Rede van Hitler in het Sportpaleis te Berlijn
Duitschland wint op alle fronten.
Buitenland
Binnenland
No. 10.
VRIJDAG 2 OCTOBER 1942
82e Jaargang
ALGEMEEN WIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
bij de opening van het Kriegswinterhilfswerk.
DUITSCH WEERMACHTSBERICHT.
Hevige gevechten in StalingKad.
ITALIAANSCH WEERMACHTSBERICHT
WEEKPRAATJE.
BEKENDMAKING.
t
Verschijnt iederen
Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
Priisverhooging advertentien toegestaan door het
Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart
onder No. 16236 N. P. d.d. 24 Maart 1942 -
AbonnementsprijsBinnen Terneuzen I 1.42
per 3 maanden buiten Terrteuzen f 1.73 per 3
maanden. Bij vooruitbetaling f 6.60 per jaar.
Uitgeelsler N.V. Firma P. J. VAN DE SANDE
Teleioon 2073 - Giro 38150
J\pVERTENT!EN Per mm 10 cent, minimum
per advertentie f 1.50 Rubriek kleine advertentien
1-5 regels 60 cent; iedere regel meer 12 cent;
maximum 8 regels Dienstaanbiedingen en dienst-
aanvragen 1-5 regels 52 cent, iedere regel meer
1 0 cent Met vermelding brieven of adres bureau
van dit blad 1 0 cent meer. Handelsadvertentien
bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat
op a^nvraag verkrijgbaar is. inzending van
advertentien uiterlijk 10 uur v. m. op den dog van
verschijning.
DIRECTEUR:
i. VAN DE SANDE
HOOFDREDACTEURN. J. HARTE
TERNEUZEN - TELEFOON 2298
mnnnr~"
Tijdens een machtige, grootsche betooging
der NjS.D.A.P: in het Sportpalast te Berlijn
is de tiende winterhulpaetie van het Duitsche
volk. de oorlcgswinterhulpactie 1942/'43, door
den Fiihrer geopend, die in een groote, mee-
sleepende rede het Duitsche. volk opriep tot i
een nieuw offer voor het grootste sociale
werk, dat de geschiedenis kent.
Minister Gobbels, die-tevoren rapport uit-
.pracht over de laatfte oorlogswinterhulp
actie, kon nogmaals op een geweldige stijging
van deze sociale gemeenschapsprestatie wijzen.
De door- pers en radio verspreide aankondi-
ging, dat de iFiihrer, die bij de gedenkwaar-
dige Rijksdagbijeenkomst van 26 April jl.
voor de laatste maal tot het Duitsche volk I
had gesproken, in het Sportpalast het woord
zou voeren, had een groote menschenmenigte
op de been -gebracht. Nog voordat Gobbels
gereed was met zijn rapport, bleek uit het ge-
juich, dat van de straat naar binnen klonk, j
dat d<5 Fiihrer aangekomen was. Terwijl de i
tienduizenden zich van de plaatsen verbieven
en met opgeheven recbterarm Hitler groetten,
betrad deze de zaal, vergezeld van Reichs-
fiihrer SiS iHimmler en Oberbefehlsleiter *£Iil-
genfeldt. Hij schudde generaal-veldmaar-
schalk Rommel orjder het gejubel van tien
duizenden de hand.
De Fiihrer herinnerde in zijn rede in de eer-
ste plaats aan bet feit, dat het een jaar ge-
leden was, dat hij voor het laatst op deze
plaats voor het Duitsche volk kon spreken.
In dien tijd heeft hij zich meer met handelen
en daden moeten bezighouden. Wat thans uit-
gesproken moet worden, wordt bovendien
door onze soldaten gezegd.
Ik acht het niet juist, zoo verklaarde hij,
mij reeds thans bezig te houden met de ge-
daante van datgene, wat eens zal zijn, maar
ik aeht het beter, dat wij ons bezighouden
met datgene, wat de tijd momenteel van ons
verlangt.
Een atlantic charter aan elkaar te lijmen
is natuurlijk zeer eenvoudig. Deze onzin zal
overigens ook slechts weinige jaren van
kracht zijn en door de harde feiten eenvoudig
ter zijde geschoven worden. Ook om een
andere reden is het voor onze tegenstanders
gemakkelijk te praten, want zij hebben nu na
jarenlange vergeefsche moeite plotseling ons
partijprogram ontdekt en wij zien met ver-
bazing, dat zij de wereld voor de toekomst
ongeveer dat beloven, wat wij ons Duitsche
volk reeds hebben gegeven en waarvoor ons
ten slotte door de anderen deze oorlog is aan-
gedaan.
Het is wel erg geestig, aldus merkte de
Fiihrer ironisch op, wanneer b.v. een presi
dent zegt: wij willen, dat voortaan iedereen
het recht heeft geen gebrek meer te lijden of
iets dergelijks. Daarop kan men slechts zeg-
gen, dat het waarschijnlijk veel eenvoudiger
zou zijn geweest, wanneer deze president, in
plaats van in een oorlog te duiken, de ge-
heele werkkracht van zijn land had gebruikt
om tot nuttige productie te komen en vooral
om voor zijn eigen volk te zorgen, zoodat niet
in een gebied, dat per vierkanten kilometer
slechts tien menschen heeft te herbergen, ge
brek en ellende heerschen en dertien millioen
menschen werkloos moeten zijn.
