ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No. 10.341
MAANDAG 9 MAART 1942
82s Jaargang
duitschlano strijdt
VOOR EUROPA.
BATAVIA.
Naar Oostland
OVER TAALZUIVERING.
Macht, arbeid en veiligheid voor
elken Nederlander.
Jeugd achter tralies.
COURANT
A p.oAnsrBT&,iE^rraPRIJaBinnen Temeuzen 1,42 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post i 1,73 per 3 maanden Bj) vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor BelgiS en America f 2M, overige landen /2,65 per 3 maanden fr. per post -f
Abonaenienten voor bet buitenland alleen by vooruitbetaling.
Ultgeefatrar: N.V. Virata P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TEJLEFOON No. 2073
Directeur: I. van de Sande.
ADVERXENXliSN: Van 1 tot 4 regels /0,88 Voor elken regel meer 0,22.
KLEINE ADVERXENTIENper 5 regels 52 cent btj vooruitbetaling
Grootere letters en clichd's worden naar piaatsrulmte berekend.
Handelsadvertentien bij regelaDonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvhaag
verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien li6fst 6ea dag voor de uitgave.
DIX BLAD VERSOHIJNX IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRUDAOAVONB.
Hoofdredacteur: N. J. Harte, Temeuzen.
DUITSOH WEERMAGHTBEKICHX.
Het opperbevel der weermacht deelde
Zrandag mede:
In bet Donetzgebied en aan bet front
ten Oosten van Charkof zgn talrjjke door
eterke vgandelijke afdeelingen onder-
nomen aanvallen mislukt. Op andere
plaatsen wordt nog gevoch en. In de
centrale en de Noordeltjke zone van het
Oostelrjke front duren de afweergevech-
ten voort. Bij eigen aan valsopera ties
hebben afdeelingen van het leger en de
Wa±fen-S.S. den vijand uit verscheidene
Bteunpur.ten verdreven en, in weerwil van
den hardnekkigen tegenstand, errein ge-
wonnen. De vijand verloor daarbij tal-
rijke gevangenen, onder wie een divisie-
oommandant, en meer dan 3000 man aan
dooden. In luchtgevechten hebben Duit
sche jagers 22 Sowjetvliegtuigen neer-
geschoten. Bij aanvallen op vliegvelden
werden 9 vliegtuigen op den grond ver-
nield.
In Noord-Afrika levendige verken-
Mngsbedrgvigheid aan weerskanten.
Duitscbe stuka's hebben in de haven van
Tobroek een vrachtschip van 3000 'on
en drie licbters door treffers tot zinken
gebracht. Door aanvallen in scheer-
vlucht door Duitscbe gevechtsvliegtuigen
werd de West-Egyptische spoorweg op
verschillende plaatsen vemield.
QVerdag en des nachts zgn geslaagde
bomaan vallen gedaan op de militaire in-
stallaties van Malta.
In Batavia wappert, schryft de Haagsche
Ort., niet langer de Nederlandsche driekleur.
Het was Vrtjdag een zwarte dag voor bet
sNederlandsche volk in de rjj der donkere
dagen van dezen vreeseltjken oorlogstijd.
Batavia bezet
Men verwachtte het, men vreesde het, maar
hu de slag gevallen is, nu krimpt het Neder
landsche (hart toch wel even ineen btj deze
fcarte, ontzettende ttjdingJapansche troepen
rukken Batavia binnen.
in een klein hoekje van dit gepijnigde hart
blijft de hoop levendig, hoop, die nog niet
onder woorden is te brengen, hoop, doortrok-
ken van vertrouwen in" den wil der Voorzie-
nigheid.
Batavia, rijk aan hisforie, is het m-iddelpur.t
van waaruit alle m-ogelijke onderwerpen van
Landszorg hun centrale behartiging vinden.
