Strijd en Qverwinning AKKERTJES Binnenland Razende Kiespijn De Burgemeester van Jerneuzen Dr. Burmesters i ziJn' FEUILLETON helpen direct maakt bekend, dat het ten strengste is ver- boden de nieuw gebouwde schuilkelders te betreden, terwijl kinderen in geen geval deze als speelplaats mogen bezigen. Bij overtreding van dat gebod, zullen de strengste maatregelen worden toegepast en bij overtredingen gepleegd door kinderen worden de betreffende ouders aansprakelijk gesteld. Temeuzen, 8 November 1941. De Burgemeester voomoemd, get. C. VERLINDE, Wnd. in botsing kwam. Het wrak van het vlieg- tuig stortte in zee en verdween in de golven. Het patrouillevaartuig werd hierop door an- dere bommenwerpers opnieuw aangevallen, waarbij het een Bristol-Blenheim neerschoot. Twee andere bommenwerpers werden door vaartuigen, welke het konvooi begeleidden, neergeschoten. Na het verlies van vier zware bommenwerpers staakten de Engelschen hun vergeefsche aanvallen op het Duitsche kon vooi. Binnen het bestek van de gewapende ver- kenning zijn, naar het D.N.B. verneemt, Duitsche gevechtsvliegtuigen Vrijdagnacht weer ver boven den Atlantischen Oceaan door- gedrongen. Op 200 km ten Westen van Lands End werd een klein schip in den grond geboord. DE WUIZIGING VAN DE NEUTRALITEITSWET. De Amerikaansehe Senaat heeft met vijf- tig tegen zeven-en-dertig stemmen het voor- stel tot bewapening van koopvaardijschepen en tot opheffing van het verbod voor deze schepen om de oorlogszones te bevaren, aan- genomen, aldus meldt Associated Press. ONZE OUDE EN NIEUWE BETREKKINGEN MET HET DUITSCHE RIJK. In grooten stijl heeft, meldt de N.'R. Crt., Woensdag in het Kurhaus te Scheveningen de aanbieding plaats gehad van het boek- werk: Die Niederlande im Umbruch der Zei- ten, met ondertitel: Alte und neue Beziehum- gen zum Reich, dat Reichsamtsleiter dr. Max Preiherr du Prel, met medewerking van Pres- sedezement Willy Janke in opdracht van den Rijkscommissaris, rijksminister dr. Seyss-In- quart die daarin het Voorwoord heeft ge- sohreven heeft doen verschijnen. De Rijkscommissaris heeft door zijn aan- wezigheid en door het houden van een toe- spraak tot de vele genoodigden luister bijge- zet aan deze samehkomst, waarbij verder o.a. tegenwoordig waren minister dr. Fischbbck, commissaris-generaal Schmidt, gezant dr. Otto jBehne, de gevolmachtigden van den Rijkscommissaris voor Rotterdam, dr. Vol- cker, en voor Utrecht, de heer Sommer, de commissaris der provincie Noord-Holland, dr. A. J. Backer, de directeur-generaal van den rijkswaterstaat, dr. ir. L. R. Wentholt, het hoofd van de afdeeling perswezen van het departement van volksvoorllchting en kun- sten, de heer M. Blokzijl, de voorzitter van het Verbond van Nederlandsche Journalisten, de heer P. J. van Megchelen, de voorzitter van de vereeniging De Nederlandsche Dag- bladpers, mr. J. Kara, de voorzitter van den Nederlandschen Kuituurkring, prof. dr. G. A. S. Snijder en de Nederlandsche voorzitter van de Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeen- schap, de heer Van Maasdijk. De Rijkscommissaris, dr. Seyss-Inquart, heeft de volgende rede gehouden: Bij het betreden van deze zaal zeide mijn begeleider mij,' dat het was alsof wij op een verjaarsfeest kwamen. Deze opmerking klopt, want wij willen hier den geboortedag vieren van een boek. Omstreeks een jaar geleden werd de vraag geopperd, pf niet iets kon worden geschreven over Nederland en zijn betrekkingen tot Diuitschland, in de eerste plaats met de be- doeling om onaen kring van medewerkers, maar daarenboven ook onze volksgenooten in Duitschland op de hoogte te brengen met de situatie in Nederland en de ontwikkeling daarvan in den loop der geschiedeoiis. Ik heb dit initiatief zeer gaame overge- nomen. De eerste vraag was, wie dit werk zou schrijven. Deze kwestie werd spoedig op- gelost en het verheugt mij zeer, dat dr. Frei- herr Du Prel deze