TERNEUZENSCHE COURANT
Tf
Buitenland
DE SEINER OP ZUN POST
10.604
VRIJDAG 28 APRIL 1944
84e Jaargang
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
DUITSCH WEERMACHTSBERICHT."
Sovjet-aanvallen verijdeld bij
Dnjestr en Jassy.
VON PAPEN NAAR DUITSCHEAND
HOOGSTE ONDERSCHEIDING VOOR
DAPPERHEID VERLEEND.
W&m
ISip
0.
VERSOHIJNT EEDEKEN DINSDAG- EN VRLTDAGAVOND.
Directeur: L VAN DE SANDE Hoofdredacteur: N. J. HAUTE - Temeuzen - TeL 2298
Het opperbevel der weermacht paaakte
Donderdag bekend:
In het gebied van Sebastopol hebben de
Sovjets ook gisteren slechts vergeefsche
plaatselijke aanvallen ondemomen.
Een groep slagvliegers, onder bevel van
majoor Frank, heeft in den tijd van 12 tot
26 April boven de Krim, in luchtgevechten
106 vijandelijke vliegtuigen vernield en 28
andere op den grond vernietigd.
A an den beneden-Dnjestr hebben de bol-
sjewisten hun aanvallen voortgezet. Alle
doorbraakpogingen zijn met groote verlie-
zen voor den vijand afgeslagen. Formaties
van het luchtwapen hebben doeltreffend in
deze gevechten ingegrepen.
Ten Noorden van Jassy zijn de Sovjets
met sterke strijdkrachten tot den aanval
overgegaan. De aanvallen mislukten door
den taaien tegenstand van de Duitsche en
Roemeensche troepen. Plaatselijke pene-
traties werden afgegrendeld. In dit ge-
vechtsgebied heeft zich op 25 April een
formatie stormgeschut van de pantser-gre-
nadierdivisie Grossdeutschlaod, onder bevel
van eerste-luitenant Diddens, bijzonder on-
derscheiden.
Bij het landingshoofd van Nettuno leid-
den plaatselijke eigen aanvallen tot positie-
verbeteringen. Vijandelijke tegenaanvallen
bleven zonder succes. Van het Zuidelijke
front wordt slechts wederzijdsche activiteit
van stoottroepen gemeld.
In den nacht van 24 op 25 April kwam
het in het zeegebied ten Noorden van Elba
tot herhaalde harde gevechten tusschen
lichte zeestrijdkrachten en vijandelijke tor-
pedobootjagers, motortorpedobooten en
jachtbommenwerpers. Hierbij werden drie
vijandelijke motortorpedobooten tot zinken
gebracht, twee er van door bewapende
veerbooten der. marine.
Twee vijandelijke vliegtuigen werden
neergeschoten.
Het eiland Ml jet in de Adriatische Zee,
werd na harde gevechten van communis-
tische benden gezuiverd.
Amerikaansche bommenwerpers zijn gis
teren het gebied van Brunswijk binnenge-
vlogen en hebben uit een gesloten wolken-
dek lukraak bommen geworpen, die slechts
geringe schade hebben aangericht. Trots
de moeilijke afweeromstandigheden zijn
acht vijandelijke vliegtuigen neergeschoten.
In den afgeloopen nacht drongen afzon-
derlijke vijandelijke vliegtuigen het Midden-
en Noord-Duitsche gebied binnen. Forma
ties Britsche bommenwerpers deden ter-
reuraanvallen op plaatsen in het Roerge-
bied en in Zuidwest-Duitschland. Er ont-
stond ten deele aanrnerkelijke schade, voor-
al in Essen en Schweinfurt. De bevolking
leed verliezen. Luchtstrijdkrachten vernie-
tigden 41 viermotorige terreurbommenwer-
pers.
In den nacht van 25 op 26 April stieten
Duitsche torpedobooten ten Westen van de
Golf van St. Malo op een formatie Britsche
kruisers en torpedobootjagers. In harden
strjjd werd den vijandelijken eenheden
zware scliade door torpedo- en artillerie-
treffeis toegebrach't. Een eigen torpedo-
boot ging verloren.
Formaties zware Duitsche gevechtsvlieg-
tuigen hebben in den afgeloopen nacht de
aanvallen op scheepsconcentraties aan de
Engelsche Zuidkust met goede uitwerking
voortgezet.
ROEMEENSCH WEERMACHTSBERICHT
BOEKAREST. Het opperbevel van het
Roemeensche leger maakt d.d. 27 April be
kend In het bruggenhoofd Sebastopol
plaatselijke aanvallen, zonder succes. Aan
den benedenloop van den Dnjestr werden
de doorbraakpogingen met bloedige verlie
zen afgeslagen. Ten Noorden van Jassy
zijn felle gevechten aan den gang met de
door tanks gesteunde sterke strijdkrachten
van den aanvallenden tegenstander. Eenige
plaatselijke penetraties werden afgegren
deld of in een tegenaanval verkleind.
