ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN No. 10.341 MAANDAG 9 MAART 1942 82s Jaargang duitschlano strijdt VOOR EUROPA. BATAVIA. Naar Oostland OVER TAALZUIVERING. Macht, arbeid en veiligheid voor elken Nederlander. Jeugd achter tralies. COURANT A p.oAnsrBT&,iE^rraPRIJaBinnen Temeuzen 1,42 per 3 maanden Buiten Temeuzen fr. per post i 1,73 per 3 maanden Bj) vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor BelgiS en America f 2M, overige landen /2,65 per 3 maanden fr. per post -f Abonaenienten voor bet buitenland alleen by vooruitbetaling. Ultgeefatrar: N.V. Virata P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TEJLEFOON No. 2073 Directeur: I. van de Sande. ADVERXENXliSN: Van 1 tot 4 regels /0,88 Voor elken regel meer 0,22. KLEINE ADVERXENTIENper 5 regels 52 cent btj vooruitbetaling Grootere letters en clichd's worden naar piaatsrulmte berekend. Handelsadvertentien bij regelaDonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvhaag verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien li6fst 6ea dag voor de uitgave. DIX BLAD VERSOHIJNX IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRUDAOAVONB. Hoofdredacteur: N. J. Harte, Temeuzen. DUITSOH WEERMAGHTBEKICHX. Het opperbevel der weermacht deelde Zrandag mede: In bet Donetzgebied en aan bet front ten Oosten van Charkof zgn talrjjke door eterke vgandelijke afdeelingen onder- nomen aanvallen mislukt. Op andere plaatsen wordt nog gevoch en. In de centrale en de Noordeltjke zone van het Oostelrjke front duren de afweergevech- ten voort. Bij eigen aan valsopera ties hebben afdeelingen van het leger en de Wa±fen-S.S. den vijand uit verscheidene Bteunpur.ten verdreven en, in weerwil van den hardnekkigen tegenstand, errein ge- wonnen. De vijand verloor daarbij tal- rijke gevangenen, onder wie een divisie- oommandant, en meer dan 3000 man aan dooden. In luchtgevechten hebben Duit sche jagers 22 Sowjetvliegtuigen neer- geschoten. Bij aanvallen op vliegvelden werden 9 vliegtuigen op den grond ver- nield. In Noord-Afrika levendige verken- Mngsbedrgvigheid aan weerskanten. Duitscbe stuka's hebben in de haven van Tobroek een vrachtschip van 3000 'on en drie licbters door treffers tot zinken gebracht. Door aanvallen in scheer- vlucht door Duitscbe gevechtsvliegtuigen werd de West-Egyptische spoorweg op verschillende plaatsen vemield. QVerdag en des nachts zgn geslaagde bomaan vallen gedaan op de militaire in- stallaties van Malta. In Batavia wappert, schryft de Haagsche Ort., niet langer de Nederlandsche driekleur. Het was Vrtjdag een zwarte dag voor bet sNederlandsche volk in de rjj der donkere dagen van dezen vreeseltjken oorlogstijd. Batavia bezet Men verwachtte het, men vreesde het, maar hu de slag gevallen is, nu krimpt het Neder landsche (hart toch wel even ineen btj deze fcarte, ontzettende ttjdingJapansche troepen rukken Batavia binnen. in een klein hoekje van dit gepijnigde hart blijft de hoop levendig, hoop, die nog niet onder woorden is te brengen, hoop, doortrok- ken van vertrouwen in" den wil der Voorzie- nigheid. Batavia, rijk aan hisforie, is het m-iddelpur.t van waaruit alle m-ogelijke onderwerpen van Landszorg hun centrale behartiging vinden. Ala zetel der rageering van Nederlandscti- Indle worden vrijwel alle onderdeelen van de Landstaak, als bestuur en politie het rechts- wezen, de welvaartszorg, de zorg voor de gezondheid van de millioenenbevolking van het eilandenrijk, door de voor elk onderdeel gesclhapen departementale besturen, van Mer uit bestuurd en geregeld. Het is de zetel van den Raad van Nederlandsch-Indie, de bevol- king maakte in Batavia baar wenschen en verlangens kenbaar bij monde van haar ver- tegenwoordigers in 's Lands vergaderzaal, den Volksraad. De