Mb&rh
AKKEtitJE
Ter Neuzensche Courant
Binneniand
HET MYSTERIE i
ACHTER DEN MUUR
Neemn
Vrijdag 13 Februari 1942 No. 10.331
TWEEDE BLAD
EINDE VAN EEN WERELDRIJK.
FEUILLETON
0
VAN
Wie is verantlwoordelijk voor hei
verloren gaan van onze koloniale
bezittingen en milliarden volks-
vermogen
Vertteken kansen.
De herhaalde bombardementen van Soera-
baja, de practised© vemietiging van de Neder
landsch-Indische .'loot in den slag ter hoogte
van Java en de landing der Japanners op net
eiland Singapore zijn de eerste drie zware
mokerslagen, welke ons Nederlai.dsch-lndischt:
bezit naa«r menschelijke berekening binnen af-
zienbaren tijd zullen doen vallen.
En weer dringt zich de vraag aan ons op:
aan wie de schuld?
En men kan deze vraag nu eenmaal niet
reehtvaardig beantwoorden door de schuld
eeirvoudig op Japan te werpen, dat gedwongen
is, het levensrecht van zijn volik op de kleine,
overbevolkte eilandengroep met het zwaard
te verdedigen, evenmin als men Duitschland,
dat zich om dezelfde redenen bewapende en
versterkte, de sctiuld van den Europeeschen
oorlog kan geven. Zooiets :'s alleen mogelijk
in het brein van zeer kortzichtige menschen,
die niet inzien dat de aangevallene, die dank
zij zijn kracht en strategie in den aanval
kornt, zich daardoor nog met den rechtsgrond
van zijn actie ontnomen ziet.
Hen eerlrjke en rechtvaardige beschouwing
van de schuldvraag, nu het Nederlandsch-
Indieche gedeelte van ons rijk verloren dreigt
te gaan aan Japan, geeft steeds weer en on
der elken gezichtshoek aanleiding tot het bit-
tere antwoord, dat uitsluitend en alleen
Nederlanders verantwoordelijk zijn voor dezen
noodlottigen gang van zaiten. Elke situatie
immers was beter geweest, dan die waarin
de regeering te patavia en het emigranten-
comitd te Londen onze kolonien hebben ge-
bracht.
Wanneer de Nederlandsche regeering en
met haar de Koningin en haar slechte advi-
seara in de Meidagen van 1940 op moedige
wijze de consequenties van een verloren oor
log had aanvaard en in ons land was geble-
ven, in plaats van naar Engeland te vluchten,
dan was het thana nog mogelijk gewees^, de
Nederlandsch-Indiscihe kwestie te regelen in
een sfeer van goede trouw en begrip voor de
Nederlandsche imperiale verlangens. Wij
denken hierbij aan de regeling, welke er ge-
traffen werd tusschen Vichy en Tokio inzake
Fransch Indo-Ohina, tengevolge waarvan deze
Fransche kolonie onvoorziene omstandig-
heden huiten beschouwing geiaten onge-
twijfeld buiten den oorlog in het Verre Oosten
zal blijven.
Het waren Nederlanders, die Japan in aan-
raking brachten met het Westen, het waren
Nederlanders, die het eerst in Japan moch-
ten doordringen. In drie-en-een-halve eeuw
stonden Nederlanders en Japanners niet
tqgenover eikaar in een oorlog... Onder die
omstandigheden was het te begrijpen, dat de
Japanners een volk, dat de traditie als een
der grondwetten van zijn leven'erkent niet
verlangden naar een oorlog met de Neder
landers, die niet tot hun politieke erfvijanden
behoorden. Nederlanders hadden, na de ver-
drijving der Anglo-Amerikanen uit het Verre
Oosten, tezamen met de Japanners de koloni-
satie voort kunnen zetten, hadden tezamen
met de Japanners het tegenvvicht kunnen voi -
men voor de Russische hedreiging op dat ge
deelte van den aardbodem en onze positie als
leveranciers van koloniale produeten aan het
Westen was gehandhaafd en waarsehijnlijk
zelfs nog verstevigd.