Aan den Pascani en in de bergen van
Boekowina geen bijzondere gebeurtenissen.
E3TAMBOEL. Von Papen. de Duitsche
gessant in Turkije is per vliegtuig naar
Duitschland vertrokken voor het uitbren-
gen van rapport.
AN GLO-AMERIKAAN SCHE VLIEG
TUIGEN BOVEN ZWITSERLAND.
BERN. Anglo-Amerikaansche vliegtui
gen hebben in den nacht van 26 op 27 April
boven Zwitserland gevlogen.
DCITSCHL A NHS „TWEEDE FRONT".
De militaire medewerker van het D.N.B.,
Martin Hallensleben schrijft met betrek-
king tot den luchtoorlog, dat de verhoogde
activiteit van de Anglo-Amerikaansche
eskaders boven West-, Zuid- en Midden-
Buropa, die door de Engelschen de lucht -
invasie' wordt genoemd, ongetwijfeld ten
poel heeft het Duitsche afweerpotentieel te
verzwakken en de strategische en tactische
bewegingsvrijheia van den verdediger te
belemmeren. In hoeverre deze z.g. ,,lucht-
invasie" de voorbode is van de eigenlijke
invasie is niet belangrijk in verband met
het feit dat de Anglo-Amerikanen met de
door hen tot dusver in den strijd geworpen
middelen het eene noch het andere hebben
bereikt en zooals de zaken thans staan
ook niet kunnen bereiken.
Het dient steeds in het voomemen te
liggen van een partij, die zich gereed
maakt voor den algemeenen aanval, om
den vijand reeds tijdens het voorspel te be-
rooven van een zoo groot mogelijke vrij-
heid van handelen. Dit is een voorwaarde
voor de kans om bij een aanval succes te
hebben. De gunstige strategische positie
veroorlooft den Duitschers om bij het in
werking treden van het vijandelijke invasie-
apparaat alle mogelijkheden voor een ver-
dubbeling van krachten uit te buiten, die
voortvloeien uit het feit, dat de Duitschers
op de binnenste linie strijden. Het moet
automatisch het eerste doel van de Engel
schen en Amerikanen zijn om deze natuur-
lijke krachten van de Duitsche positie
minstens in zooverre uit te schakelen, dat
de Strijd eenigszins met gelijke krachten
kan beginnen. 'Zij streven dan ook gezamen-
lijfc naar dit doel met de poging om tege-
lijkertijd den actieven Duitschen lucht-
afweer op beslissende wijze te verzwakken.
Zij ondervinden hierbij iederen dag weer
tot hun groote verbazing, dat zij in beide
dingen niet slagen, dat het overwicht van
de totale Duitsche kracht, die zij dachten
volledig gebroken te hebben, gebaseerd is
op onjuiste veronderstellingen, die hun
reeds thans duur te staan komen en dat
de Duitsche productie bijna iedere week
nieuwe eskaders naar het tweede front
stuurt.
Het tweede front, daarmede bedoelt men
in kringen van den generalen staf van de
Duitsche luchtmacht die op den achter-
grond staande strijdkrachten, die pas bij
een invasie in den strijd geworpen zullen
worden, maar dan op een wijze, die des-
kundigen nu reeds in het bijzonder met be-
trekking tot de uitwerking bijzonder krach-
tig noemen.
In dit verband schijnt het juist te zijn
er eens op te wijzen, dat de Duitsche weer
macht sedert jaren in staat was het mil-
lioenenleger aan het meer dan 2000 kilo
meter lange front in het Oosten van al het
noodige te voorzien, niettegenstaande de
aanvoerwegen bijzonder lang waren en nog
zijn, aanvoerwegen, die onder vijandelijk
vuur liggen en door benden onveilig worden
gemaakt. De ervaring heeft hier echter ge-
teerd, dat alle schade binnen enkele dagen
door de Duitschers hersteld en een georden-
de aanvoer snel gewaarborgd kan worden.
In het Westen echter beschikken de
Duitschers over een uitstekend net van
spoorlijnen en wegen en over een luchtver-
binding met korte afstanden. Hier kan het
verkeer in het geheel niet ernstig in ge-
vaar worden gebracht
Wat betreft de tweede these, nl. het uit-
schakelen van de Duitsche productie van
jagers, moet men zich realiseeren, dat de
geheele vliegtuigproductie van Duitschland
zoo sterk gedecentraliseerd en gewaar
borgd is, dat zij van de lucht uit niet ern
stig getroffen kan worden. In hoeverre de
fabrieken en producenten in onderaardsche
bedrijven werken, kan om begrijpelijke
redenen niet in procenten worden aange-
geven. Voldoende is de verklaring, dat de
Duitschers de verhoogde vijandelijke aan-
valsactiviteit gericht tegen de produetie-
centra van hun luchtmacht, voorzien heb
ben en voldoende voorzorgsmaatregelen ge-
nomen hebben lang voordat de verhoogde
Engelscli-Amerikaansche activiteit in de
lucht begon.
