Ter Neuzensche Courant Liefde's Zegepraal Binnenland Vrijdag 15 Augustus 1941 No. 10.254 TWEEDE BLAD FEUILLETON VAN ORDENING DEB ZIEKENVERZORGING. Onder de belangrijke sociale maatregelen, die de heer Woudenberg in zijn rede van de vorige week heeft aangekondigd, verdienen, schrijft de N. R. Crt., die, welke ten doel heb- ben ons Nederlandsche ziekenfondswezen een nieuwe, rykere, toekomst te wijzen, in over- eenstemming met de eischen van een nieu- wen tijd, bijzonder de aandacht. Het mag tot vreugde stemmen, dat de huidige grond- slagen van dat ziekenfondswezen bruikbaar bleken, om op voort te bouwen. Wei is aanvankelijk overwogen of het niet de voorkeur verdiende nog nauwere aansluiting te zoeken bij het stelsel_ van de Duitsche sociale verzekering en evenals bij de Krankenkasse het geval is ziekengeldver- zekering en ziekenverzorging bij een territo- riaal orgaan onder te brengen zooals ook destijds in de ziektewet-Talma, geschoeid op Duitsche leest, voorzien was. Maar al dade- lijk rezen twee ernstige bezwaren tegen zoo- danige volledige centralisatie1. het alsdan onvermijdeHjke van een voorafgaande herzie- ning van de geheele structuur van de zieken- geldverzekering van territoriale organen, dus van de Raden van Arbeid, zou moeten worden gebracht)2. het alsdan onvermijdelyke van een volledige afbraak van het geheele, gedif- ferentieerde, door breede lagen van de be- volking gedragen ziekenfondswezen met eigen Nederlandsch karakter. Het was Dr. Conti, de rijksartsenleider, die bij zijn jongste be- zoek, met belangstelling en waardeering ken- nes nemend van de ontwikkeling, die jn ons land het ziekenfondswezen buiten eenigen wettelijken dwang in den loop der jaren had verkregen, en de weegschaal deed over- elaan naar voortbouwen op de bestaande structuur en naar behoud van de eigen ,,zie- kenfondsfiguren". Toen kon met bekwamen spoed overgegaan worden tot het bijwerken en afwerken van de projecten, die op de afdeeling volksgezondheid van het departe- ment van sociale zaken reeds in ontwerp gereed lagen. Uiteraard moest daaraan toen, in overleg met de verschillende instanties van het Rijkscommissariaat, met het N.V.V., met de afdeeling sociale verzekering van het betrokken departement, enz., enz. worden gevormd en verbeterd, alvorens het definitieve plan geheel in overeenstemming was met de eischen, die de baanbrekende verzorgingsge- dachte stelde. Enkele voorbeelden ter illus- tratie van een en ander. Reeds lang bestaat by alle ziekenfondsen in Nederland het stelsel van de ,,gezinspre- mies", in dien zin, dat terwijl het ziekenver- zorgingsrisico van de kinderen (de leeftijds- grens pleegt in ons land 16 jaar te zijn) eer grooter dan kleiner is dan van volwassenen, voor de kinderen slechts een kleine premie wordt betaald en dan nog vmk tot een maxi mum van drie kinderen, zoodat alle verdere kinderen gratis meeverzekerd zyn. Niettemin vormt ook deze regeling een dikwijls over- matige belasting voor de groote gezinnen. Nog meer bezwaart het Nederlandsche stel sel van de eenheidspremie (dus ontbreken van differentiatie naar inkomen) en van de onder drang van de artsenwereld veel te lage ,,welstandsgrens" (voor alleenstaande personen zelden de 1500 en voor gezinnen, ook de grootste, zelden de f 2500 overschrij- dende) de minder kapitaalkrachtigen in hoo- ge mate. Er is aan de ,,benedengrenst" een breede laag arbeiders, die het ,,fonds" niet kan be- talen en naar de geneeskundige armenverzor- ging moet worden verwezen, terwijl ze daar eigenlijk niet thuis behoort. Er is aan de ..bovengrens" een belangrijke laag arbeiders en kleine zelfstandigen, die ten onrechte te ,,welgesteld'' wordt geacht om fondslid te zijn. Terwijl het peil van de geneeskundige armen- verzorging eer beter dan slechter is dan dat van de ziekenfondsverzorging (vooral in de groote steden), laat het peil van de particu- liere ziekenverzorging van de boven de wel- standsgrens vallende arbeiders en kleine zelf standigen ongetwijfeld door een en ander te wenschen over. Maar er is meer: de kaart van het Neder landsche ziekenfondswezen vertoont ten plattelande groote hiaten, onontgonnen ter- reinen, speciaal in de districten met een arbeidersbevolking met lagen welstand, waar men de eenheidspremie, vereischt voor het opbrengen van het minimum-artsenhonora- rium gedicteerd door de artsenwereld niet kan opbrengen. Dat is de reden geweest, waarom destijds afgezien is van de invoering van artikel 50 van de Ziektewet, dat het lid- maatschap van de ziekenfondsen voor de in- gevolge de Ziektewet verzekerden verplicht stelde. 