HOESf AmmiRQOP Tar Neuzensche Courant j ANNE vindt het ge!uk Bmnenland Vrijdag 21 Maart 1942 No. 10.346 TWEEDE BLAD ZWAARD EN PLOEG. Regels voor het verkeer. FEUILLETON k/nkhoest slijmhoest AKKER'S VAN Op de vernietiging van het bolsjewisma valgt geen veroveringsveldtocht, docli de verdere opbouw van het nieuwe Europa, „Thans weten wij echter reeds een ding: de bolsjewistische horden, die de Duitsche en verbonden soldaten in dezen winter niet ver- mochten te overwinnen, zullen door ons in den komenden zomer tot de vernietiging ver- slagen zijn". Aldus de Full re r in zijn rede ter herdenking van de gesneuyelden van 1914-'18 en van dezen oorlog op 15 Maart 1942. Nu de grimmigste winter, welke de wereld in 140 jaar heeft gekend, in West-Europa zijn matten oprolt, ,en, al rolfende, binnenkort ook zijn sneeuwtapijt zal lichten van de kazemat- ten en onderkom.ens aan het Oostfront, is de bervatting van het Duitsche offensief elk oogenbik te verwachten. Wat daarvan de 1'esu.ltaten zullen zijn, is niet twijfelachtig en het is merkwaardig voor de mentaliteit de'r- genen, die zweren bij de Britsche propaganda- injecties. dat zij zioh niettemin ernstig afvra- gen, wat de Duitsche legers wel zullen doen, wanneer de Bolsjewistische geweldheerschap- plj definitief terneer geslagen zal zijn door de zegevierende legers van het Det'de Rijk en zijn Europeesche bondgenooten. Zij hopen daarbij in stilte op iets romantisch, iets avontuur- lijks, zooals een inval in Britsch-Indie, of een doormarsch naar Afrika, althans op iets, waarbij de millioenenlegers van den Fiihrer al zegevierende verder en verder weg mar- cheeren van Europa. Na de vernietiging. Het is de gedachte, waarmede de vorige gezant van Churchill in Washington, den dood inging, op het moment dat de rede, die hij zou houden in de balzal van het hotel Balti more in Washington, door een plaatsvervan- ger werd voorgelezen. In deze rede bekende de grijsaard, die zich den laatsten tijd sterk met occulte dingen had bezig gehouden en derhalve aan zijn sterfbed, in plaats van een arts, een soort magnetiseur ontboden had, dat hrj een der weinige Britsche staatslieden was die werkelijk Hitlers ,,Mein Kampf" gelezen had. Lord Lothian hield er dan ook serieus rekening mede, dat het DuitschSovjet-Rus- sische conflict elk oogenblik kon iosbarsten. Met instemming haast citeerde hij in deze merkwaardige rede, de 'plaats uit Hitlers werk, waarin deze gewaagt van de ineenstor- ting van het reuzenrijk in het Oosten, dat daarvoor rijp is en haalt letterlijk de volgen- de regelen aan: ,,het einde der jodenheer- sehappij in Rusland zal ook het einde van Rusland beteelcenen als staat. Wij zijn door het Lot daartoe aangewezen, getuigen te wor- den van een catastrophe, die de geweldigste bevestiging zal geven van de juistheid der volksche raseentheorie". Lord Lothian voorspelde zelfs in zijn laatste, onuitgesprokenrede, dat ,,de Duitsche weer- macht door het Oosten gaan zou als een mes door de boter". Intusschen, zoo voegde hij er aan toe, „wat zal er daama gebeuren?" En hij maakte daarbij toespelingen op problemen, die geen historisch voorbeeld hebben en die door Duitsehland bezwaarlijk opgelost zullen kunnen worden. Zooveel te gemakkelijker zou het voor de Vereenigde Staten zijn, om op het juiste moment in den oorlog getreden, bet Derde Rijk, verwikkeld als het zoude zijn in onontwarbare moeilijkheden den doodsteek te geven! Zending van het nationaaJ-socialisme. Nu had Lord Lothian een bepaalde missie te vervullen in Washington en dat was de VJS. in den oorlog te drijven. Waarschijnlijk is het daarom toe te schrijven, dat hij die toch ,,Mein Kampf" zelf zoo goed gelezen had het vervolg niet citeerde van zijn aanhaling uit het werk van den Fiihrer, waarin duide- lijk het navolgende gezegd wordt: ,,Onze taak, de zending der Nationaal-Socialistische be- weging evenwel is, ons eigen volk tot dat polltieke inzidht te brengen, dat