De Fiihrer heeft, volgens D.N.B., het
eikenloof met zwaarden en brillanten bij
het Ridderkruis van het IJzeren Kruis ver-
leend aan den SS-Gruppenfiihrer en luite-
nant-generaal der Waffen-SS. Herbert
Gille, commandant van de SS-pantser-
divisie ,,Wiking", als twaalfden soldaat van
de Drlitsche weermacht.
SS-Gruppenfiihrer en luitenant-generaal
der Waffen-SS Gille werd reeds in den eer-
sten wereldoorlog onderscheiden met het
ijzeren kruis eerste en tweede klasse. De
hierbij behoorende spangen verwierf hij in
Polen en het Duitsche Kruis in goud tijdens
den veldtocht in het Oosten. In den zomer
van 1942 werd Gille tijdens de gevechten
ten Zuiden van de Don als commandant
van een SS-regiment artillerie onderschei
den met het Ridderkruis. In Mei 1943kreeg
hij als Divisiecommandant de leiding over
de roemrijke SS-pantserdivisie Wiking.
Gruppenfiihrer Gille werd in het jaar 1897
in Gandersheim in de Harz geboren.
DE KOMENDE INVASIE.
Atlantische wal zal beslissend zijn.
Sinds eenige dagen rapporteerem, vol
gens C.D., de vliegers van de Duitsche
luchtverkenning toenemende beweging in
de havens van Zuid-Oost-Engejand. Of
,,dag d.", het tijdstip, waarop volgens de
plannen van Eisenhower's hoofdkwartier,
de invasie zal beginnen, onmiddellijk voor
de deur staat of niet, kan uiteraard nie-
mand voorspellen. De berichten van Duit
sche zijde geven echter wel zeer duidelijk
te verstaan, dat men met deze mogelijk-
heid ernstiger rekening houdt dan ooit te
voren.
De overgroote meerdeirheid der militaire
deskundigen, die zich in het afgeloopen
jaar met de problemen eener eventueele
invasie Ihebben bezig gehouden, kwam toi
de volgende conclusie: 'Het gunstigste
oogenblik voor eem invasie ligt in het voor-
jaar, wanneer de nachten nog niet al te
kort zijn, liefst zoo kort mogelijk na de
periode der voorjaarsstormen, wanneer de
zee geruimen tijd zeer rustig pleegt te
zijn, en dan ongeveer acht of tien dagen
voor de laat opkomende voile maan, opdat
de invasietroepen gedurende de donkere
nachten versterkingen kunnen ontvangen
en, zoo weinig mogelijk gehinderd door de
vet'dedigers van de vesting-Europa, hun
nieuw verworven posities kunnen verster-
ken en uitbreiden. Het behoeft geen be-
toog, dat momenteel in elk opzicht aan
deze voorwaarden is voldaan. Het eenige
twijfelachrtige punt vormt nog het weer.
Er is reeds herhaaldelijk op gewezen, dat
de Duitsche legerleiding zich de invasie
niet vooirstelt als een massalen aanval op
een bepaald punt, doch dat zij rekening
houdt met een groot aantal landingen --
tien, twaalf of vijftien desnoods niet
alleen tusschen Brest en Vlissingen, maar
ook elders. De punten, die in dit verband
natuurlijk zuiver als veronderstelling
het meest worden genoemd, zijn de Lofo
ten, die den toegang tot Narvik controlee-
ren, alsmede het gebied van Drontheim en
Bergen in Noorwegen, het gebied van Bor
deaux en Marseille in Frankrijk en het
gebied van Genua in Italie.
In Duitsche militaire kringen Lioort men
steeds weer de meening verkondigen, dat
de geallieerden alles op alles zullen moe-
ten zetten voor een firontalen aanval op
het hart van het Atlantische bolwerk tus
schen Cherbourg en Duinkerken.
Een tweede punt, dat in Duitsche mili
taire kringen als het mogelijke doel van
eea massalen geallieerden aanval wordt
genoemd, is de Duitsche Noordzeekust en
Denemarken.
