Ter Neuzensche Courant Liefde's Zegepraal Binnenland Vrijdag 22 Augustus 1941 No. 10.257 TWEEDE BLAD FEUILLETON VAN STAATSTOEZICHT OP HET ZIEKENFONDSWEZEN. In groote lijnen hebben wij, schrijft de N. R. Crt., in twee artikelen de reeds in de belangrijke rede van den heer Woudenberg aangekondigde sociale hervormingen, die ons in de komende verordening op het terrein van de ziekenverzorging van zoo uitnemend gewicht van de gezondheid van gebeel ons volk te wachten staan, geschetst en ge- wezen op de belangrijke perspectieven, die zrj openen voor een vrijere ontwikkeling van het ziekenfondswezen in ons land. Het is goed aan de hand van de beschik- bare gegevens omtrent den inhoud van de komende regeling iets concreter en tastbaar- der aan te geven op welke wijze men zich moet voorstellen, dat zich in de practijk dat ontwikkelingsproces zal voltrekken. .Slechts geleidelijk kan men een zoo samengesteld apparaat als het ziekenfondswezen met zijn verscheidene millioenen verzekerden om- schakelen en er zal nog heel wat voorberei- ding noodig zijn, alvorens de nieuwe verze- keringsvormen over de geheele lijn ingang zullen hebben gevonden. De nieuwe verordening en de spoedig daarop te verwachten uitvoeringsvoorschrif- ten brengen in de eerste plaats, zooals reeds vermeld, verplicht lidmaatschap van de ziekenfondsen voor ziektewetverzekerden en verplichte bijdrage van de werkgevers aan de fondspremie, die in een percentage van het loon zal worden uitgedrukt. Het -aeer een- voudige administratieve apparaat van de ziekenfondsen zal daartoe moeten worden hervormd tot een veel samengestelder appa raat. Wie iets weet van de administratieve moeilijkheden, die men ontmoet heeft bij de uitvoering van de Kinderbijslagwet, zal be- grijpen, dat er vele haken en oogen zijn. Daarnaast regelen verordening en uitvoe- ringsvoorschriften geheel opnieuw de ver plichte prestaties door de ziekenfondsen en de eischen, waraan de ziekenfondsen zullen moeten voldoen om voor erkenning in aan- merking te komen. Alle bestaande zieken fondsen zullen, voor zoover ze voor erken ning in aanmerking komen en wenschen te komen. hun statuten en reglementen, hun bestuursvorm en administratievorm, hun prestaties en hun contracten met medewer- kende huisartsen, specialisten, tandartsen, apothekers, vroedvrouwen, enz. moeten her- zien en in overeenstemming brengen met de door de verordening en de uitvoeringsvoor- schriften gestelde of te stellen eischen. Gezorgd moet verder worden, dat de ver- zekeringsgebieden van de bestaande of op te richten ziekenfondsen aaneensluiten en dus op een gegeven oogenblik geen dorp, geen gehucht van ziekenverzorgings-apparaat is verstoken. Ook zal er een georganiseerde samenwerking tusschen de ziekenfondsen en de uitvoeringsorganen van de Ziektewet moe ten worden tot stand gebracht; immers de ziektewetverzekerde, die arbeidsongeschikt wegens ziekte wordt, zal van zijn zieken- fonds een bewijs aan het uitvoeringsorgaan van de Ziektewet moeten overleggen. d»t hij lid is van een ziekenfonds en aan zijn ver- plichtingen heeft voldaan (zonder dat bewijs kan hij geen ziekengeld krijgen). Anderzijds zullen de uitvoeringsorganen van de Ziektewet waardevolle diensten aan de ziekenfondsen kunnen bewijzen in den vorm van gecontroleerde loonopgaven van de werkgevers, waarbij de fondspatienten werken of werkten. Een van de moeilijkste problemen bij de uitvoering van dit geheele grootsche sociaal- politieke project zal ongetwijfeld de regeling zijn van de juridische en oeconomische betrek- king tusschen ziekenfondsen en medewerken- de artsen, tandartsen. apothekers en specia listen. De bestaande mantelovereenkomsten, collectieve arbeidsovereenkomsten en indivi- dueele arbeidsovereenkomsten, tusschen fond- sen en groepen van fondsen afgesloten met de beroepsorganisaties van de betrokken me- dewerkers of met individueele medewerkers, zullen moeten worden vervangen door nieuwe standaardovereenkomsten. Wie de moeiltjk- heden en bezwaren, in het verleden ontmoet bij de voorbereiding