Mb&rh AKKEtitJE Ter Neuzensche Courant Binneniand HET MYSTERIE i ACHTER DEN MUUR Neemn Vrijdag 13 Februari 1942 No. 10.331 TWEEDE BLAD EINDE VAN EEN WERELDRIJK. FEUILLETON 0 VAN Wie is verantlwoordelijk voor hei verloren gaan van onze koloniale bezittingen en milliarden volks- vermogen Vertteken kansen. De herhaalde bombardementen van Soera- baja, de practised© vemietiging van de Neder landsch-Indische .'loot in den slag ter hoogte van Java en de landing der Japanners op net eiland Singapore zijn de eerste drie zware mokerslagen, welke ons Nederlai.dsch-lndischt: bezit naa«r menschelijke berekening binnen af- zienbaren tijd zullen doen vallen. En weer dringt zich de vraag aan ons op: aan wie de schuld? En men kan deze vraag nu eenmaal niet reehtvaardig beantwoorden door de schuld eeirvoudig op Japan te werpen, dat gedwongen is, het levensrecht van zijn volik op de kleine, overbevolkte eilandengroep met het zwaard te verdedigen, evenmin als men Duitschland, dat zich om dezelfde redenen bewapende en versterkte, de sctiuld van den Europeeschen oorlog kan geven. Zooiets :'s alleen mogelijk in het brein van zeer kortzichtige menschen, die niet inzien dat de aangevallene, die dank zij zijn kracht en strategie in den aanval kornt, zich daardoor nog met den rechtsgrond van zijn actie ontnomen ziet. Hen eerlrjke en rechtvaardige beschouwing van de schuldvraag, nu het Nederlandsch- Indieche gedeelte van ons rijk verloren dreigt te gaan aan Japan, geeft steeds weer en on der elken gezichtshoek aanleiding tot het bit- tere antwoord, dat uitsluitend en alleen Nederlanders verantwoordelijk zijn voor dezen noodlottigen gang van zaiten. Elke situatie immers was beter geweest, dan die waarin de regeering te patavia en het emigranten- comitd te Londen onze kolonien hebben ge- bracht. Wanneer de Nederlandsche regeering en met haar de Koningin en haar slechte advi- seara in de Meidagen van 1940 op moedige wijze de consequenties van een verloren oor log had aanvaard en in ons land was geble- ven, in plaats van naar Engeland te vluchten, dan was het thana nog mogelijk gewees^, de Nederlandsch-Indiscihe kwestie te regelen in een sfeer van goede trouw en begrip voor de Nederlandsche imperiale verlangens. Wij denken hierbij aan de regeling, welke er ge- traffen werd tusschen Vichy en Tokio inzake Fransch Indo-Ohina, tengevolge waarvan deze Fransche kolonie onvoorziene omstandig- heden huiten beschouwing geiaten onge- twijfeld buiten den oorlog in het Verre Oosten zal blijven. Het waren Nederlanders, die Japan in aan- raking brachten met het Westen, het waren Nederlanders, die het eerst in Japan moch- ten doordringen. In drie-en-een-halve eeuw stonden Nederlanders en Japanners niet tqgenover eikaar in een oorlog... Onder die omstandigheden was het te begrijpen, dat de Japanners een volk, dat de traditie als een der grondwetten van zijn leven'erkent niet verlangden naar een oorlog met de Neder landers, die niet tot hun politieke erfvijanden behoorden. Nederlanders hadden, na de ver- drijving der Anglo-Amerikanen uit het Verre Oosten, tezamen met de Japanners de koloni- satie voort kunnen zetten, hadden tezamen met de Japanners het tegenvvicht kunnen voi - men voor de Russische hedreiging op dat ge deelte van den aardbodem en onze positie als leveranciers van koloniale produeten aan het Westen was gehandhaafd en waarsehijnlijk zelfs nog verstevigd. Inplaats daarvan toonden noch Londen, noeh Batavia ook maar eenig begrip voor de verschillende appdls, welke Tokio tot het Nederlandsch-Indische gezonde verstand heeft gericht. Men brak de economische onder- handelingen af en nam vervolgens zelfs actief deel aan den strijd. Een dergelijke verre- gaande verblindheid heeft men in dezen oor log tot dusver eigenlijk alleen waar kunnen nemen in het Polen van 1939, waar men eveneens tot iederen prijs den oorlog wenschte Wanneer wij straks nog