2 belangrijke nieuwe elementen met 'n uit- gesproken sociaal verzorgingskarakter zullen thans 'n algeheele vernieuwing van de grond- slagen van de bestaande premiestelsels bij de Nederlandsche ziekenfondsen bewerken. De eerste en voornaamste is de gedifferentieerde premieheffing volgens het loon. De tweede is het voor de helft meebetalen door den werk- Roman van A. HRUSCHKA 35) (Nadruk verboden.) En ik geef je nogmaals den raad, den tweeden weg te kdazen. Die is korter en leidt zekerder naar het doel. Maar hij is ook gevaarlijiker! Waag het om den wille van ons geluk. Ik zweer je trouwens nog eens, dat er geen gevaar te dudbten is. De andere weg is veel gevaarlijker. Als je man iets van onze liefde te weten kwam, zou alles verloren zijn. Alles? Neen, alleen maar 't geld, dat mij volgens 't huwelijkscontract ook in geval van scheiding blrjft toebehooren, indien my geen onteerende fout ten laste kan worden gelegd. En dat is nog niet het gefval. In weer wil van mijn hartstochtelijke hefde voor je, Lothar, heb ik de aan Kiemens gezworen huwelijkstrouw niet gebroken... In geval het tot een proces kwam, een proces, dat je echte beweegredenen aan het licht zou brengen, zou niemand je gelooven. Daarvoor zou die sluwe Mr. Kliiver wel zor- gen! Wlat zou je dan de vrijheid baten zonder geld? We zijn geen van beiden voor armoe in de wieg gelegd, Sabine: vergeet dat niet Ik weet 't wel... maar... Wees niet kinderadhtiig, Sabine. Toon je dapper. Laat alle bedenkingen varen en doe wat ik je heb aangeraden... En laten we nu terugkeereri'liaar 't bal, anders zou onize gever. Beide samen zullen de financieele draagkracht van de ziekenfondsen zoodanig versterken, dat de gewaarborgde ziekenver- zorging vollediger wordt en aan hoogere eischen kan beantwoorden dan tot dusverre ten deele het geval was. Wij komen daarop terug, maar willen er hier om misverstand te vermijden toch op wijzen, dat ook voor- heen de ziekenfondshulp allerminst minder- waardig, ja zelfs zeer goed te noemen was; wat alleen vaak ontbrak was een bevredigen- de voorziening in de verloskundige hulp, vol- doende tandheelkundige conservatieve hulp, terwijl veelal de klinische specialistische hulp en de ziekenhuisverpleging en sanatorium- verpleging niet in de verzekering waren opge nomen. Wij moeten ons thans evenwel tot de groote lijnen bepalen en de details voor later bewjtren. Van niet minder (beslissende beteekenis dan de gedifferentieerde premieheffing naar loon •en het meebetalen van de halve premie door den werkgever, is echter het voor de onder de Ziektewet vallende arbeiderswereld ver- vallen van de lage welstandsgrensvoor de Ziektewet-verzekerde arbeiders zal ook bij de ziekenfondsen de welstandsgrens van de Ziek tewet (/3000) gelden, terwijl verwacht wordt dat de welstandsgrens voor de vele kleine zelfstandigen, die ook voor de ziekenverzor ging door de ziekenfondsen in aanmerking zullen blijven komen, ook niet onbelangrijk verhoogd zal worden. Om een denkbeeld te geven van de ontwik keling, die numeriek de ziekenfondsen door een en ander zullen krijgen, kan men zonder overdrijving aannemen, dat terwijl thans iets meer dan de helft van ons volk in de zieken fondsen verzekerd is, dit percentage zeker tot 80 zal strjgen en nog hooger, wanneer zoo als te verwachten is ruimschoots aan de gemeenten gelegenheid zal worden geboden de ziekenverzorging van hun voor genees kundige armenyerzorging in aanmerking ko- mende verzorgden door de ziekenfondsen te doen geschieden. De nieuwe verordeningen zullen dus ten gevolge