en wijziging van derge- lijke overeenkomsten, kent. miskent den emst van deze materie niet. De verordening zou dan ook, gebaseerd als zij is op jarenlange ervaringen op zieken- fondsgebied in ons vaderland, wel zeer on- volledig zijn, indien zij niet de oplossing voorzag van alle geschillen, die bij de uitvoe ring zouden kunnen rijzen. Ja. wij klappen nauwelrjks uit de school, als wij vertellen, dat de kern van het organisatorisch-admini- stratieve gedeelte van de verordening (uiter- aard niet van het nieuwe sociaaV-politieke gedeelte, die reeds voor Mei 1940 ten departe- Roman van A. HRUSGHKA 38) (Nadruk vedboden.) Geen van beiden had bemerkt, dat von Heiden, die zich dien dag tengetvolge van Use's aanwezigheid erg verwaarloosd gevoel- de, met zijn kregelige stemming op het ge- lioht, haar naar den hoek van den salon was gevolgd en dicht bij haar plaats had genomen Hij hield zich ook als lette hij niet in 't mdnst op het gesprek der beide jonge dames. Een venzoek... aan mij? vroeg Ilse ver- wonderd. Ja. zie je, ten eerste is er met mijn zus- ter Ruth, sinds ze haar aamleg voor het boe- renibedrijf heeft ontdekt, niets aan te van- gen; ten trweede zou ik gaame eens met je alleen een paar uur ongestoord praten. (Brj- voonbeeld op een wandeling, want ik heb be merkt, dat je evenveel van de natuur houdt als ilk. O ja! Ken je de kaipel .Maria ten Woude?" Ik meen mij te herinneren, dat ik er eens met paipa ben geweest. 't Is mijn lievelingswandeling en ik* ga er dikiwijls heen. Heb je lust om morgen- vroeg met mij een bezoek aan de kapel te gaan brengen? (Het is de moeite waard. Een heerlijk plekje, zoo lieflijk, zoo vredig stil! Use's gezicht drukte eenige verlegenheid uit. Zij dacht aan juffrouw Motika, wie zij had bel-oofd dien voormiddag bij haar te zul len doorbrengen, opdat Berta haar gewone huiselijke bezigheden zou kunnen verrichten. Lieve Elfi heel graag zou ik je verge- zellen, maar ik ben den eeflsten-tijd des voor- middags niet vrij, daar ik een zieke heb be- mente klaar lag, vooral beoogde conflicten, zooals zich in het verleden voordeden en strij- dig waren met de belangen van de volksge- zondheid te vermijden en althans zich voor- doende geschillen tot oplossing te dwingen. Die organisatorisch-administratieve kern van de nieuwe verordening behelst zoodoende een administratief-organisatorisch toezicht- houdend staatsorgaan. Men moet zich dat toezicht houdend orgaan voorstellen als een commissaris voor het ziekenfondswezen, bij- gestaan door een kleine commissie van des- kundigen (ziekenfondsraad). Dit orgaan zal bij de beoordeeling van het in aanmerking komen van de bestaande en nieuw op te rich- ten fondsen voor erkenning een beslissende rol spelen. Dit orgaan zal toezicht houden op het functioneeren van de fondsen (uiter- aard kan immers bij gebrekkige .functie de erkenning ten alien tijde worden ingetrok- ken.Dit orgaan zal bovenal een beslissen- den invloed hebben op de regeling van de rechtspositie van de artsen, tandartsen, apo thekers en vroedvrouwen, die hun mede- werking verleenen aan de ziekenfondsen en zal dus bij de voorbereiding en wijziging van de standaardovereenkomsten, van alle over-' eenkomsten, die de betrekking tusschen in dividueele artsen, tandartsen, apothekers en vroedvrouwen en de ziekenfondsen of de ver-. houding tusschen de georganiseerde artsen-, tandartsen, apothekers- en vroedvrouwen- wereld eenerzijds en de georganiseerde zieken- fondswereld anderzijds raken een leidend, coordineerend, het algemeen belang laten we maar gerust zeggen de belangen van de volksgezondheid en het volksbelang bij een goede ziekenverzorging en een harmonische samenwerking tusschen alle betrokkenen dienend oppertoezicht uitoefenen. Het zal op een slag uit zijn met conflicten zooals in het vgrleden maar al te bekend waren, waarbij het zelfs tot aan staking en uitsluiting herinnerende figuren kwam, met boycot van apothekers, artsen, ziekenfondsen enz., zelfs met weigering van hulpverleening patienten, die lid waren van een niet