Strijd en Overwinnmg GELDIGE BONNEN VOOR VOEDINGSMIDDELEN DISTRIBUTE. Predikbeurten. MIJNHARDTJES Verstrekking vaste brandstoffen aan pensionhouders en kamerverhuurders. u.lliHI IN DE WEEK VAN 28 SEPT. TOT EN MET 4 OCT. 1941 FEUILLETON Dr. Burmesters 114 Algemeen 115 Algemeen 116 Algemeen 3Va 3^ AXEL. ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1941. en alle andere pijnen De waarnemend Burgemeester van TERNEUZEN maakt bekend, dat op Maandag 29 September a. s., door den Distributiedienst zullen worden uitgereikt, aanvraagformulieren voor vaste brand stoffen ten behoeve van pensionhouders en kamerverhuurders. Deze formulieren dienen voor Donderdag 2 October a. s., behoorlijk ingevuld, bij den Distributie dienst te worden ingeleverd, onder over- legging van de Distributiestamkaarten van de betrokken kamerhuurders. Onder kamerhuurders zijn niet begrepen, ouders, klein-, pleeg-, stiefkinderen en verdere familieleden, benevens kostgangers, die huiselijk verkeer genieten. Terneuzen, 24 September 1941. De Burgemeester voornoemd, C. A. VERLINDE, wnd. gen Salome, met hart en ziel zich aan dat werk heeft gegeven en alzoo mede een der peters van het waterschap moet worden ge- noemd. Spr. verwelkomde daama de burgemeesters van de hoofdplaatsen der districten, waarin bet waterschap is verdeeld en dankte hen voor den moeitevollen arbeid ten aanzien van de samenstelling van het bestuur als anderszins in 't algemeen streekbelang ver- richt en sprak de verwachting uit, dat zij in samenwerking met het dag. bestuur in menig opzicht de streek tot welvaart en voorspoed op stoffelijk gebied zullen helpen brengen. Spr. begroette daarna de ambtenaren, en wel den buitengewoon accuraten griffier, Mr. van Doorninck, den ontvanger Calon, den populairen ontvanger-griffier Van vele pol ders, de andere ambtenaren ter griffie en den archivaris Mr. Le Mair. Zwaar is de taak, die op alien rust, om door ingetogen, stoere werkzaamheid en vriendelijke voorkomendheid alle plooien glad te strijken en het doel van het waterschap te populariseeren. De technische ambtenaren hebben niet minder moeilijk en gewichtsvol werk en spr. acht het gelukkig, dat een be- kwamen ingenieur, en een even bekwaam hoofdopzichter te jhebben kunnen benoemen, terwrjl hij van de opzichters, alle 3 uit de streek afkomstig, niets dan goeds verwacht. Doch op den dijkgraaf en de gezworenen rust de zwaarste taak en de grootste verant- woordelijkheid, jegens hooger bestuur in rijk en provincie en jegens de streek. Hooge be- langen worden aan hen toevertrouwd. Be- scherming der schoone landstreek .tegen het buitenwater, een waken tegen overstrooming en ook afvoer van het overtollige neerslag- water naar zee met onderhoud van sluizen. Daarbij komt de zorg voor verkeerswegen en het onderhoud daarvan en nog zooveel meer. Het bestuur heeft ee# bijzonder reglement gekregen, op welks nakoming niet formeel en letterlijk, maar naar den geest en het be- doelen ten strengste moet worden gelet. Daar bij heeft het bestuur te bedenken, dat het te taaken heeft met een vrij volk, vrij zooals het Zeeuwsche en het Zeeuwsch-Vlaamsche jvolk bijzonderlrjk zich gevoelt. Van oudsher zijn de boeren immers vrij. De polders had- den al spoedig een geheel zelfstandig bestaan en de overheid bemoeide er zich oorspronke- Iftk zelfs weinig mede. iDe eigenaren moesten •zorgen voor het