Van geallieerde zijde wordt de invasie
geregeld voorgesteld als de grootste on-
derneming in dezen oorlog en van Duitsche
zijde heeft men deze bewering nooit tegen-
gesproken. Zou het hoofdkwartier van
generaal Eisenhower gelegenheid krijgen
zijn krachten volledig te ontplooien, dan
zal alleen bij de operaties in West-Europa
generaal Montgomery de beschikking heb
ben over twee en een half tot drie millioen
man, luchtmaarschalk Tedder zal tegen de
10.000 vliegtuigen onder zijn bevelen heb
ben, waarvan minstens 3000 viermotorige
bommenwerpers, terwijl admiraal Land
zonder eenigen twijfel zeer belangrijke
vlootstrrjdkrachten ten dienste zullen
staan. Het lijdt geen twijfel of de geal
lieerden maken zich geen illusies omtrent
de kracht van den Duitschen afweer.
Vast staat, dat de Engelschen op zeer
groote schaal parachutisten hebben opge-
leid, terwijl de Amerikanen over een uit-
gebreide luchtinfanterie beschikken. Het
wordt waarschijniijk geacht, dat Engelsche
transportvliegtuigen de parachutisten over
uitgestrekte gebieden tot ver buiten het
tooneel van de eigenlijke invasie zullen af-
zetten en dat de „gliders" groote zweef-
vliegtuigen der Amerikaansche lucht
infanterie tot diep in het binnenland zul
len landen. De cogetwijfeld zeer sterke
luchtstrijdkrachten der gealliereden mogen
in staat worden geacht om zoowel de para
chutisten als de luchtinfanterie geregeld
van wapens en proviand te voorzien en
hen met aanvallen van jachtkruisers in
scheervlucht te ondersteunen. Het be-
ztyaar blijft echter, dat het zoo goed als
ondoenlijk is, kleinere formaties in vijan
delijk gebied door de lucht van zware
wapens te voorzien. De Amerikanen maken
j thans melding van een ,,vliegende tank",
naar het schijnt ten tank, die met beman-
ning en munitie door een glider" wordt
get r anspor teerd
Men mag aannemen, dat Eisenhower,
zoo hij voldoende parachutisten en lucht
infanterie in den strijd werpt en zich niet
laat afschrikken door de aanvankelijk on-
vermijdelijk zware verliezen, in staat is
om zich met behulp van deze troepen in
't bezit te stellen van belangrijke posities
in het door de Duitschers bezette gebied.
Waarde krijgt dit evenwel eerst, wanneer
het gros zrner troepen er in slaagt een
bres te slaan in de kustverdediging, en
contact te verkrijgen met deze vooruitge-
schoven posten. In Duitsche militaire
kringen spreekt men openlijk de verwach-
ting uit, dat de geallieerden niet alleen
zware verliezen, doch ook plaatselijke suc-
cessen zullen boeken. Alles staat en valt
echter met de vraag of de geallieerden
door het Atlantische bolwerk zullen heen-
komen of niet. Op dit punt is teen van
Duitsche zijde kennelijk zeer optimistisch.
OP INSPECTIE MET ROMMEL.
Tocht naar het „iandfront".
Op de wegen en straten van plaatsen, al
zijn ze nog zoo eenzaam en zoo klein, dat
zij soms nauwelijks meer dan 150 zielen
tellen, ontmoet men altijd Duitsche solda-
ten. Er is blijkbaar geen plek, waar hij niet
staat en waar hij niet de wacht houdt. Wij
hebben in den loop van den inspectietocht
van generaal-veldmaarschalk Rommel altijd
weer het woord „landfront" vernomen. Het
lijkt mij van belar.g, aldus schrijft Kriegs-
berichter Hans H. Henne in de ,,Briisseler
Zeitung", nu ook eens over dit front te
spreken, dat in de diepte van het land ge-
legen is en dat even sterk opgebouwd en
bezet is als het front aan de kust.
Op den inspectietocht van den veldmaar-
schalk vielen bij de ontmoetingen met de
commandanten geen hoffelijke gesprekken
en %een officieele redfevoeringen te hooren.
Dit zou tijdroovend zijn. De maarschalk
kwam aan, staple uit zijn auto, liet zich<
aan de hand .van de kaarten rapport uit-
brengen en deed toen steekproeven.
Met verbazing hebben wij steeds weer
gadegeslagen met welk een innerlijke vast-
Deradenheid, een zekerheid en tegenwoor-
digheid van geest officieren en manschap-
pen hun rapporten en verklaringen ver-
strekten. Onvergetelijk zijn de mededeelin-
gen van de commandanten der steunpun-
ten, die besloten met de woorden: ,,Wij
hebben bevel, dit steunpunt tot den laat-
sten man in het bezit te houden". De veld-
maarschalk vatte die woorden niet op als
iets bijzonders, doch als iets vanzelfspre-
kends.