slechts de herin- nering aan onze schoone koloniale rrjk heb ben en wanneer door de zinlooze wijze van oorlogvoering der Nederlandsch-Indische auto- riteiten milliarden Nedei'landsch volksver- mogen vernietigd en verloren zullen zijn, zoo- dat tienduizenden Nederlanders, die hun leven lang hard gewerkt hebben voor de handhaving van het blanke prestige in het Verre Oosten, tot den bedelstaf gebracht zul len zijn, dan dragen de veiantwoordelijkheid hiervoor zekere Nederlanders", die hun nationaliteit tot dusver alleen nog maar be- leden hebben voor zekere overzeesche radio- microfoons en andere landgenooten te Batavia, dien het ontbrak aan voldoende ge- zond verstand en politiek oordeel om ons koloniale bezit door een oorlog heen te lood- sen, terwrjl de tegenstander n.b. bereid was, dit bezit op aJle punten te ontzien! BINNENLANDSOH OVERZICHT. Dezer dagen werd bekend gemaakt, dat tusschen het N.V.V. en het Duitsche Arbeids- front eene overeenkomst tot samenwerking is tot stand gekomen, gericht op de verzor- ging der sociale en cultureele belangen van de Nederlandsche arbeiders welke in Duitsch- land werkzaam zijn. Voor het tot stand komen der betreffende overeenkomst was de toestand zoo, dat de meesten der Nederlandsche werkers in Duitschland lid waren van het ,,Arbeidsfront". Dit hehandelde aldaar hunne belangen. Kwa- men zij echter naar Nederland terug, dan moesten zij, voordat zij de rechten/welke het lidimaatsohap eener vakorganisatie hen geeft, deelachtig konden worden, den gebruikelrjken wachttijd doormaken, dan wel de achters^al- llge contrihutie, over den tijd gedurende wel ke zij in Duitschland waren, in eens aanzui- veren. De eenige mogelijkheid om hieraan te ontkomen was, dat zij in Duitschland zijn- de, contrihutie aan het Arbeidsfront zoowel als aan het N.V.V. betaalden. Thans is bereikt, dat deze arbeiders in Duitschland lid kunnen blijven van het N.V.V., dus van hun Nederlandschen bond. De werk- .zaamheden van het N.V.V. ten behoeve der leden, worden in Duitschland door het Ar beidsfront waargenomen. Bij terugkeer in Nederland beschikken alle leden van het N.V.V. derhalve onverkort over hunne uit het lidmaatschap voortvloeiende rechten. Dit is ongetwijfeld voor alle arbeiders eene zeer be- iangrijke verbetering. Maar dat is nog niet alles. Als tweede groote vooruitgang in hun lot is een plan voor uitvoering gereed gekomen, dat beoogt den Nederlandschen arbeider in Duitschland eene cultureele verzorgihg te bieden, welke in vwl- maakt Nederlandschen geest en sfeer zal wor den gehouden. Naast beschikbaarsteliing van goede Ne derlandsche lectuur, zal dit worden verkre- gen door het scheppen van een meet- eigen omgeving en het bevorderen van een geeste- lijk nauwer contact met ,,thuis". Zoodoende wordt verwacht, dat de Nederlandsche wer- ker in Duitschland zich voortaan deelgenoot zal weten der eigen arbeidsgemeenschap. Door het aanvaarden van werk over de gren- zen, zal de verbinding daarmede niet meer, zooals zulks voorheen veelal het geval was, worden verbroken. De totstandkoming der samenwerking tusschen de beide centrale arbeids-organisaties in ons land en in Duitsch land, beteekent eene schrede in de richting van internationale ordening der arbeidsbetrek- kingen, waarvan de beteekenis in de toekomst aanmerkelijk kan worden uitgebreid. In wezen is hiermede een aanvang ge maakt met de vorming eener nauwe economi sche samenwerking tusschen twee landen. Eene economische samenwerking, welker uit- breiding, ook over andere Europeesche lan den, noodzakelijk is en reeds nu inderdaad als komende voorspeld kan worden. Een Nederlandsche speurdersgeschiedenis door FRANK VAN FALCKENOORT (Nadruk verboden) 9 Op het gemeentehuis trof hij den burge- meester nog aan, die al van een en ander op de hoogte was gesteld. Aan dezen legde Koks z'n plan uiteen: Als hij ddn of twee man van de bouwpolitie mee kon krijgen, om