DE VERDWENEN ROBIJN Het onderhoud Hitler-Mussert. De rede van ir. Mussert, FEUILLETON Binnen en buiten de nieuwe grenzen. Een nieuw tijdvak begini „Wij hebben juist deze week een onderhoud gehad," aldus de Rijkscommissaris, „in het hoofdkwartier van den Fiihrer. De heer Mussert, mijn kameraad Schmidt en ik zijn bij den Fiihrer geweest, die omgeven was van zijn naaste, verantwoordelijkste raads- lieden, en in dit onderhoud zijn de grondslagen voor de toekomst door den Fiihrer vastgesteid. De eerste grondsiag, dien de Fiihrer heeft verkondigd^ was deze: hij wii de Neder- landers niet als overwonnenen behandelen. (Bijval.) De Nederlanders moeten in volstrekte gelijkgerechtigheid deelhebben aan alle mo- gelijkheden, die dit nieuwe Europa biedt. Zijzullen hieraan deel hebben door tegelijkertijd de taak en de plichten op zich te nemen, die den dragers van dit Nieuwe Europa te wachten staan en die een drager van deze verantwoordelijkheid op zich zal hebben te nemen. En hierbij behoort als tweede grondsiag de taak, die uw Leider zich steeds heeft gesteld, en die hij u, nationaal-socialisten, in Nederland heeft opgedragen, n.l. het Nederlandsche volk het nationaal-socialjsme bij te brengen. En wat is thans nationaal- socialisme op het oogenblik, waarop het om de continenten gaat? Thans is nationaal- socialisme: geloof en strijd voor dit Europa en voor de gemeenschap van deze Euro- peesche volken, voor onze Europeesche cultuur en onze toekomst en in engeren zin het ordenende bijeenhouden van onze Germaa-nsche bloedsgemeenschap ten Noorden van de Alpen. En als derde grondsiag heeft de Fiihrer uitdrukkelijk erkend, dat de N.S.B., de Nationaal-Socialistische Beweging der Nederlanden, de draagster dezer politieke ont- wikkeling is, en dit zou ik met alien nadruk en uitdrukkelijk willen verklaren, dat Mus sert als ^eider der Nationaal-Socialistische Beweging de leider van het Nederlandsche Volk is. (Sterke bijval.) Kameraden, daaruit volgt de vierde grondsiag, die de toekomstige opneming van de Nederlanden in de Europeeschq orde en in de Germaansche orde betreft: De Fiihrer iieeft gezegd, dat deze orde thans nog niet kan worden vastgelegd, want de toekom stige orde van Europa zullen wij eerst dan kunnen vaststellen, als wij de grenzen van dit Europa hebben vastgesteid. Deze grenzen moeten op veie plaatsen nog verder-wor den verschoven. Ik denk daarbij slechts aan Afrika en aan onze dappere bondgenoo- ten in het Zuiden. Eerst als alle Europeesche vraagstukken zijn opgelost, zullen wij ons met deze aangelegenheid bezighouden. Maar een ding is zeker, dat heeft de Fiihrer ook gezegd: „Als eenmaal deze nieuwe opbouw komt en deze nieuwe orde dan zal ik u, mijnheer Mussert, bij mij roe- pen. U zult door deze nieuwe orde niet worden verrast, u zult tot mij komen en wij zullen haar bespreken." (Bijval.) Ik geloof, dat hiermede de grondslagen zijn vastgelegd, volgens welke de Nederland sche nationaal-socialisten nu met voile overtuiging en vastbesloten aan den arbeid en* ten strijde kunnen gaan. Ik zelf wil voor mij hieruit in dezen zin een gevolgtrekking maken, dat ik den politieken wil, die tot uiting komt in de Nationaal-Socialistische Beweging, ook toonaangevend betrek bij het bestuur- van dit land. (Bijval.) Ik heb derhalve besloten aan mijn bureaux een decreet te doen toekomen, dat luidt als volgt: „Het is in overeenstemming met de taak, mij door den Fiihrer opgedragen, het Nederlandsche volk te doen deelen in de verantwoordelijkheid voor het bestuur van dit land. Drager van den politieken wil van het Nederlandsche volk is de N.S.B. Ik gelast derhalve, dat ter waarborging van harmonie tusschen bestuur en taak van de Nationaal-Socialistische Beweging, alle mijn ondergeschikte instanties bij de uitvoering van belangrijke maatregelen van bestuur, maar vooral in alle personeelskwesties over- leg hebben te plegen met den leider der N.S.B., den heer Mussert, resp. met de door den heer Mussert aangewezen partij-instanties der N.S.B. Voor zoover bij deze beslis- singen wider de gegeven omstandigheden bij uitstek en in de eerste plaats rekening moet worden gehouden met het standpunt der bezettende macht, behoud ik mij de eindbeslissing voor." Hierdoor is de Nationaal-Socialistische Beweging van Nederland verantwoordelijk betrokken bij het bestuur van dit land." (Zeer krachtige bijval.) Kameraden, wat hier geschiedt, is slechts een eisch der reohtvaardigheid. Toen wij in het land