Ter Neuzensche Courant
ABDIJSIROOP
Strijd en Overwinmng
Binnenland
-fagfiJ7
ASTHMA. BORST-
BEHAUWDHE/D.
y rijciag 12 Decsmber 1941
No. 10.305
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
Dr. Burmesters
AKKER'S
HET BEHOUD EN DE ONTWTKKELLNG
VAN NEDERLANDSCHE CELTT UR.
!s //ereIds beste Hoestsiroop
VAN
WAAROM MET DUITSCHLAND VOOR
MEUW EUROPA?
In liet land der blinden was eenoog Koning.
Hij was een despoot, die alle landen regeer-
de, onderwierp, ten gronde richtte. Hij was
de versplintering der krachten, de minach-
ting, de afbraak, coneurrentie, tegenwerking,
uitputtlng.
Hij was de saboteur op groote schaal; alle
landen en alle volken, alle menschen zijn
stukgemaakt eh vernield, de arbeidskrachten
waren alecht verdeeld, er werd gestreden, er
werd gehaat.
Zoo kwam het, dat in ,het Oude Europa
werkloosheid heerschte, dat het eene volk niet
wist waar het zijn producten laten moest,
terwijl het volk, dat er naast woonde, ont-
beren moest, omdat het arm was en de pro
ducten het levensbrood niet koopen kon.
Het eene land werd uitgebuit, leeggehaald,
uitgeput.
Het andere land liet rgke voorraden onge-
bruikt, renteloos liggen. En tusschen deze
tegenstellingen, deze harde tegenstrijdig-
heden, stonden de twee duivelsche machten:
Kapitaliame en bolsjewisme; stookten op,
kochten menschen, landen, speelden mensch
tegen mensch, volk tegen volk, tegen elkaar
uit tot dat eene, gruwelijke doel: vemietiging
en uitbuiting.
Verrijking der kapitalistische monopolisten
en hun aanhang.
"Vemietiging van alle landen tot geschikt
arbeidsveld voor de bolsjewisten. In armoede
en ontbering, moeheid en lamgeslagenheid,
groeiende ontucht en opstand, verbittering,
verzet, werden de bolsjewistische gedachten
uitgestrooid en zij vonden ingang.
Europa, het werelddeel met het rijkste
verleden, was het armzalige speelveld gewor-
den van machten, die in barbaarschheid en
duivelsche genialiteit, niet voor elkaar onder-
deden.
Er werd gegeten van Europa, er zou wei-
nig meer overblijven. Het was murw, klaar
gemaakt voor de revolutie, de opstand van
het proletariaat; volk van Europa, uitgebuit
en vertrapt door de kapitalisten, de dood
ingejaagd voor de communistische idee.
In dit beestenspel speelden alle. landen mee,
ook ons volk, ook ons land.
Het land der blinden was Europa.
Het land der goedikobpe clowns en paljas-
„BIJNA VANZELF".
De nasieep van den vorigen oorlog moot
ons schrijft dd N. R. Crt. tot leering ziju.
Men heeft gezien, hoe onderliggende na. s
werden geisoleerd en hoe degenen, die het
voor het zeggen hadden, zich binnen muren j
van veronderstelde veiligheid terugtrokken.
De verliezers moesten zichzelf maar zien te j
redden, de oferwinnaars zorgden voor zich- j
zelf. De Volkenbond had althans in aanleg
nog tot het algemeene belang kuimen dienen. I
Het hemd was echter nader dan de rok. Toen
de eerste
Het zal dan echter weldra blijken, dat zal
het Oosten-' spoedig grondstoffen en levens-
rniddelenoverschotten leveren. de oeconomi
sche k.ach en van geheel Europa moetei) j
worden gecombiijeerd. Er zullen arbeids-
krachten noodig zijn in een mate, welke de
zorg voor werkloosheid verdrijft. ,,De onder-
nemers in het Westen behoeven maar te be-
sluiten over te schakelen en hun plaats in de
nieuwe orde te zoeken".
Dr. Ungewitter beschrijft, hoe de grootte
van de behoefte der Oostelijke streken en de
Europeesche eisch tot verhooging van
prestatie gemeenschappelijk
werken in
in den Volkenbondsstaatsierok -- i prestatie gemeen»c.ua,ypoiijxY
gaten vielen, stond het Rritsche Rijk spoedig j^ckting" Van zoo groot mogelijke uniformee-
in het hemd van de overeenkomst van Ottawa, j rjng. van de productie door seriefabricage,
T-, tit hphhpn later ook de z.g. Oslo- j normaij3atie en typiseering", zoodat een ,,ra-
tionalisatie in den grootsten stijl' tot stand.
sen.