Ala zetel der rageering van Nederlandscti-
Indle worden vrijwel alle onderdeelen van de
Landstaak, als bestuur en politie het rechts-
wezen, de welvaartszorg, de zorg voor de
gezondheid van de millioenenbevolking van
het eilandenrijk, door de voor elk onderdeel
gesclhapen departementale besturen, van Mer
uit bestuurd en geregeld. Het is de zetel van
den Raad van Nederlandsch-Indie, de bevol-
king maakte in Batavia baar wenschen en
verlangens kenbaar bij monde van haar ver-
tegenwoordigers in 's Lands vergaderzaal,
den Volksraad.
De stadsgemeenste Batavia omvat drie dis-
tricten, Batavia, Weltevreden en Meester-
Cornelis. Op 1 Januari 1935 had Batavia reeds
een inwonertal van boven het tjalf millioen,
waarvan in 1937 ruim 43.000 Europeanen. De
tnbeemsche bevolking hestaat voor een groot
deel uit zgn. „Batavianen", een waar mengel-
moes van rassen, een bonte nraatschappij, die
•Maleisch als voertaal gebruikt. De 530.000
Bataviasche burgers werden besrihermd door
een politiecorps van 960 inlandsche politie-
ageuten, 63 Europeesche hoofd^genten, 56 in-
specteurs en 10 commissaris-sen van politie.
De haven van Batavia, Tandjong-Priok, is
de grootste van Ned.-Indie, gerekend naar de
tonnenmaat der aangekom-en en vertrokken
schepen. In den loop der jaren zijn de haven-
w-erken belangrtjk uitgebreid, zoodat Priok
thans ddn buiten- en drie binnenhavens heeft.
De groote havenemplacementen zijn volkomen
modern geoutilleerd. Er zijn twee droogdok'i
ken van 8000 en 4000 ton. Uit de berichten
Mtjkt echter nie of ook Priok reeds door de
Japansche troepen is bezet.
De geschiedenis van Batavia is rijk en be-
wogen.
Op de schoolbanken leerden wij, dat Coen
in 1619 op de puinhoopen van het oude. Jaca-
tra, waar de, Nederlanders eerst in 1610 vas-
ten voet gek'regen hadden, Batavia stichtte.
De oude stad was aangelegd aan de Zuidzijde
van het fort ,/Kasteel" genoemd; met den
bouw waarvan Coen, in den aanvang van
1620 ter vervanging van het in 16181619
belegerde oude fort, begonnen -was: die oude
stad ontwikkelde zich gaandeweg tot een uit-
gebrelde plaats, eerst aan den rechteroever
der Tji-Liwoeng, later ook aan den linker-
oever.
In de bijkans 25 jaren van het bestuur van
Maetsuycker (18 Mei 1653—4 Jan. 1678)
schrjnt de stad en de Zuider" voorstad, gaan
deweg gebeel volgebouwd te zijn geworden.
In bet eind der 17de eeuw- had zij de uit-
gebreidheid en het karakter verkregen, welke
Kij tot aan het etude der 18de eeuw heeft be-
houden.
Tegen het ecnde der 18de oeirw ontvloden
de inwonenden steeds meer de oude stad ora
zich te vestigen in de buitenwijken, Noord-
wijk, Rijswijk en Weltevreden, de toenemen-
de ongezondheid dreef hen, die het doen kon-
den, naar buiten. Langa Molenvliet weed het
veideron naar b'nnen gezochtr Noordwijk en
RfjEwijk werden de dmkke winkelcentra: om
het groote Koningsplein verrezen indrukwek-
kende huizen, in later jaren breiddsn de mo
dern aangelegde Europeesche woonwijken zich
snel Zuideljjker uit. Batavia werd een knoop-
punt van spoorwegen, van autowegen en van
luchtverhindingen. De ontwikkeling van Ba
tavia als belangrijlte handelsstad dagteekent
van de tweede helft der 19de eeuw, terwijl het
industrieele element zich in de 20ste eeuw
hegon haan te breken. Het rjjke achterland
van Batavia had uiteraard op de ontwikke
ling van zijn handelsbeweging een gunstigen
invloed.