dijksonderhoud en waren vrijwel heer en meester binnen het polder- gebied. Al spoedig werd edhter het belang van het behoud der polders over het alge meen ingezien. Er werd een dijkgraaf aan- gesteld, eerst door de eigenaren, later door den landsheer. Spr. kwam bier tot een histo- rische beschouwing, waarbij o.a. bleek, dat te weinig technische kennis, het zich overgeven der dijkgraven en bestuurders aan de binnen- en buitenlandsche politiek, verzwakking en verwaarloozing van de dijken tengevolge had. Dit was oorzaak, dat in 1377 te midden van de Vlaamsche burgeroorlogen, veel land over- stroomde en in het jaar 1404 had een zeer groote overstrooming plaats tengevolge Van slecht onderhoud van een dijk tusschen Sle- pendamme en Coxyde. Het was toen noodig, dat de graaf van Vlaanderen ingreep en de achterliggende polders te dwingen te betalen aan herstel van dijk en sluizen en daardoor beoosten en bewesten Eede te behouden. Niet aiieen door die en dergelijke verplichtingen werd verlichting van lasten gezocht, daar ook door samenVoeging van verschillende polders, 't zij geheel, 't zij tot een bepaald doel. In *t bijzonder deed men dat ook in deze streek met het oog op de suatie. Ook voor t Vrije van Sluis geldt, dat de vereeniging, de samenvoeging van krachten altijd is een vooi- uitgang als ze onder bevoegde'en bekvvame leiding' wordt tot het voordeel van het alge meen. Elk der volgende bonnen Geeft recht op het koopen van 38 Sept. t/m 4 Oct. 1941. 37-4 Brood 37 Brood 37 Vleesch 37 Vl.waren 37 Melk I 38 Reserve Brood ot gebak 4 rants. y<i rantsoen Yi rantsoen Vleesch of 1 rantsoen j Vleeschwaren 13/i liter Melk 3Y kg Aardappelen 7 Seipt. t/m 4 Oct. 1941. Bloem C Rijst C Havermout 117 Algemeen 118 Algemeen 119 Algemeen 34-35-36-37 Kaas 1 kg 250 gram 500 gram Yz rantsoen 250 gram 250 gram 250 gram 250 gram 100 gram 100 gram 25 Sept. t/m 13 Oct. 1941. 36-37 Boter 36-37 Vet 250 gram 250 gram Suiker Koffie-Surrogaat Jam Brood, Bloem, Gebak Rijst Havermout Havermout Gort Vermicelli of Maizena Kaas Boter Boter met reductie Beschikbaar per persoon 0 t/m 3 jaar 4 t/m 13 jaar 14 t/m 20 jaar Vol- was- senen Eenheid In tijdvak van ££n week 9 18 22 18 rants. 2 3 3 3 rants. 7 3 H 3H liter kg in tijdvak van vier vveken 1 1 1 1 kg 250 250 250 250 gram 500 500 500 500 gram 4 4 4 4 rants. 250 gram 250 gram 250 250 250 250 gram 250 250 250 250 gram 100 100 100 100 gram 400 400 400 400 gram In tijdvak van 19 dagen 250 500 500 500 gram 250 500 500 500 gram SEN RANTSOEN IS: Brood: 100 gram brood. Gebak: 75 gram beschuit, wafels, biscuits, koekjes, of 140 gram speculaas, koek, of 300 gram cake, of 400 gram gevuld klein korstgebak, of 500 gram gevuld groot korstgebak, of 600 gram taart, gebak jes. Bloem: 70 gram tarwebloem, -meel, roggebloem, -meel, zelfrrjzend bakmeel. Rijst: 250 gram rijst, rijstemeel, -bloem, -gries, kindermeel. Havermout, 250 gram havermout, -vlokken, -bloem, -gort, aardappelmeelvlokken, gruttemeel (gemengd meel). Gort: 250 gram gort, gortmout, gortbloem, grutten (alle soorten), gruttemeel (ge mengd meel). Vermicelli: 100 gram vermicelli, macaroni, spaghetti. Maizena: 100. gram maizena, sago, aardappelmeel, of 100 gram zetmeel, verwerkt in puddingpoeder of puddingsauspoeder. Vleesch: 100 gram vleesch, gewioht van been inbegrepen. Vleeschwaren: 75 gram gerookt of gekookt vleesch, of 75 gram gerookte