Ben groot circus, 'met ontelbare dooden-
sprongen, aangekondigd door doortrapte,
bloedgierige dierentemmers.
Maar het is zoover gekomen, dat een sprong
te lang duurde en de menschen kwamen onder
de ban uit, werden wakker, beseften hoe lang
zij vastgehouden en bed'rogen waren.
Er stond een land op; het eerste land dat
gehuiverd heeft voor den doodensprong, om
dat het wist wat het was, omdat het wakker
was. Het eerste land, dat er tegen gevochten
heeft en ook gewonnen heeft, deze *verbeten
strijd, op leven en dood.
Toen het sterk genoeg was, om alle bedrog
inedn te slaan, heeft het dit gedaan.
Land na land kreeg leed en pijn te dragen,
land na land leerde vechten voor zijn leven.
Maar het is nu eenmaal zooin pijn en bloed
wordt het beste geboren, dat een volk bezit-
ten kan, de wil, de helderheid van geesrt. de
goede, klare gedachte, het wakker zijn. van
alle volken van Europa.
En nu.. staan alle volken van Europa naast
6lkdi8>r>
Langzaam, langzaam aan leeren zij elkaar
zien in de juiste verhoudingen, met weder-
zrjdsche waardeering, met achting en liefde.
Zij leeren streven naar 66n doel: de grootheid,
de frischheid, de hoogte en adel van Nieuw-
Europa. i
Alle krachten zullen werken voor dit eene
doel alle voorraden zullen uitgeput worden,
eerlflk zal de verdeeling der werkkrachten
en producten zijn, geen coneurrentie, alleen
steun en samenwerking, eendracht.
Vechtend voor de gedachte van Nieuw-
Europa, die in het streven van ieder volk
gpart, omlrjnd en belichaamd is, en daarin
tot den hoogsten bloei komt, zal Europa rijk
worden en goed!
De vermolming is afgebroken.
Eik volk staat los en vrjj, onbevooroordeeld,
bevrijd van den zwaren doodzwaren last, die
op hem drukte, maar, gericht.
Samen trekken de landen op met Duitsch-
land, het sterkste volk, dat de wegen weet
naar het paleis van de vijand, dat weet hoe
er gevochten moet worden en geleden, hoe er
ontbeerd moet worden voor een ideaal: Het
verlossen van zichzelf en alle volkeren van
Europa uit de slavemij en het verbranden der
laatste heerenhuizen, gebouwd uit de pijn van
de slaven.
Niet naast elkaar, maar in elkaar, verbon-
den door den gedachte, trekken wij op, vech
ten wij.
Achter ons slaat de rook neer van de oude
puinhoopen, de brandstapels van onS leed en
verdrieV onze moeheid.
Wij gaan vooruit, wij menschen van Neder-
land, met* Duitschland voor Nieuw-Europa.
Met alle volkeren van Europa naar Nieuw
Europa!
Eendracht maakt macht, is niet te verslaan.
In dien trant hebben later ook de z.g.
staten de eigen hulp beproefd. Het Duitsche
Rijk echter begon zijn moeilijkheden eerst te
overwinnen, toen het met de staten van Zuid-
Oost-Europa de verzorgingsgemeenschap ging
vormgn, welke zich sedert het uitbreken van
den oorlog over een groot deel van Europa
heeft uitgebreid.
Op deze manier zijn zich de eigenlijke ge-
bieden gaan afteekenen, welke met elkander
in oorlog zijn. Zoo zien we ook, hoe na de
uitbarsting van het conflict in den Stillen
Oceaan, de eene Zuid-Amerikaansche repu-
bliek na de andere zich, ondanks soma diep-
gaand meeningsverschil en verklaarbaar wui-
trouwen, solidair verklaart met de Vereenig-
de iStaten. Deze en dergelijke historische,
oeconomische en geografische ineensluitingen,
waarvan vrijwilligheid of noodgedwongenheid
zich niet meer laten onderscheiden, schrijven
ook de organisatleproblemen voor de toe-
komst aan den wand. Wij mogen niet meer
aannemen, dat dit alles van voorbijgaanden
aard is. Dit wil 66k in vredestijd worden be-
stendigd en dan ook reeds nu temidden van
den oorlog, in wijder perspectief worden
bezien.
Het verloop van den oorlog laat de proble-
men ook nog steeds uitdijen. Veronderstel
dat lEngeland in vredestijd met Hitler's Ost-
politik had ingestemd. Het is geenszins on-
denkbaar, dat onder dergelijke omstandig-
heden de Levensruimte een beperkter begrip
gebleven ware dan nu de tegenstelling zoo
onverzoenlijk gebleken is, dat ook de eerste
resultaten van den strijd het Britsche Rrjk
niet tot andere gedachten hebben kunnen
brengen.
