Ter Neuzensche Courant ABDIJSIROOP Strijd en Overwinmng Binnenland -fagfiJ7 ASTHMA. BORST- BEHAUWDHE/D. y rijciag 12 Decsmber 1941 No. 10.305 TWEEDE BLAD FEUILLETON Dr. Burmesters AKKER'S HET BEHOUD EN DE ONTWTKKELLNG VAN NEDERLANDSCHE CELTT UR. !s //ereIds beste Hoestsiroop VAN WAAROM MET DUITSCHLAND VOOR MEUW EUROPA? In liet land der blinden was eenoog Koning. Hij was een despoot, die alle landen regeer- de, onderwierp, ten gronde richtte. Hij was de versplintering der krachten, de minach- ting, de afbraak, coneurrentie, tegenwerking, uitputtlng. Hij was de saboteur op groote schaal; alle landen en alle volken, alle menschen zijn stukgemaakt eh vernield, de arbeidskrachten waren alecht verdeeld, er werd gestreden, er werd gehaat. Zoo kwam het, dat in ,het Oude Europa werkloosheid heerschte, dat het eene volk niet wist waar het zijn producten laten moest, terwijl het volk, dat er naast woonde, ont- beren moest, omdat het arm was en de pro ducten het levensbrood niet koopen kon. Het eene land werd uitgebuit, leeggehaald, uitgeput. Het andere land liet rgke voorraden onge- bruikt, renteloos liggen. En tusschen deze tegenstellingen, deze harde tegenstrijdig- heden, stonden de twee duivelsche machten: Kapitaliame en bolsjewisme; stookten op, kochten menschen, landen, speelden mensch tegen mensch, volk tegen volk, tegen elkaar uit tot dat eene, gruwelijke doel: vemietiging en uitbuiting. Verrijking der kapitalistische monopolisten en hun aanhang. "Vemietiging van alle landen tot geschikt arbeidsveld voor de bolsjewisten. In armoede en ontbering, moeheid en lamgeslagenheid, groeiende ontucht en opstand, verbittering, verzet, werden de bolsjewistische gedachten uitgestrooid en zij vonden ingang. Europa, het werelddeel met het rijkste verleden, was het armzalige speelveld gewor- den van machten, die in barbaarschheid en duivelsche genialiteit, niet voor elkaar onder- deden. Er werd gegeten van Europa, er zou wei- nig meer overblijven. Het was murw, klaar gemaakt voor de revolutie, de opstand van het proletariaat; volk van Europa, uitgebuit en vertrapt door de kapitalisten, de dood ingejaagd voor de communistische idee. In dit beestenspel speelden alle. landen mee, ook ons volk, ook ons land. Het land der blinden was Europa. Het land der goedikobpe clowns en paljas- „BIJNA VANZELF". De nasieep van den vorigen oorlog moot ons schrijft dd N. R. Crt. tot leering ziju. Men heeft gezien, hoe onderliggende na. s werden geisoleerd en hoe degenen, die het voor het zeggen hadden, zich binnen muren j van veronderstelde veiligheid terugtrokken. De verliezers moesten zichzelf maar zien te j redden, de oferwinnaars zorgden voor zich- j zelf. De Volkenbond had althans in aanleg nog tot het algemeene belang kuimen dienen. I Het hemd was echter nader dan de rok. Toen de eerste Het zal dan echter weldra blijken, dat zal het Oosten-' spoedig grondstoffen en levens- rniddelenoverschotten leveren. de oeconomi sche k.ach en van geheel Europa moetei) j worden gecombiijeerd. Er zullen arbeids- krachten noodig zijn in een mate, welke de zorg voor werkloosheid verdrijft. ,,De onder- nemers in het Westen behoeven maar te be- sluiten over te schakelen en hun plaats in de nieuwe orde te zoeken". Dr. Ungewitter beschrijft, hoe de grootte van de behoefte der Oostelijke streken en de Europeesche eisch tot verhooging van prestatie gemeenschappelijk werken in in den Volkenbondsstaatsierok -- i prestatie gemeen»c.ua,ypoiijxY gaten vielen, stond het Rritsche Rijk spoedig j^ckting" Van zoo groot mogelijke uniformee- in het hemd van de overeenkomst van Ottawa, j rjng. van de productie door seriefabricage, T-, tit hphhpn later ook de z.g. Oslo- j normaij3atie en typiseering", zoodat een ,,ra- tionalisatie in den grootsten stijl' tot stand. sen. Ben groot circus, 'met ontelbare dooden- sprongen, aangekondigd door doortrapte, bloedgierige dierentemmers. Maar het is zoover gekomen, dat een