Ter NeuzenscheCourant Strijd en Qverwinning Binnenland Vrijdag 31 October 1941 No. 10.287 TWEEDE BLAD FEUILLETON Dr. Burmesters de jonge levens sterk en weerbaar en door- straalt de jeugd met een intense liefde voor hun land, den arbeid en hun medemenschen. Zoowel de instelling van den Ned. Land- stand als het nieuwe Ziekenfondsenbesluit zijn een bewijs voor de daadkracht van het nationaal-socialisme. Beide feiten zijn ver- werkelijkingen van een socialisme van de goede soort. De tijd, dat er eefst maanden, soms jaren lang gepraat moest worden, voor de boeren en arbeiders een vaak schriel resul- taatje mochten boeken, is voorbij. Er wordt nu in alle stilte hard gewerkt op den grond- slag van de drie bronnen van het nationaal- socialisme: Godsvertrouwem, liefde voor het vaderland en eerbied voor den arbeid. In het centrum van de nationaal-socialistLsche ge- dachtenwereld staat ons volk, niet als begrip, waarover men mooi praat, maar als werke- lijkheid, waarvoor men hard werkt. Het Ne- derlandscjie volk diende dit in te zien en door zijn houding en activiteit mede te bouwen aan zijn eigen welvaart. Het heeft hier, in eigen land de behartiging zijner belangen te verwachten, niet ergens van over het Kanaal. Want d&dr kan men onder de pressie van En- geland slechts onze kolonien cadeau doen aan Amerika... DE HERBOUW VAN ROTTERDAM. In Museum Boymans te Rotterdam is thans een zeer btjzondere expositie van de plannen-Witteveen voor Rotterdams nieuwe binnenstad te zien. Ir. W. G. Witteveen, de ontwerper van het plan, heeft deze nader toegelicht. Zooals bekend, zaj^ de industrie ih den Spangenschenpolder worden bijeengebracht. Het Zuidelijk deel der stad zal worden uitge- breid met 15.000 woningen. •Belangwekkend vooral was de mededeeling van Ir. Witteveen, dat een „bode-centrum" gecreeerd zal worden aan de Scheepsmakers- haven, terwijl in een groot aantal te projec- teeren bouwblokken zgn. ,,expeditiehoven" zijn gedacht. Dit is een volkomen nieuwe ge- dachte van Ir. Witteveen, dat hierdoor het drukke vrachtverkeer uit Rotterdams straten wil verbannen. Van de 25.000 woningen, waaronder ver- scheidene krotwoningen waren, zal slechts een gedeelte naar schatting plm. 10.000 in de binnenstad kunnen worden herbouwd. Aan den eigenlijken ontwerp-arbeid kon eerst worden begonnen, nadat omtrent het spoorwegvraagstuk klaarheid was gekomen. In het nieuwe project zal de spoorweg van Gouda bij Nieuwerkerk van den bestaanden spoorweg in Westelijke richting afbuigen en in verbinding worden gebracht met het D.P.- station. Deze nieuwe* spoorweg zal, voor zoo- ver door de stad ontworpen. als viaduct wor den gebouwd. Wanneer te zijner tijd het Maasstation zal zijn verdwenen, ontstaan gunstige vooruit- zichten. voor een fraaien begroeiden oever- boulevard, welke zich uit zal strekken van de Oude haven tot aan de Oude Plantage toe. Een nieuwe waterkeering is thans ontwor pen vlak iangs de rivier, hetgeen mogelijk wordt door de toekomstige opheffing van het Maastation. Teneinde aan de stad een element van schoonheid toe te voegen, zal deze water keering het karakter v&tf een boulevard ver- krijgen. Daar deze nieuwe keering over 810 jaar gereed zal zijn, zal voorloopig de bestaande waterkeering niet kunnen worden gemist. Ir. Witteveen is van meening, dat de Wil- lemsbrug niet behouden kan blijven. Daar de spoorbrug over de Maas 2 m hooger komt te liggen. zou de Willemsbrug, wil deze maat- regel effect sorteeren, 3.5 m moeten worsen opgevijzeld. Bovendien is de Willemsbrug veel te smal en de pijlers mogen niet zwaar- der worden belast. De nieuwe brug zal rectitstreeks in contact gebracht moeten worden met een plein. Blaak en Beursplein zijn terwille van dit doel samen j tot een wijdsch, langgereikt plein vervormd, dat wij Nieuwe Blaak" zullen noemen. ,,De .Nieuwe Blaak" zal tevens 't zwaarte- punt vormen van den belangrijksten ver- keersweg in Oost-Westelijke richting. Een doorbraak Oostplein.Nieuwe Blaak' en een verbreeding van den