welge- vallig fonds en zelfs als particuliere patienten niet werden geholpen! Het zal uit zijn met plaatselijke groepen medewerkers, die amok maakten en ondanks hoofdbestuursbesluiten een goede ziekenver zorging onmogelijk maakten. In een woord, het nieuwe leidende, contro- leerende, coordineerende staatsorgaan zal in korten tijd moeten helpen scheppen een ge heel nieuw ,,ziekenfondsrecht" voortbou- wende op den grondslag van de verordening en de uitvoeringsbesluiten en op het vele goede, dat er ongetwijfeld ook is in het his- torisch gegroeide geheel van overeenkomsten, standaardreglementen, plaatselijke regelingen. Geen machtswellust en standsvooroordeelen, geen antisociale neigingen of verkeerd begre- pen eigenbelang of individualisme, zal meer regeeren, maar sociaal politiek inzicht in de eischen van den nieuwen tijd; waarbij men dankbaar gebruik zal kunnen maken van de ervaringen, die men met name in Duitschland bij de ontwikkeling van het ,,Artsrecht" en met name van het ,,Krankenkasserecht" heeft opgedaan, waar men soortgelijke moeilijk heden op soortgelijke wijze heeft opgelost. Hier wacht uitermate belari&rijk sociaal- geneeskundig, sociaal-economisch en sociaal- politiek werk, waarvoor ongetwijfeld een be- roep zal worden gedaan op de samenwerking van alle deskundigen met een open oog voor de eischen van volk en volksgezondheid ter zake van een goede ziekenverzorging als grondslag voor de systematische saneering van ons volk, geestelijk en lichamelijk. Daar- bij zal nog heel wat pioniersarbeid moeten worden verricht: dit terrein is ten deele nog onontgonnen. Daarbij zal menig bolwerk van verouderde constructie moeten worden opge- ruimd. Daarbrj zal eenheid en orde moeten worden geschapen, in het welbegrepen belang van land en volk. Men stelle zich deze commissie van toe zicht voor als een kleine groep van deskun digen, een paar artsen, een tandarts, een vroedvrouw, een apotheker, een vertegen- woordiger van de voornaamste groepen zie kenfondsen, eenige leidende ambtenaren, een vertegenwoordiger van de standsorganisatie en van de arbefderswereld. terwijl de beslis- sing berust in handen van den voorzitter, den commissaris voor het ziekenfondswezen en een belangrijk deel van het voorbereidende en controle.erende werk, ook het administratieve en statistische werk geschiedt op het eigen bureau van den commissaris. iHet is duidelijk hoe zeer een dergelijk appa raat aan het bereiken van het beoogde doel de vrije ontwikkeling van het ziekenfonds wezen dienstbaar zal kunnen zijn. DE NEDERLANDSCHE VOLKSDIENST. Hoe voor moeder en kind zal worden gezorgd. Zorg voor moeder en kind, dat is het motto, waaronder de Nederlandsche Volksdienst werkt. De moeder, de draagster van het ge-_ zin, zal daarbij de eerste zijn, die in het mid- loofd, iederen dag de morgenuren bij haar te zullen doorbrengen. Het betreft juffrouw Motika, de 'huishoudster op Kronstein. Je zult haar naaim wel eens helblben gehoord. Ja, zeker. maar ik wist niet, dat zij ziek was, en dat je haar kende. Ze is een vriendin van onze Anna en reeds lang sukkelend, daarom ging ik haar dikiwijls opizoeken. Nu is zij vandaag plotse ling zeer ernstig ziek geworden. De dokter geeft zelfs geen hoop op herstel. Ik was juist op Kronstein toen het gebeurde, ik heb haar vast beloofd iederen voormiddag te zul len komen. Je begrijpt dat ik die belofte aan een bijna stervende gedaan, niet gaarne zou breken. Natuurlijk! Maar het spijt me, want ik zou zoo gaarne met jou een wandeling heb ben gedaan. Toch niet boos, Elfi? Maar Ilse, hoe kan je zoo iets denken! Trouwens, wij kunnen later onze schade in- halen, niet waar? Reeds van het begin af had Lothar von Heiden scherp geluisterd. Nu wendde hij zidh tot Ilse tot wie hi} sinds de kleine scene in de vensternis nooit meer het woord had ge- ridht, iwanneer zij elkaar op Kranndbitten ontonoetten. Van haar kant had Ilse zich ge- houden alsof von Heiden niet meer voor haar bestond... Pardon, dames, dat ik zoo brutaal ben om mij ongenoodigd in uw gesprek te men- gen. Maar ik hoorde zonder het te willen iets nieuws dat mij sterk interesseert. Is het waar juffrouw Hartlieb,, dat juffrouw Motika erg ziek is, zelfs z66 erg, dat er als ik 't goed heb verstaan geen hoop meer bestaan? Ja, dat is zoo. Zou ik het anders juf frouw Trebitsdh hebben gezegd antwoordde Ilse koel. Jammer van het brave mensdh. Ik daoht niet, dat 't zoo gauiw met haar gedaan zou zijn, al iis ze niet jong meer. 