Oud Jaar
83e Jaargang
algemeen nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen
De Jaarsovergang.
No. 10.466
VRIJDAG 1 JANUARI 1943
I. VAN DE SANDE
net Nieuwe Europa
bij het begin
van 1943
DUITSCH WEERMACHTSBERICH?.
Geallieerde scheepvaart weer
geteisterd.
KLEINE KRONIEK VAN GROOTE
GEBEURTENISSEN.
Zijn'
Vermijdt het aanvragen van hooger
gas- of stroomrantsoen.
VersehQnt lederen
Maandag-, Woemdag- en Vrl|dagavond
Prfjsverhooging adverte-ti«n toegestaan door het
Deparlement van Handel, Nijvarhe.d1 en Scheepvaart
onder No. 16236 N. P. d.d. 24 Maart 1942 -
AbonnementsprijsBinnen Terneuzen I 1.42
per 3 maanden; bulten Terneuzen 11.73 per 3
maanden. - Bij vooruitbetalmg f 6.60 per jaar.
UltgeeMer N.V. Firma P. J. VAN DE SANDE
Telefoon 2073 - G.ro 38150
DtRECTEUR;
TERNEUZENSCHE COURANT
advertentiMn Per mm 10 cent, minimum
per advertentie f 1.50 Rubriek kleine advertentien
1-5 regels 60 cent; iedere regel meer 12 cent;
maximum 8 regels Dienstaanbiedingen en dienst-
aanvragen 1 -5 regels 52 cent, iedere regel meer
1 0 cent Met vermelding brieven of adres bureau
van dit blad 10 cent meer. Handelsadvertent'ren
blj regelabonnement tegen verminderd tarief, dat
op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van
advertentien uiterlijk 10 uur v. m. op den dag van
verschijning.
HOOFDREDACTEUR: N.J. HARTE
TERNEUZEN - TELEFOON 2298
Zooals het door den Eenig Onveranderlijke
is verordineerd, spoedt, terwijl wij dit schrij-
ven, het jaar weer ten einde. Het is juist, dat
alle ikomen, feitelijk een begin is van het
heengaan, dat afwissalen en uitdooven afwis-
gelen, in niet ophoudende regelmaat. Het
is niet mogeiijk, zich voor te stellen, dat die
hoogste Wet op zeker tijdstip buiten werking
zou worden gesteld.
Daaraan denkende, kunnen wij rustig den
iaatsten avond van een soheidend jaar op
onze aarde zien nederdalen. Hij is een sehrede
te meer, op den eindeloozen weg van den tijd,
een tik van het imrner doorloopend uurwerk.
A1 zou hij van het oude niets meenemen en
al bereidt hij niets nieuws voor, toeh verschilt
dez;e avond van het jaar van die welke
daaraan zijn voorafgegaan.
Deze avond wekt bij ons een gewaarwor-
ding, een plec'htige stemming, die we anders
missen en die onze gedachten steeds in een
zekere richting dringt: tot terugMikken.
Br ibestaat op den plechtigen oudejaars-
avond een overeenstemiming in het mensche-
Ijjk denken en voelen. De groote verschillen
in stoffelijk welizijn en geestelijk vermogen
dringen dan voor een oogenblik op den ach-
tergrond.
JBn toch vememen we bij die gelegenheid
weinig nieuws, vernemen we weinig dat we
niet reeds vroeger hoorden, evenwel: we wil
len die herdenking ook niet missen, al z»u het
oak zijn, dat ze ons het meest schrijnende
leed In herinnering brengt, al is het, dat zij
reeds geheel of gedeeltelijk geheelde wonden
wear opnieuw openrijt.
Br is een avereenstemming zeiden we: de
mfiBderibedeelde, die op het afgeloopen tijd-
perk terugziet, op den zegen die aan het werk
zdjner handen te beurt viel, koestert in zijn
haxt dezelfde dankbaartieid, die den meer be-
gaafde vgrvult, bij de gedachte aan een be-
haalde zegepraal op het gebied van weten
schap en kunst, en in de paleizen gevoelt men
bij het staren op ledige plaatsen dezelfde
smart, dezelfde droefenis die men ondervindt
in de stulpen der nederigen, bij het herinne-
ren van een'geliefd wezen, dat die plaats bij
den aanvang van den jaarkring nog bezet
hdeld. Voor alle menschen zijn op dit tijdstip
de diepste roerselen van het gemoed gelijk.