worstsoor- ten, of 100 gram gekookte worstsoor ten, of 125 gram leverartikelen, tonge- worst, nierbrood, of 150 gram bloedworst, zure zult. Jam: 500 gram jam, siroop, honing enz. Voor de overige artikelen is het rantsoen gelrjk aan de in bovenstaande igst vermelde hoeveelheden. ATTE3NTIE!' De volgende bonnen zijn na Zaterdag 27 Sept. niet meer geldig: 36 brood of gebak; 36 vleesch en 36 vleeschwaren; 36 melk en 37 reserve (aardappelen). De bonnen, welke met ingang van den Zondag zijn geldig verklaard, met uitzondering van die voor vleesch of vleeschwaren, mogen reeds op den daaraan voorafgaanden Zaterdag worden gebruikt. Het koopen van vleesch of vleeschwaren in den kleinhandel op Maandag en Dinsdag is niet geoorloofd. Roman van HANS HIRTHAMMER (Nadruk verboden.) 7 Nu begreep hij, wat het nachtelijk rumoer te beteekenen had gehad. Er was een mis- daad gepleegd. Terwijl hij niets vermoedend den slaap des gerechten sliep, was hier, in dit zelfde vertrek een mensch vermoord Met huiveringwekkende heftigheid drong dit ^ruwelijke besef zich aan Lorenz Burmes- ter op; het joeg hem uit zijn bed en deed hem haastig een paar kleedingstukken aan- schieten. De doode moest ongeveer dertig jaar zijn, had donkerblond haar en een prettig goed- moedig gezicht. Hij was gekleed in een pyama, die op de borst geopend was. Daar vond Liorenz ook de doodelij.ke wondj een diepe messteek, die even onder de linker- borst was toegebracht. De vreeselijkste ontdekking voor Lorenz Burmester was echter wel deze, dat de on- gelukkige waarschijnlijk tengevolge van bloed- verlies was overleden. Misschien zou hij hem nog hebben kunnen redden, wanneer hij *s nachts onmiddellijk was opgestaan en zich over den man had ontfermd. Overigens hoe zat dat? Op het oogen- blik dat hij ontwaakte, moest de moordenaar zich nog in de kamer hebben bevonden! Anders zou hij het geluid van een open en weer dicht gaande deur zeker hebben gehoord. Als hij. nu werkelijk eens uit zijn bed was ge- sprongen en den schakelaar van het electrisch licht had bereikt? Ongetwijfeld zou de In de eerstvolgende 'maanden moet de vraag op welke wijze de intemationale pol ders, voor zoover Nederlandsch gebied, tot het Vrije van Sluis kunnen worden gebraeht, worden beantwoord, evenals die betreffende de calamiteuze polders. Bij het eerste vraag- stuk gaat het om rechtskundige moeiliikhVien en die betrekkelijk suatie regelen er bij het tweede vooral om financieele moeilijkheden. Reeds is aan den Pro v. Waters ta« de voor- bereiding van de toevoeging door spr. opge- dragen. Spr. hoopt, dat binnen een jaar ge heel Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen een waterschap zal ultmaken. Een bemaling zal noodig zijn aan den Elisabethpolder en een der allereerste zaken, welke het bestuur met den ingenieur aan de orde zal hebben te stel- len is de verzorging van de uitwatering in dien hoek. Spr. ging daarop niet in, doch wil liever een vergadering bijwonen van het dag. bestuur, als de ingenieur zijn ambt zal hefb- ben aanvaard, en deze zaak van uitnemend algemeen belang te bespreken, met een pro gram voor de naaste toekomst. De suatie zal dan blijken groote veranderingen en ver- beteringen te behoeven, wat nu mogelijk is, doordat men geen gespletenheid in afwate- pingswaterschappen en polders meer heeft. Spr. bedoelt niet te zeggen, dgt de oude be- sturen