't SpTjt me waar- lijk, hoewel.nu, ik wil geen wrok tegen delpunt van de belangstelling staat. De vraag is nu, op welke wijze de N. V. D. deze j zorg voor moeder en kind, dezen bijstand voor j het behoeftige gezin in de praktijk zal bren gen, m.aw. wat is de Nederlandsche Volks dienst van plan te doen en op welke wijze zal hij werken. Hierover het volgende; Wanneer het den N.V.Di na onderzoek blijkt, dat een moeder is verzwakt en er geen mogelijkheid bestaat, dat zij in het eigen ge zin weer op krachten kan komen, dan wordt deze moeder naar een vacantietehuis van den N.V.D. gezonden, waar zij rust zal vinden te- midden van een prachtige, gezonde natuur; waar zij zich zal kunnen ontspannen en zal zijn verlost van de dagelijksche beslommerin- gen in het gezin; waar zij onder medisch toe zicht zal staan en ook op elk ander gebied een liefderijke verzorging zal hebben. Eventueel zal zij in deze tehuizen cursussen kunnen volgen, cursussen op het gebied van het huis- houden, kinderverzorging, naaien enz. Men zal haar boeken te lezen geven waar- ult zij als moeder en als draagster van het gezin veel zal kunnen leeren. Men zal haar onderwijzen hoe kinderen bij slecht weer en gedurende de lange winteravonden bezig kun nen worden gehouden, enz. enz., alles natuur lijk binnen de ontwikkelingsmogelijkheden van de betreffende moeder. De inrichting van en de verzorging in deze vacantiehuizen zal goed, doch tegelijkertijd eenvoudig zijn. Luxe is uit den booze, de armoede in het ge zin zou des te schrijnender worden gevoeld. De verpleging is er op gericht de moeder haar krachjen terug te geven en wel in die mate, dat zij deze krachten niet onmiddellijk weer verliest. Bij zwangerschap ol bij ziekte zal de N.V.D. zorgen voor een hulp in het huishouden. Ook wanneer een moeder zooveel kinderen heeft, dat de verzorging van dit kroost haar krach ten te boven gaat, zal de N.V.D. voor een hulp in het huishouden zorgen. In deze ge- vallen zal verder worden voorzien door het inrichten van kinderbewaarplaatsen en het jarganiseeren van kinderuitzendingen naar buiten. Voorts ligt het in de bedoeling, dat wijk- verpleegsters geregeld toezicht zullen houden op gezinnen, die in behoeftige omstandigheden verkeeren. Zij zullen de moeder met raad en daad terzijde staan. Een goede verzorging van de zuigeling staat hierbij op den voor- grond. De steun, welke de N.V.D. zich op deze .wijze voorstelt te verleenen, zal hoofdzakelijk worden gegeven door vrijwilligers, niet dus door betaalde krachten. Een beroep wordt gedaan op huismoeders, die het voorrecht hebben zelve in betere omstandigheden te ver keeren en die haar vrijen tijd uit liefde voor den medemensch voor dezen socialen arbeid ter beschikking willen stellen. Natuurlijk zal deze vrijwillige hulp moeten worden georga- niseerd en onder leiding gesteld. Om deze leiding vast te stellen is de organisatie-indee- ling in de verschillende gemeenten als volgt: Iedere gemeente met een inwonertal tot 10.000 zielen vormt een zelfstandige buurt- schap. De leiding berust bij een buurtschaps- hoofd, dat wordt bijgestaan door een staf van medewerkers: een organisator, penningmees- ter, sociale werker, scholingleider enz. De laatste heeft tot taak de vrijwillige medewer kers te instrueeren. Gemeenten met meer dan 10.000 inwoners zullen worden verdeeld in twee of meer buurt- schappen. Iedere buurtschap wordt weer ver deeld in 10 wijken en iedere wijk in 10 blok- ken. In gemeenten met belangrijk minder dan 10.000 inwoners vallen eventueel de blokken weg en in heel kleine gemeenten ook nog de wijken. De vraag kan worden gesteld of deze