hebben, dat ons geheele land overdekt wordt met een net van ziekenfondsen, met een uniformere structuur, zoowel wat premiehef fing, welstandsgrens, verstrekkingen, admi- nistratie betreft, maar niettemin met behoud van de historisch gegroeide veelzijdig ontwik- de verschijningsvormen. Dat is echter ook een punt, dat afzonderlijke beschouwing ver- dient. Ons ditmaal bepalend tot de groote sociale lijn van de nieuwe ontwerpen, moeten wij daarin bovenal toejuichen, dat met een streep een goede ziekenverzorging door de van ouds bekende en gewende fondsen zal worden ge- waarborgd op een wijze, die binnen het bereik valt van elken arbeider. iHet overheidstoezicht zal daarbij een lei- dend, controleerend karakter dragen, zonder de zelfstandigheid van de ziekenfondsen aan te tasten. De fondsen zullen erkenning behoe- ven, om te mogen werken en dus ook een zekeren minimumomvang moeten hebben. Gelukkig is in ons land het aantal miniatuur fondsjes klein en de versnippering geringer dan jarenlang bij de Krankenkassen in Duitschland het geval geweest is, waar men dan ook meer heeft moeten centraliseeren dan thans in ons land noodig zal blijken. Niet erkend zullen worden de z.g. ,,dokters- fondsen" (particuliere abonnementen van huisartsen met uit een oogpunt van zieken verzorging zeer onvolledige hulp). Of de z.g. ..maatschappij-fondsen''' (eigendom van de Nederlandsche maatschappij voor genees- kunde) in den huidigen vorm zullen blijven bestaan, moet worden afgewacht (de stands- organisatie der artsen in den vorm van de instelling van artsenkamers, die met zieken- fondsexplotatie door de georganiseerde artsenwereld onvereenigbaar worden geacht, is in een vergevorderd stadium van voorbe- reiding). De hoofdvorm van het ziekenfonds der toekomst zal ongetwijfeld het arbeiders- ziekenfonds zijn, met als groote en sterke kern de verplichte Ziektewet-verzekerden en als randgroep vele kleine zelfstandigen. De vrije ontwikkeling van het ziekenfondswezen een ideaal, waarnaar de arbeiders jaren uitzagen en waarvoor zij lang gestreden "heb ben is zoodoende binnen het bereik ge- komen. PROF. VAN DAM OVER DE WIJZIGINGEN IN HET ONDERWIJS. Dinsdagavond heeft de secretaris-gene- raal van het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming, prof. dr. J. van Dam, voor de radio de volgende rede gehouden: Het spreekt vanzelf, dat het onderwys in de politieke bewegingen van den jongsten tijd een even belangrijke rol speelt als in die van vroeger. De dragers van de geestelijke en politieke bewegingen van heden zijn er zich van bewust, dat het voor de opbouwing van de wereld, die na dezen oorlog, zonder eenigen twijfel anders dan de vroegere zal verrijzen, noodzakelijk zal zijn, te beschikken over een jeugdige generatie, die van de denkbeelden en de idealen, die aan deze nieuwe wereld- opbouwing ten grondslag liggen. heeft kennis genomen en ten opzichte van deze een eigen standpunt heeft bepaald. Ik heb de moeilijke, afweziigheid in het oog kunnen vallen. Hoe gemakkelijk zou de graaf... Geen nood, die is druk bezig in den speel- salon... Maar in ieder geval heb je gelijk: wij kunnen niet te voorzichtig zijn... Zij stak Heiden de hand toe, die hij aan zrjn lippen braCht en vurig kustte. In beider oogen laaide het vuur van de passie. Ik kon my geen illusie meer maken... Arme vader! mompelde Marc met diepe aandoening. Hij greep de hand van Graaf Kiemens, hield' ze in de zijne geklemd en ging voort: Wat moet u in dat verschrikkelijk uur geleden hebben! Ja, 't was het smartelrjkste oogenblik van mijn leven. Ik kon mij nauwelijks een begrip vormen van hetgeen ik had gehoord en nog minder was ik in staat am een besluit te nemen. Ik bleef nog lang in mijn hoek zitten, en keek als verdwaasd voor mij uit... Eindeldjk keerde ik terug naar den salon, waar de laatste tonen van de muiziek weg- stierven. Juist tevoren had Sabine gezegd, dat zij aware hoofidprjn had en een poeder ging nemen... Werktudgelijk volgde ik de gravin naar haar slaapkamer. Waarom dat weet ik eigenlijk niet... In ieder geval was het geen liefde. want ik voelde niets meer dan verachting en aflceer voor haar. 