Indien de onbeschutte positie van het
Duitsche Rijk de behoefte aan de consolidatie
van een Europeeseh verzorgingsgebied liet
opkomen, dan eischt, onder den druk der
wereld-historische ontwikkeling, dit verzor
gingsgebied zelf weer verdere afronding, op-
dat een waarlijk weerkrachtig homogeen ge
heel worde bereikt.
De reusachtige landmassa van Oost-Europa
beteekent in den zin der Duitsche politiek
met haar bodemschatten en vruchtbaarheid
de natuurlijke aanvulling van het overbe-
volkte en ver geindustrialiseerde Westen van
Europa. ,,In de mate, voegt Dr. C. Ungewit
ter, de Rijksgevolmachtigde voor de chemie,
daaraan in een artikel in Europa-Kabel toe,
waarin dit opene Oostland, dat onbegrensd
ergens in de wijdten van Azie overgaat. met
de Europeesche oeconomie samengroeit, be-
staat de waarborg voor een gestadige uit-
breiding en opwaartsche ontwikkeling.''
komt en ruimte-kartellen met overeenkom-
sten over capaciteit en vastlegging van prij-
zen en winst vanzelf tot stand komen.
„.De overeenbrenging van de wetgeving en
de bestuursmaatregelem in Europa, met in het
bijzonder de opheffing van "in-, uit- en door-
voerbelemmeringen, staat dan niet aan het
begin van de nieuwe Europeesche orde. maar
is een noodzakelijk gevolg van den meuwen
oeconomischen opstoot."
De organisatorische nieuwe ordening van
Europa zou tientallen jaren noodig hebben,
wanneer zij door verdragen tusschen staten
en particuliere industrie-overeenkomsten
moest tot stand komen...... De van den op-
bouw van het Oosten uitgaande magnetische
aantrekkingskracht echter is toereikend, om
hetzelfde op veel korter termijn min of meer
automatisch tot stand te brengen."
Daaraan verbindt Dr. Ungewitter de op-
merking, dat in de eerstvolgende jaren het
zelfbehoud van Europa ertoe dwingt, al het
andere achter te stellen bij de eene gemeen-
schappelijke taak om van het Oosten zoo
spoedig mogelijk de korenschuur en het
grondstoffenpakhuis van Europa te maken.
In het optimisme, dat den technicus verraadt,
voor wien de politieke zwarigheden nauwelijks
beteekenis hebben, schrijft hij: ,,De nog van
buiten uitgeoefende druk, de afsnoering van1
overzee en later het gebrek aan scheepsruimte
zorgen ervoor, dat alien elkander van zelf
vinden". „lin welken omvang in de toekomst
in Europa een gelijkschakeling tot stand te
brengen is, hoe de verschillende .instelilngen
van'de afzonderlijke landen aan elkander moe-
ten worden asmgepast, dat is geen moeiliike
kwestie meer". ,,Alle organisatorische vraag-
stukken lossen zich haast vanzelf op". Een
gemeenschap ontstaat uit een gemeenschap-
pelijke taak. Zoo zullen ook de verschillende
landen van Europa ondanks alle scheidende
verschillen van het verleden door de gemeen-
schappelijke taak in het Oosten tot een een-
heid worden samengelascht".
Maar hij laat het niet bjj deze algemeene
opmerkingen. Reeds schetst hij in groote
ljjnen het plan voor deze oeconomische ver-
overing van het Oosten, want ,,zonder plan
en zonder urgentieprogramma zou alles uit-
vloeien 'en alle werken In het eindresultaat
vruchteloos blijven".
Roman van HANS HIRTHAMMER
(Nadruk verboden) 40
En nu in het halfduister van de zaal, be-
merkte 'Lorenz plotseling, dat er in het ge-
zicht Van zijn ouden sohoolkameraad iets
veranderd was. Het leek hem plotseling
zeldzaam onsympathiek, bijna afstootend in
de onverzadigdheid van zijn afgeleefde trek
ken. Zijn mond had iets cynisch, donkere
kringen lagen onder zijn oogen en het felle
voetlicht van het tooneel gaf zijn gezicht iets
vaals en ziekelijk bleek.
En eensklaps besefte Lorenz, dat Meissner
hem niet uit hartelijke gevoelens van vriend-
schap, niet uit persoonlijke sympathie in zijn
huis had opgenomen, maar uitsluitend in een
behoefte aan wat abiding voor zijn verslapte,
oververzadigde zenuwen. Hij diende dezen
geblaseerden man eentvoudig als amusement.
Wat een sensatie, nietwaar, om een verloopen
schoolmakker van de straaf op te rapen, hem
in een keurig pak te steken en hem aldus uit-
gedost aan de verbaasde wereld te laten zien!