,,Wat doet u, wanneer de vijand vol-
komen geruischloos met vrachtzweefvlieg-
tuigen midden in uw batterij landt?" vroeg
de veldmaarschalk aan een commandant
eener batterij. De kapitein wees op de
greppels, op de machingeweemesten, die
rondom de stellingen lagen en zeide wat
hij m dat geval dacht te doen. Maar de
veldmaarschalk was niet heelemaal tevte-
den. Hij zeide: ,,Let u op wat ik zeide, ik
wil aannemen, dat de vijand geruischloos
komt". En hij gaf -toen practische yvenken,
wat te doen om een landing uit de lucht in
elk geval te. doen mislukken. Hij besloot
met de woorden: ,,Denkt u er altijd aan,
elken dag en elk uur, dat men met alles
rekening moet houden. Nooit kunnen wij
met onze voorbereidingen gereed zijn. Het
is volmaakt onmogelijk bij ons om te zeg-
gen, dat wij klaar zgn."
Bloemen en niijnen.
Voor elken commandant komt het er
slechts op aan, alles nog meer te voltooien.
Nooit zal een geniale vestingbouwer tevre-
den zijn met wat hij gepreateerd heeft. Wij
zagen eens een verrukkelijke weide met
bonte voorjaarsbloemen, onder een heer-
lrjken hemel, een idylle van den vrede. De
veldmaarschalk gaf uiting aan zijn bewon-
dering en wij deden insgelijks, maar hij
voegde er aan toe: Wonderlijk wanneer
men bedenkt, dat onder deze bloemen
80.000 mijnen liggen." Een anderen keer
gingen wij door een woud met hooge boo-
men. Het waren prachtige stammen en
iemand zeide: .Prachtige boomen, niet-
waar? Hoe hoog zouden ze zijn, ik schat
ze op 8 meter. Wat zouden zij prachtige
hinderpalen vormen". Zij willen eenvoudig
aan niets anders denken, omdat hun de op-
gelegde taak en de verantwoordelijkheid
belangrijker toeschijnen dan al het andere.
De veldmaarschalk slaat acht op de
kleinste kleinigheden, overtuigt zich van
elke inrichting tot in bijzonderheden. Voor
elk practisch voorstel uit den troep kan hij
in geestdrift geraken. Daarvoor heeft hij
een open oor.
Groote veerkracht.
Van zes dagen in de week is hij er meest-
al vijf onderweg. Zijn lichamelijke en gees-
telijke veerkracht is bewondenswaardig en
zoo suggestief, dat zij overslaat op elkeen,
die met hem te maken heeft. Hij behoefde
slechts een blik op de kaart te werpen en
hij kende dit terrein alsof hij er sinds jaren
mee vertrouwd was, waarvan zijn vragen
en opmerkingen getuigen.
Na het officieele gedeelte van de inspec-
tie bezochten wij 's avonds nog een steun
punt. De zon ging onder. Beneden op het
strand werkten soldaten en ramden palen
in. Daar voor het eerst, tusschen deze
hard werkende mannen en met den blik
over deze voltooide hindernis, zag ik het
gezicht van den veldmaarschalk opklaren.
Hij liet zich door den onderofficier, wiens
gelaat straalde van vreugde en verrassing,
rapport uitbrengen en was niet karig met
zijn loftuitingen. Hij liet zich met de sol
daten fotografeeren, keek steeds weer uit
over het strand, dat hem aan het hart ging
en ging toen weg. In den auto zeide hij
nog: ,,Ik heb thuis nog 500 harmonica's,
die zal ik de volgende maal meebrengen.
Ze hebben het verdiend." Dat was als een
welverdiende onderscheiding.
DE AANVAL OP MINCHEN.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn:
Zoowel bevoegde kringen alhier als de
geheele Duitsche openbare meening noemen
den Maandagnacht op Munchen onder-
nomen Britschen terreuraanval een der
bruutste daden der Britsche oorlogvoering
in de lucht. Hij bewijst, zoo verklaarde
men in Berlijn, hoezeer Engeland zich ook
wat zijn methoden van oorlogvoering aan-
gaat, verdienstelijk maakt als gangmaker
voor het bolsjewisme. Uitroei'ing van alle
Europeesce cultureele waarden: dit parool
schijnt een vast bestanddeel var het Brit
sche oorlogsprogramma te zijn geworden.
In kringen der Duitsche luchtmacht wijst
men er met nadruk op, dat de aanval op
Munchen, wanneer men de sporen nagaat,
die hij achterliet, ondubbelzinnig het Duit
sche kunstcentrum gold. De thans reeds te
Berlijn en Munchen bekende stemmen uit
het buitenland bewijzen, dat men aller-
wegen de vemieling van de Munchener
kunstwerken niet ziet als een aangelegen-
heid, die alleen Duitschland aangaat, doch
evenals in Rome, Cassino, Rouaan en
Parijs als een verlies, dat de geheele
cultuur- en kunstwereld treft en armer
maakt.