't Was misschien instinctmatige nieuws- igierigheid, instinctmatig zoeken naar een verwyt... Wat kom je hier doen? Je verbeeldt je toch niet, dat je tegenwoordigheid mijn hoofdpijn kan verzachten? Dat werd mij door Sabine toegesnauwd... Ik antwoordde niet; maar zij moet op mijn gezicht- iets-hebben gelezen, dat haar ver- maar voor de toekomst van ons volk vrucht- bare taak het onderwijs, dat deze jeugd zal ontvangen, te leiden in de richting, die vol gens mijn overtuiging naar dat doel voert. Ik heb bij den Rijkscommissaris steeds volledig begrip voor de bijzondere behoeften van ons volk gevonden. Ik moet omgekeerd van mijn landgenooten verlangen, dat zij van hun kant begrip toonen voor de maatregelen, die al leen in staat zyn, den weg naar een vrucht- bare toekomst te banen. Het is het overgroote deel van het Neder landsche volk reeds geruimen tijd duidelijk geworden, dat de wereld van v6<5r 10 Mei onder geen enkele omstandigheid meer kan terugkeeren. Wij zullen onszelf op verschil lende punten moeten herzien en het is nood- zakeljjk om zich reeds thans een voorstelling te vormen van de veranderingen, die te ver wachten zijn. Bij alles, wat thans gebeurt en bij alles, wat komt, hebben wij het algemeen Nederlandsche belang, de Nederlandsche toe komst, voor alles in het oog te houden. Daarom heb ik, om mijn taak verder be- vredigend te kunnen vervullen, uw vertrou- wen, dat ik op mijn post in de principieele dingen ten voile aan de Nederlandsche be- langen vasthoud. Ik heb u in den beginne niet om dit vertrouwen gevraagd, omdat dat mij niet als voorschot kon worden geschonken. Ik heb echter aan vele symptomen gemerkt, dat ik intusschen iets van dit vertrouwen heb gewonnen: by dat, wat volgt, moet ik op dat vertrouwen kunnen bouwen. Onze onderwijswetgeving maakt het voor het centrale gezag op eenige punten onmo- gelijk, algemeen regelend op te treden. Wij weten, dat deze toestand voortvloeit, uit de historische ontwikkeling, waarin gaandeweg voor het bijzonder onderwijs een plaats is in- geruimd, welke gelijk is aan de plaats, die het openbaar onderwijs bekleedde. De algemeene vrijheid van onderwijs, welke steeds richtsnoer is geweest van onze geheele onderwijswetgeving, brengt in de tegenwoor- dige omstandigheden bepaalde bezwaren met zich mede. Niet in de eerste plaats bezwaren van principieelen aard, want het recht op bij zonder onderwijs wordt ook thans voor hen, die daaraan behoefte gevoelen, volkomen erkend, doch wel bezwaren van algemeen- bestuurlijken aard. Zoo was de Nederlandsche regeering niet bevoegd om leerkrachten bij het bijzonder onderwijs te benoemen of te ontslaan. De politieke situatie heeft het noodzakelijk gemaakt, hierin eenige wijziging te brengen. Het gevolg daarvan is de verordening op de benoemingen en de ontslagen geweest, die sinds eenigen tijd werkt en, zoover ik weet niet tot moeilijkheden van emstigen aard aan- leiding heeft gegeven. Intusschen is het noodzakelijk gebleken, vooral in het belang van de positie van Nederland in Europa, nog een stap verder te gaan en wel op twee be langrijke punten. Het is het probleem van de orde en de rust in onze scholen en dat van het leerplan en de leermiddelen. Over orde en rust op onze scholen. Dat orde en rust op onze scholen moet wor den gehandhaafd, zal iedere schoolman gaar- ne onderschrijven. Onder onze jeugd is echter nog altijd hier en daar een geest van verzet en opstandigheid vaardig, die volkomen in strijd is met het belang van ons volk en een goede samenwerking met het Duitsche volk en de geestelijke en stoffelijke toekomst van die jeugd ernstig in gevaar brengt. Deze jeugd heeft ten deele nog steeds niet begrepen, dat een dergelijke houding in een tijd, waarin Europa tegen het bolsjewisme moet vechten om zijn beschaving te handhaven, niet geduld kan worden en ons onwaardig is. Ik wil rui- terlijk erkennen, dat de or*lerwijzers en lee- raren er in het algemeen toe medewerken, de jeugd rustig te houden en te zorgen, dat er geen