hun plicht hebben verzaakt, met name niet het bestuur over het in 18701875 door het Rijk gegraven kanaal naar de Wielingen. Spr. zette vervolgens uiteen wat de taak was en is van dijkgraaf en zeide, dat de heer I. P. Becu daarin een rijke ervaring heeft verkregen. Standvastigheid kenmerkt hem. Van zijn liefde voor zijn geboortegrond is spr. zeker en hij is meermalen getuige ge- weest van de groote toewijding van den heer Becu. Ged. Staten hebben lang gewikt en dader met een dergelijke mogelijkheid reke- ning hebben gehouden. Er zou een strijd op leven en dood zijn ontstaan, want de man zou natuurlijk tot alles in staat zijn geweest. Vermoedelijk zou hij zijn belager niet eens tijd hebben gelaten het licht te ontsteken. Dr. Burmester staakte zijn overpeinzingen, want hier moest nu gehandeld worden. In de eerste plaats diende de congierge van het gebouw van het gebeurde in kennis te wor den gesteld en deze zou dan wel de politie waarschuwen. Hopenlijk kwam niemand op het dwaze idee om hem van de daad te ver- denken. In alle haast bracht Lorenz zijn kleeding in orde en daarna snelde hij de trap af, zij het niet, alvorens de deur van het ver trek zorgvuldig achter zich te hebben ge- sloten. Toen hij eenige minuten later den con cierge kort en duidelijk van het gebeurde op de hoogte bracht, staarde deze hem aan, als- of hij met een kraitkzinnige te doen had. ,,Op kamer 27 Een doode Dat is toch niet waar, dat kan immers niet!" ,,Weest u zoo goed mee naar boven te gaan. Maar eerst moet u de politie opbellen. Elke minuut tijdverlies beteekent een toenemende kans op ontsnapping voor den dader." „,Ontzettend, ontzettend!" jammerde de concierge. Hij wist van opwinding niet, wat hij moest beginnen. Tenslotte kwam de tele- foonverbinding echter toch tot stand en daar de politie toezegde onmiddellijk te zullen komen, wachtten zij beiden zoolang beneden. /Hoeveel menschen waren er eigenlijk op d.6 kamer?" Met u mee, drie. Een van hen, een zekere Prohaska, woonde hier al eenigen trjd: de ander is pas een paar dagen geleden gekomen. Hij is een Hamburger, dr. Witte, kunsthisto- ricus, die voor studiedoeleinden tijdelijk in Praag vertoeft." ,,Ik vermoed, dat doctor Witte het slacht- offer is. Heeft die Prohaska misschien van- nacht het gebouw verlaten?" gewogen over het opmaken van een voor- dracht voor dit hoogst belangrijke ambt, het meest belangrijke van geheel Westelijk Z.- Vlaanderen. Mien was verheugd, toen de heer Becu zich eindelijk beschikbaar stelde. Spr. wenschte hem kracht en wijsheid toe om nog veel jaren met stevige hand en wijden blik en een ruim hart de belangen van Westelijk Z.-Vlaanderen te behartigen, door als voor- zitter de leiding in het waterschap 't Vrije van Sluis, verreweg het grootste thans in Zeeland, in handen te hebben. Spr. verklaar- de den heer (Becu plechtig geinstalleerd tot dijkgraaf van 't Vrije van Sluis. Spr. stond daarop eenigen tijd stil bij de historische en huidige beteekenis van het ambt van gezworene. Vroeger werd vaak niet op bekwaamheid gelet, het verstand en het karakter werd geacht in het geld te zit- ten. Thans heeft men voomamelijk gelet op bekwaamheid, al moest met de woonplaats ook eenigszins rekening worden gehouden. Men heeft gekozen edele mannen, die zoo vol liefde zijn tot westelijk Z.