Inplaats daarvan toonden noch Londen,
noeh Batavia ook maar eenig begrip voor de
verschillende appdls, welke Tokio tot het
Nederlandsch-Indische gezonde verstand heeft
gericht. Men brak de economische onder-
handelingen af en nam vervolgens zelfs actief
deel aan den strijd. Een dergelijke verre-
gaande verblindheid heeft men in dezen oor
log tot dusver eigenlijk alleen waar kunnen
nemen in het Polen van 1939, waar men
eveneens tot iederen prijs den oorlog wenschte
Wanneer wij straks nog slechts de herin-
nering aan onze schoone koloniale rrjk heb
ben en wanneer door de zinlooze wijze van
oorlogvoering der Nederlandsch-Indische auto-
riteiten milliarden Nedei'landsch volksver-
mogen vernietigd en verloren zullen zijn, zoo-
dat tienduizenden Nederlanders, die hun
leven lang hard gewerkt hebben voor de
handhaving van het blanke prestige in het
Verre Oosten, tot den bedelstaf gebracht zul
len zijn, dan dragen de veiantwoordelijkheid
hiervoor zekere Nederlanders", die hun
nationaliteit tot dusver alleen nog maar be-
leden hebben voor zekere overzeesche radio-
microfoons en andere landgenooten te
Batavia, dien het ontbrak aan voldoende ge-
zond verstand en politiek oordeel om ons
koloniale bezit door een oorlog heen te lood-
sen, terwrjl de tegenstander n.b. bereid was,
dit bezit op aJle punten te ontzien!
BINNENLANDSOH OVERZICHT.
Dezer dagen werd bekend gemaakt, dat
tusschen het N.V.V. en het Duitsche Arbeids-
front eene overeenkomst tot samenwerking
is tot stand gekomen, gericht op de verzor-
ging der sociale en cultureele belangen van
de Nederlandsche arbeiders welke in Duitsch-
land werkzaam zijn.
Voor het tot stand komen der betreffende
overeenkomst was de toestand zoo, dat de
meesten der Nederlandsche werkers in
Duitschland lid waren van het ,,Arbeidsfront".
Dit hehandelde aldaar hunne belangen. Kwa-
men zij echter naar Nederland terug, dan
moesten zij, voordat zij de rechten/welke het
lidimaatsohap eener vakorganisatie hen geeft,
deelachtig konden worden, den gebruikelrjken
wachttijd doormaken, dan wel de achters^al-
llge contrihutie, over den tijd gedurende wel
ke zij in Duitschland waren, in eens aanzui-
veren. De eenige mogelijkheid om hieraan
te ontkomen was, dat zij in Duitschland zijn-
de, contrihutie aan het Arbeidsfront zoowel
als aan het N.V.V. betaalden.
Thans is bereikt, dat deze arbeiders in
Duitschland lid kunnen blijven van het N.V.V.,
dus van hun Nederlandschen bond. De werk-
.zaamheden van het N.V.V. ten behoeve der
leden, worden in Duitschland door het Ar
beidsfront waargenomen. Bij terugkeer in
Nederland beschikken alle leden van het
N.V.V. derhalve onverkort over hunne uit het
lidmaatschap voortvloeiende rechten. Dit is
ongetwijfeld voor alle arbeiders eene zeer be-
iangrijke verbetering.
Maar dat is nog niet alles. Als tweede
groote vooruitgang in hun lot is een plan voor
uitvoering gereed gekomen, dat beoogt den
Nederlandschen arbeider in Duitschland eene
cultureele verzorgihg te bieden, welke in vwl-
maakt Nederlandschen geest en sfeer zal wor
den gehouden.
Naast beschikbaarsteliing van goede Ne
derlandsche lectuur, zal dit worden verkre-
gen door het scheppen van een meet- eigen
omgeving en het bevorderen van een geeste-
lijk nauwer contact met ,,thuis". Zoodoende
wordt verwacht, dat de Nederlandsche wer-
ker in Duitschland zich voortaan deelgenoot
zal weten der eigen arbeidsgemeenschap.
Door het aanvaarden van werk over de gren-
zen, zal de verbinding daarmede niet meer,
zooals zulks voorheen veelal het geval was,
worden verbroken. De totstandkoming der
samenwerking tusschen de beide centrale
arbeids-organisaties in ons land en in Duitsch
land, beteekent eene schrede in de richting
van internationale ordening der arbeidsbetrek-
kingen, waarvan de beteekenis in de toekomst
aanmerkelijk kan worden uitgebreid.
In wezen is hiermede een aanvang ge
maakt met de vorming eener nauwe economi
sche samenwerking tusschen twee landen.
Eene economische samenwerking, welker uit-
breiding, ook over andere Europeesche lan
den, noodzakelijk is en reeds nu inderdaad als
komende voorspeld kan worden.
Een Nederlandsche speurdersgeschiedenis
door
FRANK VAN FALCKENOORT
(Nadruk verboden) 9
Op het gemeentehuis trof hij den burge-
meester nog aan, die al van een en ander op
de hoogte was gesteld. Aan dezen legde Koks
z'n plan uiteen: Als hij ddn of twee man van
de bouwpolitie mee kon krijgen, om de villa
eens van dlchtbij te bezien.