Wanneer deze heeren thans een hooge borst
opzetten en ploseling tegenover de wereld als
redder optreden en verklaren: wij zullen er
voortaan voor zorgen, dat de nood van het
verleden niet terugkeert, dan zeg ik, dat deze
hezitters van wereldrijken daarvoor reeds
lang vobr ons in hun eigen landen hadden kun-
nen zorgen.
Wanneer ik daarbij hoor, dat iemand nu
zegt i ik geloof, dat het de heer Eden is,
maar men weet nu eenmaal nieF" welke nul
daar aan den overkant aan het praten is
dat zij werkelijk gelooven aan datgene, wat
zij voorgeven te geloovea, dan hadden zij dit
geloof vroeger kunnen belijden. Wij hebben
in ieder geval niet alleen iets geloofd, maar
ook gedaan wat wij geloofden.
En thans gelooven wij, dat wij de vijanden
tot de definitieve overwinning moeten ver-
slaan. Dat gelooven we en moeten. we ook
doen. Natuurlijk kunnen wij met deze lieden
over het begrip geloof in het geheel niet de-
batteeren. Wie bijvoorbeeld gelooft, dat Nam-
sos een overwinning was of Andalsnes, of wie
zelfs gelooft, dat Duinkerken de grootste over-
winning der wereldgeschiedenis was, of dat
mijnentwegen een expeditie, die negen uur
duurt, een verwonderlijke, bemoedigende
uiting van een zegevierende natie was, met
hem kunnen wij ons met onze bescheiden suc-
cessen natuurlijk niet vergelijken.
Want wat zijn onze overwinningen daar-
tegenover eigenlijk? Als wij bijvoorbeeld de
laatste maanden tot den Don konden door-
dringen, stroomafwaarts deze rivier volgend
ten slotte de Wolga bereiken, Stalingrad be-
stormen en het ook zullen nemen waarop
zij zich kunhen verlaten dan is dat ip het
geheel niets.
Als wij doordringen tot den Kauka.sus, dan
is ook dat niets. Als wij de Oekraine bezet-
ten, ails wij de Donetzkolen in bezit nemen,
dan is dat alles niets. Als wij 65 of 70
van het Russische ijzer krijgen, dan is dat
volstrekt niets. Als wij het grootste graan-
gebied ter wereld practisch ontginnen voor
het Duitsche volk en daarmee voor Europa,
dan is dat in het geheel niets. Als wij ons
van de oliebronnen verzekeren; is dat ook
niets.
Dat alles is niets, maar als Canadeesche
voorhoeden met een klein Engelsch staartje
als aanhangsel naar Dieppe komen en zich
daar moeizaam negen uur vermogen te hand-
haven om daarop definitief te worden vemie-
tigd, dan is dat een bemoedigend, wonder-
baarlijk blijk van de onuitputtelijke, zegevie
rende kracht, die het Britsche imperium
eigen is.
Reeds in 1939 waren wij niets, want des-
tijds blies Churchill zich reeds op en zeide:
Ik kan de heuglijke mededeeling doen, dat
het duikbootengevaar als definitief afgewend
kan worden beschouwd. Wij hebben meer
duikbooten vernietigd dan de Duitschers ooit
hebben bezeten.
Dat wij hem uit den Balkan hebben gewor-
pen, dat wij Giekenland hebben veroverd en
Kreta bezet, dat zij in Noord-Afrika verdre-
ven zijn, dat alles is niets. Maar als er ergens
een paar man landen om een eenzamen voor-
post te overrompelen, -dan zijn dat daden, dat
zijn prestaties.
Wie derhalve dergelijke dingen gelooft, zal
ons geloof niet begrijpen, ons geloof nooit be-
grijpen. Overigens hebben zij natuurlijk
tegenover deze daden ook wissels op de toe
komst. Zij zeggen: het tweede front zal
komen. Daaromtrent wil ik niet zeggen, dat
wij ons niet o]b een tweede front voorberei-
den. Als de heer Churchill zegt: wij willen
thans aan de Duitschers overlaten in hun
angst te piekeren, waar en wanneer wij dat
front vormen, dart kan ik slechts zeggen
.meneer Churchill, angst hebt u mij nog niet
ingeboezemd. Maar dat wij moeten piekeren,
daarin hebt u gelijk, want als ik een t^gen-
stander van militair formaat had, kon ik on
geveer uitrekenen, waar hij moet aanvallen.
Maar als men militaire idioten tegenover zich
heeft kan men natuurlijk niet weten waar zij
aanvallen.
Of de heer Churchill de eerste plek waar
hij het tweede front wilde beginnen handig
uitgekozen heeft of niet, daarover zijn zelfs
in Eligel&nd de meeningen verdeeld. Maar
geheel afgezien van de plaats, die hij den vol-
genden keer uitzoekt, mag hij overal van ge-
luk spreken, als hij negen uur aan wal blijft.