Wei zijn in de leersehool des levens niet
alien op dezelfde maatschappelijke ladder ge-
plaatst, er is verschil in opvoeding, in stand,
in behoeften, in dehkwijzen, maar een zijn
we alien in het gevoelen van het onomstoote-
lijtk vaststaande: dat al wat met en rondom
ons leeft, niet aan de vergankelijkheid kan
ontkomen. En dat gevoelen stemt ons droef.
We weten, dat we hen, die onze eerste
levensdagen bespiedden en bewaskter, niet
bjj ons kunnen houden, maar toeh wenschen
we het scheidensuur van die geliefden tot een
verre toekcmst te verschuiven, en zien we met
weemoed het' tijdstip naderen waarop wij van
onze geliefden afscheid zullen moeten neme.i.
En niet alleen ouden van dagen, ook jonge-
ren vallen ten offer. Staren velen naar
den ledigen armstoel, in het hoekje hij den
haard, ook herdenken verscheurde ouderhar-
ten de thans opgeborgen wieg, die eens hun
beveling bevatte, wien-s blijken van aanvallig-
neid, hun gemoed en trots met hoop op de
toekomst vervulde.
En hoe zal dit juist nu het geval zijn, nu
we voor de derde maal den Sylvesteravond
herdenken, terwijl de oorlog over bijna de ge-
heele wereld woedt, en dagelijks daaraan
velen ten offer vallen, niet alleen onder de
strijders, doch ook onder de burgerbevolking,
die te lijden heeft van het krijgsgeweld uit de
lucht, zonder zich daartegen afdoende te kun
nen behoeden of verdedigen.
Ook in vele gezinnsn van ons land zal rouw
heerschen over een verloren veel belovend
jong leven, of ook wel van personen op mid-
delbaren leeftijd, die gevallen zijn bij de ver-
vulling van een plicht, waarvoor zij waren op-
geroepen, zoowel als over hen die vrijwillig
ten strijde zijn getogen om te strijden voor
een. ideaal, om te voldoen aan een roepstem
die tot hen kwam, om mede te helpen aan de
bevrijding van Europa tegen een gevaar dat
uit het Oosten dreigde, en die hun idealisme
hebben moeten betalen met het verlies van
hun leven. Wel ^ullen van deze categorieen
de motieven zeer uiteenloopen die hen in
directe aanraking met den oorlog brachten,
maar laten we, hoe we ook over die mo
tieven mogeiijk persoonlijk oordeelen, op dezen
Oudejaarsavond wel bedenken, dat zij alien ge-
dreven werden door een gevoel van plicht,
een gevoel van plicht dat hun desnoodc het
offer van hun leven deed brengen voor het
vvelzijn van hun vaderland.
En ook hun nabestaanden, hetzij dat het zijn
ouders, vrouwen, kinder en, verloofden of
famibe, zij alien gevoelen hur^ smart, elk voor
zich, op dezelfde wijze en zij kunnen, voor
zoover zij tot den jar en des onderscheids zijn
gekomen die gedachten ondergaan met de
wetenschap, dat men ook ons eenmaal op de
zelfde wijze zal moeten herdenken. We weten
niet, hoeVeel van de jaren, waarvan er thans
weer een is heengegaan en die nu volgen, ons
zijn toebedeeld. We weten het niet van ons
zelven, we kunnen het evenmin van anderen
fcepalen. WTel weten we, dat het een klein
deel is van het aantal, dat in den Oeeaan der
eeuwen verzonk. We weten, dat elk jaar
medetelt en vandaar dat elk jaar zich de ge
dachte op den voorgrond dringt, alweer een
dat gaat am nooit meer teruig te keeren, er
is weer een blad in ons levensboek beschreven,
dat er staat met onuitwischbare letters, wat ge-
beurde kunnen we niet meer ongedaan maken.
Die wetenschap behoeft ons niet te ont-
moedigen, zij kan ons in het plechtig Oude-
jaarsavonduur alleen tot ernst stemmen,
maar zij behoeft niets tekort te doen aan de
rechtmatigheid onzer levensvreugde. We be-
hooren, al is het donker om ons heen, al zou
i e moed ons dreigen te ontzinken, hoopvol
voorwaa.rts te gaan. Bree!kt zelfs op de don-
kerste dagen niet eenmaal de zon door en
volgt niet op den donkersten nacht een dag
vol zonneglans?
(Bij onze hermnerinigen aan vreugde en
smart, aan het goede en het kwade, vragen
wij ons dan ook af: wat deden wij, wat waren
wij9 Niet velen zullen kunnen getuigen
steeds het goede te hebben gedaan, al hebben
zij daarnaar waarschijnlijk getracht. Wie on
zer zal zich niets te verwijten lliebben, «niet
moeten erkennen zich door zijn hartstochten
befde en haat, ijdelfheid en eerzucht te heblben
laten besturen?
