ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD ZEEUWSCH-VLAANDEREN Met Duitschland tegen het Kapitalisme No. 10.294 MAANDAG 17 NOVEMBER 1941 81» Jaargang Buitenland DUITSCHLAND STRIJDT VOOR EUROPA. ABONNEMENTSPRIJSBlnnen Temeuzen 1,42 per i maanden Buiten Temeuzen fr. per post 1,73 per 3 maanden B*j vooruitbetaling fr. per post /6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,20, overige landen 2,65 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Ultgeefster: N.V. Firm* P. J. VAN DID 8AJVDE GIRO 38150 TELEFOON No, 2073. Directeur: L van de Sande. ADVERTENTIfiNVan 1 tot 4 regels 0,88 Voor elken regel meer 0,22. KLEINE ADVERTENTLENper 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar* plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien Uefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCH1JNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSD.AG- EN VRIJDAGAVOND. Hoofdredacteur: N. J. Harte, Temeuzen. door ■§><SX§><SXSXSXS><§X£XSXSXSr&X§><&<SXSXS><SXS>{ DUITSCH WEERMAGHTSBERICHT (Het opperbevel der weermacht deelde gisteren mede: Bij den aanval op Sebastopol hebben Duitsche troepen een zeer versterkt en taai verdedigd fort genomen. De lucht- macht steunde de operaties, bij Sebasto pol en Kertsj door aanvallen op verster- kingen, scbepen en havenwerken. Een bolsjewistische kanonneerboot en twee troepentransportschepen werden bommen getroffen. Bij Tichwin werden alleen door twee compagnien pioniers 113 stellingen ge nomen. In de wateren om Engeland heeft de lucMmacht bij de Faroer en ten Oosten van Peterhead twee vijandelijke koop- vaardijschepen met 'n gezamenlijken in- houd van 7000 ton tot zinken gebracbt en twee andere groote schepen zwaar beschadigd. Gevechtsvliegtuigen hebben overdag bomtreffers van zwaar kaliber geplaatst op een hoogoven bij Middles- borough. In den afgeloopen nacht zijn jjjj luchtaanvallen gedaan op havenwerken aan de Oost- en Zuidwestkust van Enge land. Bij een nachtelijk gevecht tus schen Duitsche patrouille-strijdkrachten en Britsche motortorpedobooten in Het Kanaal is een vijandelijke motortorpedo- boot tot zinken gebracht. Waarschijnlijk is nog een tweede ondergegaan. De Duit sche strijdkrachten leden geen verliezen. In Noord-Afrika hebben Duitsche ge vechtsvliegtuigen met succes kazemat- stellingen bij Tobroek en een Britsch vliegveld in de oase Dzjaraboeb gebom- bardeerd. Zwakke afdeelingen vijandelijke vlieg- tuigen hebben in den afgeloopen nacht zonder succes aanvallen gedaan op het kustgebied van Noordwest Duitschland. Een Britsche bommenwerper werd neer- geschoten. In de laatste weken heeft de Duitsche luchtmacht opnieuw groote successen behaald in den strijd tegen de Sovjet- luchtmacht. Van 1 October tot 8 Nov. verloren de bolsjewisten in totaal 2174 vliegtuigen, waarvan 1298 bij luchtge- vechten en 412 door afweergeschut. De rest werd op den grond vernietigd. In dezelfde periode gingen aan het Ooste- lijk front 183 Duitsche vliegtuigen ver loren. <S~S>«><!