de villa eens van dlchtbij te bezien. De burgemeester knikte toestemmend, echreef de volmaoht en telefoneerde naar een inspecteur van de bouwpolitie. Een agent kon dan tevens meegaan. ,-Maar meer mannetjes kan ik niet missen, hoor", zei het hoofd van de politie lachend, ,,je heht Teunder ook al in heslag genomen!" ,,We zullen hopen, dat het voor een korten tjjd is, burgemeesteir." Een kwartiertje later was de inspecteur aanwezig, echter in een gemelijke stemming. t Is beter, dat we tot morgen wachten", zed hij, op z'n horloge ziende. ,,'t Is al over half zes, dan gaat men de menschen niet meer las tie vallen met..." „Maar ik doe dit wel", interrumpeerde Reeds in de volgende maanden zal hlijken, dat de door het N.V.V. uitgewerkte verbete- ringen ten opzichte van de sociale en cultu reele positie der in Duitschland werkende Ne derlanders, ook bij hen, die tot nog toe be- zwaren tegen een vertrek naar Duitschland deden gelden. andere gedachten kunnen op- wekken. De vraag naar arbeidskrachten in Duitschland is groot. In even groote mate als van het oorlogsfront, is 't lot van Europa afhankelijk van het arbeidsfront. En nu het voorjaar nadert en Herhalve de tijd voor een nieuw Duitsch offensief tegen het Bolsje- wisme aanbreekt, moet de eisch, dat het militaire organisme over alles wat bij hare acties noodig is, aan het thuisfront, d.w.z. aan het arbeidsfront, worden gesteld. Bij de noodzakelijke uitbreiding van de ma- teriaal-productie voor de komende veldsla- gen zal dus een versterkt heroep op de werk- kracht van alle bekwame arbeiders moeten worden gedaan. En daar er in Duitschland zelve geen ,arbeidsreserve aanwezig is, ligt het voor de hand, .dat men zich zal wenden ■tot de omliggende landen. De Nederlandsche arbeider wordt om zijne bekwaamheid en ijver sterk gewaardeerd, zoodat verwacht mag worden, dat ieder goedwillend landgenoot bij aanbieding zijner werkkracbt onmiddellijk van goed betaald werk in Duitschland ver- zekerd kan zijn. Zooals reeds boven gezegd: de lesultaten door het N.V.V. verkregen, zullen hem het nemen eener dergeljjke beslissing zeer ver- gemakkelijken. Daarmede is echter nog niet alles gezegd. Voor ons staat n.I. het volgende vasthet ontworpen plan der oorlogsproduc- tie is opgesteld en moet, daarvoor kennen wij de leiding in Duitschland maar al te goed, slagen. Men betaalt. er goede loonen en ver wacht derhalve dat aanbieding van werk- krachten geheel en al vrijwillig zal plaats hebben. Men zal echter, indien het aanbod van werkers niet aan de verwaohtingen mocht beantwoorden, zeker niet sc-hromen om tot dwangmiddelen over te gaan. Nummer 1 is en blijft het productieplan. Dit zal en moet slagen. Daarvoor moet leders persoonlijK helang wijken. Men kan niet toe- staan dat het lot van ons geheele werelddeel, Europa, afhankelijk zou worden gesteld van de willekeur of bijzondere voorliefde tot thuis Koks. ..Dit geval kan geen dag langer wach ten." ,,Maar", wierp de inspecteur nogmaals tegen, ,,het zal die menschen hoogst onge- legen komen. het is etenstijd". ,,Zooveel te beter", antwoordde de recher- cheur onverstoorbaar. „Ze behoeven niet te weten, dat we komen. Als we onverwacht, op een ongelegen uur bij hen op het dak val len, dan hebben- we de meeste kans iets te vinden, als het er werkelijk niet pluis is." Tijdens den rit van het Bloemendaalsche gemeentehuis naar de Insulindelaan hoorde Koks nadere bijzonderheden omtrent de villa- en haar eigenaar. Hij, de inspecteur, was er reeds een paar malen geweest in verband met dien muur, die ze gebouwd hadden; dqt was een klein halfjaar geleden. ,,Dus je hebt den eigenaar zelf gezien?" vroeg Koks. Zeker", luidde het antwoord, ,,hij is iemand van Spaanschen adel en een maand of drie geleden is hij hier komen wonen. Hij moet taimelijk vermogend zijn, vandaar, dat hij dien muur heeft laten bouwen." ,,En dat hek", meesmuilde de Mug. ,,'t