stadsgemeenste Batavia omvat drie dis- tricten, Batavia, Weltevreden en Meester- Cornelis. Op 1 Januari 1935 had Batavia reeds een inwonertal van boven het tjalf millioen, waarvan in 1937 ruim 43.000 Europeanen. De tnbeemsche bevolking hestaat voor een groot deel uit zgn. „Batavianen", een waar mengel- moes van rassen, een bonte nraatschappij, die •Maleisch als voertaal gebruikt. De 530.000 Bataviasche burgers werden besrihermd door een politiecorps van 960 inlandsche politie- ageuten, 63 Europeesche hoofd^genten, 56 in- specteurs en 10 commissaris-sen van politie. De haven van Batavia, Tandjong-Priok, is de grootste van Ned.-Indie, gerekend naar de tonnenmaat der aangekom-en en vertrokken schepen. In den loop der jaren zijn de haven- w-erken belangrtjk uitgebreid, zoodat Priok thans ddn buiten- en drie binnenhavens heeft. De groote havenemplacementen zijn volkomen modern geoutilleerd. Er zijn twee droogdok'i ken van 8000 en 4000 ton. Uit de berichten Mtjkt echter nie of ook Priok reeds door de Japansche troepen is bezet. De geschiedenis van Batavia is rijk en be- wogen. Op de schoolbanken leerden wij, dat Coen in 1619 op de puinhoopen van het oude. Jaca- tra, waar de, Nederlanders eerst in 1610 vas- ten voet gek'regen hadden, Batavia stichtte. De oude stad was aangelegd aan de Zuidzijde van het fort ,/Kasteel" genoemd; met den bouw waarvan Coen, in den aanvang van 1620 ter vervanging van het in 16181619 belegerde oude fort, begonnen -was: die oude stad ontwikkelde zich gaandeweg tot een uit- gebrelde plaats, eerst aan den rechteroever der Tji-Liwoeng, later ook aan den linker- oever. In de bijkans 25 jaren van het bestuur van Maetsuycker (18 Mei 1653—4 Jan. 1678) schrjnt de stad en de Zuider" voorstad, gaan deweg gebeel volgebouwd te zijn geworden. In bet eind der 17de eeuw- had zij de uit- gebreidheid en het karakter verkregen, welke Kij tot aan het etude der 18de eeuw heeft be- houden. Tegen het ecnde der 18de oeirw ontvloden de inwonenden steeds meer de oude stad ora zich te vestigen in de buitenwijken, Noord- wijk, Rijswijk en Weltevreden, de toenemen- de ongezondheid dreef hen, die het doen kon- den, naar buiten. Langa Molenvliet weed het veideron naar b'nnen gezochtr Noordwijk en RfjEwijk werden de dmkke winkelcentra: om het groote Koningsplein verrezen indrukwek- kende huizen, in later jaren breiddsn de mo dern aangelegde Europeesche woonwijken zich snel Zuideljjker uit. Batavia werd een knoop- punt van spoorwegen, van autowegen en van luchtverhindingen. De ontwikkeling van Ba tavia als belangrijlte handelsstad dagteekent van de tweede helft der 19de eeuw, terwijl het industrieele element zich in de 20ste eeuw hegon haan te breken. Het rjjke achterland van Batavia had uiteraard op de ontwikke ling van zijn handelsbeweging een gunstigen invloed. Als centrum van intemationaal en inter- locaal verkeer nam Batavia een allereerste plaats in. De stad is te beschOuwen als het beginpunt van vier spoorlijnen, die het acb- terland bedienen: naar het Westen via Se- rang, naar het Zuiden via Buitenzorg en Soe- kaboemi, naar jiet Zuidoosten via Poerwa- karta ook reeds in Japansche handen en Bandoeng, en naar het Oosten via Cheil- bon, over welke laatste route ook de zeer vlugge eendaagsche spoorverbinding en de nachtexpresse met Soerabaja liepen. In deze vier richtingen loopen ook goede auto-wegen, waarop vervoer per vracbtauto tot bijna ieder gewicht mogelijk is, zonder dat daarbij al te sterke hellingen overwonnen be- hoeven te worden. Daarnaast hestaat een uit- 'gebreid secundair wegennet, zoodat met tien- tallen kleine plaatsen in den omtrek geregel- de busverbindingen bestaan. Daar Batavia voorts het voornaamste uit- wisselingskantobr voor de telegraaf- en