Wij zijn echter nog in aanzijn, onze ster
is nog niet onder. Wij kunnen nog hopen,
nog verbeteren wat we misschien verkeerd
deden, mogebjk nog inhalen wat we verzuim-
den, verkeerdheden in de toekomst voorkomen.
Talrijike gebeden stijgen ook tot den Ailer-
hoogste, om Hem daarvoor Zijn steun af te
smeeken en de mismoedigen te schragen.
De Oudejaarsavond is hij voorkeur een tijd
van herinneringen -dat zal hij, zooals. wij
reeds aanstipten, vooral ook ditmaal weer voor
velen zijn maar het blijft toch ook een tijd
van vooruitzien, van hoop.
Ongetwijfeld zijn de vooruitzichten nog
donker en velen die in onzekerheid verkeeren
over hetgeen het lot hun in de -naaste toe
komst zal brengen, zullen deze met zorg tege-
moet zien. Zij verkeeren in onzekerheid om-
trent hun persoonbjk lot en van hunne ver-
wanten, of zij huis en haard zullen kunnen
blijven behouden, of wel hoe daarover beschikt
zal worden. In verschibend opzicht worden
onze levensomstandigheden thans moeibjker
en we weten nog niet wat ide dag van morgen
ons brengen zal. Maar todh moeten we den
moed niet verbezen en het oog gevestigd hou
den op de toekomst. Eenmaal zal de tijd aan-
breken, dat het zwaard in de scheede wordt
gestoken. Dan wordt het onze taak weer te
gaan werken aan den opbouiw, niet alleen om
te herstellen wat verwoest is, om te vervan-
gen hetgeen niet meer weerkeert, doch om
alles schooner en volmaakter op te houwen,
tot heil van onze medemenschen.
Als de twaalf klokketonen te middernacht
in de ijle ruimte zijn verzonken, is het voor
ons een teeken, dat het jaar bij zijn voorgan-
gers is gevoegd, dat wij voor een nieuw tijd-
perk staan, dat we begonnen z:jn een nieuwe
bladzijde van ons levensboek te schrijVen.
Dan dringt zich krachtiger aan ons de weten
schap op, diat we staan voor't onbekende. Ook
thans doet zich dat gevoel uitermate gelden.
Het zal ongetwijfeld niet zonder eenige be-
kleimdheid zijn, dat we elkaar thans op den
eersten dag van het jaar onzen heilwensch
brengen, al zal die heilwensch daardoor win-
nen aan kracht van beteekenis, omdat zij
wordt gebracht met zorg voor de toekomst
in het hart.
Wel waar worden reeds thans wegen ge-
opend en aangewezen voor een nieuwe toe
komst, voor het vormen van een nieuw
Europa, waarin ook aan ons land, volgens de
boodscdiap van den Fiihrer overgebracht door
den Beider in de vergadering der N.S.B. te
Amsterdam op 11 December j.l. een taak zal
worden toebedeeld, maar toch zijn voor velen
onzer landgenooten op oogenblik de toe-
standen zeer onzeker omtrent hetgeen hun
nog wedervaren kan, zoolang de oorlog nog
woedt en het tijdstip voor den eigenlijken op-
toouw nog niet is aangehroken. Nog wordt
de algemeene toestand beheerscht door de
eischen voor het voeren van den krjg en zijn
de zware industrieen meer gericht op het
smeden van wapentuig, dan op dat van ploe-
^en en zeisen.
Blijikens de verwachtingen van de tot oor
deelen bevoegden, kan het nieuwe jaar er een
worden van ernstiige en besbssende gebeurtd-
nissen, ten opzichte van de handebngen der
strijdende partijen. De rede door den Rrjks-
commissaris, te Amsterdam gehouden, stond
voor een zeker deel ook in het teeken, dat er
ten opzichte van oorlogsgeweld voor ons ge
ibied ernstige mogebjkheden bestaan en de
verplaatsing van Departementen van alge
meen bestuur van Den Haag naar binnen-
waarts gelegen steden, wijst daarop ook.
Spreken wij de hoop uit, dat de gebeurtenis-
sen ons volk, dat hij dezen str!jd, die in plaats
van een strijd tusschen volkeren een strijd
tusschen levensstroomingen geworden is,
steeds een bjdebjke positie heeft ingenomen,
niet te zwaar zal worden getroffen. De onver-
mijdebjke maatregelen, die met het oog op
hetgeen komen kan, nu reeds worden ge
troffen, beteekenen voor velen reeds thans
een groote zorg en ellende.