Lijkt wel een fort, waarin die vent zich heeft ver- schanst." Bij de villa gearriveerd, beval Koks den agent even in de auto te blijven zitten. Moge lijk kon het wel esn poosje duren, alvorens het hek geopend werd en wie weet, mogelijk waren ze reeds bespionneerd vcinuit een der talrijke vensters. Koks trad met den inspec teur, die eveneens in burger gekleed was, naar het hek, dat ditmaal echter niet op slot was. De rechercheur wenkte den agent en gedtrieer betraden ze het breede tegelpad naar de twee menschen, die op tuinstoelen onder een groote blijven en afwachten van enkelingen. Dit moet en zal ook ieder veirstandig mensch kunnen begrijpen. Nederlandsch-Indie. De stand van zaken in Nederlandsch-Indie spitst zich van dag tot dag scherper toe en wel in dien zin, dat wij met den besten wil van de wereld niet kunnen twijfelen hoe on- gunstig het einde voor Nederland zal zijn. De uiterste verdwazing waarmede de ge- vluchte Nederlandsche regeerders besloten het lot van ons koloniaal gebied, zonder dat daarvoor ook maar de gei-ingste aanleiding bestond, op de kaart van Engeland te zetten, wordt wel uitermate zwaar gestraft. Er is in de geheele geschiedenis nauwelijks een voor- beeld te vinden van eene dergelijk misdadige handelwijze, die, ingegeven door verblinden haat, het lot van eigen goed en bloed meent' te mogen offeren aan een verloren zaak. Laten wij toch vooral goed voor oogen hou- den, dat niet Japan aan Ned.-Indie, maar om- gekeerd Ned. Indie aan Japan den oorlog ver- klaarde. En dat nog wel, nadat Japan op on- dubhelzinnige wijze en bij herhaling te ken nen hee.ft gegeven, dat het niets anders van Indie verlangde dan een normale diploma- tieke verhouding. Zien wij b.v. naar Indo-China, dan blijkt direct, dat eene dergelijke verhouding moge lijk en uitvoerbaar zou zijn geweest. Men heeft zich echter zoo in de Engelsche netten gevangen gegeven, dat ieder eigen en gezond oordeel als het ware was verlamd. Men handelde niet Nederlandsch meer doch Engelsch. Een dergelijke grove en walgelijke vorm van landverraad is in de geschiedenis slechts tweemaal te vinden: in Rolen en in Joego-Slavie. Beide landen richtten zich tegen Duitschland, dat met hen slechts den vrede wilde. Beide gaven willig gehoor aan de En gelsche inblazingen en het is er beide dan ook naar gegaan. Is er eenige aanleiding om voor Ned. Indie een ander, een beter lot te verwachten? Helaas, hoe gaarne wij ook maar een stroo- halm zouden vinden waaraan wij ons in onzen laatsten hoop op redding zouden willen vast- klampen, wij zien er geen. Wellicht zien wij de zaken te somber. Wie zal het weten? Maar wij kunnen ons op het oogenblik onmogelijk vrij maken van de druk- kende gedachte, dat Ned. Indie en het vader- land binnenkort geen eenheid meer zullen vormen. De enorme draagwijdte daarvan zul len wij wellicht in een der volgende artikelen nader belichten. Bij die gelegenheid zullen wij dan tevens speuren of hier of daar, zij het dan ook in andere richting, nog liohtpunten voor ons volk te vinden zijn. TE€HNISCHE HULP BIJ RAMPEN. Organisatie van gespecialiseerde vrqwilligers. Aan den Klatteweg no. 1 in Den Haag is sedert eenigen tijd een eeirvoudig bureau ge- vestigd. Het is begonnen met slechts een staf van drie man, die kort na de oorlogs- dagen waar noodig de hulp aanboden van een organisatie, die in Duitschland bergen nuttig werk heeft verzet, doch in de afgeloopen maanden is hieruit een organisatie uitge- bouwd, die thans reeds haar vertakkingen heeft over heel het land en afdeelingen in tal van plaatsen. Een organisatie van gespecia liseerde helpers, die zich vrijwillig beschik- baar hebben gesteld om deskundige techni- sche hulp te verleenen bij staking, bombarde- ment, branden, dijkdoorbraak, mijninstorting en andere rampen. Hier en daar kwam de naam ,,technische noodhulp" reeds over de lippen, zonder dat een juist begrip omtrent het