Lorenz voelde hoe het bloed hem naar het
hoofd steeg. Hij walgde van zichzelf. Dat
Overigens wil hij ook geen vastlegging tot
in kleinigheden; waaraan hij denkt is begren-
Ti-ng en bepaling van de voomemens tot het
uitvoerbare om zoodoende krachtsverspilling
te voorkomen en de hoogst mogelijke prestatie
bij zoo vlot mogelijken gang van zaken te
verzekeren. Het eerst komt de ontwikkeling
van het verkeersnet, de bodembewerking .en
de winning van steenkool en energie. De uit-
voering van de daaruit voortvloeiende op-
gaveh kan reeds aan de vrije werkzaamheid
van voor zichzelf verantwoordelijke zeifstan-
Idige ondememers worden overgelaten. De
heele verdere -ontwikl*oling heeft men in de
hand, wanneer men maar nauwkeurige richt-
lijnen voor de verdeeling van de grondstoifer
vaststelt.
hij zich ook maar een oogenblik zoo had kun
nen Vemederen om deze beschamende rol op
zich te nemen! Het liefst zou hjj direct en
zonder een woord ten af sche id zijn weg ge-
gaan, maar dat zou op een vlucht hebben
geleken en een paar woorden ter ophelde-
ring en als dank was hij Stomp wel schuldig.
Nauvfrelijiks echter waren zij, na het weg-
sterven ivan het slotaccoord, van hun plaats
opgestaan, of Lorenz begon te spreken.
„Ik heb bij me zelf anders overlegd. Het
was heel vriendelijk van je, Stomp, maar ik
wil nu toch niet langar beslag op je leggen."
,jH6, wat is dat nu weer voor..."
,,Doe geen mqeite, Arno!, Ik... het gaat
nu eenmaal niet. Je hebt het ongetwijfeld
goed bedoeld en ik dank je ook wel voor je
gastVrijheid, maar sta mij dan nu ook toe,
dat ik afscheid van je neem en weer terUg-
keer op den weg, dien ik voor den juisten
houd. Je pak en de rest zal ik je terug zen-
den."
,,Je bent krankzinnig. Heb je ooit in je
leven zoo'n idioQt gezien! Kom mee, kerel.
een flinke rumgrog of zoo zal je wel weer op
de been helpen..."
„Nee, laat me! Je zult me nu niet meer
overhalen! M'n hemel, voel je dan niet, wat
er Voor imij op het spcl staat'? Dat tk alles
In gevaar breng, wanneer ik niet nu, direct
aan dit heele dwaze intermezzo een eind
maak? Ja zeker, dwaasheid was het, anders
niet." -
„Dan kan ik er ook niets aan doen!" ant-
woordde Meissner schoudecophalend, terwij!
hjj naar het gardaroberegu in zijn vestzak
grabbelde. „En wat moet ik nu met die twee
vrouwem beginnen? Dat heb jij... kijk, daar
BINNENLANDSOH OVEBZICHT.
De leuze die gedurende de laatste dagen
het volk van Nederland opriep om zich met
Duitschland te scharen tegen het Kapitalis-
me, heeft eene diepe beteekenis.
In. de afgeloopen eeuw werd het tijd-
wereldbeeld door het kapitalisme beheerscht.
De resultaten ervan zijn volkomen negatief
gebleken. Het mocht er niet in slagen de vol
keren der aarde blijvend een gelukkig bestaan
te bieden. Wat de oorzaak daarvan moge
zijn zullen wij hier niet nader ontwikkeleh
Genoeg zjj te kunnen vaststellen, dat de tijd
voor het kapitalisme yoorbtj is en dat het ge-
doemd is te verdwrjnen.
Reeds lang geleden werd de strijd tegen het
kapitalisme ingezet. Omstreeks de eeuws-
wisseling heeft het marxisme er den strijd
tegen aangebonden, later gevolgd door hen,
die de volksche gedachte voorstonden.
Beide ideologien vonden elkaar helaas niet
in den strijd tegen den gemeenschappelijken
tegenstander, tengevolge van her feit, dat
het marxisme zich hoe langer hoe meer den
klassestrijd tot standpunt koos, tegenover
het volksche beginsel, dg.t zich juist daar-
tegen richtte en de eenwording van alle vol
keren van Europa nastreefde, opdat deze
sterke eenheid zich tegen het kapitalisme
zou kunnen keeren.
Dank zij deze verdeeldheid wist het kapi
talistische stelsel zich langer te handhaven,
hoewel reeds sedert lang duidelijk was, dat
het voetstuk -waarop het rustte door en door
vermolmd was.
