Ter Neuzensche Courant
Liefde's Zegepraal
Binnenland
Vrijdag 15 Augustus 1941 No. 10.254
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
VAN
ORDENING DEB ZIEKENVERZORGING.
Onder de belangrijke sociale maatregelen,
die de heer Woudenberg in zijn rede van de
vorige week heeft aangekondigd, verdienen,
schrijft de N. R. Crt., die, welke ten doel heb-
ben ons Nederlandsche ziekenfondswezen een
nieuwe, rykere, toekomst te wijzen, in over-
eenstemming met de eischen van een nieu-
wen tijd, bijzonder de aandacht. Het mag
tot vreugde stemmen, dat de huidige grond-
slagen van dat ziekenfondswezen bruikbaar
bleken, om op voort te bouwen.
Wei is aanvankelijk overwogen of het
niet de voorkeur verdiende nog nauwere
aansluiting te zoeken bij het stelsel_ van de
Duitsche sociale verzekering en evenals bij
de Krankenkasse het geval is ziekengeldver-
zekering en ziekenverzorging bij een territo-
riaal orgaan onder te brengen zooals ook
destijds in de ziektewet-Talma, geschoeid op
Duitsche leest, voorzien was. Maar al dade-
lijk rezen twee ernstige bezwaren tegen zoo-
danige volledige centralisatie1. het alsdan
onvermijdeHjke van een voorafgaande herzie-
ning van de geheele structuur van de zieken-
geldverzekering van territoriale organen, dus
van de Raden van Arbeid, zou moeten worden
gebracht)2. het alsdan onvermijdelyke van
een volledige afbraak van het geheele, gedif-
ferentieerde, door breede lagen van de be-
volking gedragen ziekenfondswezen met eigen
Nederlandsch karakter. Het was Dr. Conti,
de rijksartsenleider, die bij zijn jongste be-
zoek, met belangstelling en waardeering ken-
nes nemend van de ontwikkeling, die jn ons
land het ziekenfondswezen buiten eenigen
wettelijken dwang in den loop der jaren
had verkregen, en de weegschaal deed over-
elaan naar voortbouwen op de bestaande
structuur en naar behoud van de eigen ,,zie-
kenfondsfiguren". Toen kon met bekwamen
spoed overgegaan worden tot het bijwerken
en afwerken van de projecten, die op de
afdeeling volksgezondheid van het departe-
ment van sociale zaken reeds in ontwerp
gereed lagen. Uiteraard moest daaraan toen,
in overleg met de verschillende instanties
van het Rijkscommissariaat, met het N.V.V.,
met de afdeeling sociale verzekering van het
betrokken departement, enz., enz. worden
gevormd en verbeterd, alvorens het definitieve
plan geheel in overeenstemming was met de
eischen, die de baanbrekende verzorgingsge-
dachte stelde. Enkele voorbeelden ter illus-
tratie van een en ander.
Reeds lang bestaat by alle ziekenfondsen
in Nederland het stelsel van de ,,gezinspre-
mies", in dien zin, dat terwijl het ziekenver-
zorgingsrisico van de kinderen (de leeftijds-
grens pleegt in ons land 16 jaar te zijn) eer
grooter dan kleiner is dan van volwassenen,
voor de kinderen slechts een kleine premie
wordt betaald en dan nog vmk tot een maxi
mum van drie kinderen, zoodat alle verdere
kinderen gratis meeverzekerd zyn. Niettemin
vormt ook deze regeling een dikwijls over-
matige belasting voor de groote gezinnen.
Nog meer bezwaart het Nederlandsche stel
sel van de eenheidspremie (dus ontbreken van
differentiatie naar inkomen) en van de
onder drang van de artsenwereld veel te
lage ,,welstandsgrens" (voor alleenstaande
personen zelden de 1500 en voor gezinnen,
ook de grootste, zelden de f 2500 overschrij-
dende) de minder kapitaalkrachtigen in hoo-
ge mate.
Er is aan de ,,benedengrenst" een breede
laag arbeiders, die het ,,fonds" niet kan be-
talen en naar de geneeskundige armenverzor-
ging moet worden verwezen, terwijl ze daar
eigenlijk niet thuis behoort. Er is aan de
..bovengrens" een belangrijke laag arbeiders
en kleine zelfstandigen, die ten onrechte te
,,welgesteld'' wordt geacht om fondslid te zijn.