kwamen, keken wij om ons heen en wij zagen van alles, mSar wij hebben bovenal geconstateerd, dat hier 35.000 mannen en vrouwen waren, die met ijzeren vastberaden held en als soldaten hebben volgehouden als voligelingen van hum Leider. Daarbij gaat het niet zoozeer om politieke bijikomstigheden. Die vloeien voort .uit de situatie, de evaring en den strijd. jHet essentieele is evenwel, dat er hier 35.000 inanr.en en vrouwen waren, die ondanks alle benauwenissen van de zijde van het sys- teem besloten waren vol te houden en het was ons duidelijk, dat dit de mannen en vrouwen zijn, met w'ie wij vorm willen geven aan de toekomst van dit land. Dat waart gij, Ziet, nationaai-socialisten, wat voor de anderen een oorzaak van onrust en bedruktheid is, dat is voor ons, nationaal-socialisten, altoos slechts aanleiding tot grooter levensaanvaarding en activiteit: de strijd. Dat is de vader van alle vormgeving en zoo zien wij het ook thans. Zeker, de situatie kan moeilijk zijn, maar daar zien we ze weer, de oude strijders, die rondloonen in hun uniform, die het partij- insigne dragen, dat zijn altijd nog belijders. Dat is het mooie, het sterke, het trotsche van hen. Zij moeten juist thans steeds ieder af- zonderlijk als prediker voor het nationaal- soeialisme uiittrekken. Dat is het, wat ik u thans toewensch. In de nauwste gemeenschap met ons Arbeitsbereich vormt ge thans reeds een gemeenschap, die er kome wat komen wil de draagster der politieke ontwikke- ling zal ziin. Gij, nationaal-socialisten, gij zijt als volge- hngen van uw 'Leider Mussert de dragers der ontwikkeling, die volgens wil en wensch van den Fiihrer, den grootsten staatsman en veld- heer van Buropa en den genialen bouwmees- ter van den nieuwen tijd gevormd zal worden! Hou zee! Nad at de Rij kscommissaris, Rijksminister Seyss Inquart, zijn rede had beeindigd, weer- klonk een minutenlang hou-zee-geroep. Onder groot entfyousiasme van de aanwezigen trad Mussert den Rjiikscommissaris tegemoet, om hem met een langen handdruk te danken voor zijn rede. Hierna was het woord aan den Leider der NjS.B., Mussert, aan wien een ware ovatie ten deel viel. Nadat de Rijkscommissaris, Rijksminister Seyss-Inquart, een rede had gehouden, was Nieuwe avonturen van rechercheur Koks, door FRANK VAN FALQKEN OORT (Nadruk verboden.) 21 „Voorts vertelde Said mij, dat Jane bin- nenkort in Nederland, in Haarlem enkele avonden zou optreden. De kamenier zou dan een gemeubileerde woning huren en dan zou hij Said in de gelegenheid worden ge steld om den ring te krijgen. Hij was te weten gekomen, dat Jane den ring steeds tijdens haar optreden droeg, maar dat zij hem des avonds verwisselde voor den imitatiering. In plaats van, dat zij dan de echte ring zou ver- wisselen voor de imitatie, zou zij, als het op treden afgeloopen was, weer den echten ring teruggeven en den imitatiering in de casette opbergen. Wanneer de zangeres dan in haar zitkamer was teruggekeerd, moest Said er maar voor zorgen, dat hij den ring van haar kreeg. Meermalen had Said voorgesteld, dat de kamenier hem den ring voor een goede belooning in de hand zou spelen, maar dat weigerde het meisje. Zij wilde wel meewer- ken, maar Said moest zelf maar zien, hoe hij aan den ring kwam. Toen Said mij dat dien dag vertelde, kreeg ik een idee. Ik zou hem Dodo meegeven en deze zou er ongetwijfeld in slagen den ring van haar vinger af te trekken. Wanneer dat geslaagd was, zou Said met Dodo weer terug- reizen naar Zwitserland, om Dodo aan mij af te leveren, maar ik had toen tevens het plan opgevat, om den ring en den siteen in mijn bezit te krijgen. Hoe dat moest gebeuren, wist ik nog niet precies, doch ik besloot dit •aan het toeval over te laten. Said was enthousiast over dit plan en reisde het woord aan den leider der N.S.B., ir. Mus sert, wien een ware ovatie ten deel viel. Ir. Mussert sprak als volgt: Herr Reichskommissar, Duitsche en Neder landsche gasten, Mijne Kameraden: Sedert het tijdstip, dat wij bijeenkwamen daar in de markthallen te Utrecht vorig jaar, waar nu andere menschen denken dat wij zijn, maar waar wij niet zijn, is reeds een jaar voorbij gegaan. (Hilariteit). Ben jaar is kort in het leven van een mensch. Wij hebben maar enkele tientallen jaren te leven, maar een jaar is lang en wij denken hoe ontzaglijk veel zorgen, moeite en bezwaren dat jaar dat achter ons ligt, gehad heeft. Fin wanneer nu weer een jaar voorbij gegaan is en wanneer wjj terug zien op hetgeen