Thans is dan toch eindelijk een ander tijd-
perk ingeluid. De strtfd tusschen de beide
anti-kapitalistische groepeeringen is beslecht
ten gunste van die, welke de volksche ordening
voorstaat, zoodat eerst nu de eigenlijke eind-
strijd kan worden ingezet.
Daarbrj is het juiste inzicht van het Neder-
landsche volk een belangrijk element voor het
bereiken van een uiteindelijk gunstig resul-
taat. Tot dit juiste inzicht behoort allereerst
de overtuiging. dat het geheele volk recht
heeft op alle rijkdommen door volkschen
arbeid tot stand gebracht, op de rijkdommen
"van den bodem zoowel als op de rijkdommen
welke de industrieele bedrijvigheid afwerpt.
Men moet inzien, dat het dwaasheid is. dat
van deze schatten slechts een klein deel der
volksgemeenschap zou kunnen profiteeren.
Het geheele volk zal vruchten mogen pluk-
ken van hetgeeu door het geheele volk wordt
voortgebracht.
Dat is practisch Socialisme.
En zooals het is ten aanzien van de Neder-
landers in Nederland, zoo zal het ook moeten
worden in de verhoudingen tusschen de lan
den »van Europa onderling, waarbij Duitsch
land de leiding zal hebben.
Indien het zoo gezien kan worden zal ieder
rechtgeaard Nederlander gaame instemmen
met de leuze: „Met Duitschland tegen het
Kapitalisme" en aan de verwezenlij king daar
van naar krachten bijdragen. Als direct uit-
vloeisel daarvan is dan de nieuwe eisch:
..Met Duitschland voor een nieuw Europa
volkomen begrijpelijk geworden.
Ned.-Imdie bedreigde om -een maatregel als
het afkondigen van den staat van beleg te
Wettigen is ons met dat al niet duidelijk ge
worden. De conclusie ligt dan ook voor de
hand, dat onder druk van Amerika en Enge-
land aan Ned.-Indie een' rol in het spel van
provocatie tegen Japan werd opgedrongen
waartegen de Indische regeering onvoldoende
ruggegraat vertoonde om deze af te wijzen.
De gebeurtenissen volgden elkaar in duize-
lingwekkenden vaart op: Japan verklaarde
den Vereenigde Staten van Amerika den oor
log, waarop nog een heele reeks van oorlogs-
verklaringen volgde.
Voor ons Nederlanders is van het grootste
belang in deze nieuwe periode waarin de
wereldrevolutie treedt, dat Ned.-Indie den
oorlog aan Japan verklaarde. Wat wij reeds
gevreesd hadden is thans een ffeit geworden.
Slechter tijding had ons land niet kunnon
bereiken. Bij henjialing spraken wij de hoop
uit. dat Batavia zich tegen de pogingen van
Londen en Washington tot medeplichtigheid
zou weten te verzetten, en rekening zou wil-
len houd-en met de moeilijke positie van het
Moederland. Immers, men kan te Batavia
niet volledig onbekend zijn met de dagelijk-
sche winnende neiging hier te lande tot
actieve deelname aan het Nieuwe EUropa.
Desondanks heeft men hiervoor geen enkel
begrip getoond. Volkomen werden de Neder-
landsche belangen achtergesteld bij de Brit
sche en Amerikaansche. Tientallen vragen
dringen zich na dit historisch gebeuren aan
ons op. De allervoomaamste is wel deze: zal
na dezen oorlog nog wel een Ned.-Indie
zijn
Strijd om levensruimte was den inzet van
den oorlog in Europa. Het is ook den inzet
in den krijg om den Stillen Oceaan. Ook daar
ziet het stervende kapitalisme zijn einde
naderen. Ook daar staan goud en macht
tegenover levenswil en arbeid. Want dit is
zeker: Washington ziet geen uitweg meer
voor alle problemen die het op te lossen krijgt.
De voomaamste daarvan is het goud. Welnu,
de rol van het goud is uitgespeeld. En hienn
ligt de diepere oorzaak van het conflict, dat
in h»t Verre Oosten is ontbrand.
Het heeft in Nederland groote bezorgdheid
verwekt, toen op 3 dezer het bericht tot ons
kwam, dat in Ned. Oost-Indie de staat van
beleg was afgekondigd. Het was natuurlijk
tot alien doorgedrongen, dat de spanning in
het Verre Oosten zeer hoog gestegen was.
Engeland zoowel als de Ver. Staten van
Amerika hebben er alles op gezet -om deze
t'opspanning te bereiken en zij zullen niet rus-
ten voordat deze plotseling tot ontladmg
komt. Dit is trouwens inmiddels reeds ge-
beurd zooals de berichten der laatste dagen
ons d'eden weten. Welk het gevaar was dat
ginds staan zg al te wachten."