doel daarvan aanwezig was. Een redacteur van het A.N.P. heeft hierover wat meer vemomen in een on- derhoud met dr. Fr. Beck, Hauptbereitsohafts- ftihrer en leider van ide Befehlstelle Nieder- lande der Teohnische Noihilfe. De gedachte, die aan de Technische nood hulp ten grondslag ligt aldus dr. Beck Is voor Nederland waarlijk niet nieuw. Aan het eind van den vorigen wereldoorlog, in 1919, toen sociaal-democratische en commu- nisti'sche woelingen dreigden, werd onder minister Jhr. Ruys de Beerenbrouck een ge- lijknamige organisatie opgericht, die zich ten diael stelde de voor het land vitale bedrijven te beschermen tegen de eventueele gevolgen daarvan. Later werd haar taak gedeeltelijk overgenomen door den door generaal Duymaer van Twist opgerichten vrijwilligen landstorm en door de burgerwachten. Ook in andere landen werden scortgelijke vereenigingen opgericht. In Duitschland werd de Technische Nothilfe op 6 Januari 1919 ge- sticht. Haar noodzaak bleek daar meer dan elders en zoo groeide zij er uit tot een mach- tige hulporganisatie van de politie. Vooral ook in vredestijd bewees zij haar bestaans- recht en derhalve is zij door het nationaal- socialistische bewind niet alleen overgenomen, maar zelfs krachtig gesteund. Vrij lang nog na 1919, tot omstreeks 1924, hebben de orga- nisaties in de verschillende landen contact onderhouden. Naar de mate het gevaar voor troebelen afnam, werd de behoefte aan preventieve maatregelen echter minder gevoeld en lang- zaam aan is men elders en ook hier ingesla- pen. Totdat de gebeurtenissen van het vorig jaar te Amsterdam het nut daarvan voor Nederland opnieuw hebben aangetoond. Men kan dergelijke ondoordachte handelingen nu wel den kop indrukken met den mitrailleur of door het cLfkondigen van den staat van he- leg, maar dat alles kost bloed. En bloed is kostbaar. Daarom hecht de Duitsche ovpr- heid meer waarde aan maatregelen tegen politieike sttaking, waardoor de betrokkenen tot het inzicht komen dat resultaat van hun optreden bij voorbaat is uitgesloten. Mede hierin ligt de reden, dat de Technische nood hulp tot nieuw leven is gewekt. Bovendien wordt daardoor de gemeenschap gediend, want bij een normaal functionneeren van water-, gas- en electriciteitsbedrijven hebben zoowel de overheid als het transportwezen de voedselvoorziening en de huisvrouw he lang. Bepalen wij ons voorloopig tot de gegeven omstandigheden, dan ligt de preventieve wer- king van de technische noodhulp vooral hier in, dat deze organisatie over een groot aan- tal vrijwilligers beschikt, die uit tioofde van hun werkkring en verdere.instructie in staat zijn de opengevallen plaatsen onmiddellijk in te nemen en storingen op te heffen. Het zijn meerendeels technische werkers uit de vrije beroepen en uit groote fabrieken: bankwer- kers, loodgieters, smeden, electriciens, tim- merlieden, metselaars, grondwerkers enz. Ook in. ander opzicht heeft de technische noodhulp thans nog een belangrijke bijzon dere taak en wel met het oog op eventueele luchtbombardementen. Daarmee moet theo- retisch en practisch toch steeds rekening wor den gehouden. Bij dergelijke bombardementen worden ge- bouwen en machines vemield en menschen gedood, ofwel er treden storingen op, arbei ders worden gewond of krijgen een zenuw- schok. De technische noodhulp zorgt in der gelijke gevallen direct voor breek- en herstel- werkzaamheden en kan een hoeveelheid per- soneel inzetten om het bedrijf gaande te hou- den. Vanzelfsprekend wordt deze hulp slechts verleend zoolang dat noodzakelijk is en wordt het vrije bedrijf geen concurrentie aange- daan, noch getreden in de bevoegidheid van andere .diensten. Dit in te zetten personeel kan deels afkom- stig zijn uit bedrijven groote industrieen beschikken door hun ploegenstelsel over een reserve anderdeels bestaat het uit de vrij willigers, die zich bij de organisatie hebben aangesloten. Deze manschappen