De burgemeester knikte toestemmend,
echreef de volmaoht en telefoneerde naar een
inspecteur van de bouwpolitie. Een agent
kon dan tevens meegaan.
,-Maar meer mannetjes kan ik niet missen,
hoor", zei het hoofd van de politie lachend,
,,je heht Teunder ook al in heslag genomen!"
,,We zullen hopen, dat het voor een korten
tjjd is, burgemeesteir."
Een kwartiertje later was de inspecteur
aanwezig, echter in een gemelijke stemming.
t Is beter, dat we tot morgen wachten",
zed hij, op z'n horloge ziende. ,,'t Is al over
half zes, dan gaat men de menschen niet meer
las tie vallen met..."
„Maar ik doe dit wel", interrumpeerde
Reeds in de volgende maanden zal hlijken,
dat de door het N.V.V. uitgewerkte verbete-
ringen ten opzichte van de sociale en cultu
reele positie der in Duitschland werkende Ne
derlanders, ook bij hen, die tot nog toe be-
zwaren tegen een vertrek naar Duitschland
deden gelden. andere gedachten kunnen op-
wekken. De vraag naar arbeidskrachten in
Duitschland is groot. In even groote mate
als van het oorlogsfront, is 't lot van Europa
afhankelijk van het arbeidsfront. En nu
het voorjaar nadert en Herhalve de tijd voor
een nieuw Duitsch offensief tegen het Bolsje-
wisme aanbreekt, moet de eisch, dat het
militaire organisme over alles wat bij hare
acties noodig is, aan het thuisfront, d.w.z. aan
het arbeidsfront, worden gesteld.
Bij de noodzakelijke uitbreiding van de ma-
teriaal-productie voor de komende veldsla-
gen zal dus een versterkt heroep op de werk-
kracht van alle bekwame arbeiders moeten
worden gedaan. En daar er in Duitschland
zelve geen ,arbeidsreserve aanwezig is, ligt
het voor de hand, .dat men zich zal wenden
■tot de omliggende landen. De Nederlandsche
arbeider wordt om zijne bekwaamheid en ijver
sterk gewaardeerd, zoodat verwacht mag
worden, dat ieder goedwillend landgenoot bij
aanbieding zijner werkkracbt onmiddellijk
van goed betaald werk in Duitschland ver-
zekerd kan zijn.
Zooals reeds boven gezegd: de lesultaten
door het N.V.V. verkregen, zullen hem het
nemen eener dergeljjke beslissing zeer ver-
gemakkelijken. Daarmede is echter nog niet
alles gezegd. Voor ons staat n.I. het volgende
vasthet ontworpen plan der oorlogsproduc-
tie is opgesteld en moet, daarvoor kennen wij
de leiding in Duitschland maar al te goed,
slagen. Men betaalt. er goede loonen en ver
wacht derhalve dat aanbieding van werk-
krachten geheel en al vrijwillig zal plaats
hebben. Men zal echter, indien het aanbod
van werkers niet aan de verwaohtingen mocht
beantwoorden, zeker niet sc-hromen om tot
dwangmiddelen over te gaan.
Nummer 1 is en blijft het productieplan.
Dit zal en moet slagen. Daarvoor moet leders
persoonlijK helang wijken. Men kan niet toe-
staan dat het lot van ons geheele werelddeel,
Europa, afhankelijk zou worden gesteld van
de willekeur of bijzondere voorliefde tot thuis
Koks. ..Dit geval kan geen dag langer wach
ten."
,,Maar", wierp de inspecteur nogmaals
tegen, ,,het zal die menschen hoogst onge-
legen komen. het is etenstijd".
,,Zooveel te beter", antwoordde de recher-
cheur onverstoorbaar. „Ze behoeven niet te
weten, dat we komen. Als we onverwacht,
op een ongelegen uur bij hen op het dak val
len, dan hebben- we de meeste kans iets te
vinden, als het er werkelijk niet pluis is."
Tijdens den rit van het Bloemendaalsche
gemeentehuis naar de Insulindelaan hoorde
Koks nadere bijzonderheden omtrent de villa-
en haar eigenaar. Hij, de inspecteur, was er
reeds een paar malen geweest in verband met
dien muur, die ze gebouwd hadden; dqt was
een klein halfjaar geleden.
,,Dus je hebt den eigenaar zelf gezien?"
vroeg Koks.
Zeker", luidde het antwoord, ,,hij is iemand
van Spaanschen adel en een maand of drie
geleden is hij hier komen wonen. Hij moet
taimelijk vermogend zijn, vandaar, dat hij dien
muur heeft laten bouwen."