radio- telefoondiensten met het buitenland bezat, was een zeer vlug telegrafisch en telefonisch verkeer met alle deelen der wereld verzekerd. Batavia de ,,Koningin van het Oosten" onder de Aziatische steden de stad van de Pasar Gambir, de groote jaarmarkt, de stad ook van de Medische Hoogeschool en van tal van andere bekende onderwijsinrichtingen, de stad, die bet beste ontving van wat Holland- sctie ondernemingsgeest, vernuft en weten- schap te geven hadden, had een intensief en opgewekt Ehropeesch-maatschappelijk leven, dat ook op kunstgebied een groote hoogte be- reikte. Batavia is thans bezet. Een hoofdstuk werd afgesloten. Met bevende hand slaan wij de bladzflde om. We weten niet wat de toekomst brengen zai. Wij hopen slechts en vertrouwen Door alle eeuwen been z(jn Nederlanders ultgezworven over den geheelen aardbol. Zij veroverden Indie en bouwden onze koloniale mac'n op, zij vestigden zich in Noord- en Zuid-Amerika. Hun afstammelingen stichtten de Boerenrepublieken en ondanks de pogin- gen, om hen te an-gliceeren, bleven zg trouw aan de Nederlandsche taal en de Nederland sche kultuur. Nederlanders streden onder de gloeiende tropenzon, Nederlanders drongen door tot in het hart der IJszee. En Neder landers droegen tenslotte onze vlag uit tot in de ver^te wereldzeeSn. Het nageslacht lieeft hen niet vergeten. Hun namen leven voort in eilanden, kapen en zeeen. Hun daden zijn vereeuwigd, onze grootste dichters en schrijvers bezongen hun tocihten. Er zijn echter ook kolonisten ge- weest, waarvan de namen niet werden opge- teekend in het boek der geschiedenis en waarvan het nageslacht de daden heeft ver geten. En toch was de koloniale arbeid, die zij verricht hebben,' niet minder jfrootsch dan het werk, dat in de zestiende en zeventiende eeuw werd gedaan. Het zijn deze vergeten Nederlanders ge- weest, die in het Oosten van Europa vanaf de vroege Middeleeuwen uitgestrekte stuk- ken land hebben ontgonnen en verbouwd en deze gebieden in een werkzaamheid van eeuwen en eeuwen weer voor de besctiaving terug wisten te winnen. De les voor de toekomst. Aan deze kolonisatie-arbeid is tot heden geen of vrijwel g-een aandacht geschonken. En toch was hun arbeid van niet te onder- schatten beteekenis en bet is aan deze onbe- kende pioniers te danken, dat thans, nu na bijna duizend jaren het Oostland opnieuw door Germanen zal worden gekoloniseerd, weder- om Nederlanders in de voorste rijen staan. Dr. Joh. TUeunisz heelt in een geschrift, getiteld „Naar Oostland" veel belangwek- kend materiaal medegedeeld over deze kolo nisatie-arbeid. De Nederlandsche kolonies aan den benedenloop van de Wezer, in Hoi st-em, langs de kusten der Oostzee, in Pom- mecen en in Brandenburg worden beschreven, de latere kolonies in het Weiehseldal, diep in Pol-en en in Rusland behandeld. Uitvoerig scthrijft Theunisz over deze kolonisaties, hij beschrijft de oorzaak er van en tenslotte trekt tiij er de conclusie voor de toekomst uit. Deze Oostkolonisatie, aldus besluit Dr. Theunisz zjjn boek, is een grootsch tafreel van N-ederlandsch-en ondernemingsgeest, een flonkering van de beste eigenschappen van het Nederlandsche volk. Is dit alles voorbij? Is dit alles Verleden? Neen! Wij hebben gedurende een reeks van eeuwen meegewerkt aan de beschaving van Europa. Wij hebben onze beste krachten en ons beste bloed gegeven aan de herovering van de groote laagvlakt-e, waarvan ons land het wesbelijke deel vormt. Wij zullen, wij willen wij mot-ien zulks ook in de toekomst doen! Onze grootsche arbeid in het verleden ver- vult ons met een gerechtvaardlgden trots. Dit roemrijk verleden legt ons volk voor de toekomct zijn varplichting-en op! Ons voor- geslacht heeft ons den weg gewezen. Het heeft dat niet vergeefs