,,Excuseer me! Zeg maar, dat ik plotse
ling niet goed ben geworden; je zult wel een
uitvlucht weten te vinden'
Meissner pakte zijn vroegeren schoolvriend,
die zich reeds een weg door de menigte baan-
ae, bij zijn arm. „Wat drommel, Lorenz, dat
eene uur kan je toch waarachtig nog wel hier
blijven. Maak niet zoo'n theater, alsjeblieft!"
Juist daarom!" antwoordde Lorenz heftig,
terwijl hij zich los rukte. ,,Ik wil met dit
theater niets meer te maken hebben. En het
volgende oogenblik -vas hij in het gedrang
der zich naar buiten haastende bezoekers
verdwenen.
Eenmaal door den uitgang, in de fnssche
buitenlucht, bleef hij met een zucht staan.
Zoo. nu Vo'elde hij zich weer bevrijd, verlost
van alles. wat hem dit laatste uur dwars had
gezeten.
Nadat hij den menschenstroom een poosje
langs zich heen had laten trekken, begaf hij
zich langzaam op weg. Waarheen Hij had
er zelf nog niet eens over nageda^cht, maar
plotseling schoot het hem nu te binnen. dat
het voor het Josefsheim al veel te laat was.
Na tien uur was er geen sprake van dat hij
nog zou worden binnen gelaten.
look al goed!" bromde hij. ,,Dan gaan we
maar een eindje wandelen. T enslotte zal het
de eerste nacht niet zijn, dien ik onder den
blooten hemel doorbreng".
Hij stak met een zeker welbehagen den
brand in een sigarat en slenterde op e.jn
gemak door do Bismarckstraat in de richting
van den Tiergartten.
'Het beste was maar, dat liij zijn oude bank
weer eens opzocht. -De lucht was helder en
Veler gedachten zullen in deze dagen uit-
g-aan naSr vrienden en verwanten in de Oost
en ons alien bezorgt het veel leed en het ver-
vult ons met grooten zorg, dat Tropisch
Nederland aan den verkeerden kant is komen
te staan.
Wat de toekomst brengen zal ligt nog ver-i
borgen. Alles wat wij onzerzijds kunnen doen,
is vurig hopen, dat ook gindsch in den Stillen
Oceaan de nieuwe tijd en de her* drag.ende
idealen sterker zullen zijn dan de oude
wereld, die thans in een stroom van bloed en
tranen ondergaat.
Een kruispunt in de wegen der hedendaag-
sche geschiedenis vormt de bijeenkomst der
staatslieden te Berlijn op 26 November 1941.
Op het gehouden congres zijn een aantal ver-
kregen resultaten bijeen gevoegd, waaruit
een plan werd opgesteld voor hetgeen yerder
in de naaste toekomst zal worden nagestreefd.
Dit laatste geeft aan deze bijeenkomst beslis-
sende waarde. -
Kon op 3 Oct. j.L de Fuhrer m zijn groote
rede slechts het beslissende offensief aankon-
digen, ditmaal mocht de Duitsche mmistei
van Buitenlandsche Zaken zich reeds beroe-
pen op de resultaten van het groote offen
sief waarbdj de Duitsche troepen over een
breed front optrokken, hetwelk een dag v66r-
dat de Fiihrer zijn rede hield eerst werd
ingezet.
Op 26 November was er reden om met voi-
doening terug te zien op de verkregen beslis-
singen aan het Oostfront. Op het punt waar
de wegen uit het jongste verleden elkaar ont-
moeten, beginnen die, welke naar de toe
komst leiden, treffen we het Nieuwe Europa
aan. De manifestatie van de te Berlijn
samengekomen staatslieden had dit tot eigen-
lijken inhoud.
Na een militaire beschouwing door von
Ribbentrop volgde een uiteenzetting op eco-
nomisch en militair Herrein. Voor de econg-
mische toekomst is de ontsluiting van Oost-
Europa eene aUesoverheerschende noodzaak.
Door den veldtocht in Rusland is de absolute
mogelijkheid daartoe tot een feit geworden.
Thans zullen de voortbrengselen van dit
enorme land, in plaats van zooals tot nu toe
te onzen nadeele, geheel Europa ten goede
komen. Alles wat in den loop van 1941 ge-
schiedde, blijkt thans in de Russische cam-
pagne zijn hoogtepunt te hebben gevonden.
Het groote werk dat hiermede zijne voltooung
langzaam maar zeker nadert: het invoegen
waarbij sljjm op de Oorat
vast zit, zal Abdijsiroop
de slijm doen loskomen en
borst en keel verzachten,
Vanouds beproefd by hoest,
g^rlep, bronchitis, asthma.
van Oost-Europa in het op te bouwen Europa,
beteekent voor de toekomst eene vergrooting
Van alle afmetingen voor ons leven.