,,En dat hek", meesmuilde de Mug. ,,'t Lijkt
wel een fort, waarin die vent zich heeft ver-
schanst."
Bij de villa gearriveerd, beval Koks den
agent even in de auto te blijven zitten. Moge
lijk kon het wel esn poosje duren, alvorens
het hek geopend werd en wie weet, mogelijk
waren ze reeds bespionneerd vcinuit een der
talrijke vensters. Koks trad met den inspec
teur, die eveneens in burger gekleed was, naar
het hek, dat ditmaal echter niet op slot was.
De rechercheur wenkte den agent en gedtrieer
betraden ze het breede tegelpad naar de twee
menschen, die op tuinstoelen onder een groote
blijven en afwachten van enkelingen. Dit moet
en zal ook ieder veirstandig mensch kunnen
begrijpen.
Nederlandsch-Indie.
De stand van zaken in Nederlandsch-Indie
spitst zich van dag tot dag scherper toe en
wel in dien zin, dat wij met den besten wil
van de wereld niet kunnen twijfelen hoe on-
gunstig het einde voor Nederland zal zijn.
De uiterste verdwazing waarmede de ge-
vluchte Nederlandsche regeerders besloten
het lot van ons koloniaal gebied, zonder dat
daarvoor ook maar de gei-ingste aanleiding
bestond, op de kaart van Engeland te zetten,
wordt wel uitermate zwaar gestraft. Er is in
de geheele geschiedenis nauwelijks een voor-
beeld te vinden van eene dergelijk misdadige
handelwijze, die, ingegeven door verblinden
haat, het lot van eigen goed en bloed meent'
te mogen offeren aan een verloren zaak.
Laten wij toch vooral goed voor oogen hou-
den, dat niet Japan aan Ned.-Indie, maar om-
gekeerd Ned. Indie aan Japan den oorlog ver-
klaarde. En dat nog wel, nadat Japan op on-
dubhelzinnige wijze en bij herhaling te ken
nen hee.ft gegeven, dat het niets anders van
Indie verlangde dan een normale diploma-
tieke verhouding.
Zien wij b.v. naar Indo-China, dan blijkt
direct, dat eene dergelijke verhouding moge
lijk en uitvoerbaar zou zijn geweest.
Men heeft zich echter zoo in de Engelsche
netten gevangen gegeven, dat ieder eigen en
gezond oordeel als het ware was verlamd.
Men handelde niet Nederlandsch meer doch
Engelsch. Een dergelijke grove en walgelijke
vorm van landverraad is in de geschiedenis
slechts tweemaal te vinden: in Rolen en in
Joego-Slavie. Beide landen richtten zich tegen
Duitschland, dat met hen slechts den vrede
wilde. Beide gaven willig gehoor aan de En
gelsche inblazingen en het is er beide dan
ook naar gegaan.
Is er eenige aanleiding om voor Ned. Indie
een ander, een beter lot te verwachten?
Helaas, hoe gaarne wij ook maar een stroo-
halm zouden vinden waaraan wij ons in onzen
laatsten hoop op redding zouden willen vast-
klampen, wij zien er geen.
Wellicht zien wij de zaken te somber. Wie
zal het weten? Maar wij kunnen ons op het
oogenblik onmogelijk vrij maken van de druk-
kende gedachte, dat Ned. Indie en het vader-
land binnenkort geen eenheid meer zullen
vormen. De enorme draagwijdte daarvan zul
len wij wellicht in een der volgende artikelen
nader belichten. Bij die gelegenheid zullen wij
dan tevens speuren of hier of daar, zij het dan
ook in andere richting, nog liohtpunten voor
ons volk te vinden zijn.
TE€HNISCHE HULP BIJ RAMPEN.
Organisatie van gespecialiseerde
vrqwilligers.
Aan den Klatteweg no. 1 in Den Haag is
sedert eenigen tijd een eeirvoudig bureau ge-
vestigd. Het is begonnen met slechts een
staf van drie man, die kort na de oorlogs-
dagen waar noodig de hulp aanboden van een
organisatie, die in Duitschland bergen nuttig
werk heeft verzet, doch in de afgeloopen
maanden is hieruit een organisatie uitge-
bouwd, die thans reeds haar vertakkingen
heeft over heel het land en afdeelingen in tal
van plaatsen. Een organisatie van gespecia
liseerde helpers, die zich vrijwillig beschik-
baar hebben gesteld om deskundige techni-
sche hulp te verleenen bij staking, bombarde-
ment, branden, dijkdoorbraak, mijninstorting
en andere rampen.