^>®<S><S><SxiXS><S><S>«>«X5XSX5X5>«vaS DE RIJKSOOMMISSjARIS OVER ONS LAND. Het A.N.P. meldt uit Keulen: Donderdag heeft de Rijkscommissaris, Rijksminister Seyss-Inquart, alhier een groote rede gehouden over het onderwerp: Neder- land in de kentering der tijden. De Rijkscommissaris herinnerde allereerst aan den heroieken inzet van de militaire bot- sing op 10 Mei 1940, in den loop waarvan het noodz&kelijk was gebleken het Belgische en Nederlandsche gebied onder de bescher- ming van het Duitsche leger te stellen, aan- gezien de Westelijke mogendheden dit gebied hadden uitverkoren voor een flankaanval op het hart van het Roergebied. Voor de beoordeeling van den politieken en militairen toestahd is het van eenig belang, dat met Nederland geen wapenstilstandsver- drag is gesloten. Groote beteekenis moet ver- der worden gehecht aan de omstandigheid dat de regeeringsbevoegdheden in het bezette Nederlandsche gebied evenals in Noorwegen zijn overgedragen aan een rijkscommissaris, in tegenstelling tot de "situatie in andere be zette gebieden, die de Duitsche weermacht onder haar hoede heeft genomen. Het onder- scheid tusschen een rijkscommissariaat en een militair bestuur is gelegen in het feit, dat het laatste een uitvoerend orgaan vormt van de weermacht, terwijl de rijkscommissa ris rechtstreeks lastihebber is van den Flihrer en de belangen van het Rijk moet behartigen en is bekleed met de hoogste regeeringsmaeht ten aanzien van de civiele zaken. De bijzonderheid van deze regeling heeft een diepere politieke ireden. Nederland en Noorwegen behooren tot de Germaansche vol- kerenfamilie en daarom is het ook de wensch van den Flihrer in deze beide landen in zoo snel mogelijk tempo normale toestanden te herstellen en ze er toe te brengen dat zij krachtdadig, uit eigen gewonnen inzicht me- dewerken aan den nieuwen opbouw van Europa. Zoo heeft de Rijkscommissaris zorg te dragen voor de beveiliging van het open- bare leven in zijn geheel, maar vooral heeft hij de geestelijke verschijnselen, voor zoover zij uitwerking hebben op het politieke leven, te bevruchten. Wat het openbare leven in Nederland in den huidigen tijd betreft, kan worden gezegd, dat rust en orde zijn verzekerd. De hand- having daarvan is echter slechts een onder- deel van de taak van den rijkscommissaris. Ben even groote beteekenis komt toe aan de economische aanpassing van Nederland aan Midden-iEJuropa. In het bestek van deze eco nomische aanpassing zijn speciaal de douane- grens en de deviezengrens tusschen Duitsch land en Nederland opgeheven. !De spreker behandelde vervolgens de geo- politieke problemen van Nederland en verdui- delijkte m welke mate Engeland er in den loop van vele eeuwen naair heeft gestreefd de telangrijke oceaanpoort van de Rijn-Schelde- monding te beheerschen en cader zijn invloed te brengen. Indien het gelukt, aldus vervolg- de de Rijkscommissaris, de Nederlanders voor de gedachte van het nieuwe Europa te win- nen, zouden wij niet alleen negen millioen buitengewoon waardevolle medewerkers aan onze zijde hebben, maar ook een van de be- slissende geo-politieke stelhngen van het vasteland betrekken in het groote Europee- sche gebied. Als wij onszelf de vraag voorleggen, of de Nederlander Duitscher is of niet, moet wor den gezegd, dat hij naar afstamming behoort tot Friezen, Neder-Saksers en Franken. A1 beschikt hij ook over dezelfde raseigenschap- pen als het Duitsche volk eigen zijn, toch be- staat er in zooverre verschil, dat hij niet de zelfde ontwikkeling op geestelijk en militair gebied heeft gehad. Om volstrekt gemeen- schappelijke orienteering te bereiken, is ont wikkeling noodig met orienteering op een doel, dat van beide kanten duidelijk onder- scheiden en bewust wordt nagestreefd. Bij de Behandeling van dit probleem nu wordt tegenwoordig vaak gesproken van on- afhankelijkheid en zelfstandigheid. Kame- raadschap is tenslotte nooit onafhankelijkheid in den traditioneelen zin. Noodzakelijk