Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. „Voorhoede" of „Kampioen." Stoelend op denzelfden wortel. TE LAAT. No. 2130. Woensdag 4 Junuari 1911. 22e jaargang LEZER, FEUILLETON. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiteD Ter NeuzeD. Voor België 95 cent by vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen by alle Boekbandelaren. Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. Mo 15 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelyk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen. zend ons de adressen van personen die naar Uw meening ons „Vrijzinnig Blad,' krachtens hun beginsel, moeten steunen, en wij belasten ons gaarne met de toezending van eenige proef nummers. Naar aanleiding van onze afkeuring over het onwaardig geschrijf van Zelandia betref fende het flinke optreden van den Heer Vor- sternmn van Oyen wordt ons door dat blad indachtig gemaakt, dat het bekende blad van Mr. Aalberse niet Kampioen heet. Bij het nazien der proeven blijkt ons, dat we bij vergissing werkelijk den verkeerden naam hebben laten staan. Het betreffende blad, dat indertijd Zelandia eene duchtige, maar welverdiende terechtwijzing gaf, heet »De Voorhoede.Wij herstellen met genoe gen deze vergissing. Daarmede blijft evenwel de beschuldiging ten opzichte van Zelandia ten volle gehandhaafd" Wel verre, dat Mr. Aalberse in een schater lach zal uitbarsten over eene naamsvergissing, zal hij waarschijnlijk met ons de onchristelijke critiek van de Zelandia ten volle afkeuren, waarvan hij, als gemeld, ook reeds vroeger deed blijken. Verbolgen waren wij op Zelandia en haren briefschrijver niet. Wij achtten het alleen noodig in het openbaar op te komen tegen de vergiftiging der volksmeening door dat blad. Zelandia heeft het ons reeds gewoon ge maakt zonder sterke aandoeningen hare artike len, die zoo dikwijls van gebrek aan moraal en christelijkheid getuigen, door te zien. Verbetering in baar optreden zullen wij gaarne zien, maar onze verwachtingen zijn dienaangaande niet hoog gespannen. Wel zullen we zoo nu en dan trachten tot goede voorlichting van het publiek de scheeve voorstellingen van het blad een beetje recht te zetten. Novelle van ERNST ZAHN. 22) De Zondag van de kermis brak aan, een heerlijke, onbewolkte zomerdag. De morgen godsdienstoefening was iets vroeger begonnen en nn juist afgeloopen. In scharen trokken jonge en oudere mannen naar het schietter- rein, dat iets buiten het dorp lag. De school jeugd was hun reeds vóór geweest, om vooral geen enkel schot te misseD, dat heden zou worden gedaan. Als beste schutter van het dorp werd ongetwijfeld Veri Haller beschouwd, vlak daarop volgden enkel eenige gemsjagers, die wat ouder waren, en van de dorpsjongens Jozef Ehrler. Het schieten begon; heisa hoe snel, knal op knal. Er werd zeeUjsoed geschoten, doch met overweldigende meerderheid van punten stond Veri Haller bovenaan. Hy had heden bjjna spelend alle anderen achter zich gelaten en het van vier der beste schutters gewonnen De Standaard deelt mede, dat in meer dan één orgaan van rechts de vrees is geuit, of de wijze waarop de heer de Savornin Lohman »ook nu weer* fel en bitter dr. Kuyper per soonlijk te lijf ging, geen gevaar oplevert voor het voortbestaan, of althans voor de hechtheid der coalitie. Ons dunkt, waar het een man geldt van zoo groote verdiensten en van zoo vele uit nemende eigenschappen, moet men aldus dr.Kuypers orgaan -- de min gelukkige hebbelijkheden er op den koop bij toenemen. Nu is de heer Lohman van een alleszins vriendelijke natuur, mits zijn temperament hem met de baas wordt. Dan toch stuift hij op, spreekt en handelt in de drift van den harts tocht en voert een polemiek, waarvan we zeker zyn, dat hij er zelf naderhand leed over draagt. Dat dit verzaken van de broederlijke liefde soms in hooge mate kwetsend is voor wie er het slachtoffer van wordt, behoeft -- gaat de Standaard voort geen betoog. Maar gevaar voor de coalitie zou er eerst in liggen, zoo de aangevallene met gelijk temperament be hept was. Daar dit nu in casu niet zoo is, eer het tegendeel, gelooven we niet, dat er van kwaad bloed zetten sprake zal zijn. Van die zijde dreigt het gevaar voor de coalitie uit dien hoofde niet. Toch mag er van den anderen kant wel op gelet, dat "nog eigei gevaar niet uit een heel anderen hoek op kome zetten. Een