Aan alle volkeren, het Duitsche voorop,
maar alle op voet van gelijkheid en kame-
raadschap, zal een wijder, ruimer, veelomvat-
tender Europa voor oogen komen te staan.
In Oost-Europa is voor de komende genera-
ties werk in overvloed. De benauwenis van
ons te kleiri geworden werelddeel is weg-
gevallen; bewerking door alien van het open
en wijde, nieuwe terrein is de opdracht die
ook' ons, Nederlanders, daartoe wordt ge-
geven.
Het wonder daarbij is, dat de oorlog, die
zooveel waarden venjietigd, ditmaal tevens
schepper is vap nieuwe waarden, grooter en
beter dan de oude.
10-jarig bestaan van de N.S.B.
In verband meV de herdenking van het
tienjarig bestaan van de Nationaal-Socialis-
tische Beweging is Dinsdagavond in de groote
zaal van Pulchri Studio te 's-Gravenhage een
plechtife samenkomst voor genoodigden ge-
houden, waaromtrent wij aan de N. R. Crt.
ontleenen
Met den leider, ir. A. A. Mussert en den
secretaris-generaal van volksvoorlichting en
kunsten, prof. dr. T. Goedewaagen. waren als
gasten aanwezig van Duitsche zijde o.a. de
commissarissen-generaal Rauter en Schmidt,
de gemachtigden van den Rijkscommissaris
voor Zuid-Holland en Utrecht, dr. Schwebel
en de heer Sommer, de adviseur voor land-
bouwaangelegen Graf Grote en Kreisinspektor
der N.S.D.A.P. dr. Schuon, van Nederlandsche
zijde o.a. de secretaris-generaal van justitie,
prof. dr. J. J. Schrieke, en van opvoeding,
wetenschappen en cultuurbescherming, prof,
dr. J. van Dam, de bevelhebber van het Vrij-
willigers-legioen Nederland, luit.-generaal H.
A. Seyffardt, den wnd.-commandant van den
Nederlandschen arbeidsddenst, gen.-arbeids-
leider L. A. C. de Bock, de leider van den
Landstand, de heer Roskam, de commissaris
voor niet-commercieele vereenigingen Miiller
Lehning, de commissaris voor de vakvereeni-
gingen, de heer H. J. Woudenberg en de
secretaris-geheraal van de N.S.B., ir. Huygen.
De plaatsvervangend leider van de NjS.B.,
de heer C. van Geelkerken, heeft de bijeen
komst gSleid en het welkomstwoord gespro-
ken.
Rale prof. Goedewaagen.
Prof. dr. T. Goedewaagen heeft gesproken
over: Politiek en cultuur.
Hij ving zijn rede aan met uiteen te zetten,
dat de basis van alien arbeid van de overheid
ten aanzien van de cultuur (het woord hier
in den engeren zin van .volksvoorlichting en
kunsten" opgevat) ligt in de idee, dat cultuur
een zelfstandig werkend or gaan is, een arbeid
van den scheppenden mensch met eigen ka-
rakter en geen aanhangsel van politiek be-
heer.
Om zich evenwel vrij en naar eigen wetten
te kunnen uitleven behoeft de cultuur den
steun, de stuwing en het toezicht van den
De staat behartigt de cultuur op veler lei
manier. Hij steunt geldelijk en moreel, zoo
wel de werken als de werkers.
De nationaal-socialistische politiek ten aan
zien van de cultuur is geboren uit, en als de
tegenstelling tot, den liberalen staat.
De liberale staat bemoeit zich met de cul
tuur en haar dragers, maar hij is daarbij be-
paald door de humanistische grondgedachte,
van het onvervreemdbaar cultureele grond-
recht van den scheppenden enkeling, zelfs ten
koste van de volksgemeenschap. Zijn steun
en stimulans betreffen meer het belang van
de gelukkige individuen en groepen, die' zich
in zijn belangstelling mogen verheugen, dan
dat zij het geheele volk raken. Een vormlooze
chaos op cultureel gebied is onder liberaal
bewind het gewone verschijnsel.
Gebondenheid van het individu.
De nationaal-socialistische staat is door
een andere wereldbeschouwing beheerscht en
heeft dus ook een gansch andere practijk.
Hier is niet de vrije individueele uitleving van
cultureele scheppingskracht het hoogste doel.
maar de gebondenheid van de individuen en
eenzelfde volksche levensstijl een levens-
stijl die in wijder perspectief weer uitmondt
in den levensstijl van een stam en van een
ras.