Terwijl het peil van de geneeskundige armen-
verzorging eer beter dan slechter is dan dat
van de ziekenfondsverzorging (vooral in de
groote steden), laat het peil van de particu-
liere ziekenverzorging van de boven de wel-
standsgrens vallende arbeiders en kleine zelf
standigen ongetwijfeld door een en ander te
wenschen over.
Maar er is meer: de kaart van het Neder
landsche ziekenfondswezen vertoont ten
plattelande groote hiaten, onontgonnen ter-
reinen, speciaal in de districten met een
arbeidersbevolking met lagen welstand, waar
men de eenheidspremie, vereischt voor het
opbrengen van het minimum-artsenhonora-
rium gedicteerd door de artsenwereld
niet kan opbrengen. Dat is de reden geweest,
waarom destijds afgezien is van de invoering
van artikel 50 van de Ziektewet, dat het lid-
maatschap van de ziekenfondsen voor de in-
gevolge de Ziektewet verzekerden verplicht
stelde.
2 belangrijke nieuwe elementen met 'n uit-
gesproken sociaal verzorgingskarakter zullen
thans 'n algeheele vernieuwing van de grond-
slagen van de bestaande premiestelsels bij de
Nederlandsche ziekenfondsen bewerken. De
eerste en voornaamste is de gedifferentieerde
premieheffing volgens het loon. De tweede is
het voor de helft meebetalen door den werk-
Roman van A. HRUSCHKA
35) (Nadruk verboden.)
En ik geef je nogmaals den raad, den
tweeden weg te kdazen. Die is korter en leidt
zekerder naar het doel.
Maar hij is ook gevaarlijiker!
Waag het om den wille van ons geluk.
Ik zweer je trouwens nog eens, dat er geen
gevaar te dudbten is. De andere weg is veel
gevaarlijker. Als je man iets van onze liefde
te weten kwam, zou alles verloren zijn.
Alles? Neen, alleen maar 't geld, dat
mij volgens 't huwelijkscontract ook in geval
van scheiding blrjft toebehooren, indien my
geen onteerende fout ten laste kan worden
gelegd. En dat is nog niet het gefval. In
weer wil van mijn hartstochtelijke hefde voor
je, Lothar, heb ik de aan Kiemens gezworen
huwelijkstrouw niet gebroken...
In geval het tot een proces kwam, een
proces, dat je echte beweegredenen aan het
licht zou brengen, zou niemand je gelooven.
Daarvoor zou die sluwe Mr. Kliiver wel zor-
gen! Wlat zou je dan de vrijheid baten
zonder geld? We zijn geen van beiden voor
armoe in de wieg gelegd, Sabine: vergeet dat
niet
Ik weet 't wel... maar...
Wees niet kinderadhtiig, Sabine. Toon
je dapper. Laat alle bedenkingen varen en
doe wat ik je heb aangeraden... En laten we
nu terugkeereri'liaar 't bal, anders zou onize
gever. Beide samen zullen de financieele
draagkracht van de ziekenfondsen zoodanig
versterken, dat de gewaarborgde ziekenver-
zorging vollediger wordt en aan hoogere
eischen kan beantwoorden dan tot dusverre
ten deele het geval was. Wij komen daarop
terug, maar willen er hier om misverstand
te vermijden toch op wijzen, dat ook voor-
heen de ziekenfondshulp allerminst minder-
waardig, ja zelfs zeer goed te noemen was;
wat alleen vaak ontbrak was een bevredigen-
de voorziening in de verloskundige hulp, vol-
doende tandheelkundige conservatieve hulp,
terwijl veelal de klinische specialistische hulp
en de ziekenhuisverpleging en sanatorium-
verpleging niet in de verzekering waren opge
nomen. Wij moeten ons thans evenwel tot de
groote lijnen bepalen en de details voor later
bewjtren.
Van niet minder (beslissende beteekenis dan
de gedifferentieerde premieheffing naar loon
•en het meebetalen van de halve premie door
den werkgever, is echter het voor de onder
de Ziektewet vallende arbeiderswereld ver-
vallen van de lage welstandsgrensvoor de
Ziektewet-verzekerde arbeiders zal ook bij de
ziekenfondsen de welstandsgrens van de Ziek
tewet (/3000) gelden, terwijl verwacht wordt
dat de welstandsgrens voor de vele kleine
zelfstandigen, die ook voor de ziekenverzor
ging door de ziekenfondsen in aanmerking
zullen blijven komen, ook niet onbelangrijk
verhoogd zal worden.