in- deeling niet het gevaar oplevert de gemeen- schap te verstoren. Hierop moet ontkennend worden geantwoord. De eenheid wordt hier- door gewaarborgd, doordat "de burgemeester van een gemeente de adviseur van de provin cial leiding is. Aangezien de organisatie van den N.V.D. nog niet geheel is voltooid, wordt voorloopig nog gebruik gemaakt van die van de W.H.N. In gemeenten met minder dan 10.000 in woners zal de burgemeester worden aange- zocht om op te treden als buurtschapshoofd, indien hij deze functie althans van harte wil vervullen. Heeft hij om welke redenen dan ook -bezwaren, dan zal een andere ingeze- tene worden benoemd, die deze taak met liefde op zich wil nemen. Een tweede belangrijke vraag komt hierbij naar voren, n.l. of in de toekomst alleen leeken zullen gaan beunhazen op het zoo moeilijke sociale terrein. Het antwoord hierop luidt eveneens ontkennend. Juist om- dat de N.VjD. een veelomvattende en lang- durige sociale hulp wil brengen, is er geen enkel bezwaar, dat alle bestaande sociale organen, *zoowel staats-, gemeantelijke- als kerkelijke instellingen, bij de beoordeeling of hulp noodig is en zoo ja, in welke mate, worden ingeschakeld. Uiteraard is de alge- meene leiding en de controle in handen van de provinciale leiding. Alle medische aangele- genheden zullen worden voorgelegd aan de medische afdeeling van den N.V.D., die op haar terrein vaagstukken zal bestudeeren in samenwerking met die instanties, welke hier- haar houden en dezer dagen zal ik haar een bezoek brengen... Plotseling voelde Ilse iets, dat op een kille huivering geleek. In von Heiden's gele oogen had zij een triamfantelijke voldoening gelezen, die zijn eigen woorden logenstrafte. Zij keek hem scherp aan en zei: Ik geloof niet, mijnheer von Heiden, dat uw bezoek juffrouw Motika pleizier zal doen. Ze heeft een hekel aan u. Waarom dat weet ik natuurlijk niet. Von Heiden lachte sarcastisch. Dus, juffrouiw Hartlieb, weet u ook al, dat het oude meubel mij vereert met een haat, waarvoor ik geen verklaring kan vin den (Maar u is haar vertrouwelinge, en eerst nu begin ik zekere dingen te begrijipen... Maar... Ik ben heelenuaal niet de vertrouwelinge van juffrouw Motika, mijnheer von Heiden. viel Ilse hem wrevelig in de rede. Maar af- gaande op mijn indrukken, geef ik u, een raad... in het belang der zieke. De dokter heeft verklaard, dat iedere opwinding streng moet worden vermeden. Ilse's stem klonk buitengewoon scherp. Von Heiden fixeerde haar spottend en zei toen op gemaakt-luchtigen toon: 't Is eigenlijk niet de moeite waard. over dat oude mensch zooveel te spreken. Ik meende het goed, en wilde mij met haar ver- zoeruen. Maar als u denkt, dat het haar kwaad zou doen... Wat mij betreft, de vijand- sehap van juffrouw Motika heeft me nooit gehinderd... Met een nijdigen blik op Ilse wendde hij zich plotseling tot Elfn, die met verwondering naar de korte woordenwisseling had geluis terd. En wat moet er nu .morgen gebeuren, juffrouiw Elfi? Daar juffrouw Hartlieb u niet kan vergeizellen, zult u mij wellicht per- mitteeren, haar te vervangen... 't Sipijt me zeer, mijnheer vcn Heiden, maar ik ben reeds besloten, morgen thuis te blijven en mijn correspondents bij te werken. over zijn gerechtigd te oordeelen Deze medi- sche dienst is een onderdeel van den N.V.D. en staat geheel los van andere instanties, die op dit terrein werkzaam zijn, al werkt hij er natuurlijk mee samen. Een derde vraag kan worden gesteld en wel ten aanzien van de houding, welke de N.V.D. inneemt tegenover de sociale instel lingen, die b.v. reeds vele jaren kinderuit zendingen organiseeren. Het antwoord hierop luidt, dat de kinder uitzendingen tot nu toe werden georganiseerd op grond van de overweging, dat de kinde ren om gezondheidsredenen eenigen tijd naar buiten moesten. D, N.V.D. zendt daarentegen kinderen uit, niet alleen ter wille van hun gezinsbijstand, als onderdeel dus van gezins- hulp.