taak in samenwerking met mgn medewerker Janke op zich heeft ge- nometi. De tweede vraag was: ,,hoe doen we het?" Het was ons duidelijk, dat dit werk slechts dan succes kon hebben, als het om zoo te zeggen als een van de eerste gemeenschappe- lijke werken zou worden vervaardigd door mannen, die hier 'met een open oog leven. Of het nu Duitschers of Nederlanders zouden zijn, is niet van belang in dit verband. Van belang is slechts, dat Duitschers en Neder landers eraan hebben gewerkt. Het verheugt ons, dat wij erin zijn geslaagd een vrij grooten kring van menschen voor dit werk te winnen. Wij hebben thans een boek voor ons met een inhoud, waarover ik geen oordeel wil vel'len, daar ik een te groot aan- deel heb gehad' aan de totstandkoming daar- Ik hoop slechts, dat het werkelijk een goed overzicht geeft van de huidige situatie van Nederland en daarbij is berekend op den tegenwoordigen toestand, vooral daar het een samenvatting geeft van datgene, wat de ge- schiedenis van dit gebied en dit volk heeft gebraeht en wat heeft geleid tot de huidige situatie. Ik wil over dit boek verder niet spreken. De technisehe bijzondeiheden zal de Presse- stelle u wel mededeelen. Mijzelf is het een be- hoefte in uw tegenwoordigheid alle medewer kers, die zich bereid hebben verklaard dit werk tot stand te brengen, zoowel de heeren uit Nederlandsche kringen alsook de heeren uit mijn kring van Duitsche medewerkers, van harte te dan-ken. Ik draag het aangenaam bewustzijn met mij mede, dat wy hier een gemeenschappelijk werk hebben, dat in kameraadsohap tot stand is gekomen en ik spreek de hoop uit, dat wij hier iets hebben gemaakt, dat aan een bree- den kring van iezers eenig inzicht zal geven omtrent den toestand in Nederland, waar- dein, in dit land en volk gelegen, eirde toe- komst, die het is beschoren, een goede toe- komst volgens den wensch van ons, Duit schers. Nogmaals dank ik alle medewerkers en ik wensch het boek een waarlijk groot succes. Dr. Preiherr Du Prel, daarna het woord verkrijgend, merkte op, dat over Nederland werken zijn geschreven, die dit land van alle zijden hebben belicht, doch dat over de ont wikkeling van Nederland in de laatste tien jaren en de verhouding sedert dien tijd tot Duitschland weinig te boek is gesteld, terwijl juist deze periode van ontwikkeling van groote beteekenis mag worden geacht. In dit boek is vooral het volksche karakter tot uitdrukking gebraeht doordat veel aan- dacht is geschonken aan de groote cultuur- problemen, waarover bekwame medewerkers als prof. dr. H. Krekel, de heer H. C. van Maasdijk en andere Nederlanders hun inzicht in dit boek hebben weergegeven. De heer .Janke heeft over de ontwiklkeling van Neder land sedert Mei 1940 onder den titel: Regun- gen des neuen Geisters een belangrijke samen vatting in dit boek geschreven. Over het be- stuurswezen in het bezette Nederlandsche gebied hebben dr. Rabl en dr. Backer hun in- zichten neergelegd, over de openbare veilig- heid en de politie schreef Gruppenfiihrer dr. Rauter, over de cultureele oeitwikketEng o.a. prof. Snijder, over de bouwkunst dr. G. C, Labouchere, over de schilderkunst dr. D. Hannema, directeur van het (BoymansmuseUm te Rotterdam, over de militaire gebeurtenis- sen van 1015 Mei '40 generaal-majoor S-chwabedissen en majoor Th. von Zeska, over de technisehe en kolonisatorisc-he prestaties van Nederland resp. dr. ir. Wentholt en prof, dr. J. J. Schriecke, secretaris-generaal van het departement van justitie. Een volgend deel van het boek is gewijd aan de Nederlandsche staatshuishouding, waarover minister dr. Fischbock ven veel an- deren hun inzichten hebben gegeven. Belang rijke bronmen van welvaart in Nederland, zoo- als landbouw en industrie, de problemen van Rotterdam en Amsterdam,, de werkloosheid en de wederopbouw vormen een volgend hoofdstuk in het boek, dat slqit met een over zicht van het Nederlandsche landschap