TERNEUZENSCHE COURANT Tf Buitenland DE SEINER OP ZUN POST 10.604 VRIJDAG 28 APRIL 1944 84e Jaargang ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN DUITSCH WEERMACHTSBERICHT." Sovjet-aanvallen verijdeld bij Dnjestr en Jassy. VON PAPEN NAAR DUITSCHEAND HOOGSTE ONDERSCHEIDING VOOR DAPPERHEID VERLEEND. W&m ISip 0. VERSOHIJNT EEDEKEN DINSDAG- EN VRLTDAGAVOND. Directeur: L VAN DE SANDE Hoofdredacteur: N. J. HAUTE - Temeuzen - TeL 2298 Het opperbevel der weermacht paaakte Donderdag bekend: In het gebied van Sebastopol hebben de Sovjets ook gisteren slechts vergeefsche plaatselijke aanvallen ondemomen. Een groep slagvliegers, onder bevel van majoor Frank, heeft in den tijd van 12 tot 26 April boven de Krim, in luchtgevechten 106 vijandelijke vliegtuigen vernield en 28 andere op den grond vernietigd. A an den beneden-Dnjestr hebben de bol- sjewisten hun aanvallen voortgezet. Alle doorbraakpogingen zijn met groote verlie- zen voor den vijand afgeslagen. Formaties van het luchtwapen hebben doeltreffend in deze gevechten ingegrepen. Ten Noorden van Jassy zijn de Sovjets met sterke strijdkrachten tot den aanval overgegaan. De aanvallen mislukten door den taaien tegenstand van de Duitsche en Roemeensche troepen. Plaatselijke pene- traties werden afgegrendeld. In dit ge- vechtsgebied heeft zich op 25 April een formatie stormgeschut van de pantser-gre- nadierdivisie Grossdeutschlaod, onder bevel van eerste-luitenant Diddens, bijzonder on- derscheiden. Bij het landingshoofd van Nettuno leid- den plaatselijke eigen aanvallen tot positie- verbeteringen. Vijandelijke tegenaanvallen bleven zonder succes. Van het Zuidelijke front wordt slechts wederzijdsche activiteit van stoottroepen gemeld. In den nacht van 24 op 25 April kwam het in het zeegebied ten Noorden van Elba tot herhaalde harde gevechten tusschen lichte zeestrijdkrachten en vijandelijke tor- pedobootjagers, motortorpedobooten en jachtbommenwerpers. Hierbij werden drie vijandelijke motortorpedobooten tot zinken gebracht, twee er van door bewapende veerbooten der. marine. Twee vijandelijke vliegtuigen werden neergeschoten. Het eiland Ml jet in de Adriatische Zee, werd na harde gevechten van communis- tische benden gezuiverd. Amerikaansche bommenwerpers zijn gis teren het gebied van Brunswijk binnenge- vlogen en hebben uit een gesloten wolken- dek lukraak bommen geworpen, die slechts geringe schade hebben aangericht. Trots de moeilijke afweeromstandigheden zijn acht vijandelijke vliegtuigen neergeschoten. In den afgeloopen nacht drongen afzon- derlijke vijandelijke vliegtuigen het Midden- en Noord-Duitsche gebied binnen. Forma ties Britsche bommenwerpers deden ter- reuraanvallen op plaatsen in het Roerge- bied en in Zuidwest-Duitschland. Er ont- stond ten deele aanrnerkelijke schade, voor- al in Essen en Schweinfurt. De bevolking leed verliezen. Luchtstrijdkrachten vernie- tigden 41 viermotorige terreurbommenwer- pers. In den nacht van 25 op 26 April stieten Duitsche torpedobooten ten Westen van de Golf van St. Malo op een formatie Britsche kruisers en torpedobootjagers. In harden strjjd werd den vijandelijken eenheden zware scliade door torpedo- en artillerie- treffeis toegebrach't. Een eigen torpedo- boot ging verloren. Formaties zware Duitsche gevechtsvlieg- tuigen hebben in den afgeloopen nacht de aanvallen op scheepsconcentraties aan de Engelsche Zuidkust met goede uitwerking voortgezet. ROEMEENSCH WEERMACHTSBERICHT BOEKAREST. Het opperbevel van het Roemeensche leger maakt d.d. 27 April be kend In het bruggenhoofd Sebastopol plaatselijke aanvallen, zonder succes. Aan den benedenloop van den Dnjestr werden de doorbraakpogingen met bloedige verlie zen afgeslagen. Ten Noorden van Jassy zijn felle gevechten aan den gang met de door tanks gesteunde sterke strijdkrachten van den aanvallenden tegenstander. Eenige plaatselijke penetraties werden afgegren deld of in een tegenaanval verkleind. Aan den Pascani en in de bergen van Boekowina geen bijzondere