een jaar geleden was en op hetgeen nu is, dan weten wij: deze wereldworsteling is dit jaar weer klaar tot ons gekomen. De fronten teekenen zich dui- delijker en helderder af dan ooit tevoren. De beweging kan gezien worden als de geschie- denis van ons volk. Wanneer na 20, 30 of 40 jaar een jongere generatie op de schoolbanken zit en de nieuwere geschiedenis van ons volk zal geleerd worden, dan geloof ik dat diegenen, die onderwijzen, niet anders kunnen zeggen dan: de geschiedenis van ons volk in de laat- ste jaren was de geschiedenis van de Bewe ging in de laatste jaren. Dit blijkt duidelijk wanneer wij de geschie denis van de Beweging zien samengevat in enkele tijdvakken, niet de geschiedenis als een oneindig aantal reeksen van gebeurtenissen, maar samengevat in tijdvakken, dan vinden wij, dat er een rechte lijn is van het begin tot op den huidigen dag. Wij zien het eerst naar de voorgeschiede- nis der Beweging, de jaren van 1925 tot 1931. Dan ziet ge dit merkwaardige, dat de Duit sche broederpartij eigenlijk is ontstaan als een gevolg van het verdrag van Versailles, een verdrag, dat Duitschland en Italie bracht in een staat van vernedering en knechtschap ten betaoeve der democratieen. Gij weet, dat door het verdrag van Ver sailles F'rankrijk eindelijk de Rijfigrens ten deele bereikte. Het scheen, alsof wij daar niets mede te maken hadden. In 1925 echter, zes jaren na het verdrag van Versailles, be- reikt dit verdrag onze grens. F'rankrijk wil dan door mid-del. van zijn vazalstaat Belgie zijn invloed uitstrekken naar de Maas en de Waal, dus naar het hartje van ons land. In ons land ontstond toen een reaetie tegen het voorgestelde Belgische verdrag. De regee- ring zei ja, de Tweede Kamer nam het aan, doch het werd door de Eerste Kamer verwor- pen. Maar in twee jaar was het toch zoover. Zij die zich hadden ingezet voor volk en vader- enkele dagen daarna met Dodo, die ik geleerd had, dat hij nu ook Said moest gepoorzamen, naar Holland. Een week daarna las ik in de kranten, dat Jane vermoord was gevonden in haar appartementen in Haarlem en dat er een kostbaren ring zoek was. Ik verwachtte Said en Dodo al terug, maar toen kreeg' ik van de politie een oproep, om naar Nederland te gaan, hetgeen ik dan ook deed, omdat ik zelf toen met deze affaire eigenlijk nog niets had uit te staaji. Hier in Haarlem hoorde ik van mijnheer Koks bizonderheden over den moord en toen bpgreep ik wel, dat Dodo de dader was ge- weest. Ik wil hier echter uitdrukkelijk ver klaren, dat, wanneer ik geweten had, dat Said Dodo tot Moord zou hebben aangezet, ik het dier nooit had meegegeven. Ik heb veel van mijn vrouw gehouden en ik zou nog liever zijn gaan beSelen, dan haar, om den steen in mijn bezit te krijgen, te vermoorden." ,,Dit pleit in ieder geval voor U", erkende Koks. ,„Toen ik het onderhoud had met mijnheer Koks, wist ik nog niet, waar Said en even- min, waar Dodo was. Mijnheer Koks liet mij den ring met den steen zien, die gevonden was, maar ik herkende deze dadelijk als den imitatierine". Dat bleek, nadat een expert den steen had bezien, inderdaad het geval te zijn. Ik wist, dat de echte ring er ook moest zijn en ik vermoedde, dat Said die in handen had. Maar waar was Said? ■Het toeval wilde, dat ik hem dienzelfden dag in 'Haarlem temnikwam. Ik ging met hem mee naar het huis, naast dat, wat Jane had gefbuiurd en daar vertelde hij me, wat er gebeurd was. Said had met Dodo zijn intrek genomen in het huis naast Jane en op den avond van den moord, had de kamenier een tip gegeven, dat de gelegenheid schoon was. Zij had een der openslaande deuren van Jane's zitkamer opengelaten. Said legde nu een plank van het eene venster naar het an dere en daarover klauterde Dodo naaf Jane's land dachten weer naar hun eerzaam peroep terug te kunnen gaan en niet meer aan" poli- tiek te doen en ziet in 1929 beginnen zij weer om het eigen volk te ontnemen wat het had. Toen zijn wij pioniers tot de conclusie ge komen, dat het parlement niet langer tot regeeren in staat was. Een volk moet ziek zijn wanneer het zijn eigeq land zoo achter stelt bij de belangen van andere volkeren. En dus zeiden wijwij gaan nu tot het volk en zullen profoeeren het weer geizond te maken. Daarom ontstond in 1931 op de eenig mogelijke basis, namelijik op de basis van het nationaal-socialisme, het begin van het herstel van ons volk. In December van 1981, nu 11 jaar geleden. En zoo gaan wij naar het tweede tijdvak van 1931 