Hitler veryolgde o.a.: In mijn oogen beef I
het jaar 1942 reeds de zwaarste beproevingeh
achter zich. Dit was de winter 1941/42. Ik
mag wel zeggen, dat in dezen winter het Duitr
sche volk en inzonderheid zijn weermacht door
de Voorzienigheid gewogen zijn. lets ergers
kan en zal er niet meer komen. Het was een
zeer moeilijke, zeer harde beproeving. Des-
ondanks hebben wij dezen moeilijksten tijd ipet
alleen overleefd, maar wij hebben het klaar-
gespeeld de aanvalsdivisies opnieuw op te
stellen, resp. te vormen, die bestemd waren
tot opening van het nieuwe offensief.
Dit offensief verloopt nu niet zooals onze
tegenstanders hadden gedacht. Ik geloof, dat
wij, als wij een terugblik werpen, tevreden
kunnen zijn met de achter ons liggende drie
jaar. Steeds was de doelstelling zeer nuchter,
dikwijls zeer vermetel, waar zij zulks moest
zijn, dikwijls wel overwogen, waar zij wel
overwogen kon zijn, vaak bedachtzaam, waar
Wij tijd hadden, voorzichtig waar wij geloof
den onder alle omstandigheden zeer voorzich
tig te moeten zijn. Maar wij zijn ook zeer
stoutmoedig geweest, waar stoutmoedigheid
alleen ons kon redden.
Voor dit jaar hebben wij een heel eenvou
dig program opgesteld:
1) Onder alle omstandigheden datgene
vast te houden, wat vastgehouden moet wor
den, d.w.z. den ander te laten aanstormen,
waar wij zelf niet voornemens zijn op te ruk-
ken, stevig stand te houden en af te wachten
wie hier nu het eerst vermoeid raakt.
2) Onvoorwaardelijk daar aan te vallen,
waar de aanval onder alle omstandigheden
noodzakelijk is. Het doel is daarbij volkomen
duidelijk: vernietiging van den rechterarm
van deze internationale samenzwering van
kapitalisme, plutocratie en bolsjewisme.
Hier hebben wij ons nu eenige oogmerken
gesteld. Ik mag ze zeer in het kort. in een
woord samengevat, verrtaelden om u tot "het
besef te brengen, om speciaal het Duitsche
volk tot het besef te brengen, wat nu in deze
weinige maanden is gepresteerd.
Het eerste doel was de beveiliging van onze
domineerende stelling hij de Zwarte Zee en
de definitieve zuivering van het schiereiland
de Krim. Twee slagen, die om Kertjs en die
om Sebastopol hebben hiertae gediend. Nadat
wij dit in orde hebben gebracht, scheen het
ons#noodzakelijk een buil weg te werken, die
aan de Wolkof was ontstaan. Zij werd afge-
snoerd en de tegenstander venietigd, resp.
gevangengenomen.
Toen kwam de volgende taak: voorberei-
ding van de doorbraak naar den Don. Intus-
schen had de tegenstander van zijn kant als
oogmerk een groot offensief gekozen, namelijk
van Charkof uit door te breken naar den
oever van den Dnjepr om daardoor ons ge-
heele Zuidelijke front te doen instorten.
U zult u wellicht nog herinneren met welk
een geestdrift onze tegenstanders deze ope
rates volgden. Zij eindigdeh in drie slagen
met de volledige vernietiging van meer dan
75 divisies van onzen Russischen tegenstander.
Daarop volgde toen het begin van ons eigen
groote offensief. Het doel was in de eerste
plaats den tegenstander de laatste groote
tarwegebieden te ontnemen, in de tweede
plaats hem de laatste rest der steenkolen te
ontnemen, waarvan cokes gemaakt kan wor
den, in de derde plaats zijn oliebronnen te be
reiken en ze te nemen of althans af te sluiten.
De aanval zou dan in de vierde plaats worden
voortgezet om zijn laatste groote verkeers-
ader, de Wolga, af te snijden.
Hier werd als doel gesteld de streek. die
tusschen de bocht van den Don en de Wolga
zelf ligt en als plaats Stalingrad, niet omdat
dit de plaats met den naam van Stalin is,
maar uitsluitend omdat dit een strategisch
belangrijke stad is en omdat ons duidelijk
voor oogen stond, dat door de uitschakeling
van Dnjepr, Don en Wolga als verkeerswegen
voor Rusland hetzelfde of iets ergers ge-
schiedt als voor Duitschland- het geval zou
zijn, wanneer we den (Rijn, de Elbe, Oder en
Donau zouden verliezen.
Want alleen op dezen reusachtigen stroom,
de Wolga, worden in zes maanden ongeveer
dertig millioen ton goederen vervoerd. Dat is
evenveel als per jaar op den Rijn. Dit is af-
gesneden en wel reeds geruimen tijd., Thans
wordt er vooral ook een eind gemaakt aan de
positie van Stalingrad. Daardoor wordt deze
grendeling bereikt en versterkt en u kunt
overtuigd zijn, dat geen mensch ons van deze
plek kan wegkrijgen.