Om een denkbeeld te geven van de ontwik
keling, die numeriek de ziekenfondsen door
een en ander zullen krijgen, kan men zonder
overdrijving aannemen, dat terwijl thans iets
meer dan de helft van ons volk in de zieken
fondsen verzekerd is, dit percentage zeker tot
80 zal strjgen en nog hooger, wanneer zoo
als te verwachten is ruimschoots aan de
gemeenten gelegenheid zal worden geboden
de ziekenverzorging van hun voor genees
kundige armenyerzorging in aanmerking ko-
mende verzorgden door de ziekenfondsen te
doen geschieden.
De nieuwe verordeningen zullen dus ten
gevolge hebben, dat ons geheele land overdekt
wordt met een net van ziekenfondsen, met een
uniformere structuur, zoowel wat premiehef
fing, welstandsgrens, verstrekkingen, admi-
nistratie betreft, maar niettemin met behoud
van de historisch gegroeide veelzijdig ontwik-
de verschijningsvormen. Dat is echter ook
een punt, dat afzonderlijke beschouwing ver-
dient.
Ons ditmaal bepalend tot de groote sociale
lijn van de nieuwe ontwerpen, moeten wij
daarin bovenal toejuichen, dat met een streep
een goede ziekenverzorging door de van ouds
bekende en gewende fondsen zal worden ge-
waarborgd op een wijze, die binnen het bereik
valt van elken arbeider.
iHet overheidstoezicht zal daarbij een lei-
dend, controleerend karakter dragen, zonder
de zelfstandigheid van de ziekenfondsen aan
te tasten. De fondsen zullen erkenning behoe-
ven, om te mogen werken en dus ook een
zekeren minimumomvang moeten hebben.
Gelukkig is in ons land het aantal miniatuur
fondsjes klein en de versnippering geringer
dan jarenlang bij de Krankenkassen in
Duitschland het geval geweest is, waar men
dan ook meer heeft moeten centraliseeren
dan thans in ons land noodig zal blijken.
Niet erkend zullen worden de z.g. ,,dokters-
fondsen" (particuliere abonnementen van
huisartsen met uit een oogpunt van zieken
verzorging zeer onvolledige hulp). Of de z.g.
..maatschappij-fondsen''' (eigendom van de
Nederlandsche maatschappij voor genees-
kunde) in den huidigen vorm zullen blijven
bestaan, moet worden afgewacht (de stands-
organisatie der artsen in den vorm van de
instelling van artsenkamers, die met zieken-
fondsexplotatie door de georganiseerde
artsenwereld onvereenigbaar worden geacht,
is in een vergevorderd stadium van voorbe-
reiding). De hoofdvorm van het ziekenfonds
der toekomst zal ongetwijfeld het arbeiders-
ziekenfonds zijn, met als groote en sterke
kern de verplichte Ziektewet-verzekerden en
als randgroep vele kleine zelfstandigen. De
vrije ontwikkeling van het ziekenfondswezen
een ideaal, waarnaar de arbeiders jaren
uitzagen en waarvoor zij lang gestreden "heb
ben is zoodoende binnen het bereik ge-
komen.
PROF. VAN DAM OVER DE WIJZIGINGEN
IN HET ONDERWIJS.
Dinsdagavond heeft de secretaris-gene-
raal van het departement van opvoeding,
wetenschap en cultuurbescherming, prof. dr.
J. van Dam, voor de radio de volgende rede
gehouden:
Het spreekt vanzelf, dat het onderwys in de
politieke bewegingen van den jongsten tijd
een even belangrijke rol speelt als in die van
vroeger. De dragers van de geestelijke en
politieke bewegingen van heden zijn er zich
van bewust, dat het voor de opbouwing van
de wereld, die na dezen oorlog, zonder eenigen
twijfel anders dan de vroegere zal verrijzen,
noodzakelijk zal zijn, te beschikken over een
jeugdige generatie, die van de denkbeelden
en de idealen, die aan deze nieuwe wereld-
opbouwing ten grondslag liggen. heeft kennis
genomen en ten opzichte van deze een eigen
standpunt heeft bepaald. Ik heb de moeilijke,
afweziigheid in het oog kunnen vallen. Hoe
gemakkelijk zou de graaf...