is, dat rekening wordt gehouden met de belangen van alle deelnemers en derhalve zal het ko- mende Europa een gemeenschappelijk gebied zijn waar voor niemand volstrekte onafhan kelijkheid bestaat en kan bestaan. Want een gemeenschappelijk gebied eischt naar buiten gemeenschappelijk optreden ook tot de grens van de gemeenschappelijke verdediging en naar binnen een gemeenschappelijk econo- misch stelsel. Ahders is het gesteld met de zelfstandigheid, die in wezen bestaat uit het bereiken van de grootst mogelijke ontwikke ling op geestelijk en cultureel gebied van het eigen volk. In wezen gaat het echter om de gelijkge- rechtigdheid. Dat is het grootste, dat het Duische volk heeft te vergeven en ook het schoonste dat aan een volk kan worden ge- geven. Zoo is het ook de emstige wil van den Flihrer de Nederlanders als gelijkgerechtigde kameraden in het Germaansche gebied op te nemien. Bij de mannen, die thans de verantwoorde- lijkheid in Nederland dragen, treedt steeds meer het streven aan den dag in de toekomst samen met het Duitsche volk op te trekken, een gemeenschappelijke vertegenwoordiging van alle belangen naar buiten te vprmen, maar daarenboven ook zoo noodig door een gemeenschappelijk bloedoffer het gemeen schappelijke bestaan beveiligen. Veel Neder landers, die de toekomst met helderen blik beschouwen, zien in den Flihrer van het Duitsche de groote persoonlijkheid, die het lot van Europa en vooral van de Germaan sche volken beheerscht en vormt. lajngdurige gewaarborgde schoone toekomst van het volk achterstellen bij een kortstondig prettig heden en dat zij onder dit besef ge- bukt zullen gaan, zooals wij gebukt gingen toen de heerschende machten in de lage lan den aan de zee niet luisteren wilden naar die Nederlanders, die begrepen wat er komende was en wier waarschuwende stemmen waren als die van roependen in de woestijn. Moge het sterke en het goede alsnog in Zweden overwinnen, tot heil van het Zweed- sche volk dat ons Nederlanders zoo na staat. ZWEDEN EN WIJ. In „Volk en Vaderland" spreekt ir. Mussert van de oude banden die het Nederlandsche volk met het Zweedsche verbinden. Dan ver- volgt hij: Nu vormt zich in onzen tijd het nieuwe Europa en in dit nieuwe Europa naar mijn vaste overtuiging een bond van Germaansche volkeren, met Noordzee en Oostzee als bin- nenzeeen. Wanneer dit goed geschiedt en het moet goed geschieden, want dat verbond moet de eeuwen trotseeren zullen Neder land en Zweden elkander vinden en met elkander zich verbinden als nog nimmer te- voren. De Zweden, Noren en Den en in het Noor- den en de Nederlanders in het Westen van de Germaansche levensruimte, hun overeenstem- ming is treffend, hun lotsverbondenheid on- miskenbaar. g Daarom is het zoo natuurlijk dat wij, Nederlanders, bij de vorming van het nieuwe Europa zien naar Zweden en met groote be- langstelling ons afvragen wat dit grootste der Scandinavische volkeren doet. Eigen aanschouwing is nu niet mogelijk; de verbindingen zijn schaarsch; een oordeel in details is dus moeilijk te vormen. Maar de groote lijn is duidelijk. Zweden is bezig dezelfde fout te maken als de democratische Nederlandsche regee- ring, die nu in Londen vertoeft, gemaakt heeft. Daarvoor willen wij onze Zweedsche broeders waarschuwen. Ir. Mussert gaat dan de ontwikkeling van de wereld-historische gebeurtenissen der laat ste jaren na, waarin Zweden zich steeds op den achtergrond hield. En hij concludeert: Na de opruiming van de bolsjewieken is er nog