Hier en daar kwam de naam ,,technische
noodhulp" reeds over de lippen, zonder dat
een juist begrip omtrent het doel daarvan
aanwezig was. Een redacteur van het A.N.P.
heeft hierover wat meer vemomen in een on-
derhoud met dr. Fr. Beck, Hauptbereitsohafts-
ftihrer en leider van ide Befehlstelle Nieder-
lande der Teohnische Noihilfe.
De gedachte, die aan de Technische nood
hulp ten grondslag ligt aldus dr. Beck
Is voor Nederland waarlijk niet nieuw. Aan
het eind van den vorigen wereldoorlog, in
1919, toen sociaal-democratische en commu-
nisti'sche woelingen dreigden, werd onder
minister Jhr. Ruys de Beerenbrouck een ge-
lijknamige organisatie opgericht, die zich ten
diael stelde de voor het land vitale bedrijven te
beschermen tegen de eventueele gevolgen
daarvan. Later werd haar taak gedeeltelijk
overgenomen door den door generaal Duymaer
van Twist opgerichten vrijwilligen landstorm
en door de burgerwachten.
Ook in andere landen werden scortgelijke
vereenigingen opgericht. In Duitschland werd
de Technische Nothilfe op 6 Januari 1919 ge-
sticht. Haar noodzaak bleek daar meer dan
elders en zoo groeide zij er uit tot een mach-
tige hulporganisatie van de politie. Vooral
ook in vredestijd bewees zij haar bestaans-
recht en derhalve is zij door het nationaal-
socialistische bewind niet alleen overgenomen,
maar zelfs krachtig gesteund. Vrij lang nog
na 1919, tot omstreeks 1924, hebben de orga-
nisaties in de verschillende landen contact
onderhouden.
Naar de mate het gevaar voor troebelen
afnam, werd de behoefte aan preventieve
maatregelen echter minder gevoeld en lang-
zaam aan is men elders en ook hier ingesla-
pen. Totdat de gebeurtenissen van het vorig
jaar te Amsterdam het nut daarvan voor
Nederland opnieuw hebben aangetoond. Men
kan dergelijke ondoordachte handelingen nu
wel den kop indrukken met den mitrailleur
of door het cLfkondigen van den staat van he-
leg, maar dat alles kost bloed. En bloed is
kostbaar. Daarom hecht de Duitsche ovpr-
heid meer waarde aan maatregelen tegen
politieike sttaking, waardoor de betrokkenen
tot het inzicht komen dat resultaat van hun
optreden bij voorbaat is uitgesloten. Mede
hierin ligt de reden, dat de Technische nood
hulp tot nieuw leven is gewekt. Bovendien
wordt daardoor de gemeenschap gediend,
want bij een normaal functionneeren van
water-, gas- en electriciteitsbedrijven hebben
zoowel de overheid als het transportwezen
de voedselvoorziening en de huisvrouw he
lang.
Bepalen wij ons voorloopig tot de gegeven
omstandigheden, dan ligt de preventieve wer-
king van de technische noodhulp vooral hier
in, dat deze organisatie over een groot aan-
tal vrijwilligers beschikt, die uit tioofde van
hun werkkring en verdere.instructie in staat
zijn de opengevallen plaatsen onmiddellijk in
te nemen en storingen op te heffen. Het zijn
meerendeels technische werkers uit de vrije
beroepen en uit groote fabrieken: bankwer-
kers, loodgieters, smeden, electriciens, tim-
merlieden, metselaars, grondwerkers enz.
Ook in. ander opzicht heeft de technische
noodhulp thans nog een belangrijke bijzon
dere taak en wel met het oog op eventueele
luchtbombardementen. Daarmee moet theo-
retisch en practisch toch steeds rekening wor
den gehouden.
Bij dergelijke bombardementen worden ge-
bouwen en machines vemield en menschen
gedood, ofwel er treden storingen op, arbei
ders worden gewond of krijgen een zenuw-
schok. De technische noodhulp zorgt in der
gelijke gevallen direct voor breek- en herstel-
werkzaamheden en kan een hoeveelheid per-
soneel inzetten om het bedrijf gaande te hou-
den. Vanzelfsprekend wordt deze hulp slechts
verleend zoolang dat noodzakelijk is en wordt
het vrije bedrijf geen concurrentie aange-
daan, noch getreden in de bevoegidheid van
andere .diensten.
Dit in te zetten personeel kan deels afkom-
stig zijn uit bedrijven groote industrieen
beschikken door hun ploegenstelsel over een
reserve anderdeels bestaat het uit de vrij
willigers, die zich bij de organisatie hebben
aangesloten.