gebeurtenissen. E3TAMBOEL. Von Papen. de Duitsche gessant in Turkije is per vliegtuig naar Duitschland vertrokken voor het uitbren- gen van rapport. AN GLO-AMERIKAAN SCHE VLIEG TUIGEN BOVEN ZWITSERLAND. BERN. Anglo-Amerikaansche vliegtui gen hebben in den nacht van 26 op 27 April boven Zwitserland gevlogen. DCITSCHL A NHS „TWEEDE FRONT". De militaire medewerker van het D.N.B., Martin Hallensleben schrijft met betrek- king tot den luchtoorlog, dat de verhoogde activiteit van de Anglo-Amerikaansche eskaders boven West-, Zuid- en Midden- Buropa, die door de Engelschen de lucht - invasie' wordt genoemd, ongetwijfeld ten poel heeft het Duitsche afweerpotentieel te verzwakken en de strategische en tactische bewegingsvrijheia van den verdediger te belemmeren. In hoeverre deze z.g. ,,lucht- invasie" de voorbode is van de eigenlijke invasie is niet belangrijk in verband met het feit dat de Anglo-Amerikanen met de door hen tot dusver in den strijd geworpen middelen het eene noch het andere hebben bereikt en zooals de zaken thans staan ook niet kunnen bereiken. Het dient steeds in het voomemen te liggen van een partij, die zich gereed maakt voor den algemeenen aanval, om den vijand reeds tijdens het voorspel te be- rooven van een zoo groot mogelijke vrij- heid van handelen. Dit is een voorwaarde voor de kans om bij een aanval succes te hebben. De gunstige strategische positie veroorlooft den Duitschers om bij het in werking treden van het vijandelijke invasie- apparaat alle mogelijkheden voor een ver- dubbeling van krachten uit te buiten, die voortvloeien uit het feit, dat de Duitschers op de binnenste linie strijden. Het moet automatisch het eerste doel van de Engel schen en Amerikanen zijn om deze natuur- lijke krachten van de Duitsche positie minstens in zooverre uit te schakelen, dat de Strijd eenigszins met gelijke krachten kan beginnen. 'Zij streven dan ook gezamen- lijfc naar dit doel met de poging om tege- lijkertijd den actieven Duitschen lucht- afweer op beslissende wijze te verzwakken. Zij ondervinden hierbij iederen dag weer tot hun groote verbazing, dat zij in beide dingen niet slagen, dat het overwicht van de totale Duitsche kracht, die zij dachten volledig gebroken te hebben, gebaseerd is op onjuiste veronderstellingen, die hun reeds thans duur te staan komen en dat de Duitsche productie bijna iedere week nieuwe eskaders naar het tweede front stuurt. Het tweede front, daarmede bedoelt men in kringen van den generalen staf van de Duitsche luchtmacht die op den achter- grond staande strijdkrachten, die pas bij een invasie in den strijd geworpen zullen worden, maar dan op een wijze, die des- kundigen nu reeds in het bijzonder met be- trekking tot de uitwerking bijzonder krach- tig noemen. In dit verband schijnt het juist te zijn er eens op te wijzen, dat de Duitsche weer macht sedert jaren in staat was het mil- lioenenleger aan het meer dan 2000 kilo meter lange front in het Oosten van al het noodige te voorzien, niettegenstaande de aanvoerwegen bijzonder lang waren en nog zijn, aanvoerwegen, die onder vijandelijk vuur liggen en door benden onveilig worden gemaakt. De ervaring heeft hier echter ge- teerd, dat alle schade binnen enkele dagen door de Duitschers hersteld en een georden- de aanvoer snel gewaarborgd kan worden. In het Westen echter beschikken de Duitschers over een uitstekend net van spoorlijnen en wegen en over een luchtver- binding met korte afstanden. Hier kan het verkeer in het geheel niet ernstig in ge- vaar worden gebracht Wat betreft de tweede these, nl. het uit- schakelen van de Duitsche productie van jagers, moet men zich realiseeren, dat de geheele vliegtuigproductie van Duitschland zoo sterk gedecentraliseerd en gewaar borgd is, dat zij van de lucht uit niet ern stig getroffen kan worden. In hoeverre de fabrieken en producenten in onderaardsche bedrijven werken, kan om begrijpelijke redenen niet in procenten worden aange- geven. Voldoende is de verklaring, dat de Duitschers de verhoogde