tot 1935, de vier eerste jaren der Ibeweging: ons volk verdeeld in 50 politieke partijen, ten deele voorzien van het gebroken geweertje, dat u zich nog herinneren zult, ten deele zwerend bij de volkenbondspolitiek, en het volk wijs makend, dat de armoede en de werkloosheid van honderdduizenden, slechts een crisisverschijnsel was. Als u maar even gedu'ld wilde hebben, zou het kapitalisme zich herstellen en de crisis zoli voorbij gaan en ieder zou weer werk krijgen. Pal daartegen in werkt de Beweging, de Beweging, die be- gon met de verdediging van het volk tegen de macht achter de sdnermen. De Beweging, die ik toen- vormde, eischte een'heid in plaats van verdeeldheid en zelfrespect der natie, ver dediging van Indie, verwerping van den on- zedelijken volkehbond (die geen enkel goed mensch als basis van zijn handelingen zou kunnen gebruiken en die slechts bestond om onrecht te handhaven) en het socialisme van de daad. Zoo sprak de Beweging vier jaren lang en dat zij niet voor doovemans ooren sprak, blijkt wei uit de verkiezingen van 1935, toen 300.000 Nederlanders, 8 pot. van ons volk zich achter haar stelde. Zij was .-de vijfde politieke partij geworden van de 50. Daarna komt het derde tijdvak, van. 1935 tot 1937. Daarin ziet u zich het internatio- nalisme ontplooien, de oorlogsverklaring van Italie aan Abessynie is het hijschen van de vaan, het hijschen van de vaan van alles, wat democratic beet, van alles wat macht heeft, van alles wat bezit heeft om zich te verdedi- gen tegen de Habenichts, zooals men toen zeide. Engeland voorop met Frankrijk en den Voltkenbond begon in actie te komen, die alles zou handhaven zooals het was. En wie ging toen het eerst naar Geneve? De Nederland sche minister van buitenlandsche zaken om sancties te vragen. Hoevelen waren er toen nog in ons land die dachten: dat doet hij voor zijn land en voor zijn regeering, misschien zelfs voor de Koningin. Wjj wisten als natio naal-socialisten toenmaals dat hij als knecht van Engeland naar Geneve ging. De Volkenbond nam zijn sancties, maar niet hard genoeg. Italie wint. Dan komt de in- temationale democratic en zegt: nu Italie gewonnen heeft, is er nog maar een ding te doen: met de wapenen in de hand het natio- naal-socialisme en het fascisme te vemietigen en wij weten reeds nu, dat de macht achter de schermen zat in de bankiershuizen te New- York onder leiding van Roosevelt. Daar vandaan ging het naar Parijs, War- schau en Londen. Welnu, wat gebeurde er met ons land in het jaar 1936? wat zien wij verschijnen? De geestelijke herbewapening. Herinnert u zich nog dat zuiver Nederland sche product van Engelschen oorsprong (hila riteit). Wat zien wij nog meer? de Oxford- beweging. Herinnert u zich nog 1937, toen wij onze verkiezingen hielden en in Utrecht een geweldige demonstratie van de Oxford- beweging werd gehouden, waarbij den men schen langs een omweg verteld werd: kijk eens, als je nu in ieder geval wat anders wil, doe dan een ding niet: ga in ieder geval niet naar de N.S.B., bij ons kun je het ook1 krijgen en goed ook. We hebben Oxford en ,,Eenheid door Democratic" of zooals ik wel meer heb gezegd „eerlijkheid door diefstal". (Gelach.) Welnu kameraden, Coliin en Oud wonnen de verkiezingen. Ons volk geloof de hen, Colijn als vertegenwoordiger van het Engelsch- Amerikaansche grootkapitaal, Oud als ver tegenwoordiger van de internationale vrij- metselarij. Wij krijgen de helft van de stemmen van voor dien tijd, maar de Beweging staat pal en in Den iHaag verklaart zich een groot aantal menschen tegen de Volkenbondssancties en zegt ,,wij zijn solidair met de Duitsche bruin- hemden en de Italiaansche zwarthemden en wij gelooven in de vorming van een nieuw Europa, de vorming van een nationaal-socia- listisch Europa. Na de verkiezingen ging de beweging in de doodkist. Hier in Amsterdam had men een keurige doodkist. Daarin lag de beweging. Duizenden prentbriefkaarten werden rondge- stuurd, gij zult het u herinneren, met de woor- den: ,,heden overleed zacht en kalrn de N.S.B." (gelach). Het vierde tijdvak is van 1937 tot 1940. Mijne volksgenooten. In het wapen van het land, dat officieel heette „Koninkrijk der Nederlanden" ziet gij de wapenspreuk: „Je Maintiendrai" of' in goed Nederlandsch: „Ik zal handhaven". Welnu mijne kameraden, wat zij gehandhaafd hebben in de vier oorlogs- dagen was niet veel, maar wij hebben in die drie jaren de Beweging weten te handhaven ondanks de terreur en