het zijn toe- komstig doel niet vervuld ziet met de bedwel- mende gedachte aan een nieuwen tocht van Alexander den Groote, doch veeleer in den naarstigen arheid van den Duitschen ploeg, dien het zwaard slechts den bodem heeft te geven". Dat is, met weinig woorden, het antwoord op de vraag, wat er verder zal gebeuren in Rusland, wanneer de Sovjetheersehappij zal zijn geliquideerd. Wellicht is het nuttig, daar- aan te herlnneren, omdat ook ons eigen vaderland ten nauwste met deze problemen is Verbonden, want niet aileen met het zwaard, doch ook met den ploeg zijn de zonen van oud-Holland naar Oostland gereden, om daar mede te werken aan den opbouw van Nieuw-Europa. (V.P.B.) De Duitsche politie deelt mede: Bjj de controle van het verkeer is vastge- steld, dat de bestuurders van auto's in de be- zette Nederlandsdhe gebisden zich niet hou- Een modem sprookje van MAlRIA SAWERiSKY. (Nadruk verboden) 1 Op de steenen stoep, welke naar de keuken van het kleine landhuis leldde, zat een jong meisje, dat bezig was erwten te doppen. Een streep zonlicht gleed over het blonde haar, de blauwe keukenschcrt en de wat afgedragen muiltjes van het meisje en scheen te speien met eenlge dozijnen snoepiustige kippen en duiven, die hun aandeel in den erwtenoogst opeischten. Erwten doppen is een prozaisohe bezigheid, maar de lieftallige Anne Falke zag er daarbij uit als een plaatje uit een sprookjesboek. Het tuinhek knarste in zijn laengsels en een stem riep verbluft: Asschepoester! Zooals ze relit en zeiltf Tegenover het Jcngemeisje stond een vrij rftzige vrouw, gehuld in een wit linnen jas, zooals schilders die plegen te dragen; op het reeds grijzende haar droeg ze een Baskische muts. In het frissche, energieks gezicht ion- ltelden een paar- jeugdige oogen, waarin de voldoening over het alleraardigste tafreeltje duideljjk te lezen was. Goeden middag, juffrouw Bratt, groette Anne, die overeind wllde springen. Zitten bljjven! gebood de schilderes den aan de hoogst toelaatbare rijsnelheid. De desbetreffende bepalingen zijn vervat in de verordening van den secretaris-generaal van het ministerie van Waterstaat no. 193 van 8 October 1941. Volgens deze bepalingen mogen automobielen, geheel onverscfiillig van welke soort, binnen den bebouwden kom niet sneller rijden dan 40 kilometer per uur. Dit wil niet zeggen, dat deze snelheid voort- durend gehandhaafd moet worden, doch deze snelheid is het maximum, dat bij een gunsti- gen toestand van het verkeer bereikt mag worden. Hieruit volgt, dat werkelijk aanzien- lijk langzamer gereden moet worden. Daarnaast bestaat de verplichting-, dat de rijsnelheid telkens moet worden aange- past aan den bestaanden verkeerstoestand, d.w.z., dat bij druk verkeer de hoogst toelaat bare snelheid van 40 kilometer per uur niet mag worden bereikt. Bu.iten den bebouwden kom mogen per- sonenauto's tot en met 8 zitplaatsen en motor- rijwielen de maximum snelheidsgrens van 80 kilometer per uur niet overschrijden. Alle overige auto's, dus vrachtauto's, omnibussen en andere speciale voertuigen mogen buiten den bebouwden kom niet sneller rijden dan 60 kilometer per uur. Er wordt in het taij- zonder op gewezen, dat deze maximum snel heid ook op autowegen in geen geval mag worden overschreden. De bepalingen van artikel 41 van de genoemde verordening wor den hierdoor niet getroffen. De Duitsche politie zal er voor zorgen, dat aan deze zoo belangrijke bepalingen, die zoowel in het be- lang van de veiligheid van alien, alsook in het belang van een zuinig verbruik zijn, nauw- gezet de hand wordt gehouden. Een ieder dient zich duidelijk te realiseeren, dat hem bij een overtrading van deze bepaling niet aileen een strenge straf, doch ook een intrekking van het rijbewijs te wachten staat. In dit verband wordt er nogmaals aan her- innerd, dat overeenkomstig artikel 8 van de genoemde verordening iedere bestuurder van een voertuig, hiertoe behooren ook in het