het afgeloopen jaar is anders
leerzaam genoeg geweest in dat opzicht.
Maar in naam van de coalitie mag niet ge
oordeeld worden over de coalitie.
Een passage uit een artikel van de Beukelaar,
het zelfstandig christelijk orgaan van mr.
Van de Laar
Uit den aard der zaak heeft de heer Colijn
als kamerlid en officier over deze kustverde
diging zijn oordeel min of meer gereed, doch
het is zeer onwaarschijnlijk, schier niet moge-
Novelle van
ERNST ZAHN.
24)
„Nu, Jozef Ehrler, dat was voor de derde
maal Ik houd woord 1"
Een poosje bleef bij nog in de zaaltoon
ging ky naar de gelagkamer, liet zich een
flesch kraebtigen, Italiaanschen wijn geven,
waarvan hij snel na elkaar eenige glazen door'
de keel goot, en verliet toen, zonder nog een
blik in de zaal te werpen, onopgemerkt het
buis.
Toen Ini en Jozef voor het eerst samen be
gonnen te dansen, bad zich een wonder gevoel
van geluk van beiden meester gemaakt. Zelfs
Ini vergat voor een oogenblik de kloof, die
ze wist, dat tusscben haar en Jozef bestond,
60 PP11.1' ?°genblik werd het haar op een
maal duidelijk, dat ze hem lief had. Toen
voelde ze een lichten druk van zijne hand,
en deze was voldoende om haar te wekken
uit haar zoeten droom. Onwillekeurig week
ze eemgszins terug. De harde, afwerende trek
kwam weer op hare Pppen, zoodat hy haar
lijk, dat een Indisch officier, hij moge nog
zoo bekwaam zijn, plotseling een dergelijk
voorstel tot in alle bizonderheden toe kan be-
oordeelen. Hiervoor is eeD feitenkennis noodig,
die hij vrij zeker niet bezit, en dit te minder
bij den heer Colijn, die uiteraard bizonderlijk
aan Indische zaken zijn aandacht en studie
wijdde. En bezit men nu deze uitgebreide
feitenkennis niet, dan is het onmogelijk in
een paar dagen te beslissen of men een zoo
danig voorstel van zijn voorganger als eigen
voorstel kan overnemen en straks verdedigen,
dan immers staat men er nog zoo gansch
anders voor, dan immers heeft men de volle
verantwoordelijkheid. Een dergelijke beslissing
zou bijna roekeloos moeten geheeten.
En zoo kan haast niet verondersteld, dat
de heer Colijn zich in zake het voorstel kust
verdediging tot overname der plannen van
minister Cool zou hebben verbonden. Dan
echter zou de ministerraad de verdere plannen
in zake kustverdediging geheel afhankelijk
hebben moeten stellen van het na grondig
onderzoek te vellen oordeel van den heer
Colijn. Maar nu valt het ook moeilijk aan
te nemen, dat een ministerraad bij een zoo
dreigend tekort aan geldmiddelen een dergelijk
kostbaar plan toch voorstelt en dus van den
meest dringenden aard acht, om het aanstonds
bij wisseling van den minister van oorlog
wellicht gedeeltelijk, misschien zelfs geheel
terug te nemen al naar het oordeel van den
nieuwen minister van oorlog na zijn onderzoek
uitvalt. Zóó kan men schier niet aan deze
tweeheid ontkomen öt minister Colijn beeft
zich ietwat roekeloos gebonden óf de minister
raad heeft de verbetering der kustverdediging
niet van zoo dringenden aard geacht, als moest
worden verondersteld, wil het kabinet niet
aan finantieele roekeloosheid schuldig staan.
Uit den val van minister Cool en de be
noeming van den heer Colijn, maakt het week
blad -De Vaderlander» de gevolgtrekking
»Dat dr. Kuyper's invloed nog zeer
groot is, en dat mannen als Heemskerk
en De Savornin Lohman dergeljjke handel
wijze verdragen, is het beste bewijs, dat
ze weten, dat Ommen's afgevaardigde
lederen dag in staat is, als hjj dat wil,
de coalitie, en met de coalitie het
verbaasd aankeek. Toeu uu de dans uit was
verliet zo hem met een koel „Wel bedankt!"
Maar verhinderen kon ze uiet, dat hjj haar
nog herhaaldelijk uitnoodigde voor een daus.
Dan keken de blauwe oogen haar zoo smee-
kend aan, dat haar hart ineenkromp. Einde-
lyk voelde ze zich niet sterk genoeg meer
om de onrust en den strjjd in haar binnen
ste voor hem te verbergen, en ze besloot naar
huis te gaan.
