Rede van Hitler in het Sportpaleis te Berlijn Duitschland wint op alle fronten. Buitenland Binnenland No. 10. VRIJDAG 2 OCTOBER 1942 82e Jaargang ALGEMEEN WIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN bij de opening van het Kriegswinterhilfswerk. DUITSCH WEERMACHTSBERICHT. Hevige gevechten in StalingKad. ITALIAANSCH WEERMACHTSBERICHT WEEKPRAATJE. BEKENDMAKING. t Verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond Priisverhooging advertentien toegestaan door het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart onder No. 16236 N. P. d.d. 24 Maart 1942 - AbonnementsprijsBinnen Terneuzen I 1.42 per 3 maanden buiten Terrteuzen f 1.73 per 3 maanden. Bij vooruitbetaling f 6.60 per jaar. Uitgeelsler N.V. Firma P. J. VAN DE SANDE Teleioon 2073 - Giro 38150 J\pVERTENT!EN Per mm 10 cent, minimum per advertentie f 1.50 Rubriek kleine advertentien 1-5 regels 60 cent; iedere regel meer 12 cent; maximum 8 regels Dienstaanbiedingen en dienst- aanvragen 1-5 regels 52 cent, iedere regel meer 1 0 cent Met vermelding brieven of adres bureau van dit blad 1 0 cent meer. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat op a^nvraag verkrijgbaar is. inzending van advertentien uiterlijk 10 uur v. m. op den dog van verschijning. DIRECTEUR: i. VAN DE SANDE HOOFDREDACTEURN. J. HARTE TERNEUZEN - TELEFOON 2298 mnnnr~" Tijdens een machtige, grootsche betooging der NjS.D.A.P: in het Sportpalast te Berlijn is de tiende winterhulpaetie van het Duitsche volk. de oorlcgswinterhulpactie 1942/'43, door den Fiihrer geopend, die in een groote, mee- sleepende rede het Duitsche. volk opriep tot i een nieuw offer voor het grootste sociale werk, dat de geschiedenis kent. Minister Gobbels, die-tevoren rapport uit- .pracht over de laatfte oorlogswinterhulp actie, kon nogmaals op een geweldige stijging van deze sociale gemeenschapsprestatie wijzen. De door- pers en radio verspreide aankondi- ging, dat de iFiihrer, die bij de gedenkwaar- dige Rijksdagbijeenkomst van 26 April jl. voor de laatste maal tot het Duitsche volk I had gesproken, in het Sportpalast het woord zou voeren, had een groote menschenmenigte op de been -gebracht. Nog voordat Gobbels gereed was met zijn rapport, bleek uit het ge- juich, dat van de straat naar binnen klonk, j dat d<5 Fiihrer aangekomen was. Terwijl de i tienduizenden zich van de plaatsen verbieven en met opgeheven recbterarm Hitler groetten, betrad deze de zaal, vergezeld van Reichs- fiihrer SiS iHimmler en Oberbefehlsleiter *£Iil- genfeldt. Hij schudde generaal-veldmaar- schalk Rommel orjder het gejubel van tien duizenden de hand. De Fiihrer herinnerde in zijn rede in de eer- ste plaats aan bet feit, dat het een jaar ge- leden was, dat hij voor het laatst op deze plaats voor het Duitsche volk kon spreken. In dien tijd heeft hij zich meer met handelen en daden moeten bezighouden. Wat thans uit- gesproken moet worden, wordt bovendien door onze soldaten gezegd. Ik acht het niet juist, zoo verklaarde hij, mij reeds thans bezig te houden met de ge- daante van datgene, wat eens zal zijn, maar ik aeht het beter, dat wij ons bezighouden met datgene, wat de tijd momenteel van ons verlangt. Een atlantic charter aan elkaar te lijmen is natuurlijk zeer eenvoudig. Deze onzin zal overigens ook slechts weinige jaren van kracht zijn en door de harde feiten eenvoudig ter zijde geschoven worden. Ook om een andere reden is het voor onze tegenstanders gemakkelijk te praten, want zij hebben nu na jarenlange vergeefsche moeite plotseling ons partijprogram ontdekt en wij zien met ver- bazing, dat zij de wereld voor de toekomst ongeveer dat beloven, wat wij ons Duitsche volk reeds hebben gegeven en waarvoor ons ten slotte door de anderen deze oorlog is aan- gedaan. Het is wel erg geestig, aldus merkte de Fiihrer ironisch op, wanneer b.v. een presi dent zegt: wij willen, dat voortaan iedereen het recht heeft geen gebrek meer te lijden of iets dergelijks. Daarop kan men slechts zeg- gen, dat het waarschijnlijk veel eenvoudiger zou zijn geweest, wanneer deze president, in plaats van in een oorlog te duiken, de ge- heele werkkracht van zijn land had gebruikt om tot nuttige productie te komen en vooral om voor zijn eigen volk te zorgen, zoodat niet in een gebied, dat per vierkanten kilometer slechts tien menschen heeft te herbergen, ge brek en ellende heerschen en dertien millioen menschen werkloos