vijandelijke aan- valsactiviteit gericht tegen de produetie- centra van hun luchtmacht, voorzien heb ben en voldoende voorzorgsmaatregelen ge- nomen hebben lang voordat de verhoogde Engelscli-Amerikaansche activiteit in de lucht begon. De Fiihrer heeft, volgens D.N.B., het eikenloof met zwaarden en brillanten bij het Ridderkruis van het IJzeren Kruis ver- leend aan den SS-Gruppenfiihrer en luite- nant-generaal der Waffen-SS. Herbert Gille, commandant van de SS-pantser- divisie ,,Wiking", als twaalfden soldaat van de Drlitsche weermacht. SS-Gruppenfiihrer en luitenant-generaal der Waffen-SS Gille werd reeds in den eer- sten wereldoorlog onderscheiden met het ijzeren kruis eerste en tweede klasse. De hierbij behoorende spangen verwierf hij in Polen en het Duitsche Kruis in goud tijdens den veldtocht in het Oosten. In den zomer van 1942 werd Gille tijdens de gevechten ten Zuiden van de Don als commandant van een SS-regiment artillerie onderschei den met het Ridderkruis. In Mei 1943kreeg hij als Divisiecommandant de leiding over de roemrijke SS-pantserdivisie Wiking. Gruppenfiihrer Gille werd in het jaar 1897 in Gandersheim in de Harz geboren. DE KOMENDE INVASIE. Atlantische wal zal beslissend zijn. Sinds eenige dagen rapporteerem, vol gens C.D., de vliegers van de Duitsche luchtverkenning toenemende beweging in de havens van Zuid-Oost-Engejand. Of ,,dag d.", het tijdstip, waarop volgens de plannen van Eisenhower's hoofdkwartier, de invasie zal beginnen, onmiddellijk voor de deur staat of niet, kan uiteraard nie- mand voorspellen. De berichten van Duit sche zijde geven echter wel zeer duidelijk te verstaan, dat men met deze mogelijk- heid ernstiger rekening houdt dan ooit te voren. De overgroote meerdeirheid der militaire deskundigen, die zich in het afgeloopen jaar met de problemen eener eventueele invasie Ihebben bezig gehouden, kwam toi de volgende conclusie: 'Het gunstigste oogenblik voor eem invasie ligt in het voor- jaar, wanneer de nachten nog niet al te kort zijn, liefst zoo kort mogelijk na de periode der voorjaarsstormen, wanneer de zee geruimen tijd zeer rustig pleegt te zijn, en dan ongeveer acht of tien dagen voor de laat opkomende voile maan, opdat de invasietroepen gedurende de donkere nachten versterkingen kunnen ontvangen en, zoo weinig mogelijk gehinderd door de vet'dedigers van de vesting-Europa, hun nieuw verworven posities kunnen verster- ken en uitbreiden. Het behoeft geen be- toog, dat momenteel in elk opzicht aan deze voorwaarden is voldaan. Het eenige twijfelachrtige punt vormt nog het weer. Er is reeds herhaaldelijk op gewezen, dat de Duitsche legerleiding zich de invasie niet vooirstelt als een massalen aanval op een bepaald punt, doch dat zij rekening houdt met een groot aantal landingen -- tien, twaalf of vijftien desnoods niet alleen tusschen Brest en Vlissingen, maar ook elders. De punten, die in dit verband natuurlijk zuiver als veronderstelling het meest worden genoemd, zijn de Lofo ten, die den toegang tot Narvik controlee- ren, alsmede het gebied van Drontheim en Bergen in Noorwegen, het gebied van Bor deaux en Marseille in Frankrijk en het gebied van Genua in Italie. In Duitsche militaire kringen Lioort men steeds weer de meening verkondigen, dat de geallieerden alles op alles zullen moe- ten zetten voor een firontalen aanval op het hart van het Atlantische bolwerk tus schen Cherbourg en Duinkerken. Een tweede punt, dat in Duitsche mili taire kringen als het mogelijke doel van eea massalen geallieerden aanval wordt genoemd, is de Duitsche Noordzeekust en Denemarken. Van geallieerde zijde wordt de invasie geregeld voorgesteld als de grootste on- derneming in dezen oorlog en van Duitsche zijde heeft men deze bewering nooit tegen- gesproken. Zou het hoofdkwartier van generaal Eisenhower gelegenheid krijgen zijn krachten volledig te ontplooien, dan zal alleen bij de operaties in West-Europa generaal Montgomery de beschikking heb ben over twee en een half tot drie millioen man, luchtmaarschalk