- Wanneer wordt vastgesteld, dat een kind naar buiten moet, is er niet het minste bezwaar, dat daarbij gebruik wordt gemaakt van de ervaringen van de instellingen, welke op dit terrein reeds werkzaam waren, als- mede van de haar ten dienste staande des- kundige krachten. Omdat de N.y.D. deze taak veel grootscher en veelomvattender ziet en uitwerkt en niet voor bepaalde bevolkingsgroepen of streken werkt, is het wenschelijk, dat er een coordi- natie komt, waarbij bestaande instellingen haar diensten ter beschikking van den N.V.D. stellen, waarbij de financiering door den NJV.D. geschiedt. Derhalve mogen we besluiten met iederen enkeling en iedere instelling, die van harte dezen grootschen en veelomvattenden socialen steun aan in behoeftige omstandigheden ver- keerende Nederlandsche gezinnen willen steunen, op te wekken zich te melden bij de provinciale directeuren of bij de landelijke leiding van den Nederlandschen Volksdienst. DE INKOMSTENBELASTING OVER 1941. De wnd. secretaris-generaal van het depar- tement van financien deelt het volgende mede: Tengevolge van een misverstand zijn door enkele inspecteurs reeds aangifte-biljetten voor de Inkomstenbelasting (jaar 1941) ver- zonden. Aangezien in een binnenkort te ver- schijnen eerste uitvoeringsbeschikking inkom stenbelasting 1941 nog nadere voorschriften zullen worden gegeven ter uitvoering van het besluit op de inkomstenbelasting 1941, zal het in vele gevallen bezwaarlijk zijn het aan- giftebiljet reeds thans in te vullen. In ver- band hiermede worden de personen, die reeds een aangiftelbiljet heibben ontvamgen, ver- zocht met de invulling en terugzending daar- van te willen wachten, totdat bedoelde be schikking is vastgesteld. De termijn van 20 dagen voor de terugbezorging van het aan- giftebiljet vangt in dit geval aan op den dag, volgende op dien waarop de beschikking in de Nederlandsche staatscourant is opgenomen. NEDERLANDSCHE OFFICIEREN MOETEN W A PENS EN TJTTRUSTING- STIJKKEN INLEVEREN. Het hoofd van het afwikkelingsbureau van het departement van defensie maakt bekend: 1. Nederlandsche beroeps- en reserve-offi- cieren, inbegrepen de zich niet meer in actie- ven dienst bevindende officieren, zijn ver plicht, voorzoover zulks niet reeds is ge- schied, tot inlevering van de volgende voor- werpen volgens de hieronder aangegeven regels a. Van rijkswege ontvangen wapenen, mu- nitie en uitrustingsstukken. De nog in actie- ven dienst zijnde officieren zijn van de inleve ring der ontvangen houw-, steek- en stoot- wapens vrijgesteld. b. Uit eigen middelen aangeschafte vuur- wapenen en munitie van welken aard ook, uitgezonderd jachtwapens, waarvan aanschaf- fing, dragen en bezit volgens algemeen gel- dende voorschriften is geregeld. c. Na 14 Mei 1940 uit eigen middelen aan geschafte houw-, steek- en stootwapenen. 2. Houw-, steek- en stootwapenen, zoo- mede uitrustingsstukken, door Nederlandsche officieren v66r 1 Mei 1940 uit eigen middelen aangeschaft zijn, voor zoover deze voorwer- pen zich in eigen bezit of dat van den erfge- naam bevinden, van inlevering vrijgesteld. Zie ook verordening 139/1941 (wapenverorde- ning), art. 5, lid 1, punt 6). 3. Aanschaffing van wapenen en munitie van welken aard ook, is den beroeps- en reserve-officieren verboden. 4. De inlevering moet plaats hebben bij den burgemeester van de woon- en/of ver- blijfplaats van betrokkene, ten gemeentehuize, tenzij door den burgemeester een andere in- leveringsplaats wordt aangewezen. 5. De inleveringstermijn loopt van 26 t/m 30 Augustus 1941. fiEDERLAND EN DE PRODUCTIESLAG IN EUROPA. De rede van dr. F. E. Posthuma. In de Maandagmiddag in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's Gravenhage geihouden vergadering ving dr. Posthuma zijn rede aan met op te merken, dat het ,,Neder- land voedt zidhzelf" materieel de waarheid zal moeten zijn, wil het inderdaad in de toe komst zijn: In Nederland woont een vrij volk. omdat het zichzelf voedt. Hjj beet zich op de lippen, en Elfi. die zijn misnoegdheid bemerkte, ging op verzoenen- den toon voort Maar als u lust Ihebt am nu een beetje muziek met mij te maken... Maima hoort altijd gaame onze qautre