maar een macht rondom en in de Oost zee en die eene macht is de Duitsche weer macht, waarbij vergeleken elke Zweedsche weermacht in het niet valt! Wat heeft het voor zin een volk te laten bloeden voor een weermacht, die niet gebruikt wordt op het eenige tijdstip waarop zij het volk kan dienen, waarop zij voor het volk een toekomst kan veroveren Welk een geestelijke bevrijding, welk een verheffing zou het voor het Zweedsche volk beteekenen om tegen den eeuwenouden vijand ten strijde te trekken om te zeggen: ziet wij hebben ons niet voor niets groote offers ge- troost. De oude Zweedsche geest, de onver- woestbare geest van Gustaaf Adolf is nog levend. Europa is bedreigd. Ter elfder ure hebben wij ons bezonnen op onze Germaan sche lotsverbondenheid. Wij zijn mede ten strijde getrokken, zullen mede overwinnen en zullen mede het komende Europa, den komen- den Germaanschen iStatenbond gestalte geven. Wij, Nederlandsdhe nationaal-'socialisten betreuren nog lederen dag, dat ons volk aan den verkeerden kant gezet werd door zijn de mocratische regeerders, die vloden toen de strqd op zijn hevigst was. Daardoor werd ons volk de kans ontnomen om als geheel te staan aan den kant van Europa, den kant der over winnaars. Dat het Zweedsche volk nu, nu alles toch zoo duidelijk is, de kans, die het heeft. ver- zuimt, betreuren wij diep. Ik ben er van over- tuigd, dat Zweden als Sven Hedin volkomen beseffen, hoe de democratische machten een CONTINENTAAL DOEL. Nauwelijks met zijn rede aangevangen, merkt de N. R. Crt. op, zeide de Fiihrer op 8 Nov. tot zijn oudste medestrijders,,Ik weet niet, hoeveel menschen buiten het Rijk zich voor het jaar 1940 een duidelijke voorstelling van datgene gemaakt hadden, wat zou gaan gebeuren. Zelfs in ons eigen volk waren er waarschijnlijk maar zeer weinigen, die een vermoeden hadden van wat toen voor de deur' stand, wat gelukken moest en wat gelukt is." Stuikje bij beetje hebben de ontelbare an- deren zich het oogenschijnlijk om Dantzig begonnen conflict zien ontwikkelen tot den omvang van „een doel, dat dit continent om- •vat", het doeJ, waarover de Fiihrer thans vol- uit spreken kon, anders dan een jaar gele- den, toen de ,,wapenstilstand" in het Oosten, dit nog verhinderde. Ook in de rede in den Hofbraukeller weer- klonk de leuze: „Met Duitschland tegen het bolsjewisme", zortder dat zij den keer in den mond genomen werd. Want wat van de aan- plakbiljetten als een oproep komt, was in de rede van den Flihrer het kort bestek van een historische ontwikkeling. Een historische ontwikkeling, waarin Europa, een geworden, uit nog dringender noodzaak in het Oosten naar uitbreiding van de basis zijner grond- stoffenvoorziening zoekt, dan dit in Mein Kampf reeds voor het Duitsche volk alleen als onvermijdelijk was voorgesteld. Hitler's ,,Ostpolitik" had in Mein Kampf nog niet geheel Europa tot achtergrond. Zij beoogde de toekomst van het Duitsche volk te verzekeren door een op de behoeften van eeuwen berekende uitbreiding van den Ger maanschen bodem. Daarbij werd de moge- lijkheid verondersteld van een bondgenoot- schap, niet alleen met Italie, maar ook met Engeland. Een van de voordeelen, we-lke daarvan werden verwacht, was, nog afgezien van het tecfanische aanvullingsvermogen, de voile zekerheid van de verzorging met levens- middelen en grondstoffen. De geschiedenis heeft zich dezen loop ech ter niet willen laten wijzen. Engeland bleek de onverbiddelijke macht van verzet tegen de wederopstanding