Tedder zal tegen de 10.000 vliegtuigen onder zijn bevelen heb ben, waarvan minstens 3000 viermotorige bommenwerpers, terwijl admiraal Land zonder eenigen twijfel zeer belangrijke vlootstrrjdkrachten ten dienste zullen staan. Het lijdt geen twijfel of de geal lieerden maken zich geen illusies omtrent de kracht van den Duitschen afweer. Vast staat, dat de Engelschen op zeer groote schaal parachutisten hebben opge- leid, terwijl de Amerikanen over een uit- gebreide luchtinfanterie beschikken. Het wordt waarschijniijk geacht, dat Engelsche transportvliegtuigen de parachutisten over uitgestrekte gebieden tot ver buiten het tooneel van de eigenlijke invasie zullen af- zetten en dat de „gliders" groote zweef- vliegtuigen der Amerikaansche lucht infanterie tot diep in het binnenland zul len landen. De cogetwijfeld zeer sterke luchtstrijdkrachten der gealliereden mogen in staat worden geacht om zoowel de para chutisten als de luchtinfanterie geregeld van wapens en proviand te voorzien en hen met aanvallen van jachtkruisers in scheervlucht te ondersteunen. Het be- ztyaar blijft echter, dat het zoo goed als ondoenlijk is, kleinere formaties in vijan delijk gebied door de lucht van zware wapens te voorzien. De Amerikanen maken j thans melding van een ,,vliegende tank", naar het schijnt ten tank, die met beman- ning en munitie door een glider" wordt get r anspor teerd Men mag aannemen, dat Eisenhower, zoo hij voldoende parachutisten en lucht infanterie in den strijd werpt en zich niet laat afschrikken door de aanvankelijk on- vermijdelijk zware verliezen, in staat is om zich met behulp van deze troepen in 't bezit te stellen van belangrijke posities in het door de Duitschers bezette gebied. Waarde krijgt dit evenwel eerst, wanneer het gros zrner troepen er in slaagt een bres te slaan in de kustverdediging, en contact te verkrijgen met deze vooruitge- schoven posten. In Duitsche militaire kringen spreekt men openlijk de verwach- ting uit, dat de geallieerden niet alleen zware verliezen, doch ook plaatselijke suc- cessen zullen boeken. Alles staat en valt echter met de vraag of de geallieerden door het Atlantische bolwerk zullen heen- komen of niet. Op dit punt is teen van Duitsche zijde kennelijk zeer optimistisch. OP INSPECTIE MET ROMMEL. Tocht naar het „iandfront". Op de wegen en straten van plaatsen, al zijn ze nog zoo eenzaam en zoo klein, dat zij soms nauwelijks meer dan 150 zielen tellen, ontmoet men altijd Duitsche solda- ten. Er is blijkbaar geen plek, waar hij niet staat en waar hij niet de wacht houdt. Wij hebben in den loop van den inspectietocht van generaal-veldmaarschalk Rommel altijd weer het woord „landfront" vernomen. Het lijkt mij van belar.g, aldus schrijft Kriegs- berichter Hans H. Henne in de ,,Briisseler Zeitung", nu ook eens over dit front te spreken, dat in de diepte van het land ge- legen is en dat even sterk opgebouwd en bezet is als het front aan de kust. Op den inspectietocht van den veldmaar- schalk vielen bij de ontmoetingen met de commandanten geen hoffelijke gesprekken en %een officieele redfevoeringen te hooren. Dit zou tijdroovend zijn. De maarschalk kwam aan, staple uit zijn auto, liet zich< aan de hand .van de kaarten rapport uit- brengen en deed toen steekproeven. Met verbazing hebben wij steeds weer gadegeslagen met welk een innerlijke vast- Deradenheid, een zekerheid en tegenwoor- digheid van geest officieren en manschap- pen hun rapporten en verklaringen ver- strekten. Onvergetelijk zijn de mededeelin- gen van de commandanten der steunpun- ten, die besloten met de woorden: ,,Wij hebben bevel, dit steunpunt tot den laat- sten man in het bezit te houden". De veld- maarschalk vatte die woorden niet op als iets bijzonders, doch als iets vanzelfspre- kends. ,,Wat doet u, wanneer de vijand vol- komen geruischloos met vrachtzweefvlieg- tuigen midden in uw batterij landt?" vroeg de veldmaarschalk aan een commandant eener batterij. De kapitein wees op de greppels, op de