bijzonder de wielrijders, de uiterste rechter- zijde van den rijweg moet gebruiken. Wiel rijders, die door gemakzucht of door andere niet steekhoudende redenen midden op den rijweg met auto's in botsing komen, kunnen geen schadevergoeding verwachten. Wil een bestuurder van een voertuig zijn voertuig ergens neerzetten om te parkeeren, dan is hij verplicht om zijn voertuig aan de uiterste rechterzijde van den rijweg, wanneer daar naast ruimte is op die plaats neer te zetten, opdat het overige rijverkeer zoo min mogelijk gebinderd wordt. Geconstateerd is, dat de bestuurders van bakfietsen (melkboeren, groentehandelaren, bloemenkooplieden enz.) hun voertuigen uit gemakzucht midden op den rijweg neerzetten. Tegen deze verkeerszondaars zal met alle scherpte worden opgetreden. De uitvlucht, dat de bovengenoemde bepalingen iemand onbe- kend zijn, wordt niet aanvaard. Iedereen heeft de gelegenheid zich met de desbetreffen- de geldende verkeersmaatregelen vertrouwd te maken en wie dit nalaat, loopt gevaar be- straft te worden. BINNENLANDSCH WEEKOVERZICHT. Men zal zich herinneren, dat onlangs de directeur-generaal der P.T.T. aan den heer J. de Kloet, inspecteur in algemeenen dienst bij het hoofdbestuur, hoofd van de afd. alge- meene zaken van dit staatsbedrijf, de op- dracht heeft verleend, om dit op te bouwen in nationaal-socialistischen zin. Men heeft daarbij tevens kunnen vernemen, wat het zeggen wil: opbouw van een bedrijf in nationaal-socialistischen zin. In het kort komt het hierop neer, dat vooreerst politieke misstanden, dus wanverhoudingen tusschen het personeel onderling om reden van poli tieke gezindheid, uit den weg dienen te wor den geruimd. Verder zal het sociaie peil van elken werkei1 gebracht woixlen op een hoogte, waarop men krachtens aanleg en prestaties recht mag doen gelden. Dit is dus de maat- schappelijke zijde van het vraagstuk. Ten- slotte zal de cultureele verzorging van elken werker een groote plaats innemen, d.w.z. aan sport en spel, lichamelrjke ontwikkeling en ontspanning zal veel aandacht worden be- steed, terwijl het gevoel voor de volkseigene kunst door het geven van voorstellingen met ware kunstenaars aanmerkelrjk zal worden aangewakkerd. In dezen zin is de opbouw van het bedrijf der P.T.T. gedacht. Men zal zich bij het lezen van deze woor den wellicht afvragen: was het bedrijf, zoo als dit tot op heden werd geleid, dan niet goed georganiseerd Zeker wel. Maar het gaat hier niet in de eerste plaats om de technische organisatie van het bedrijf, niet dus om de materialisti- sche zijde, als wel om de ideeele. Ter ver- duidelijking hiervan stellen wij b.v. een be drijf ten voorbeeld, zooals dit in de Sowjet- Unie werd geexploiteerd en een bedrijf, ge leid volgens nationaal-socialistische principes. Of dit nu een industriebedrijf is of een land- bouwbedrijf doet niets ter zake. In Sowjet-Rusland zoowel als in Duitseh land is de organisatie van het bedrijf er op gericht, de productie zoo groot mogelijk te doen zjjn. Het markante versohil echter zdt daarin, dat in het eerste de mensch onder- HCT.IiiWHIi—i III I haastig. Neem direct je oude plaats weer in, Anne. Houd je hoofd wat meer naar rechts, zo<5, dat de laatste zonnestralen op je blonde haar vallen. Kind, het is een geschenk van den hemel, dat ik je hier in zoo'n sprookjes- pose aantref. Je wordt onmiddelijjk ge- schetst! Gehoorzaam ging Anne weer op het stoepje zitten en de schilderes toog ijverig aan het werk. Haar teekenstift vloog zoo snel over het papier, dat men de bewegingen van de geoefende hand nauwelijks kon volgen. Af en toe wierp zij een blik op het jonge meisje aan haar voeten. Van louter ijver brandden twee roode vlekken op haar wangen. Anne, je ziet er uit om te stelen! Teer, blond en jong. Zoo heb ik mij de plaat altrjd gedroomd Wat voor plaat, juffrouw Bratt? Wel, mijn sprookjesplaat. Ik heb van een groote uitgeversmaatschappij opdracht ge- kregen verschillende