Deze manschappen worden geregeid ge-
oefend en zijn uitgerust met modern gereed-
schap: lasch- en snij-apparaten, zuurstofcylin
ders, gasmaskers, automatische zagen, kortom
alle mogelijke materiaal voor metaal en hout-
hewerking, grondwerk enz. Dit gereedschap
is van uniform model, zoodat hulpverleening
overal kan plaats hebben. Bij oefening en
practisch werk dragen de mannen pionier-
kleeding.
De organisatie.
De plaatselijke groepen zullen hestaan uit
een afdeeling, die in de plaats zelve optreedt
en een tweede afdeeling, die als mobiele
colonne binnen de eigen provincie, ten hoog-
ste daarbuiten binnen de landsgrenzen, kan
worden ingezet. In verband daarmee zijn wij
van plan alle afdeelingen uit te rusten met
vrachtauto's voor het vervoer van merschen
en materieel.
Op de vraag hoever men met de organisatie
gevorderd is, antwoordde dr. Beck:
De technische noodhulp telt thans reeds 70
plaatselijke afdeelingen. Deze loopen al aar-
dig en eenige weken geleden zijn de districts-
leiders en hun medewerkers ge'instrueerd.
Vooral meldden zich velen en dat is merk-
waardig uit den kring der vroegere bur
gerwachten. Wel een bewijs, dat men de
waarde inziet van dit instituut.
Politieke voorwaarden zijn aan toetreding
niet verbonden, integendeel, iedere politiek
wordt geweerd. Daar de organisatie geheel
uit vrijwilligers bestaat, wordt in het alge-
meen voor hulpverleening niet betaald. Alleen
indien er sprake is van verlet b.v. bij rampen
van catastrophalen omvang .wordt het ge-
derfde loon vergoed. Degenen, die toetreden,
betalen naar draagkracht een kleine bijdrage,
een gemiddelde werkman ongeveer een kwar-
tje per maand. Plaatselijk worden groeps-
huizen ingericht. De onkosten worden. ver-
der bestreden uit bijdragen van staat, ge-
meenten en alleen-contribueerende leden. De
manschappen zijn volledig verzekerd tegen
ongevallen' en de gevolgen daarvan.
Het is de bedoeling aldus hesloot dr.
Beck dat de technische noodhulp een zui-
ver Nederlandsche vereeniging is. waarvan de
leiding hij de plaatselijke groepen nu reeds in
Nederlandsche handen ligt.
parasol op het gazon voor het huis zaten te
lezen.
Zoodra de drie mannen binnen het hek
waren, keken de beide bewoners op en aan
Koks scherpe oogen ontging het niet, dat de
bewoner dadelijk z'n hand uitstrekte en lang
op iets drukte, dat midden op den tuintafel
was ibevesigd. Natuurlijk een electrische schel,
dacht Koks. Toen ze bij het gazon waren,
stond de man terstond op. De vrouw bleef
zitten.
De inspecteur nam het woord en zoodoende
had Koks de gelegenheid het tweetal op te
nemen. De man was ongetwijfeld een Zuider-
ling, dat verried zijn gansche gelaatskleur,
dat ondanks de fijnbesneden trekken een
zekere sluwheid vertoonde, vooral als die ge-
legenheidslach, zooals nu, op zijn gezicht
kwam. De dame naast hem, die alleen maar
haar oogen opgeslagen had van het boek,
waarin ze schijnbaar had zitten lezen, was
evenmin een Nederlandsche en geleek veel op
den man. Hij dacht aanvankelijk, dat het een
zuster was van den villa-eigenaar, maar deze
stelde haar voor als zijn vrouw.
,,Als U een oogenhlikje wacht, zal ik de
papieren laten halen, dan kunt U zich er van
overtuigen, dat alles kortgeleden gecontro-
leerd en in orde bevonden is. Indien de heeren
zoolang plaats willen nemen."
Hij wees met een bevallige beweging van
z'n hand ieder een tuinstoel aan, drukte toen
tweemaal kort achtereen op een electriscihe
schel, die, zooals Ko'ks constateerde, verbin
ding had met een loodkabel, die in den grond
verdween.
Even later verscheen er iemand in een rood
gestre'ept jasje. Koks vermoedde, dat het zoo-
lets als een huisknecht was. De edeiman
MOBIIISATIE VAN ARBEIDSKRACHTEN.
De „Telegraaf" herinnert er aan dat on
middellijk na het beeindigen der krijgsver-
richtingen hier te lande tal van ondernemin-
gen zich voor de noodzakelijkheid zagen ge-
plaatst een deel van haar personeel te ont-
slaan. Dit werd haar voorshands belet door
de ontslag-verordening-Winkel manHet was
echter te voohzien, dat de last, welke door
deze verordening op de bedrijven werd ge-
legd, slechts van tijdelijken aard kon zijn.