en van land en volk in eenige hoofdgroepee- ringen. Het boek is met 114 foto's en 20 schema- tische teekeningen e.d. geillustreerd. Voor ons alien, medewerkers aan dit boek, is de verschijning ervan een reden tot groote verheugenis, aldus dr. Du Prel, die eindigde met een woord van bijzonderen dank aan den Rijkscommissaris voor diens opdracht. De heer W. Janke, die reeds bij den aan- vang de genpemde autoriteiten en Fraulein Triltsch, vertegenwoordi-gster van 3en uitge- ver Konrad Triltsch uit Wurzburg had ver- welkomd, heeft tenslotte de volgende tqe- spraak gehouden: Het thans verschenen boek: Die Niederlan de in Umbruch der Zeiten is, gezien zijn op- zet, karakter en uitvoering, gericht tot twee volken: het Duitsche en het Nederlandsche. Van het begin af- aan hebben derhalve de uit- gevers er naar gestreefd, in dit werk behalve de belangrijkste medewerkers van den Rijks commissaris ook vooraanstaande Nederlan ders aan het woord te laten komen, ja, als het ware de gedachte van de Duitsch-Neder- landsche samenwerking uit dit boek te laten spreken. Dit is bij de redactioneele bewerking daardoor tot uiting gekomen, dat juist eenige van de belangrijkste bijdragen door Neder landers zijn geleverd, nam-elijk de hoofdstuk- ken, die het Nederlandsche volkskarakter en de groote, Germaansche prestaties van de Nederlanders op het gebied van cultuur, tech- niek en kolonisatie van overzeesche en Oost- Europeesche gebieden behandelen. Bij de tech nisehe uitvoering blijkt deze samenwerking daaruit, dat ook in dit opzicht de medewer king van Nederlanders werd ingeroepen, zoo- als op de eerste pagina's van het boek staat aangegeven. Dit is de reden, waarom de Rijkscommissaris den wensch heeft geuit, dat op deze bijeenkomst niet alleen in het Duitsch doch ook in de Nederlandsche taal de betee kenis van dit boek zou worden toegelicht. Dat mij, in mijn dubbele functie van mede- uitgever en als leider van de persafdeeling van het Rijkscommissariaat, deze taak werd opgedragen, is mij een bijzondere eer. Zij schenkt mij des te meer voldoening, daar ik door mijn langdurig verblijf hier te lande den Nederlandschen mensch, zjjn aard en presta ties, alsook het Nederlandsche landschap grondig heb leeren kennen en waardeeren. Door mijn veeljarig nauw contact, dat ik eerst als journalist en later In officieele func- ties niet alleen met de Nederlandsche pers, doch ook met vele andere Nederlanders, tot stand heb kunnen brengen, heb ik uit per- soonlijke ervarimg kunnen constateeren, dat velen hier te lande vriendschappelijke gevoe- lens ten opzichte van het naburige Germaan sche broedervolk koesteren en dat, bij des- kimdi-ge en objectieve voorlichting, het stre- ven: begrip voor de ontwikkeling, denkwijze en prestaties in het nieuiwe, verjongde Duitschland te wekken, in wijde kringdn met succes kan worden bekroon-d. Tevens heb ik de overtuiging gekregen, dat omtrent hou- ding en gevoelens van de Duitschers ten op zichte van het Nederlandsche volk hetzelfde mag worden gezeg-d. Deze wederzijdsche waardeerin-g kan aan- zienlijk worden bevorderd, wanneer men in de geschiedenis teruggaat en, met de gemeen- schappelijke historie als uitgangspunt, tot het inzicht komt, dat tusschen Duitschers en Nederlanders steeds een zekere lotsverbon- denheid heeft bestaan, zooals reeds blijkt uit de.oude Nederlandsche zegswijze: Gaat het Duitschland goed, dan gaat het ons ook goed! Tot dit doel moge het voor ons liggende boek, waarin de nauwe relaties tusschen Neder landers en Duitschers in het verleden en in het heden op haar juiste waarde worden ge- schat, een wezenlijke bijdrage vormen. Aan- -gezien daarenboven in de thans openbaar ge- maakte beschouiwingen de eerste verschijnse- len van een onvermijdelijke herorienteering van Nederland en de voorwaarden tot een ac- tief en vruchtdragend aandeel aan het schep- pen van een nieuwe Europeesche orde