sprookjes, waaronder ook Asschepoester, opnieuw te illustreeren. Het zal tegen Kerstmis in kleurendruk verschij- nen. Al sinds dagen heh ik naar een passend model gezocht. Maar waar haalt een mensch in dezen tjjd van pagehaar een Asschepoester vandaan? En vandaag werpt het toeval mij 1 zoowaar een levende Asschepoester in den schoot, mitsgaders een schaal vol doperwtjes. kippen, duiven en wat er nog meer bij be- hoort. Stil zitten, Anne! Bat doe ik ook, maar die gevederde modellen om mij heen zijn zoo onrustig! Dat is niet erg. Die teeken ik er aan het eind wel bij. Jij bent de hoofdpersoon! Dat is werkelijk een zeer ongewone rol. De schilderes keek op. Zij zag het tergere melsjesfiguurtje in de geschikt is gemaakt aan de machine, terwijl in het tweede, dus in Duitsehland, de machine oneUgeschikt is gemaakt aan uen mensch, of jseter gezegd, de rpensch naar waarde hooger geschat wordt dan de machine. In Duitsehland toch gaat men van het standpunt uit, het standpunt dus van het nationaal- sociaiisme dat boven alles de mensch, de arbeider in goede conditie en goed uitgerust moet zijn om met behulp van goede machines uiterste prestaties te volvoeren. In Rusland was het zoo, dat aan de mecha- nisatie de grootst mogelijke aandacht werd besteed, wijl men dacht daardoor de grootst mogelijke revenuen te kunnen erlangen, ter wijl de mensch aan zijn lot werd overgelaten en zelf maar moest zien, hoe hij de hem op- gedragen taak volvoerde. Men verloor op deze wijze in Rusland uit het oog, dat de mechanisatie, die toch werd ingevoerd om het resultaat der productie zoo groot moge lijk te doen zijn, zelf reeds alle mogelijke ge- breken vertoonde en met alle kwalen was be- hept, die den Sowjet-mensch tengevolge van zijn verwaarloozing zelf kenmerkten. Dit nu heeft het nationaal-sociaiisme be- wust omgedraaid. Volgeps zijn standpunt zal eerst alle mogelijke aandacht aan den mensch, aan den arbeider worden besteed. Deze zal daardoor in staat zijn om goede machines te leveren, waarmede de verschillende bedrijven, die met deze machines moeten werken, op hun beurt gebaat zijn en mede door de goede conditie, waarin hun arbeiders verkeeren, het best mogelijke werk zullen kunnen leveren. Het is niet moeilijk om te begrijpen, waar- om in Rusland de machine boven den mensch is gesteld. Daar toch werkt elk bedrijf vooi den staat. De staat levert en de staat ont- vangt. Al het andere is slechts bijzaak. In Duitsehland houdt de staat er slechts toezicht op, dat het resultaat van het werk elken volksgenoot, elk lid van de Duitsche .volksfamilie, zoo goed en doeltreffend moge lijk ten deel valt. Dat is het groote verschil utsschen een materialistisch en een ideeel geleid bedrijf. Daarom wordt bij den opbouw van de P.T.T. in nationaal-socialistischen zin ook niet gesproken over een reorganisatie van het be drijf. Verre van dat. Doch de mensch zal weer mensch worden. Het werk moet hem een vreugde zijn, hij zal zich met liefde en toewijding van zijn taak kwijten. Ten bate van zich zelf en ten bate van het geheele volk. DE VERLIESLIJSTEN UIT INDIE. Het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis deelt mede: Ten einde zooveel mogelijk de bestaande ongerustheid weg te nemen, welke blijkt uit den stroom van telefonische en schriftelijke verzoeken om inlichtingen omtrent verwan- ten in Indie, militairen zoowel als burgers, welke bij de bureaux van het Roode Kruis binnenkom'en, wordt er hierbij de aandacht van betrokkenen op gevestigd, dat ieder be- richt omtrent overlijden of vermissing van Nederlandsche militairen of burgers in Indie onverwijld door het Roode Kruis aan de naaste familieleden wordt medegedeeld, zooals tot dusver gebruikelijk. Dit geschiedt nimmer telefonisch en evenmin rechtstreeks per post. De ontvangst van een brief van het Roode Kruis behoeft dus nooit aanleiding te zijn voor direete ernstige ongerustheid. Voorts wordt er met nadruk op gewezen, dat