Strijd en Qverwinning
AKKERTJES
Binnenland
Razende Kiespijn
De Burgemeester van Jerneuzen
Dr. Burmesters
i ziJn'
FEUILLETON
helpen direct
maakt bekend, dat het ten strengste is ver-
boden de nieuw gebouwde schuilkelders te
betreden, terwijl kinderen in geen geval deze
als speelplaats mogen bezigen.
Bij overtreding van dat gebod, zullen de
strengste maatregelen worden toegepast en
bij overtredingen gepleegd door kinderen
worden de betreffende ouders aansprakelijk
gesteld.
Temeuzen, 8 November 1941.
De Burgemeester voomoemd,
get. C. VERLINDE, Wnd.
in botsing kwam. Het wrak van het vlieg-
tuig stortte in zee en verdween in de golven.
Het patrouillevaartuig werd hierop door an-
dere bommenwerpers opnieuw aangevallen,
waarbij het een Bristol-Blenheim neerschoot.
Twee andere bommenwerpers werden door
vaartuigen, welke het konvooi begeleidden,
neergeschoten. Na het verlies van vier zware
bommenwerpers staakten de Engelschen hun
vergeefsche aanvallen op het Duitsche kon
vooi.
Binnen het bestek van de gewapende ver-
kenning zijn, naar het D.N.B. verneemt,
Duitsche gevechtsvliegtuigen Vrijdagnacht
weer ver boven den Atlantischen Oceaan door-
gedrongen. Op 200 km ten Westen van
Lands End werd een klein schip in den grond
geboord.
DE WUIZIGING VAN DE
NEUTRALITEITSWET.
De Amerikaansehe Senaat heeft met vijf-
tig tegen zeven-en-dertig stemmen het voor-
stel tot bewapening van koopvaardijschepen
en tot opheffing van het verbod voor deze
schepen om de oorlogszones te bevaren, aan-
genomen, aldus meldt Associated Press.
ONZE OUDE EN NIEUWE
BETREKKINGEN MET HET DUITSCHE
RIJK.
In grooten stijl heeft, meldt de N.'R. Crt.,
Woensdag in het Kurhaus te Scheveningen
de aanbieding plaats gehad van het boek-
werk: Die Niederlande im Umbruch der Zei-
ten, met ondertitel: Alte und neue Beziehum-
gen zum Reich, dat Reichsamtsleiter dr. Max
Preiherr du Prel, met medewerking van Pres-
sedezement Willy Janke in opdracht van den
Rijkscommissaris, rijksminister dr. Seyss-In-
quart die daarin het Voorwoord heeft ge-
sohreven heeft doen verschijnen.
De Rijkscommissaris heeft door zijn aan-
wezigheid en door het houden van een toe-
spraak tot de vele genoodigden luister bijge-
zet aan deze samehkomst, waarbij verder o.a.
tegenwoordig waren minister dr. Fischbbck,
commissaris-generaal Schmidt, gezant dr.
Otto jBehne, de gevolmachtigden van den
Rijkscommissaris voor Rotterdam, dr. Vol-
cker, en voor Utrecht, de heer Sommer, de
commissaris der provincie Noord-Holland, dr.
A. J. Backer, de directeur-generaal van den
rijkswaterstaat, dr. ir. L. R. Wentholt, het
hoofd van de afdeeling perswezen van het
departement van volksvoorllchting en kun-
sten, de heer M. Blokzijl, de voorzitter van
het Verbond van Nederlandsche Journalisten,
de heer P. J. van Megchelen, de voorzitter
van de vereeniging De Nederlandsche Dag-
bladpers, mr. J. Kara, de voorzitter van den
Nederlandschen Kuituurkring, prof. dr. G. A.
S. Snijder en de Nederlandsche voorzitter van
de Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeen-
schap, de heer Van Maasdijk.
De Rijkscommissaris, dr. Seyss-Inquart,
heeft de volgende rede gehouden:
Bij het betreden van deze zaal zeide mijn
begeleider mij,' dat het was alsof wij op een
verjaarsfeest kwamen. Deze opmerking klopt,
want wij willen hier den geboortedag vieren
van een boek.
Omstreeks een jaar geleden werd de vraag
geopperd, pf niet iets kon worden geschreven
over Nederland en zijn betrekkingen tot
Diuitschland, in de eerste plaats met de be-
doeling om onaen kring van medewerkers,
maar daarenboven ook onze volksgenooten in
Duitschland op de hoogte te brengen met de
situatie in Nederland en de ontwikkeling
daarvan in den loop der geschiedeoiis.