van het Duitsche volk. Het was een vijandschap, waaraan het Britsche Rqk bereid gebleken is elk ander Europeesch volk op te offeren. Reeds hun insluiting in den blokkadering, waarin Engeland ditmaal tevergeefs het Duitsche volk zocht te kluis- teren, smeedde schakels van lotsverbonden heid tusschen de volkeren van het continent Daartegenover slaagde het Duitsche Rijk er met name in Zuid-Oostelij ke richting in om ter verzekering van een voldoenden voorzie- ningsgrondslag menig land oeconomisch aan zich te binden. De nietsontziende wjjze ein- delijk, waarop van Engelsch-Fransche zijde andere landen in plannen tot uitbreiding van den oorlog betrokken werden, had tot gevolg dat deze nog rechtstreekscher onder den or- ganisatorischen invloed van het Duitsche Rrjk werden gebracht. Het feit, dat Duitschland den oorlog tegen Engeland als hoofdvijand moet voeren, heeft op zichzelf al tot de strategische en oecono- mische samenvatting van vrijwel geheel Europa onder de Duitsche leiding genoopt. En uit dit verloop van den oorlog werd tevens het Europeesohe belang geboren om als orde lijk geheel uit deze crisis te voorschijn te komen, omdat alle structuurveranderingen tijdens den oorlog er op wezen, dat een ver- deeld en verdeeld gebleven Euffopa het aan zien van het Oude werelddeel onherroepelijk aan de Nieuwe wereld zou moeten verliezen. Wanneer Washington er van droomt wereld- hoofdstad te worden, Berlijn koestert die eer- zueht niet. Maar zooals Washington als geestelijk centrum van het verzet tegen Duitschland Londen overvleugeld heeft, zoo zijn in het verloop van den strijd het Duit sche en het algemeen-Europeesche belang samen komen loopen. Duitschland heeft Europa noodig, maar Europa ook Duitsch land. Zonder dit tegenwicht wordt het te verder uit het hart der wereld weggeslingerd, naarmate het contra-centrum zich naar het Verre Westen verplaatst. Zoo zegt de Fiihrer dan: ,,Wij hebben een doel, het omvat dit continent, primair ons vaderland, dan daar boven uit ook al dege- nen, die in denzelfden nood leven als ook wij". ..En dan, zoo liet hij er onder stormachtigen bqval op volgen, ben ik van overtuiging, dat dit continent niet het tweede der wereld zal zijn, maar na als voor het eerste blijven." Dat was de uitdrukking van een Europee- schen wil tot zelfhandhaving, waarin elk an der Europeesch volk zich reeds uit zuiverem levensdrang betrokken gevoelt. Wanneer de wegen der wereld zich niet meer in Europa kruisen, dan moet ons werelddeel ten onder gaan en met het werelddeel de volkeren, die het bewonen. Dat was het gevaar, dat we reeds in de jaren na den wereldoorlog hebben voelen genaken, toen de Nieuwe wereld voor het eerst uit eigen kracht ging leven en de toegangswegen voor het Europeesche bevol- kingsoverschot sloot. Het zou een des te ernstiger gevaar zijn, van het oogenblik af, dat de Nieuwe wereld voor de bevesti-ging van haar macht de steunpunten zoekt, die totdusver tot de machtsbevestiging van de oude landen dienden. Ook Europa kan niet leven zonder ruimte voor zijn bevolkingsoverschot, zonder grond stoffen, zonder graanschuur. Het is de loop van den oorlog, die het doel, gelijk Hitler zeide,, zich „ver over de grenzen van ons Duitsche Rijk" heeft doen uitbreiden. Europa gevoelt thans een overeenkomstige noodzaak als welke Hitler in Mein Kampf voor het Duitsche volk omschreven heeft. Thans sprak Hitler van „deze waanzinnige Europeesche constructie, volgens welke in feite het rijkste deel van