worden geregeid ge- oefend en zijn uitgerust met modern gereed- schap: lasch- en snij-apparaten, zuurstofcylin ders, gasmaskers, automatische zagen, kortom alle mogelijke materiaal voor metaal en hout- hewerking, grondwerk enz. Dit gereedschap is van uniform model, zoodat hulpverleening overal kan plaats hebben. Bij oefening en practisch werk dragen de mannen pionier- kleeding. De organisatie. De plaatselijke groepen zullen hestaan uit een afdeeling, die in de plaats zelve optreedt en een tweede afdeeling, die als mobiele colonne binnen de eigen provincie, ten hoog- ste daarbuiten binnen de landsgrenzen, kan worden ingezet. In verband daarmee zijn wij van plan alle afdeelingen uit te rusten met vrachtauto's voor het vervoer van merschen en materieel. Op de vraag hoever men met de organisatie gevorderd is, antwoordde dr. Beck: De technische noodhulp telt thans reeds 70 plaatselijke afdeelingen. Deze loopen al aar- dig en eenige weken geleden zijn de districts- leiders en hun medewerkers ge'instrueerd. Vooral meldden zich velen en dat is merk- waardig uit den kring der vroegere bur gerwachten. Wel een bewijs, dat men de waarde inziet van dit instituut. Politieke voorwaarden zijn aan toetreding niet verbonden, integendeel, iedere politiek wordt geweerd. Daar de organisatie geheel uit vrijwilligers bestaat, wordt in het alge- meen voor hulpverleening niet betaald. Alleen indien er sprake is van verlet b.v. bij rampen van catastrophalen omvang .wordt het ge- derfde loon vergoed. Degenen, die toetreden, betalen naar draagkracht een kleine bijdrage, een gemiddelde werkman ongeveer een kwar- tje per maand. Plaatselijk worden groeps- huizen ingericht. De onkosten worden. ver- der bestreden uit bijdragen van staat, ge- meenten en alleen-contribueerende leden. De manschappen zijn volledig verzekerd tegen ongevallen' en de gevolgen daarvan. Het is de bedoeling aldus hesloot dr. Beck dat de technische noodhulp een zui- ver Nederlandsche vereeniging is. waarvan de leiding hij de plaatselijke groepen nu reeds in Nederlandsche handen ligt. parasol op het gazon voor het huis zaten te lezen. Zoodra de drie mannen binnen het hek waren, keken de beide bewoners op en aan Koks scherpe oogen ontging het niet, dat de bewoner dadelijk z'n hand uitstrekte en lang op iets drukte, dat midden op den tuintafel was ibevesigd. Natuurlijk een electrische schel, dacht Koks. Toen ze bij het gazon waren, stond de man terstond op. De vrouw bleef zitten. De inspecteur nam het woord en zoodoende had Koks de gelegenheid het tweetal op te nemen. De man was ongetwijfeld een Zuider- ling, dat verried zijn gansche gelaatskleur, dat ondanks de fijnbesneden trekken een zekere sluwheid vertoonde, vooral als die ge- legenheidslach, zooals nu, op zijn gezicht kwam. De dame naast hem, die alleen maar haar oogen opgeslagen had van het boek, waarin ze schijnbaar had zitten lezen, was evenmin een Nederlandsche en geleek veel op den man. Hij dacht aanvankelijk, dat het een zuster was van den villa-eigenaar, maar deze stelde haar voor als zijn vrouw. ,,Als U een oogenhlikje wacht, zal ik de papieren laten halen, dan kunt U zich er van overtuigen, dat alles kortgeleden gecontro- leerd en in orde bevonden is. Indien de heeren zoolang plaats willen nemen." Hij wees met een bevallige beweging van z'n hand ieder een tuinstoel aan, drukte toen tweemaal kort achtereen op een electriscihe schel, die, zooals Ko'ks constateerde, verbin ding had met een loodkabel, die in den grond verdween. Even later verscheen er iemand in een rood gestre'ept jasje. Koks vermoedde, dat het zoo- lets als een huisknecht was. De edeiman MOBIIISATIE VAN ARBEIDSKRACHTEN. De „Telegraaf" herinnert er aan dat on middellijk na het beeindigen der krijgsver- richtingen hier te lande tal van ondernemin- gen zich voor de noodzakelijkheid zagen ge- plaatst een deel van haar personeel te ont- slaan. Dit