incidenten ontstaan. Ik breng hun daar- voor graag hulde. Toch komen er nog steeds gevallen voor, die van onverstand getuigen, gevallen, die door den invloed van den onder- wijzer vaak hadden kunnen worden vermeden. Daar de maatregelen, die het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming daartegen kan nemen, nog niet doeltreffend genoeg waren, heeft de Rijkscommissaris aan den secretaris-generaal van dat departement bevoegdheid gegeven, zoo noodig door te tas ten en, bij gebleken onwil van het school- bestuur, aan bijzondere scholen docenten te schorsen of te ontslaan, leerlingen weg te sturen, de school te sluiten of aan de macht van het schoolbestuur te onttrekken. Ik ver- zoek u, uitdrukkelijk te letten op de woorden: bij gebleken onwil! Ik zal van deze bevoegd heid alleen in het uiterste geval gebruik ma ken. Het ligt in de macht der schoolbesturen dat dit wapen nooit behoeft te worden toe- gepast. Zooals u alien weet, is sinds kort aan het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming verbonden dr. D. C. Noordrjk, inspecteur van het onderwijs in al- gemeenen dienst die speciaal belast is met de opvoeding tot en het toezicht op orde en tucht aan onze scholen. Ik mag de school besturen er wel toe opwekken, in alle moei lijke gevallen zijn tusschenkomst in te roepen. Ik ben er dan van overtuigd, dat ik myn volmacht zelden of nooit zal behoeven toe te passen. Verreweg het aangenaamst zou het mij zijn, als dit nooit noodzakelijk zou blijken. Ik doe daarom op alle vrienden van het bij zonder onderwijs een ernstig beroep op hun medewerking in deze. wonderde, misschien zelfs verontrusttewant plotseldng keek ze mij scherp aan, en zeide: Wat heb je, Kiemens Waarom spreek je niet Toch niet ongesteld Je ziet er zoo akeldg uit. Ik schudde het hoofd en verliet zwijgend de kamer. ESndelijk was ik alleen en began allengs ook weer te denken... Alles. ook mijn verleden, trok aan mijn geestesoog voorbij. Ook het onrechf, dat ik jou had aangedaan, door die vrouw de plaats van je moeder te laten irihemen... Wat er nu gebeurde, had ik aan mij zelven te wijten; 't was myn straf, die ik nederig moest aan nemen. Maar ik kwam nu ook onmiddellyk tot het bewustzijn, dat ik met betrekking tot Sabine een besluit moest nemen. Onmiddel lyk, zonder oak maar 66n dag te talrnen... Zij moest vememen, dat ik alles wist. Zij mocht niet meer lachen met den ouden ver- blinden dwaas... Ik ging haar dus weer opzoeken en klopte aan haar deur. Maar ik werd verhinderd, mijn plan uit te voeren. Blijkbaar ten hoog- Ste verbitterd, ontving mi) Sabine met een gelzicht, waarop woede te lezen lag en liet mij niet eens aan het woord komen. Zul je mij dan nooit met rust laten? Wat wil je nu weer? Weet je niet, dat ik ongesteld ben en naar bed wil gaan? Ik zal je niet lang storen. Sabine, ant woordde ik kalm. 't Betreft maar een kort, maar voor my gewichtig onderhoud, dat geen uitstel duldt. Maar zij viel mij onmiddellijk weer toornig in de rede: Zoo! Je verbeeldt je dus, dat ik, nu je in 't hartje van den nacht met mij wilt spreken, mij eenvouddg naar die gril heb te scihikken? Over het leerplan en het onderricht in het Duitsch. "Verder heeft de Rykscommissaris aan den secretaris-generaal van opvoeding, weten schap en cultuurbescherming de bevoegdheid verleend, ook voor de bijzondere scholen voor- schriften te geven op het gebied van het leer plan en de leermiddelen: deze bevoegdheid is gegeven met het oog op eenige wijzigingen, die de Europeesche situatie ook naar mijn oordeel noodzakelijk maakt. Om gewekte ongerustheid weg te nemen, wil ik voorop- stellen, dat het geenszins in de bedoeling ligt daarbij het principieele karakter van de bij zondere school aan te tasten. Het gaat veel- eer om eenige in hoofdzaak technische din gen, waarin het Nederlandsche onderwijs vol gens mijn meening by dat van de naburige landen achterstaat. Daarbij komen in de eerste plaats de vakken Nederlandsch, Duitsch en lichamelijke oefening in het ge- ding, waarbij het van essentieel belang is, dat het onderwijs daarin