Als centrum van intemationaal en inter-
locaal verkeer nam Batavia een allereerste
plaats in. De stad is te beschOuwen als het
beginpunt van vier spoorlijnen, die het acb-
terland bedienen: naar het Westen via Se-
rang, naar het Zuiden via Buitenzorg en Soe-
kaboemi, naar jiet Zuidoosten via Poerwa-
karta ook reeds in Japansche handen
en Bandoeng, en naar het Oosten via Cheil-
bon, over welke laatste route ook de zeer
vlugge eendaagsche spoorverbinding en de
nachtexpresse met Soerabaja liepen.
In deze vier richtingen loopen ook goede
auto-wegen, waarop vervoer per vracbtauto
tot bijna ieder gewicht mogelijk is, zonder dat
daarbij al te sterke hellingen overwonnen be-
hoeven te worden. Daarnaast hestaat een uit-
'gebreid secundair wegennet, zoodat met tien-
tallen kleine plaatsen in den omtrek geregel-
de busverbindingen bestaan.
Daar Batavia voorts het voornaamste uit-
wisselingskantobr voor de telegraaf- en radio-
telefoondiensten met het buitenland bezat,
was een zeer vlug telegrafisch en telefonisch
verkeer met alle deelen der wereld verzekerd.
Batavia de ,,Koningin van het Oosten"
onder de Aziatische steden de stad van de
Pasar Gambir, de groote jaarmarkt, de stad
ook van de Medische Hoogeschool en van tal
van andere bekende onderwijsinrichtingen, de
stad, die bet beste ontving van wat Holland-
sctie ondernemingsgeest, vernuft en weten-
schap te geven hadden, had een intensief en
opgewekt Ehropeesch-maatschappelijk leven,
dat ook op kunstgebied een groote hoogte be-
reikte.
Batavia is thans bezet.
Een hoofdstuk werd afgesloten.
Met bevende hand slaan wij de bladzflde om.
We weten niet wat de toekomst brengen
zai.
Wij hopen slechts en vertrouwen
Door alle eeuwen been z(jn Nederlanders
ultgezworven over den geheelen aardbol. Zij
veroverden Indie en bouwden onze koloniale
mac'n op, zij vestigden zich in Noord- en
Zuid-Amerika. Hun afstammelingen stichtten
de Boerenrepublieken en ondanks de pogin-
gen, om hen te an-gliceeren, bleven zg trouw
aan de Nederlandsche taal en de Nederland
sche kultuur. Nederlanders streden onder de
gloeiende tropenzon, Nederlanders drongen
door tot in het hart der IJszee. En Neder
landers droegen tenslotte onze vlag uit tot in
de ver^te wereldzeeSn.
Het nageslacht lieeft hen niet vergeten.
Hun namen leven voort in eilanden, kapen en
zeeen. Hun daden zijn vereeuwigd, onze
grootste dichters en schrijvers bezongen hun
tocihten. Er zijn echter ook kolonisten ge-
weest, waarvan de namen niet werden opge-
teekend in het boek der geschiedenis en
waarvan het nageslacht de daden heeft ver
geten. En toch was de koloniale arbeid, die
zij verricht hebben,' niet minder jfrootsch dan
het werk, dat in de zestiende en zeventiende
eeuw werd gedaan.
Het zijn deze vergeten Nederlanders ge-
weest, die in het Oosten van Europa vanaf
de vroege Middeleeuwen uitgestrekte stuk-
ken land hebben ontgonnen en verbouwd en
deze gebieden in een werkzaamheid van
eeuwen en eeuwen weer voor de besctiaving
terug wisten te winnen.
De les voor de toekomst.
Aan deze kolonisatie-arbeid is tot heden
geen of vrijwel g-een aandacht geschonken.
En toch was hun arbeid van niet te onder-
schatten beteekenis en bet is aan deze onbe-
kende pioniers te danken, dat thans, nu na
bijna duizend jaren het Oostland opnieuw door
Germanen zal worden gekoloniseerd, weder-
om Nederlanders in de voorste rijen staan.