broodroof. De Be weging ging haar weg, een eenzamen weg. Haar waarschuwende stem ging niet verloren Wij hebben het volk gezegd: keer terug op uw weg, gij zijt thans op het verkeerde pad en gij gaat uw ongeluk tegemoet. Keer terug voor het te laat is en vemietig uw levens- middelen niet. Niet den maal maar honderd malen hebben wij onze waarschuwende stem laten hooren. Wij zeiden: „rekent u niet op ■Engeland, want nog nooit heeft Engeland Engelsch bloed vergoten ten behoeve van ons vaderland. Reken ook niet op den volken bond. Het is een kaartenhuis, dat uiteenvalt. Bekeer u tot het nieuwe Europa voor het te laat is Dat is alles wat wij hebben gezegd zitkamer. Of hij het dier nu niet de juiste instructies heeft gegeven, of dat Dodo hem niet Ideeft begrepen, -zal wel altijd een raadsel blijven Said was op dit punt tegenover mij erg vaag maar in ieder geval - heeft Dodo, inplaats van haar den ring van de vinger te trekken, haar eenvoudig geworgd. Toen dit geschied was, klauterde de aap weer gewoon langs denzelfden weg terug. Said moet natuurlijk woest geweest zijn, want inmiddels bleek de politie op de hoogte te izijn van den moord en was zij al in haar huis. Said werd echter roeke-loos en st-uiurde de aa-p voor de tweede maal naar het andere huis. De aap sloeg toen de agent, die de wacht had bij het lijk, neer en trok met geweld den ring van den vinger. En nog had Said zijn doel niet bereik't, want hij ontdekte dadelijk, dat het de valsche steen was. Daarom moest Dodo er nog een derde maal op uit, ditmaal langs den voorkant van het huis, naar de kamer van de kamenier. Ditmaal deed Dodo zijn opdracht precies, zooals vanjhem werd verlangd, want hij doode het meisje niet, doch nam haar mee naar het andere huis. Nadat zij van de schrik eenigszins was bekomen, vertelde zij, dat zij in -haar zenuiwachtigheid waarsehijnlijk de ringen toch niet had omgewisseld, toen Said haar den ring met den valschen steen onder de neus duwde. Dan zoo verklaarde zij Said moest de echte ring nog in de casette zijn, die op haar kamer onder het ibed verbor- gen was. En den" volgend-en nacht deed Dodo voor de vierde maal een toch van het eene huis naar het andere, vond de casette en overhandigde die aan Said. Daarin zat de ring met den echten robijn. Dit kwam ik allemaal te weten, toen ik met Said in het leege huis zat te praten. Ik vroeg hem toen, waar het kamermeisje van Jane was gebleven. Eterst gaf hij daarop een ont- wijkend antwoord, doch later vertelde hij op een droge toon, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, dat Dodo haar, op zijn be vel had gedood. Wij kregen daarover toen.al in de vierde periode van 1937 tot 1940. Wij krijgen dan de vijfde periode van Mei 1940 tot December 1941. Direct na de Meidagen komt de stem van den overkant, ma,ar hier is de storm en hier iblijft het volk en zij, die verantwoordelijk zijn, vluchten weg. I>e Beweging ging door. Ons doel was ons volk te maken van vijand tot bondgenoot, zooals wij 'bp onze laatste groote bijeenkomst te Lunteren hebben ge zegd. Deze giroote bijeen'komsten, die wij ook nu graag zouden willeh hebben, maar die nu niet mogelijk zijn, zullen eerst later weer mogelijk worden en dan grooter dan voorheen. (Daverend applaus.) Wij hebben nu een Duitsche bezetting en we weten nu wel, waarom dat noodig was. In die dagen zeiden zooveel Nederlanders tot elkaar: „wat doen ze nu?" Maar nu begrijpt toch iedereen met her sens, dat deze kust ver- dedigd moet worden. Want indien er nu geen Duitsche weermacht in Nederland was, dan waren de Amerikanen niet in Algiers geland, doch dan was hier het oorlogsterrein geko men, mijne kameraden. (Applaus.) Wat deed de Duitsche bezettende oiter- heid? Zij gaf iedereen na Mei 1940 zijn, kans. Wat- wilt gij, Nederlanders? Mee- doen of tegengaan? Bepaal uw plaats. En daar zagen wij opkomen de nieuwe „Een- heid door Democratic" en wij oude natio naal-socialisten, och, wij hebben ons zoo'n beetje er aan geergerd. De Nederlandsche Unie, de schuilkelder van alle politieke par tijen, die zeiden het nieuwe te willen, maar in werkelijkheid alleen het opde wilden con- serveeren, inblikken. Toen kwam in Juni 1941 de beslissing. In Juni 1941 was het 'zoo, dat het bolsjewistendom moest worden aangevallen. Het kon niet anders. De Rijks commissaris heeft zooeven herinnerd aan onze samenkomst op het Usclubterrein, waar verklaard werd: Wie niet voor ons is, is tegen ons. Ons standpunt was bepaald: Het