Europa tegen Europa gemobiliseerd wordt." „Gij begrijpt onze groote doelstelling, zeide hij': dat wij in dezen strijd nu eindelijk het gevaar van het Oosten van Europa wegnemen en daardoor dit Oosten met zijn onmetelijke vruchtbaarheid, met zijn onmetelijken rijkdom aan bodemschatten en ertsen niet meer tegen Europa laten mobiliseeren, maar het in dienst van Europa stellen... Het zal voor Europa een ware verlossing zijn, wanneer niet slechts dit gevaar verdwijnt, maar wanneer de vruchtbaarheid van deze aarde geheel Europa ten goede komt." In zekeren zin moet deze ontwikkeling zelfs de verwachtin-gen van den Flihrer te buiten zijn gegaan. Wat hij zoc-ht was uitbreiding van den Germaa'nschen bodem voor het Duit sche volk. Had Engeland dit streven begun- stigd, wel, de volkeren van het Westen zou den de uitvoering van Hitler's Ostpolitik met eenige onverschilligheid hebben kunnen aan zien. Maar niet nu, nu door de hernieuwde oorlogsverklaring van Engeland aan het Duitsche Rijk en door het verloop van den oorlog daarna een Europeesche lotsverbon denheid, een Europeesch belang is ontstaan waardoor ook Hitler's Ostpolitik Europeesche politiek geworden is. Zoodat Hitler besluiten kon: ,,Zoo strijden wij, nationaal-socialisten, thans niet meer alleen. maar in een geweldig Europeesch front," waarin zich afgezien van Zuid-Oost-Europa, dat grootendeels meemar- cheert, ook groote deelen van het overige Europa, zooniet als staat, dan toch naar de gezindheid bevinden". DE MACHT VAN HET GOEDE. Heerschappij van de geldzak,, dat is kapi talisme. De geldzak heeft geen geweten, kapitalisme is de ondergang van den mensch als redelijk wezen. Het maakt van den rijke een aandeelhou der: wat gaat hem het lot van den werk- nemer aan-Hij kent de arbeider niet eens van de zaak, die gedreven wordt door en met zijn geld. De eenige band tusschen hem en zijn bezitloozen medemensch is het geld, en het geld heeft geen geweten. Alleen het voor- deel beslist. De aandeelhouder wint. Het kapitalisme maakt van den arbeider anoniem materiaal. Niet de mensch die pro- duceert, interesseert den aandeelhouder, maar het product dat wihst belooft. Om de winst is het te doen, om het dividend dat opgedre- ven moet worden. Want het kapitaal be heerscht den arbeid en het geld heeft geen geweten. Zoo wordt de kleine man beroofd van zijn zedeljjke waarde, en de eerlijke wer- ker wordt een stuk machine, grondstof, mate riaal waarvan de kosten gedrukt moeten worden om zoo goedkoop mogelijk te verkrij- gen wat zoo duur mogelijk verkocht wordt. Want het kapitalisme beheerscht het zaken leven, het gouden kalf is de afgod der eeuwen., en de kleine arbeider is maar een mensch. Wie kijkt er naar hem om? Zoo is het kapitalisme de ondergang van den mensch als zede'lijk wezen of hij nu werk- gever of werknemer, bezitter of bezitlooze is. En het intemationaal kapitalisme is de on dergang van het zedelijk wezen der volkeren. Als de winst maar blijft, dan mag een volk vergaan. Het kapitaal heeft geen geweten de Mammon is de groote vijand van de heilige Scheppingsorde. Daarom staat er geschreven: Gij kunt niet God dienen en den Mammon". De vrienden van den Mammon vinden^ het niet prettig als dat maar zoo hardop gezegd wordt. Hun belangen staan op het spel en daarom moeten zij wel haten wie de macht van hun goud belaagt. Vandaar hun haat tegen het socialistische Duitschland, dat het waagt den Mammon te onttroonen en den arbeider de eervolle plaats te geven die hem