coalitie toch is ondenkbaar en onbe- staan jaar zonder het plegen van gemeen schappelijk overleg, en al zulk overleg wordt afgesneden, zoo de stellige zekerheid gaat ontbreken, dat het een zoo stipt vertrouwelijk karakter draagt, dat het geheim ervan nimmer worde geschonden, noch half, noch heel. Een samenkomst tot het houden van zulk overleg is een krijgsraad, en zoo dus wie ook, omdat het hem tegenliep, ten aanhoore van den vyand, allerlei uit dien krijgsraad publiek gaat vertellen, voelt een ieder met welk woord men zulk een gedraging zou moeten bestem pelen. Stuit dit, en de coalitie staat weer op veilig. De Nederlander is hierop het antwoord niet schuldig gebleven. Eerst constateert het Christ.-Hist. orgaan dat op zijn vragen geen antwoord gegeven bij hun tweede schot. Met een zegepralend lachje trad hij van de standplaats terug, overtuigd, d»t niemand het hem zou nadoen. Jozef Ehrler was nog niet op het terrein verschenen. Nu kwam bjj aan in gezel schap van zijn vader. Eenigen van de aanwezigen vertelden hem dadelijk van den voorsproog, dien Veri reeds had, en deze zelf riep„Nou, Ehrler, wil je me nog overtreffen, hé?" Er lag een groote zekerheid in zijn toon. Jozef ging met e^n kalm: „Dat zullen we nog eens zien," achter zgn vader staan, die het sehiet-geld voor beiden had betaald, en nu aanstalten maakte, zjjne drie schoten eerst te doen. Hij schoot good, maar slaagde er op verre na niet in, eenige gelukkigen, lie vóór hem geschoten hadden, op zy te streven, en moest als nummer tien op de lijst genoteerd worden. Nu kwam Jozef aan de beurt. Volkomen kalm ging hg op de aangewezen standplaats staan, alleen zijn vastgeklemde lippen bewezen, dat °ok hy in buitengewone spanning ver keerde. Toen hij het geweer tegen zijn schouder aanlegde, doemde voor een oogenblik een lie felijk meisjesgelaat voor zgn geestesoog op en het was hem alsof hg heden al zgn be hendigheid er bg moest te pas brengen om dien anderen te overwinnenmisschien dat hem dan een bewonderende blik uit lui Ber- ordt, dat De Standaard niets van het betoog van de Nederlander aan zijn lezers mededeelde, om vervolgens de Standaarddriestar geheel af te ch ukken, waarop het blad dan het volgende antwoordt «De lezer kan nu zelf beoordeelen welke middelen de redacteur van de Standaard te baat neemt, ooi dr. Kuyper schoon te wasschen. »0p de vijf door ons gestelde vragen waarvan geen enkele, zooals de Stand, beweert, den persoon van dr. K. betreft, doch die allen op de politieke daad van den leider betrek king hebben geen enkel bescheid Daarentegen een felle uitval tegen den persoon van den heer Lohman, waarbij men zich te vergeefs afvraagt, wat diens persoon of karakter te maken heeft met de zaak in quaestieeen uitval die te onbegrijpelijker is, omdat niemand, bij deze gelegenheid althans, van drift en opstuiven bij dat Kamerlid iets bespeurd heeft. Misschien doelt het blad op de felheid van onze critiek, die zij natuurlijk aan onzen hoofdredacteur toeschrijft, eene fel heid die wij niet ontkennen maar eene felheid die het gevolg is van verontwaardiging, is iets anders dan een uitting van drift en kan zeer goed geoorloofd zgn. Het merkwaardigste in dit stukje is, dat schrijver, die geen antwoord kan geven op de vraag, op welke geheime conferentie wij ons hebben beroepen of wat door ons uit die conferenties is medegedeeld die valsche be schuldiging in nog krasseren vorm herhaalt. Denkt hij dat 'n besliste onwaarheid, door haar te herhalen, waarheid wordt? Wat wij mededeelden, heeft niets uit te staan met de conferenties, en uit de conferenties is niets door ons medegedeeld. ,,.*.9e bedoeling van de Standaard is overigens blijkbaar. Nu, door den man zelf die steeds op overieg« aandrong en coalitie predikte, die coalitie in gevaar is gebracht, moet ge poogd worden een ander daarvan de schuld te geven. »Maar de Standard vergist zich, als zij meent op die wijze ons den mond te kunnen snoeren. De feiten zijn trouwens, ook zonder onze toelichting, duidelyk genoeg. En wat de coalitie aangaat, wij achten haar wel in 's lands belang, doch niet in die mate, dat daaraan alle andere belangen ondergeschikt zgn. En het op dit oogenblik omverkegelen van een Minister van Oorlog, zonder een uitgesproken ernstig motief, schijnt ons met een onzer gers donkere oogen ten deel zou valleo. Het eerste schot