geen al te groote ver- schillen of afwijkingen vertoont. Verder zal de overdreven voorkeur voor intellectueele ontwikkeling op den duur moeten wrjken voor een scholing, die meer rekening houdt met alle krachten van den mensch. De bestaande wetgeving biedt wel eenige mogelrjkheden, ook bij het bijzonder onderwijs bepaalde alge meene richtlijnen voor te schrijven, doch na gezette overweging is het noodzakelijk ge bleken, dat aan het departement de mogelijk- heid wordt gegeven, om naar bevind van zaken wijzigingen of aanvullingen voor te schrijven. De belangrijkste kwestie is daarbij natuurlijk de vraag of op de Nederlandsche lagere school het Duitsch zal worden inge- voerd. Na de mededeelingen, die daarover al vroeger zijn gedaan, bestaat er in den lande belangstelling daarvoor en zelfs een zekere onrust omtrent den aanvang van dat onder wijs. Ik ben in staat, deze onrust weg te nemen. Het is noodzakelijk, dat er op den duur een toestand ontstaat, waarbij elke Nederlander eenigszins vertrouwd raakt met de Duitsche taal, waardoor de mogelykheid voor alle Ne- derlanders, om naar Duitschland te gaan, met Duitschers om te gaan of bij gebleken werk- loosheid in Duitschland te gaan werken, wordt vergroot. In de eerste plaats kan een derge lijke mogelykheid er slechts toe meewerken, het contact en het vriendschappelijk verkeer te bevorderen, wat voor de toekomst van ons volk in een toekomstig Europa niet anders dan gunstig kan zijn. Maar in de tweede plaats juich ik haar ook van taalkundig standpunt toe. Er is geen twyfel aan, dat het Nederlandsch ik heb dat al vaker betoogd thans sterker dan vroeger is blootgesteld aan Duitsche invloed en dat die invloed voor de zuiverheid van onze taal gevaarlijker is dan bijv. die van het Fransch en van het En- gelsch, het gevolg van de groote gelijkenis, die er, naast aanzienlijke verschillen, tusschen het Duitsch en het Nederlandsch bestaat. Dien invloed kan men alleen weren of ten goede keeren, als men zelf het Duitsch kent. Hoe beter het onderwijs in het Duitsch is, des te meer komt dit ook aan het Nederlandsch ten goede. Aan den anderen kant is het mijn vaste overtuiging, dat men met het onderwijs in een vreemde taal, en vooral in het zoo ver- wante 'Duitsch, niet mag beginnen, voordat het kind voldoende kennis van den bouw en de spraakkunst van zijn eigen taal heeft ver- worven en de geestelijke rijpheid bezit, om de beginselen van een vreemde taal in zich op te nemen. Dit heeft mij, daarby gesteund door de adviezen van deskundigen, er toe ge- leid, de eerste zes jaren van de lagere school geheel vrij te laten van dit onderwys en met het Duitsch pas in de 7e klasse een begin te maken. Dit onderwys begint zoo spoedig mogelijk met het nieuwe schooljaar 1941/42 in den volgenden eursus zal er dan aan de lagere schooljaar worden toegevoegd, eveneens met onderwys in het Duitsch. Daarmede zal dan het van verschillende zijden reeds lang gewenschte achtste schooljaar een feit ge worden zijn. Wij krijgen dus met ingang van 1942/43 een Nederlandsche volksschool van 8 leerjaren, terwijl in de twee hoogste leerjaren Duitsch en wel 3 uur per week per jaar, zal worden onderwezen. Deze thans gevallen principieele beslissing stelt het departement in staat, aan de uitwerking ervan in de practijk en met name aan de kwesties van de aansluiting tus schen l.o. en v.h. m.o. en tusschen l.o. en u.l.o. te beginnen. Intusschen zal het u duidelijk zijn, dat met de bepaling van" drie uren per week een voor alle scholen dwingend voorschrift betreffende het leerplan moet worden gegeven. Ten aan- zien van de voorziening met leerkrachten zijn wij niet pessimistisch gestemd, al zal er veel samenwerking tusschen verschillende scholen noodig zijn. Ten einde echter zekerheid te verkrijgen, dat dit onderwijs doeltreffend is, zal er ook een voorschrift betreffende de leer middelen dienen te komen. Er bestaat voor het Duitsch op de l.s. op dit oogenblik geen leerboekje. Om aan de moeilijkheid het hoofd te kunnen bieden en vooral de methodische bezwaren, die aan het onderwijs