Geen nood, die is druk bezig in den speel-
salon... Maar in ieder geval heb je gelijk: wij
kunnen niet te voorzichtig zijn...
Zij stak Heiden de hand toe, die hij aan
zrjn lippen braCht en vurig kustte. In beider
oogen laaide het vuur van de passie. Ik kon
my geen illusie meer maken...
Arme vader! mompelde Marc met diepe
aandoening.
Hij greep de hand van Graaf Kiemens,
hield' ze in de zijne geklemd en ging voort:
Wat moet u in dat verschrikkelijk uur
geleden hebben!
Ja, 't was het smartelrjkste oogenblik
van mijn leven. Ik kon mij nauwelijks een
begrip vormen van hetgeen ik had gehoord
en nog minder was ik in staat am een besluit
te nemen. Ik bleef nog lang in mijn hoek
zitten, en keek als verdwaasd voor mij uit...
Eindeldjk keerde ik terug naar den salon,
waar de laatste tonen van de muiziek weg-
stierven. Juist tevoren had Sabine gezegd,
dat zij aware hoofidprjn had en een poeder
ging nemen...
Werktudgelijk volgde ik de gravin naar haar
slaapkamer. Waarom dat weet ik eigenlijk
niet... In ieder geval was het geen liefde.
want ik voelde niets meer dan verachting en
aflceer voor haar.
't Was misschien instinctmatige nieuws-
igierigheid, instinctmatig zoeken naar een
verwyt...
Wat kom je hier doen? Je verbeeldt
je toch niet, dat je tegenwoordigheid mijn
hoofdpijn kan verzachten?
Dat werd mij door Sabine toegesnauwd...
Ik antwoordde niet; maar zij moet op mijn
gezicht- iets-hebben gelezen, dat haar ver-
maar voor de toekomst van ons volk vrucht-
bare taak het onderwijs, dat deze jeugd zal
ontvangen, te leiden in de richting, die vol
gens mijn overtuiging naar dat doel voert. Ik
heb bij den Rijkscommissaris steeds volledig
begrip voor de bijzondere behoeften van ons
volk gevonden. Ik moet omgekeerd van mijn
landgenooten verlangen, dat zij van hun kant
begrip toonen voor de maatregelen, die al
leen in staat zyn, den weg naar een vrucht-
bare toekomst te banen.
Het is het overgroote deel van het Neder
landsche volk reeds geruimen tijd duidelijk
geworden, dat de wereld van v6<5r 10 Mei
onder geen enkele omstandigheid meer kan
terugkeeren. Wij zullen onszelf op verschil
lende punten moeten herzien en het is nood-
zakeljjk om zich reeds thans een voorstelling
te vormen van de veranderingen, die te ver
wachten zijn. Bij alles, wat thans gebeurt en
bij alles, wat komt, hebben wij het algemeen
Nederlandsche belang, de Nederlandsche toe
komst, voor alles in het oog te houden.
Daarom heb ik, om mijn taak verder be-
vredigend te kunnen vervullen, uw vertrou-
wen, dat ik op mijn post in de principieele
dingen ten voile aan de Nederlandsche be-
langen vasthoud. Ik heb u in den beginne niet
om dit vertrouwen gevraagd, omdat dat mij
niet als voorschot kon worden geschonken. Ik
heb echter aan vele symptomen gemerkt, dat
ik intusschen iets van dit vertrouwen heb
gewonnen: by dat, wat volgt, moet ik op dat
vertrouwen kunnen bouwen.
Onze onderwijswetgeving maakt het voor
het centrale gezag op eenige punten onmo-
gelijk, algemeen regelend op te treden. Wij
weten, dat deze toestand voortvloeit, uit de
historische ontwikkeling, waarin gaandeweg
voor het bijzonder onderwijs een plaats is in-
geruimd, welke gelijk is aan de plaats, die het
openbaar onderwijs bekleedde.
De algemeene vrijheid van onderwijs, welke
steeds richtsnoer is geweest van onze geheele
onderwijswetgeving, brengt in de tegenwoor-
dige omstandigheden bepaalde bezwaren met
zich mede. Niet in de eerste plaats bezwaren
van principieelen aard, want het recht op bij
zonder onderwijs wordt ook thans voor hen,
die daaraan behoefte gevoelen, volkomen
erkend, doch wel bezwaren van algemeen-
bestuurlijken aard.