Ge zult wel begrijpen, aldus vervolgde de
Fiihrer, dat ik over de overige oogmerken niet
spfeek, omdat die op het oogenblik worden
nagejaagd. Maar het pogenblik zaT komen,
waarop het Duitsche volk volledige ophelde-
ring daaromtrent zal verkrtjgen. Ik mag ech-
ter wel zeggen, dat wij ons de organisatie van
dit reusachtige gebied, dat wij thans beheer-
schen, als nieuwe taak hebben gesteld. Er is
ons iets aan gelegen, dit gebied te heveiiigen
ten hate van onze oorlogvoering, van de voe-
dihg van ons volk, maar ook voor de instand-
houding van geheel Europa. In de eerste
plaats moest het verkeer "in orde worden
gebracht. Het reusachtige spoorwegnet, dat
thans reeds voor, het grootste deel op Euro-
peesche spoorbreedte is gebracht, was vol
komen verwoest. Duizenden bruggen moesten
opnieuw worden gebouwd. Dit alles is in
enkele maanden gescbied of zal binnen enkele
wekeri voltooid zijn. Er zijn aan den kant
van onze tegenstanders menschen die zeggen:
Waarom stoppen ze ineens? Omdat wij voor
zichtig zijn, omdat wij ergens blijven tpt de
etappedienst geheel in orde is. Wij organisee-
ren achter het front het verkeer en den
landbouw. Het gebied moet worden ontgon-
nen. Wat hier is gepresteerd, is gewopn
ontzaggelijk. De eerste zij het ook nog
bescheiden resultaten van dit werk .hebben
wij voor het Duitsche volk toegankelijk kun
nen maken. Maar wij zijn daarmede nog maar
aan het begin. Het volgende jaar al zal dit
gebied heel anders georganiseerd zijn. Daarbij
komt nu, dat de bevolking wordt bevrijd van
den druk der bolsjewistische macht, die nog
millioenen menschen gevangen - houdt in een
angst, waarvan men zich in Duitschland en
1 elders haast geen voorstelling kan maken, de
j angst voor Gpoe en voor het geheele bewind.
Er zijn vele gebieden, waar de geheele bevol-
king -reeds met ons mee werkt en andere
streken, waar zij reeds aan onze zijde strijdt.
j Doordat wij in het Noorden en het Westen
van Europa en aan alle andere fronted ons
in het defensief bevinden, vervullen wij een
der geweldigste voorwaarden voor de organi-
satie'van Europa in dezen oorlog. Daarbij
komt nog de verdere uitbreiding van onze
bondgenootschappen. Als wrj al onze bond-
fenooten en degenen, die aan onze zijde strij-
en, bijeen nemen, kunnen wij zekerlijk zeg
gen: Het is thans reeds een kruistocht van
Europa, het werkelijk Europa, dat zich hier
heeft vereenigd zooals in oude tijden tegen
Hunnen of Mongolen. Sedert ik de laatste
maal tot IT sprak, is ook Japan aan den
oorlog gaan deelnemen. Er is thans een
wereldomvattend hondgenootschap, niet alleen
van de Have-nots, maar van alle volken, die
strijden voor eer en fatsoen en die besloten
zijn, de laaghartigste coalities, welke de. we
reld ooit heeft gezien, uit den weg te ruimen.
Hitler sprak nogmaals over de beweringen
van den vijand ten aanzien van de Duitsche
duikbootsuccessen." Onze vijanden verklaren:
Wij hebben ontzaggelijke afweermiddelen. wij
hebben nieuwe methoden, waarmede wij het
gevaar aan banden zullen leggen. Ik kan maar
een ding zeggen: De Duitsche geest rust obk
niet. Tot'dusverre zijn wij elk jaar voor den
dag gekomen met een nieuw wapen, waar-
tegen de vijand niet was opgewassen. Dat zal
ock zoo blijven.
Behalve het tweede front heeft men nog
een ander middel. De man, die den bomoor-
log tegen de onschuldige burgerbevolking,
heeft uitgevonden, heeft verklaai'd, dat deze
oorlog binnenkort nog veel krachtiger zal
worden gevoerd. In Mei 1940 heeft Chur
chill de eerste bommenwerpers op de Duit
sche burgerbevolking afgestuurd. Ik heb hem
toen vergeefs gewaarscnuwd. Darna hebben
wij toegeslagen en wel zoo grondig, dat hij
in eens verklaarde, dat dit een barbaarschheid
was en dat Engeland wraak zou nemen. D<5
man, die dit alles op zijn geweten heeft. en
de oorlogsdrijver-generaal, Roosevelt, voeren
thans weer dezen oorlog. Het uur zal ook
ditmaal slaan, waarop Aj zullen antwoorden
en dan moeten de belie voornaamste mis-
dadigers, van dezen oorlog en de Joden, die
achter hen staan, niet gaan jammeren, als
het einde voor Engeland vreeselijker zal zijn
dan het begin.
In de rijksdagzitting van 1 September 1939
heb ik gezegd, dat voor het geval, dat het
Jodendom een internationalen wereldoorlog
tot uitroeiSng van de arische volken van
Europa aansticht, niet de arische volken zul
len worden uitgeroeid, maar hfet Jodendom.
Zij, die bij den geesteszieke in het-Witte Huis
aan de touwtjes trekken, zijn er inderdaad in
geslaagd het eene volk na het andere hij
dezen oorlog te betrekken. Maar in dezelfde
mate spoelde een anti-joodsche golf over het
eene volk na het andere. De joden hebben ook
in Duitschland eens om mijn voorspellingen
gelachen. Ik kan slechts verzekeren, dat het
lachen hun overal zal vergaan.