sprong te lang duurde en de menschen kwamen onder de ban uit, werden wakker, beseften hoe lang zij vastgehouden en bed'rogen waren. Er stond een land op; het eerste land dat gehuiverd heeft voor den doodensprong, om dat het wist wat het was, omdat het wakker was. Het eerste land, dat er tegen gevochten heeft en ook gewonnen heeft, deze *verbeten strijd, op leven en dood. Toen het sterk genoeg was, om alle bedrog inedn te slaan, heeft het dit gedaan. Land na land kreeg leed en pijn te dragen, land na land leerde vechten voor zijn leven. Maar het is nu eenmaal zooin pijn en bloed wordt het beste geboren, dat een volk bezit- ten kan, de wil, de helderheid van geesrt. de goede, klare gedachte, het wakker zijn. van alle volken van Europa. En nu.. staan alle volken van Europa naast 6lkdi8>r> Langzaam, langzaam aan leeren zij elkaar zien in de juiste verhoudingen, met weder- zrjdsche waardeering, met achting en liefde. Zij leeren streven naar 66n doel: de grootheid, de frischheid, de hoogte en adel van Nieuw- Europa. i Alle krachten zullen werken voor dit eene doel alle voorraden zullen uitgeput worden, eerlflk zal de verdeeling der werkkrachten en producten zijn, geen coneurrentie, alleen steun en samenwerking, eendracht. Vechtend voor de gedachte van Nieuw- Europa, die in het streven van ieder volk gpart, omlrjnd en belichaamd is, en daarin tot den hoogsten bloei komt, zal Europa rijk worden en goed! De vermolming is afgebroken. Eik volk staat los en vrjj, onbevooroordeeld, bevrijd van den zwaren doodzwaren last, die op hem drukte, maar, gericht. Samen trekken de landen op met Duitsch- land, het sterkste volk, dat de wegen weet naar het paleis van de vijand, dat weet hoe er gevochten moet worden en geleden, hoe er ontbeerd moet worden voor een ideaal: Het verlossen van zichzelf en alle volkeren van Europa uit de slavemij en het verbranden der laatste heerenhuizen, gebouwd uit de pijn van de slaven. Niet naast elkaar, maar in elkaar, verbon- den door den gedachte, trekken wij op, vech ten wij. Achter ons slaat de rook neer van de oude puinhoopen, de brandstapels van onS leed en verdrieV onze moeheid. Wij gaan vooruit, wij menschen van Neder- land, met* Duitschland voor Nieuw-Europa. Met alle volkeren van Europa naar Nieuw Europa! Eendracht maakt macht, is niet te verslaan. In dien trant hebben later ook de z.g. staten de eigen hulp beproefd. Het Duitsche Rijk echter begon zijn moeilijkheden eerst te overwinnen, toen het met de staten van Zuid- Oost-Europa de verzorgingsgemeenschap ging vormgn, welke zich sedert het uitbreken van den oorlog over een groot deel van Europa heeft uitgebreid. Op deze manier zijn zich de eigenlijke ge- bieden gaan afteekenen, welke met elkander in oorlog zijn. Zoo zien we ook, hoe na de uitbarsting van het conflict in den Stillen Oceaan, de eene Zuid-Amerikaansche repu- bliek na de andere zich, ondanks soma diep- gaand meeningsverschil en verklaarbaar wui- trouwen, solidair verklaart met de Vereenig- de iStaten. Deze en dergelijke historische, oeconomische en geografische ineensluitingen, waarvan vrijwilligheid of noodgedwongenheid zich niet meer laten onderscheiden, schrijven ook de organisatleproblemen voor de toe- komst aan den wand. Wij mogen niet meer aannemen, dat dit alles van voorbijgaanden aard is. Dit wil 66k in vredestijd worden be- stendigd en dan ook reeds nu temidden van den oorlog, in wijder perspectief worden bezien. Het verloop van den oorlog laat de proble- men ook nog steeds uitdijen. Veronderstel dat lEngeland in vredestijd met Hitler's Ost- politik had ingestemd. Het is geenszins on- denkbaar, dat onder dergelijke omstandig- heden de Levensruimte een beperkter begrip gebleven ware dan nu de tegenstelling zoo onverzoenlijk gebleken is, dat ook de eerste resultaten van den strijd het Britsche Rrjk niet tot andere gedachten hebben kunnen brengen. Indien de onbeschutte positie van het Duitsche Rijk de behoefte