mains. Elfi stond op. Von Heiden stond 6ok op en bood haar met een buiging den arm. Uw verlangen, juffrouiw Elfi, is natuur lijk een bevel voor mij... Elfi knikte Ilse vriendelijk toe, en het paar verwijderde zich. Ilse, die blij is alleen te mogen blijven, kijkt hen peinzend na. Een stroom van nieuwe gedachten ovenweldigt haar. Waarom speelt von Heiden comedie? Hoe weet hij, dat juffrouw Motika hem haat Er moet dus wel degelijk een reden voor dien haat bestaan! En waarom was hij blij toen hij hoorde, dat het met juffrouiw Motika ten einde liep Want Ilse heeft in zijn oogen zeer duidelijk booze voldoening gelezen. Neen, zij heeft zich zeker ndet vergist. Doch waarom was (hij blij? Heeft hij iets te vreeizen van juffrouw Motika? Weet zij iets van von Heiden, dat voor hem gevaar- lrjk zou kunnen worden? Waarom wilde hij haar nog eens gaan opizoeken?... Use's instinctimatig wantrouwer. tegen dien man, door Marc's woorden in slaap gewiegd, wordt plotseling wakker geschokt. Heel den volgenden nacht laten le gedach ten haar geen rust, maar op niet edn vraag vinldt zij een aannemelijk antwoord. Ook de kleine Ruth doet geen oog toe. Zij kan maar ndet begrrjpen, dat Holder zich nu reeds den vierden avond heeft verontschul- digd. Zij zelf is ook wel erg vermoeid, maar het zou toch niet bij haar zijn opgekomen, daarom een gelegenheid te verzuimen am hern te zien en met hern te praten... HOOFDSTUK XXVII. 't Is drukkend heeb, de namiddagzon brandt op de uitgestrekte weiden aan weerszijden Wanneer mocht blijken, dat deze leuze niet langs den gewonen weg bereikbaar is, staan nog verscheidene andere wegen open om den normalem voedingsstand niet te verstoren. Er doen zidh verscheidene vraagstukken voor, die nauiw samenhangen met den toe- stand, waarin Nederland verkeert of zal ko men te verkeeren, maar het is toch altijd nog zoo, dat de als Nederlander geborene recht heeft op het door en door gebruiken van den Nederlandschen bodem, alvorens men hem" langs den weg van de emigratie van den Ne derlandschen grond verwijdert. De mogelijkheid bestaat, dat zoowel het be- volkingsvraagstuik als het vraagstuk van de productiviteit van den grond beide moeten worden opgelost. Maar als dan trots alle moeite blijkt, dat Nederland zich zelf niet kan voeden, wat dan? Moeten wrj dan den weg van den kleinsten weerstand op en het ontlbrekende voedsel maar halen, waar dit het gemakkelijkst en goedkoopst is te ver- krijgen? Of moeten wij dan, gezien de erva ringen, die wij, ouderen, nu reeds tweemaal in ons leven heblben opgedaan, den weg zoe- ken, waarlangs onder alle omstandigheden de voeding van het Nederlandsche vollk voonzoover dit het ontbrekende betreft nog zoo veilig mogelijk is te stellen? Voor spr. bestond er geen twijfel. Spr. meimoreerde, hoe in ons land altijd wei- nig werd gedacht en gesproken en wees erop dat gezien het hooge peil van ocizen land- en tuinlbouw bij ons de productdeverhoo- ging pas op de tweede plaats komt. Op heden nog gaan we aan de spits, doch waar op het oogenblik in alle landen van Eurapa wetenschap en practijk hand in hand naar productieverhooging streven, zullen we toch ons best moeten doen aan de spits te blijven. Nadat uitvoerig was aangetoond, op welk peil zich onze landbouw en veeteelt bevinden, brak dr. Posthuma een lans voor de vissoherij die zoover is achtergeraakt. Spr. verklaarde vervolgens hoe wij in Ne derland, waar de land- en tuinbouw steeds in den hoek werden gedrukt, toch tot zulke hooge prestaties zijn gekomen en ging de oorzaken na die tot den noodtoestand van de laatste jaren hebben geleid. Jarenlang (heeft men geen acht geslagen, aldus spr., op de zekerstelling van de voed- selvoonziening van het eigen volk. Dat dit nog zoo was in de twintiger jaren, toen ieder- een sprak van nooit meer oorlog, volkenbond en verlbroedering, kan ik nog indenken. Geens- zins is dit echter te verdedigen in den tijd, dat deize begriptpen reeds lang tot waan- denklbeeMen waren gewonpen. Practisch onvoorlbereid zaten wij plotseling midden in den