Een lichtzijde van dezen oorlog is de groote
kameraadschap. Alle Duitsche stammen dra-
gen hun deel. De stichting van het groot
Duitsche Rijk zou anders slechts een staat-
rechtelijke daad zijn geweest. Er is werkelijk
een oude wereld tot instorting gebracht. Uit
dezen oorlog ontstaat, door bloed bezegeld, de
vol'ksgemeenschap. Dit is volkomen zeker:
Dezen oorlog overleeft geen burgerlijke staat.
Hier moet ieder vroeg of laat kleur bekennen.
Slechts wie zijn volk niet alleen politiek, maar
ook maatschappelijk tot een eenheid weet te
brengen, zal als overwinnaar te voorschijn
komen. Het is onmogelijk, dat een Duitscher
den soldaten, die pit dezen oorlog zegevierend
terugkeeren een ander Duitschland kan aan-
bieden dan het nationaal-socialistische in den
zin van een vervulling onzer denkbeelden om-
trent een ware volksgemeenschap.
Hitler wees erop, dat ook in het binnenland
veel wordt gepresteerd door den Duitschen
werkman, den boer en de Duitsche vrouwen.
Grenzeloos dapper aanvaardt en duldt het
Duitsche vaderland den oorlog zelfs daar,
waar het er met de grootste hardheid door
wordt getroffen.
De Fiihrer besloot met de woorden: ,,Onze
vijanden mogen den oorlog voeren, zoolang zij
daartoe in staat zijn. Wat wij kunnen doen
om hen te verslaan, zullen wig doen. Dat zij
ons ooit verslaan is uitgesloten. Het natio
naal-socialistische Duitschland en de verbon-
den staten zullen als jonge naties als werke-
lijke volken en volkss' iten met een roem-
rijke overwinning uit dezen oorlog te voor
schijn komen".
grootste resultaat van een maand overtroffen.
Nog 14 andere koopvaardijsehepen werden
door torpedotref,fers beschadigd.
In den strijd tegen de vijandelijke marine
werden door strijdkrachten boven en onder
water 6 torpedojagers, 2 hulpkruisers, 3 tor-
pedomotorbooten tot zinken gebracht, 3 tor
pedojagers en talrijke torpedomoterbooten be
schadigd. Een torpedomotorboot werd buit-
gemaakt. In hetzelfde tijdvak- vemietigde de
Duitsche luchtmacht 35 .koopvaardijsehepen
met een gezamenlijken inhohd van 242.500
brt. en beschadigde 8 andere koopvaarders,
Aan vijandelijke oorlogsvaartuigen bracht
de luchtmacht 1 kruiser tot zinken en met
medewerking van kustbatterijen 5 torpedo
jagers, verscheidene bewakingsvaartuigen,
een patrouillehoot en een vrij groot aanthl
motortorpedohooten, alsmede landingsvaar-
tuigen van allerlei aard. Daarmede heeft de
BritschAmerikaansche scheepvaart in Sep
tember alleen door Duitsche gevechtshande-
lingen 161 schepen met een gezamenlijken in-
houd van 1.011.700 brt. verloren. Nog 22 an
dere koopvaardijsehepen werden beschadigd.
Hauptmann Hans-Joachim Marseille, drager
van de hoogste Duitsche onderscheiding voor
dapperheid, heeft, onoverwonnen doo'r den
vijand, op het Noord-Afrikaansche oorlogs-
toaneel den vliegerdood gevonden. Vervuld
van ontembaren aanvalsgeest heeft deze jeug-
dige officier in luchtgevechten 158 Britsche
tegenstanders bedwongen. De weermacht be-
treurt het verlies van een waarlijk heldhaf-
tigen strijder.
Het opperbevel van de weermacht maakte
Donderdag bekend:
In het gebied van den Kaukasus dul'en de
verbitterde gevechten om zwaar versterkte
heuvelstellingen voort.
Te Stalingrad drongen de aanvallende troe-
pen, gesteund door formaties van de lucht
macht, in verscheidene wiggen dieper het
Noordelijke gedeelte van de stad binnen.
Sterke vijandelijke infanterie- en pantser-
strijdkrachten, die aanvallen ondernamen
tegen de Noordelijke grendelstelling, werden
onder zware bloedige verliezen in tegenaan-
vallen afgeslagen, waarbij 98 pantserwagens,
meerendeels van Engelsche en Amerikaansche
herkomst vernietigd werden.
Bij deze gevechten heeft zich opnieuw een
pantsercorps door ongewoon dappere houding
onderscheiden. Dit 'corps heeft reeds de laat
ste dagen van Augustus door een*Snellen op-
marsch van den Don tot de Wolga het ver
keer op de rivier verhinderd, de verbindingen
van Stalingrad naar het Noorden, ten Westen
van de Wolga, afgesneden en de voorwaarden
geschapen voor den aanval op Stalingrad zelf.
In wekenlange zware afweergevechten heeft
het deze belangrijke grendelstelling tegen ver
superieure vijandelijke strijdkrachten weten
te behouden.