Binnenweg zijn in net plan voorzien. Het Hofplein zal in be- langrijke mate aan beteekenis toenemen. Meent en Hoogstraat de beste winkel- straten in de oude stadskern - worden door niiddel van nieuwe winkelstraten met de woonhuizen in het Westen en Oosten der stad verbonden. OVERHEID STREEFT NAAR LAGER RENTEPEIL. Naar aanlei'ding van het succes, dat aan de emissie der 3% staatsleening Neder- 1 land 1941 is ten deel gevallen, heeft een re- dacteur van het A. N. P. een onderhoud ge- had met den heer M. M. Rost van Tonningen, president der Nederlandsche Bank. Met groote erkentelijkheid maakte de heer Rost van Tonningen gewag van het feit, dat de leening een succes is geweest, hetgeen blijkt uit de vrije aanzienlijke overteekening. Zooals bekend, taeloopen de totale inshrijvin- gen rond f 600 millioen, hetgeen 100 millioen rneer is dan werd-gevraagd. Het resultaat van de nieuwe leening is des te opmerkelijker, waar hier voor het eerst sedert jaren weer een staatsleening van het 3% type aan de emissiemarkt kon worden gebracht, tenyijl de laatste drie leeningen alle van 'het 4 type waren. Sinds het begin van den oorlog is deze leening de eerste, die er ruimschoots is ingegaan. Bg de tweede leening De Geer, by de lee ning Trip en bij de huidige leening stond een stok achter de deur. In geval van misluk- king van deze 3y2 leening zou niet alleen op het individueele vermogen, maar ook op het fiscale vermogen van naamlooze vennoot- schappen zijn teruggegrepen. Daarentegen waren thans zekere categorieen van institu- tioneele beleggers, de spaarbanken en boeren- leenbanken bijv., bij voorbaat voor den stok achter de deur gevrijwaard. Dit is doelbewust geschiedt en wel, om de bevolking duidelijk kenbaar te maken, dat aan deze institutioneele instellingen 'n groot eigen initiatief wordt gelaten in de te voeren beleggingspolitiek. Ook de Rijksfondsen waren vrijgesteld, hoewel deze houders zijn van belangrijke hoeveelheden schatkistpapier, althans hun saldi in kort loopend schatkist papier zijn belegd. Het is dezen keer dan ook de bedoeling ge weest de leening uitsluitend te doen opbren- gen met gelden, waarover de overheid geen directe controle heeft. Dat deze operatie desalniettemin toch is geslaagd, stemt tot voldoening, aldus de heer Rost van Tonnin gen, zoowel de houding van de naamlooze vennootschappen als die der individueele be leggers, heeft er toe bijgedragen, de jongste emissie tot een succes te maken. De rentevoet in ons land. Om de markt op een renteniveau van 3% procent voor te bereiden, is een actie gevoerd, die tot doel had, het publiek te brengen tot een andere waardeering van de kapitaalrente, dan tot dusverre het geval was. De heer Rost van Tonningen verklaarde, dat hij reeds in zijn laatste jaarverslag van de Nederlandsche Bank de wenschelijkheid naar voren had ge bracht, dat het economische leven In Neder- land zich ging baseeren op een rentevoet voor langloopend papier van 3% Doelbewust is de president er derhalve toe overgegaan, om de kapitaaknarkt sinds eenige maanden te blokkeeren voor gemeenteleenin- gen, die een hooger rentetype hadden, opdat geen storing zou intreden ten opzichte van de bestaande plannen. Wanneer impiers ge- meenten en provincies een beroep hadden ge- daan op de lcapitaalmarkt, dan zou in menig geval het rentepercentage de 3% °f( te boven zijn gegaan. De gevolgen van de getroffen maatregelen hebben zich dan ook in de achter ons liggende maanden doen gevoelen. Het eerste gevolg was, dat de 4 procent leeningen, die onder minister De Geer en secretaris-generaal Trip waren uitgegeven, en die eenige punten onder den koers van uitgifte lagen, den parikoers wisten te bereiken, ja zelfs konden over- schrijden. Vervolgens. bleek het mogelijk, om op de pandbriefmarkt enkele 4 pandbrie- ven te converteeren in 3% stukken. Van deze ontwikkeling zal op den duur het geheele economische leven in ons land profi- teeren. In dit verband sprak de President van De Nederlandsche Bank de hoop