aan de consolidatie van een Europeeseh verzorgingsgebied liet opkomen, dan eischt, onder den druk der wereld-historische ontwikkeling, dit verzor gingsgebied zelf weer verdere afronding, op- dat een waarlijk weerkrachtig homogeen ge heel worde bereikt. De reusachtige landmassa van Oost-Europa beteekent in den zin der Duitsche politiek met haar bodemschatten en vruchtbaarheid de natuurlijke aanvulling van het overbe- volkte en ver geindustrialiseerde Westen van Europa. ,,In de mate, voegt Dr. C. Ungewit ter, de Rijksgevolmachtigde voor de chemie, daaraan in een artikel in Europa-Kabel toe, waarin dit opene Oostland, dat onbegrensd ergens in de wijdten van Azie overgaat. met de Europeesche oeconomie samengroeit, be- staat de waarborg voor een gestadige uit- breiding en opwaartsche ontwikkeling.'' komt en ruimte-kartellen met overeenkom- sten over capaciteit en vastlegging van prij- zen en winst vanzelf tot stand komen. „.De overeenbrenging van de wetgeving en de bestuursmaatregelem in Europa, met in het bijzonder de opheffing van "in-, uit- en door- voerbelemmeringen, staat dan niet aan het begin van de nieuwe Europeesche orde. maar is een noodzakelijk gevolg van den meuwen oeconomischen opstoot." De organisatorische nieuwe ordening van Europa zou tientallen jaren noodig hebben, wanneer zij door verdragen tusschen staten en particuliere industrie-overeenkomsten moest tot stand komen...... De van den op- bouw van het Oosten uitgaande magnetische aantrekkingskracht echter is toereikend, om hetzelfde op veel korter termijn min of meer automatisch tot stand te brengen." Daaraan verbindt Dr. Ungewitter de op- merking, dat in de eerstvolgende jaren het zelfbehoud van Europa ertoe dwingt, al het andere achter te stellen bij de eene gemeen- schappelijke taak om van het Oosten zoo spoedig mogelijk de korenschuur en het grondstoffenpakhuis van Europa te maken. In het optimisme, dat den technicus verraadt, voor wien de politieke zwarigheden nauwelijks beteekenis hebben, schrijft hij: ,,De nog van buiten uitgeoefende druk, de afsnoering van1 overzee en later het gebrek aan scheepsruimte zorgen ervoor, dat alien elkander van zelf vinden". „lin welken omvang in de toekomst in Europa een gelijkschakeling tot stand te brengen is, hoe de verschillende .instelilngen van'de afzonderlijke landen aan elkander moe- ten worden asmgepast, dat is geen moeiliike kwestie meer". ,,Alle organisatorische vraag- stukken lossen zich haast vanzelf op". Een gemeenschap ontstaat uit een gemeenschap- pelijke taak. Zoo zullen ook de verschillende landen van Europa ondanks alle scheidende verschillen van het verleden door de gemeen- schappelijke taak in het Oosten tot een een- heid worden samengelascht". Maar hij laat het niet bjj deze algemeene opmerkingen. Reeds schetst hij in groote ljjnen het plan voor deze oeconomische ver- overing van het Oosten, want ,,zonder plan en zonder urgentieprogramma zou alles uit- vloeien 'en alle werken In het eindresultaat vruchteloos blijven". Roman van HANS HIRTHAMMER (Nadruk verboden) 40 En nu in het halfduister van de zaal, be- merkte 'Lorenz plotseling, dat er in het ge- zicht Van zijn ouden sohoolkameraad iets veranderd was. Het leek hem plotseling zeldzaam onsympathiek, bijna afstootend in de onverzadigdheid van zijn afgeleefde trek ken. Zijn mond had iets cynisch, donkere kringen lagen onder zijn oogen en het felle voetlicht van het tooneel gaf zijn gezicht iets vaals en ziekelijk bleek. En eensklaps besefte Lorenz, dat Meissner hem niet uit hartelijke gevoelens van vriend- schap, niet uit persoonlijke sympathie in zijn huis had opgenomen, maar uitsluitend in een behoefte aan wat abiding voor zijn verslapte, oververzadigde zenuwen. Hij diende dezen geblaseerden man eentvoudig als amusement. Wat een sensatie, nietwaar, om een verloopen schoolmakker van de straaf op te rapen, hem in een keurig pak te steken en hem aldus uit- gedost aan de