de veriieslijsten, juist op grond van de hierboven aangegeven gang van zaken niet gepubliceerd worden en evenmin ter inzage liggen. DE DISTRXBUTIEBESCfHEIDEN VAN NEDERLANDSCHE ARBEIDERS MET VERLOF. Ofschoon de in Duitsehland werkende ai- beiders voor hun vertrek derwaarts en ook op het tijdstip, waarop zij met verlof naar Nederland terugkeeren door de daarvoor aan gewezen instanties worden gewaarschuwd, dat zij bij hun terugkeer in Nederland in het bezit moeten zijn van een verklaring, waar- uit blijkt, dat zij hun Duitsche distributie- bescheiden hebben ingeleverd (Abmeldebe- soheinigung) komt het nochtans herhaalde- Ijjk voor, dat de belanghebbenden dit voor- schrift niet in acht nemen. Daardoor kun nen zij dan niet in aanmerking worden ge bracht voor een verstrekking van Nederland sche levensmiddelenbonnen gedurende den hier te lande doorgebrachten verloftijd. Ten- einde den betrokkenen dit ernstig ongerief te besparen, wordt nogmaals met nadruk in overweging gegeven ten deze niet in verzuim te blijven. DE KULTUURKAMER EN VEREENIGINGEN. Toeliohting van Frof. Goedowaagen. Aan een artikel in ,,De Schouw" van prof, dr. T. Goedewaagen, secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten, is het volgende ontleend: Ben vereeniging, op welk gebied der cul- tuur ook, die blijft weigeren, met de Kultuur- kamer in zee te gaan, onderteekent daarmee haar eigen doodvonnis. Niet de overheid, doch zij zelf is voor dien gang van zaken ver- antwoordelijk; zij zelf is oorzaak, dat een stuk eultuurleven ruwweg wordt afgesneden, terwjjl er wellicht bij beter begrip nog ge legenheid ware geweest, tot een vergeiijk en daarmee tot een voortbestaan dier vereeni ging te komen. Wilt I ft MWWMSHPWMWt grove schort, d.e fijne voeten in de versleten pantoffels en de smalle handen, die niet voor ruw werk geschapen schenen. Daarachter bevond zich de door wilden wingerd overwoe- kerde huismuur, de geopende keukendeur en een vensterbank met geraniums, die een toloeiende cactus flankeerden. In de keuken was een oudere dienstbode druk aan het werk en op een stoel zat een kat, die naarstig haar pooten waschte. Het was de volmaakste sprookjesillustratie, die een schildersoog zich kon wenschen en toch scheen de hand van de teekenares 'even te aarzelen. Anne, die goeie, ouwe Ursel heeft me verteld, dat je vandaag jarig bent. Anne Falke bloosde tot onder haar haar- wortels. Dat is elk mensch eenmaal per jaar, juffrouw Bratt. Van harte gefeliciteerd, kind! Hoe oud ben je nu eigenlgk? Een-en-twining jaar. Wat? Ik heh je voor zeventien gehou den. Je ziet er nog ongelooflijk jong uit, en en Niet bepaald feestelijk wou u zeggen, nietwaar De schilderes kneep haar lippen opeen en werkte zwrjgend voort. Het was stil in den kleinen tuin. Men hoorde slechts het kirren der duiven en de melodie van een oud volkslied, dat Ursel in de keuken neuriede. Nu verdween de zon achter he't geveldak; een schaduw spreidde zich over den tuin. Jammer, nu gaat de zon weg en ze neemt de gouden reflex uit je haar mee, maar die kan ik er later wel inbrengen. Nog een paar streken en de schets is klaar. Je zult i Veel belangrijker is de vraag: Wat gebeurt er met de vereenigingen, die tot inschakeling in de Kultuurkamer bereid zijn? Hier zijn twee mogelijkheden te onderscheiden le. kunnen vereenigingen of groepen van vereenigingen tot vakgroepen der Kamer worden omgevormd; zij worden dan onzelf- standige deelen der Kamer, maar zetten ove- rigens haar werkzaamheden in anderen vorm en zoo noodig ook onder andere leiding bin nen ruimer verband voort. 