Dr. Joh. TUeunisz heelt in een geschrift,
getiteld „Naar Oostland" veel belangwek-
kend materiaal medegedeeld over deze kolo
nisatie-arbeid. De Nederlandsche kolonies
aan den benedenloop van de Wezer, in Hoi
st-em, langs de kusten der Oostzee, in Pom-
mecen en in Brandenburg worden beschreven,
de latere kolonies in het Weiehseldal, diep in
Pol-en en in Rusland behandeld. Uitvoerig
scthrijft Theunisz over deze kolonisaties, hij
beschrijft de oorzaak er van en tenslotte trekt
tiij er de conclusie voor de toekomst uit.
Deze Oostkolonisatie, aldus besluit Dr.
Theunisz zjjn boek, is een grootsch tafreel
van N-ederlandsch-en ondernemingsgeest, een
flonkering van de beste eigenschappen van
het Nederlandsche volk. Is dit alles voorbij?
Is dit alles Verleden?
Neen!
Wij hebben gedurende een reeks van eeuwen
meegewerkt aan de beschaving van Europa.
Wij hebben onze beste krachten en ons beste
bloed gegeven aan de herovering van de
groote laagvlakt-e, waarvan ons land het
wesbelijke deel vormt. Wij zullen, wij willen
wij mot-ien zulks ook in de toekomst doen!
Onze grootsche arbeid in het verleden ver-
vult ons met een gerechtvaardlgden trots.
Dit roemrijk verleden legt ons volk voor de
toekomct zijn varplichting-en op! Ons voor-
geslacht heeft ons den weg gewezen. Het
heeft dat niet vergeefs gedaan! Het kan van
ons, het Nederlandsche volk van heden,
eischen, dat wij vreugdevdl de taak op ons
nemen, die de toekomst ons zal bieden.
Bij den wederopbeuw van Europa eischen
wij de rol op, waarop wij op grond van ons
vrrMden recht hebben, waartoe datzelfde ver
leden ons onafwijsfcaar verplicht!
(V.PJB.) ,,De Vlaamsche tale is wonder-
zoet, voor wie haar geen geweld en doet", zoo
zong vele jaren geleden een groot dichter en
zijn woorden zijn ongetwijfeld al evenzeer van
toepassing op onze Nedeilandsche taal. Wie
zou willen ontkennen, dat onze taal mooi Is...
wie ook zou willen tegenspreken dat haar
vaak veel geweld aan wordt gedaan?
Het is vooral in dezen tijd een taak voor
den journalist zijn taal goed en zuiver te hou-
den. Wij weten het wel, dat het dikwijls
moeilijk is, dat vaak in haast geschreven
moet worden en dat het niet altijd te vermij-
den is, dat fouten sluipen in het te vlug afge-
raffelde bericht en wij willen 2jeker niet zoo
ver gaan als de grootmeester der taal-
zuaveraars, de onvolprezen Charivarius, die
iedere onzuiverheid als een onvergeeflijke
zonde beschcuwt. Maar wel staat vast, dat
velen het zich te gemakkelijk maken en juist
nu, in deze tjjden moet de krantenman, die
meer dan ooit te voren opvoeder en voorlich-
ter is zich wapenen tegen deze gemakzucht,
die niet noodig is. Het is voor de taal b.v.