machingeweemesten, die rondom de stellingen lagen en zeide wat hij m dat geval dacht te doen. Maar de veldmaarschalk was niet heelemaal tevte- den. Hij zeide: ,,Let u op wat ik zeide, ik wil aannemen, dat de vijand geruischloos komt". En hij gaf -toen practische yvenken, wat te doen om een landing uit de lucht in elk geval te. doen mislukken. Hij besloot met de woorden: ,,Denkt u er altijd aan, elken dag en elk uur, dat men met alles rekening moet houden. Nooit kunnen wij met onze voorbereidingen gereed zijn. Het is volmaakt onmogelijk bij ons om te zeg- gen, dat wij klaar zgn." Bloemen en niijnen. Voor elken commandant komt het er slechts op aan, alles nog meer te voltooien. Nooit zal een geniale vestingbouwer tevre- den zijn met wat hij gepreateerd heeft. Wij zagen eens een verrukkelijke weide met bonte voorjaarsbloemen, onder een heer- lrjken hemel, een idylle van den vrede. De veldmaarschalk gaf uiting aan zijn bewon- dering en wij deden insgelijks, maar hij voegde er aan toe: Wonderlijk wanneer men bedenkt, dat onder deze bloemen 80.000 mijnen liggen." Een anderen keer gingen wij door een woud met hooge boo- men. Het waren prachtige stammen en iemand zeide: .Prachtige boomen, niet- waar? Hoe hoog zouden ze zijn, ik schat ze op 8 meter. Wat zouden zij prachtige hinderpalen vormen". Zij willen eenvoudig aan niets anders denken, omdat hun de op- gelegde taak en de verantwoordelijkheid belangrijker toeschijnen dan al het andere. De veldmaarschalk slaat acht op de kleinste kleinigheden, overtuigt zich van elke inrichting tot in bijzonderheden. Voor elk practisch voorstel uit den troep kan hij in geestdrift geraken. Daarvoor heeft hij een open oor. Groote veerkracht. Van zes dagen in de week is hij er meest- al vijf onderweg. Zijn lichamelijke en gees- telijke veerkracht is bewondenswaardig en zoo suggestief, dat zij overslaat op elkeen, die met hem te maken heeft. Hij behoefde slechts een blik op de kaart te werpen en hij kende dit terrein alsof hij er sinds jaren mee vertrouwd was, waarvan zijn vragen en opmerkingen getuigen. Na het officieele gedeelte van de inspec- tie bezochten wij 's avonds nog een steun punt. De zon ging onder. Beneden op het strand werkten soldaten en ramden palen in. Daar voor het eerst, tusschen deze hard werkende mannen en met den blik over deze voltooide hindernis, zag ik het gezicht van den veldmaarschalk opklaren. Hij liet zich door den onderofficier, wiens gelaat straalde van vreugde en verrassing, rapport uitbrengen en was niet karig met zijn loftuitingen. Hij liet zich met de sol daten fotografeeren, keek steeds weer uit over het strand, dat hem aan het hart ging en ging toen weg. In den auto zeide hij nog: ,,Ik heb thuis nog 500 harmonica's, die zal ik de volgende maal meebrengen. Ze hebben het verdiend." Dat was als een welverdiende onderscheiding. DE AANVAL OP MINCHEN. Het D.N.B. meldt uit Berlijn: Zoowel bevoegde kringen alhier als de geheele Duitsche openbare meening noemen den Maandagnacht op Munchen onder- nomen Britschen terreuraanval een der bruutste daden der Britsche oorlogvoering in de lucht. Hij bewijst, zoo verklaarde men in Berlijn, hoezeer Engeland zich ook wat zijn methoden van oorlogvoering aan- gaat, verdienstelijk maakt als gangmaker voor het bolsjewisme. Uitroei'ing van alle Europeesce cultureele waarden: dit parool schijnt een vast bestanddeel var het Brit sche oorlogsprogramma te zijn geworden. In kringen der Duitsche luchtmacht wijst men er met nadruk op, dat de aanval op Munchen, wanneer men de sporen nagaat, die hij achterliet, ondubbelzinnig het Duit sche kunstcentrum gold. De thans reeds te Berlijn en Munchen bekende stemmen uit het buitenland bewijzen, dat men aller- wegen de vemieling van de Munchener kunstwerken niet ziet als een aangelegen- heid, die alleen Duitschland aangaat, doch evenals in Rome, Cassino, Rouaan en Parijs als een verlies, dat de geheele cultuur- en kunstwereld treft en armer maakt. Zoo zijn bij den jongsten luchtaanval op de hoofdstad