Ik heb dit initiatief zeer gaame overge-
nomen. De eerste vraag was, wie dit werk
zou schrijven. Deze kwestie werd spoedig op-
gelost en het verheugt mij zeer, dat dr. Frei-
herr Du Prel deze taak in samenwerking met
mgn medewerker Janke op zich heeft ge-
nometi.
De tweede vraag was: ,,hoe doen we het?"
Het was ons duidelijk, dat dit werk slechts
dan succes kon hebben, als het om zoo te
zeggen als een van de eerste gemeenschappe-
lijke werken zou worden vervaardigd door
mannen, die hier 'met een open oog leven. Of
het nu Duitschers of Nederlanders zouden
zijn, is niet van belang in dit verband. Van
belang is slechts, dat Duitschers en Neder
landers eraan hebben gewerkt.
Het verheugt ons, dat wij erin zijn geslaagd
een vrij grooten kring van menschen voor dit
werk te winnen. Wij hebben thans een boek
voor ons met een inhoud, waarover ik geen
oordeel wil vel'len, daar ik een te groot aan-
deel heb gehad' aan de totstandkoming daar-
Ik hoop slechts, dat het werkelijk een goed
overzicht geeft van de huidige situatie van
Nederland en daarbij is berekend op den
tegenwoordigen toestand, vooral daar het een
samenvatting geeft van datgene, wat de ge-
schiedenis van dit gebied en dit volk heeft
gebraeht en wat heeft geleid tot de huidige
situatie.
Ik wil over dit boek verder niet spreken.
De technisehe bijzondeiheden zal de Presse-
stelle u wel mededeelen. Mijzelf is het een be-
hoefte in uw tegenwoordigheid alle medewer
kers, die zich bereid hebben verklaard dit
werk tot stand te brengen, zoowel de heeren
uit Nederlandsche kringen alsook de heeren
uit mijn kring van Duitsche medewerkers,
van harte te dan-ken.
Ik draag het aangenaam bewustzijn met mij
mede, dat wy hier een gemeenschappelijk
werk hebben, dat in kameraadsohap tot stand
is gekomen en ik spreek de hoop uit, dat wij
hier iets hebben gemaakt, dat aan een bree-
den kring van iezers eenig inzicht zal geven
omtrent den toestand in Nederland, waar-
dein, in dit land en volk gelegen, eirde toe-
komst, die het is beschoren, een goede toe-
komst volgens den wensch van ons, Duit
schers. Nogmaals dank ik alle medewerkers
en ik wensch het boek een waarlijk groot
succes.
Dr. Preiherr Du Prel, daarna het woord
verkrijgend, merkte op, dat over Nederland
werken zijn geschreven, die dit land van alle
zijden hebben belicht, doch dat over de ont
wikkeling van Nederland in de laatste tien
jaren en de verhouding sedert dien tijd tot
Duitschland weinig te boek is gesteld, terwijl
juist deze periode van ontwikkeling van
groote beteekenis mag worden geacht.
In dit boek is vooral het volksche karakter
tot uitdrukking gebraeht doordat veel aan-
dacht is geschonken aan de groote cultuur-
problemen, waarover bekwame medewerkers
als prof. dr. H. Krekel, de heer H. C. van
Maasdijk en andere Nederlanders hun inzicht
in dit boek hebben weergegeven. De heer
.Janke heeft over de ontwiklkeling van Neder
land sedert Mei 1940 onder den titel: Regun-
gen des neuen Geisters een belangrijke samen
vatting in dit boek geschreven. Over het be-
stuurswezen in het bezette Nederlandsche
gebied hebben dr. Rabl en dr. Backer hun in-
zichten neergelegd, over de openbare veilig-
heid en de politie schreef Gruppenfiihrer dr.
Rauter, over de cultureele oeitwikketEng o.a.
prof. Snijder, over de bouwkunst dr. G. C,
Labouchere, over de schilderkunst dr. D.
Hannema, directeur van het (BoymansmuseUm
te Rotterdam, over de militaire gebeurtenis-
sen van 1015 Mei '40 generaal-majoor
S-chwabedissen en majoor Th. von Zeska, over
de technisehe en kolonisatorisc-he prestaties
van Nederland resp. dr. ir. Wentholt en prof,
dr. J. J. Schriecke, secretaris-generaal van
het departement van justitie.
Een volgend deel van het boek is gewijd
aan de Nederlandsche staatshuishouding,
waarover minister dr. Fischbock ven veel an-
deren hun inzichten hebben gegeven. Belang
rijke bronmen van welvaart in Nederland, zoo-
als landbouw en industrie, de problemen van
Rotterdam en Amsterdam,, de werkloosheid
en de wederopbouw vormen een volgend
hoofdstuk in het boek, dat slqit met een over
zicht van het Nederlandsche landschap en
van land en volk in eenige hoofdgroepee-
ringen.