een bedenkelijk verschijnsel, dat sinds de laat
ste jaren het germanisme -meer dan vroeger
nog hoogtij is gaan vieren. Dat dat zoo is,
is begrgpelijk, want wij hebben dagelijks te
maken met de mooie Duitsche taal, die ver
schillende dingen zoo gemakkelijk uitdrukt,
waar wg moeizaant naar een omschrijving
zoeken moeten en het is dan wel heel verlei-
delrjk van dat goede Duitsche woord een
woord van Hollandschen klank te formeeren,
dat dan echter niet mooi is, maar zeer zeker
heel leelijk. Wij zgn niet z6o purist als de
groote Charivarius, wij weten, dat de groot
ste schrijvers zich aan monsterlgkheden schul-
dtg gemaakt hebben. Schreef de brilliante
Couperus niet heel rustig van .„zijn eigen
scheeren" en wemelden zijn boeken niet van
de grofste germanismen? Zgn werk was er
niet minder mooi om en nu zal men misscMen
zeggen „Quod licet Jovi, non licet bovi", maar
was Couperus al een Jupiter, ten slotte is de
journalist geen rund, en wat we Couperus
niet verwijten, mogen we eigenltjk den jour
nalist niet kwalgk nemen. Maar dat neemt
niet weg, dat bet heel wel mogelijk is, te
schrijven zonder deze fcuten te maken en dat
we dit ook verplicht zijn tegenover onze taal.
Wie eenmaal het verscMl weet tusschen als
en dan, tusschen liggen en leggen zal de fout
niet meer maken, ook niet als hg snel en ge-
haast iets moet neerpennen. En waar dit zoo
is, is het ook mogelijk de fgnere kneepen van
de taal te gaan beheerscben, zoo danig, dat
fouten maken eenvoudig niet meer mogelijk is.
Verarming der taal.
Wie b.v. weet wat een stoplap is en wie in-
ziet, dat die stoplap geen verrijking, maar in-
tegendeel een verarming van de (aal v>-mt,
zal er zich niet meer van bedienen, ook a]
kost het misscMen even moeite en nadenken
om een beter equivalent te vinden. Een vocr-
beeld Het woord „meemaken". Afgezienvan
het feit, dat het M wezen een germanisme
is, is deze uitdrukking, die een dusdanig bur-
gerrech-t verkregen heeft, dat we het die
Duitsche afkomst al lang niet meer aanreke-
nen, een ideale stoplap voor -den gemakzuch-
tige. Wie geregeld kralitenlezer is, weet, dat
we vergaderingen en feesten, rechtzittingen
en doodelijke ongevallen meemaken. Nu is een
vecgadermg bijwonen en een verjaardag vie
ren, getuige zijn van een ongeval of deel-
nemen aan een feest allemaal \jeel zuiverder
Nederlandsch en het is toch wel duidelijk, dat
het gebruik van een en het zelfde woord voor
al deae verscMllende begrippen, verarming
van de taal beteekent'. Verarming, waartegen
gestreden moet worden en waartegen wij dan
ook willen strijden.
Het pad des schrijvers van de Nederland
sche taal ligt vol voetangels en klemmen.
Overal loeren de germanismen, de anglicis-
men, de gemeenplaatsen en de stoplappen, om
alleen maar de ergste te noemen, op hem om
zijn pennevrueht een doelwit voor de spot-
lust van den meergenoemden Charivarius te
maken
Het is nu onze bedoelMg om in een aan-
tal korte artikeltjes geregeld een dezer vele
vdSl voorkomende fouten te behandelen, uit-
een te zetten, waarom ze fout zijn en te ver-
tellen, hoe men de fout kan vermrjden - of om-
zeilen. Laten wg hopen, dat het zal helpen!
Kuimte ve»r ons Volk!
Het klinkt als de schaterlach van een
dwaas: macht, arbeid, veiligheid!
20 October 1941: Curagao door Amerikaan-
sche troepen bezet.
24 November 1941: Suriname door Ameri-
kaansche troepen bezet.
12 Februari 1942: Aruba door Amerikaan-
sche troepen bezet.
Nederlandsch West-Indie doer een emigran-
ten-comite in Londen verkwanseld. Het rijke
Oost-Indie verraderlijk aan zgn lot overge-
laten en daarmede doijr ei-gen schuld mis
scMen voorgofed voor ons verloren.
Het is gedaan met ons koloniale Rgk, met
one imperium, dat na den ondergang van het
eens zoo machtige Engelscke wereldrijk het
esrste iinperium ter wereld had kunnen zgn.