aan zoo jonge kinderen verbonden zijn, te kunnen onder- vangen, is er een boekje in voorbereiding, dat volgens een nieuwe, op den leeftijd berekende methode de grondbeginselen van het Duitsch zal onderwijzen. Ten einde dit boekje voor alle scholen van Ik denk er zelfs niet aan! Ik wil rust hebben en alleen zyn (zij stampte met den voet op den grond). En onmiddellyk. Ga... ga toch! Sabine, wat ik je te zeggen heb... Kun je me morgen zeggen... Nog eens: ga, ga! Als je niet onmiddellyk gaat, dwing je mij, om juffrouw Motika te bellen. Hoor je? Er was niets aan te doen, zy gedroeg zich als een furie. Zwygend en zonder te groeten verliet ik de kamer. De uitvoering van mijn plan moest ik tot den volgenden dag uitstel- len. Al het andere, wat toen volgde, weet je reeds, Marc. Marc knikte en bleef geruimen tijd zwij gend voor zich uitstaren. Alles wat u miji hebt verteld, is zonder- Ung en verschrikkelijk. vader, zei hij einde- lyk. De moord op gravin Sabine moet dus gepleegd zijn in den korten tijd nauwelijks een half uur tusschen uw heengaan en mijn terugkomst. En u, die betrekkelijk dicht bij haar kamer was, hebt in dien tusschen- tijd niets verdachts gehoord? Geen gedruisch in de gang? Zelfs niet het openen of slui ten van een deux? Niets. tenzij het gedruisch dat je zelf hebt gemaakt door tegen het meubel te stoo- ten en dat my dwong in de gang te gaan zien. Maar toen was Sabine reeds dqod! Wlat een huiveiingwekkend raadsel! Maar de moord moet toch door iemand zijn gepleegd. Natuurlijk! Maar kan 't geen zelflmoord geweest zijn? Zelfmoord? Onmagelijk! Denk toch aan alles, wat ik je verteld heb. Een vrouw, die zich koelfbloedig op een nieuwe toekomst voorbereidt, pleegt geen zelfmoord! En.(Marc aarzelde een oogenblik, Nederland geschikt te houden, zal het zich van elke politieke uiting en partijkiezing ont- houden. Het ligt in de bedoeling, dit boekje na deze zomervacantie verplicht te stellen. De N.I.V.O. Wat het middelbaar onderwijs betreft, ook dit zal in den loop van den nu volgenden win ter op de helling worden genomen. De door de nieuwe urentabellen daarin aangebrachte wijzigingen zijn daarvan een voorlooper en hebben de meest dringende veranderingen aangeduid. Het ligt in de bedoeling, de plaats, het leerplan en de eindexameneischen van alle vakken te herzien in den geest, dien ik zoo- even voor het lager onderwijs schetste. In tusschen zal reeds bij het begin van den nieu- wen cursus een belangwekkende proefneming op onderwijsgebied worden ondemomen: er zal worden geopend een Nederlandsche instel ling voor volksche opvoeding (afgekort N.I.V.O.), die in den trant van de Duitsche „National-politische Erzgiehungsanstalt" zal worden ingericht, maar op Nederlandsche leest zal worden geschoeid. In deze school worden jongens van den leeftijd, die geschikt is voor de middelbare school, opgenomen. Zij leven daar als in een kostschool en ont vangen een opvoeding, die gericht is op een harmonische ontwikkeling van geest en lichaam. Naast de studie van de belangrijk ste vakken van het m.o. (waarby Neder landsch het hoofdvak is) staat een veelzijdige ontwikkeling op het gebied van lichaams- oefeningen en sport. Binnenkort volgen er over deze N.I.'V.O. nadere mededeelingen. Intusschen wacht dus vooral het lager onderwijs een jaar, waarin belangrijke dingen worden voorbereid. Onnoodig te zeggen, dat ook het onderwijs in het Nederlandsch, zoo wel als andere onderdeelen van het leerplan aan een nauwgezet onderzoek zullen worden onderworpen. Mededeelingen daarover zal ik opschorten, totdat de maatregelen verder uit- gewerkt zullen zyn. Ik hoop, dat u, Neder landsche ouders, dat, wat ik heden had mede te deelen, met vertrouwen en begrip zult heb ben opgenomen. GENERAAL SEYFFARDT SPREEKT TOT HET NEDERLANDSCHE VOLK. Dinsdagavond hield luitenant-generaal H. A. Seyffardt, chef van het Vrijwilligerslegioen Nederland. over den zender Hilversum I een toespraak tot het Nederlandsche volk, om jonge en oudere. landgenooten, die nog niet besloten hebben zich mede in te zetten voor den strijd tegen het bolsjewisme, op te wek- ken, zich thans nog aan te sluiten. DE RIJKSCOMMISSARIS NEEMT A£SOHEID VAN DE OFFTOIEREN VAN HET LEOIOEN. Dinsdagmiddag heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, rijks- minister Seyss Inquart, in tegenwoordigheid van den hoogeren S.S.