gedaan! Het kan van ons, het Nederlandsche volk van heden, eischen, dat wij vreugdevdl de taak op ons nemen, die de toekomst ons zal bieden. Bij den wederopbeuw van Europa eischen wij de rol op, waarop wij op grond van ons vrrMden recht hebben, waartoe datzelfde ver leden ons onafwijsfcaar verplicht! (V.PJB.) ,,De Vlaamsche tale is wonder- zoet, voor wie haar geen geweld en doet", zoo zong vele jaren geleden een groot dichter en zijn woorden zijn ongetwijfeld al evenzeer van toepassing op onze Nedeilandsche taal. Wie zou willen ontkennen, dat onze taal mooi Is... wie ook zou willen tegenspreken dat haar vaak veel geweld aan wordt gedaan? Het is vooral in dezen tijd een taak voor den journalist zijn taal goed en zuiver te hou- den. Wij weten het wel, dat het dikwijls moeilijk is, dat vaak in haast geschreven moet worden en dat het niet altijd te vermij- den is, dat fouten sluipen in het te vlug afge- raffelde bericht en wij willen 2jeker niet zoo ver gaan als de grootmeester der taal- zuaveraars, de onvolprezen Charivarius, die iedere onzuiverheid als een onvergeeflijke zonde beschcuwt. Maar wel staat vast, dat velen het zich te gemakkelijk maken en juist nu, in deze tjjden moet de krantenman, die meer dan ooit te voren opvoeder en voorlich- ter is zich wapenen tegen deze gemakzucht, die niet noodig is. Het is voor de taal b.v. een bedenkelijk verschijnsel, dat sinds de laat ste jaren het germanisme -meer dan vroeger nog hoogtij is gaan vieren. Dat dat zoo is, is begrgpelijk, want wij hebben dagelijks te maken met de mooie Duitsche taal, die ver schillende dingen zoo gemakkelijk uitdrukt, waar wg moeizaant naar een omschrijving zoeken moeten en het is dan wel heel verlei- delrjk van dat goede Duitsche woord een woord van Hollandschen klank te formeeren, dat dan echter niet mooi is, maar zeer zeker heel leelijk. Wij zgn niet z6o purist als de groote Charivarius, wij weten, dat de groot ste schrijvers zich aan monsterlgkheden schul- dtg gemaakt hebben. Schreef de brilliante Couperus niet heel rustig van .„zijn eigen scheeren" en wemelden zijn boeken niet van de grofste germanismen? Zgn werk was er niet minder mooi om en nu zal men misscMen zeggen „Quod licet Jovi, non licet bovi", maar was Couperus al een Jupiter, ten slotte is de journalist geen rund, en wat we Couperus niet verwijten, mogen we eigenltjk den jour nalist niet kwalgk nemen. Maar dat neemt niet weg, dat bet heel wel mogelijk is, te schrijven zonder deze fcuten te maken en dat we dit ook verplicht zijn tegenover onze taal. Wie eenmaal het verscMl weet tusschen als en dan, tusschen liggen en leggen zal de fout niet meer maken, ook niet als hg snel en ge- haast iets moet neerpennen. En waar dit zoo is, is het ook mogelijk de fgnere kneepen van de taal te gaan beheerscben, zoo danig, dat fouten maken eenvoudig niet meer mogelijk is. Verarming der taal. Wie b.v. weet wat een stoplap is en wie in- ziet, dat die stoplap geen verrijking, maar in- tegendeel een verarming van de (aal v>-mt, zal er zich niet meer van bedienen, ook a] kost het misscMen even moeite en nadenken om een beter equivalent te vinden. Een vocr- beeld Het woord „meemaken". Afgezienvan het feit, dat het M wezen een germanisme is, is deze uitdrukking, die een dusdanig bur- gerrech-t verkregen heeft, dat we het die Duitsche afkomst al lang niet meer aanreke- nen, een ideale stoplap voor -den gemakzuch- tige. Wie geregeld kralitenlezer is, weet, dat we vergaderingen en feesten, rechtzittingen en doodelijke ongevallen meemaken. Nu is een vecgadermg bijwonen en een verjaardag vie ren, getuige zijn van een ongeval of deel- nemen aan een feest allemaal \jeel zuiverder Nederlandsch en het is toch wel duidelijk, dat het gebruik van een en