Zoo zijn bij den jongsten luchtaanval op
de hoofdstad der beweging o.a. de oude
Pinacotheek, het Paleis Wittelsbach, de
Academie van beeldende kunsten, de Beier-
sche Staatsbibliotheek, het Odeon met de
Academie voor toonkunst en de Bonifacius-
basiliek aan de Britsche bommen ten offer
gevallen.
ZWEDEN'S ANTWOORD AAN
ENGELAND.
Het Zweedsche antwoord aan Engeland
in de kwestie van levering van kogellagers
aan Duitschland, is, naar te Stockholm ver-
luidt, overhandigd. Het antwoord zou wel-
iswaar hoffeMjk, doch negatief zijn. Zwe-
den heeft, naar het heet, naar voren ge
bracht, dat het aanvaarden van het ver-
zoek der Geallieerden een eenzijdige ver-
breking zou beteekenen van het onlangs
gesloten Zweedsche handelsverdrag, waann
de hoeveelheid kogellagers, die in 1944 aan
Duitschland geleverd zou worden, met
medeweten der Engelschen en Amerikanen
werd vastgelegd; dat Zweden volkomen van
Duitschland afhankelijk is voor zijn vitale
invoeren van steenkolen, cokes, meststof-
fen en chemicalien voor zijn industrie, als
mede, voor ijzer, daar de Geallieerden op het
oogenblik niet in staat zijn, deze goederen
te leveren.
UITREISVERBOD UIT ENGELAND.
Dinsdag heeft het Engelsche ministerie
van Binnenlandsche Zaken, volgens S.P.T.,
met het oog op de militaire situatie een
reisverbod voor de Engelsche bevolking af-
gekondigd.
De reeds verleende uitreis-vergunningen
verloren Donderdagnacbt, den 27sten April,
precies om middernacht haar geldigheid.
Slechts diegenen, die bewijzen kunnen,
dat hun reis een doel van. nationaal belahg
heeft, kunnen het eiland nog verlaten. Hier-
mede zijn de uitreisbeperkingen naar Ier-
land jjr vollen omvang van kracnt ge-
worden.
MUSSOLINI IN HET HOOFDKWARTIER
Het D.N.B. meldde Dinsdag uit het hoofd
kwartier van den Fiihrer:
De Fiihrer en de Duce hebben op 22 en
23 April een ontmoeting gehad. In den loop
van de gemeenschappelijke besprekingen.
die gevoerd zijn in den geest van de tus
schen den Fiihrer en den Duce bestaande
oude vriendschap, zijn de politieke, militaire
en eccnomische problemen besproken welke
de beide landen en hun gemeenschappelijke
doeleinden betreffen.
De Duce heeft den Fiihrer mededeeling
gedaan van het besluit van de republi-
keinsch-fascistische regeering, als eenige
vertegenwoordiging van het geheele Ita-
liaansche volk, om haar gevechtsoptreden
aan den kant van de bondgenooten van het
drie-landen-pact verder te activeeren. Dit
besluit heeft de warmste waardeering ge-
wekt en het streven van de regeering van
den Duce wordt door de Rijksregeering
doeltreffend ondersteund. De vastbesloten-
heid van de mogendheden van het drie-
landen-pact om den oorlog tegen de bolsje-
wieken in het Oosten en de Joden en pluto-
craten van het Westen zegevierend te be-
eindigen, en den volken een leven op den
grondslag van een nieuwe en rechtvaar-
dige orde te waarborgen, vond haar uit-
drukking in de uiteenzettingen van den
Fiihrer over de krachtsontplooiing en het
gebruik van alle machtsmiddelen voor de
komende beslissingen en de doelstelling
voor den tijd na den oorlog.
In de besprekingen tusschen den Fiihrer
en den Duce, waaraan de Rijksminister van
buitenlandsche zaken Von Ribbentrop,
generaal-veldmaarschalk Keitel en van
Italiaansche zijde maarschalk Graziani en
staatssecretaris Mazzolini deelnamen, werd
het onwrikbare besluit bekrachtigd om den
strijd .schouder aan schouder tot het be-
halen van de eindoverwinning en tot het
doorzetten van de door de spil en de mo
gendheden van het drie-landen-pact nage-
streefde politieke doelstelling, voort te
zetten.
Aan de bijeenkomst tusschen den Fiihrer
en den Duce namen ook deel de Duitsche
ambassadeur en gevolmachtigde van het
Groot-Duitsche Rijk in Italie, Rahm, en de
Italiaansche ambassadeur in Berlijn, An-
fuso.
In aansluiting op de bijeenkomst met den
Fiihrer inspecteerde de Duce op een exer-
citieterrein de daar opgestelde Italiaansche
divisies en overtuigde zich van den stand
harer opleiding en uitrusting. Aan de in-
spectie werd voorts deelgenomen door
maarschalk Graziani. De Italiaansche gas-
ten werden geleid door den chef van het
opperbevel der weermacht, generaal-veld
maarschalk Keitel en den bevelhebber van
het reserve-leger, kolonel-generaal Fromm.