2e. kunnen vereenigingen als zoodanig cor- poratief lid der Kultuurkamer worden en bij een vakgroep van vereenigingen worden in- gedeeld, waarbij zij met eigen rechtspersoon- lijkheid 'blijven voortleven. In dit verband moge het in de Duitsche Reichskulturkammer gemaakte onderscheid tusschen „Fachschaft" en ,,Fachverband" genoemd worden, dat in dezelfde richting wijst. Een ,,Fachschaft" n.l. is een onderafdeeling van een Kamer, een ,,Fachreferat" zonder rechtspersoonlijltheid. Een ,,Fachverband" heeft daarentegen rechts- persoonlijkheid en is veelal een in de Reichs kulturkammer of een harer Kamers inge-, schakelde vereeniging. In het algemeen kan men zeggen, dat ver eenigingen op cultured gebied, die slechts of voornamelijk vakbelangen behartigen, na eenigen tijd van overgang in de desbetref- fende vakgroep zullen verdwijnen, of op dit oogenblik reeds zijn verdwenen. Deze gaan op in een ,,Fachschaft" of vakgroep. Dit is bijv. het geval met de vereeniging Nederland sche Dagbladpers, die binnen het Persgilde als vakgroep van denzelfden naam zal optreden, terwijl in ditzelfde Gilde de vroegere Neder landsche Journalisteukring en de R.K. Jour- nalistenvereeniging zijn opgeheven en in hun plaats een vakgroep: Verbond van Neder landsche Journalisten is opgericht, die hun werkzaamheden heeft overgenomen. Evenzoo heeft dezer dagen bij de stichting van het Filmgilde de Nederlandsche Bioscoop- bond opgehouden te bestaan eq is in de Kul tuurkamer opgelost. Op dit oogenblik zijn de ongeveer 25 vak- vereenigingen op muzikaal gebied, die ons land rijk was, samengebundeld in de Federatie van Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeni- gingen, met de bedoeling hen alle via die federatie naar de desbetreffende vakgroepen van het Muziekgilde over te hevelen. Op het gebied van theater en dans werd reeds verleden jaar een tiental vakvereenigin- gen van dansleeraren tot het Gilde voor The ater en Dans samengevoegd en zullen nu de Bond van Nederlandsche Tooneelschrijvers, de N.O.KA. en de Dansliga resp. in de vak groepen Tooneelschrijvers, Kleinkunst en Kunstdans worden opgelost. 'Hetzelfde geldt van verschillende architec- tenvereenigingen, die in de vakgroep Archi- tecten van het Gilde voor Bouwkunst, Beel- dende Kunsten en Kunstambacht verdwijnen. Evenzoo zullen de Vereeniging van Letter- kundigen, de Nederlandsche Boekverkoopers- bond en de Nederlandsche Uitgeversbond resp. opgaan in de vakgroepen Schrij.vers, Boek- handelaren en Uitgevers van 't Letterengilde. Van gansch ander karakter zijn de cultuur- bevorderende en de leekenvereenigingen, die dienovereenkomstig binnen de Kultuurkamer ook een heel andere functie vervullen dan de vakvereenigingen, welke hetzij aileen, hetzij in combinatie met andere tot vakgroepen wor den omgevormd en daarin verdwijnen. CuJtuurbevorderende en leekenvereenigin gen blijven, voorzoover zij positief mede willen werken, in het algemeen bestaan. Wel wor den zij verplicht, als geheel corporatlef tot de Kamer toe te treden. Cultuurbevorderend zrjn die vereenigingen, welke door het uitvoeren van kunstwerken, door aankoop, door het geven van opdrachten het eultuurleven trachten te versterken en te verbreiden. Hiertoe behooren vereenigingen als Pulchri Studio, St. Lucas, Arti en de Ver eeniging Rembrandt op het gebied der beel- dende kunsten; Toonkunst, de Wagnerver- eeniging, verschillende muzikale kunstkrin- gen, concertvereenigingen, verschillende ge- westelijke bonden op muzikaal gebied; kunst- kringen als de Nieuwe Haarlemsche Kunst- kring, die speciaal de bevordering der too- neelkunst beoogen; op letterkundig gebied o.a. de Maatschappij der Nederlandsche Letter- kunde, Oefening kweekt Kennis en de Katho- lieke Kunstkring De Violier, om slechts en- kele bekende voorbeelden te noemen. Leekenvereenigingen bevorderen de beoefe- ning van de kunst onder de leeken zelf. Hier- onder vallen bijv. vereenigingen van smalfil- Gebruik toch Abdijsiroop, die de vastzittende slpm direct zal doen loskomen, borst en keel verzacht en Uw hoest zal doen ophouden. X. Vanouds beproefd by hoest, L> griep, bronchitis, asthma. als* levende Asschepoester in het sprookjes boek verschjjnen, kind. Kom eens hier en be- kijk de teekening zelf eens, jij wandelend sprookje. Op dit oogenblik weird op de