Het boek is met 114 foto's en 20 schema-
tische teekeningen e.d. geillustreerd.
Voor ons alien, medewerkers aan dit boek,
is de verschijning ervan een reden tot groote
verheugenis, aldus dr. Du Prel, die eindigde
met een woord van bijzonderen dank aan den
Rijkscommissaris voor diens opdracht.
De heer W. Janke, die reeds bij den aan-
vang de genpemde autoriteiten en Fraulein
Triltsch, vertegenwoordi-gster van 3en uitge-
ver Konrad Triltsch uit Wurzburg had ver-
welkomd, heeft tenslotte de volgende tqe-
spraak gehouden:
Het thans verschenen boek: Die Niederlan
de in Umbruch der Zeiten is, gezien zijn op-
zet, karakter en uitvoering, gericht tot twee
volken: het Duitsche en het Nederlandsche.
Van het begin af- aan hebben derhalve de uit-
gevers er naar gestreefd, in dit werk behalve
de belangrijkste medewerkers van den Rijks
commissaris ook vooraanstaande Nederlan
ders aan het woord te laten komen, ja, als
het ware de gedachte van de Duitsch-Neder-
landsche samenwerking uit dit boek te laten
spreken. Dit is bij de redactioneele bewerking
daardoor tot uiting gekomen, dat juist eenige
van de belangrijkste bijdragen door Neder
landers zijn geleverd, nam-elijk de hoofdstuk-
ken, die het Nederlandsche volkskarakter en
de groote, Germaansche prestaties van de
Nederlanders op het gebied van cultuur, tech-
niek en kolonisatie van overzeesche en Oost-
Europeesche gebieden behandelen. Bij de tech
nisehe uitvoering blijkt deze samenwerking
daaruit, dat ook in dit opzicht de medewer
king van Nederlanders werd ingeroepen, zoo-
als op de eerste pagina's van het boek staat
aangegeven. Dit is de reden, waarom de
Rijkscommissaris den wensch heeft geuit, dat
op deze bijeenkomst niet alleen in het Duitsch
doch ook in de Nederlandsche taal de betee
kenis van dit boek zou worden toegelicht.
Dat mij, in mijn dubbele functie van mede-
uitgever en als leider van de persafdeeling
van het Rijkscommissariaat, deze taak werd
opgedragen, is mij een bijzondere eer. Zij
schenkt mij des te meer voldoening, daar ik
door mijn langdurig verblijf hier te lande den
Nederlandschen mensch, zjjn aard en presta
ties, alsook het Nederlandsche landschap
grondig heb leeren kennen en waardeeren.
Door mijn veeljarig nauw contact, dat ik
eerst als journalist en later In officieele func-
ties niet alleen met de Nederlandsche pers,
doch ook met vele andere Nederlanders, tot
stand heb kunnen brengen, heb ik uit per-
soonlijke ervarimg kunnen constateeren, dat
velen hier te lande vriendschappelijke gevoe-
lens ten opzichte van het naburige Germaan
sche broedervolk koesteren en dat, bij des-
kimdi-ge en objectieve voorlichting, het stre-
ven: begrip voor de ontwikkeling, denkwijze
en prestaties in het nieuiwe, verjongde
Duitschland te wekken, in wijde kringdn met
succes kan worden bekroon-d. Tevens heb ik
de overtuiging gekregen, dat omtrent hou-
ding en gevoelens van de Duitschers ten op
zichte van het Nederlandsche volk hetzelfde
mag worden gezeg-d.
Deze wederzijdsche waardeerin-g kan aan-
zienlijk worden bevorderd, wanneer men in de
geschiedenis teruggaat en, met de gemeen-
schappelijke historie als uitgangspunt, tot het
inzicht komt, dat tusschen Duitschers en
Nederlanders steeds een zekere lotsverbon-
denheid heeft bestaan, zooals reeds blijkt uit
de.oude Nederlandsche zegswijze: Gaat het
Duitschland goed, dan gaat het ons ook goed!
Tot dit doel moge het voor ons liggende boek,
waarin de nauwe relaties tusschen Neder
landers en Duitschers in het verleden en in
het heden op haar juiste waarde worden ge-
schat, een wezenlijke bijdrage vormen. Aan-
-gezien daarenboven in de thans openbaar ge-
maakte beschouiwingen de eerste verschijnse-
len van een onvermijdelijke herorienteering
van Nederland en de voorwaarden tot een ac-
tief en vruchtdragend aandeel aan het schep-
pen van een nieuwe Europeesche orde wor
den geschetst, zal op deze wijze de overtui
ging worden verstevigd, dat in de toekomst
de Duitsch-Nederlandsche samenwerking en
de lotsverbondenheid binnen het kader van
de Germaansche volkenfamilie nog inniger
zullen worden, dan zij reeds in het verleden
mochten worden genoemd. Moge derhalve
het boek „Die Niederlande im Umbruch der
Zeiten" bij de constructie van het groote
Europeesche bouwwerk, waarvoor de Fiihrer
reeds de fundamenten heeft gelegd, een be
langrijke pijler vormen.