der beweging o.a. de oude Pinacotheek, het Paleis Wittelsbach, de Academie van beeldende kunsten, de Beier- sche Staatsbibliotheek, het Odeon met de Academie voor toonkunst en de Bonifacius- basiliek aan de Britsche bommen ten offer gevallen. ZWEDEN'S ANTWOORD AAN ENGELAND. Het Zweedsche antwoord aan Engeland in de kwestie van levering van kogellagers aan Duitschland, is, naar te Stockholm ver- luidt, overhandigd. Het antwoord zou wel- iswaar hoffeMjk, doch negatief zijn. Zwe- den heeft, naar het heet, naar voren ge bracht, dat het aanvaarden van het ver- zoek der Geallieerden een eenzijdige ver- breking zou beteekenen van het onlangs gesloten Zweedsche handelsverdrag, waann de hoeveelheid kogellagers, die in 1944 aan Duitschland geleverd zou worden, met medeweten der Engelschen en Amerikanen werd vastgelegd; dat Zweden volkomen van Duitschland afhankelijk is voor zijn vitale invoeren van steenkolen, cokes, meststof- fen en chemicalien voor zijn industrie, als mede, voor ijzer, daar de Geallieerden op het oogenblik niet in staat zijn, deze goederen te leveren. UITREISVERBOD UIT ENGELAND. Dinsdag heeft het Engelsche ministerie van Binnenlandsche Zaken, volgens S.P.T., met het oog op de militaire situatie een reisverbod voor de Engelsche bevolking af- gekondigd. De reeds verleende uitreis-vergunningen verloren Donderdagnacbt, den 27sten April, precies om middernacht haar geldigheid. Slechts diegenen, die bewijzen kunnen, dat hun reis een doel van. nationaal belahg heeft, kunnen het eiland nog verlaten. Hier- mede zijn de uitreisbeperkingen naar Ier- land jjr vollen omvang van kracnt ge- worden. MUSSOLINI IN HET HOOFDKWARTIER Het D.N.B. meldde Dinsdag uit het hoofd kwartier van den Fiihrer: De Fiihrer en de Duce hebben op 22 en 23 April een ontmoeting gehad. In den loop van de gemeenschappelijke besprekingen. die gevoerd zijn in den geest van de tus schen den Fiihrer en den Duce bestaande oude vriendschap, zijn de politieke, militaire en eccnomische problemen besproken welke de beide landen en hun gemeenschappelijke doeleinden betreffen. De Duce heeft den Fiihrer mededeeling gedaan van het besluit van de republi- keinsch-fascistische regeering, als eenige vertegenwoordiging van het geheele Ita- liaansche volk, om haar gevechtsoptreden aan den kant van de bondgenooten van het drie-landen-pact verder te activeeren. Dit besluit heeft de warmste waardeering ge- wekt en het streven van de regeering van den Duce wordt door de Rijksregeering doeltreffend ondersteund. De vastbesloten- heid van de mogendheden van het drie- landen-pact om den oorlog tegen de bolsje- wieken in het Oosten en de Joden en pluto- craten van het Westen zegevierend te be- eindigen, en den volken een leven op den grondslag van een nieuwe en rechtvaar- dige orde te waarborgen, vond haar uit- drukking in de uiteenzettingen van den Fiihrer over de krachtsontplooiing en het gebruik van alle machtsmiddelen voor de komende beslissingen en de doelstelling voor den tijd na den oorlog. In de besprekingen tusschen den Fiihrer en den Duce, waaraan de Rijksminister van buitenlandsche zaken Von Ribbentrop, generaal-veldmaarschalk Keitel en van Italiaansche zijde maarschalk Graziani en staatssecretaris Mazzolini deelnamen, werd het onwrikbare besluit bekrachtigd om den strijd .schouder aan schouder tot het be- halen van de eindoverwinning en tot het doorzetten van de door de spil en de mo gendheden van het drie-landen-pact nage- streefde politieke doelstelling, voort te zetten. Aan de bijeenkomst tusschen den Fiihrer en den Duce namen ook deel de Duitsche ambassadeur en gevolmachtigde van het Groot-Duitsche Rijk in Italie, Rahm, en de Italiaansche ambassadeur in Berlijn, An- fuso. In aansluiting op de bijeenkomst met den Fiihrer inspecteerde de Duce op een exer- citieterrein de daar opgestelde Italiaansche divisies en overtuigde zich van den stand harer opleiding en uitrusting. Aan de in- spectie werd voorts deelgenomen door maarschalk Graziani. De