Zoo was de Nederlandsche regeering niet
bevoegd om leerkrachten bij het bijzonder
onderwijs te benoemen of te ontslaan.
De politieke situatie heeft het noodzakelijk
gemaakt, hierin eenige wijziging te brengen.
Het gevolg daarvan is de verordening op de
benoemingen en de ontslagen geweest, die
sinds eenigen tijd werkt en, zoover ik weet
niet tot moeilijkheden van emstigen aard aan-
leiding heeft gegeven. Intusschen is het
noodzakelijk gebleken, vooral in het belang
van de positie van Nederland in Europa, nog
een stap verder te gaan en wel op twee be
langrijke punten. Het is het probleem van de
orde en de rust in onze scholen en dat van
het leerplan en de leermiddelen.
Over orde en rust op onze scholen.
Dat orde en rust op onze scholen moet wor
den gehandhaafd, zal iedere schoolman gaar-
ne onderschrijven. Onder onze jeugd is echter
nog altijd hier en daar een geest van verzet
en opstandigheid vaardig, die volkomen in
strijd is met het belang van ons volk en een
goede samenwerking met het Duitsche volk
en de geestelijke en stoffelijke toekomst van
die jeugd ernstig in gevaar brengt. Deze jeugd
heeft ten deele nog steeds niet begrepen, dat
een dergelijke houding in een tijd, waarin
Europa tegen het bolsjewisme moet vechten
om zijn beschaving te handhaven, niet geduld
kan worden en ons onwaardig is. Ik wil rui-
terlijk erkennen, dat de or*lerwijzers en lee-
raren er in het algemeen toe medewerken, de
jeugd rustig te houden en te zorgen, dat er
geen incidenten ontstaan. Ik breng hun daar-
voor graag hulde. Toch komen er nog steeds
gevallen voor, die van onverstand getuigen,
gevallen, die door den invloed van den onder-
wijzer vaak hadden kunnen worden vermeden.
Daar de maatregelen, die het departement van
opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming
daartegen kan nemen, nog niet doeltreffend
genoeg waren, heeft de Rijkscommissaris aan
den secretaris-generaal van dat departement
bevoegdheid gegeven, zoo noodig door te tas
ten en, bij gebleken onwil van het school-
bestuur, aan bijzondere scholen docenten te
schorsen of te ontslaan, leerlingen weg te
sturen, de school te sluiten of aan de macht
van het schoolbestuur te onttrekken. Ik ver-
zoek u, uitdrukkelijk te letten op de woorden:
bij gebleken onwil! Ik zal van deze bevoegd
heid alleen in het uiterste geval gebruik ma
ken. Het ligt in de macht der schoolbesturen
dat dit wapen nooit behoeft te worden toe-
gepast. Zooals u alien weet, is sinds kort aan
het departement van opvoeding, wetenschap
en cultuurbescherming verbonden dr. D. C.
Noordrjk, inspecteur van het onderwijs in al-
gemeenen dienst die speciaal belast is met
de opvoeding tot en het toezicht op orde en
tucht aan onze scholen. Ik mag de school
besturen er wel toe opwekken, in alle moei
lijke gevallen zijn tusschenkomst in te roepen.
Ik ben er dan van overtuigd, dat ik myn
volmacht zelden of nooit zal behoeven toe te
passen. Verreweg het aangenaamst zou het
mij zijn, als dit nooit noodzakelijk zou blijken.
Ik doe daarom op alle vrienden van het bij
zonder onderwijs een ernstig beroep op hun
medewerking in deze.
wonderde, misschien zelfs verontrusttewant
plotseldng keek ze mij scherp aan, en zeide:
Wat heb je, Kiemens Waarom spreek
je niet Toch niet ongesteld Je ziet er zoo
akeldg uit.
Ik schudde het hoofd en verliet zwijgend
de kamer.
ESndelijk was ik alleen en began allengs
ook weer te denken...
Alles. ook mijn verleden, trok aan mijn
geestesoog voorbij. Ook het onrechf, dat ik
jou had aangedaan, door die vrouw de plaats
van je moeder te laten irihemen... Wat er
nu gebeurde, had ik aan mij zelven te wijten;
't was myn straf, die ik nederig moest aan
nemen. Maar ik kwam nu ook onmiddellyk
tot het bewustzijn, dat ik met betrekking tot
Sabine een besluit moest nemen. Onmiddel
lyk, zonder oak maar 66n dag te talrnen...