verbaasde wereld te laten zien! Lorenz voelde hoe het bloed hem naar het hoofd steeg. Hij walgde van zichzelf. Dat Overigens wil hij ook geen vastlegging tot in kleinigheden; waaraan hij denkt is begren- Ti-ng en bepaling van de voomemens tot het uitvoerbare om zoodoende krachtsverspilling te voorkomen en de hoogst mogelijke prestatie bij zoo vlot mogelijken gang van zaken te verzekeren. Het eerst komt de ontwikkeling van het verkeersnet, de bodembewerking .en de winning van steenkool en energie. De uit- voering van de daaruit voortvloeiende op- gaveh kan reeds aan de vrije werkzaamheid van voor zichzelf verantwoordelijke zeifstan- Idige ondememers worden overgelaten. De heele verdere -ontwikl*oling heeft men in de hand, wanneer men maar nauwkeurige richt- lijnen voor de verdeeling van de grondstoifer vaststelt. hij zich ook maar een oogenblik zoo had kun nen Vemederen om deze beschamende rol op zich te nemen! Het liefst zou hjj direct en zonder een woord ten af sche id zijn weg ge- gaan, maar dat zou op een vlucht hebben geleken en een paar woorden ter ophelde- ring en als dank was hij Stomp wel schuldig. Nauvfrelijiks echter waren zij, na het weg- sterven ivan het slotaccoord, van hun plaats opgestaan, of Lorenz begon te spreken. „Ik heb bij me zelf anders overlegd. Het was heel vriendelijk van je, Stomp, maar ik wil nu toch niet langar beslag op je leggen." ,jH6, wat is dat nu weer voor..." ,,Doe geen mqeite, Arno!, Ik... het gaat nu eenmaal niet. Je hebt het ongetwijfeld goed bedoeld en ik dank je ook wel voor je gastVrijheid, maar sta mij dan nu ook toe, dat ik afscheid van je neem en weer terUg- keer op den weg, dien ik voor den juisten houd. Je pak en de rest zal ik je terug zen- den." ,,Je bent krankzinnig. Heb je ooit in je leven zoo'n idioQt gezien! Kom mee, kerel. een flinke rumgrog of zoo zal je wel weer op de been helpen..." „Nee, laat me! Je zult me nu niet meer overhalen! M'n hemel, voel je dan niet, wat er Voor imij op het spcl staat'? Dat tk alles In gevaar breng, wanneer ik niet nu, direct aan dit heele dwaze intermezzo een eind maak? Ja zeker, dwaasheid was het, anders niet." - „Dan kan ik er ook niets aan doen!" ant- woordde Meissner schoudecophalend, terwij! hjj naar het gardaroberegu in zijn vestzak grabbelde. „En wat moet ik nu met die twee vrouwem beginnen? Dat heb jij... kijk, daar BINNENLANDSOH OVEBZICHT. De leuze die gedurende de laatste dagen het volk van Nederland opriep om zich met Duitschland te scharen tegen het Kapitalis- me, heeft eene diepe beteekenis. In. de afgeloopen eeuw werd het tijd- wereldbeeld door het kapitalisme beheerscht. De resultaten ervan zijn volkomen negatief gebleken. Het mocht er niet in slagen de vol keren der aarde blijvend een gelukkig bestaan te bieden. Wat de oorzaak daarvan moge zijn zullen wij hier niet nader ontwikkeleh Genoeg zjj te kunnen vaststellen, dat de tijd voor het kapitalisme yoorbtj is en dat het ge- doemd is te verdwrjnen. Reeds lang geleden werd de strijd tegen het kapitalisme ingezet. Omstreeks de eeuws- wisseling heeft het marxisme er den strijd tegen aangebonden, later gevolgd door hen, die de volksche gedachte voorstonden. Beide ideologien vonden elkaar helaas niet in den strijd tegen den gemeenschappelijken tegenstander, tengevolge van her feit, dat het marxisme zich hoe langer hoe meer den klassestrijd tot standpunt koos, tegenover het volksche beginsel, dg.t zich juist daar- tegen richtte en de eenwording van alle vol keren van Europa nastreefde, opdat deze sterke eenheid zich tegen het kapitalisme zou kunnen keeren. Dank zij deze verdeeldheid wist het kapi talistische stelsel zich langer te handhaven, hoewel reeds sedert lang duidelijk was, dat het voetstuk -waarop het rustte door en door vermolmd was. Thans is dan toch eindelijk een ander tijd- perk ingeluid. De strtfd tusschen de beide anti-kapitalistische groepeeringen is beslecht ten gunste van die, welke de