het zelfde woord voor al deae verscMllende begrippen, verarming van de taal beteekent'. Verarming, waartegen gestreden moet worden en waartegen wij dan ook willen strijden. Het pad des schrijvers van de Nederland sche taal ligt vol voetangels en klemmen. Overal loeren de germanismen, de anglicis- men, de gemeenplaatsen en de stoplappen, om alleen maar de ergste te noemen, op hem om zijn pennevrueht een doelwit voor de spot- lust van den meergenoemden Charivarius te maken Het is nu onze bedoelMg om in een aan- tal korte artikeltjes geregeld een dezer vele vdSl voorkomende fouten te behandelen, uit- een te zetten, waarom ze fout zijn en te ver- tellen, hoe men de fout kan vermrjden - of om- zeilen. Laten wg hopen, dat het zal helpen! Kuimte ve»r ons Volk! Het klinkt als de schaterlach van een dwaas: macht, arbeid, veiligheid! 20 October 1941: Curagao door Amerikaan- sche troepen bezet. 24 November 1941: Suriname door Ameri- kaansche troepen bezet. 12 Februari 1942: Aruba door Amerikaan- sche troepen bezet. Nederlandsch West-Indie doer een emigran- ten-comite in Londen verkwanseld. Het rijke Oost-Indie verraderlijk aan zgn lot overge- laten en daarmede doijr ei-gen schuld mis scMen voorgofed voor ons verloren. Het is gedaan met ons koloniale Rgk, met one imperium, dat na den ondergang van het eens zoo machtige Engelscke wereldrijk het esrste iinperium ter wereld had kunnen zgn. Jaren lang hebben wg zonder ophouden ge- waarschuwd: ons imperium is in gevaar. Het heeft Met mogen baten. Wij staan thans voor de haide werkelijkheid: Nederlands kolomen dodr vreemde mogendheden onder den voet geloop>en; de Nederlanden bezet gebied Macht, veiligheid? Machteloos zijn wij getuigen van het uit- eenval-len van ons Rijk. Onbeschermd en on- veilig waren wij in het uur van den grootsten ncod; onbeschermd en onveilig gevoelen zich op dit oogenblik ook onze landgenooten in de 1 Indien. Er is geen weg terug. Wat gebeurd is kan niet ongedaan worden gemaakt. Wel moe ten de geheurtenissen van de laatste maan den ons tot leering strekken. Het is alles onze eigen schuld. Waarom lieten wij hier een olie- (dus een duiten-) konmg heerschen? Waarom gaven wg tel- kens opmeuw grenzenloos naief onze stem aan die sluwe en domme genummerden (Iciest nummer 1 van lijst nummer 1), die zoo gaarne de in hokjes opgesloten en in hokjes denkende massa des volks als vee „regeer- den" Waarom schonken wij ons vertrou wen aan hen, die het Gezag neerhaalden, onze Weermacht afbraken, onze cultuur verbolsje- wiseerden? Waarom geloofden wij hen, die ons bezwoeren dat wij ons hier en in de kolo- nien> zouden verlaten op den ,,bondgenoot" Engeland: hetzelfde Engeland, dat altijd er op uit was onze macht te breidelen en ons aan- zien te verminderen, dat reeds vroeger Nederlandsche kolomen kaapte, dat ons in bloedigen, gemeenen strijd tegen weerlooze vrouwen en kMderen Zuid-Afrika afhandig maakte! Waarom kwamen wij tegen deze lieden, tegen deze verraders, niet in opstand? Omdat wij terugschrokken voor dat woord: revolutie! Omdat wg slechts 6&n zaligheid kenden en slechts 6dn zekerheid wilden: rust. Omdat wij brave, nette burgermannekes waren. Rust! Ik veracht de rust. Zij behoort den dooden. Rust roest. Leven is strgd, rustelooze strijd. Geen leven zonder strijd. Zonder strijd geen leven. Mocht dit besef doordrmgen tot de besten uit de massa: dat wij strydbare menschen moeten zijn, nu en m de toekomst meer dan ooit tevoren. Wenden wij ons vol afschuw af van de volksmisleiders, die den ondergang van ons imperium bebben bewerkt. Maar daarbij blrjve het niet. De zeer, over-zee, heeft ons voorloopig Mets meer te bieden. Het baat ons Met als wij met het gelaat naar de zee gewend blijven staan. Het imperium 1s