werd haar voorshands belet door de ontslag-verordening-Winkel manHet was echter te voohzien, dat de last, welke door deze verordening op de bedrijven werd ge- legd, slechts van tijdelijken aard kon zijn. Eenigen tijd later werd de z.g.n. wacht- geldregeling ingevoerd. Vanwege het depar- tement van Sociale Zaken werd en wordt nog den bedrijven een variabel subsidie verleend op het wachtgeld. dat de onder- nemer zijn overtollig personeel betaalt. De band tusschen bedrijf en arbeiders Sverd dua niet verbroken, hetgeen velerlei voord^elen voor alle betrokkenen had. Daamaast bestaat nog een tweede soort steun. Het is de onder toezicht van het de- partement van Handel, Nijverheid en Scheep- vaart verstrekte onderlinge hulp van bedrijfs- genooten in verband met onderbezetting in een geheelen bedrijfstak. Door deze maatregelen is een semi-perma- nente ,,onzichtbare" werkloosheid ontstaan, waarvan de omvang niet precies is vast te stellen. Zij wordt uiteraard nog vergroot door het aantal werknemers, wier loon door de ondernemingen wel is v/aar voor eigen reke ning ten voile wordt doorbetaald, doch voor wie onder de omstandigheden geen volledige dagtaak meer te vinden is. Bij een onder- zoek naar de grootte van deze onzichtbare werkloosheid, waarin uiteraard vele onnauw- keurige gegevens zijn verwerkt, kwam men •eenigen tijd geleden tot een ruwe schatting van 75.000 a 100.000 personen. Een schrijver in ,,Das Reich" is van oordeel. dat ingrijpen van hooger hand niet kan. utt- blijven om de stille arbeidsreserves aan den •dag te doen treden. En, is de ,,Tel." wel inge- licht, dan ligt dit ook in Nederland in de be doeling. Het meest voor de hand liggend is de maatregel de mogelijkheid daarvan hoor- den wij reeds opperen dat het subsidie op ■de wachtgelden wordt stopgezet. De hierdoor getroffen werkrach*en zouden dan automa- tisch als werkzoekenden bij de arbeidsbureaux terechtkomen. Hierbij zou het natuurlijk niet kunnen blij ven. Het is de vraag, of zich bij deze vrijge- komen werkkrachten voldoende arbeiders be- vinden, die in aanmerking komen om naar Diuitschland te worden gezonden. De schrijver in ,,Das Reich" ziet de definitieve oplossing Van het Duitsche arbeidsvraagstuk in om- scholing der arbeiders en rationalisatie der bedrijven, r Van Duitsche zijde is dezer dagen nog be- toogd, dat zeker de Nederlandsche oud-mili- •tairen den moreelen plicht hebben, zich voor zoover zij thans geen werkkring hebben - aan te melden voor werk in Duitschland. DE RIJKSCOAEVnSSA RIS ONTVANGT DEN HEER W. JANKE. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, Rijksminister dr. Seyss- Inquart, heeft Dinsdagmiddag den vroegeren leider van de persafdeeling van het Rijks- commissariaat, Pressedezement W. Janke ontvangen, die aan het begin van de maand in verband met een reorganisatie der werk- zaamheden van de perspolitiek zijn vroegere functie heeft neergelegd, om terug te keeren naar zijn ouden werkkring bij het minlsterie van buitenlandsche zaken. De Rijkscommis saris heeft jegens zijn vroegeren Pressedezer- nent zijn dank en erkentelijkheid ukgesproken voor het feit, dat hrj zich aan hem eind Mei 1940 hij de vestiging van het Rijkscommis- sariaat met toestemming van zijn superieuren ter hesc'hikking stelde, om de persafdeeling van het Rijkscommlssariaat te organiseeren en daarmede de grondslagen te leggen voor een systematische Duitsch{Nederlandsche Samenwerking in de perspolitiek. Hij heeft in de hem opgedragen functie ruim anderhalf jaar lang belangrijk en succesrijk werk kun nen verrichten, waarbij vooral moet worden gewezen op de door hem gestichte en geleide dagelijksche persconferentie. DAG VAN DE DUITSCHE POLITIE OP 14 EN 15-FEBRUARI. Als onderdeel van het oorlcgswinterhulp- werk van het Duitsche volk wordt 14 en 15 Februari de ,,Dag van de Duitsche politie" gehouden. In Nederland en vooral in de steden, waar