Het schijnt echter wel, dat evenals in de
natuur ook op maatschappebjk gebied een
wedergeiboorte niet mogebjk is zonder de
barensweeen. Zij het ook ons Volk bij zijn weg
naar de nieuwe toekomst gegeven, die zon
der te felle smart te doorstaan. Late men
zich ten dezen vooral doordringen van het
beginsel, dat onder deze omstandigheden de
saamhoorigheid, de eehsgezindheid van een
volk van groote beteekenis is en dat het
onder alle omstandigheden van beteekenis is,
dat men elkaar steunt, vooral die volksige-
nooten, die op een of andere wijze door de
omstandigheden getroffen worden.
De tijd is thans te kommervol, voor het
uiten van geestdriftige heilwenSchen en als
we straks elkaar het ,,al wat wenschebjk is"
toeroepen, weten we, dat we in de eerste
plaats verlangen naar het einde van den strijd,
om aan den opbouw te kunnen beginnen.
Ook wij, Uitgeefster en Redactie van de
Terneuzensche Courant ondervinden de gevol-
gen van de tijdsomstandigheden, die op
velerlei gebied beperkingen opleggen, ook aan
de pers. In vr'oegere tijden hebben wij enkele
malen met trotsch kunnen gewagen van uit-
breidingen die we aan ons blad konden gevei.
om onzen lezerskring des te beter te kunnen
gerieven.
Thans zijn wij echter, ingevolge door de
overlaid uitgevaardigde maatregelen, genood-
zaakt van af ide eerste week in het nieuwe
jaar onze uitgave te beperken, waarover
elders in dit blad een mededeeling is geplaatst.
Wij hopen ook, onder "deze omstandigheden
ons blad zooveel mogebjk dienstbaar te blij
ven maken aan de algemeene belangen, door
onder de aandacht der lezers te brengen dat-
gene waarvan de kennisneming voor hen ook
uit oogpunt van hun maatschappelijk belang
van beteekenis kan zijn.
We vertrouwen dat onze lezers voldoende
begrip zullen hebben voor deze omstandig
heden en ons evenzeer als in het verleden hun
gewaardeerde gunst zullen blijven schenken.
De betuigingen van tevredenheid, die ons on-
gevraagdi meermalen ten deel vielen, doen.. ons
daarop ten voile vertrouwen en zijn een aan-
sporing om op den ons afgebakenden weg te
blijven voortgaan. Ook met het oog op deze
mededeeling hopen wij, dat deze beperking tot
die maatregelen zal kunnen behooren, die van
zeer tijdebjken aard zullen zijn en het normale
leven zich in dat opzicht spoedig zal mogen
hersteben.
Moge het in 1943 aan alien, in welken rang
of stand zij geplaatst zijn of welke taak zij
ook ten bate der volksgemeenschap verrichten,
welgaan, mogen zij succ'es oogsten op hun
werk, mcge ons Nederlandsche volk daarvan
de vruchten plukken en in het algemeen voor
rampen gespaard blijven en spoedig de wel-
vaart in. onze landouwen weerkeeren.
DuxicMantf ait ion bardgenoote*
Doo» d® ax-mogendheden baMTTa'gabtaden
Nauirala tanden
Viiandakitca gebiedan
V
(iPolygoon Meijer Pax s).
Oud Jaar! Weer volgen wij het trage gaan
der jwijzer, die gestadig scTirijdt
naar dat moment, waarop de tijd
een aarz'lend oogenblik schijnt stil te staan.
O, dit ^moment, wanneer de smabe bjn,
die het verleden |Scheidt van 't heden
en heden van de toekomst, nog niet is overschreden,
dit angstig aarz'len, deze vreemde pijn
Het pudte jaar, ondanks zijn smarten,
is ons vertrouwd, ja, is ons lief geweest.
Het is de toekomst, die de mensch het meeste vreest,
Het ungewetene verwart altrjd de harten
Twaalf uur! Wleer is een jaar vergleden.
Het nieuwe jaar, een nieuwe toekomst wacht.
De klok ,tikt voort. God geve ons de kmcht
De onbekende wegen vreesloos te betreden!
R. KROES.
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
deelde gisteren mede:
„In het gebied van de Terek mislukte krach-
tige, door tanks gesteunde aanvallen van den
vijand. Hiertoij werden 8 tanks vernietigd.