toekomt. Het nationaal-socialisme, dat uit naastenliefde geboren is en de gezonde natio- nale waarden erkent en eert, zal de verder- felijke heerschappij van het kapitalisme te niet doen. x Kleine man, werknemer, gij hebt Uw be lang begrepen. Duitschlands zaak is Uw zaak,, de strijd van den Fiihrer is Uw strijd. Laat U niet door duistere dreigementen of tooverformules van deze eenvoudlge waarheid afbrengen. Het gaat om Uw waarde als zede lijk wezen, het gaat om de eer van den arbeid. EIn gij, bezitters, kapitalisten, zoolang gjj vrienden van den Mammon zijt, is Uw haat het natuurlijk gevolg van Uw vrees. Maar er zijn onder U idealisten, wier geweten lui- der sipreekt dan de beursbengel. Zij zijn een- voudig kameraad geworden. Hun getal is nog tclein, maar wie weet! Niets is zoo machtig als de macht van het goede. Dr. J. Smit. TUSSCHEN IJSZEE EN ZWARTE ZEE. Staatssecretaris Hull is, schrijft de N. R. Crt., Donderdag den indruk komen bevesti- gen, dien men reeds van de Britsche en Ame- rikaansche stappen bij de Finsche regeering gekregen had: het gaat er voor beide regee- ringen aleen maar om, of Finland, buiten de eischen van zijn eigen verdediging om, aan de Duitsche troepen aan het IJszeefront een zoodanige ondersteuning zal geven, dat daar door de Britsch-Amerikaansiche toevoerwegen naar het Russische achterland over Moer- mansk en Archangelsk zullen worden be dreigd. Met andere woorden, men wil te Londen en Washington de zaken tusrschen Finland en de Sovjet-unie niet al te formeel opvatten, de kwestie van vrede of geen vrede Yoorloopig gaame laten rusten en het mis- schien zelfs met de ontruiming van de ver- overde Karelische landstreken, niet al te nauw nemen, mits maar niet verder in de richting van, de Witte Zee wordt opgerukt. De Finsche antwoordnota's en autoriteitcn als president Ryti, minister Tanner maar- schalk Mannerheini hebben in verschillei.den vorm te kennen gegeven, dat zal worden op gerukt tot een bepaalde strategische lijn, die om geen aanwijzingen aan den vijand te geven niet zal worden bekend gemaakt. En- gelschen en Amerikanen maken van het feit, dat Finland I zich niet op een bepaalde lijn heeft vastgelegd, gebruik om te trachten het land te nopen de ljjn niet verder naar voren te schuiven. Inderdaad kan voor sommige deelen van het Noordfront zelfs een Finsche terugtrek- king binnen de oude grenzen geen groote ver- anderingen brengen. De positie van Lenin grad bijvoorbeeld zou er niet door worden verlicht; het is zelfs de vraag, of de Finnen op de Karelische landengte op alle plaatsen hun voormalige grens weer hebben bereikt. Zoo beteekent het enkele bezethouden van de oude Mannerheimlinie een onmisbare schakel in de omsingeling van Leningrad. De eenige verbindingen, die de stad nu nog met de bui- tenwereld bezit, voeren over water, aan den eenen kant naar de Finsche Golf en dus niet meer van belang vaar de ravitailleering, an- derzijds over het meer van Ladoga. De Duit- schers hebben den oever bij Schliisselburg bezet, ten Noorden daarvan moet nu nog een stukje oever vrij zijn. De Duitsche berichten althans spreken van een nagenoeg onbruik- bare verbinding over het Ladogameer, Uit- komend in het smalle moerasgebied beooeten het meer en bezuiden de Finsche stellingen aan de Swir, den waterweg tusschen Ladoga- en Onegameer. Het is ongetwijfeld mede met het oog hierop, dat de Duitsche troepen on- langs het plaatsje- Tichwin tesi Zuidoosten van het Ladogameer hebben bezet. Verder