-Vlaanderen, het aloude land van Cadzand of't Vrije van Sluis, die zooveel ervaring hebben, die zooveel reeds hebben gegeven aan de publieke zaak, die geleerd hebben eigen belang achter te stellen bij het algemeene. Het waterschap is ingedeeld in 4 districten en voor elk district zijn 2 gezworenen be- noemd. Voor het district Oostburg de heeren J. Ramondt te Schoondijke en C. F. Ver- craeye te Aardenburg; voor het district Groede de heeren A. J. Cambier te Breskens en A. J. de Bruijne te Cadzand; voor het district Aardenburg de heeren R. M. J. Lan- noye te Aardenburg en P. L. de Meijer te IJzendijke en voor het district Uzendijke de heeren Ir. H. L. G. Carpreau te Uzendijke en A. P. Kostense te Biervliet. Spr. ver- klaarde alien plechtig geinstalleerd en wenschte hen geluk, terwijl hij ernstig de verwachting uitsprak, dat de groote verant- woordelrjkheid, die op hen gelegd is, hen in het levendig besef van het gewicht van hun arbeid voor land en volk in W. Z.-Vlaanderen tot kloeke werkzaamheid zal prikkelen. Het belang van het land en zijn ontwikkeling die ten hoogsten top moet opgevoerd, eischt ten voile#opmerkzaamheid, kennis en toewijding. Spr. bid, dat men in 't Vrije van Sluis alle krachten tot hun waarde zal laten klimmen, opdat er geen ongabruikt blijven of verloren gaan, voor het welzijn en den vooruitgang van het land. En dit mooie deel van (Vlaan deren en Zeeland zal blijven of worden gelijk weleer: een schoon land en een schoon volk. LUXOR-THEATER. ,,I)c verdWenen minnaar". De film „De verdwenen minnaar" is een poging, om het in deze detectivefilm over den komischen kant te gooien. Nu is dit een eenigszins hachelijk procede, aangezien het komische allicht de spanning kan verbreken, ja erger nog, deze kan rediculiseeren. Indien b.v. de hoofdpersoon niet voldoende au serieux wordt genomen. bestaat al heel gauw de mogelijkheid, dat de toeschouwer niet in hem gelooft en het geloof doet hier immers won- deren. De elementen, waarop in een goede detectivefilm de spanning berust en waardoor ze gestadig wordt opgevoerd, zijn vaak uiterst subtiel. Van de Amerikaansche detectivefilms, waaraan men een komische allure gaf, is b.v. de schepping van den artistieken, ietwat sul- ligen Sloane een typisch voorbeeld. Deze films zijn aardig, maar men ondergaat er niet door, wat hier juist verlangd wordt, de ontknooping eigenlijk als een bijzaak be- schouwend. Bij ,,De verdwenen minnaar" is dit bezwaar omzeild. Inderdaad wordt de detectieve ietwat in het ootje genomen, maar doordat hij feitelijk een bijfiguur werd, doet dit niet zoo heel veel ter zake. Hij zou best gemist kunnen worden of men had het, in plaats van met een com- missaris van politie, met een lageren ambte- naar kunnen doen. Toch had de film dan iets gemist, want de veteraan der ,,Kriminal- romance", Otto Wernicke toont zich zijn plaats, zooals steeds, alleszins waard. Hij speelt uitstekend en van hem neemt men zon- der critiek aan, dat hij zich door den tooneel- speler in het ootje heeft laten nemen, zulks vooral, omdat hg de gepleegde „hnisdaad" toch al aardig had uitgerafeld. Theo Lingen is de tooneelspeler, die een heel ingewikkelde scene opjzet, om zijn directeur te bewijzen, dat hij de •noodige capaciteiten bezit en tevens om een tooneelschrijver aan te toonen, hoe hij de voorwaarden voor levend tooneel moet schep- pen. Dit alles is bijzonder vlot verfilmd, in korte, rake flitsen. ,,De verdwenen