volksche ordening voorstaat, zoodat eerst nu de eigenlijke eind- strijd kan worden ingezet. Daarbrj is het juiste inzicht van het Neder- landsche volk een belangrijk element voor het bereiken van een uiteindelijk gunstig resul- taat. Tot dit juiste inzicht behoort allereerst de overtuiging. dat het geheele volk recht heeft op alle rijkdommen door volkschen arbeid tot stand gebracht, op de rijkdommen "van den bodem zoowel als op de rijkdommen welke de industrieele bedrijvigheid afwerpt. Men moet inzien, dat het dwaasheid is. dat van deze schatten slechts een klein deel der volksgemeenschap zou kunnen profiteeren. Het geheele volk zal vruchten mogen pluk- ken van hetgeeu door het geheele volk wordt voortgebracht. Dat is practisch Socialisme. En zooals het is ten aanzien van de Neder- landers in Nederland, zoo zal het ook moeten worden in de verhoudingen tusschen de lan den »van Europa onderling, waarbij Duitsch land de leiding zal hebben. Indien het zoo gezien kan worden zal ieder rechtgeaard Nederlander gaame instemmen met de leuze: „Met Duitschland tegen het Kapitalisme" en aan de verwezenlij king daar van naar krachten bijdragen. Als direct uit- vloeisel daarvan is dan de nieuwe eisch: ..Met Duitschland voor een nieuw Europa volkomen begrijpelijk geworden. Ned.-Imdie bedreigde om -een maatregel als het afkondigen van den staat van beleg te Wettigen is ons met dat al niet duidelijk ge worden. De conclusie ligt dan ook voor de hand, dat onder druk van Amerika en Enge- land aan Ned.-Indie een' rol in het spel van provocatie tegen Japan werd opgedrongen waartegen de Indische regeering onvoldoende ruggegraat vertoonde om deze af te wijzen. De gebeurtenissen volgden elkaar in duize- lingwekkenden vaart op: Japan verklaarde den Vereenigde Staten van Amerika den oor log, waarop nog een heele reeks van oorlogs- verklaringen volgde. Voor ons Nederlanders is van het grootste belang in deze nieuwe periode waarin de wereldrevolutie treedt, dat Ned.-Indie den oorlog aan Japan verklaarde. Wat wij reeds gevreesd hadden is thans een ffeit geworden. Slechter tijding had ons land niet kunnon bereiken. Bij henjialing spraken wij de hoop uit. dat Batavia zich tegen de pogingen van Londen en Washington tot medeplichtigheid zou weten te verzetten, en rekening zou wil- len houd-en met de moeilijke positie van het Moederland. Immers, men kan te Batavia niet volledig onbekend zijn met de dagelijk- sche winnende neiging hier te lande tot actieve deelname aan het Nieuwe EUropa. Desondanks heeft men hiervoor geen enkel begrip getoond. Volkomen werden de Neder- landsche belangen achtergesteld bij de Brit sche en Amerikaansche. Tientallen vragen dringen zich na dit historisch gebeuren aan ons op. De allervoomaamste is wel deze: zal na dezen oorlog nog wel een Ned.-Indie zijn Strijd om levensruimte was den inzet van den oorlog in Europa. Het is ook den inzet in den krijg om den Stillen Oceaan. Ook daar ziet het stervende kapitalisme zijn einde naderen. Ook daar staan goud en macht tegenover levenswil en arbeid. Want dit is zeker: Washington ziet geen uitweg meer voor alle problemen die het op te lossen krijgt. De voomaamste daarvan is het goud. Welnu, de rol van het goud is uitgespeeld. En hienn ligt de diepere oorzaak van het conflict, dat in h»t Verre Oosten is ontbrand. Het heeft in Nederland groote bezorgdheid verwekt, toen op 3 dezer het bericht tot ons kwam, dat in Ned. Oost-Indie de staat van beleg was afgekondigd. Het was natuurlijk tot alien doorgedrongen, dat de spanning in het Verre Oosten zeer hoog gestegen was. Engeland zoowel als de Ver. Staten van Amerika hebben er alles op gezet -om deze t'opspanning te bereiken en zij zullen niet rus- ten voordat deze plotseling tot ontladmg komt. Dit is trouwens inmiddels reeds ge- beurd zooals de berichten der laatste dagen ons d'eden weten. Welk het gevaar was dat ginds staan zg al te wachten." ,,Excuseer me! Zeg maar, dat