samertgaan met Duitschland tot de eindoverwinning. De Nederlandsche Unie scltreef toen echter, dat zij de zaak nog wel eens zou aanzien en haar standpunt zou hepalen na aftoop van den oorlog. Daar- rnede was een einde aan de Nederlandsche Unie gekomen. Maar toen kwam in December 1941 de grootste misdaad ooit gepleegd aan ons volk. Aan Japan is door de emigrantenregeering te Londen de oorlog verklaard. Duizenden van onze jongens gingen te gronde zonder eenige reden en Indie werd afgescheiden van het moe- derland. Wat de toekomst is weten wij niet, maar wij zijn gegaan naar hem, die het land van Europa in zijn hand heeft voor 90 pet., althans voor de overgroote helft. Wij zijn naar Adolf Hitler gegaan en hebben de solidariteit der Beweging, die wij sedert 193'5 hadden, in een vast verbond omgezet, culmineerend in den eed aan den Germaanschen Fiihrer en mij, gevolgd in dit jaar door "en eed van mijn voigelingen aan mij, opdat wij een onverbre- kelijke betting zouden vormen naar het nieuwe Europh, dat komen moet. (Applaus). Wij zijn nu in het zesde tijdvak, het. jaar "1942. Nederland is dit jaar van bezet gebied geworden tot oorlogsterrein Zie de bombar- demenren van Zuid-Lrmburg en van Eind hoven. Ik wil hier herlnnurc-n aan den tijd van het einde van 1940 en aan het vorige jaar. Buitengewoon slimme Nederlanders zeiden: laat je toch niet wijsmaken, dat die bombar- dementen geschieden door Engelsche vlieg- tuigen. Het gebeurt door Duitsche vliegtui- gen. Dat herinnert gij u toch nog Nu heb ben zij het niet gezegd. Dat doen zij niet meer. Zij zijn- tenslotte niet heelemaal -gek geworden en zij begrijpen nu, dat dat niet het geval is. Welnu, u begrijpt waarvoor die bombarde- menten en evacueering zijn. Nederland's Wes- telijk gebied is Westwal van Europa gewor den. Laten wij goed begrijpen, dat wij vroeger helbben gezegd, dat ik bhj was, dat onze Grelbbelinie, onze IJzerimie en onze Hol- landsche waterlinie tegenwoordig Wolga- ■linie heet en zou nog blijder zijn wanneer de Westwal wat kan opsehuiven naar het Westen, want hoe verder weg hoe liever. Dit moet ons tot voorbeeld strekken: Hoe verder weg de grenzen van Europa zijn, des te beter kunnen wij in Europa leven. Dat is de groote opgave dat de grenzen ver zijn en dat daarbinnen geen oorlog heerscht en daar buiten de wacht wordt gehouden. Dat beteekent ook, dat het Nederlandsche vo'lk hieraan aandacht zal moeten geven, dat be teekent dat wij soldaten zullen moeten hebben. Het vorige jaar, kameraden waren er nog zoovele Nederlanders, die het tlheewater gin gen opzetten omdat de Engelschen gezegd hadden, dat zij zouden komen. Zij zijn er ech ter nog niet, maar wij hebben nu reeds een voorproef je gekregen wat het zou beteekenen. Verleden jaar heb ik gezegd: God beware ons ervoor, dat ooit ons land tot slagveld zou wor den, want dan iblijft geen steen op de andere. De werkelijke vaderlantiers zijn wij, die weten wat' er aan de hand is en niet die in het En gelsche kielwater varen. Mijne kameraden, de moeilijkheden zijn ■groot. De beweging heeft geen makkelijk jaar achter den rug. Wij maken alle ellende en alle moeilijkheden mee en degenen, die werkelijk reden tot klagen hebben, zijn wij. Maar wij klagen niet. Wij hebben geen recht te klagen, omdat wij geleerd hebben den weg te zien, dien de anderen niet willen volgen. Wij klagen niet. Waarom zouden wij kla gen? Wij moeten trachten mee te vechten. Een man klaagt niet, maar zet zich in in den strijd. Vorig jaar, toen zag het er moeilijk uit. Dit jaar, dat wij nu bijna ten einde hebben ■geleefd, was zwaar. Wij weten het heel goed, mijn oude °"etrouwen. Gij weet het heel goed. De moeilijkheden in de Beweging, de onder- ongenoegen, want ik begon me hoe langer. hoe meer onbehaaglijk te gevoelen, nu er al twee doodslagen waren gepleegd. Fin toen wij spraken over de yergoeding, die ik moest heb ben voor Dodo, kregen we compleet ruzie. Ik werd op een gegeven moment zoo woedend, dat ik hem bij de keel greep. Said was echter veel streker dan ik en in minder dan geen tijd, lag ik op den grond. Ik riep Dodo toen te hulp, die niet aarzelde, omdat ik tenslotte toch 'zijn baas was en de aap wongde Said, voor ik het' kon verhinderen. Daar stond ik nu; zelf was ik er oorzaak van, dat er een derde slachtoffer in deze zaak was gevallen. Ik ledigde de zak'ken van Said en stak den ring bij me. Toen het 's avonds donker was geworden, liet ik een vrachtauto komen en daarin bracht ik Dodo