Aan elk van de genoodigden is tijdens een
gezellig samenzijn een exemplaar van het
boek ten geschenke aangeboden.
DE LANDSTAND.
De Landstandpersdienst meldt:
Alhoewel de verordening van den Rijks
commissaris betreffende de oprichting van
den Nederlandschen Landstand en de daarop
gegeven toelichtingen zeer duidelijk zijn ge-
weest, blijkt bij sommigen toch nog geen
recht begrip omtrent het karakter van den
Nederlandschen Landstand aanwezig te zijn.
Hier en daar heerscht blijkbaar de preening,
dat de Landstand een nieuwe boerenorganisa-
tie is in den geest van de tot nog toe be-
staande, dus geboren uit het particuliere ini
tiatief van de een of andere groep van de
boerenbevolking waarvan men al dan niet,
naar persoonlijk gevoelen, lid kan worden.
Artikel 1 van de Verordening 196/41 zegt
in het eerste lid, dat de Nederlandsche Land-
stand is een openbaar lichaam in den zin
van artikel 152 van de Grondwet. En lid 2
verklaart, dat de Nederlandsche Landstand
verordenende bevoegdheid heeft in den zin
van artikel 153 van de Grondwet. Dit artikel
152 is destijds in de Grondwet opgenomen als
de ontsluiting van de mogelijkheid in Neder
land tot de zoo lang bepleite en verhoopte
publiekrechtelijke bedrijfaorganisatie te ko
men. Jarenlang is daarover geschreven en
gesproken, totdat eindelijk de Volksvertegen-
woordiging in .meerderheid ervoor gewonnen
was. Bij de democrrftischen gang van zaken
zou de uitvoering zeker ook in dit geval
langen tijd, zbo niet jaren op zich hebben
laten waehten, doch bij de snelle werkwijze,
welke wij mogen vaststellen, komt thans de
ordening van onze geheele sociaal economi-
sche samenleving in een vlot tempo tot stand.
Tot heil van de bedrijfsgroepen, die nu zelf
voor een goed deel hun wel en wee in handen
kunnen nemen.
Wie zijn lid Landstand?
Wie zijn nu lid van den Nederlandschen
j Landstand
Artikel 3 lid I van de Verordening zegt:
1 Allen, die deel hebben aan het productief
I maken van den Nederlandschen bodem met
inbegrip van binnen- en kustwateren. Een
I volgend lid betrekt tevens alle familieleden
van voorgenoemden daarin. Dit zijn dus alle
boeren met hun gezinnen, alle visschers met
hun gezinnen, al degenen, die in min of meer
I verwijderd verband met boeren en visschers
te maken hebben. Het enkelvoudige feit dus,
dat men boer is, dat men visscher is, doet
iemand van nature tot den Landstand bshoo-
i ren. Hij is Nederlander en daarnaast lid van
den Landstand. Van zich al of niet aanmel-
den is dus geen sprake. Aan het boer-zijn zit
j onafscheidelijk de plicht lid van den Land-
j stand te zijn.
Op ander terrein geschiedt hetzelfde: men
is thans eveneens reeds een heel eind gevor-
derd in de publiekrechtelijke ordening van het
bedrijfsleven. Elk, die een 'bedrijf uitoefent,
zal straks als uitvoerder van een bepaald
bedrjjf van nature lid van zijn bedrijfsgroep
Zoo komen wij eindelijk tot die ordening
van de maatschappelijke wereld, welke onze
knapste sociologen tientallen van jaren heb
ben bepleit, en welke voor zooveel betreft de
Roomsch-Katholieke boeren en visschers
in Pauselijke Encyclieken als de eenige juiste
ordening van het chaotische maatschappelijke
leven is aangegeven op welke ook door het
Nederlandsche Episcopaat in zijn Mandement
van 1933 is aanbevolen.
KERSTPAKKETTEN VOOR HET
OOSTFRONT.