chaos. Nederland met zijn groote bevolkingsdichtheid moest van den eenen dag op den anderen van vrijhandel overschakelen op autarkie. Spr. kiwaim hiermede terug op de vraag of ons volk zichzelf kan voeden. Wij hebben een bevolkingsdichtheid van ver over de 250 in woners per vierk. kilometer, d.w.z. dat voor iederen Nederlander 40 are oppervlakte be- schikbaar is. Na aftrek van de oppervlakte voor bebouwde kommen, wegen, water en woesten grond, als duinen en zandverstuivin- gen, blijven nog 30 are cultuurgrond per hoofd van de bevolking over. Hiervan werd 2/5 gebruikt als bouw- en 3/5 als grasland. Veel is het niet. Niet zonder reden zijn daarom ook in Ne derland de boeren, tuinders en visschers op- geroepen voor een productieslag, die moet ge- wonnen worden in het belang van het eigen volk. Het is een moeilijke opdracht, die aan den Nederlandschen boerenstand is gegeven. Willen wij het bestaan van ons volk waar- borgen, door de voedselvoorziening daarvan te verzekeren, dan moet in de boerenbewe- ging een ieder van hoog tot laag bereid zijn tot volledige samenwerking en deze niet alleen op de lippen, doch ook in het hart dragen. Na te helblben gewezen op onze hachelijke voedselpositie in den voorzomer van 1940, zeide dr. Posthuma, dat Nederland met de andere EJuropeesche volkeren zijn lot in eigen handen neemt. Dit houdt in, dat het geenszins onze be doeling moet zijn naar volledige autarkie te streven. Volledige autarkie zou voor ons slechts sterke verlaging van den levensstan- daard beteekenen. Wij moeten slechts de' rangorde omkeeren. Vroeger was het de wereldmarkt, daarna het vasteland van Europa en ten slotte het eigen volk. Nu moet het de natuurlijke volgorde worden: voor- eerst het eigen volk, dan onze natuurlijke af- zetgebieden in Europa en in de toekomst met overig Europa een geordende goederenruil met de andere werelddeelen. Binnenkort zal. zooals ieder weldenkende moet wenschen, het bolsjeiwisme vernietigd zijn, waardoor Rusland weder aan Europa wordt teruggegeven. Vele Nederlandsche boeren zullen dan den ploeg zetten in het land van de zwarte aarde, de Oekraine. Met het overschot aan graan, dat daar zal wor den voortgelbracht, zullen ook hier vele var- kens kunnen worden gemest en vele eieren geprodueeerd, zonder dat de Nederlandsche van den steenweg, waar men het hooi in oppers zet. Behalve mevrouw Trebitsch, Elfi en de bedienden van den huize is op Kranne- bitten iedereen met dat werk bezig. Ruth en Kurt Holder geven het voorbeeld van stoe- ren ijver. De inspecteur kijkt met toenemende onge- rustheid naar de lucht; in het Westen vormt zich snel een donkere wolkenmassa. En dik- wijls kijkt hij ook den weg op die naar Kran ndbitten leidt... Ik vraag me af, waar Jacob met den wagen blijft. Ik heib hem toch zoo dringend gezegd, dat hij onmiddellijk zou terugkomen. Hij zou al lang hier kunnen zijn. Waar mag hij den kostbaren tijd verspillen En het on- weec nadert zoo snel! Als hij ndet gau<w komt, krijgen we de laatste vradhten niet meer droog onder dak. Ik loop naar huis en haal den wagen, inspecteur! verklaart Ruth, die zich de zweet- drupipels van het voorhoofd veegt. (Hoe kunt u er aan denken, juffrouw Ruth! Dat is toch geen werk voor u. Ik zelf of een ander. U is noodig bij al die menschen. Laat intusschen al het hooi bijeenbrengen tot dicht bij den weg, dan kunnen wij het gauw op- laden. Ik loop sneller dan al de anderen. Neen, neen! Wie weet, wat er met Jacob is gebeurd, dat hij niet komt? En een andere voerman is er ndet... Ruth valt hem lachend in de rede: Denkt u dat ik niet in staat ben om een kappel boerenpaarden te besturen? In Weenen heb ik... Neen, neen, Jt mag het niet toelaten... - Dan doe ik het zonder uw permissie. Tot weerziens! Ons pt achtig hooi mag niet nat worden. En zonder nog een antwoord af te wachten, loopt Ruth weg in de rdchting van Kranne- bitten; ondanks de hitte heeft zij naiuwelijks trwintig minuten noodig om de huiizinge met haar bijgebouwen te bereiken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 5