Eenigen tijd later werd de z.g.n. wacht-
geldregeling ingevoerd. Vanwege het depar-
tement van Sociale Zaken werd en wordt
nog den bedrijven een variabel subsidie
verleend op het wachtgeld. dat de onder-
nemer zijn overtollig personeel betaalt. De
band tusschen bedrijf en arbeiders Sverd dua
niet verbroken, hetgeen velerlei voord^elen
voor alle betrokkenen had.
Daamaast bestaat nog een tweede soort
steun. Het is de onder toezicht van het de-
partement van Handel, Nijverheid en Scheep-
vaart verstrekte onderlinge hulp van bedrijfs-
genooten in verband met onderbezetting in
een geheelen bedrijfstak.
Door deze maatregelen is een semi-perma-
nente ,,onzichtbare" werkloosheid ontstaan,
waarvan de omvang niet precies is vast te
stellen. Zij wordt uiteraard nog vergroot door
het aantal werknemers, wier loon door de
ondernemingen wel is v/aar voor eigen reke
ning ten voile wordt doorbetaald, doch voor
wie onder de omstandigheden geen volledige
dagtaak meer te vinden is. Bij een onder-
zoek naar de grootte van deze onzichtbare
werkloosheid, waarin uiteraard vele onnauw-
keurige gegevens zijn verwerkt, kwam men
•eenigen tijd geleden tot een ruwe schatting
van 75.000 a 100.000 personen.
Een schrijver in ,,Das Reich" is van oordeel.
dat ingrijpen van hooger hand niet kan. utt-
blijven om de stille arbeidsreserves aan den
•dag te doen treden. En, is de ,,Tel." wel inge-
licht, dan ligt dit ook in Nederland in de be
doeling. Het meest voor de hand liggend is de
maatregel de mogelijkheid daarvan hoor-
den wij reeds opperen dat het subsidie op
■de wachtgelden wordt stopgezet. De hierdoor
getroffen werkrach*en zouden dan automa-
tisch als werkzoekenden bij de arbeidsbureaux
terechtkomen.
Hierbij zou het natuurlijk niet kunnen blij
ven. Het is de vraag, of zich bij deze vrijge-
komen werkkrachten voldoende arbeiders be-
vinden, die in aanmerking komen om naar
Diuitschland te worden gezonden. De schrijver
in ,,Das Reich" ziet de definitieve oplossing
Van het Duitsche arbeidsvraagstuk in om-
scholing der arbeiders en rationalisatie der
bedrijven, r
Van Duitsche zijde is dezer dagen nog be-
toogd, dat zeker de Nederlandsche oud-mili-
•tairen den moreelen plicht hebben, zich
voor zoover zij thans geen werkkring hebben
- aan te melden voor werk in Duitschland.
DE RIJKSCOAEVnSSA RIS ONTVANGT
DEN HEER W. JANKE.
De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied, Rijksminister dr. Seyss-
Inquart, heeft Dinsdagmiddag den vroegeren
leider van de persafdeeling van het Rijks-
commissariaat, Pressedezement W. Janke
ontvangen, die aan het begin van de maand
in verband met een reorganisatie der werk-
zaamheden van de perspolitiek zijn vroegere
functie heeft neergelegd, om terug te keeren
naar zijn ouden werkkring bij het minlsterie
van buitenlandsche zaken. De Rijkscommis
saris heeft jegens zijn vroegeren Pressedezer-
nent zijn dank en erkentelijkheid ukgesproken
voor het feit, dat hrj zich aan hem eind Mei
1940 hij de vestiging van het Rijkscommis-
sariaat met toestemming van zijn superieuren
ter hesc'hikking stelde, om de persafdeeling
van het Rijkscommlssariaat te organiseeren
en daarmede de grondslagen te leggen voor
een systematische Duitsch{Nederlandsche
Samenwerking in de perspolitiek. Hij heeft in
de hem opgedragen functie ruim anderhalf
jaar lang belangrijk en succesrijk werk kun
nen verrichten, waarbij vooral moet worden
gewezen op de door hem gestichte en geleide
dagelijksche persconferentie.
DAG VAN DE DUITSCHE POLITIE
OP 14 EN 15-FEBRUARI.
Als onderdeel van het oorlcgswinterhulp-
werk van het Duitsche volk wordt 14 en 15
Februari de ,,Dag van de Duitsche politie"
gehouden. In Nederland en vooral in de
steden, waar Duitsche politietroepen liggen,
zullen deze dagen geheel worden beheerscht
door dit groote, nationale werk. Evenals
vorig jaar zullen ook ditmaal de mannen in
de groene uniform geheel hun vermogen en
ijver er op zetten om aan de Nederlandsche
bevolking eenig begrip te verschaffen van
dit sociale en gemeenschapswerk.