moeten zijn. Wanneer deze heeren thans een hooge borst opzetten en ploseling tegenover de wereld als redder optreden en verklaren: wij zullen er voortaan voor zorgen, dat de nood van het verleden niet terugkeert, dan zeg ik, dat deze hezitters van wereldrijken daarvoor reeds lang vobr ons in hun eigen landen hadden kun- nen zorgen. Wanneer ik daarbij hoor, dat iemand nu zegt i ik geloof, dat het de heer Eden is, maar men weet nu eenmaal nieF" welke nul daar aan den overkant aan het praten is dat zij werkelijk gelooven aan datgene, wat zij voorgeven te geloovea, dan hadden zij dit geloof vroeger kunnen belijden. Wij hebben in ieder geval niet alleen iets geloofd, maar ook gedaan wat wij geloofden. En thans gelooven wij, dat wij de vijanden tot de definitieve overwinning moeten ver- slaan. Dat gelooven we en moeten. we ook doen. Natuurlijk kunnen wij met deze lieden over het begrip geloof in het geheel niet de- batteeren. Wie bijvoorbeeld gelooft, dat Nam- sos een overwinning was of Andalsnes, of wie zelfs gelooft, dat Duinkerken de grootste over- winning der wereldgeschiedenis was, of dat mijnentwegen een expeditie, die negen uur duurt, een verwonderlijke, bemoedigende uiting van een zegevierende natie was, met hem kunnen wij ons met onze bescheiden suc- cessen natuurlijk niet vergelijken. Want wat zijn onze overwinningen daar- tegenover eigenlijk? Als wij bijvoorbeeld de laatste maanden tot den Don konden door- dringen, stroomafwaarts deze rivier volgend ten slotte de Wolga bereiken, Stalingrad be- stormen en het ook zullen nemen waarop zij zich kunhen verlaten dan is dat ip het geheel niets. Als wij doordringen tot den Kauka.sus, dan is ook dat niets. Als wij de Oekraine bezet- ten, ails wij de Donetzkolen in bezit nemen, dan is dat alles niets. Als wij 65 of 70 van het Russische ijzer krijgen, dan is dat volstrekt niets. Als wij het grootste graan- gebied ter wereld practisch ontginnen voor het Duitsche volk en daarmee voor Europa, dan is dat in het geheel niets. Als wij ons van de oliebronnen verzekeren; is dat ook niets. Dat alles is niets, maar als Canadeesche voorhoeden met een klein Engelsch staartje als aanhangsel naar Dieppe komen en zich daar moeizaam negen uur vermogen te hand- haven om daarop definitief te worden vemie- tigd, dan is dat een bemoedigend, wonder- baarlijk blijk van de onuitputtelijke, zegevie rende kracht, die het Britsche imperium eigen is. Reeds in 1939 waren wij niets, want des- tijds blies Churchill zich reeds op en zeide: Ik kan de heuglijke mededeeling doen, dat het duikbootengevaar als definitief afgewend kan worden beschouwd. Wij hebben meer duikbooten vernietigd dan de Duitschers ooit hebben bezeten. Dat wij hem uit den Balkan hebben gewor- pen, dat wij Giekenland hebben veroverd en Kreta bezet, dat zij in Noord-Afrika verdre- ven zijn, dat alles is niets. Maar als er ergens een paar man landen om een eenzamen voor- post te overrompelen, -dan zijn dat daden, dat zijn prestaties. Wie derhalve dergelijke dingen gelooft, zal ons geloof niet begrijpen, ons geloof nooit be- grijpen. Overigens hebben zij natuurlijk tegenover deze daden ook wissels op de toe komst. Zij zeggen: het tweede front zal komen. Daaromtrent wil ik niet zeggen, dat wij ons niet o]b een tweede front voorberei- den. Als de heer Churchill zegt: wij willen thans aan de Duitschers overlaten in hun angst te piekeren, waar en wanneer wij dat front vormen, dart kan ik slechts zeggen .meneer Churchill, angst hebt u mij nog niet ingeboezemd. Maar dat wij moeten piekeren, daarin hebt u gelijk, want als ik een t^gen- stander van militair formaat had, kon ik on geveer uitrekenen, waar hij moet aanvallen. Maar als men militaire idioten tegenover zich heeft kan men natuurlijk niet weten waar zij aanvallen. Of de heer Churchill de eerste plek waar hij het tweede front wilde beginnen handig uitgekozen heeft of niet, daarover zijn zelfs in Eligel&nd de meeningen verdeeld. Maar geheel afgezien van de plaats, die hij den vol- genden keer uitzoekt, mag hij overal van ge- luk spreken, als hij negen uur aan wal blijft. Hitler veryolgde o.a.: In mijn oogen beef I het jaar 1942 reeds de zwaarste beproevingeh achter zich. Dit was de winter 1941/42. Ik mag wel zeggen, dat in dezen winter het Duitr sche volk en inzonderheid zijn weermacht door de Voorzienigheid gewogen zijn. lets ergers kan en zal er niet meer