Zij moest vememen, dat ik alles wist. Zij
mocht niet meer lachen met den ouden ver-
blinden dwaas...
Ik ging haar dus weer opzoeken en klopte
aan haar deur. Maar ik werd verhinderd,
mijn plan uit te voeren. Blijkbaar ten hoog-
Ste verbitterd, ontving mi) Sabine met een
gelzicht, waarop woede te lezen lag en liet
mij niet eens aan het woord komen.
Zul je mij dan nooit met rust laten?
Wat wil je nu weer? Weet je niet, dat ik
ongesteld ben en naar bed wil gaan?
Ik zal je niet lang storen. Sabine, ant
woordde ik kalm. 't Betreft maar een kort,
maar voor my gewichtig onderhoud, dat geen
uitstel duldt.
Maar zij viel mij onmiddellijk weer toornig
in de rede:
Zoo! Je verbeeldt je dus, dat ik, nu je in
't hartje van den nacht met mij wilt spreken,
mij eenvouddg naar die gril heb te scihikken?
Over het leerplan en het onderricht
in het Duitsch.
"Verder heeft de Rykscommissaris aan den
secretaris-generaal van opvoeding, weten
schap en cultuurbescherming de bevoegdheid
verleend, ook voor de bijzondere scholen voor-
schriften te geven op het gebied van het leer
plan en de leermiddelen: deze bevoegdheid is
gegeven met het oog op eenige wijzigingen,
die de Europeesche situatie ook naar mijn
oordeel noodzakelijk maakt. Om gewekte
ongerustheid weg te nemen, wil ik voorop-
stellen, dat het geenszins in de bedoeling ligt
daarbij het principieele karakter van de bij
zondere school aan te tasten. Het gaat veel-
eer om eenige in hoofdzaak technische din
gen, waarin het Nederlandsche onderwijs vol
gens mijn meening by dat van de naburige
landen achterstaat. Daarbij komen in de
eerste plaats de vakken Nederlandsch,
Duitsch en lichamelijke oefening in het ge-
ding, waarbij het van essentieel belang is, dat
het onderwijs daarin geen al te groote ver-
schillen of afwijkingen vertoont. Verder zal
de overdreven voorkeur voor intellectueele
ontwikkeling op den duur moeten wrjken voor
een scholing, die meer rekening houdt met
alle krachten van den mensch. De bestaande
wetgeving biedt wel eenige mogelrjkheden,
ook bij het bijzonder onderwijs bepaalde alge
meene richtlijnen voor te schrijven, doch na
gezette overweging is het noodzakelijk ge
bleken, dat aan het departement de mogelijk-
heid wordt gegeven, om naar bevind van
zaken wijzigingen of aanvullingen voor te
schrijven. De belangrijkste kwestie is daarbij
natuurlijk de vraag of op de Nederlandsche
lagere school het Duitsch zal worden inge-
voerd. Na de mededeelingen, die daarover
al vroeger zijn gedaan, bestaat er in den lande
belangstelling daarvoor en zelfs een zekere
onrust omtrent den aanvang van dat onder
wijs. Ik ben in staat, deze onrust weg te
nemen.
Het is noodzakelijk, dat er op den duur een
toestand ontstaat, waarbij elke Nederlander
eenigszins vertrouwd raakt met de Duitsche
taal, waardoor de mogelykheid voor alle Ne-
derlanders, om naar Duitschland te gaan, met
Duitschers om te gaan of bij gebleken werk-
loosheid in Duitschland te gaan werken, wordt
vergroot. In de eerste plaats kan een derge
lijke mogelykheid er slechts toe meewerken,
het contact en het vriendschappelijk verkeer
te bevorderen, wat voor de toekomst van ons
volk in een toekomstig Europa niet anders
dan gunstig kan zijn. Maar in de tweede
plaats juich ik haar ook van taalkundig
standpunt toe. Er is geen twyfel aan, dat het
Nederlandsch ik heb dat al vaker betoogd
thans sterker dan vroeger is blootgesteld
aan Duitsche invloed en dat die invloed voor
de zuiverheid van onze taal gevaarlijker is
dan bijv. die van het Fransch en van het En-
gelsch, het gevolg van de groote gelijkenis,
die er, naast aanzienlijke verschillen, tusschen
het Duitsch en het Nederlandsch bestaat.