In Stalingrad en in het Dongebied leden de
bolsjewisten bij de voortzetting van hun aan
vallen zware, bloedige verliezen en verloren
zij 16 tanks. Bij succesvolle tegenaanvaalen
werden talrijke zware en liehte wapens buit-
gemaakt en gevangenen emaakt. Aanvallen
van Duitsche luchteskaders, alsmede van
Italiaansche, Koemeensche en Hongaarsche
gevechtsvliegers berokkenden den vijand
zware verbezen en gevoelige verliezen aan
tanks en zware wapens. Hongaarsche (roe-
pen vernietigden bij acties van stormtroepen
een vrij groot aantal vijandebjke kazematten
met haar bemanningen.
In den centralen sector van het front wer
den enkele viiandelij'ke aanvallen afgeslagen.
Eigen stormtroepen drongen de vijandebjke
stellingen binnen en vernielden talrijke ge-
vechtsinstallaties.
Ten Zuidoosten van het Ilmenmeer stortten
hernieuwde, door tanks, artillerie en siagvlie-
gers gesteunde aanvallen van den vijand in-
een. Dertien bolsjewistische tanks werden
stukigeschoten
Aan de Wolchof en vooV j_ienmgrad vernie
tigden stonmtroepen van Duitsche formaties
en de Spaansche vrijwilbgersdivisie talrijke
vijandelijike kaizematten. Snelle Duitsche ge-
vechtsvliegtuigen en formaties jachtvbegtui-
gen sloegen in aanvallen die in soheervlucht
werdenondernomen transpdrtcblonnes van
den vijand.
Voor het Visschersschiereiland in de N6or-
debjke IJszee fooorden gevechtsvliegtuigen bij
een verrassenden aanval een bolsjewistischen
mijnenveger in den grond.
Nachtelijke aanvaben van Duitsche ge
vechtsvliegtuigen en duikbommenwerpers ver-
oorzaakten zware branden in de haveninstal-
laties van Moemiansk en op het stationster-
rein van Kandalaksja.
In Noord-Afrika bestookten Duitsche duik
bommenwerpers met succes vijandebjke
marschcolonnes. In Tunesie slechts plaatse-
bjke krijlgsoperaties. De vijand leed door
auikvluchten en aanvallen in scheervlucht van
Duitsche vliegtuigen zware verliezen aan rol-
lend materiaal en wapens van allerlei aard.
Op 29 December des avonds wierpen enkele
Britsche vliegtuigen boven West-Duitsch ge
bied hier en daar brisantbommen neer, waar-
door onbeteekende schade aan gebouwen werd
aangericht.
Liehte Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben
in Het Kanaal een patrouillevaartuig tot zin-
ken gebracht en overdag voor den oorlog be-
iangrijke instabaties in een havenstad aan de
Enigelsche Zuidkust met bommen bestookt. In
luchtgevechten werden hienbij twee vijande
bjke vliegtuigen neergeschoten.
Zooals in een extra^bericht is medegedeeld,
hebben Duitsche duikbooten de achtervolging
van de verstrooide resten van het bij de Azo-
ren uiteengeslawen convooi hardnekkig voort-
gezet en nog vier schepen met een gezamen-
lijken inhoud van 21.000 brt. tot zinken ge
bracht. Tot dusver zijn zoodoende van dit
convooi in totaal 19 schepen met een totalen
inhoud van 106.000 brt. vernietigd. Daaren-
boven hebben onze duikbooten in zeegebieden
van het Noordelijke en Zuidelijke deel van den
Atlantischen Oceaan 15 schepen met een
totalen inhoud van 79.300 brt. in den grond
geboord. Zoodoende heeft het duikbootwapen
behalve de gisteren gemelde successen op
nieuw 19 vijandeliike schepen met een ge-
zamenlijken inhoud van 100.800 brt. tot zin
ken gebracht.
Aan den drempel van het nieuwe jaar, in
de oogenblikken, die ons scheiden van dat
moment, waarop het jaar 1942 zich zal voe-
gen bij de schimmen van voorbijgegane jaren
en een nieuw jaar zijn plaats zal innemen in
de eeuwige wenteling der tijden, is het goed
j om zich nog eens te bezinnen op datgene* wat
I welhaast achter ons zal liggen.
Het is onmogebjk om in een kerf bestek een
volledig overzicht te geven van alle gebeur-
tenissen, die zich in ons land hebben afge-
speeld en het is even onmogebjk om deze in
chronologische volgorde te rangschikken.