De V.P.B. meldt:
Ver van het oude huis, ver van de ver-
trouwde omgeving, in de barre vlakten van
Rusland .strijden duizenden Nederlanders bij
de S'S-iStandarte Westland, bij het Legioen, de
NjS.K.K. of Luftnachrichten Truppe, die den
dieperen zin en de beteekenis van dezen tijd
begrepen hebben. Zij zijn aangetreden voor
den strijd tegen het bolsjewistische gevaar,
dat Europa bedreigde. Zij strijden echter ook
om Nederland een eervolle plaats in de rij
van vrije Europeesche volkeren te verzekeren
en de offers, die zij brengen, hun leven, dat
zij inzetten, tellen zij niet.
Ook *or hen wordt het Kerstmis. Kerst-
mis in Rusland. Misschien in een rustigen
sector, in een barak, of een onderkomen, zul
len zij zich op Kerstavond verzamelen rond-
om een spar, versierd met een paar branden-
de kaarsen. En hier zullen zij de Kerstpakket-
ten openen, die het vaderland hun gestuurd
heeft, de brieven van ouders en verwanten
lezen en in gedachten vertoeven in het ouder-
lij'k huis.
Twaalfduizend pakketten worden thans
voor verzending gereed gemaakt. Op het
hoofdkwartier van het Legioen aan de Ko-
ninginnegracht te Den Haag hebben wij de
voorbereiding gezien en vernamen wij enkele
bijzonderfaeden over den inhoud en de verzen
ding van deze Kerstpakketten. Een standaard
pakket is ontworpen, een stevige kartonnen
doos, afmeting 30 X 20 X 20 cm, waarin een
kleinere doos past, die op aanvrage naar de
ouders of verwanten wordt gezonden, zoodat
ook zij hun Kerstgave zullen kunnen sturen.
In deze binnendoos kunnen de ouders, vrou-
wen of verloofden hun gaven verpakken en
de doos daarna gevuld terugsturen naar het
hoofdkwartier van het Legioen. Voor elken
soldaat komt slechts 6en doos in aanmerking.
Er wordt echter op gewezen, dat het sturen
van aan bederf onderhevige levensmiddelen
minder gewenscht is, omdat de verzending
geruimen tijd zal vorderen. De pakketten im-
mers zullen half November gereed moeten
zijn en dus ongeveer een maandonderweg
blijven.
Maai> er zijn oo(k Nederlanders aan het
Oostfront, die geen bloedverwanten meer heb
ben of door hun vertrek naar het front de
banden met hun familie moesten verbreken.
Zij mogen in de eerste plaats niet vergeten
worden en de N.S.V.O. heeft op zich genomen
deze pakketten te vullen.
Het standaardpakket zelf bevat nuttige ge-
bruiksartikelen, een fraai geillustreerd ge-
denkboek over den inzet van de Nederlanders
in den strijd, briefpapier, schrijfgerij, sigaret-
ten en versnaperingen. De 'Haagsche N.S.V.O.
heeft zich beschikbaar gesteld om deze pak
ketten uit te zoekpn en voor de verzending
gereed te maken. In een dag zal dit dienen
te geschieden en wanneer men bedenkt, dat
het inpakken van elke doos 20 minuten tot
een half uur vergt, dan kaa jnen zich voor-
stellen, dat er straks in een groote zaal, waar
het inpakken geschiedt, hard gewerkt zal
worden. Het benoodigde plakband is geschat
op 24 kilometer! Speciale vrachtauto's, af-
komstig van de betrokken troepenonderdee-
len aan het Oostfront zullen naar Nederland
komen om deze Kerstpaketten op te halen.
Zoo zullen straks, wanneer Kerstmis is
aangebroken, duizenden Nederlandsche sol-
daten een greet van ouders en verwanten ont-
vangen en een Kerstgave, gering misschien in
vergelijking met de offers, die zij brachten en
nog brengen, doch die niettemin vreugde zul
len brengen in hun harten.
ENGELSOHE LUCHTAANVALLEN.
Zaterdagnacht hebben verscheidene Engel-
sche vliegtuigen aanvallen op Nederlandsch
gebied ondemomen, waarbij brisant- en
brandbommen zijn geworpen. Het meerendeel
van deze is in het open veld terecht gekomen
en heeft geen schade aangericht.
In de nabrjheid vain een plaats in Zuid-Hol-
lsind zijn brisantbommen op een kerkhof ge-
vallen. Een boerenhofstede werd met boord-
wapens aangevalleh en in brand geschoten,
waarbij 29 koeien en 10 paarden om het leven
zijn gekomen.
HET LIQUIDATIEBESLUIT 1941.
Zooals bekend, heeft de eerste uitvoerings-
beschikking van het Liquidatiebesluit 1941
Roman van HANS HIRTHAMMESR
(Nadruk verboden)
26
Degener, man, dat zeg jij, een stamgast
van het Jozefsheim, een man, di<e er ijn
brood mee verdienen moet een stel kwajon-
gens te vermaken?"