komen. Het was een zeer moeilijke, zeer harde beproeving. Des- ondanks hebben wij dezen moeilijksten tijd ipet alleen overleefd, maar wij hebben het klaar- gespeeld de aanvalsdivisies opnieuw op te stellen, resp. te vormen, die bestemd waren tot opening van het nieuwe offensief. Dit offensief verloopt nu niet zooals onze tegenstanders hadden gedacht. Ik geloof, dat wij, als wij een terugblik werpen, tevreden kunnen zijn met de achter ons liggende drie jaar. Steeds was de doelstelling zeer nuchter, dikwijls zeer vermetel, waar zij zulks moest zijn, dikwijls wel overwogen, waar zij wel overwogen kon zijn, vaak bedachtzaam, waar Wij tijd hadden, voorzichtig waar wij geloof den onder alle omstandigheden zeer voorzich tig te moeten zijn. Maar wij zijn ook zeer stoutmoedig geweest, waar stoutmoedigheid alleen ons kon redden. Voor dit jaar hebben wij een heel eenvou dig program opgesteld: 1) Onder alle omstandigheden datgene vast te houden, wat vastgehouden moet wor den, d.w.z. den ander te laten aanstormen, waar wij zelf niet voornemens zijn op te ruk- ken, stevig stand te houden en af te wachten wie hier nu het eerst vermoeid raakt. 2) Onvoorwaardelijk daar aan te vallen, waar de aanval onder alle omstandigheden noodzakelijk is. Het doel is daarbij volkomen duidelijk: vernietiging van den rechterarm van deze internationale samenzwering van kapitalisme, plutocratie en bolsjewisme. Hier hebben wij ons nu eenige oogmerken gesteld. Ik mag ze zeer in het kort. in een woord samengevat, verrtaelden om u tot "het besef te brengen, om speciaal het Duitsche volk tot het besef te brengen, wat nu in deze weinige maanden is gepresteerd. Het eerste doel was de beveiliging van onze domineerende stelling hij de Zwarte Zee en de definitieve zuivering van het schiereiland de Krim. Twee slagen, die om Kertjs en die om Sebastopol hebben hiertae gediend. Nadat wij dit in orde hebben gebracht, scheen het ons#noodzakelijk een buil weg te werken, die aan de Wolkof was ontstaan. Zij werd afge- snoerd en de tegenstander venietigd, resp. gevangengenomen. Toen kwam de volgende taak: voorberei- ding van de doorbraak naar den Don. Intus- schen had de tegenstander van zijn kant als oogmerk een groot offensief gekozen, namelijk van Charkof uit door te breken naar den oever van den Dnjepr om daardoor ons ge- heele Zuidelijke front te doen instorten. U zult u wellicht nog herinneren met welk een geestdrift onze tegenstanders deze ope rates volgden. Zij eindigdeh in drie slagen met de volledige vernietiging van meer dan 75 divisies van onzen Russischen tegenstander. Daarop volgde toen het begin van ons eigen groote offensief. Het doel was in de eerste plaats den tegenstander de laatste groote tarwegebieden te ontnemen, in de tweede plaats hem de laatste rest der steenkolen te ontnemen, waarvan cokes gemaakt kan wor den, in de derde plaats zijn oliebronnen te be reiken en ze te nemen of althans af te sluiten. De aanval zou dan in de vierde plaats worden voortgezet om zijn laatste groote verkeers- ader, de Wolga, af te snijden. Hier werd als doel gesteld de streek. die tusschen de bocht van den Don en de Wolga zelf ligt en als plaats Stalingrad, niet omdat dit de plaats met den naam van Stalin is, maar uitsluitend omdat dit een strategisch belangrijke stad is en omdat ons duidelijk voor oogen stond, dat door de uitschakeling van Dnjepr, Don en Wolga als verkeerswegen voor Rusland hetzelfde of iets ergers ge- schiedt als voor Duitschland- het geval zou zijn, wanneer we den (Rijn, de Elbe, Oder en Donau zouden verliezen. Want alleen op dezen reusachtigen stroom, de Wolga, worden in zes maanden ongeveer dertig millioen ton goederen vervoerd. Dat is evenveel als per jaar op den Rijn. Dit is af- gesneden en wel reeds geruimen tijd., Thans wordt er vooral ook een eind gemaakt aan de positie van Stalingrad. Daardoor wordt deze grendeling bereikt en versterkt en u kunt overtuigd zijn, dat geen mensch ons van deze plek kan wegkrijgen. Ge zult wel begrijpen, aldus vervolgde de Fiihrer, dat ik over de overige oogmerken niet spfeek, omdat die op het oogenblik worden nagejaagd. Maar het pogenblik zaT komen, waarop het Duitsche volk volledige ophelde- ring daaromtrent zal verkrtjgen. Ik mag ech- ter wel zeggen, dat wij ons de organisatie van dit reusachtige gebied, dat wij thans beheer- schen, als nieuwe taak hebben gesteld. Er is ons iets aan