De achterwaartsche spoorwegverbindingen
van den vijand in hat gebied van de Beneden-
en de Midden-Wolga alsmede in het gebied
om Moskou werden door de luchtmacht over-
dag en des nachts aangevallen. Tten Noord-
w est en van Woronesj verloor de vijand bij
vergeefsche aanvallen in den sector eener
divisie 25 pantserwagens. Bij Rsjef leidden
eigen aanvalsoperaties ondanks taaien vijan-
delijken tegenstand tot plaatselijke v^rbete-
ring der steliingen. Concentraties van den
vijand werden door artillerievuur en lucht-
aanvallen uiteengedreven, zoodatde voorge-
nomen aanvallen in het geheel niet onder-
nomen konden worden.
In het onherbergzame boschgebied rugge-
lings van den centralen frontsector werden
door Duitsche en Hongaarsche formaties
sterke benden samengedreven en vernietigd.
Bij geringe eigen verliezen verloor de vijand
1026 dooden, 1218 gevangenen alsmede een
vrij groot aantal zware en lichte wapens.
In den Noordelijken frontsector werden
sterke vijandelijke strijdkrachten ingesloten
en werden tegenaanvallen in den kiem ge-
smoord.
In Egypte sloegen troepe'n van het Duitsch-
Italiaansche pantserleger een Britschen aan
val af, die begon na een hevige voorbereiding
door de artillerie. Een aantal pantserwagens
werd kapotgeschoten en er werden 200 ge
vangenen gemaakt.
In de Golf van Suez beschadigden gevechts-
vliegtuigen een groot koopvaardijschip op
emstige wijze.
Bij overdag ondemomen aanvallen door af-
zonderjijke Britsche bommenwerperS aan de
kust van het Kanaal en bij nachtelijke sto-
ringsvluchten in het gebied van de Noordzee
werden 4 vijandelijke vliegtuigen neergescho-
ten. Duitsche vliegtuigen bombardeerden
pverdag spoorwegwerken en bedrijven der be-
wapeningsindustrie, alsmede militaire doelen
in verscheidene plaatsen van Zuid- en Zluid-
oost-Engeland.
Voor de monding van de Orinoco, in de
wateren voor Freetown, voor New Foundland
en in het centrale deel van den Atlantischen
Oceaan brachten Duitsche duikbooten 12
vijandelijke koopvaardijsehepen met een, tota-
len inhoud van 54.000 brt. tot zinken. Daar
mede hebben onze duikbooten in de maand
September 126 schepen met een gezamenlijken
inhoud van 760.200 brt. tot zinken gebracht
en het in Mei 1942 bereikte eh tot dusver
GEVOELIGE BRITSCHE VERLIEZEN
IN EGYPTE.
Het weermachtbericht van het Italiaansche
opperbevel van Donderdag luidt als volgt:
Vijandelijke door afdeelingen tanks gesteun-
de infanterie heeft Woensdagavond steliingen
in den Zuidelijken sector van ons front in
Egypte aangevallen. De aanval werd onder
gevoelige verliezen voor den tegenstander af
geslagen. Wij hebben ruim 600 gevangenen
gemaakt, een Britsch vliegtuig werd in lucht
gevechten door Duitsche jagers neergeschoten.
Een ander toestel, dat door den afweer op den
grond van Tobro.ek getroffen werd, was ge-
dwongen in het gebied van Marsa Luch een
noodlanding te maken. De bemanning, zes
onderofficieren, werd gevangen genomen. Het
bombardement der luchthaven Malta werd
voortgezet. In de lucht boven het eiland ver-
nielden Duitsche jagers zes Curtiss machines.
DE VERNIETIGING VAN DRIE GROOTE
TROEPENTRANSPORTSCHEPEN.
Officieele Duitsche mieidedeeUng.
Daar de Britsche en Amerikaansche berich-
tendienst het tot zinken brengen van de 3
groote troepentransportschepen in het Cen
trale en Noordelijke deel van den Atlantischen
Oceaan probeeren te ontkennen, wordt van
officieele Duitsche zijde verklaard:
1. Het convooi, waartoe de tot zinken ge-
brachte schepen van het type Viceroy of
India", „Reina del Pacifico" en ..Derbyshire"
behoorden, koerste naar het Noorderkanaal
tusschen Ierland en Noord-Schotland.
2. Het transportschip van 't'type .Viceroy
of India" werd op 25 September des namid-
dags omstreeks 16.30 uur getorpedeerd en tot
zinken gebracht.
3. Het transportschip van het type ,,Reina
del Pacifico" werd op 26 September tegen
01.00 uur in het zeegebied op ongeveer 55
graden Noordertareedte en 26 tot 27 graden
Westerlengte getorpedeerd en tot zinken
gebracht, d.w.z. ongeveer 750 zeemijlen ten
Westen van den ingang naar het Noorder-
kanaal.
4. Het transportschip van het type .Der
byshire" werd op 26 September des nachts
tegen 23.30 uur op ongeveer 55.30 graden
Noorderbreedte en 18.30 graden Westerlengte
getorpedeerd en tot zinken gebracht, d.w.z.
ongeveer 400 zeemijlen ten Westen van den
ingang van het Noorderkanaal.
De officieele Duitsche instanties zullen in
de eenstvolgende dagen nieuw bewijsmateriaal
over het tot zinken brengen van de 3 groote
transportschepen publiceeren, zoodat de
Britsche en Amerikaansche pogingen om dit
te ontkennen ontzenuwd zijn.