wor den geschetst, zal op deze wijze de overtui ging worden verstevigd, dat in de toekomst de Duitsch-Nederlandsche samenwerking en de lotsverbondenheid binnen het kader van de Germaansche volkenfamilie nog inniger zullen worden, dan zij reeds in het verleden mochten worden genoemd. Moge derhalve het boek „Die Niederlande im Umbruch der Zeiten" bij de constructie van het groote Europeesche bouwwerk, waarvoor de Fiihrer reeds de fundamenten heeft gelegd, een be langrijke pijler vormen. Aan elk van de genoodigden is tijdens een gezellig samenzijn een exemplaar van het boek ten geschenke aangeboden. DE LANDSTAND. De Landstandpersdienst meldt: Alhoewel de verordening van den Rijks commissaris betreffende de oprichting van den Nederlandschen Landstand en de daarop gegeven toelichtingen zeer duidelijk zijn ge- weest, blijkt bij sommigen toch nog geen recht begrip omtrent het karakter van den Nederlandschen Landstand aanwezig te zijn. Hier en daar heerscht blijkbaar de preening, dat de Landstand een nieuwe boerenorganisa- tie is in den geest van de tot nog toe be- staande, dus geboren uit het particuliere ini tiatief van de een of andere groep van de boerenbevolking waarvan men al dan niet, naar persoonlijk gevoelen, lid kan worden. Artikel 1 van de Verordening 196/41 zegt in het eerste lid, dat de Nederlandsche Land- stand is een openbaar lichaam in den zin van artikel 152 van de Grondwet. En lid 2 verklaart, dat de Nederlandsche Landstand verordenende bevoegdheid heeft in den zin van artikel 153 van de Grondwet. Dit artikel 152 is destijds in de Grondwet opgenomen als de ontsluiting van de mogelijkheid in Neder land tot de zoo lang bepleite en verhoopte publiekrechtelijke bedrijfaorganisatie te ko men. Jarenlang is daarover geschreven en gesproken, totdat eindelijk de Volksvertegen- woordiging in .meerderheid ervoor gewonnen was. Bij de democrrftischen gang van zaken zou de uitvoering zeker ook in dit geval langen tijd, zbo niet jaren op zich hebben laten waehten, doch bij de snelle werkwijze, welke wij mogen vaststellen, komt thans de ordening van onze geheele sociaal economi- sche samenleving in een vlot tempo tot stand. Tot heil van de bedrijfsgroepen, die nu zelf voor een goed deel hun wel en wee in handen kunnen nemen. Wie zijn lid Landstand? Wie zijn nu lid van den Nederlandschen j Landstand Artikel 3 lid I van de Verordening zegt: 1 Allen, die deel hebben aan het productief I maken van den Nederlandschen bodem met inbegrip van binnen- en kustwateren. Een I volgend lid betrekt tevens alle familieleden van voorgenoemden daarin. Dit zijn dus alle boeren met hun gezinnen, alle visschers met hun gezinnen, al degenen, die in min of meer I verwijderd verband met boeren en visschers te maken hebben. Het enkelvoudige feit dus, dat men boer is, dat men visscher is, doet iemand van nature tot den Landstand bshoo- i ren. Hij is Nederlander en daarnaast lid van den Landstand. Van zich al of niet aanmel- den is dus geen sprake. Aan het boer-zijn zit j onafscheidelijk de plicht lid van den Land- j stand te zijn. Op ander terrein geschiedt hetzelfde: men is thans eveneens reeds een heel eind gevor- derd in de publiekrechtelijke ordening van het bedrijfsleven. Elk, die een 'bedrijf uitoefent, zal straks als uitvoerder van een bepaald bedrjjf van nature lid van zijn bedrijfsgroep Zoo komen wij eindelijk tot die ordening van de maatschappelijke wereld, welke onze knapste sociologen tientallen van jaren heb ben bepleit, en welke voor zooveel betreft de Roomsch-Katholieke boeren en visschers in Pauselijke Encyclieken als de eenige juiste ordening van het chaotische maatschappelijke leven is aangegeven op welke ook door het Nederlandsche Episcopaat in zijn Mandement van 1933 is aanbevolen. KERSTPAKKETTEN VOOR HET OOSTFRONT. De V.P.B. meldt: Ver van het oude huis, ver van de ver- trouwde omgeving, in de barre vlakten van Rusland .strijden duizenden Nederlanders bij de S'S-iStandarte Westland, bij het Legioen, de NjS.K.K. of Luftnachrichten Truppe, die den dieperen zin en de beteekenis van dezen tijd begrepen hebben. Zij zijn aangetreden voor den strijd tegen het bolsjewistische gevaar, dat Europa bedreigde. Zij strijden echter ook om Nederland een eervolle plaats in de rij van vrije Europeesche volkeren te verzekeren en de offers, die zij brengen, hun leven, dat zij inzetten, tellen zij niet. Ook *or hen wordt het Kerstmis. Kerst- mis in Rusland. Misschien in een rustigen sector, in een barak, of een onderkomen, zul len zij zich op Kerstavond verzamelen rond- om een spar, versierd met een paar branden- de kaarsen. En hier zullen zij de Kerstpakket- ten openen, die het vaderland hun gestuurd heeft, de brieven van ouders en verwanten lezen en in gedachten vertoeven in het ouder- lij'k huis. Twaalfduizend pakketten worden thans voor verzending gereed gemaakt. Op het hoofdkwartier van het Legioen aan de Ko- ninginnegracht te Den Haag hebben wij de voorbereiding gezien en vernamen wij enkele bijzonderfaeden over den inhoud en de verzen ding van deze Kerstpakketten. Een standaard pakket is ontworpen, een stevige kartonnen doos, afmeting 30 X 20 X 20 cm, waarin een kleinere doos past, die op aanvrage naar de ouders of verwanten wordt gezonden, zoodat ook zij hun Kerstgave zullen kunnen sturen. In deze binnendoos kunnen de ouders, vrou- wen of verloofden hun gaven verpakken en de doos daarna gevuld terugsturen naar het hoofdkwartier van het Legioen. Voor elken soldaat komt slechts 6en doos in aanmerking. Er wordt echter op gewezen, dat het sturen van aan bederf onderhevige levensmiddelen minder gewenscht is, omdat de verzending geruimen tijd zal vorderen. De pakketten im- mers zullen half November gereed moeten zijn en dus ongeveer een maandonderweg blijven. Maai> er zijn oo(k Nederlanders aan het Oostfront, die geen bloedverwanten meer heb ben of door hun vertrek naar het front de banden met hun familie moesten verbreken. Zij mogen in de eerste plaats niet vergeten worden en de N.S.V.O. heeft op zich genomen deze pakketten te vullen. Het standaardpakket zelf bevat nuttige ge- bruiksartikelen, een fraai geillustreerd ge- denkboek over den inzet van de Nederlanders in den strijd, briefpapier, schrijfgerij, sigaret- ten en versnaperingen. De 'Haagsche N.S.V.O. heeft zich beschikbaar gesteld om deze pak ketten uit te zoekpn en voor de verzending gereed te maken. In een dag zal dit dienen te geschieden en wanneer men bedenkt, dat het inpakken van elke doos 20 minuten tot een half uur vergt, dan kaa jnen zich voor- stellen, dat er straks in een groote zaal, waar het inpakken geschiedt, hard gewerkt zal worden. Het benoodigde plakband is geschat op 24 kilometer! Speciale vrachtauto's, af- komstig van de betrokken troepenonderdee- len aan het Oostfront zullen naar Nederland komen om deze Kerstpaketten op te halen. Zoo zullen straks, wanneer Kerstmis is aangebroken, duizenden Nederlandsche sol- daten een greet van ouders en verwanten ont- vangen en een Kerstgave, gering misschien in vergelijking met de offers, die zij brachten en nog brengen, doch die niettemin vreugde zul len brengen in hun harten. ENGELSOHE LUCHTAANVALLEN. Zaterdagnacht hebben verscheidene Engel- sche vliegtuigen aanvallen op Nederlandsch gebied ondemomen, waarbij brisant- en brandbommen zijn geworpen. Het meerendeel van deze is in het open veld terecht gekomen en heeft geen schade aangericht. In de nabrjheid vain een plaats in Zuid-Hol- lsind zijn brisantbommen op een kerkhof ge- vallen. Een boerenhofstede werd met boord- wapens aangevalleh en in brand geschoten, waarbij 29 koeien en 10 paarden om het leven zijn gekomen. HET LIQUIDATIEBESLUIT 1941. Zooals bekend, heeft de eerste uitvoerings- beschikking van het Liquidatiebesluit 1941 Roman van HANS HIRTHAMMESR (Nadruk verboden) 