gelegen, dit gebied te heveiiigen ten hate van onze oorlogvoering, van de voe- dihg van ons volk, maar ook voor de instand- houding van geheel Europa. In de eerste plaats moest het verkeer "in orde worden gebracht. Het reusachtige spoorwegnet, dat thans reeds voor, het grootste deel op Euro- peesche spoorbreedte is gebracht, was vol komen verwoest. Duizenden bruggen moesten opnieuw worden gebouwd. Dit alles is in enkele maanden gescbied of zal binnen enkele wekeri voltooid zijn. Er zijn aan den kant van onze tegenstanders menschen die zeggen: Waarom stoppen ze ineens? Omdat wij voor zichtig zijn, omdat wij ergens blijven tpt de etappedienst geheel in orde is. Wij organisee- ren achter het front het verkeer en den landbouw. Het gebied moet worden ontgon- nen. Wat hier is gepresteerd, is gewopn ontzaggelijk. De eerste zij het ook nog bescheiden resultaten van dit werk .hebben wij voor het Duitsche volk toegankelijk kun nen maken. Maar wij zijn daarmede nog maar aan het begin. Het volgende jaar al zal dit gebied heel anders georganiseerd zijn. Daarbij komt nu, dat de bevolking wordt bevrijd van den druk der bolsjewistische macht, die nog millioenen menschen gevangen - houdt in een angst, waarvan men zich in Duitschland en 1 elders haast geen voorstelling kan maken, de j angst voor Gpoe en voor het geheele bewind. Er zijn vele gebieden, waar de geheele bevol- king -reeds met ons mee werkt en andere streken, waar zij reeds aan onze zijde strijdt. j Doordat wij in het Noorden en het Westen van Europa en aan alle andere fronted ons in het defensief bevinden, vervullen wij een der geweldigste voorwaarden voor de organi- satie'van Europa in dezen oorlog. Daarbij komt nog de verdere uitbreiding van onze bondgenootschappen. Als wrj al onze bond- fenooten en degenen, die aan onze zijde strij- en, bijeen nemen, kunnen wij zekerlijk zeg gen: Het is thans reeds een kruistocht van Europa, het werkelijk Europa, dat zich hier heeft vereenigd zooals in oude tijden tegen Hunnen of Mongolen. Sedert ik de laatste maal tot IT sprak, is ook Japan aan den oorlog gaan deelnemen. Er is thans een wereldomvattend hondgenootschap, niet alleen van de Have-nots, maar van alle volken, die strijden voor eer en fatsoen en die besloten zijn, de laaghartigste coalities, welke de. we reld ooit heeft gezien, uit den weg te ruimen. Hitler sprak nogmaals over de beweringen van den vijand ten aanzien van de Duitsche duikbootsuccessen." Onze vijanden verklaren: Wij hebben ontzaggelijke afweermiddelen. wij hebben nieuwe methoden, waarmede wij het gevaar aan banden zullen leggen. Ik kan maar een ding zeggen: De Duitsche geest rust obk niet. Tot'dusverre zijn wij elk jaar voor den dag gekomen met een nieuw wapen, waar- tegen de vijand niet was opgewassen. Dat zal ock zoo blijven. Behalve het tweede front heeft men nog een ander middel. De man, die den bomoor- log tegen de onschuldige burgerbevolking, heeft uitgevonden, heeft verklaai'd, dat deze oorlog binnenkort nog veel krachtiger zal worden gevoerd. In Mei 1940 heeft Chur chill de eerste bommenwerpers op de Duit sche burgerbevolking afgestuurd. Ik heb hem toen vergeefs gewaarscnuwd. Darna hebben wij toegeslagen en wel zoo grondig, dat hij in eens verklaarde, dat dit een barbaarschheid was en dat Engeland wraak zou nemen. D<5 man, die dit alles op zijn geweten heeft. en de oorlogsdrijver-generaal, Roosevelt, voeren thans weer dezen oorlog. Het uur zal ook ditmaal slaan, waarop Aj zullen antwoorden en dan moeten de belie voornaamste mis- dadigers, van dezen oorlog en de Joden, die achter hen staan, niet gaan jammeren, als het einde voor Engeland vreeselijker zal zijn dan het begin. In de rijksdagzitting van 1 September 1939 heb ik gezegd, dat voor het geval, dat het Jodendom een internationalen wereldoorlog tot uitroeiSng van de arische volken van Europa aansticht, niet de arische volken zul len worden uitgeroeid, maar hfet Jodendom. Zij, die bij den geesteszieke in het-Witte Huis aan de touwtjes trekken, zijn er inderdaad in geslaagd het eene volk na het andere hij dezen oorlog te betrekken. Maar in dezelfde mate spoelde een anti-joodsche golf over het eene volk na het andere. De joden hebben ook in Duitschland eens om mijn voorspellingen gelachen. Ik kan slechts verzekeren, dat het lachen hun overal zal vergaan. Een lichtzijde van dezen oorlog is de groote kameraadschap. Alle