minnaar" bekoort van het begin tot het einde. „Het Centrum". Haar Prive-Secretaris. Helene Kiepergass ontketent de verwikke- lingen door op een veiling het paarlensnoer van grootvorstin Anastasia te koopen, daar bij voor de charmes van Theo Lingen, als den spitsboef Theo, te bezwijken en hem uit de noodlgen op het pasgekochte voorvaderlijke kasteel. Theo heeft een minder scherp'zinnig collega in de figuur van Paul, die zich uit- geeft voor Kiepergass' neef Bert, uit Mexico, Het noodlot wil, dat de ware Bert dienzelf- den dag op het kasteel arriveert, maar, zien- de dat zijn plaats reeds ingenomen is, zich tijdig vermomt in de gedaante van den priv6 secretaris van mevrouw, die eveneens ver wacht wordt. Theo en Paul krijgen verschil lende malen het paarlencollier in handen, maar evenzoovele malen maakt Bert het hun afhandlg, daarbij de kans loopend, zelf voor misdadiger versleten te worden, een kans die niet denkbeeldig blijkt, wanneer Marta An- dergast, als de dame van gezelschap, ten tooneele verschijnt. Inmiddels tracht mijnheer Kiepergass het gemengde gezelschap te ont- vluchten om tijdig op zijn skaat-avondje aan- wezig te zijn en mevrouw wacht vergeefs op een rendez-vous met Theo, die het echter te druk heeft met andere dingen. Casanova, het lievelingshondje van mevrouw blijkt ten slotte de eenige verstandige; hij verdedigt het collier tegen de laatste pogingen van Theo en Paul en veroorzaakt zoodoende hun uiteinde- lijke arrestatie. Nog eenmaal veranderen de paarlen van eigenares, als Helene Kiepergass er af stand van doet ten behoeve van haar gezelschaps- dame, die het als verlovingscadeau via neef Bert uit Mexico ten geschenke krijgt. Dienen door hulpverleening. De N.VjD. zal zich in de eerste plaats het gezin aantrekken, er tegen waken, dat het door moeilijkheden van financieelen aard af- zakt. (Het gezin is diep geworteld in de vader- landsche samienleving. Zeer terecht heeft men hier te lande van oudsher begrepen, dat het de kern van het heden, maar ook van de toe komst is. Het is een zuiver Nederlandsch be- ginsel het gezin te behoeden. Te behoeden tegen verarming en verzwakking, maar ook tegen geestelijken nedergang door te zware druk van telkens terugkeerende groote zor gen. De N.V.D. wil de spil van het Nederland- sche gezin, de moeder, haar plichten helpen verlichten. Met raad, maar ook met daad. De N.V.D. zal de moeders van voorlichting dienen, opdat zjj haar gezinstaak beter zul len kunnen verrichten; bij zal haar door tijde- lijke hulpen helpen onoverkomelijk lijkende tijden te overbruggen en indien noodig zal hij ook moeders uitzenden naar oorden, waar zij op adem kunnen komen en waar zij nieuwe krachten kunnen opdoen om straks versterkt en blijtmoediger haar werk weer op te vatten. De N.ViD. trekt zich vooral het lot van moeder en kind as.n! Den Nederlandschen Volksdienst staat in de naaste toekomst een mooie, maar een zware taak te wachten. Ook in Zeeland. Want ook hier zullen tallooze gezinnen met moeilijkheden te kampen krijgen, die kort geleden nog niet waren te voorzien. Laat ons trachten gezamenlijk deze moeilijkheden te overwinnen. Dit kan als we niet letten op hetgeen ons scheidt, maar op hetgeen ons bindt. Dat zijn: land en volk! Meld't U aan als lid of als medewerker van den N.V.D., die bij de uitoefening van zijn taak uiteraard niet let op godsdienstige of politieke overtuiging, maar alleen op sociale noodzaak. Helpt de in moeilijkheden verkeerende Zeeu- wen door middel van den N.V.D. Mr. W. K. H. D1ELEMAN. Ned. Hervormde Kerk. TERNEUZEN. 