Ongemerkt wou ze uit het huis sluipen en
verzocht Anton, dien ze by de deur zag staan,
haar even naar huis te brengen. Maar Anton
wiens vader wegens een lichte ongesteldheid
al naar bed had moeten gaan, kon niet goed
weg, daar hjj onophoudeljjk heen en weer
moest loopen tusschen kelder, keuken en ge
lagkamer. 6
Vóórdat Ini zjjo bedoeling had kunnen ra
den en verijdelen, had hjj Jozef Ehrler ge
roepen en gevraagd, of hjj haar thuis wou
brengen.
Jozef was maar al te graag bereid.
En Ini?
Een oogenblik stond haar hart stil van
schrik.
Hoe had ze haar best gedaan om nooit
met hem alleen te zjjn, en nu dit 1 - Ze
trachtte er zich nog uit te redden door te
zeggen, dat ze best alleen kon gaan, Jozef
mocht de anderen niet zoo vroeg verlaten.
ministerie, dat daarop rust, te doen ineen
storten. En dus wordt h. i. nog altjjd
de politiek van de rechterzijde beheerscht
door dr. Kuyper.
»Met deze omstandigheid zal aan de
linkerzijde terdege rekening moeten
worden gehouden. Dr. Kuyper is te ge-
duchter en gevaarlijker tegenstander in
de politiek, naar mate hij niets meer te
verliezen heeft, en dus slechts kan winnen.
Het is hem nu gelukt een volbloed
volgeling in het ministerie te krijgen, die
hem nooit zooals zelfs Talma en De Waal
Malefijt overkwam, open zal desavoueeren
Dat is de schaduwzijde van het optreden
van den heer Colijn als minister. En de
heele historie van de oplossing van de
crisis zal hen, die als wij, het Kuyperia-
nisme eene ramp voor het land achten,
tot dubbele voorzichtigheid aansporen
Wij hebben melding gemaakt van de motie
inzake Zondagsheiliging aangenomen door den
Zuid-Hollandschen Bond van Patrimonium.
En in de laatste vergadering van het hoofd
bestuur der Ned. Christelijke Patroonsvereeni-
ging Boaz is de volgende motie aangenomen
Erkennende de moeilijke positie, waarin
onze mannen, die eene verantwoordelijke positie
innemen, ten aanzien van het vraagstuk der
Zondagsrust menigmaal verkeeren, is het hoofd
bestuur eenparig van meening, dat eene op
vatting als die van minister Talma, moet leiden
tot consequenties, welke de christelijke Over
heid niet kan aanvaarden.»
De Vaderlander schrijft naar aanleiding
hiervan
Boontje komt om zjjn loontje. De heer
Talma heeft niet meer dan hij verdient. Wij
zouden natuurlijk niet gewenscht hebben, dat
hij aan het zelotisme van de heeren Pollema
en Duymaer van Twist zou hebben toege
geven dat ware onzinnig geweest. Maar als
deze leden zoo spreken, als de Zuid-Hollandsche
Bond van Patrimonium hun woord toejuicht
en als de christelijke patroonsvereenigiug
Boaz de opvatting van minister Talma in deze
zoo scherp afkeurt, dan kan de heer Talma
gerust zeggenIk oogst, wat ik gezaaid
heb. Jarenlang toch zijn de anti-revolutionaire
propagandisten het land doorgegaan om de
Het hielp haar niets, daar wou Anton vol
strekt niets van jbooren. En dns schikte ze
er zich in met een bezwaard hart.
Het zal zoo wat middernacht zjjn geweest,
toen ze buiten kwamen een heerlijke nacht.'
Bewonderend bleven ze beiden een oogenblik
staan. Ledig en stil lag de weg daar vóór
hen, donker stonden de huizen aan den kant
hoog en duister op {den achtergrond de
dennen en rotsen, en daar, waar in het Wes
ten het dal was afgesloten, boven den groo-
ten Rotfin, stond de maan. Langzaam, spook
achtig vloeide haar zilveren licht over het
ijs. Al langer werd het schijnsel, hoe hooger
de stille maan steeg; reeds verlichtte ze
het andere einde van het dorp, terwjjl de
plaats, waar Ini en Jozef stonden, nog geheel
in het duister was gehuld.
„Hoe schoon" fluisterde Ini, terwijl ze zoo
zy aan zjj voortschreden.