Duitsche stammen dra- gen hun deel. De stichting van het groot Duitsche Rijk zou anders slechts een staat- rechtelijke daad zijn geweest. Er is werkelijk een oude wereld tot instorting gebracht. Uit dezen oorlog ontstaat, door bloed bezegeld, de vol'ksgemeenschap. Dit is volkomen zeker: Dezen oorlog overleeft geen burgerlijke staat. Hier moet ieder vroeg of laat kleur bekennen. Slechts wie zijn volk niet alleen politiek, maar ook maatschappelijk tot een eenheid weet te brengen, zal als overwinnaar te voorschijn komen. Het is onmogelijk, dat een Duitscher den soldaten, die pit dezen oorlog zegevierend terugkeeren een ander Duitschland kan aan- bieden dan het nationaal-socialistische in den zin van een vervulling onzer denkbeelden om- trent een ware volksgemeenschap. Hitler wees erop, dat ook in het binnenland veel wordt gepresteerd door den Duitschen werkman, den boer en de Duitsche vrouwen. Grenzeloos dapper aanvaardt en duldt het Duitsche vaderland den oorlog zelfs daar, waar het er met de grootste hardheid door wordt getroffen. De Fiihrer besloot met de woorden: ,,Onze vijanden mogen den oorlog voeren, zoolang zij daartoe in staat zijn. Wat wij kunnen doen om hen te verslaan, zullen wig doen. Dat zij ons ooit verslaan is uitgesloten. Het natio naal-socialistische Duitschland en de verbon- den staten zullen als jonge naties als werke- lijke volken en volkss' iten met een roem- rijke overwinning uit dezen oorlog te voor schijn komen". grootste resultaat van een maand overtroffen. Nog 14 andere koopvaardijsehepen werden door torpedotref,fers beschadigd. In den strijd tegen de vijandelijke marine werden door strijdkrachten boven en onder water 6 torpedojagers, 2 hulpkruisers, 3 tor- pedomotorbooten tot zinken gebracht, 3 tor pedojagers en talrijke torpedomoterbooten be schadigd. Een torpedomotorboot werd buit- gemaakt. In hetzelfde tijdvak- vemietigde de Duitsche luchtmacht 35 .koopvaardijsehepen met een gezamenlijken inhohd van 242.500 brt. en beschadigde 8 andere koopvaarders, Aan vijandelijke oorlogsvaartuigen bracht de luchtmacht 1 kruiser tot zinken en met medewerking van kustbatterijen 5 torpedo jagers, verscheidene bewakingsvaartuigen, een patrouillehoot en een vrij groot aanthl motortorpedohooten, alsmede landingsvaar- tuigen van allerlei aard. Daarmede heeft de BritschAmerikaansche scheepvaart in Sep tember alleen door Duitsche gevechtshande- lingen 161 schepen met een gezamenlijken in- houd van 1.011.700 brt. verloren. Nog 22 an dere koopvaardijsehepen werden beschadigd. Hauptmann Hans-Joachim Marseille, drager van de hoogste Duitsche onderscheiding voor dapperheid, heeft, onoverwonnen doo'r den vijand, op het Noord-Afrikaansche oorlogs- toaneel den vliegerdood gevonden. Vervuld van ontembaren aanvalsgeest heeft deze jeug- dige officier in luchtgevechten 158 Britsche tegenstanders bedwongen. De weermacht be- treurt het verlies van een waarlijk heldhaf- tigen strijder. Het opperbevel van de weermacht maakte Donderdag bekend: In het gebied van den Kaukasus dul'en de verbitterde gevechten om zwaar versterkte heuvelstellingen voort. Te Stalingrad drongen de aanvallende troe- pen, gesteund door formaties van de lucht macht, in verscheidene wiggen dieper het Noordelijke gedeelte van de stad binnen. Sterke vijandelijke infanterie- en pantser- strijdkrachten, die aanvallen ondernamen tegen de Noordelijke grendelstelling, werden onder zware bloedige verliezen in tegenaan- vallen afgeslagen, waarbij 98 pantserwagens, meerendeels van Engelsche en Amerikaansche herkomst vernietigd werden. Bij deze gevechten heeft zich opnieuw een pantsercorps door ongewoon dappere houding onderscheiden. Dit 'corps heeft reeds de laat ste dagen van Augustus door een*Snellen op- marsch van den Don tot de Wolga het ver keer op de rivier verhinderd, de verbindingen van Stalingrad naar het Noorden, ten Westen van de Wolga, afgesneden en de voorwaarden geschapen voor den aanval op Stalingrad zelf. In wekenlange zware afweergevechten heeft het deze belangrijke grendelstelling tegen ver superieure vijandelijke strijdkrachten weten te behouden. De achterwaartsche spoorwegverbindingen van den vijand in hat gebied van de Beneden- en de Midden-Wolga alsmede in het gebied om Moskou werden door de luchtmacht over- dag en des nachts aangevallen. Tten Noord- w est en van Woronesj verloor de vijand bij vergeefsche aanvallen in