bovenverdie- ping een raam opengeduwd. Een schelle meisjesstem riep: Anne, waar blijf je dan toch? Het is zeven uur en je moet me bij het omkleeden faelpen. Direct! Over „Asschepoester's" gezicht gleed een schaduw. Ik kan me nu helaas niet in uw schets verdiepen, beste juffrouw Bratt. Vera heeft me noodig en dan moet ik me haasten. Ben je niet wat al te toegeeflijk, Anne? Ik heb Vera beloofd, dat ik haar zou hel- pen hij het kleeden voor het feest bij consul Esschental. Aha, het gecostumeerde tuinfeest. Daar heb ik zelf ook een uitnoodiging voor ont- vangen. Gaat u eir heen? De schilderes keek het jonge meisje met een geamuseerd lachje in haar oogen aan. Eigenlijk moest ik wel, ja, want ik ken den consul van toen hij nog in Kopenhager woonde. Maar ik voel er veel meer voor thuls te blrjven en met ons beidjes je verjaar- dag te vieren. O, juffrouw Bratt, u moet dat feest voor mij niet laten loopen! I - Dat is niet bepaald een opoffering. Als je vijftig bent, is de aardigheid van masks rades er wel af. Je tiebt zoo netjes voce* me geposeerd, dat ik je op mijn beurt ook wel een genoegen mag doen. Als je moeder en je zuster weg zijn, zullen we een genoeglijk verjaarsfuifje ensceneeren. Afgesproken? mers, dilettantenorkestvereenigingen, zang- veaeenigingen, rederijkerstooneelvereenigingen en leekenvereenigingen op het gebied der kleinkunst. Deze beide groepen van vereenigingen zul len in de desbetreffende gilden in leekengroe- pen worden ondergebracht, waar zij, corpora- tief aangesloten, de belangen van hun leden en vooral van het hun toevertrouwde cultuur- gebied zullen kunnen behartigen. Behalve dat zij in leekengroepen worden ingeschakeld, zul len zij, voorzoover zij zuiver plaatselijke of gewestelijke cultuurbelangen behartigen, en gbonden zijn aan het eultuurleven van een bepaalde gouw, of streek of plaats, ook in de gewestelijke ordening der cultuurkamer kun nen functiojieeren. Daar zullen zij drager van den cultuurwil van hun gouw kunnen zijn en geven zij stem aan het eultuurleven. Een bijzondere toelichting vereischen nog die cultuurbevorderende vereenigingen, welke zich niet op het gebied van een der gilden bewegen, doch een terrein bestrijken, dat over meerdere gilden heen loopt. Bedoeld zijn byv. kunstkringen, die tooneelvoorstellingen, con- certen, voordrachten, filmvoorstellfngen en tentoonstellingen organiseeren. Hier zal het zelfde beginsel moeten gelden als bij natuur- lrjke personen, die op het terrein van meer dere gilden werkzaam zijn. bijv. bij een jour nalist, die romans schrijft of een schrijver, die nu en dan journalistiek werk verricht. Er zal in deze gevallen dit geldt zoowel van na-, tuurlijke personen als van vereenigingen moeten worden uitgemaakt waar de voor- naamste bezigheid en waar de bijbezigheid ligt. De betrokken persoon of vereeniging wordt lid van de Kultuurkamer in het gilde der hoofdbezigheid en in het gilde der bij bezigheid. HET NEDERLANDSOH INSTITUUT VOOR VOLKSHUISHOUDKUNDIG ONDERZOEK. Zooals onlang^ reeds in persberichten is aangeduid, is door den Rijkscommissaris dr. Seyss-Inquart opgericht het ..Nederlandsch Instituut voor Volkshuishoudkundig onder- zoek". Het doel dezer stichting is het ver- richten van onderzoekingen op het gebied der Nederlandsche volkshuishouding. Het be- stuur over de stichting wordt uitgeoefend door een curatorium, waarvan door den rijks commissaris als leden zijn benoemd: Geheim- rat prof. dr. Ernst Wagemann, president van het ,,Deutches Institut fUr Wirtschaftsfor- schung", voorzitter, alsmede de heeren F. B. J. Gips, directeur der Utrechtsche Asfalt- fabriek en van Gips' houthandel, lid der orga- nisatie-commissie (commissie Woltersom te 's-GravenhageD. Koudijs, voorzitter van de bedrijfsgroep levensmiddelen-industrie te 's-Gravenhage, dr. L. P. Krantz, firmant der lakenfabriek Krantz en Zonen te Leiden, lid der commissie Woltersom, de oud-minister van landbouw