Jozef gaf niet dadelijk antwoord, plotseling
echter vroeg hjj, als ontwakend uiteen droom
„Ini, denk je nog dikwijls aan den tjjd,
toen we kinderen waren Zjjn stem klonk
zoo zacht, alsof hjj nog sprak tot het kleine
meisje van toen, en de hare vormde daarmee
een buitengewoon kontrast, toen ze hard en
luid de woorden sprak
„Neen, daar denk ik nooit aan. Dat is al
te lang geleden, en we zjjn sedert dien tyd
veel te veel veranderd."
kiezers op te roepen voor de eere onzes Gods,
die door de liberalen zou worden aangerand,
die met zijn Woord in bet Staatsleven niet
wilden rekenen, speciaal niet met het vierde
gebod omtrent de Zondagsheiliging.
En nu komt de coryphee dier propagandisten
achter de ministerstafel met eene buitengewoon
groote meerderheid achter zich, en hij wordt
tot de erkentenis gedwongen, dat het hem als
bewindsman onmogelijk is speciaal Calvinis
tische wenschen te vervullen, m.a.w., dat hij
in dergelijke zaken als de onderhavige niet
anders kan optreden dan een vrijzinnig minis
ter zou doen.
Zou dit alles er niet toe moeten leiden, dat
men nu eens ophield bij verkiezingen den
geloovigen voor te preeken, dat het stemmen
op de candidaten der coalitie ook maar eenige
beteekenis zou hebben omtrent het vervullen
van wenschen in ons Staatsleven, die aan het
Bijbelwoord zijn ontleend? Ons dunkt, dat
de last, dien de heer Talma op dit oogenblik
van zijn vroegere uitingen in deze ondervindt,
wel geschikt is om de anti -revolutionaire pro
pagandisten tot nadenken te brengen.
Zondagsrust.
Door den Minister van Waterstaat is de
medewerking van den Minister van Oorlog
verzocht, om het algemeen streven naar de
Zondagsrust van het personeel in Staatsdienst
zooveel mogelijk te bevorderen.
De Minister van Oorlog heeft bepaald, dat,
ter bevordering van de Zondagsrust van de
postambtenaren, dienststukken, welke geen
spoed vereischen, niet das Zaterdags na 12
uur 's middags ter post bezorgd zullen worden.
Nieuwjaarsbal ten Hove.
H. M. de Koningin droeg Vrijdagavond op
de galasoirée ten Hove een lichtblauwe bal
japon van gebloemde zijde, met het lint der
Orde van den Nederlandschen Leeuw over het
corsage en een diadeem op het hoofd H. M.
de Koningin-Moeder was in een donker-violet
kleed, waarop een groote parure van brillanten
schitterde. De Prins was in generaalstenue,
versierd met de sjerp van den Nederlandschen
Leeuw.
Z. K. H. heeft met vele gasten een gesprek
gevoerd, in het bijzonder met den luitenant-
generaal Van Heutsz, oud-gouverneur-generaal
„Te veel veranderd Waarom dat, Ini
Kan het dan niet weer zijn zooals vroeger
kannen wjj niet vrienden zjjn
Hjj had hare hand gegrepen en onwille
keurig bleven ze staan in de schaduw van
een huis. Ini had hare oogen neergeslagen,
ze wist wat nu komen zon en was er bang
voor. Haar borst bewoog zich heftig, en als
uitgeput sloeg ze haar handen ineen, haar
rechter nit de zijne trekkend.
Hartstochtelijk ging Jozef voort
„Ini, waarom beo je zoo vriendelijk tegen
de anderen tegen Anton en tegen mij
altijd zoo koel en trotsch Wat heb ik je
gedaan
„Waarom vraag je dat? Dat weet jezelf
heel goed. Anton is sedert mijn kindsheid
mijn vriend gebleven, jij was het alajongen;
dat je het na niet meer bent, is je eigen
wensch geweest."
Als schuldbewust zweeg hij een oogenblik,
toen vervolgde hij met nog meer aandrang
„Vergeef me, dat ik verkeerd gehandeld
heb, en laat me opnieuw je vriend zijn, kind."
Zacht en smeekend werd het gezegd, maar
plotseling voegde hy er mat klimmende aan
doening by„Neen, laat me meer voor je
zijn, Ini, ik heb je zoo lief 1"
Nu was het er nit wat ze al lang bad
geweten, wat haar ziel met heimelyken jnbel
vervulde. Overweldigd door het gevoel van
DE ADMIMSTRATIE.