Ter gelegenheid van den verjaardag van de
onderteekening van het drie-mogendheden-
pact gaf Rijksminister van Buitenlandsche
Zaken Von Ribbentrop te Berlijn een receptie,
gedurende welke hij eene groote rede hield.
De internationale beteekenis van deze rede
zal aan niemand zijn ontgaan en er zal nau-
welijks een land ter wereld zijn, dat uit de
woorden van Von Ribbentrop niet de daarin
bedoelde consequenties trekt of er zijn hou
ding naarv bepaalt.
Voor wat Nederland aangaat schuilt in deze
redevoering eene waarschuwing, welke het
goed zal doen niet in den wind te slaan en die
wij belangrijk genoeg achten om hier in het
voile licht te stellen. Wij zijn er diep van over
tuigd, dat wij in onze taak van voorlichters
van het lezepd publiek te koft schieten, wan
neer wij hieraan zonder meer voorbij zouden
gaan.
In dat gedeelte van de rede, waarin Rijks
minister van BuitenlandschS Zaken, Von Rib
bentrop spreekt over het uur der vergelding
lezen wij aan het slot daaivan: De nieuwe
ordening in Europa zal komen en het nieuwe
Europa zal beter zijn dan het vroegere. Elk
volk zal daarin de plaats vinden waarop het
aanspraak kan maken.
Dit is volmaakt duidelijke taal. Waarop zal
de hierin bedoelde aanspraak moeten kunnen
steunen? In de allereerste plaats op de bij-
drage. welke wij "als volk vermogen te leve-
ren in de totstandkoming van deze nieuwe
Ordening in Europa.
.Het Nederlandsche Volk heeft in zijn ge-
schiedSnis het bewijs geleverd, dat het be-
schikt over krachten, aanleg en gaven welke
toereikend zijn om het een vooraanstaande
plaat^ in de volkerenrij van Europa te doen
innemen. Niemand kan ontkennen, dat wij
een groot verleden achter ons hebben en dat
de invloeden onzer cultureele uitstrsmng ook
heden nog in groote gebieden van Europa
merkbaar zijn.
Er is echter helaas op de grootsche tijden
in ons verleden eene lange periode gevolgd,
waarin wij teerden op den goeden naam welke
wij ons veroverden> zonder dat aan de verdere
uitbreiding ervan noemenswaardige aandacht
werd besteed.
Zooals de gepensionneerde van zijn welver-
diend pensioen of de succesrijke zakenman
van de renten van zijn gespaard vermogen,
na volbrachte levenstaak, de rest van zijn
dagen in rust slijt, zoo meende ook het Neder
landsche volk te kunnen teeren op de groote
daden die vroeger door generaties uit het ver
leden waren verricht." Met een beroep op man
nen als De Ruyter, Tromp, Vondel, Rem/
fcrandt, Coen, Barentz, 'Heemskerck en vele
anderen, sloeg men zich vol fierheid op de
borst. De flinkheid en grootheid van die kerels
van vroeger beduidde eveneens flinkheid en
grootheid voor het leveed geslacht.
Dat is natuurlijk dwaasheid, maar wij heb
ben er vrijwel alle min of meer aa'n medege-
daan.
Verboden gebied in Zuid-Holland
en Zeeiand beperkt.
Op grond van artikel 45 van de
verordening van den rijkscommissaris
voor de bezette Nederlandsche gebieden
nr. 138/1941 wordt bepaald:
1) Het reeds eerder gepuhliceerde
spergebied in de provineie Zuid-Holland
en Zeeiand wordt opnieuwals volgt
omgrensd:
Het spergebied omvat het Noordwes-
telijke deel van het eiland Rozenburg,
dat door de door de weermacht geplaat-
ste waarschuwingsborden ingedeeld
wordt, het schiereiland iVoorne ten
Noordwesten van het Voornsche kanaal,
de eilanden Goeree en Overflakkee, 'de
eilanden Schouwen en Duiveland, het
eiland Noord-Beveland en het eiland
Walcheren.
2) Het betreden en bevaren van
bovengenoemde gebieden en de tusschen
deze gebieden liggende waterwegen is
alleen met toelatingsvergunning van den
geVolmachtigde van den rijkscommissaris
voor de provineie Zeeiand (officier van
politie) of voor de in de provineie Zuid-
Holland liggende -"deelen van het sper
gebied met toelatingsvergunning van den
gevolmachtigde voor de provineie Zuid-
Holland (officier van politie) geoorloofd.
a) Nogmaals wordt medegedeeld, daA
het verzoek om een toelatingsvergunning
met daarbij behoorende papieren bij den
burgemeester der gemeente, waarvoor de
toelating verlangd wordt, moet worden
ingediend. In het verzoek moeten voor-
en achtemaam, beroep, woonplaats en
straat, geboortedatum en geboorteplaats
van dengene, die het verzoek indient,
worden vermeld. Bovendien moet het
verzoek vergezeld gaan van een motivee-
rting voor het betreden van het sper
gebied. Ook moet de duur van het
voorgenomen verblijf worden aangegeve'n.