uit, dat de rente van hypothecaire schuldvorderingen in de naaste toekomst een overeenkomstige langzame, geleidelijke daling zal inslaan. Met nadruk werd _de hoop uitgesproken, dat dit proces geheel en al vrijwillig tot stand zal komen. Het is niet de bedoeling. dat de over heid in dit proces ingrijpt. Waar evenwel de overheid de ontwikkeling kan bevorderen, zal zoo mogelijk de behulpzame hand worden geboden. Er zijn namelijk categorieen van schulde-' naren, die in zoodanige moeilijkheden zitten, dat zij op zichzelf staande geen verlaging van rente kunnen verkrijgen. Men denke b.v. aan de kleine tuinders en boeren, die vaak gebukt gaan onder hooge rentelasten van hypothecaire schuldvorderingen. Toch is het noodzakelijk, ook voor deze groepen tot een verlaging van de rente op hun hypotheken te komen, aldus zette de heer Rost van jTon- ningen uiteen. Maar, het is de bedoeling, dat deze renteverlaging dan op economisch doel- matige wijze, dus zonder het vertrouwen op het hypothecaire crediet te schaden, tot stand kome. Hierbij zal de overheid haar cre diet dienstbaar moeten maken. Men moet vooral den socialen aehtergrond van deze plannen in het oog houden. Het in- komen uit arbeid heeft reeds offers moeten brengen. Het is rechtvaardig. dat dus ook het inkomen uit hoofde va,n kapitaal zijn aandeel in de lasten draagt. KoCrsvomiing nieuwe leening. Ten opzichte van de koersvorming der nieuwe leening is de heer Rost van Tonningen van meening, dat deze voorloopig beheerscht zal worden door liquidaties. Dit zal zeer zeker slechts van tijdelijken aard zijn. Met nadruk verklaarde de president van de Neder landsche Bank, dat men er prijs op heeft ge- steld den koers van uitgifte tegen 97 te doen geschieden, opdat dit door den belegger zou worden aangevoeld, als een eerlijke, zake- lijke beschouwing van bestaande verhoudin- gen op de kapitaalmarkt. Gestreefd werd naar een rechtvaardige behandeling der be leggers. Vandaar, dat wij het Engelsche systeem van gedwongen koersen van staats- leeningen verfoeien. Het Engelsche systeem staat gelrjk met vermogensconfiscatie. De nieuwe leening zal zich op de markt VAN DE ZEGEN VAN DEN ARBEIDSDIENST. Met de schop over den schouder trekken jonge mannen in groepen het veld in, zingend en in den pas marcheerend een nieuw ge- zicht voor Nederland. Dat zijn de jongens van den Nederlandschen Arbeidsdienst, die er reeds bij duizenden, bij tienduizenden op uitgaan om hun krachten te wij den aan den eigen bodem, waarop zrj zijn getogen en ge- boren. Sloere jongens, die geestdriftig hun Krachten wijden aan een nuttig en noodig week. Is dit een nieuwe instelling? Ja en neen. De gedachte aan de vorming van een dergelrjk corps is reeds opgekomen na den wereldoor- log. De eerste stoot werd gegeven door Bul- garije. Ih dit land moctat, volgens de bepalin- gen van het Vfedesverdrag, geen leger wor den onderhouden. Dit deed de behoefte ont staan aan een organisatie op para-militai- ren geest geschoeid, teneinde bij de jeugd de goede eigenschappen van lichaam en geest, die anders in mdlitairen dienst werden ont- wikkeld, niet te laten insluimeren. De arbeidsdienst was geboren; en het Bul- gaarsche voorbeeld vond navolging in ver- schillende andere landen. In Amerika wer den kampen ingericht onder militaire leiding, waar de werkloozen lichamelijken arbeid ver- richtten. Op deze wijze hqopte men te voor- komen, dat zij ten prooi zouden vallen aan lichamelijke en moceele degeneratie de ge- wone begeleidingsverschijnselen van werk- loosheid. In verschillende landen worden werk- kampen ingericht voor studenten. De bedoe ling hiervan ligt voor de hand: men wilde de jongelieden, die een academdsche opleiding genoten, er aan gewennen om niet alleen hun geest, doch ook hun han.den te gebruiken. Duitschland voerde in 1935 den algemee- nen arbeidsdienstplicht in, volgens welken alle jonge menschen een half jaar lang ge- meenschappelijken arbeid moeten verrichten. De waarde van den arbeid als opvoedings- middel