ik plotse ling niet goed ben geworden; je zult wel een uitvlucht weten te vinden' Meissner pakte zijn vroegeren schoolvriend, die zich reeds een weg door de menigte baan- ae, bij zijn arm. „Wat drommel, Lorenz, dat eene uur kan je toch waarachtig nog wel hier blijven. Maak niet zoo'n theater, alsjeblieft!" Juist daarom!" antwoordde Lorenz heftig, terwijl hij zich los rukte. ,,Ik wil met dit theater niets meer te maken hebben. En het volgende oogenblik -vas hij in het gedrang der zich naar buiten haastende bezoekers verdwenen. Eenmaal door den uitgang, in de fnssche buitenlucht, bleef hij met een zucht staan. Zoo. nu Vo'elde hij zich weer bevrijd, verlost van alles. wat hem dit laatste uur dwars had gezeten. Nadat hij den menschenstroom een poosje langs zich heen had laten trekken, begaf hij zich langzaam op weg. Waarheen Hij had er zelf nog niet eens over nageda^cht, maar plotseling schoot het hem nu te binnen. dat het voor het Josefsheim al veel te laat was. Na tien uur was er geen sprake van dat hij nog zou worden binnen gelaten. look al goed!" bromde hij. ,,Dan gaan we maar een eindje wandelen. T enslotte zal het de eerste nacht niet zijn, dien ik onder den blooten hemel doorbreng". Hij stak met een zeker welbehagen den brand in een sigarat en slenterde op e.jn gemak door do Bismarckstraat in de richting van den Tiergartten. 'Het beste was maar, dat liij zijn oude bank weer eens opzocht. -De lucht was helder en Veler gedachten zullen in deze dagen uit- g-aan naSr vrienden en verwanten in de Oost en ons alien bezorgt het veel leed en het ver- vult ons met grooten zorg, dat Tropisch Nederland aan den verkeerden kant is komen te staan. Wat de toekomst brengen zal ligt nog ver-i borgen. Alles wat wij onzerzijds kunnen doen, is vurig hopen, dat ook gindsch in den Stillen Oceaan de nieuwe tijd en de her* drag.ende idealen sterker zullen zijn dan de oude wereld, die thans in een stroom van bloed en tranen ondergaat. Een kruispunt in de wegen der hedendaag- sche geschiedenis vormt de bijeenkomst der staatslieden te Berlijn op 26 November 1941. Op het gehouden congres zijn een aantal ver- kregen resultaten bijeen gevoegd, waaruit een plan werd opgesteld voor hetgeen yerder in de naaste toekomst zal worden nagestreefd. Dit laatste geeft aan deze bijeenkomst beslis- sende waarde. - Kon op 3 Oct. j.L de Fuhrer m zijn groote rede slechts het beslissende offensief aankon- digen, ditmaal mocht de Duitsche mmistei van Buitenlandsche Zaken zich reeds beroe- pen op de resultaten van het groote offen sief waarbdj de Duitsche troepen over een breed front optrokken, hetwelk een dag v66r- dat de Fiihrer zijn rede hield eerst werd ingezet. Op 26 November was er reden om met voi- doening terug te zien op de verkregen beslis- singen aan het Oostfront. Op het punt waar de wegen uit het jongste verleden elkaar ont- moeten, beginnen die, welke naar de toe komst leiden, treffen we het Nieuwe Europa aan. De manifestatie van de te Berlijn samengekomen staatslieden had dit tot eigen- lijken inhoud. Na een militaire beschouwing door von Ribbentrop volgde een uiteenzetting op eco- nomisch en militair Herrein. Voor de econg- mische toekomst is de ontsluiting van Oost- Europa eene aUesoverheerschende noodzaak. Door den veldtocht in Rusland is de absolute mogelijkheid daartoe tot een feit geworden. Thans zullen de voortbrengselen van dit enorme land, in plaats van zooals tot nu toe te onzen nadeele, geheel Europa ten goede komen. Alles wat in den loop van 1941 ge- schiedde, blijkt thans in de Russische cam- pagne zijn hoogtepunt te hebben gevonden. Het groote werk dat hiermede zijne voltooung langzaam maar zeker nadert: het invoegen waarbij sljjm op de Oorat vast zit, zal Abdijsiroop de slijm doen loskomen en borst en keel verzachten, Vanouds beproefd by hoest, g^rlep, bronchitis, asthma. van Oost-Europa in het op te bouwen Europa, beteekent voor de toekomst eene vergrooting Van