Wie in ons land nationaal-socialistische
cultuurpolitiek wil -maken zal moeten erken-
nen, dat de Nederlandsche stijl in volksvoor
lichting en kunsten niet anders is dan een
uiting van germaansch en tenslotte noordsch
scheppingsvermogen op Nederlandsche wijze.
De cultuurpolitieke taak van het nationaal-
socialisme omvat tweeerlei: een cultureele en
een bocialistische doelstelling.
De cultureele doelstelling van onze cultuur-
politiek kan worden samengevat in de woor
den: bewaren en vernieuwen. Niet het behoud
van het verleden alleen, maar ook het ver
nieuwen in de richting van de toekomst is
volksch streven. Temidden van den chaos van
de individueelste expressie van de individueel-
ste emotie is plotseling in onze eeuw de wek-
roep naar bewaren van het verleden ver-
nomen. -
Het behouden is echter slechts de eene
zijde van volksche herleving. Vemieuwing is
de andere zijde. Want het is niet genoeg, dat
wij het oude wolkslied handhaven, dat wij de
oude volkskunst in leven te houden.
de nacht ongewoon mild voor den tijd van
het jaar, zoodat het er best uit te houden
zou zijn.
En wat dat beroerde pak betrof, dat hij aan
had: morgen vroeg zou hij het eerste het
beste pandjieshuis opzoeken en het tegen een
behoorlijk werkpak mruilen. Bij het eerste
het beste loon, dat hij uitbetaald kreeg, kon
hij dan Stomp's garderobe weer inlossen en
het hem terug zenden.
Zijn bank was ombezet. Lorenz ging zitten
en hij wilde zich juist in zijn voile lengte uit-
strekken, toen iemand op hem toetrad en zijn
naam noemde.
Lorenz sprong overeiud, sperde zijn oogen
open, sloot ze weer, opende ze opnieuw en nog
steeds 'kon hij niet gelooven, dat datgene. wat
hij daar voor zich zag, geen gezichtsbedrog
was.
„M'n hemel", stotterde hij verbijsterij. ,.Hoe
...hoe komt u hier?""
„Ja, het was een behoorlij'ke wandeling", zei
Dorothy Miiller, terwijl zij naast hem op de
bank ging zitten. „Mnar zij is mij goed.be-
komen. Dus dit hier is het doel van uw nach-
telijken tocht? Of wilde u alleen maar een
poosje rusten am van het mooie weer te ge-
nieteri?"
„Juffrouw Miiller u zult mij eerst eens
duidelijk moeten maken, wat er u in 's he-
melsnaam toe gebracht heeft mij te volgeii.
Ik... het is mij zoo volkomen onbegrijpelijk."
„Ja,- ja, ik weet, dat het een zeer bedenke-
lijk licht op me werpt. Fatsoenlijke jonge
meisjes zouden zich eerst nog wel eens beden-
ken, alvorens een wildvreeimden man een uur
lang achterna te loopen en dan nog met hem
in gesprek te komen en dat nog wel op een
tijdstip, dat fatsoenlijke jonge meisjes allang
op bed behoorden te liggen. Maar zonder gek-
heid, dokter: Ik zag u met uw vriend spre
ken. U scheen een meeningsverschil met hem
te hebben en toen ging u er plotseling van
door. Toen ik dat bemerkte, liet ik Lotte een-
voudig ^taan en snelde u na. Waarschijnlijk
zal meneer Meissner van den nood een deugd
hebben gemaakt en Lotte naar een of andere
keurige gelegenheid hebben gebracht, waar
je een beetje kunt dansen en desnoods ook
wat kunt flirten. Waarom ik u zoo geniepig
tot hier achtervolgde, daarvan heb ik mij, om
u eerlijk de waarheid te zeggen, pas onder-
weg rekenschap gegeven."
En het resultaat?"
„Ik had het^gevoel, dat u zich in gevaar
zoudt begeven.'dat dit misschien een van die
momenten voor u was, waarin men iemand
noodig heeft."
,Nou, zoo erg was het niet. Maar hoewel
ik u'nauwelijks ken, ben ik toch blij. dat u
hifer bent. U behoort tot die kleine categorie
van menschen, die men reeds na de eerste
kennismaking met het volste vertrouwen
tegemeet treedt."
,,Ik hoop niet, dat dit een beleefdheids-
phrase is. dokter. Daartoe lijken mij het tijd"
stip en de omstandigheden minder geeigend."
..Voor beleefdhoidsphrases bestaat niet de
mi'nste aanleiding! Integendeel, ik heb veel
mee,- reden om boos op u te zijn, want ten
slotte hebt u mijn plan om mij geheel te cnt-
trekken aan een milieu, waarin ik door een
noodlottigen sain en loop van omstandigheden
terecht ben gekemen, verijdeld."
1 (Wordt vervolgd.)