Duitsche politietroepen liggen, zullen deze dagen geheel worden beheerscht door dit groote, nationale werk. Evenals vorig jaar zullen ook ditmaal de mannen in de groene uniform geheel hun vermogen en ijver er op zetten om aan de Nederlandsche bevolking eenig begrip te verschaffen van dit sociale en gemeenschapswerk. Wij brengen in herinnering, dat vorig jaar de bevelhebber van de Ordnungspolizei, gene- raal-maioor der politie Schumann, op dezen dag 83.000 mark aan het oorlogswinterhulp- werk heeft kunnen afdragen. DE BETALING VAN DEN KINDERBIJ SLAG. De persdienst van het N.V.V. schrijft ons: Tot nu toe bes'ond er twijfel of wachtgel- ders, die reeds op 1 Januari 1941, den datum waarop de kinderbijslagwet in werking is ge treden in het genot van wachtgeld waren, recht op kinderbijslag hadden. Blijkens een mededeeling van het vereveningsfonds aan. de haalde een sleuteltje uit z'n vestzak en gaf dat aan hem met een paar onverstaanbare volzinnen. Toen de man weer naar binnen was gegaan verontschuldigde de eigenaar zich. ,,Neemt U me niet kwalijk, heeren, dat ik in m'n moe- dertaal sprak, maar Jose, m'n bediende, ver- staat geen Hollandscih." ,,U bent geen Nederlander?" liet Koks zich nu voor den eersten keer hooren. „Neen", antwoordde de ander glimlachend, ,,althans niet van afkoimst. Ik ben namelijk een Spanjaard, evenals m'n vrouw en m'n personeel. Door den burgeroorlog in mijn vaderland was ik genoodzaakt om vier jaar geleden, met achterlating van mijn onroeren- de goederen, de vlu.cht te nemen." ,,U schijnt er anders niet veel schade door geleden te hebben", merkte Koks droogjes op. ,,Ik had tevoren reeds m'n geld en kost- haarheden in veiligheid gebraciht", pareerde de andere beminnelijk. ,,U bent dus in het begin van den Spaan schen burgeroorlog in ons land gekomen", ondervroeg Koks verder. Inderdaad. Zooals ik U reeds zei, woon ik taans reeds vier jaren in Uw schoone land." ,,Zoo", vroeg Koks onverstoorbaar verder, ,,ik meende, dat U nog maar sedert enkele weken in Aerdenhout woonde." ,,Voordien was ik in Noordwijk woonachtig, mrjnheer." Op dit oogenblik kwam de huisknecht terug met enkele papieren. welke hij met een bul ging op de tafel deponeerde. De villa-eige naar overihandigde deze papieren met een even hoffelijke huiging aan den inspecteur. Deze bezag ze nauwkeurig, las ze een voor £en nog eens door en knikte. Alles is in orde, mijnheer. Het spijt me, dat we U lastig moesten vallen, maar dienst. nietwaar Natuurlijk!" De Spanjaard stond, als steeds met een gelegenheidslach op zijn ge zicht, op, ten teeken, dat het onderhoud ge- eindigd was. Koks was echter lang niet tevfeden, maar om geen argwaan te wekken, nam hij even kalm en beleefd zijn hoed af als de inspecteur. In de auto brak hij echter los. „Wat ben ik nu opgescihoten We zijn niet eens in het huis geweest." ,,Wat kan ik daar aan doen?" vroeg de in specteur sehouderophalend. Alles is in orde, kort geleden tot in de kleinste details nage- zien. Ook de muur is geheel in orde." jDaar ben ik anders nog niet zoo zeker van", bromde Koks. ,,Ik zou niet weten, wat sr aan zou man- keeren", weerlegde de ander, „Alles is precies volgens de voorscririften uitgevoerd." ,,Maar heeft men dan nooit de verwonde- ring uitgesproken over het feit, dat er zoo'n 'hooge, massieve werd opgetrokken om die villa?" vZeker, maar dat is tenslotte onze zaak niet. Zulke lui hebben meestal van die eigen- aardigheden. Bovendien had deze man een af- dcende reden. In z'n villa in Noordwijk was tweemaal ingebroken en dit risico wilde hij ondervangen, daarom had de touwpolitie niet het minste b-ezwaar tegen dezen muur." Koks dacht even na. ,,'Hoe heet die vent?" vroeg hij piotseling. Alvarez of d'Alvarez of zooiets, met Don ei voor. Het is zooiets als een titel voor een Spaanscfien edeiman." (Wordt vervolgd. i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1942 | | pagina 5