Italiaansche gas- ten werden geleid door den chef van het opperbevel der weermacht, generaal-veld maarschalk Keitel en den bevelhebber van het reserve-leger, kolonel-generaal Fromm. Bij de inspectie der nieuwe Italiaansche divisies hield de Duce een toespraak, waar- in hij zeide: ,,Het is een eer voor u op dit exercitieterrein te worden opgeleid. Het is dezelfde harde school, waarvan de Duitsche legers komen, die nu reeds vijf jaar lang tegen elke overmacht zegevierend en on- wrikbaar strijden. Gij moet de schande van 8 September uitwisschen, die slechts door strijd en bloed hersteld kan worden. Ik ben er zeker van, dat het voor u een feestdag zal zijn, wanneer gij aan de overzijde van den Garigliono tegen de vijanden van Italie zult strgden." Mussolini woonde verschillende gevechts- oefeningen bij en stelde zich op de hoogte van opleiding en gevechtskracht der nieuwe afdeelingen. Hij werd steeds weer geest- driftig door zijn soldaten begroet. Het bezoek van den Duce aan het hoofd kwartier van den Fiihrer heeft in leidende Italiaansche kringen groote vreugde en vol- doening veroorzaakt. Bijzonder voldaan is men in kringen te Milaan over de verwij- zing van het communique naar het actieve optreden van de nieuwe Italiaansche weer macht. Men ziet daarirr een waardeering voor het in de maanden na de ineenstorting gepresteerde, bijzonder moeilijke opbouw- werk voor het Italiaansche leger. Duitsche commentaar. Het A.N .P. meldt uit Berlijn: Op de Dinsdag gehouden persconferentie van het ministerie van buitenlandsche zaken is het communique voorgelezen over de ontmoe ting tusschen Hitler en Mussolini. Het communique, zoo werd verklaard, verse haft voldoende inlichtingen over de richting en bates van deze besprekingen, zoodat verdere verklaringen oyer deze belangrijke ontmoe ting overbodig zijn. Men kan hier, zoo ver- klaart men, eigenlijk maar een parallel trekken: aan de eene zijde de oude vriend van den Fiihrer. Mussoloni, evenals tot dusver chef van het met Duitschland ver- bonden land, en aan den anderen kant Badoglio, die hoopt door een gewillig tege- moetkomen aan Moskou's eischen zijn jam- merlijke rol als regeeringschef te kunnen blijven spelen. In dit verband plaatst men de geordende toestanden in het eigenlijke Italie tegen- over de chaotische toestanden in het be zette Zuidelijke deel, waar corruptie en hongersnood in een steeds grooteren om vang de begeleidende verschijnselen zijn van de Anglo-Amerikaansche bezetting. De buitenlandsche berichten, waarin ge- wag wordt gemaakt van een aanslag op Mussolini, zoo verklaatde men ten slotte, worden door de jongste feiten wel in een absurd licht geplaatst. Foto^Stajsf/Paxj Ons zeemanshart klopt sneller, nu wij weten, dat ook Nederlandsche vrijwilligers tot de seiners der Kriegsmarine behooren. En zou niet iedere Nederlandsche jongen van ongeduld popelen om ook op een dergelijke verantwoordelijke plaats zijn vaderland te kunnen dienen. Deze kans is er, want: indiensttreding bij de Kriegs marine is mogelijk voor iederen Nederlander van 17*45 jaar. Aanmelding en inlichtingen bij de Marineannahmestelle West, Plompe- torengracht 24, Utrecht; bij alle Hafen- en Orfskommandanturen en bij de verschil lende /ylj-Meldestellen in Nederland. KOL.-GENERAAL HUBE BIJ VLIEGONGELUK OMGEKOMEN. De opperbevelhebber van een pantser- leger, kol.-generaal Hube, is op 21 April bij een vliegtuigongeluk om het leven ge- komen. j De Fiihrer had hem op 20 April het eikenloof met zwaarden en brillanten bij het ridderkruis van het IJzeren Kruis ver- leend. De Fiihrer heeft naar aanleiding van den dood van kol.-generaal Hube een dagorder aan het leger uitgevaardigd, waarin o.a. wordt gezegd: j ,,Zijn pantserleger heeft op de slagvelden van dezen oorlog een schitterend aandeel gehad in de beslissende successen. Zijn be- zielend geloof aan ons nationaal-socialis- tisch soldatendom werd tot kracht en sterk- ee zijner mannen, die in zijn persoon de eenheid van soldatendom en nationaal- socialisme belichaamd vonden. Steeds slechts optredend op de brandpunten en bij de zwaarste taken heeft kol.