kwam hierdoor in een helder licht te staan en vormde een aansporing voor andere volken om denzelfden weg te bewandelen. De Duitsche arbeidsdienst is dan ook het model geweest, waarnaar de overige arbeidsdien- sten zijn ingericht. Wat ons land betreft, werd reeds jaren lang de noodzaak ingezien van een dergelijken dienst; doch de pogingen om tot de schep- ping daarvan te komen, leverden slechts een poover resultaat. Er werden studentenwerk- kampen ingesteld, doch de animo onder de academische jeugd om daaraan deel te nemen bleek zeer gering. Men ging eveneens over tot de instelling van werkkampen voor jeug- dige werkloozen; doch het verblijf van deze catagorie van jonge menschen in de kampen duurde te kort, om van werkelijk goede resul- taten te kunnen spreken. E4n goede zijde van den oorlog is geweest, dat in dit opzicht de hand aan den ploeg werd geslagen. De Opbouwdienst werd in het leven geroepen. Deze mobiliseerde om het zoo eens uit te drukken de gedemobiliseerden en hield door arbeid, sport en ontspanning de mannen op nuttige wijze bezig, zoodat zij er voor bewaard bleven, het leger der werk loozen nog te doen aangroeien, om ^een on- zeker, weinig rooskleurig lot in de maat- schappij tegemoet te gaan. De Opbouwdienst ging later over in den Arbeidsdienst; en daarmede werd een nieuwe schrede gezet op den weg, die leidt naar den algemeenen arbeidsdienstplicht. Deze dienst bedoelt te zijn een nationaal opvoedingsinsti- tuut om de jongelieden, voordat zij hun plaats innempn in de maatschappij, op td voeden tot het staatsburgerschap. In den Arbeidsdienst kent men geen onder- scheid tusschen de rangen en standen: alien werken gemeenschappelijk mede aan de ver- betering van den bodem, die het geheele volk moet voeden, terwijl tevens het gemeenschaps- gevoel wordt versterkt. In de arbeidskampen ontstaat op die wijze het besef, dat alle leden vain het Nederlandsche volk sterk aan elkaar verbonden zijn, welk gevoel later in het leven op zegenrijke wijze tot uiting zal komen. Daarom is de arbeidsdienst een waardevol middel, am alle leden van den Nederlandschen stam nader tot elkander te brengen! BINNENLANDSOH OVERZICHT. De stem van het boerenbloed is verhoord. Op d-en 23sten October van dit jaar is in- gestekl de ..Nederlandsche Landstand" en daarmede is een einde gekomen aan net tijd- perk, waarin de bevolkingsgroep, die hetx hardst werkte en de zwaarste offers bracht, zcet gehouden werd met mooie woorden, blin- kende beloften en crisismaatregelen. Het ligt in de lijn van het nationaal-socialisme, dat de onuitputtelijke waarde beseft van bloed en Roman van HANS HIRTHAMM32R (Nadruk verboden) 22 Lorenz was verrast. Hij had zich den pro fessor als een bejaarden heer met grooten grijzen baard voorgesteld. ,,0, neemt u mij niet kwalijk! nee, het is eigenlijk niet dringend. Ik heb een paar jaar geleden eens een paar artikelen voor het ,,Medisch Tijdschrift" geleverd en nu wilde ik..." ,,Maar natuurlijk", viel ze hem in de rede. „Voor een collega en medewerker is mijn man altijd te spreken. Gaat u binnen!" Zij bracht hem zonder veel plichtplegingen in een ruim vertrek, waarvan de muren bijna geheel schuil' gingen achter enorme boeken- kasten. Heinz, hier is een collega, die je wenscht te spreken." Van achter de schrijftafel rees een slanke, nog vrij jopge man omhoog met' een scherp, glad geschoren gezidht. Glimlachend trad hij op den bezoeker toe. I.orenz ncemde zijn naam, terwijl hij alle. moeite deed zijn verbazing te verbergen. Zoo'n jonge man nog? De professor kon hoog- stens een jaar of tien ouder zijn dan hij. bodem, om het juk der materialistische eti democratische slavemij van de schouders der boeren af te nemen. De boer heeft er recht op, dat het heele volk hem dankbaar is, om- dat hij in het zweet zijns aanschijns arbeidt voor ons dagelijksch brood. De boerenstand heeft er recht op, dat Met volk hem waar- deert als de grocidslag voor de instandhou- ding van het geheele natdonale leven. En daarom heeft