Jaren lang hebben wg zonder ophouden ge-
waarschuwd: ons imperium is in gevaar. Het
heeft Met mogen baten. Wij staan thans voor
de haide werkelijkheid: Nederlands kolomen
dodr vreemde mogendheden onder den voet
geloop>en; de Nederlanden bezet gebied
Macht, veiligheid?
Machteloos zijn wij getuigen van het uit-
eenval-len van ons Rijk. Onbeschermd en on-
veilig waren wij in het uur van den grootsten
ncod; onbeschermd en onveilig gevoelen zich
op dit oogenblik ook onze landgenooten in de
1 Indien.
Er is geen weg terug. Wat gebeurd is kan
niet ongedaan worden gemaakt. Wel moe
ten de geheurtenissen van de laatste maan
den ons tot leering strekken.
Het is alles onze eigen schuld. Waarom
lieten wij hier een olie- (dus een duiten-)
konmg heerschen? Waarom gaven wg tel-
kens opmeuw grenzenloos naief onze
stem aan die sluwe en domme genummerden
(Iciest nummer 1 van lijst nummer 1), die zoo
gaarne de in hokjes opgesloten en in hokjes
denkende massa des volks als vee „regeer-
den" Waarom schonken wij ons vertrou
wen aan hen, die het Gezag neerhaalden, onze
Weermacht afbraken, onze cultuur verbolsje-
wiseerden? Waarom geloofden wij hen, die
ons bezwoeren dat wij ons hier en in de kolo-
nien> zouden verlaten op den ,,bondgenoot"
Engeland: hetzelfde Engeland, dat altijd er op
uit was onze macht te breidelen en ons aan-
zien te verminderen, dat reeds vroeger
Nederlandsche kolomen kaapte, dat ons in
bloedigen, gemeenen strijd tegen weerlooze
vrouwen en kMderen Zuid-Afrika afhandig
maakte!
Waarom kwamen wij tegen deze lieden,
tegen deze verraders, niet in opstand?
Omdat wij terugschrokken voor dat woord:
revolutie!
Omdat wg slechts 6&n zaligheid kenden en
slechts 6dn zekerheid wilden: rust.
Omdat wij brave, nette burgermannekes
waren.
Rust! Ik veracht de rust. Zij behoort
den dooden. Rust roest.
Leven is strgd, rustelooze strijd.
Geen leven zonder strijd. Zonder strijd
geen leven.
Mocht dit besef doordrmgen tot de besten
uit de massa: dat wij strydbare menschen
moeten zijn, nu en m de toekomst meer dan
ooit tevoren. Wenden wij ons vol afschuw
af van de volksmisleiders, die den ondergang
van ons imperium bebben bewerkt. Maar
daarbij blrjve het niet.
De zeer, over-zee, heeft ons voorloopig Mets
meer te bieden. Het baat ons Met als wij met
het gelaat naar de zee gewend blijven staan.
Het imperium 1s verbrijzeld. Wij wenden ons
om, naar de nieuwe toekomst voor ons Volk,
naar het nieuwe Land, naar Europa, Nieuw
Europa. Ons lot is thans nauw verbonden
met het lot van Europa.
Dit is het uur van den grooten nood, welice^
ons tot den strijd dwingt. Wij hebben een
gevecht te leveren, een strgd om levensruimte
voor ons Volk. Het is een kwestie van leven
of dood.
Indien wij willen leven en ons Volk heeft
geen andere wil dan te leven, mensebwaardig,
welvarend te leven dan is het ons a.ler
plicht alles daarvoor in te zetten. Geen offer
mag, geen offer kan te groot zijn. Wij alien
moeten bereid zijn onze arbeidskracht, ons
zweet en ons bloed te geven voor de toekomst
van ons Volk.
Dat zijn wg verplicht aan onze vaderen,
wier erfenis wg hebben verspeeld; dat zijn
wij verplicht aan onze kinderen, voor wier
levensmogelijkheid wij hebben te zorgen. Of
moeten wij strak^ met leege handen staan
als zij ons vragen: waar moeten wij leven,
waar is ons Volk, waar is ons Vaderland?