dr. F. E. Posthuma, generaal- adviseur van den Nederlandschen Landstand te 's-Gravenhage, mr. J. Robertson, directeur- secretaris der Nederlandsche Bank te Am sterdam en is mr. dr. H. J. von Brucken-Fock, voorheen leider van het bureau van den raad voor volkshuishouding der N.S.B. en voor- malig hoofdredacteur van het tijdschrift ,,De Nederlandsche Volkshuishouding te 's-Graven hage, met de leiding van de loopende zaken van het instituut als directeur door den pre sident belast. Het doel van het instituut bestaat in het doen of in opdracht geven van oeconomische onderzoekingen t.a.v. de Nederlandsche volks huishouding, hare tegenwoordige en toekom- stige mogelijkheden, en hare toekomstlge plaats in het leader der Europeesche volkeren- huishouding. Vooral m.h.o. op deze laatste taak is het instituut door de persoon van den internationaal bekenden en gewaardeerden president van het Deutsches Institut fUr Wirtsehaftsforschung (Institut fUr Konjiink- turforschung) te Berlijn, prof. dr. Ernst Wagemann, nauw verbonden aan laatstbe- doeld instituut, op gelijksoortige wijze als overeenkomstige instituten in verschillende deelen van Duitsehland en in nog andere lan- den van Europa. De wijze van totstandkoming van het Nederlandsche instituut opent groote moge lijkheden voor een systematische verzameling, coordineering en verwerking van reeds bjj- eengebrachte statistische gegevens ter voor- bereiding van de oeconomische samenwerking der Europeesche, en met name der Germaan- sche, volkeren in het kader der geleide oeco- nomie. Het instituut zal zoodoende zoowel voor regeering als bedrijfsleven een onmis- hare vraagbaak en raadgever kunnen zrjn, waar het geldt de doorvoering der. geleide oeconomie, zoowel nationaal als continentaal gezien. Het instituut zal in zijn taak worden ter- zijde gestaan door een commissie van advies, waarvan o.a. deel zullen uitmaken vertegen- woordigers van instellingen en instanties, die zich reeds op het gebied van het oeconomisch onderzoek bewegen, alsmede deskundigen op het gebied der oeconomisch-onderzoekende journalistiek, zulks mede m.h.o. op de uit- gave van het tijdschrift, dat als orgaan van het instituut eerlang zal verschijnen. Het instituut hoopt binnenkort zrjn werk zaamheden te kunnen aanvangen in het per- ceel Sophialaan 12 te 's-Gravenhage. Het voorloopie adres is: Nassauplein 8, 's-Graven hage, tel.' 115707. w n n»i n i 'becm1 —im Anne werd rood van blijdschap. Ik ben u zoo dankbaar Anne, Anne, wat sta je toch weer te treuzelen? Kom direct boven! Anne vloog het huis binnen. Onder het loopen ontdeed ze zich van de leelijke keu- kenschort. De schilderes keek haar mede- lijdend na. Anne haastte zich naar de kamer van haar zuster. Een deur werd open getrokken; een mager meisje met zwart haar en gehuld in een vlek- kerige kimono, pakte Anne driftig bij haar hand en trok haar het vertrek in, ,dat zich doer een schier fantastische wanorde onder.- scheidde. Het bed was nog niet opgemaakt, op het versleten karpet lagen schoenen, kou- sen en ondergoed overal verspreid; de deuren van de kleerenkas" stonden open de jurken, mantels en rokken puilden naar buiten. Er gens op een stoel lag een Pierrettecostuum. Anne sloeg haar handen ineen van ont- zetting. In vredesnaam, Vera, wat is dat hier voor een chaos?! Als je hier bent gekomen om me de les te lezen, verdwijn dan maar lieVer meteen! Ik was een oogenblik op bed gaan liggen om frisch te zijn voor vanavond. Natuurlijk heeft die ezel van een Ursel me weer vergeteh te wekken, zoodat ik m'n tijd verslapen heb. Sta toch met zoo stom te kijken en help me lie- ver. Eerst m'n haar! Heh je den wagen be- steld? 't Is al bij half acht; als dat zoo door- gaat, kom ik nog te laat ook! Bedaar, Vera. De wagen is besteld en je zult op tijd klaar zijn. Ga maar voor den I spiegel zitten en wind je niet zoo op. j (Wlordt vervolgd.1

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1942 | | pagina 5