de boer er recht qp, dat hy in zijn vrijheidsrechten hersteld worde. Het stoffelijk bestaan van het op den bodem* ar- beidende volk moet verzekerd zijn. en mag niet afhankelijk gesteld worden van de zeer langzaam en lang niet feilloos werkende ma- chinerie der crisisorganisatie. Het Nederlandsch Agrarisch Front, dat voor dit deel der ordening de grqndslagen heeft gelegd, heeft daarmede zijn taak vol- bracht. De Landstand wordt gevormd uit drie levenskringenhet Ned. Agrarisch Front, de bestaande lamdhouworganisaties en het cri- sis-apparaat. Op grond hiervan is het dus te verwachten, merkt Het Nat. Dagblad op, dat in den ko- menden tijd de bestaande crisisorganisaties zullen worden omgeschakeld tot een lande- lijke bedrijfsorganisatie, zooals reeds ver- leden week tot stand kwam: de Bedrijfsor ganisatie voor vee en vleesch", onder gelyk- tijdige verdwijning van de Ned. Veehouderij- centrale. Te verwachten is, dat in totaal zes soortgelijke bedrijfsorgayisaties zullen wor den gevormd, welke samen alle werkers op den bodem en in het water dus ook de vis- schers zullen omvatten. Zoodra deze or- ganen zullen zijn gevormd, is het oogenblik aangebroken, waarop het beruchte, gehate en voor de boeren en visschers vernederende „crisis-apparaat" tot in alle onderdeelen zal verdwijnen. De Nederlandsche Landstand is een bewijs van het feit, dat de overheid haar gezag voor een gedeelte heeft teruggegeven aan den volkschen levenskring der boeren. Om dit te bewerkstelligen zullen alle bestaande land- en tuinbouworganisaties - het N. A. F. incluis in den Nederlandsche Landstand" wor den opgelost; geen liquidatie, maar ombouw dus! De Landstand zal het beslissende orgaan zyn t.a.v. elken maatregel, die de bebouwing van den grond en de voedselvoorziening be treft. De leider van den Landstand deelde daaromtrent o.a. mede: „De leiding in Den Haag moet zoo eenvou- dig en klein mogelijk gehouden worden, om- dat wij nooit mogen vervallen in het door ons bestreden systeem, dat van Den Haag uit de boeren worden bedokterd. Wij beginnen dlis precies aan den amderen kant. Het zwaarte- punt ligt bij den boer op zijn erf en de meest doorgevoerde organisatie moet gesticht wor den in elke gemeente. Wij houden ons aan het historisch gegroeide. Op den dorpsboerenlei- der en den dorpsboerenraad komt de voor- naamste en zwaarste taak van den Ned. Landstand... Van het dorp gaan de wenschen en .plannen naar den provincialen- of gouw- boerenraad enz." Zoo wordt "'de boerenstand, de boer en de boerenarbeider, de grondbezitter en boeren- knecht, ingeschakeld in den opbouw van de nieuwe orde, waarin de vrije en fiere boei*en- geest ruim zal kunnen ademen. Een tweede belangryke besluit is het Zie kenfondsenbesluit, waarmede voor het eerst in Nederland bij de ziekenzorg "het sociale primcipe wordt ingevoerd, dat de totale las- ten der arbeiders niet in verhouding tot den gezinsomvang, maar in verhouding tot het loon worden omgeslagen. De eerste premie wordt op 1 Nov. 1941 geheven en is voorloo pig vastgesteld op 4 pet., zoodat de arbeider 2 pet. van zijn loon zal moeten betalen. Dit door den arbeider te betalen bedrag is, de hooge verstrekkingen in aanmerking nemen- de, aanzienlijk minder, dan de tot nu toe be- taalde contributies. Uit ^.1 deze maatregelen blijkt, dat ondarnks de moeilijke omstandigheden waaronder wij leven, de sociale ontwikkeling in verhoogd tempo blrjft plaatsvinden. Links en rechts wordt er gewezen op de toenemende verwi'ldering van Neerlands jeugd en tal van persartikelen houden zich met dit probleem bezig. De bestryders der jeugd- criminaliteit houden zich op veelszins voor- treffelijke wijze bezig met de aangetoonde gevallen van jeugdmisdadigheid, en trachten nog te redden, wat daar te redden valt. Doch op het gebied van het weerbaar maken der geheele jeugd tegen mogelijk opdagende ver- leiding wordt door hen veel minder gedaan. En het is geen wonder, dat de Rotterdamsche kinderrechter, mr. Overwater, klaagt over „de