Volk ohne Raum: volk zonder levensruimte.
Maar niet:
Volk ohne Traum: Volk zonder levens-
droom. Neen, dat zijn wij niet!
Wij hebben een droom.
De droom van de nieuwe grootheid van ons*
Volk.
Eerst moesten wij klein worden, eerst moes-
ten wij nidts zgn om tot het besef van de
noodzakelijkheid van nieuwe grootheid te
komen.
Eerst moesten wij vallen, diep vallen, alvo-
rens glorieus op te staan.
Verwerkelijken wg nu onzen droom!
Het ligt in ons bereik opnieuw macht.,
arbeid en veiligheid vpor on-s trotsche Volk te
verwerven. Het Nieuwe Europa biedt ons,
zooals Mussert op 14 December 1941 duidelijk
heeft verklaard, alle mogelijkheden daartoe.
Grrjpen wg deze eenige levenskans met grage
handen.
Wat Nederland voor Europa kan beteeke-
nen en wat het Nieuwe Europa Nederland
kan bieden, daarover in volgende artikelen
meer.
Reeds nu staat ons echter helder voor den
geest dat de levenskans voor ons Volk, al om
het bloote feit dat het de dSnige ka-ns is, ons
alien verplicht te strijden: mdt Mussert voor
Nieuw Nederland M Nieuw Europa!
ANTON BOIN.
ii.
(V.PJB.) Drie vlaggen hingen in de gym-
nastiekzaal van de Jeugdgevangenis. Een
greene vlag, de gestichtsvlag, symbool van
de hoop en twee klassevlaggen. De vlag van
de tweede klasse is groen met een ster en
een wassende maan, de vlag van de derde
klasse vertcont een ster op een groen veld.
Ook deze vlaggen zijn symbolen. De wassen
de maan symbolise-ert het Meuwe, dat in den
jeugdigen gevangene groeit, de gemeenschaps-
gedachte, het nieuwe zedeliike fundament,
waarvoor hier de eerste grondslagen worden
gelegd. De vlag met de ster is het symbool
van d-e maaitscbappij, die weldra haar poorten
zal openen voor den gestruikelden jongeman,
die zich weer heeft weten op te richten en
dfe, bez'eld met nieuwen moed, het leven
tegemoet durft treden.
D-s Bijzondere Strafgevangenis voor jonge
mannen gaat thans het vijfde jaar in. In 1929
werd tot oprichting beslo en, eerst op 1 Oct.
1937 wevd de gevangenis geopend. Het ge-
sticht is bestemd voce de opname van jonge
mannen, die veroordeeld tot een gevange-
nisstraf van een tot dr'e iaren oo bevel
van den rechter deze straf in een jeugdgevan-
genis zullen hebben te ondergaan. De leeftxjd
van de veroordeelden kan tusschen 16 en 24
jaar varieeren.
In deze jaren van bestaan zag de gevange
nis honderden jonge mannen binnen haar
muren. Honderden die gestruikeld waren,
a
De ,,cel" van een derde klasser.
De platen aan den wand, de bloemen op
tafel, het tafelkleed, kortom al die kl-ei-
nigbeden die het verblijf veraangenamen,
heeft de veroordeelde zich door voorbeel-
dlg gedrag, vlijt en rjver verwerven. Nog
slechts korten tijd en hij zal als een flinke
kerel, met gerijpte levenservaring en her-
wonnen zedelijk inzicht in de maatscbap-
pij kunnen terugkeeren.
(Foto V.P.B.-I.P.R-S.-v. Suchtelen.)
maar voor wie struikelen nog niet altijd val
len beteekende. Talloozen immers zgn, moreel
en lichamelrjk gesterkt, aan de maatschappjj
teruggegoven en de harde levensschool, die zij
in de jeugdgevangenis hebben doorloopen.
bleek uiteftst heilzaam. Helaas waren er ook,
die uit de Mrichling vervvrjderd moesten wori-
den en hun aantal is de laatste jaren steeds
grooter geworden. Hier wreekt zich het ver
leden; velen dezer jonge mannen immers
moeten begchouwd worden als de slechte
vrucht-en van een lauwen, decadenten ttjd-
geest en de harde leerschool van de Jeugd
gevangenis kwam voor hen te laat.