verbrijzeld. Wij wenden ons om, naar de nieuwe toekomst voor ons Volk, naar het nieuwe Land, naar Europa, Nieuw Europa. Ons lot is thans nauw verbonden met het lot van Europa. Dit is het uur van den grooten nood, welice^ ons tot den strijd dwingt. Wij hebben een gevecht te leveren, een strgd om levensruimte voor ons Volk. Het is een kwestie van leven of dood. Indien wij willen leven en ons Volk heeft geen andere wil dan te leven, mensebwaardig, welvarend te leven dan is het ons a.ler plicht alles daarvoor in te zetten. Geen offer mag, geen offer kan te groot zijn. Wij alien moeten bereid zijn onze arbeidskracht, ons zweet en ons bloed te geven voor de toekomst van ons Volk. Dat zijn wg verplicht aan onze vaderen, wier erfenis wg hebben verspeeld; dat zijn wij verplicht aan onze kinderen, voor wier levensmogelijkheid wij hebben te zorgen. Of moeten wij strak^ met leege handen staan als zij ons vragen: waar moeten wij leven, waar is ons Volk, waar is ons Vaderland? Volk ohne Raum: volk zonder levensruimte. Maar niet: Volk ohne Traum: Volk zonder levens- droom. Neen, dat zijn wij niet! Wij hebben een droom. De droom van de nieuwe grootheid van ons* Volk. Eerst moesten wij klein worden, eerst moes- ten wij nidts zgn om tot het besef van de noodzakelijkheid van nieuwe grootheid te komen. Eerst moesten wij vallen, diep vallen, alvo- rens glorieus op te staan. Verwerkelijken wg nu onzen droom! Het ligt in ons bereik opnieuw macht., arbeid en veiligheid vpor on-s trotsche Volk te verwerven. Het Nieuwe Europa biedt ons, zooals Mussert op 14 December 1941 duidelijk heeft verklaard, alle mogelijkheden daartoe. Grrjpen wg deze eenige levenskans met grage handen. Wat Nederland voor Europa kan beteeke- nen en wat het Nieuwe Europa Nederland kan bieden, daarover in volgende artikelen meer. Reeds nu staat ons echter helder voor den geest dat de levenskans voor ons Volk, al om het bloote feit dat het de dSnige ka-ns is, ons alien verplicht te strijden: mdt Mussert voor Nieuw Nederland M Nieuw Europa! ANTON BOIN. ii. (V.PJB.) Drie vlaggen hingen in de gym- nastiekzaal van de Jeugdgevangenis. Een greene vlag, de gestichtsvlag, symbool van de hoop en twee klassevlaggen. De vlag van de tweede klasse is groen met een ster en een wassende maan, de vlag van de derde klasse vertcont een ster op een groen veld. Ook deze vlaggen zijn symbolen. De wassen de maan symbolise-ert het Meuwe, dat in den jeugdigen gevangene groeit, de gemeenschaps- gedachte, het nieuwe zedeliike fundament, waarvoor hier de eerste grondslagen worden gelegd. De vlag met de ster is het symbool van d-e maaitscbappij, die weldra haar poorten zal openen voor den gestruikelden jongeman, die zich weer heeft weten op te richten en dfe, bez'eld met nieuwen moed, het leven tegemoet durft treden. D-s Bijzondere Strafgevangenis voor jonge mannen gaat thans het vijfde jaar in. In 1929 werd tot oprichting beslo en, eerst op 1 Oct. 1937 wevd de gevangenis geopend. Het ge- sticht is bestemd voce de opname van jonge mannen, die veroordeeld tot een gevange- nisstraf van een tot dr'e iaren oo bevel van den rechter deze straf in een jeugdgevan- genis zullen hebben te ondergaan. De leeftxjd van de veroordeelden kan tusschen 16 en 24 jaar varieeren. In deze jaren van bestaan zag de gevange nis honderden jonge mannen binnen haar muren. Honderden die gestruikeld waren, a De ,,cel" van een derde klasser. De platen aan den wand, de bloemen op tafel, het tafelkleed, kortom al die kl-ei- nigbeden die het verblijf veraangenamen, heeft de veroordeelde zich door voorbeel- dlg gedrag, vlijt en rjver verwerven. Nog slechts korten tijd en hij zal als een flinke kerel, met gerijpte levenservaring en her- wonnen zedelijk inzicht in de maatscbap- pij kunnen terugkeeren. (Foto V.P.B.