ellendige leegheid van het leven onzer jonge ren". Een volk dat leeft, zorgt voor zijn jeugd! Dat wil zeggen: het kweekt de innerlijke kracht van z'ijn jeugd aan, van de ook in haar levende volkskracht. Een jeugd zonder idealen valt ten prooi aan vervlakking en verwildering. De ,,Nationale Jeugdstorm" heeft dat ingezien en heeft de leiding en be- zieling der jeugd ernstig ter hand genomen. Het gaat om Neerlands toekomst, die slechts gewaarborgd is in fli'nke, dappere jonge men schen met liefde voor hun Vaderland en de gemeenschap, ridderlijke mannen en vrouwen, die de schouders zetten onder het geweldige werk, dat het scheppen van een rechtvaardi ge orde meebrengt. De Nationale Jeugdstorm wil karakter-menschen kweeken; hij maakt ,,itl zult u mijn bijdragen misschien niet eens meer kunnen herinneren. Het ging over een onderzoek inzake vaccinebehandeling bij kinkhoest." ,,Burmester! Ja, ja toch...! Wooonde u destijds niet in Miinchen?" ,,Juist, ja! Ik was toen in de kinderkliniek van professor Grothauser werkzaam." Natuurlijk! Nu herinner ik het me weer precips. Uw werk trok toen nogal dq.aan- dacht; ik kreeg zoo den indruk, dat daar in Miinchen een jong talent bezig was zich nieuwe wegen te banen. Jammer, heel jam mer, dat u sindsdien niets meer van u hebt laten hooren. Maar gaat u toch zitten" Professor Hopfelt wees met een handge- baar naar een clubfauteuil, terwijl hy zelf naar den stoel achter zijn schrijfbureau terug- keerde. ,,Rookt u? Gaat uw gang Werkt u tegen- woordig in Berlyn?" Lorenz zette zyn sigaret met den hem aan- geboden lucifer in brand, zoog zijn longen vol en bracht daama zoo sober mogelyk verslag uit van zijn wedervaren, voor zoover dat tot goed begrip van de positie, waarin hrj ver- keerde, noodzakelyk was. De professor hoorde zwijgend toe; slechts af en toe wierp hy een scherpen, onderzoe- kenden blik op den jongeman tegenover hem. Toen Lorenz Burmester aan het eind was van zijn relaas, bleef het een oogenblik vol komen stil in het vertrek. ,,Een verdraaid pijnlijke situatie!" verbrak de professor eindelijk het zwijgen. ,,Als ik u was, zou me toch werkelijk niet zoo zon der meer op zij laten schuiven. De brief van dr. Gerold geeft u toch verschillende aan- spraken. Het minste, wat u eischen kunt, is een behoorlijke schadeloosstelling." Lorenz schudde het hoofd. ,,Ik wil er niets meer mee te maken hebben." „Tja, dan bent u eenvoudig niet te helpen en dan kan ik u alleen nog maar den raad geven zoo spoedig mogelijk Berlijn te ver- laten en weer naar Beieren terug te keeren. Begrijpt u mij niet verkeerd, beste col lega!" vervolgde hij met verheffing van stem, toen hij Burmesters teleurgesteld gezicht be- merkte. „Dat u een flink en alleszins begaafd medicus bent, daarvan heb ik de bewijzen ontvangen. Maar juist daarom moet u niet in (Berlijn blijven hangen, teminder n<fg, om- dat u een gezin hebt. Wij hebben hier in Ber lijn een ongelooflijk aantal jonge' doktoren, die eenvoudig niet de minste kans hebben in een of ander ziekenhuis te worden onderge- bracht, laat staan een eigen practyk te be ginnen. Uw kennis, uw wetenschappelijke op leiding, al uw ervaring zou in den afmarte- lenden stryd om het dagelijksch brood voor de haaien zyn. Het is hopeloos, gelooft u mij!" Lorenz staarde besluiteloos voor zich uit, totaal ontmoedigd door de onverwachte wen ding, welke het gesprek had genomen. .Als ik u goed begrepen heb, was u daar de eenige arts ter plaatse. Goed, het mag dan moeilijk zijn in een plattelandspractijk vooruit te komen, ik geef het graag toe, maar gelooft u mij, dat uw Berlijnsche collega's blij zouden zijn als ze in uw schoenen ston- den. U hebt toch vooruitzichten, er zijn toch mogelijkheden, u begint immers pas... M'n hemel, een jonge kerel als u! ,Een paar suc- cessen, twee, drie gelukktge gevallen en u bent er. En uw ,vrouw, uw kinderen Eoudt u er zooveel voor voelen hen aan de groote stad over te leveren?" „Ik kan niet meer terug!" riep Lorenz ge- marteld. Neen, hij kon