Een voormalige gevangene schryft.
Doch daamaast heeft de directiestaf van
de Jeugdgevangenis onder leiding van den
heer Schotsman ook talriike resultaten kun
nen boeken die hoopval zgn en nog eens dui
delijk het nut van een harde leerschool, geba-
se-erd op lcaraktervorming, tucht, arbeid en
discipline onderschrrjven.
-De heer Schotsman toont ons brieven van
ontslagen gevangenen. Een jongeman schrijft
„Ik geloof niet, directcur, wanneer ik dien
tijd in een andere plaats had moeten door-
brengen, dat ik bet dan nog gered zou hebben,
maar nu kom ik er, daar ben ik vast van
overtuigd, dank zij de harde traimng, die ik
bij U gehad heb, al gmg het dan ook Met
altijd, zooals het moest en al wilde ik dit in
Zutfen ook niet altijd inzien." Maar nu zal
ik toch mijn geheele leven dankbaar blgven,
dat ik bij U in de inrichtmg terecht ben ge-
komen".
Er zijn er ook, zoo vertelt de directeur, die
getrouw-d zijn en vader en die Met ge-
schroomd hebben om hun vrouw aan ons te
komen voorstellen. Dergelijke gevallen
spreken voor zich-zelf. Een ander voorval
typeert eveneens den geest, welke onder de
jeugdgevan<renen heerseht en die hoopvol is
voor de toekomst.
De gevangenen krijgen zakgeld. Geen groot
bedrag, integendeel. Zij kunnen een ge-
deelte hiervan in de cantine besteden, het
grootste gedeelte wordt voor hen opgespaard
en bij ontsla»g overhandigd.
Welnu. spontaan offerden de jongens, na
een toespraak van den directeur over het
zegenrijke werk van Winterhulp Nedei'land
op 21 October j.l. een bedrag Van 12,80.
Jeugdopvoeding in de toekomst.
In de werkkamer van den directeur komt
het gesprek opnieuw op de criminaliteit van
de jeugd en over de mo-gslijkheden om derge-.
lijke ontsporingen in de toekomst te voor-
komen. Bij vele jonge menschen ontbreekt
oo het oogenblik elk fundament en het ge-
volg hiervan is, dat zij alleen en ongewapend
staan in een tijd, vvaarin het egoisme van in-
div-idu en groep sterker dan ooit naar voren
komt.
,.De jengd heeft thans meer dan ooit be-
hoefte aan leiding", zoo luidt in het kort de
conclusie van dsn heer Schotsman, aan de
hulp en den steun van een opvoeder, vooral
daar, waar de opvoed'ng in het huisgezin
heeft gefaald, of de huis-elf'ke sfeer ont
breekt. In de Jeugdgevangen-is is daarom
het voogdenstelsel ingevoerd. Een kleine
greet) van gevangenen is toegewezen aan be-
paalde ambteraren, die als sneciaM raadgevera
en opveeders fungeeren. lets dergeltjks zal
in het groot voor de geiheele jeugd noodig
zijn. Een nationale jei'.gdorga-nisatie, waarin
de grondslag gelegd wordt voor de zoo nood-
zakelijke zedeliike fundamenten, waarin de
jeugd opn'euw idealen yindt en de richtlijnen
voor de toekomst, is misscMen wel de beste
oplossing. Siuit dan hierop de Arbeidsdienst
aan, waarin de ieugd arbeidsvreugde en dls-
cipl'ne lemt en de icngelui gevormd worden
tot karaki-ervas-te ionge mannen en vrouwen,
dan zal cna-etwffeld ook hert brandende pro-
Meem van de ieugdcriminalit-eit in de naaste
toekomst opgelost kunnen worden".
t