den sector eener divisie 25 pantserwagens. Bij Rsjef leidden eigen aanvalsoperaties ondanks taaien vijan- delijken tegenstand tot plaatselijke v^rbete- ring der steliingen. Concentraties van den vijand werden door artillerievuur en lucht- aanvallen uiteengedreven, zoodatde voorge- nomen aanvallen in het geheel niet onder- nomen konden worden. In het onherbergzame boschgebied rugge- lings van den centralen frontsector werden door Duitsche en Hongaarsche formaties sterke benden samengedreven en vernietigd. Bij geringe eigen verliezen verloor de vijand 1026 dooden, 1218 gevangenen alsmede een vrij groot aantal zware en lichte wapens. In den Noordelijken frontsector werden sterke vijandelijke strijdkrachten ingesloten en werden tegenaanvallen in den kiem ge- smoord. In Egypte sloegen troepe'n van het Duitsch- Italiaansche pantserleger een Britschen aan val af, die begon na een hevige voorbereiding door de artillerie. Een aantal pantserwagens werd kapotgeschoten en er werden 200 ge vangenen gemaakt. In de Golf van Suez beschadigden gevechts- vliegtuigen een groot koopvaardijschip op emstige wijze. Bij overdag ondemomen aanvallen door af- zonderjijke Britsche bommenwerperS aan de kust van het Kanaal en bij nachtelijke sto- ringsvluchten in het gebied van de Noordzee werden 4 vijandelijke vliegtuigen neergescho- ten. Duitsche vliegtuigen bombardeerden pverdag spoorwegwerken en bedrijven der be- wapeningsindustrie, alsmede militaire doelen in verscheidene plaatsen van Zuid- en Zluid- oost-Engeland. Voor de monding van de Orinoco, in de wateren voor Freetown, voor New Foundland en in het centrale deel van den Atlantischen Oceaan brachten Duitsche duikbooten 12 vijandelijke koopvaardijsehepen met een, tota- len inhoud van 54.000 brt. tot zinken. Daar mede hebben onze duikbooten in de maand September 126 schepen met een gezamenlijken inhoud van 760.200 brt. tot zinken gebracht en het in Mei 1942 bereikte eh tot dusver GEVOELIGE BRITSCHE VERLIEZEN IN EGYPTE. Het weermachtbericht van het Italiaansche opperbevel van Donderdag luidt als volgt: Vijandelijke door afdeelingen tanks gesteun- de infanterie heeft Woensdagavond steliingen in den Zuidelijken sector van ons front in Egypte aangevallen. De aanval werd onder gevoelige verliezen voor den tegenstander af geslagen. Wij hebben ruim 600 gevangenen gemaakt, een Britsch vliegtuig werd in lucht gevechten door Duitsche jagers neergeschoten. Een ander toestel, dat door den afweer op den grond van Tobro.ek getroffen werd, was ge- dwongen in het gebied van Marsa Luch een noodlanding te maken. De bemanning, zes onderofficieren, werd gevangen genomen. Het bombardement der luchthaven Malta werd voortgezet. In de lucht boven het eiland ver- nielden Duitsche jagers zes Curtiss machines. DE VERNIETIGING VAN DRIE GROOTE TROEPENTRANSPORTSCHEPEN. Officieele Duitsche mieidedeeUng. Daar de Britsche en Amerikaansche berich- tendienst het tot zinken brengen van de 3 groote troepentransportschepen in het Cen trale en Noordelijke deel van den Atlantischen Oceaan probeeren te ontkennen, wordt van officieele Duitsche zijde verklaard: 1. Het convooi, waartoe de tot zinken ge- brachte schepen van het type Viceroy of India", „Reina del Pacifico" en ..Derbyshire" behoorden, koerste naar het Noorderkanaal tusschen Ierland en Noord-Schotland. 2. Het transportschip van 't'type .Viceroy of India" werd op 25 September des namid- dags omstreeks 16.30 uur getorpedeerd en tot zinken gebracht. 3. Het transportschip van het type ,,Reina del Pacifico" werd op 26 September tegen 01.00 uur in het zeegebied op ongeveer 55 graden Noordertareedte en 26 tot 27 graden Westerlengte getorpedeerd en tot zinken gebracht, d.w.z. ongeveer 750 zeemijlen ten Westen van den ingang naar het Noorder- kanaal. 