Wij brengen in herinnering, dat vorig jaar
de bevelhebber van de Ordnungspolizei, gene-
raal-maioor der politie Schumann, op dezen
dag 83.000 mark aan het oorlogswinterhulp-
werk heeft kunnen afdragen.
DE BETALING VAN DEN
KINDERBIJ SLAG.
De persdienst van het N.V.V. schrijft ons:
Tot nu toe bes'ond er twijfel of wachtgel-
ders, die reeds op 1 Januari 1941, den datum
waarop de kinderbijslagwet in werking is ge
treden in het genot van wachtgeld waren,
recht op kinderbijslag hadden. Blijkens een
mededeeling van het vereveningsfonds aan. de
haalde een sleuteltje uit z'n vestzak en gaf
dat aan hem met een paar onverstaanbare
volzinnen.
Toen de man weer naar binnen was gegaan
verontschuldigde de eigenaar zich. ,,Neemt U
me niet kwalijk, heeren, dat ik in m'n moe-
dertaal sprak, maar Jose, m'n bediende, ver-
staat geen Hollandscih."
,,U bent geen Nederlander?" liet Koks zich
nu voor den eersten keer hooren.
„Neen", antwoordde de ander glimlachend,
,,althans niet van afkoimst. Ik ben namelijk
een Spanjaard, evenals m'n vrouw en m'n
personeel. Door den burgeroorlog in mijn
vaderland was ik genoodzaakt om vier jaar
geleden, met achterlating van mijn onroeren-
de goederen, de vlu.cht te nemen."
,,U schijnt er anders niet veel schade door
geleden te hebben", merkte Koks droogjes op.
,,Ik had tevoren reeds m'n geld en kost-
haarheden in veiligheid gebraciht", pareerde
de andere beminnelijk.
,,U bent dus in het begin van den Spaan
schen burgeroorlog in ons land gekomen",
ondervroeg Koks verder.
Inderdaad. Zooals ik U reeds zei, woon ik
taans reeds vier jaren in Uw schoone land."
,,Zoo", vroeg Koks onverstoorbaar verder,
,,ik meende, dat U nog maar sedert enkele
weken in Aerdenhout woonde."
,,Voordien was ik in Noordwijk woonachtig,
mrjnheer."
Op dit oogenblik kwam de huisknecht terug
met enkele papieren. welke hij met een bul
ging op de tafel deponeerde. De villa-eige
naar overihandigde deze papieren met een even
hoffelijke huiging aan den inspecteur. Deze
bezag ze nauwkeurig, las ze een voor £en nog
eens door en knikte.
Alles is in orde, mijnheer. Het spijt me,
dat we U lastig moesten vallen, maar dienst.
nietwaar
Natuurlijk!" De Spanjaard stond, als
steeds met een gelegenheidslach op zijn ge
zicht, op, ten teeken, dat het onderhoud ge-
eindigd was.
Koks was echter lang niet tevfeden, maar
om geen argwaan te wekken, nam hij even
kalm en beleefd zijn hoed af als de inspecteur.
In de auto brak hij echter los. „Wat ben
ik nu opgescihoten We zijn niet eens in het
huis geweest."
,,Wat kan ik daar aan doen?" vroeg de in
specteur sehouderophalend. Alles is in orde,
kort geleden tot in de kleinste details nage-
zien. Ook de muur is geheel in orde."
jDaar ben ik anders nog niet zoo zeker
van", bromde Koks.
,,Ik zou niet weten, wat sr aan zou man-
keeren", weerlegde de ander, „Alles is precies
volgens de voorscririften uitgevoerd."
,,Maar heeft men dan nooit de verwonde-
ring uitgesproken over het feit, dat er zoo'n
'hooge, massieve werd opgetrokken om die
villa?"
vZeker, maar dat is tenslotte onze zaak
niet. Zulke lui hebben meestal van die eigen-
aardigheden. Bovendien had deze man een af-
dcende reden. In z'n villa in Noordwijk was
tweemaal ingebroken en dit risico wilde hij
ondervangen, daarom had de touwpolitie niet
het minste b-ezwaar tegen dezen muur."
Koks dacht even na.
,,'Hoe heet die vent?" vroeg hij piotseling.
Alvarez of d'Alvarez of zooiets, met Don
ei voor. Het is zooiets als een titel voor een
Spaanscfien edeiman."
(Wordt vervolgd. i