niet meer terug. Nu niet meer, nu zij thuis met alles op hun aan- staand vertrek hadden gerekend. „Ach, dat zegt u maar zoo! U moet terug, omdat er nu eenmaal geen andere mo- gelijkheid is". De professor stond op en begon het vertrek op en neer te" loopen. Na een poosje bleef hij dicht voor Burmester staan. „Luister u eens, ik wil u helpen. Ik zal u vijftig mark geven. Beschouwt u dat geld dan maar als een voorschot op nog te leveren bij dragen, -7- maar ik verbind er deze voor- waarde aan, dat u nog vandaag Berlijn ver- laat en naar uw gezin terugkeert. Ac- coord?" Op dit oogenblik voelde Lorenz Burmester een intens verlangen in zich opwellen naar Marlene, naar zijn geliefde circus, naar de bosschen, die daar rondom zijn huis hun eeuwig lied zongen en naar. het heldere, kab- belende water van de bergbeek. Het was, als- of Hopfelts woorden een dam omver hadden geworpen, die uit stijfhoofdigheid, mis- piaatste trots en eigenzinnigheid was opge- bouwd. Plotseling zag alles er heel anders uit. Wat was Berlijn? Een wanstaltige razend. alles vernietigend, bloeddorstig mon ster! Heidmtihle daarentegen een toon- beeld van vrede en rust. Het viel Lorenz niet gemakkelijk zich bij dit onweerstaanbare gevoel van heimwee te beheerschen. O, vandaag nog in den trein te mogen zitten, die hem naar het Zuiden zou brengen! Niet meer in dat asyl der ellende terug te keeren, nooit meer de bedcrven st- mosfeer van die slaapzaal te behoeven in te ademen, die troostelooze, bedompte huizen- zee voor goed achter zich te kunnen laten! zelfstandig moeten ontwikkelen. De heer Rost van Tonningen twijfelt er niet aan, dat het bereiken van den paristand binnen afzien- baren tijd mogelijk zal zijn. Vooreerst dient evenwel een overgangsperiode te worden af- gewacht. Geen uitgifte van gemeenteleefningen. Zoodra de nieuwe staatsleening door de markt voldoende is verwerkt en de stukken in vaste handen zijn gekomen, zal de markt wederom voor gemeenteleeningen worden opengesteld. In afwachting daarvan zullen aan gemeenten en provincies geen vergun- ningen tot uitgifte van leeningen worden ge geven. Deze maatregel is genomen uit hoofde van de overweging, dat, waar inschrrjvers hun plicht deden, van staatswege maatregelen moesten worden genomen, ten einde hun be langen te beschermen en te behartigen. Slechts door feiten, aldus de heer Rost van Tonningen, zal het Nederlandsche publiek ondanks de in het buitenland gevoerde cam- pagnes vertrouwen krrjgen in de gevoerde financieele politiek. Laat men echter niet vergeten, dat de overheid zich niet alleen moet bepalen tot het nemen van maatrege len op financieel gebied, maar ook op econo misch gebied. Reeds in oorlogstijd moet de productie verhoogd worden. In de tegenwoordige tijdsomstandigheden is het dubbel noodzakelijk de hand aan den ploeg te slaan. Tengevolge van het wegvallen van onze overzeesche v.erbindingen zal men thans eindelijk de groote waarde van ons grondgebied voor onze voedselvoorziening begrijpen. Men heeft immers de mogelrjkheid tot uitbreiding van den nationalen bodem in de achter ons liggende jaren sterk verwaar- loosd. Met kracht wordt er door de overheid aan gewerkt de nationale voedselvoorziening te waarborgen. De ontginning van den Noord- Oostpolder is ter hand genomen, waardcor honderdduizenden meer kunnen worden ge- voed. Het scheuren van hondefdduizend hec tare grasland, alsmede ruilverkavelingen en ontwateringen, zullen de brood- en aardappel- voorziening bevorderen. Deze maatregelen hebben niet anders dan de bedoeling, het volgende jaar ons land uit eigen kracht de minimum voeding te waar- bongen. die voor de instandhouding van onze gezondheid noodig is. De uitvoering van deze en andere plannen kost geld. De opbrengst der nieuwe leening o.a. zal hiervoor dienen zoo besloot de heer Rost van Tonningen zijn uiteenzettingen. RIJKSCGMMISSARIS RIJKSMINISTER SEY SS-INQUART OVER DEN TOESTAND IN NEDERLAND. Naar aanleiding van zijn bezoek aan Kra- kau heeft de Rijkscommissaris