4) Inbreuken op deze bepalingen zijn
overtredingen en worden gestraft met
een gevangenisstraf van 6 maanden en
met geldboeten van maximum 2000
gulden of met een van deze straffen,
voor zoover niet v'olgens andere bepalin
gen een hoogere straf moet worden
opgelegd.
De commissaris-generaal voor
de veiligheid
(get.) RAUTER.
SS-Gruppenfuhrer und
Generalleutnant der Polizei.
Thans evenwel is het noodlg, dat wij in-
zien, dat deze deugden weliswaar door erfe-
lijkheid in ons aanwezig zijn maar dat, om er
anderen mede te kunnen imponeeren en er
respect voor af te dwingen, het toch noodig
is, dat wij ze door nieuwe daden levwdig
toonen.
Speeldeh wij in de geschiedenis als volk
onze rol naar behooren mede, dan is dat zeer
zeker heel wat, maar niet genoeg. Thans, nu
de geboorteweeen, van het nieuwe Europa
overal voelbaar zijn, is het noodif dat ons
volk -opnieuw toont de kracht te hebben om
weder als vroeger een belangrijke rol te ver
vullen.
Dat is niet mog-elijk wanneer een groot
deel ervan zich in koppig verzet afwendt en
weigert mede te doen aan datgene wat voor de
doorvoering eener nieuwe orde noodzake
lijk is.
Men versta ons goed: die nieuwe orde komt
en is onafwendbaar. Voor Europa als geheel
zal het weinig of geen verschil uitmaken of
Nederland medewerkt of niet. Maar voor
Nederland zelve zal dit een enorm groot ver
schil uitmaken. Een tegenstrevend Nederland
zal nooit eenige aanspraak kunnen maken op
eenige vorm van gelijkg-erechtigdheid, terwijl
een medebouwend Nederland een evenredig
deel in cultureel, sociaal en economised op-
zicht zal toegewezen krijgen.
Het geslacht van heden draagt in zich de
verplichting om te zorgen voor het lot van
de geslaohten welke zullen volgen. Ons leven
is na ons niet ten einde, maar leeft voort in
onze kinderen en kinds-kinderen.
Deze laatsten mogen van ons eischen, dat
wij den door ons bevverkten ak-ker niet ver-
waarloosd en uitgeput, maar goed toebereid
voor het nieuwe gewas aan hen over geven.
De taak van heden, welke op alle man van
Neerlands' stam rust hou-dt derhalve in, dat
wij naar krachten medewerken aan de ver-
volmaking dor vrije Europeesche samenleving.
Het heeft geen zin zich te verzetten tegen
den loop der historie. Deze toch wordt niet
door menschen, maar door een hoogere macht
gemaakt. Het past ons menschen niet daar-
tegen in verzet te komen.
En als wij dat eerst goed leeren beseffen
en ons in voile ovcrtuiging daarnaar richten,
is de toekomst voor het voortbestaan van
Nederland en het NedeUandsche volk vol
komen gewaarborgd. Men bedenke daarbij,
dat dit de eenige mogclijkheid is. Een an
dere is er niet.
VRIJWILUGERS VOOR HET OOSTFRONT
VERTROKiKEN.
Wederom is een groep Nederlapders, ten
getale van een kleine tweehonderd man, als
vrijwilliger vertrokken om, na een opleiding
hij de Duitsche weermachtsschool, te worden
ingezet aan het Oostfront in den strijd voor
het nieuwe Europa.
De vertrekkenden, die voor ongeveer twee
derde gedeelte hij hSt Vrijwilligerslegioen
Nederland en voor de rest bij de Waffen SS
waren ingedeeld, kwamen voor het plechtig
afscheid tezamen in de met palmengroen en
dundoeken versierde rotonde van den Haag-
schen Dierentuin, waar te kwart over vier de
leider van de N.iS.B., ir. Mussert, aankwam
om de kameraden toe te spreken.
Nadat een muziekkorps van de Griine
Polizei een marsch ten gehoore had gebracht,
sprak luitenant-generaal Seyffardt als com
mandant van het vrijwilligerslegioen een kort
inleidend wordt.
Gij volgt aldus spr. o.a. het goede
voorbeeld van de vele duizenden Nederlanders,
die met de wapenen zijn gaan strijden voor
het nieuwe Europa. Wij mogen het niet aan
het Duitsche broedervolk overlaten de kastan-
jes uit het vuur te halen. Vele van uw
kameraden zijn reeds onderscheiden met het
ijzeren kruis en met het Sturmabzeichen,
velen ook hebben hun leven in dien strijd
geofferd.
Spreker drukte zijn mannen op het hart,
zich te onderwerpen aan de ijzeren discipline,
die in het leger moet worden gehandnaafd.
Ir. Mussert, vervolgens het woord nemend,
zeide ongeyeer het volgende:
Er zullen er onder u zijn, die zonder hart-
zeer hun vaderland verlaten, maar er zijn er
zeker ook, die zooveel achterlaten, dat "net
scheiden hun wel zeer zwaar moet vallen.
Groot is het aantal dergenen, die het min of
meer als verraad beschouwen, indien men als
Nederlander in de Duitsche weermacht gaat
dienen. Toch hebt gij gelijk, die tot dit dienen
vrijwillig hebt besloten, zooals de duizenden,