I Slechts enkele data zullen hier genoemd wor-
den, data, welke van historische beteekenis
zullen blijken te zijn, mijlpalen op den moei-
zamen en soms zoo smartelijken weg van ons
volk naar een nieuwe gemeensohap en een
nieuwe toekomst.
Maar eerst willen wij enkele oogenblikken
in stilte hen gedenken, die in het afgeloopen
jaar zijn gevallen als slachtoffer van hun
plicht of als slachtoffer van den oorlcg.
En zoo herdenken wij hen, die in het begin
van dit jaar, ver van het moederland vielen, bij
de verdediging van Nederlandsch-Oost-Indie.
I Wij herdenken hen, die vielen aan het Oost-
i front, pioniers en wegarbeiders van het
nieuwe Nederland.
j Diep bewogen herdenken wij de mannen,
vrouwen en kinderen, die vielen als de weer-
1 looze slachtoffers van de even misdadige als
i zinlooze terreuraanvallen der EngeLsche vlie-
gers.
Wij herdenken hen, die vielen bij de uit-
oefening van hun heoep en ten slotte willen
wij hen herdenken, die het slachtoffer werden
van eigen haat of gehoor gaven aan de bui-
tenlandSche propaganda.
Het jaar 1942 is in meer dan e6n opzicht
een belangwekkend jaar geweest. Op sociaal,
economisch en pobtiek terrein vonden ge-
heurtenissen plaats, die van besbssende be
teekenis zullen blijken voor land en volk.
Het Nederlandsche Arbeidsfront werd dit
jaar opgericht, de eerste stap op den weg
naar een werkebjk sociabstisch Nederland
tfTGZGt.
De Nederlandsche Volksdienst kon zich in
het afgeloopen jaar gestadig ontwikkelen tot
een organisatie, welke het vertrouwen van
steeds breedere lagen onzer bevolking geniet.
Op 1 November trad een besluit tot wijzi-
ging van de Ziektewet in werking, waardoor
pok het huispersoneel onder de Ziektewet is
gevallen.
Op Vrijdag 16 October echter werd de kroon
op het werk van commissaris Woudenberg, de
leider van het Nederlandsche Arbeidsfront,
gezet. Op dien dag werd de Grondwet van
den Arbeid afgekondigd, een nieuwe mijlpaal
op dten weg naar een betere en werkebjk socia-
listische samenleving, waarin het algemeen
belang op den voorgrond zal staan. Door de
nieuwe verordening wordt voor eens en altijd-
een einde gemaakt aan den klassenstrijd,
welke ons sociale en economische leven in
zulk een noodlottigen vicieuzen cirkel heeft
g"6^br3.cht,
Tenslotte valt nog te vermelden, dat de
werkgemeenschap Vreugde en Arbeid haar
tweejarig bestaan in de eerste helft van
November heeft gevierd. Ook hier werd in
het afgeloopen jaar een zegenrijken arbeid
verricht. Talrijke cantines werden geopend,
sombere fabrieken verfraaid. Vacantiereizen
werden georganiseerd, volksconcerten, film-
en varidtd-uitvoeringen trokken duizenden he-
zoekers. Vakcursussen en sportlessen staal-
den geest en spieren. Ook hier bleek duidelijk,
dat er iets groeit, dat een nieuwe gedachte
baan hreekt en een nieuwe tijd zal komen
voor werkend Nederland.
Ook op economisch terrein is er veel in
Nederland gebeurd. In de eerste plaats was
er de voortdurende zorg voor onze voedsel-
voorziening. De lange en felle winter had
groote schade aangericht, veel wintergraan
was uitge^roren, het late voorjaar was even-
eens een groot nadeel. Bijna zonder uitzonde-
ring echter hehhen de boeren zich geheel'jn-
gezet voor de voeding van ons volk en niet in
de laatste plaats is het aan hen te danken,
dat de rantsoenen vrijwel over de geheele linie
gehandhaafd konden blijven. Koolzaad en
blauwmaanzaad werden in groote hoeveel-
heden verbouwd, opnieuw werden 75.000 ha
grasland gescheurd.
Hand in hand ginjg hiermede de hestrijding
van den zwarten handel. Dag en nacht was
een geheel leger van politie-ambtenaren en
controleurs in de weer, in enkele gevallen
greep ook de Duitsche overheid in en veroor-
deelde een drietal Jod^n, die zich schuldig
hadden gemaakt aan de ergerbjke bonnen-
zwendel en diefstal, in Beverwijk tot den
kogel.