- en politieleider, S.S.- Gruppenfuhrer Rauter, commissaris-generaal Schmidt en luitenant-generaal Seyffardt, af- scheid genomen van de Nederlandsche offi- cieren, die de eenheden van het Nederland sche legioen in den strijd tegen het bolsje wisme zullen leiden. Nadat de verschillende officieren door lui- .tenant-generaal Seyffardt waren voorgesteld aan den Rykscommissaris, richtte deze een toespraak tot hen, waarin hij uitdrukking gaf aan zijn waardeering voor het vrye be sluit, dat bij ieder afeonderlijk zyn oorsprong vindt in een Nederlandsch-volksch verant- woordelijkheidslbefwustzijn. Later zal het Ne derlandsche volk eens dezen mannen dank- baar zijn, zoo zeide de Rijkscommissaris ver der. dat zij in het historische conflict met vooruitzienden blik hun plaats gekazen heb ben aan de zijde, die den doodsvijand van het avondland en zijn cultuur den vemietigings- stryd heeft aarugezegd. Nederland is op grond van geografische en economische .omstandigheden niet in recht- streeksch contact gekomen met het bolsje wisme, dat Duitschland gedwongen heeft tot den strijd op leven en dood. Daarom komt den Nederlanders, die den juisten weg uit eigen beweging hebben geVonden, bijzondere ach- ting toe. De Rijkscamimissaris wees vervolgens op de volg'zame trouw, die een doorslaggevend ken- merk is geweest bij ieder groot historisch op- treden van de Germaansche volkeren. Daarop berust ook de met het volksche geweten van ieder overeen te brengen eed, dien de officie ren van het Nederlandsche legioen moeten afleggen voordat zij den stryd aanbinden en waarin aan Adolf Hitler als oppersten oor- logsleider van in den strijd tegen het bolsje wisme aaneengesloten naties onvoorwaarde- lijke trouw wordt beloofd. Nadat luitenant-generaal Seyffardt een dankwoord had uitgesproken, nam de Rijks commissaris met een handdruk en den Sieg Heil-groet afscheid van de officieren van het Nederlandsche legioen. VEEL ENGELSCHE VLJEGTUIGEN BOVEN ONS LAND. Woensdagnacht is een betrekkelijk groot aantal Engelsche vliegtuigen bovens ons land geweest. Er zrjn brisant- en brandbommen geworpen. Hierbij is een boerenhoeve ver- woest en een persoon gedood. In een stad in het Noorden des lands zijn 11 huizen min of meer ernstig beschadigd; maar ging toen op vasten toon voort) ...Heiden? Die was op de hoogte van de 'plaatselrjke omstandigheden Neem t mij niet kwalrjk, mijn jongen, maar die gedachte is eenivoudig absurd, of- schoan ook Ese herhaaldelijk een toespeling van dien aard heeft gemaakt. Voor Heiden bestond er geenerlei aanleiding om de mis- daad te plegen. Op de eerste plaats beminde hrj Sabine; ten tweede rekende hij erop, door Sabine later in 't bezit van een aanzienlijk kapi'taal te komen, indien het beiden gelukte hun liefde te Vrerheimelijken, totdat de schei ding was uitgesproken. Daar Heiden geen vermogen bezit, pleit deze omstandigheid sterk te zijnen gunste. Alleen de levende Sa bine had waarde .voor hem haar dood moest al zijn berekeningen in duigen werpen. U hebt gelijk. vader. Heiden kan 't niet geweest izdjn... Maar wat kan hij bedoeld hebben met den tiweeden weg dien de gravin moest volgen, om vrij te worden Dat weet ik niet. Ik zal er mij het hoofd niet mee breken. De vraag: Wie is het dan geweest? lijkt mij van heel wat meer belang. Marc wilde juist iets zeggen, toen Evert binnen trad: Mi] nil eer de graaf, juffrouw Hartlieb laat zich aandienen. Heb je haar gezegd, wie er is? vroegen vader en zoon als uit 6en mond. Evert glimlachte een beetje verlegen of ondeugend Neen, mijniheer de graaf, ik heb er niets van gezegd. Ik wist immers niet, of mynheer de graaf het goed zou vinden, en daarom dacht ik... i Best, Evert. Zeg er ook ma geen wpord van en breng de juffrouw hier. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 5