4. Het transportschip van het type .Der byshire" werd op 26 September des nachts tegen 23.30 uur op ongeveer 55.30 graden Noorderbreedte en 18.30 graden Westerlengte getorpedeerd en tot zinken gebracht, d.w.z. ongeveer 400 zeemijlen ten Westen van den ingang van het Noorderkanaal. De officieele Duitsche instanties zullen in de eenstvolgende dagen nieuw bewijsmateriaal over het tot zinken brengen van de 3 groote transportschepen publiceeren, zoodat de Britsche en Amerikaansche pogingen om dit te ontkennen ontzenuwd zijn. Ter gelegenheid van den verjaardag van de onderteekening van het drie-mogendheden- pact gaf Rijksminister van Buitenlandsche Zaken Von Ribbentrop te Berlijn een receptie, gedurende welke hij eene groote rede hield. De internationale beteekenis van deze rede zal aan niemand zijn ontgaan en er zal nau- welijks een land ter wereld zijn, dat uit de woorden van Von Ribbentrop niet de daarin bedoelde consequenties trekt of er zijn hou ding naarv bepaalt. Voor wat Nederland aangaat schuilt in deze redevoering eene waarschuwing, welke het goed zal doen niet in den wind te slaan en die wij belangrijk genoeg achten om hier in het voile licht te stellen. Wij zijn er diep van over tuigd, dat wij in onze taak van voorlichters van het lezepd publiek te koft schieten, wan neer wij hieraan zonder meer voorbij zouden gaan. In dat gedeelte van de rede, waarin Rijks minister van BuitenlandschS Zaken, Von Rib bentrop spreekt over het uur der vergelding lezen wij aan het slot daaivan: De nieuwe ordening in Europa zal komen en het nieuwe Europa zal beter zijn dan het vroegere. Elk volk zal daarin de plaats vinden waarop het aanspraak kan maken. Dit is volmaakt duidelijke taal. Waarop zal de hierin bedoelde aanspraak moeten kunnen steunen? In de allereerste plaats op de bij- drage. welke wij "als volk vermogen te leve- ren in de totstandkoming van deze nieuwe Ordening in Europa. .Het Nederlandsche Volk heeft in zijn ge- schiedSnis het bewijs geleverd, dat het be- schikt over krachten, aanleg en gaven welke toereikend zijn om het een vooraanstaande plaat^ in de volkerenrij van Europa te doen innemen. Niemand kan ontkennen, dat wij een groot verleden achter ons hebben en dat de invloeden onzer cultureele uitstrsmng ook heden nog in groote gebieden van Europa merkbaar zijn. Er is echter helaas op de grootsche tijden in ons verleden eene lange periode gevolgd, waarin wij teerden op den goeden naam welke wij ons veroverden> zonder dat aan de verdere uitbreiding ervan noemenswaardige aandacht werd besteed. Zooals de gepensionneerde van zijn welver- diend pensioen of de succesrijke zakenman van de renten van zijn gespaard vermogen, na volbrachte levenstaak, de rest van zijn dagen in rust slijt, zoo meende ook het Neder landsche volk te kunnen teeren op de groote daden die vroeger door generaties uit het ver leden waren verricht." Met een beroep op man nen als De Ruyter, Tromp, Vondel, Rem/ fcrandt, Coen, Barentz, 'Heemskerck en vele anderen, sloeg men zich vol fierheid op de borst. De flinkheid en grootheid van die kerels van vroeger beduidde eveneens flinkheid en grootheid voor het leveed geslacht. Dat is natuurlijk dwaasheid, maar wij heb ben er vrijwel alle min of meer aa'n medege- daan. Verboden gebied in Zuid-Holland en Zeeiand beperkt. Op grond van artikel 45 van de verordening van den rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden nr. 138/1941 wordt bepaald: 1) Het reeds eerder gepuhliceerde spergebied in de provineie Zuid-Holland en Zeeiand wordt opnieuwals volgt omgrensd: Het spergebied omvat het Noordwes- telijke deel van het eiland Rozenburg, dat door de door de weermacht geplaat- ste waarschuwingsborden ingedeeld wordt, het schiereiland iVoorne ten Noordwesten van het Voornsche kanaal, de eilanden Goeree en Overflakkee, 'de eilanden Schouwen en Duiveland, het eiland Noord-Beveland en het eiland Walcheren. 2) Het betreden en bevaren van bovengenoemde gebieden en de tusschen deze gebieden liggende waterwegen is alleen met toelatingsvergunning van den geVolmachtigde van den rijkscommissaris voor de provineie Zeeiand (officier van politie) of voor de in de provineie Zuid- Holland liggende -"deelen van het sper gebied met toelatingsvergunning van den gevolmachtigde voor de provineie Zuid- Holland (officier van politie) geoorloofd. a) Nogmaals wordt medegedeeld, daA het verzoek om een toelatingsvergunning met daarbij behoorende papieren bij den burgemeester der gemeente, waarvoor de toelating verlangd wordt, moet worden ingediend. In het verzoek moeten voor- en achtemaam, beroep, woonplaats en straat, geboortedatum en geboorteplaats van dengene, die het verzoek indient, worden vermeld. Bovendien moet het verzoek vergezeld gaan van een motivee- rting voor het betreden van het sper gebied. Ook moet de duur van het voorgenomen verblijf worden aangegeve'n. 4) Inbreuken op deze bepalingen zijn overtredingen en worden gestraft met een gevangenisstraf van 6 maanden en met geldboeten van