Een tweetal boeren, die blijk hadden ge
geven van een ontstellende a-sociale menta-
liteit, frauduleus hadden geslacht. levens-
middelen achtergehouden, clandestien boter
bereid en nog talrijke andere ongerechtig-
heden meer, werden uit hun bedrijf ontzet.
Op 8 Juni werd een nieuwe periode in de
Nederlandsche koloniale geschiedenis ingeluid.
Verloren -gingen in dit jaar onze kolonies in
het Verre Oosten, doch een nieuw arbeidster-
rein in het Oostland werd verkregen. De
Nederlandsche Oost-Compagnie werd opge
richt. Het initiatief hiertoe namen minister
Rosenberg en den Rijscommissaris eenerzijds,
talrijke prominente Nederlandsche anderzijds.
I Mr. M. M. Rost van Tonningen, president van
de Nederlandsche Bank werd tot voorzitter
benoemd; met het oog op de rol, die Neder-
land als handelsmogendheid bij de kolonisatie
j in het Oosten van Europa zal spelen, verkre-
gen de burgemeesters van Amsterdam en
j Rotterdam zitting in den Raad van Toezicht.
Een nieuw arbeidsterrein voor onze kolonisa-
tors, voor onze kooplieden, boeren, technici en
j arbeiders werd verkregen.
Begin November werd een nieuwe Neder-
landsche staatsleening van een milliard gul-
den uitgegeven. Deze leening, die in de eer-
j ste plaats de saneering van onzen schulden-
last beoogde, bleek reeds kort na de aankon-
j diging een groot succes. Er werd behoorlijk
overteekend, wel een bewijs, dat het vertrou-
i wen van ons volk in het financieel beleid van
de overheid ongeschokt is gebleven.
En wanneer wij dan aan het eind van het
jaar debalans opmaken, economie zonder
j balans is immers een onmogelijkheid, dan
moeten wij erkennen, dat er ondanks alles
reden tot dankbaarheid moet zijn.
j De voedselvoorziening immers van ons volk
was gewaarborgd en zal het ook in de komen-
de maanden zijn. Het aantal werkloozen is
5 een fractie van het aantal in vorigfe jaren, de
Oost-Companie biedt grootsche perspectieven.
j Zeker, er waren ook schuwzijden: evacuatie,
groentenschaarschte, rijwielvordering, maar
wij mogen niet vergeten, dat het oOrlog is en
de wetten van den oorlog nu eenmaal hard
En ten slotte komen wij aan het politiek
overzicht en wat zich op dit terrein voltrok-
I ken heeft, is misschien wel het belangrijkste,
wat in ons land heeft plaats gevonden en de
j data, waarop bepaalde gebeurtenissen geschie-
den, zullen eens historische data blijken te
zijn, welke in het boek der geschiedenis ver-
j eeuwigd worden.
Wij zullen vanaf den aanvang nog eens de
gebeurtenissen opsommen, omdat wat g ~-
schiedde, organisch gegroeid is, zich langs
vaste lijnen bewoog en ten slotte te culminee-
l-en in een geheurtenis, die het Voortbestaan
van land en volk zal waarborgen.
Verzoeken worden sleehts in zeer uit~
zonderlijke gevallen ingewiiligd.
Aanvragen om een hooger of extra rant-
soen gas en/of electrieiteit, verzoeken om al-
geheele of gedeeltelijke krwijtsc!helding, dan
wel restitutio van boeten enz. worden door de
energiebedrijven en door het Rijkskolenbureau
met inachtneming van de Gas- en Elec-
■teitsfbeschikking 1940 no. 1, de Gas- en Eleo
triciteitsrantsoeneeringsregeling 1940 no. 1
en de krachtens deze regeling gegeven voor-
schriften behandeld.
Het behoeft welhaast geen betoog, dat bij de
vaststellinig der voorschriften de Nederland
sche kolenpositie van overwegenden invioed
is geweest, waardoor bepalingen zijn ontstaan
welke de gas- en electriciteitshedrijven onver-
biddelijik instrueeren omtrent hetgeen wel en
hetgeen niet geoorloofd is. Alleen dan ook,
wanneer men overtuigd is, dat de door de gas-
en electriciteitshedrijven vastgestelde rant
soenen niet op de voorschriften zijn gebaseerd
kan men zich tot de beroepsinstantie, het
Rijkskolenbureau, wendem In dat geval moe
ten de requestranten hun verzoek vergezeld
doen gaan van een volledig en door het ener-
giebedrijf geverifieerd overzicht der verbruiks-
cijfers van 1939 af, alsmede van de toegeken-
de rantsoenen. Waar zulk een overzicht ont-
breekt, moet eerst door het Rijkskolenfeureau
aan het energiebedrijf om toezending daar
van worden verzocht, hetgeen veel overhodige
correspondentie en dus vertraging veroor-
zaakt.