Degener glimlachte, een weemoedige glim-
laoh, die indruk maakte. „Komt dat er nu
werkelijk wat op aan, dokter? Ik voel me
volkomen gelukkig op mijn stroozak en wat
die kwajongens betreft, u moest eens zien
hoe heerlijk ik het vind met hen vroolijk te
kunnen zijn."
„Ik geloof, dat jij in staat zou zijn te be-
weren, dat het je in het leven in alle opzich-
ten is meegeloopen.
,,Ja, daarvan ben ik inderdaad overtuigd,
al thans, wanneer u het zoo bedoelt als ik. Het
leven heeft me geleerd de menschen en de
dingen te doorzien, het wezenlijke en onwe-
zenlijke te onderscheiden. En het heeft fnij
liefde en waardeering bijgebracht. Ik houd
van mijn kameraden in het Jozefsheim, ik
houd van de zon, van den regen en van den
wind, ik houd van verzadigdheid en van hon-
ger. Als u eens wist, hoe rijk ik me voel!"
Hij is een merkwaardige zonderling, dacht
Lorenz, maar er ligt toch wel een grond van
waarfheid in zijn dwaze opmerkingen.
Plotseling herinnerde hij zich, dat hij zelf
vroeger ook eens dergelijke gedachten had
opgeteekend. Liefde voor alle dingen! Ja, dat
moest wel de eenige weg zijn om het leven
te kunnen bedwingen.
Nu was het hem te moede, alsof zijn leeg
gepompt hart zicih weer vulde met den leven
verwekkenden sap van een of andere geheim-
zinnige bron. Het stroomde hem toe, hij
voelde den warmen vloed, die zich in zijn
hartkamer verzamelde en zich vandaar uit
door de fijne kanalen der aderen over zijn
geheele lichaam begon te verdeelen.
Met een lachje, waarmee hij tevens om
excuus vroeg, "greep Lorenz de hand van den
ouden man, die hij vast in de zijne hield. „Je
hebt nog niet zoo ongelijk, Degener. Als je
er diep over nadenkt, waarin het geluk op
deze wereld eigenlijk bestaat, dan dringt het
langzaam tot je door, dat het slechts* een
kwestie is van bereid zijn om lief te hebben."
Degener knikte. „Maar ook van bereid zjjn
om te strijden!"
„Ja, ook om te strijden!" Hij keek op de
klok. ,,Zooeven is de trein naar Passau ver-
trokken."
Bedadhtzaam vroeg Degener: ,3ent u niet
blij de proef te hebben doorstaan? Als u naar
huis was gegaan, zou dat den weg terug en
daarmee een nederlaag hebben beteekend."
„Ja, nu ben ik er werkelijk blij om", zei
Lorenz Burmester met een zucht, die hem
uit het hart scheen te komen. ,,En nu gaan
we naar ons tehuis. Ik moet. aan Marlene
sdhrijven. Ik heb haar veel te vertellen."
Het geld, dat Lorenz van het ontvangen
voorschot was over gebleven raakte op. Wel-
iswaar had hij geen dag verzuimd naar werk
uit te zien, maar het leek wel of het noodlot
hardnekkig weigerde hem het loon voor zijn
dapper volhouden uit te keeren.
Op zekeren ochtend na het cntbijt echter
kwam broeder Vincent de zaal binnen en deel-
de mee, dat voor een verhuizing in Wilmers-
dorf eenige flinke mannen werden gezocht.
Lorenz meldde zich als eerste en hij werd
met twe<j andere jonge menschen door broe
der Vincent uitgekozen.
„Maar je kleeding, Burmester, hoe moet
het daarmee Ga eens mee naar de garde-
robe, dan zal ik een werkkiel voor je opzoe-
ken."
Van den eersten dag af had Lorenz verzocht
hem uitsluitend bij zijn naam te noemen. Hij
achtte het niet noodig, dat de menschen in
het asyl op de hoogte waren van zijn beroep;
het zou zoowel belachelijk als pijnlijk heb
ben geklonken, wanneer men hem hier met
zijn dokterstitel aansprak.
Broeder Vincent vond in de voorraad .klee-
dingstukken nog een bruine Manchester
broek en een blauwen wollen pull-over. ,,Past
u dit maar eens! Dan zal ik uw pak wel zoo-
lang in bewaring nemen:"
De kleedingstukken pasten vrij behoorlijk.
,,Net echt!" constateerde broeder Vincent.