maximum 2000 gulden of met een van deze straffen, voor zoover niet v'olgens andere bepalin gen een hoogere straf moet worden opgelegd. De commissaris-generaal voor de veiligheid (get.) RAUTER. SS-Gruppenfuhrer und Generalleutnant der Polizei. Thans evenwel is het noodlg, dat wij in- zien, dat deze deugden weliswaar door erfe- lijkheid in ons aanwezig zijn maar dat, om er anderen mede te kunnen imponeeren en er respect voor af te dwingen, het toch noodig is, dat wij ze door nieuwe daden levwdig toonen. Speeldeh wij in de geschiedenis als volk onze rol naar behooren mede, dan is dat zeer zeker heel wat, maar niet genoeg. Thans, nu de geboorteweeen, van het nieuwe Europa overal voelbaar zijn, is het noodif dat ons volk -opnieuw toont de kracht te hebben om weder als vroeger een belangrijke rol te ver vullen. Dat is niet mog-elijk wanneer een groot deel ervan zich in koppig verzet afwendt en weigert mede te doen aan datgene wat voor de doorvoering eener nieuwe orde noodzake lijk is. Men versta ons goed: die nieuwe orde komt en is onafwendbaar. Voor Europa als geheel zal het weinig of geen verschil uitmaken of Nederland medewerkt of niet. Maar voor Nederland zelve zal dit een enorm groot ver schil uitmaken. Een tegenstrevend Nederland zal nooit eenige aanspraak kunnen maken op eenige vorm van gelijkg-erechtigdheid, terwijl een medebouwend Nederland een evenredig deel in cultureel, sociaal en economised op- zicht zal toegewezen krijgen. Het geslacht van heden draagt in zich de verplichting om te zorgen voor het lot van de geslaohten welke zullen volgen. Ons leven is na ons niet ten einde, maar leeft voort in onze kinderen en kinds-kinderen. Deze laatsten mogen van ons eischen, dat wij den door ons bevverkten ak-ker niet ver- waarloosd en uitgeput, maar goed toebereid voor het nieuwe gewas aan hen over geven. De taak van heden, welke op alle man van Neerlands' stam rust hou-dt derhalve in, dat wij naar krachten medewerken aan de ver- volmaking dor vrije Europeesche samenleving. Het heeft geen zin zich te verzetten tegen den loop der historie. Deze toch wordt niet door menschen, maar door een hoogere macht gemaakt. Het past ons menschen niet daar- tegen in verzet te komen. En als wij dat eerst goed leeren beseffen en ons in voile ovcrtuiging daarnaar richten, is de toekomst voor het voortbestaan van Nederland en het NedeUandsche volk vol komen gewaarborgd. Men bedenke daarbij, dat dit de eenige mogclijkheid is. Een an dere is er niet. VRIJWILUGERS VOOR HET OOSTFRONT VERTROKiKEN. Wederom is een groep Nederlapders, ten getale van een kleine tweehonderd man, als vrijwilliger vertrokken om, na een opleiding hij de Duitsche weermachtsschool, te worden ingezet aan het Oostfront in den strijd voor het nieuwe Europa. De vertrekkenden, die voor ongeveer twee derde gedeelte hij hSt Vrijwilligerslegioen Nederland en voor de rest bij de Waffen SS waren ingedeeld, kwamen voor het plechtig afscheid tezamen in de met palmengroen en dundoeken versierde rotonde van den Haag- schen Dierentuin, waar te kwart over vier de leider van de N.iS.B., ir. Mussert, aankwam om de kameraden toe te spreken. Nadat een muziekkorps van de Griine Polizei een marsch ten gehoore had gebracht, sprak luitenant-generaal Seyffardt als com mandant van het vrijwilligerslegioen een kort inleidend wordt. Gij volgt aldus spr. o.a. het goede voorbeeld van de vele duizenden Nederlanders, die met de wapenen zijn gaan strijden voor het nieuwe Europa. Wij mogen het niet aan het Duitsche broedervolk overlaten de kastan- jes uit het vuur te halen. Vele van uw kameraden zijn reeds onderscheiden met het ijzeren kruis en met het Sturmabzeichen, velen ook hebben hun leven in dien strijd geofferd. Spreker drukte zijn mannen op het hart, zich te onderwerpen aan de ijzeren discipline, die in het leger moet worden gehandnaafd. Ir. Mussert, vervolgens het woord nemend, zeide ongeyeer het volgende: Er zullen er onder u zijn, die zonder hart- zeer hun vaderland verlaten, maar er zijn er zeker ook, die zooveel achterlaten, dat "net scheiden hun wel zeer zwaar moet vallen. Groot is het aantal dergenen, die het min of meer als verraad beschouwen, indien men als Nederlander in de Duitsche weermacht gaat dienen. Toch hebt gij gelijk, die tot dit dienen vrijwillig hebt besloten, zooals de duizenden,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1942 | | pagina 1