voor het be- zette Nederlandsche gebied Rijksminister Seyss-Inquart, de ..Krakauer Zeitung" een interview verleend over de ontwikkeling in Nederland sedert de instelling van het Rijks- commissariaat en over den huidigen toestand in dit land. De Rijkscommissaris begon met te verkla- ren, dat hij den indruk had gekregen; dat klaarblijkelijk het openbare leven in het Gouvernement-Generaal als resultaat van den Duitschen opbouwarbeid, die nu twee jaren duurt, volledig is geconsulideerd. Vervolgens sprak hij over de bestuursbeginselen, die in Nederland thans gelden als grondslag voor de leiding van dit land. Terwijl men in het Gouvernement-Generaal een geheel nieuw en uitsluitend Duitsch be- stuur heeft moeten instellen kon de taak van het Duitsche bestuur in Nederland beperkt worden tot de leiding'' en controle over de overigens slechts door Nederlanders uitge- oefende rechtstreeksche uitvoerende macht. Ondanks den typisch liberalen, democrati- schen en kapitalistischen karaktertrek heeft men een betrekkelijk goed functionneerend bestuursapparaat (aangetroffen. Tefwijl de bevolking en ook de ambtenaren aanvanke- lijk zeer gereserveerd waren geweest tegen over de door de oorlogsnoodzakelijkheden be- paalde regelingen en terwijl zekere onvermij- delijke gevallen, waarin in het politieke leven moest worden ingegrepen in het eerst op scepsis gestuit waren, heeft de loop der ge- beurtenissen intusschen aan breede kringen der bevolking een beter inzicht gegeven en ze zelfs gewonnen. Rijksminister Seyss-Inquart ging vervol gens in op de zuivering van het politieke leven in den loop waarvan niet minder dan 40 par- tijen, .bestanddeelen van de vroeger autonome versplinterde democratie van Nederland, ont- bonden zijn, een stap, die zonder eenigen merkbaren schok voor het openbare leven verloopen is. In dit feit is het duidelijke bewijs geleverd, dat de politieke impulzen van het Nederlandsche volk niet meer van deze instellingen uitgingen. Met den 22sten Juni is overigens een duidelijke scheidings- streep getrokken tusschen het verleden en het heden. De Fiihrer heeft geheel Groot- Duitschland voor Europa in de waagschaal der geschiedenis geworpen. Daarmede had niets, dat dezen strijd niet steunde, meer recht op bestaan. In het politieke leven van Nederland kun nen thans nog slechts twee radicale vleugels worden waargenomen, waarvan de eene zich thans als bondgenoot van de bolsjewisten achter de vroegere Koningin plaatst. Deze groep wordt door het gezond denkende deel f Alles wat het leven mooi en waard maakte geleefd te worden, lag in deze opwelling van zijn bezwaard gemoed. Het was, of professor Hopfelt iets van Bur mesters moeilijken tweestrijd bemerkte. Hij legde althans zijn beide handen op diens schouders .en zei ernstig en overredend: ,,Nou mijn waarde, ik geloof, dat we naar huis gaan, niet? De rest komt dan vanzelf wel. MisscHien kan ik bij den Studiekring wat be- langstelling voor uw wetenschappelijken ar beid opwekken. Ik ken een p^ar heeren van het bestuur; het lijkt me lang niet onmoge- lijk, dat zij zich bereid zullen toonen u een subsidie voor het doen van verdere onderzoe- klngen te verleenen. ,,Ach, professor, ik... ik ben u werkelijk zeer..." ,Geen dankbetuigingen, alsjeblieft!" viel Hopfelt hem in de rede, „Dat ik u behulp- zaam wil zijn. is zuiver egoisme. Ik zou u' weer graag als medewerker aan ons medisch tijdschrift verbonden zien, dat is alles! Maar nu zullen we eerst eens even nazien wanneer de eerstvolgende trein naar Beieren gaat. Ik moet toch nog hier of daar een spoorboekje hebben. Hopenlyk hebt u nog tyd genoeg om met ons het middagmaal te ge bruiken." Hij begon te zoeken, eerst in de vakken en laden van zijn schrijfbureau, daarna in de bOekenkasten. Het was tevergeefsch. Na tien minuten gaf hij het op. „Mijn vrouw schijnt weer eens te hebben opgeruimd. Gewoonlrjk merk ik dat pas als ik niets meer kan vin- den. Gaat dat bij u ook zoo?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 5