26 Degener, man, dat zeg jij, een stamgast van het Jozefsheim, een man, di<e er ijn brood mee verdienen moet een stel kwajon- gens te vermaken?" Degener glimlachte, een weemoedige glim- laoh, die indruk maakte. „Komt dat er nu werkelijk wat op aan, dokter? Ik voel me volkomen gelukkig op mijn stroozak en wat die kwajongens betreft, u moest eens zien hoe heerlijk ik het vind met hen vroolijk te kunnen zijn." „Ik geloof, dat jij in staat zou zijn te be- weren, dat het je in het leven in alle opzich- ten is meegeloopen. ,,Ja, daarvan ben ik inderdaad overtuigd, al thans, wanneer u het zoo bedoelt als ik. Het leven heeft me geleerd de menschen en de dingen te doorzien, het wezenlijke en onwe- zenlijke te onderscheiden. En het heeft fnij liefde en waardeering bijgebracht. Ik houd van mijn kameraden in het Jozefsheim, ik houd van de zon, van den regen en van den wind, ik houd van verzadigdheid en van hon- ger. Als u eens wist, hoe rijk ik me voel!" Hij is een merkwaardige zonderling, dacht Lorenz, maar er ligt toch wel een grond van waarfheid in zijn dwaze opmerkingen. Plotseling herinnerde hij zich, dat hij zelf vroeger ook eens dergelijke gedachten had opgeteekend. Liefde voor alle dingen! Ja, dat moest wel de eenige weg zijn om het leven te kunnen bedwingen. Nu was het hem te moede, alsof zijn leeg gepompt hart zicih weer vulde met den leven verwekkenden sap van een of andere geheim- zinnige bron. Het stroomde hem toe, hij voelde den warmen vloed, die zich in zijn hartkamer verzamelde en zich vandaar uit door de fijne kanalen der aderen over zijn geheele lichaam begon te verdeelen. Met een lachje, waarmee hij tevens om excuus vroeg, "greep Lorenz de hand van den ouden man, die hij vast in de zijne hield. „Je hebt nog niet zoo ongelijk, Degener. Als je er diep over nadenkt, waarin het geluk op deze wereld eigenlijk bestaat, dan dringt het langzaam tot je door, dat het slechts* een kwestie is van bereid zijn om lief te hebben." Degener knikte. „Maar ook van bereid zjjn om te strijden!" „Ja, ook om te strijden!" Hij keek op de klok. ,,Zooeven is de trein naar Passau ver- trokken." Bedadhtzaam vroeg Degener: ,3ent u niet blij de proef te hebben doorstaan? Als u naar huis was gegaan, zou dat den weg terug en daarmee een nederlaag hebben beteekend." „Ja, nu ben ik er werkelijk blij om", zei Lorenz Burmester met een zucht, die hem uit het hart scheen te komen. ,,En nu gaan we naar ons tehuis. Ik moet. aan Marlene sdhrijven. Ik heb haar veel te vertellen." Het geld, dat Lorenz van het ontvangen voorschot was over gebleven raakte op. Wel- iswaar had hij geen dag verzuimd naar werk uit te zien, maar het leek wel of het noodlot hardnekkig weigerde hem het loon voor zijn dapper volhouden uit te keeren. Op zekeren ochtend na het cntbijt echter kwam broeder Vincent de zaal binnen en deel- de mee, dat voor een verhuizing in Wilmers- dorf eenige flinke mannen werden gezocht. Lorenz meldde zich als eerste en hij werd met twe<j andere jonge menschen door broe der Vincent uitgekozen. „Maar je kleeding, Burmester, hoe moet het daarmee Ga eens mee naar de garde- robe, dan zal ik een werkkiel voor je opzoe- ken." Van den eersten dag af had Lorenz verzocht hem uitsluitend bij zijn naam te noemen. Hij achtte het niet noodig, dat de menschen in het asyl op de hoogte waren van zijn beroep; het zou zoowel belachelijk als pijnlijk heb ben geklonken, wanneer men hem hier met zijn dokterstitel aansprak. Broeder Vincent vond in de voorraad .klee- dingstukken nog een bruine Manchester broek en een blauwen wollen pull-over. ,,Past u dit maar eens! Dan zal ik uw pak wel zoo- lang in bewaring nemen:" De kleedingstukken pasten vrij behoorlijk. ,,Net echt!" constateerde broeder Vincent. ,,Als u er prijs op stelt, kunt u die dingen wel behouden, altha_ns zoolang u uw gastrol verder wenscht te spelen. Misschien geeft u er zelfs wel de voorkeur aan, want in uw Doe dan twee dingen. Neem 'n "AKKERTJE" om rustig zon- der pijn te kunnen slapen en ga morgen naar Uw tandarls. den term ijn, tijdens welken n.v.'s van deze regeling gebruik kunnen maken, verlengd tot 16 Dec. 1941. In een adres aan den waam. secretaris- generaal van financien heeft thans de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amster dam aangedrongen op verdere verlenging van dezen termijn. NEDERLANDSCH ZEEGERECHTSHOF TE LONDEN. 