alle afmetingen voor ons leven. Aan alle volkeren, het Duitsche voorop, maar alle op voet van gelijkheid en kame- raadschap, zal een wijder, ruimer, veelomvat- tender Europa voor oogen komen te staan. In Oost-Europa is voor de komende genera- ties werk in overvloed. De benauwenis van ons te kleiri geworden werelddeel is weg- gevallen; bewerking door alien van het open en wijde, nieuwe terrein is de opdracht die ook' ons, Nederlanders, daartoe wordt ge- geven. Het wonder daarbij is, dat de oorlog, die zooveel waarden venjietigd, ditmaal tevens schepper is vap nieuwe waarden, grooter en beter dan de oude. 10-jarig bestaan van de N.S.B. In verband meV de herdenking van het tienjarig bestaan van de Nationaal-Socialis- tische Beweging is Dinsdagavond in de groote zaal van Pulchri Studio te 's-Gravenhage een plechtife samenkomst voor genoodigden ge- houden, waaromtrent wij aan de N. R. Crt. ontleenen Met den leider, ir. A. A. Mussert en den secretaris-generaal van volksvoorlichting en kunsten, prof. dr. T. Goedewaagen. waren als gasten aanwezig van Duitsche zijde o.a. de commissarissen-generaal Rauter en Schmidt, de gemachtigden van den Rijkscommissaris voor Zuid-Holland en Utrecht, dr. Schwebel en de heer Sommer, de adviseur voor land- bouwaangelegen Graf Grote en Kreisinspektor der N.S.D.A.P. dr. Schuon, van Nederlandsche zijde o.a. de secretaris-generaal van justitie, prof. dr. J. J. Schrieke, en van opvoeding, wetenschappen en cultuurbescherming, prof, dr. J. van Dam, de bevelhebber van het Vrij- willigers-legioen Nederland, luit.-generaal H. A. Seyffardt, den wnd.-commandant van den Nederlandschen arbeidsddenst, gen.-arbeids- leider L. A. C. de Bock, de leider van den Landstand, de heer Roskam, de commissaris voor niet-commercieele vereenigingen Miiller Lehning, de commissaris voor de vakvereeni- gingen, de heer H. J. Woudenberg en de secretaris-geheraal van de N.S.B., ir. Huygen. De plaatsvervangend leider van de NjS.B., de heer C. van Geelkerken, heeft de bijeen komst gSleid en het welkomstwoord gespro- ken. Rale prof. Goedewaagen. Prof. dr. T. Goedewaagen heeft gesproken over: Politiek en cultuur. Hij ving zijn rede aan met uiteen te zetten, dat de basis van alien arbeid van de overheid ten aanzien van de cultuur (het woord hier in den engeren zin van .volksvoorlichting en kunsten" opgevat) ligt in de idee, dat cultuur een zelfstandig werkend or gaan is, een arbeid van den scheppenden mensch met eigen ka- rakter en geen aanhangsel van politiek be- heer. Om zich evenwel vrij en naar eigen wetten te kunnen uitleven behoeft de cultuur den steun, de stuwing en het toezicht van den De staat behartigt de cultuur op veler lei manier. Hij steunt geldelijk en moreel, zoo wel de werken als de werkers. De nationaal-socialistische politiek ten aan zien van de cultuur is geboren uit, en als de tegenstelling tot, den liberalen staat. De liberale staat bemoeit zich met de cul tuur en haar dragers, maar hij is daarbij be- paald door de humanistische grondgedachte, van het onvervreemdbaar cultureele grond- recht van den scheppenden enkeling, zelfs ten koste van de volksgemeenschap. Zijn steun en stimulans betreffen meer het belang van de gelukkige individuen en groepen, die' zich in zijn belangstelling mogen verheugen, dan dat zij het geheele volk raken. Een vormlooze chaos op cultureel gebied is onder liberaal bewind het gewone verschijnsel. Gebondenheid van het individu. De nationaal-socialistische staat is door een andere wereldbeschouwing beheerscht en heeft dus ook een gansch andere practijk. Hier is niet de vrije individueele uitleving van cultureele scheppingskracht het hoogste doel. maar de gebondenheid van de individuen en eenzelfde volksche levensstijl een levens- stijl die in wijder perspectief weer uitmondt in den levensstijl van een stam en van een ras. Wie in ons land nationaal-socialistische cultuurpolitiek wil -maken zal moeten erken- nen, dat