weg". ,,Naar een dierenpark in Brabant", voegde Koks er droogjes aan toe. Verwonderd keek van Brantenaar den rechercheur aan. „Hoe weet U dat zoo pre cies?" a „Dat zal ik U vertellen", antwoordde Koks. ,,Onze vriend Klein herinnert zich ongetwij feld nog wel, dat, toen wij de kamer van het leegstaande huis binnentraden, daar zoo'n vreemde luicht hing." Klein knikte bevestigend. ,,'En misschien herinnert hij zich ook nog wel, dat ik hem giisteren adviseerde eens een bezoek aan Artis te brengen?" Toen ging Klein een licht op. ,,U wist dus toen reeds, dat het een lueht was, die men in de nabijheid van apen gewoonlijk ruikt." Juist, mijn jongen", antwoordde Koks vriendelijk, ,,en daarofh wilde ik je de sleutel van dit mysterie in de-hand geven. Maar in- plaal^s van mfn raad op te volgen..." ,,Maar dat begreep ik toen nog niet", pro- testeerde Klein. ,,Dat spreekt vanzelf, anders behoefde ik je niet naar Artis te sturen. Als je wat dieper over m'n woorden had nagedacht, dan zou je begrepen hebben, dat ik een bijzondere bedoe- grondsche ophitsing, het verraad, misbruik van vertrouwen, dat ik in enkelen had gesteld. Baantjesjagers. Andere meeningen van het geloof en dat was het ergste, de ondermijning in het geloof van de goede, rechtvaardige uit- eindelijke bedoelingen van de Duitsche leiding. Wij hebben er altijd in geloofd en men heeft gezegd: „Jullie worden toch eenvoudig maar gebruikt en straks weggeveegd". Dat dit eike keer weer gebeurde, was het ergste en daar om was het in de eerste plaats 'goed, dat de Fiihjfer zich heeft uitgesproken. Nu kan er in ffinze rijep geen enkele meer zijn. die dat kan zeggen, want het woord ligt daar en al zijn er nu honderden of duizenden idioten, die anders praten, het interesseert ons niet meer. (Daverend applaus). Wij heginnen nu - het zevende thdvak het jaar 1943. Churchill, wel hekend (gelach) heeft gesproken van het verschrikkelijke jaar 1943. Ik geloof ook inderdaad, dat het een zeer moeilijk en verschrikkelijk jaar zal zijn. Daar tegenover moeten wij atellen onze gees telijke pamsering. Onze geestelijke nantsering is dit: een zoo volkomen mogelijk begrip van het wereldgebeuren en den vasten wil alles te doen voor het vaderland. Naar hetgeen de Rijkscommissaris zooeven gezegd. heeft, zal dit wereldgebeuren zeer haid zijn, Het is zco dat Em ipa weer eens bedreigd wordt. Vroe ger is het reeds bedreigd geweest door.de Hunnen en door de Turken, thans weer door de Russen. Nu worden vij echter bedreigd door 200 miilioen man en daarae'lter staat een oorlogrindustrie tot in de grootste perfectie opgebouwd in- 25 jaar. En hier in Fluropa Wat heeft men in Europa gedaan? Ik her- inner u er alleen slechts aan, dat het bolsje- wisme zich reeds van 1920 af op den oorlog in Europa heeft voorbereid en dat in 1920 het bolsjewisme reeds in Wesel stond. Zij zijn daar echter weer door de Duitschers verdre- ven. Nu weten wij ook al van het gebroken geweertje. Terwijl door het bolsjewisme een grootsche oorlogsindustrie werd opgebouwd,, moest Europa met het gebroken geweertje loopen. Overal werden deze hier gezaaid en de oorsprong daarvan lag in Moskou. Moskou wilde namelijk niet dat het Europeesche volk weerbaar was, omdat het het daardoor des te gemakkelrjker zou kunnen veroveren. Huma- niteit. Het waren altijd weer de bolsjewieken, die spraken en schreven van humaniteit. En het'was altijd weer de ,,wereldvrede", die door alles wat rood .of rose was werd ge bruikt. Gij herinnert u toch de leuzen, over al op de muren en straten, tegen oorlog en fascisme". Dat alles was afkomstig van het bolsjewisme om ons weerloos over te leveren. Onafgebroken, onzichtbaar achter een muur, waar wij Europeanen niet achter konden komen, ontstond daar in de onmetelrjke ruim- te van Sowjet-Rusland de eene fabriek na de andere en draait en draait en maakten een bewapening, waar wij geen flauwe notie van hadden. Zoo hebben zij de verovering van Europa voorbersid. Toen kwam het jaar, waarin de Sowjets Finland aanvielen, het jaar waar in onze ker- ken gepredikt werd voor Finland, hetgeen zij heden ten dage vergeten. Bij dezen oorlog tegen Finland ontkwam veen onzer aan de gedachte, ,,nu, die Russen kunnen toch niet veel, als u bedenkt, dat zij al dien tijd noodig hebben gehad om zoo'n klein stukje van Fin land te veroveren. Want Finland telt maar 2 miilioen menschen''. Dit is de grootste camouflage geweest, die de wereld ooit gekend heeft, want met de grootste