Bij de inspectie der nieuwe Italiaansche
divisies hield de Duce een toespraak, waar-
in hij zeide: ,,Het is een eer voor u op dit
exercitieterrein te worden opgeleid. Het is
dezelfde harde school, waarvan de Duitsche
legers komen, die nu reeds vijf jaar lang
tegen elke overmacht zegevierend en on-
wrikbaar strijden. Gij moet de schande van
8 September uitwisschen, die slechts door
strijd en bloed hersteld kan worden. Ik ben
er zeker van, dat het voor u een feestdag
zal zijn, wanneer gij aan de overzijde van
den Garigliono tegen de vijanden van Italie
zult strgden."
Mussolini woonde verschillende gevechts-
oefeningen bij en stelde zich op de hoogte
van opleiding en gevechtskracht der nieuwe
afdeelingen. Hij werd steeds weer geest-
driftig door zijn soldaten begroet.
Het bezoek van den Duce aan het hoofd
kwartier van den Fiihrer heeft in leidende
Italiaansche kringen groote vreugde en vol-
doening veroorzaakt. Bijzonder voldaan is
men in kringen te Milaan over de verwij-
zing van het communique naar het actieve
optreden van de nieuwe Italiaansche weer
macht. Men ziet daarirr een waardeering
voor het in de maanden na de ineenstorting
gepresteerde, bijzonder moeilijke opbouw-
werk voor het Italiaansche leger.
Duitsche commentaar.
Het A.N .P. meldt uit Berlijn: Op de
Dinsdag gehouden persconferentie van het
ministerie van buitenlandsche zaken is het
communique voorgelezen over de ontmoe
ting tusschen Hitler en Mussolini. Het
communique, zoo werd verklaard, verse haft
voldoende inlichtingen over de richting en
bates van deze besprekingen, zoodat verdere
verklaringen oyer deze belangrijke ontmoe
ting overbodig zijn. Men kan hier, zoo ver-
klaart men, eigenlijk maar een parallel
trekken: aan de eene zijde de oude vriend
van den Fiihrer. Mussoloni, evenals tot
dusver chef van het met Duitschland ver-
bonden land, en aan den anderen kant
Badoglio, die hoopt door een gewillig tege-
moetkomen aan Moskou's eischen zijn jam-
merlijke rol als regeeringschef te kunnen
blijven spelen.
In dit verband plaatst men de geordende
toestanden in het eigenlijke Italie tegen-
over de chaotische toestanden in het be
zette Zuidelijke deel, waar corruptie en
hongersnood in een steeds grooteren om
vang de begeleidende verschijnselen zijn
van de Anglo-Amerikaansche bezetting.
De buitenlandsche berichten, waarin ge-
wag wordt gemaakt van een aanslag op
Mussolini, zoo verklaatde men ten slotte,
worden door de jongste feiten wel in een
absurd licht geplaatst.
Foto^Stajsf/Paxj
Ons zeemanshart klopt sneller, nu wij
weten, dat ook Nederlandsche vrijwilligers
tot de seiners der Kriegsmarine behooren.
En zou niet iedere Nederlandsche jongen
van ongeduld popelen om ook op een
dergelijke verantwoordelijke plaats zijn
vaderland te kunnen dienen. Deze kans
is er, want: indiensttreding bij de Kriegs
marine is mogelijk voor iederen Nederlander
van 17*45 jaar. Aanmelding en inlichtingen
bij de Marineannahmestelle West, Plompe-
torengracht 24, Utrecht; bij alle Hafen- en
Orfskommandanturen en bij de verschil
lende /ylj-Meldestellen in Nederland.
KOL.-GENERAAL HUBE BIJ
VLIEGONGELUK OMGEKOMEN.
De opperbevelhebber van een pantser-
leger, kol.-generaal Hube, is op 21 April
bij een vliegtuigongeluk om het leven ge-
komen.
j De Fiihrer had hem op 20 April het
eikenloof met zwaarden en brillanten bij
het ridderkruis van het IJzeren Kruis ver-
leend.
De Fiihrer heeft naar aanleiding van den
dood van kol.-generaal Hube een dagorder
aan het leger uitgevaardigd, waarin o.a.
wordt gezegd:
j ,,Zijn pantserleger heeft op de slagvelden
van dezen oorlog een schitterend aandeel
gehad in de beslissende successen. Zijn be-
zielend geloof aan ons nationaal-socialis-
tisch soldatendom werd tot kracht en sterk-
ee zijner mannen, die in zijn persoon de
eenheid van soldatendom en nationaal-
socialisme belichaamd vonden. Steeds
slechts optredend op de brandpunten en bij
de zwaarste taken heeft kol.-generaal Hube
zich onsterfelijken roem verworven in het
leger en bij het Duitsche volk. Een plotse-
linge dood heeft hem, na de verleening van
de hoogste Duitsche dapperheidsonder-
scheiding uit den strijd om ons Groot-
Duitsche Rijk weggerukt. Het leger laat
voor dezen grooten soldaat, die alleen leef-
de voor het volk en de toekomst van Groot-
Duitschland de Rijksoorlogsvlag zinken.