moet in aanmerking worden genomen^ dat Tichwin een belangrijk station is aan den spoorweg van Leningrad naar het Oosten, die de lijn Archangelsk-Moskou bij Wologda kruist. Tenslotte is Tichwin het centrum van de grootste bauxietvindplaatsen, die in de Sowjetunie in exploitatie ziyi, en men neemt dan ook aan, dat zij de gronds.offen voor 80 pet. van de aluminiumproductie leveren. De sinds 1939, in ontginning gebrachte bauxiet- terreinen in den Noordelijken Oeral schijnen nog niet voldoende op te leveren, althans niet in verhouding tot de enorme behoeften van de Sowjet-vliegtuigindustiie. Trouwens, het aluminium vormde al in den tijd, dat de Sowjet-oeconon&ie nog geheel ongerept was, .een zwak punt in den productiesamenhang. Vandaar ook, dat Beaverbrook, volgens zijn eigen mededeelingen, Stalin zulk een buiten- gewone vreugde had bereid, toen hij op de conferentie in Moskou verzekeringen kon geven omtrent de levering van dit meest ge- vraagde metaal voor de vliegtuigindustrie. Beaverbrook vertelde dit tijdens een propa- ganda-tournee door de Engelsche fabrieks- streken om aan te toonen, wat de regeering niet al voor de* Sowjetunie over had, want, zooals bekend, is ook in Engeland de alumi- nium-positie niet overmatig gunstig. Merk- waardig is, dat Duitschland van dit metaal juist goed voorzien is, zoodat het zelfs op het gebied van de gebruiksgoederen heeft kunnen dienen ter vervanging van metalen, waarover men elders meer beschikking heeft., zooals koper, nikkel en hun legeeringen. Uit een oogpunt van oorlogsoeconomie gezien is de bezetting van Tichwin dan ook meer van be lang als verlies voor de Russische dan als aan winst voor de Duitsche industries hoewel natuurlijk alle beetjes helpen. Om van het oeconomische naar het militaire terrein terug te keeren, de schijnwerper van de publieke belangstelling heeft zich sinds eenigen tijd weer eens verplaatst naar het Zuidelijke van de drie fronten in de Sowjet unie. Dit mag het oog niet blind maken voor wat er misschien bij Moskou in voorbereiding is, maar in ieder geval is de beteekenis van wat zich op het oogenblik op de Krim af- speelt zoo opvallend, dat het al datgene ver- dringt, wat minder duidelijk is. Het gaat nu immers om het gebied, dat van het begin van den oorlog af door de berekeningen heeft ge- speeld, den Kaukasus. Terwijl de lange om- weg om de Zee van Azow bij Rostow nog wordt afgesloten, hebben de Duitschers den weg over Kertsj gekozen, den directen 'toe- gang tot Kaukasie en daarvan alleen door een zeestraat van,, op de smalste gedeelten. 5 kilometer gescheiden. Hoe zal het Duitsche militaire vernuft deze grootste waterversper- ring overwinnen,, welke het tot dusver op zijn weg heeft ontmoet (we zien even af van Kreta), terwijl men aanneemt, dat aan de overzijde sterke vijandelijke stellingen zijn in- genomen en terwijl een sterke vloot nog op de gelegenheid wacht om haar voile vermo- gens te vertoonen? Dat is de vraag waar van de algemeene militaire beteekenis nog uitgaat boven de plaatselijke krrjgsverrich- tingen. Een tweede vraag is, wig he glacis tusschen Wolga, Don en Kaukasus verdedigt, de Russen alleen, of tezamen met Wavell's troepen? Dit punt stelt de heele krachten- verdeeling in het Midden-Oosten aan de orde, het front van Tobroek tot Singapore, zooals de Engelschen het noemen, en houdt dus evenzeer verband met wat er in de Middel- landsche Zee als in den Pacific gebeurt.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 1