koelbloedigheid1 offerde Sowjet-Rus land honderddufcenden menschen, die zi) geen uitrusting en wapens gegeven hadden. Al het oude materiaal werd naar Finland gestuurd om Europa wijs te maken: het is niet veel bijzonders. Maar alles wat goed en sterk was werd op den achtergrond gehouden, klaar om over Europa heen te vallen wanneer het oogenblik gekomen was. Dan komt het bin- nenvallen in Polen en in de Baltische landen, die uitgemoord worden en waar de vrouwen en kinderen worden weggevoerd. Er zijn nog, menschen, die zich afvragen: of ze dit ook hier wel zouden doen. Ja, mis- isohien stuiren ze wel geen echte, maar een paar heele zachte, zoete bolsjewistisejes. Echte ibolsjewisten komen hier niet naar toe, zoo red jfieeren ze. Toen heeft Hitler het doodelijk gevaar be- speurd en heeft geattaqueerd. Het was veel erger dan men had gedacht. De bolsjewisten beschikten over tienduiteenden pantsers, tien- duizenden kanonnen en tienduizenden vlieg- tuigen. (Dat alles stond klaar om over Euro-pa neen te vallen om de Europeesche cultuur eens en voor altijd te- vemietigen. Maar het nationaal- socialisme tezamen met het fascisme, is er in geslaagd dit tegen te houden. Of denkt iemand misschien dat de democratic dit had gekund. Neen, dat is de nu reeds onwergan- keliike verdienste van het nationaal-socialisme en het fascisme voor E/uropa, dat zij deze macht tegengehouden hebben. Nog altijd zijn er menschen in Nederland, die zeggen ,.als de bolsjewisten winnen, komen zij tot Berlijn, maar in het Westen komen zij niet". Maar wanneer dat het geval zou zijn, zou tien jaar later ten hoogste tien jaar later, ook West-Eurooa bolsjewistisc'h zijn, misschien de geheele wereld, want is eenmaal dit gift bin- neneehaald, dan verstrooit zich dat en net is best mogelijk, dat het bolsjewisme het in Moskou op moet geven, maar dat zij van voren af aan beginnen in New-York. Dan moet FJuropa een zijn, solidair zijn. Er vormen zich groote continenten. Zie Het Amerikaansche continent, het Groot-Oost- Aziatische continent, het Bolsjewistische in Azie en Oost-Europa. Daartegenover is maar een ding moge-lijik, een nieuw Europa; en kan Europa niet tot "deze geestelijke eenheid, dezen wil om, solidair te blijven en met elkander het continent te verdedi'gen, komen, dan zal het na k-orteren of langeren tijd te gronde gaan. En omdat wij gelooven, dat het niet te gronde gaat, daarom zijn wij overtuigd, dat het soli- daire Europa zal komen, nog in onzen tijd. (Applaus.) ('Slot volgt.) ling had, toen ik zei: doe de groeten aan de apen. Had je inderdaad Artis bezocht en de apenkooi, dan zou je zeker dezelfde lucht op- gesnoven hebben en tot dezelfde ontdekking gekomen zijn als ik. Want die vreemde lucht bleef bij me en het toeval bracht mij de sleu tel van dit raadsel. Ik zat thuis in een boek van mijn zoon te bladeren en toen zag ik daar in een plaatje met enkele apen. Onmiddellrjk wist ik nu, dat die lucht, die in de kamer hing, van apen was. Ik combineerde dit met de verklaring van den dokter, dat de drie slachtoffers alle op dezelfde wijize waren ge dood, namelijk door worging. En toen rees bij mij het vermoeden reeds op, dat een aap wel- licht de dader kon zijn geweest. Die aap moest natuurlijk ergens gebleven zijn en ik zette on- middellijk de recherche in het geheele land aan het werk. Alle dierentuinen en dierenpar- ken moesten worden bezocht en aan de eige- naren worden gevraagd, of daar mogelijk ge- durende de laatste dagen een aap was ge- bracht. Het geluk was mij gunstig, want van uit 's Hertogenbosch kreeg ik bericht van de recherche daar, dat in een klein dierenpark in de buurt van de Brabantsche hoofdstad een gorilla was gebracht door een heer, die op reis moest en het dier vocfr eenigen tijd kwijt wilde zijn. Voor de verpleging werd betaald. De eigenaar van het dierenpark nam de aap, die daar zeer gewihig en m'ak was, in zijn park op. Ik liet een der oppassers het dier naar Haarlem teruigbrengen en opslihten in hetzelfde vertrek, waar wij het lijk. van Said hadden gevonden. Het signalement van v. Brantenaar klopte met dat, wat de eigenaar van het dierenpark opgaf van den man. die de gorilla had gebracht. Ik wist toen dus, dat de heer van Brantenaar meer van deze histo ric afwist. Ik zou hem dus wel hebben kunnen arresteeren, maar er was nog een ding, dat oneehelderd moest worden: ,,Waar was de verdwenen robijn?" (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1942 | | pagina 2