Zijn naam zal hij zijn dappere leger, hij ons
landleger en bij het geheele Duitsche volk
onvergetelijk blijven".
De rouw over den dood van dezen op den
voorgrond tredenden officier kwam op aan-
grijpende wijze tot uitdrukking in een door
den Fiihrer gelaste staatsplechtigheid, die
Woensdag in tegenwoordigheid van den
Fiihrer in de mozaiekzaal van de nieuwe
Rijkskanselarij te Berlijn plaats had en
waarbij Rijksmarschalk Hermann Goring
aan de persoonlijkheid van dezen soldaat
lof toezwaaide.
In aansluiting op de staatsplechtigheid,
waarbij de opperbevelhebbers van de Weer-
machtsonderdeelen, gen.-veldmaarschalken
practisch alle Rijksministers en Reichslei-
ter, talrijke hooge vertegenwoordigers van
Weermacht, Staat en Partij, alsmede van
de hevriende en verbonden naties aanwezig
waren werd kol.-generaal Hube op het in-
validenkerkhof ter aarde besteid.
VERGELDINGSMAATREGELEN TEGEN
ZWEDEN GEeISCHT.
Naar ,,Stockholms Tidningen" uit New
York meldt, verlangt de Amerikaansche
leger- en luchtmachtleiding, dat de Ver.
Staten de scherpste vergeldingsmaatrege-
len zullen nemen tegen Zweden, wanneer
het zou weigeren, de geeischte stopzetting
van den export naar Duitschland uit te
voeren. De Washingtonsche correspondent
van de Inquirer" beveelt 5 dwangmaat-
regelen aan, nl. het plaatsen van Zweed
sche firma's op de zwarte lijst, de uit-
sluiting van Zweedsche schepen van con-
vooibescherming, een petroleumverbod, de
intrekking der vergunning voor Zweed
sche schepen om bepaalde levensmiddelen
te importeeren en tenslotte het beslag op
Zweedsch eigendom en Zweedsch kapitaal
in de Ver. Staten. Zelfs wordt gedreigd
met maatregelen tegen de neutralen in den
tijd na den oorlog.
EILANDBASES IN PLAATS VAN
VLIEGKAMPSOHEPEN.
Met betrekkinge tot de situatie op den
Stillen Oceaan wordt, naar het D.N.B. uit
Tokio meldt, er in militaire kringen aldaar
op gewezen, dat de vijand zijn oorspronke-
lijke tactiek, de Japansche stellingen door
luchtaanvallen murw te maken, voortzet.
Het eenige verschil is echter, dat hij zich
thans geheel schijnt te beperken tot vlieg
tuigen met grooten actieradius, die van
steunpunten te land opstijgen. Het tempo
van den luchtoorlog in den Centralen en
Zuidelijken Pacific is hierdoor echter geens-
zins afgenomen, doch is bij de nieuwe stra
tegic eerder nog verhoogd. Terwijl in het
verloop van Maart in totaal 2267 vijande
lijke machines Rabaul en meer dan 600
vliegtuigen in den Centralen Pacific de
eilanden Jaloeit, Ponape, Mile, Wotje enz.
aanvielen, hebben in de eerste twintig dagen
van April meer dan 2400 vijandelijke vlieg
tuigen Rabaul aangevllen. Ook werden tal
rijke vliegtuigen in den strijd geworpen
tegen de nabijgelegen steunpunten Boeka,
Boein en Kawieng. In hoeverre deze con-
centratie van de vijandelijke luchtactie in
dit gebied als een afschermingsmanoeuvre
voor de door den vijand gemelde verdere
landingen op Nieuw-Guinea besehouwd
moet worden, laat men hierbij in het mid
den.
Een vaststaand feit is het, dat op het
oogenblik geen vrij groote vliegkampsche-
pen, doch eiland-basis als steunpunten
voor den luchtstrijd boven den Stillen
Oceaan worden gebruikt.
In het kader der
Truppenbetreuung
van de NSDAP wer
den op den verjadr-
dag van den Fiihrer
de zwaargewonden
in de hospitalen door
Kreisleiter Pott, Re
ferent Pg. Miiller en
de Frauenschaft be-
zocht. Het uitreiken
ran gesctienken door
de Frauenschaft.
(Stapf Pax s)
i |P
-s-5 'ijjfsislips*- c. y- j