,,Als u er prijs op stelt, kunt u die dingen
wel behouden, altha_ns zoolang u uw gastrol
verder wenscht te spelen. Misschien geeft u
er zelfs wel de voorkeur aan, want in uw
Doe dan twee dingen. Neem
'n "AKKERTJE" om rustig zon-
der pijn te kunnen slapen en
ga morgen naar Uw tandarls.
den term ijn, tijdens welken n.v.'s van deze
regeling gebruik kunnen maken, verlengd tot
16 Dec. 1941.
In een adres aan den waam. secretaris-
generaal van financien heeft thans de Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor Amster
dam aangedrongen op verdere verlenging van
dezen termijn.
NEDERLANDSCH ZEEGERECHTSHOF
TE LONDEN.
'De Londensche zender heeft, aldus een A
N. P.-bericht uit Berlin, op 3 Nov. gemeld:
,,Ben bewijs voor de actieve hulp, die Groot-
Brittannie verleent aan de regeeringen van
bezette landen, kan gezien worden in het feit
dat heden het Nederlandsche zeegerechtshof
zijn eerste zit ting heeft gehouden te Londen
in de Middlesex Guildhall. Dit gerechtshof
zal thans alle gevallen behandelen, die Ne
derlandsche zeelieden betreffen."
Men wijst ons erop, dat bovenstaand be-
richt wel een eigeciaardig licht werpt op den
vorm van de zgn. actieve hulpverleening aan
bezet gebied, zooals men deze in Londen op-
vat. Het is duidelijk dat het zeegerechtshof
vooral de zaken van Nederlandsche zeelui zal
behandelen, die weigeren voor Engeland te
varen. Van actieve hulpverleening aan het
bezette gebied zou eerst sprake kunnen zgn,
wanneer men deze zeelieden in staat stelde
te varen op schepen met levensmiddelen voor
de burgerbevolking. Het is met de vrifheid
van Nederlandsche zeelieden in Engeland
maar treurig gesteld en dit heet dan de vrij-
heid te zgn, die Roosevelt voorstaat en waar
van hij bg herhaling zoo hoog opgeeft.
VERVOEDEREN
WARMOEZERIJGEWASSEN VERBODEN.
Het vervoederen en doen vervoederen van
warmoezerijgewassen met inbegrip van
witlofwortelen en alle roode peen fruit,
vroege aardappelen, koolrapen en pastinaken,
is verboden.
Het verbod geldt niet:
a. I indien het vervoederen geschiedt anders
dan in bedrijf of beroep door den teler der
gewassen, of
b. Voor zoover betreft stoppelpeen, kool
rapen en witlofwortelen, waarvan 't vervoe
deren geschiedt in het eigen bedrijf of be
roep door den teler dezer gewassen, of
c. Indien de gewassen volgens de gelden-
de kwaliteitseischen ongeschikt zijn zoowel
voor de versche menschelijke consumptie als
voor de verwerking tot menschelijk voedsel, of
d. Indien en voor zoover van het verbod
ontheffing is verleend door of vanwege de
Stichting Nederlandsche Groenten- en Fruit-
centrale.
DE EERSTE OOGST UIT DEN
N.O.-POLDER.
De Noordoostpolder heeft den eersten oogst
geleverd, aldus de Tel. Bijna- 20.000 roode-
en savoyekoolen, die men in den afgeloopen
zomer heeft geplant bij de Ramspol, zijn
Donderdag gesneden. Ondanks de droogte
en de rupsenplagen is het een goede oogst
geworden, die kqol van uitstekende kwaliteit
heeft geleverd. Een gedeelte is bestemd voor
de voedselvoorziening van de arbeiders, die bij
de ontginning zgn te werk gesteld, doch Don-
derdagmorgen zijn enkele duizenden exem-
plaren per hotter naar Kampen vervoerd om
op de groenteveiling van IJselmuiden te
worden geveild.
OOUPONBOE1KJES VOOR DE
ZIEKENFONDSPREMIE.
De „Staatscourant" vermeldt een bescjiik-
king van den secretaris-generaal van Sociale
Zaken, waarin nadere regelen worden gegeven
voor de couponboekjes voor de ziekenfonds-
premie, die de werkgevers zich moeten aan-
schaffen om bij iedere loonbetaling, te begin-
nen met Zaterdag 22 November, aan de werk-
nemers de coupons te kunnen uitreiken die,
in verband met de ingehouden premie, aan
hen zijn verschuidigd.
Bij elk uitvoeringsorgaan van de wettelijke
ziekteverzekering (de Raden van Arbeid en
de be^rijfsvereenigingen) worden voor de
werkgevers, wier cmderneming haar zetel
heeft binnen het gebied van het uitvoerings
orgaan, of die daar lid van zijn, boekjes ver-
krijglfaar gesteld met dagcoupons, weekcou-
pons of maandcoupons. Men zal kunnen kie-
zen tusschen boekjes met duizend dag- of
duizend "weekcoupons, waarvoor resp. honderd
en vijfhonderd gulden zal zgn verschuidigd,
terwijl ook boekjes met honderd en twee hon
derd maandcoupons verkrijgbaar worden ge
steld tegen den prijs van resp. 250 gld. en
500 gld.