-generaal Hube zich onsterfelijken roem verworven in het leger en bij het Duitsche volk. Een plotse- linge dood heeft hem, na de verleening van de hoogste Duitsche dapperheidsonder- scheiding uit den strijd om ons Groot- Duitsche Rijk weggerukt. Het leger laat voor dezen grooten soldaat, die alleen leef- de voor het volk en de toekomst van Groot- Duitschland de Rijksoorlogsvlag zinken. Zijn naam zal hij zijn dappere leger, hij ons landleger en bij het geheele Duitsche volk onvergetelijk blijven". De rouw over den dood van dezen op den voorgrond tredenden officier kwam op aan- grijpende wijze tot uitdrukking in een door den Fiihrer gelaste staatsplechtigheid, die Woensdag in tegenwoordigheid van den Fiihrer in de mozaiekzaal van de nieuwe Rijkskanselarij te Berlijn plaats had en waarbij Rijksmarschalk Hermann Goring aan de persoonlijkheid van dezen soldaat lof toezwaaide. In aansluiting op de staatsplechtigheid, waarbij de opperbevelhebbers van de Weer- machtsonderdeelen, gen.-veldmaarschalken practisch alle Rijksministers en Reichslei- ter, talrijke hooge vertegenwoordigers van Weermacht, Staat en Partij, alsmede van de hevriende en verbonden naties aanwezig waren werd kol.-generaal Hube op het in- validenkerkhof ter aarde besteid. VERGELDINGSMAATREGELEN TEGEN ZWEDEN GEeISCHT. Naar ,,Stockholms Tidningen" uit New York meldt, verlangt de Amerikaansche leger- en luchtmachtleiding, dat de Ver. Staten de scherpste vergeldingsmaatrege- len zullen nemen tegen Zweden, wanneer het zou weigeren, de geeischte stopzetting van den export naar Duitschland uit te voeren. De Washingtonsche correspondent van de Inquirer" beveelt 5 dwangmaat- regelen aan, nl. het plaatsen van Zweed sche firma's op de zwarte lijst, de uit- sluiting van Zweedsche schepen van con- vooibescherming, een petroleumverbod, de intrekking der vergunning voor Zweed sche schepen om bepaalde levensmiddelen te importeeren en tenslotte het beslag op Zweedsch eigendom en Zweedsch kapitaal in de Ver. Staten. Zelfs wordt gedreigd met maatregelen tegen de neutralen in den tijd na den oorlog. EILANDBASES IN PLAATS VAN VLIEGKAMPSOHEPEN. Met betrekkinge tot de situatie op den Stillen Oceaan wordt, naar het D.N.B. uit Tokio meldt, er in militaire kringen aldaar op gewezen, dat de vijand zijn oorspronke- lijke tactiek, de Japansche stellingen door luchtaanvallen murw te maken, voortzet. Het eenige verschil is echter, dat hij zich thans geheel schijnt te beperken tot vlieg tuigen met grooten actieradius, die van steunpunten te land opstijgen. Het tempo van den luchtoorlog in den Centralen en Zuidelijken Pacific is hierdoor echter geens- zins afgenomen, doch is bij de nieuwe stra tegic eerder nog verhoogd. Terwijl in het verloop van Maart in totaal 2267 vijande lijke machines Rabaul en meer dan 600 vliegtuigen in den Centralen Pacific de eilanden Jaloeit, Ponape, Mile, Wotje enz. aanvielen, hebben in de eerste twintig dagen van April meer dan 2400 vijandelijke vlieg tuigen Rabaul aangevllen. Ook werden tal rijke vliegtuigen in den strijd geworpen tegen de nabijgelegen steunpunten Boeka, Boein en Kawieng. In hoeverre deze con- centratie van de vijandelijke luchtactie in dit gebied als een afschermingsmanoeuvre voor de door den vijand gemelde verdere landingen op Nieuw-Guinea besehouwd moet worden, laat men hierbij in het mid den. Een vaststaand feit is het, dat op het oogenblik geen vrij groote vliegkampsche- pen, doch eiland-basis als steunpunten voor den luchtstrijd boven den Stillen Oceaan worden gebruikt. In het kader der Truppenbetreuung van de NSDAP wer den op den verjadr- dag van den Fiihrer de zwaargewonden in de hospitalen door Kreisleiter Pott, Re ferent Pg. Miiller en de Frauenschaft be- zocht. Het uitreiken ran gesctienken door de Frauenschaft. (Stapf Pax s) i |P -s-5 'ijjfsislips*- c. y- j

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1944 | | pagina 1