de Nederlandsche stijl in volksvoor lichting en kunsten niet anders is dan een uiting van germaansch en tenslotte noordsch scheppingsvermogen op Nederlandsche wijze. De cultuurpolitieke taak van het nationaal- socialisme omvat tweeerlei: een cultureele en een bocialistische doelstelling. De cultureele doelstelling van onze cultuur- politiek kan worden samengevat in de woor den: bewaren en vernieuwen. Niet het behoud van het verleden alleen, maar ook het ver nieuwen in de richting van de toekomst is volksch streven. Temidden van den chaos van de individueelste expressie van de individueel- ste emotie is plotseling in onze eeuw de wek- roep naar bewaren van het verleden ver- nomen. - Het behouden is echter slechts de eene zijde van volksche herleving. Vemieuwing is de andere zijde. Want het is niet genoeg, dat wij het oude wolkslied handhaven, dat wij de oude volkskunst in leven te houden. de nacht ongewoon mild voor den tijd van het jaar, zoodat het er best uit te houden zou zijn. En wat dat beroerde pak betrof, dat hij aan had: morgen vroeg zou hij het eerste het beste pandjieshuis opzoeken en het tegen een behoorlijk werkpak mruilen. Bij het eerste het beste loon, dat hij uitbetaald kreeg, kon hij dan Stomp's garderobe weer inlossen en het hem terug zenden. Zijn bank was ombezet. Lorenz ging zitten en hij wilde zich juist in zijn voile lengte uit- strekken, toen iemand op hem toetrad en zijn naam noemde. Lorenz sprong overeiud, sperde zijn oogen open, sloot ze weer, opende ze opnieuw en nog steeds 'kon hij niet gelooven, dat datgene. wat hij daar voor zich zag, geen gezichtsbedrog was. „M'n hemel", stotterde hij verbijsterij. ,.Hoe ...hoe komt u hier?"" „Ja, het was een behoorlij'ke wandeling", zei Dorothy Miiller, terwijl zij naast hem op de bank ging zitten. „Mnar zij is mij goed.be- komen. Dus dit hier is het doel van uw nach- telijken tocht? Of wilde u alleen maar een poosje rusten am van het mooie weer te ge- nieteri?" „Juffrouw Miiller u zult mij eerst eens duidelijk moeten maken, wat er u in 's he- melsnaam toe gebracht heeft mij te volgeii. Ik... het is mij zoo volkomen onbegrijpelijk." „Ja,- ja, ik weet, dat het een zeer bedenke- lijk licht op me werpt. Fatsoenlijke jonge meisjes zouden zich eerst nog wel eens beden- ken, alvorens een wildvreeimden man een uur lang achterna te loopen en dan nog met hem in gesprek te komen en dat nog wel op een tijdstip, dat fatsoenlijke jonge meisjes allang op bed behoorden te liggen. Maar zonder gek- heid, dokter: Ik zag u met uw vriend spre ken. U scheen een meeningsverschil met hem te hebben en toen ging u er plotseling van door. Toen ik dat bemerkte, liet ik Lotte een- voudig ^taan en snelde u na. Waarschijnlijk zal meneer Meissner van den nood een deugd hebben gemaakt en Lotte naar een of andere keurige gelegenheid hebben gebracht, waar je een beetje kunt dansen en desnoods ook wat kunt flirten. Waarom ik u zoo geniepig tot hier achtervolgde, daarvan heb ik mij, om u eerlijk de waarheid te zeggen, pas onder- weg rekenschap gegeven." En het resultaat?" „Ik had het^gevoel, dat u zich in gevaar zoudt begeven.'dat dit misschien een van die momenten voor u was, waarin men iemand noodig heeft." ,Nou, zoo erg was het niet. Maar hoewel ik u'nauwelijks ken, ben ik toch blij. dat u hifer bent. U behoort tot die kleine categorie van menschen, die men reeds na de eerste kennismaking met het volste vertrouwen tegemeet treedt." ,,Ik hoop niet, dat dit een beleefdheids- phrase is. dokter. Daartoe lijken mij het tijd" stip en de omstandigheden minder geeigend." ..Voor beleefdhoidsphrases bestaat niet de mi'nste aanleiding! Integendeel, ik heb veel mee,- reden om boos op u te zijn, want ten slotte hebt u mijn plan om mij geheel te cnt- trekken aan een milieu, waarin ik door een noodlottigen sain en loop van omstandigheden terecht ben gekemen, verijdeld." 1 (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 5