Bovendien zullen door de postkantoren
kleinere couponboekjes in omloop worden ge
braeht, namelijk met honderd dagcoupons
voor tien gulden, twintig dagcoupons voor
twee gulden, honderd weekcoupons voor vijf-
tig gulden en tien maandcoupons voor vijf en
twintig gulden.
De werkgever" is verphcht bg elke betaling
van dag-, week- of maandloon aan een arbei-
der, die verzekeringsplichtig is ingevolge de
Ziektewet, dezen onderscheidenlgk een dag-,
week-, maandcoupon voor ziekenfondspremie
ter hand te stellen.
De verzekerde levert deze coupon in bij
dengene, die daartoe door het algemeen zie-
kenfonds waar hij is ingeschreven. is gemach-
tigd. Daarvoor ontvangt hij dan een bewijs,
dat hij aan de op hem rustende verplichting
heeft voldaan.
De werkgever moet elk half jaar, tegelijk
salondress valt u hier min of meer uit den
toon."
Lorenz voelde de lichte spot, welke in deze
woorden doorklonk, maar dat deerde hem
niet in het minst.
„U hebtvolkomen gelijk!" stemde hij
lachernd toe. „Het getuiigt niet van tact, wan
neer men in dit milieu door zijn kleeding op-
valt."
De beide andere deelnemers aan het uit-
stapje naar Wilmersdorf stonden reeds te
waehten en zij hadden voor de verandering
van Burmesters uiterlrjk slechts woorden
van bewondering.
Over het algemeen liet de goede verstand-
houding met de overige bewoners van het
Jozefsheim niets te wenschen over. Dat zijn
terughoudendheid niet als misplaatste trots
werd aangemerkt, daarvoor had Degener ge-
zorgd. Voor het overige was hij stegds gaame
bereid iemand ter wille te zijn; den een hielp
hij bij ,het opstellen van een request om steun,
een ander wist-hij met een sigaret aan zich
te verplichten en van een derde verwierf hij
de achting door hem zijn sc'heerzeep te leenen.
,,Zoo'n karweitje moesten we vaker aan de
hand hebben!" vond een van Burmesters
metgezellen, toen zij in een coupe van de
stadsspoor rookend bijeen zaten. ,,A1 is er
dan gewoonlijk niet zoo heel veel aan te ver
dienen, want als ze ons menschen vragen, is
het al een bewijs, dat ze vooral niet te veel
willen betalen."
,,Een paar dagen kan je er toch allicht
weer van rond komeig!" troostte nummer
twee, een lange, brpodmagere kerel, wiens
gezicht van zomersproeten wemelde.
„Het is mij eens een keer overkomen, dat
ik met een maaltje middageten en een paar
sneden brood voor de terugreis werd afge-
scheept. Nog geen rooie cent kreeg ik con-
tant uitgekeerd."
,,Nou, we zullen maar afwachten!" meende
Lorenz, die op dit gebied nog geen ervaring
had.
•Het bleek, dat hun diensten verlangd wer
den in een fraai heerenhuis in de Uhland-
straat, waar een kostbare roode looper de
marmeren trap bedekte.
De concierge hield hen aan. ,,Waar willen
jullie been?"
De man met de zomersproeten haalde een
briefje uit zijn zak. Consul Wegedom" las
hij. „Dat is toch hier?"
„Jawel", lispelde de concierge, zeer uit de
hoogte, „maar de ingang voor het personeel
is aan de achterzijde."
„Aha! Nou, verexcuseer!"
Een oogenblik steeg Lorenz het bloed naar
het hoofd. Z66 ver was hij dus al! Hij be-
hoorde tot het „personeel". Het ging echter
spoedig voorbij. Hij klopte den deftigen con
cierge joviaal op den schouder en volgde zijn
kameraden.
Een aardig meisje, niet ouder dan een jaar
of twintig,liet hen binnen en zij bleek geen
uitvoerige explicatie noodig te hebben.
,,0, jullie komen zeker voor de verhuizing",
verwelkomde ze hen en bij de hand liet ze er,
zonder antwoord af te waehten, op volgen:
„Jullie zijn laat! Om twaalf uur komt de
verhuiswagen en dan moeten all# kisten in-
gepakt zijn. Je doet het beste met de eet-
kamer te beginnen. Ik zal jullie wel even den
weg wijzen."
(Wordt vervolgd.)