Volgt deze adviezen op.
Ter bevordering van een goeden gang van
zaken wordt eventueelen reclamanten het vol-
gende met nadruk geadviseerd: behandelt in
Uw brief aan het Rijkkolenhureau kort en
zakelijk niet meer dan 6en onderwerp; zendt
Uw aanvraag via het Gas- of Electriciteitsbe-
drijf, met verzoek haar, voorzien van de noo-
dige gegevens, aan het Rijkskolenbureau te
doen toekomen.
Wilt U niet via het energiebedrijf corres-
pondeeren, vraagt dan van te voren een op-
gave van Uiw stroom- en/of gasverbniik van
1939 af, alsook van de rantsoenen, die U zijn
toeigewezen en sluit de U door het energie
bedrijf verstrekte gegevens (het oorspronke-
lijke door U ontvangen schrijven) bij Uw
rechtstreeks aan het Rijkskolenbureau te zen-
den brief in.
Nogmaals zij er met nadruk op gewezen,
dat alle verbruikers van gas en electrieiteit
er van overtuied kunnen zijn, dat de hun toe-
gewezen rantsoenen mede gelet op de twee
jaren, gedurende welke de energiebedrijven hun
aandacht aan de rantoeneering hebben moe
ten "besteden in overeenstemiming met de
geldende bepalingen zijn vastgesteld. Het zal
hun dud" eveneens begrijpelij-k voorkomen. dat
het nu nog weini's: zin heeft, tenzij de omstan
digheden van den veribruiker brjv. door in-
kwartiering belanzriik z^'n gewijzigd, bet gas-
of electriciteitsbedrijf om hoogere rantsoenen
te vragen. Daarom wordt dezen verbruikers
dringend verzocht:
Verimijdt overbodig werk.
Maakt het de gas- en electriciteitshedrijven
niet lastig met mondelinge of schrifteiijke
verzoeken, aangczien deze vrijwel zeker toch
moeten Worden afgewczen, hetgeen veel over
bodig werk geeft aan de betrokken afdeelin-
gen, die nagenoeg alle personeel en tijd te
kort komen.
Voorts komt het niet dan bij hboge uitzon
dering voor, dat een door deze bedrijven afge-
wezen verzoek door het Rijkskolenbureau als-
nog kan worden ingewiiligd. Het is meesten-
tijds dus nutteloos wanneer men zich over een
door het Gas- of Electriciteitsbedrijf genomen
beslissing gaat beklagen bij het Ri'kskolen-
bureau.
Hoe langer hoe meer bleek, dat het de
N.S.B. zou zijn, aan wie in de toekomst de
leiding en de vorming van het Nederlandsche
volk toevertrouwd zou worden. Op 17 Kfei
werden in den Haagsehen Dierentuin een
•groot aantal Nederlandsche S.S.-mannen op
den Fiihrer beeedigd. Mussert en Himmler,
Reichsfiihrer der S.S. hielden redevoeringen,
waarin getuigd werd van de lotsverbonden-
heid der Germaansche volken.
Te Lunteren werd in de laatste dagen van
Juli in de onmiddellijke nabijheid van het
Hagespraakterrein onder oveigroote belang-
stelling de nationaal-socialistische vormings-
school geopend.
Duidelijker reeds wordt in de Augustus-
dagen de plaats, welke Nederland in het i^ieu-
we Europa zal innemen.
Op een gemeenschappelijke bijeenkomst van
Duitsche en Nederlandsche nationaal-soeialis-
ten verklaart Commissaris-Generaal Schmidt:
,,Het is onverstandig eh het getuigt van een
politiek analfabetisme, wanneer thans hier
en daar" nog de meening- opduikt, dat men de
Nederlanden in het Duitsche Rijk zou kunnen
opnemen. Om deze reden bestaat ook de poli-
tieke groep, die zich dit ten doel gesteld had
niet meer en behoort tot het verleden. Gij zijt
Nederlanders, wij zijn Duitschers, verbonden
door het gemeenschappelijke bloed en de
gemeenschappelijke nationaal-socialistische
idee."
Op 12 September wordt door Mussert de
Raad voor volksgezondheid der N.S.B. ge-
installeerd met een belangwekkende rede,
waarin de Leider aantoont, dat er voor een
dergelijk lichaam nog zeer veel werk onder
ons volk te doen is.
Enkele dagen later wordt op een geweste-