knalde en trof in het zwart maar sterk naar rechts, het kon middelmatig genoemd worden. Daar echter van de drie schoten, die iederen schutter werden vergund, alleen het beste meetelde, was er nog niets verloren. Woder hief hg net geweer op, we der vlamde het en de kogel trof dicht naast den anderen. Een hoonend gelach klonk uit Veri's mond. Volkomen kalm laadde Jozef ten derde male. Toen hg weer aaulogde, mikte hg langer en zorgvuldiger, toen vuurde hg. Een oogenblik was het doodstil en vol spanning keek ieder naar den aanwjjzer, die het aantal punten aangaf. En toen toen weerklonk er eeu luid gejubelvlak bg het middelpunt zat de kogel. Het aantal punten van Veri was bereikt, hij en Jozef stonden gelgk. Het gelaat van den eerste was bleek gewor den van kwaadheidJozef legde, sehgnbaar volkomen kalm, het geweer neer. Toen vroeg de secretaris van het gezelschap, of ze nu dadeljjk het beslissende schot wilden doen, en Jozef keek nu voor het eerst znn mededinger in het gezicht. Een stekende blik trof hem uit de kleine, zwarte oogen, dien hg met een spottend lachje beantwoordde. Toen riep Veri; „Natuurlgk schieten we dadelgk! van drie schoten ééu goed, dat beduidt nog hoogste landsbelangen vierkant in strijd, en om de wijze waarop dit geschied ia, tevens met de eischen die een politieke coalitie mee- brengt c Dat behalve de jacht naar meerdere en hoogere subsidies voor het onderwjjs zoo goed als mets de partijen rechts samenhoudt, hebben we reeds meermalen in het licht gesteld. Telkens bljjkt dit opnieuw. Bij den post voor openbare leeszalen stemden de chr-histonschen met de linksche groepen mede Zonder hun steun was dit voorstel gevallen. Algemeen wordt de mooie rede van Dr. de Visser bij de linksche bladen geprezen. Bg deze gelegenheid gaf deze blijken van eene ruime opvatting en een onbevangen blik. De katholieke bladen zijn minder goed te spreken over dit optreden hunner coalitie broeders. De Tijd geeft zelfs in overweging nu ook maar de Staatsloterij uit te breiden. Het is bekend, dat de Katholieken hier in het geheel met tegen zgn, ja deze zelfs om verschillende redenen goed achten. De Tijd zegt, dat de katholieke party met links samen sterk genoeg is om die uit breiding er door te jagen. Dat zou zeker mogelijk zgn. Toch ge looven wy, dat het blad, als de eerste toorn geweken is, wel angstvallig zal waken, dat nog geene breuk in de coalitie komt. Toch zijn zulke uitingen, teekenend voor den geest, die in de coalitie groepen heerschend is. De nieuwe Minister van Oorlog. Uit 's-Gravenhage wordt gemeld Bij Koninkl. Besluit is ter vervanging van generaal-Majoor Cool, wiens ontslagaanvrage is aangenomen, benoemd tot Minister van Oorlog dhr. H. Colijn, lid van de Tweede Kamer voor Sneek, oud-hoofdofficier van het Indische leger, en zulks met ingang van 4 Januari aanstaande. (De heer H. Colijn is 22 Juni 1869 te Haarlemmermeer geboren. In 1892 werd hjj benoemd tot tweede luitenant bij het Indische leger, als hoedanig hij deelnam aan de expe- mets I Laat kyken, Ehrler, wie zal winnen, als het er maar om één te doen is I Het toeval is je straks gunstig geweest, nu komt het er op aaD, je kunst te toonen Die groote woorden hadden een algemeen gemompel van misnoegen tengevolge en de secretaris, een oude, beproefde schutter, riep: „Maak maar niet zooveel praatjes, Veri, schiet dat we kunnen zien, hoe het afloopt Terwyl Veri zjjn geweer laadde, stond Jozef op eenigen afstand tegeo de schutting aan ge leund. Zgn borst zwoegde. De nu volgende wedstrgd maakte hem veel zenuwachtiger dau de oerste. Als hjj nu het onderspit moest delven, kon hjj zeker zyu van Veri's spot, en de anderen zouden zich wel laten meesieepen en er mee instemmen. „Overwonnen, en dat door haai" een heette blos steeg hem naar de wangen ais h(j er aan dacht, hoe spotachtig lni zou lachen, ais ze de uitkomst van het schieten vernam. Daar brandde Veri's geweer af. Een bravo weerklonk uit den mond van eenigen, die vooraan stonden. Veri had 47 punten gewon- Als nat een droom ontwakend, schrikte Jozef op en nam toen Veri's plaats in. Zijn baud beefde, toen hjj het geweer opnam en een oogenblik schemerde hem alles voor de oogen. Toen haalde hjj diep adem en bracht met inspanning van al zgn wilskracht zgn SBLAD. DE ADMINISTRATIE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1911 | | pagina 1