'De Londensche zender heeft, aldus een A N. P.-bericht uit Berlin, op 3 Nov. gemeld: ,,Ben bewijs voor de actieve hulp, die Groot- Brittannie verleent aan de regeeringen van bezette landen, kan gezien worden in het feit dat heden het Nederlandsche zeegerechtshof zijn eerste zit ting heeft gehouden te Londen in de Middlesex Guildhall. Dit gerechtshof zal thans alle gevallen behandelen, die Ne derlandsche zeelieden betreffen." Men wijst ons erop, dat bovenstaand be- richt wel een eigeciaardig licht werpt op den vorm van de zgn. actieve hulpverleening aan bezet gebied, zooals men deze in Londen op- vat. Het is duidelijk dat het zeegerechtshof vooral de zaken van Nederlandsche zeelui zal behandelen, die weigeren voor Engeland te varen. Van actieve hulpverleening aan het bezette gebied zou eerst sprake kunnen zgn, wanneer men deze zeelieden in staat stelde te varen op schepen met levensmiddelen voor de burgerbevolking. Het is met de vrifheid van Nederlandsche zeelieden in Engeland maar treurig gesteld en dit heet dan de vrij- heid te zgn, die Roosevelt voorstaat en waar van hij bg herhaling zoo hoog opgeeft. VERVOEDEREN WARMOEZERIJGEWASSEN VERBODEN. Het vervoederen en doen vervoederen van warmoezerijgewassen met inbegrip van witlofwortelen en alle roode peen fruit, vroege aardappelen, koolrapen en pastinaken, is verboden. Het verbod geldt niet: a. I indien het vervoederen geschiedt anders dan in bedrijf of beroep door den teler der gewassen, of b. Voor zoover betreft stoppelpeen, kool rapen en witlofwortelen, waarvan 't vervoe deren geschiedt in het eigen bedrijf of be roep door den teler dezer gewassen, of c. Indien de gewassen volgens de gelden- de kwaliteitseischen ongeschikt zijn zoowel voor de versche menschelijke consumptie als voor de verwerking tot menschelijk voedsel, of d. Indien en voor zoover van het verbod ontheffing is verleend door of vanwege de Stichting Nederlandsche Groenten- en Fruit- centrale. DE EERSTE OOGST UIT DEN N.O.-POLDER. De Noordoostpolder heeft den eersten oogst geleverd, aldus de Tel. Bijna- 20.000 roode- en savoyekoolen, die men in den afgeloopen zomer heeft geplant bij de Ramspol, zijn Donderdag gesneden. Ondanks de droogte en de rupsenplagen is het een goede oogst geworden, die kqol van uitstekende kwaliteit heeft geleverd. Een gedeelte is bestemd voor de voedselvoorziening van de arbeiders, die bij de ontginning zgn te werk gesteld, doch Don- derdagmorgen zijn enkele duizenden exem- plaren per hotter naar Kampen vervoerd om op de groenteveiling van IJselmuiden te worden geveild. OOUPONBOE1KJES VOOR DE ZIEKENFONDSPREMIE. De „Staatscourant" vermeldt een bescjiik- king van den secretaris-generaal van Sociale Zaken, waarin nadere regelen worden gegeven voor de couponboekjes voor de ziekenfonds- premie, die de werkgevers zich moeten aan- schaffen om bij iedere loonbetaling, te begin- nen met Zaterdag 22 November, aan de werk- nemers de coupons te kunnen uitreiken die, in verband met de ingehouden premie, aan hen zijn verschuidigd. Bij elk uitvoeringsorgaan van de wettelijke ziekteverzekering (de Raden van Arbeid en de be^rijfsvereenigingen) worden voor de werkgevers, wier cmderneming haar zetel heeft binnen het gebied van het uitvoerings orgaan, of die daar lid van zijn, boekjes ver- krijglfaar gesteld met dagcoupons, weekcou- pons of maandcoupons. Men zal kunnen kie- zen tusschen boekjes met duizend dag- of duizend "weekcoupons, waarvoor resp. honderd en vijfhonderd gulden zal zgn verschuidigd, terwijl ook boekjes met honderd en twee hon derd maandcoupons verkrijgbaar worden ge steld tegen den prijs van resp. 250 gld. en 500 gld. Bovendien zullen door de postkantoren kleinere couponboekjes in omloop worden ge braeht, namelijk met honderd dagcoupons voor tien gulden, twintig dagcoupons voor twee gulden, honderd weekcoupons voor vijf- tig gulden en tien maandcoupons voor vijf en twintig gulden. De werkgever" is verphcht bg elke betaling van dag-, week- of maandloon aan een arbei- der, die verzekeringsplichtig is ingevolge de Ziektewet, dezen onderscheidenlgk een dag-, week-, maandcoupon voor ziekenfondspremie ter hand te stellen. De verzekerde levert deze coupon in bij dengene, die daartoe door het algemeen zie- kenfonds waar hij is ingeschreven. is gemach- tigd. Daarvoor ontvangt hij dan een bewijs, dat hij aan de op hem rustende verplichting heeft voldaan. De werkgever moet elk half jaar, tegelijk salondress valt u hier min of meer uit den toon." Lorenz voelde de lichte spot, welke in deze woorden doorklonk, maar dat deerde hem niet in het minst. „U hebtvolkomen gelijk!" stemde hij lachernd toe. „Het getuiigt niet van tact, wan neer men in dit milieu door zijn kleeding op- valt." De beide andere deelnemers aan het uit- stapje naar Wilmersdorf stonden reeds te waehten en zij hadden voor de verandering van Burmesters uiterlrjk slechts woorden van bewondering. Over het algemeen liet de goede verstand- houding met de overige bewoners van het Jozefsheim niets te wenschen over. Dat zijn terughoudendheid niet als misplaatste trots werd aangemerkt, daarvoor had Degener ge- zorgd. Voor het overige was hij stegds gaame bereid iemand ter wille te zijn; den een hielp hij bij ,het opstellen van een request om steun, een ander wist-hij met een sigaret aan zich te verplichten en van een derde verwierf hij de achting door hem zijn sc'heerzeep te leenen. ,,Zoo'n karweitje moesten we vaker aan de hand hebben!" vond een van Burmesters metgezellen, toen zij in een coupe van de stadsspoor rookend bijeen zaten. ,,A1 is er dan gewoonlijk niet zoo heel veel aan te ver dienen, want als ze ons menschen vragen, is het al een bewijs, dat ze vooral niet te veel willen betalen." ,,Een paar dagen kan je er toch allicht weer van rond komeig!" troostte nummer twee, een lange, brpodmagere kerel, wiens gezicht van zomersproeten wemelde. „Het is mij eens een keer overkomen, dat ik met een maaltje middageten en een paar sneden brood voor de terugreis werd afge- scheept. Nog geen rooie cent kreeg ik con- tant uitgekeerd." ,,Nou, we zullen maar afwachten!" meende Lorenz, die op dit gebied nog geen ervaring had. •Het bleek, dat hun diensten verlangd wer den in een fraai heerenhuis in de Uhland- straat, waar een kostbare roode looper de marmeren trap bedekte. De concierge hield hen aan. ,,Waar willen jullie been?" De man met de zomersproeten haalde een briefje uit zijn zak. Consul Wegedom" las hij. „Dat is toch hier?" „Jawel", lispelde de concierge, zeer uit de hoogte, „maar de ingang voor het personeel is aan de achterzijde." „Aha! Nou, verexcuseer!" Een oogenblik steeg Lorenz het bloed naar het hoofd. Z66 ver was hij dus al! Hij be- hoorde tot het „personeel". Het ging echter spoedig voorbij. Hij klopte den deftigen con cierge joviaal op den schouder en volgde zijn kameraden. Een aardig meisje, niet ouder dan een jaar of twintig,liet hen binnen en zij bleek geen uitvoerige explicatie noodig te hebben. ,,0, jullie komen zeker voor de verhuizing", verwelkomde ze hen en bij de hand liet ze er, zonder antwoord af te waehten, op volgen: „Jullie zijn laat! Om twaalf uur komt de verhuiswagen en dan moeten all# kisten in- gepakt zijn. Je doet het beste met de eet- kamer te beginnen. Ik zal jullie wel even den weg wijzen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 2