7.30 u., Avondgebed. ZONDAG 28 SEPTEMBER 1941. Ned. Hervormde Kerk. TERNEIUiZEN. 10 u., de heer J. A. Alsfelt; 2.30 u., de heer J. D. van de Bank. SLTJTSKIL. 10 u„ leesdienst; 2,30 u., de heer J. A. Alsfelt. AXEL. 10 u., de heer J. D. van de Bank, van Sluiskil; 2.30 u., Ds. van Oeveren. HOEX. 10 u., Ds. E. Raams; 3 u., Ds. E. Raams, bed. H. Doop en voorb. H. Av. ZAAMlSiLAiG. 10 u., Ds. J. Krocn, van Kloos- terzande; 3 u., Ds. Drost. KLOOSTERJZANDE. 10 u., Ds. J. E. Drost, van Zaamslag. SAiS VAN GENT. 10 u., Ds. Van Oeveren, van Axel, bed. H. AV. PHILIPPINE. Geen dienst. Gerefortneerde Kerk. TERNEUZEN. 10 u. en 2.30 u., Ds. G. W. van 'Houte; bed. H. Av. en dankz. AXEL. 10 u. en 2.30 u., Ds. Post. ZOUTESPUI. 10 u. en 2.30 u., Ds. J. F. Sollie. HOEK. 10 u. en 3 u., Ds. F. Pijlman. ZAAMSLAG. 10 u. en 3 u., Ds. Kok. Chr. Gereformeerde Kerk. ZAAMSLAG. 10 u. en 3 u., leesdienst. Gereformeerde Gemeente. TERNEUZEN. 10 u., 2.30 u. en 6 u., lees dienst. AXEL. 10 u. en 2.30 u., leesdienst. HOEK. 10 u. en 2.30 u., leesdienst. Nederduitsch Gereformeerde Gemeenie. TERNEUZEN. 10 u., 2.30 u. en 6 u., lees dienst. Oud-Gereformeerde Gemeente. TERNEUZEN. 10 u., 2.30 u. en 6 u., de heer M. A. Mieras. Roomsch-Katholieke Kerk. TERNEUZEN. 7.30 u,., 9 u. en 10.30 u., H.H. Missem; 2.30 u., Lof. ,,Dat zou ik mijn collega moeten vragen. Ik ben vanmorgen pas in dienst gekomen. ,,Toen ik gisteravond de kamer binnen kwam, zat er iemand aan de tafel de krant te lezen. De man beantwoordde mijn groet na/uwelijks. Een bleek, smal en ietwat onaan- genaam gezicht!" 1 Dat moet Prohaska geweest zijn. Die zit altijd thuis. Dr. Witte komt gewoonlijk 's avonds en gaat dan 's morgens vroeg weer weg." „Donkerblond, nietwaar? Een prettig, open gelaat „Ja dat klopt!" ,/Dan is het dr. Witte, die daar boven ligt. Was hij gefortuneerd? Het kan den moorde naar .tenslotte alleen maar om geld te doen zijn geweest." ,,Ik geloof, dat hij zeer behoorlijk kon rond komen. Afgaande op zijn levenswijze ten- minste. ,,En die andere?" ,,Lieve help, Prohaska en geld! De man had al in weken zijn pensiongeld niet betaald." ,,Nou, dan is het dunkt me, nogal duidelijk! Een doodgewone, gemeene roofmoord! Is Prohaska ook een Duitscher?" Nee! De man is Tsjech, geboren in Praag. Maar hij spreekt voortreffelijk Duitsch. Hrj heeft me eens verteld, dat hij een paar jaar in Duitschland heeft gestudeerd en nu aan de Duitsche universitett in Praag zijn docto- raal wilde doen. Dat was trouwens ook de reden, waarom we hem hier onderdak heb ben verleend." Twee rechercheurs traden binnen. Zij lie- ten zich in 't kort over het gebeurde inlich- ten en begaven zich daarop met Lorenz en den concierge naar boven. Laatstgenoemde kreeg daarbij gelegenheid vast te stellen, dat het slachtoffer inderdaad dr. Witte was. Diens eigendommen werden aan een nauw- keurig onderzoek onderworpen. In de binnen- i zak van zijn jas zat een portefeuille, maar deze was leeg. TEN DIENSTE VAN ONS VOLK. Wat de onlangs opgerichte Nederlandsche Volksdienst beoogt, komt tot uitdrukking in zijn naam. Hij wil het Nederlandsche volk dienen. ,,Dr. Witte had steeds vrij groote bedragen bij zich", vertelde de concierge. ,,Laatst moest