-I.P.R-S.-v. Suchtelen.) maar voor wie struikelen nog niet altijd val len beteekende. Talloozen immers zgn, moreel en lichamelrjk gesterkt, aan de maatschappjj teruggegoven en de harde levensschool, die zij in de jeugdgevangenis hebben doorloopen. bleek uiteftst heilzaam. Helaas waren er ook, die uit de Mrichling vervvrjderd moesten wori- den en hun aantal is de laatste jaren steeds grooter geworden. Hier wreekt zich het ver leden; velen dezer jonge mannen immers moeten begchouwd worden als de slechte vrucht-en van een lauwen, decadenten ttjd- geest en de harde leerschool van de Jeugd gevangenis kwam voor hen te laat. Een voormalige gevangene schryft. Doch daamaast heeft de directiestaf van de Jeugdgevangenis onder leiding van den heer Schotsman ook talriike resultaten kun nen boeken die hoopval zgn en nog eens dui delijk het nut van een harde leerschool, geba- se-erd op lcaraktervorming, tucht, arbeid en discipline onderschrrjven. -De heer Schotsman toont ons brieven van ontslagen gevangenen. Een jongeman schrijft „Ik geloof niet, directcur, wanneer ik dien tijd in een andere plaats had moeten door- brengen, dat ik bet dan nog gered zou hebben, maar nu kom ik er, daar ben ik vast van overtuigd, dank zij de harde traimng, die ik bij U gehad heb, al gmg het dan ook Met altijd, zooals het moest en al wilde ik dit in Zutfen ook niet altijd inzien." Maar nu zal ik toch mijn geheele leven dankbaar blgven, dat ik bij U in de inrichtmg terecht ben ge- komen". Er zijn er ook, zoo vertelt de directeur, die getrouw-d zijn en vader en die Met ge- schroomd hebben om hun vrouw aan ons te komen voorstellen. Dergelijke gevallen spreken voor zich-zelf. Een ander voorval typeert eveneens den geest, welke onder de jeugdgevan<renen heerseht en die hoopvol is voor de toekomst. De gevangenen krijgen zakgeld. Geen groot bedrag, integendeel. Zij kunnen een ge- deelte hiervan in de cantine besteden, het grootste gedeelte wordt voor hen opgespaard en bij ontsla»g overhandigd. Welnu. spontaan offerden de jongens, na een toespraak van den directeur over het zegenrijke werk van Winterhulp Nedei'land op 21 October j.l. een bedrag Van 12,80. Jeugdopvoeding in de toekomst. In de werkkamer van den directeur komt het gesprek opnieuw op de criminaliteit van de jeugd en over de mo-gslijkheden om derge-. lijke ontsporingen in de toekomst te voor- komen. Bij vele jonge menschen ontbreekt oo het oogenblik elk fundament en het ge- volg hiervan is, dat zij alleen en ongewapend staan in een tijd, vvaarin het egoisme van in- div-idu en groep sterker dan ooit naar voren komt. ,.De jengd heeft thans meer dan ooit be- hoefte aan leiding", zoo luidt in het kort de conclusie van dsn heer Schotsman, aan de hulp en den steun van een opvoeder, vooral daar, waar de opvoed'ng in het huisgezin heeft gefaald, of de huis-elf'ke sfeer ont breekt. In de Jeugdgevangen-is is daarom het voogdenstelsel ingevoerd. Een kleine greet) van gevangenen is toegewezen aan be- paalde ambteraren, die als sneciaM raadgevera en opveeders fungeeren. lets dergeltjks zal in het groot voor de geiheele jeugd noodig zijn. Een nationale jei'.gdorga-nisatie, waarin de grondslag gelegd wordt voor de zoo nood- zakelijke zedeliike fundamenten, waarin de jeugd opn'euw idealen yindt en de richtlijnen voor de toekomst, is misscMen wel de beste oplossing. Siuit dan hierop de Arbeidsdienst aan, waarin de ieugd arbeidsvreugde en dls- cipl'ne lemt en de icngelui gevormd worden tot karaki-ervas-te ionge mannen en vrouwen, dan zal cna-etwffeld ook hert brandende pro- Meem van de ieugdcriminalit-eit in de naaste toekomst opgelost kunnen worden". t

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1942 | | pagina 1