ik nog vijfhonderd mark in Tsjechisch geld voor hem wisselen." ,,Maar waarom heeft de dader direct zijn toevlucht genomen tot een moord?" liet een der rechercheurs zich hooren. ,,Als het hem alleen maar om het geld te doen was, had hij immers met diefstal kunnen volstaan!" „IVriend Prohaska schijnt in ieder geval verdwenen te zijn." De tweede rechercheur, die, evenals zijn collega, Duitsch sprak, stak rustig een sigaret op. ,,Wij zullen er dus' eerst eens achter zien te komen wanneer en onder welke omstandigheden hij het gebouw heeft verlaten. Wilt u dus uw collega van den nachtdienst maar eens hier laten komen?" Toen deze na korten tijd met een slaperig gezicht verscheen, herkende Lorenz in hem onmiddellijk den sproetigen jongeman, die hem den vorigen avond zijn kamer had ge- wezen. De beide politiemannen vielen direct op hem aan. „U had den afgeloopen nacht dienst, nietwaar ,,Ja, ja zeker!" stotterde het jongmensch, terwijl hij van terzijde een schuwen, ontstel- den blik op het lijk wierp. ,,Hoe laat kwam dr. Witte naar huis?" „Ongeveer tegen elf uur ,,En Prohaska?" Hebt u dien in den loop van den nacht ook zien vertrekken?" „Ja, die is een paar minuten voor vijf weg- gegaan, vanmorgenIk vroeg hem, wat hij zoo vroeg moest gaan doen en daarop gaf hij mij ten antwoord, dat hij het dp de kamer niet meer uit'hield. Er was een man bijge- komen, die snurkte als een walrus." Nu werd Lorenz Burmester verzocht ver sing uit te brengen van zijn bevindingen. Hij vertelde, hoe hij 's nachts plotseling wakker was geschrokken en hoe hij toen een merk- waardig gekreun had gehoord, waaraan hij echter niet verder aandacht had geschonken. verdrijft U wonder snel met Hotter 12 atuks 50ct. Proefdoosje Zstuks 10 ct Daar hij zeer vermoeid was van een lange voetreis, was hij direct weer ingeslapen. ,,En hoe laat was dat?" Lorenz haalde zijn schouders op. „Dat kan ik u met den besten wil niet zeggen. In ieder geval was het nog volslagen donker; het moet dus voor drie uur zjjn geweest." De beide rechercheurs keken elkaar aan. „U erkent zelf, dat u, als medicus, den ge- wonde het leven had kunnen redden, wan neer u onmiddellijk maatregelen had ge nomen?" ,,Zeer waarschijnlijk wel, ja! En u kunt dan ook gerust van mij aannemen, dat dit verzuim mijn geweten zeer zwaar belast. Tenslotte is mijn oververmoeidheid het eenige excuus „Hoe verklaart u die vermoeidheid Hebt u gisteren zoo hard gewerkt?" „Ik had een marsch van twaalf uren ach ter den rug en de dagen daarvoor had ik al even groote afstanden afgelegd." „Nogal zonderling!" meende een der beide politiemannen te moeten opmerken." ,,Tegen- woordig pleegt men over het algemeen per spoor te reizen en de wegen aan landloopers en dergelijke vagebonden over te laten. „Waarmee u toch waarschijnlijk niet wilt beweren, dat iemand, die een voettocht boven een treinreis prefereert direct maar een vagebond moet zijn?" ,,Dat beweer ik niet, meneer Het doel van uw wandeling was dus Praag „Neen, ik moet nog verderNaar Ber- 1-1_ M Wat Dat meent u toch niet?" ".Waarom niet? Er is geen betere manier om het lichaam te stalen en de landstreken, zoowel als de menschen, die er in leven, te leeren kennen." ,,.Een kwestie van smaak! Wat denx jij er van, Plessen?" De tweede rechercheur had tot dusver met aan het gesprek deel genomen. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 2