Dien invloed kan men alleen weren of ten
goede keeren, als men zelf het Duitsch kent.
Hoe beter het onderwijs in het Duitsch is, des
te meer komt dit ook aan het Nederlandsch
ten goede.
Aan den anderen kant is het mijn vaste
overtuiging, dat men met het onderwijs in
een vreemde taal, en vooral in het zoo ver-
wante 'Duitsch, niet mag beginnen, voordat
het kind voldoende kennis van den bouw en
de spraakkunst van zijn eigen taal heeft ver-
worven en de geestelijke rijpheid bezit, om de
beginselen van een vreemde taal in zich op
te nemen. Dit heeft mij, daarby gesteund
door de adviezen van deskundigen, er toe ge-
leid, de eerste zes jaren van de lagere school
geheel vrij te laten van dit onderwys en met
het Duitsch pas in de 7e klasse een begin te
maken.
Dit onderwys begint zoo spoedig mogelijk
met het nieuwe schooljaar 1941/42 in den
volgenden eursus zal er dan aan de lagere
schooljaar worden toegevoegd, eveneens
met onderwys in het Duitsch. Daarmede zal
dan het van verschillende zijden reeds lang
gewenschte achtste schooljaar een feit ge
worden zijn.
Wij krijgen dus met ingang van 1942/43 een
Nederlandsche volksschool van 8 leerjaren,
terwijl in de twee hoogste leerjaren Duitsch
en wel 3 uur per week per jaar, zal worden
onderwezen. Deze thans gevallen principieele
beslissing stelt het departement in staat, aan
de uitwerking ervan in de practijk en met
name aan de kwesties van de aansluiting tus
schen l.o. en v.h. m.o. en tusschen l.o. en u.l.o.
te beginnen.
Intusschen zal het u duidelijk zijn, dat met
de bepaling van" drie uren per week een voor
alle scholen dwingend voorschrift betreffende
het leerplan moet worden gegeven. Ten aan-
zien van de voorziening met leerkrachten zijn
wij niet pessimistisch gestemd, al zal er veel
samenwerking tusschen verschillende scholen
noodig zijn. Ten einde echter zekerheid te
verkrijgen, dat dit onderwijs doeltreffend is,
zal er ook een voorschrift betreffende de leer
middelen dienen te komen. Er bestaat voor
het Duitsch op de l.s. op dit oogenblik geen
leerboekje. Om aan de moeilijkheid het hoofd
te kunnen bieden en vooral de methodische
bezwaren, die aan het onderwijs aan zoo jonge
kinderen verbonden zijn, te kunnen onder-
vangen, is er een boekje in voorbereiding, dat
volgens een nieuwe, op den leeftijd berekende
methode de grondbeginselen van het Duitsch
zal onderwijzen.
Ten einde dit boekje voor alle scholen van
Ik denk er zelfs niet aan! Ik wil rust hebben
en alleen zyn (zij stampte met den voet op
den grond). En onmiddellyk. Ga... ga toch!
Sabine, wat ik je te zeggen heb...
Kun je me morgen zeggen... Nog eens:
ga, ga! Als je niet onmiddellyk gaat, dwing
je mij, om juffrouw Motika te bellen. Hoor je?
Er was niets aan te doen, zy gedroeg zich
als een furie. Zwygend en zonder te groeten
verliet ik de kamer. De uitvoering van mijn
plan moest ik tot den volgenden dag uitstel-
len. Al het andere, wat toen volgde, weet je
reeds, Marc.
Marc knikte en bleef geruimen tijd zwij
gend voor zich uitstaren.
Alles wat u miji hebt verteld, is zonder-
Ung en verschrikkelijk. vader, zei hij einde-
lyk. De moord op gravin Sabine moet dus
gepleegd zijn in den korten tijd nauwelijks
een half uur tusschen uw heengaan en
mijn terugkomst. En u, die betrekkelijk dicht
bij haar kamer was, hebt in dien tusschen-
tijd niets verdachts gehoord? Geen gedruisch
in de gang? Zelfs niet het openen of slui
ten van een deux?
Niets. tenzij het gedruisch dat je zelf
hebt gemaakt door tegen het meubel te stoo-
ten en dat my dwong in de gang te gaan zien.
Maar toen was Sabine reeds dqod!
Wlat een huiveiingwekkend raadsel!
Maar de moord moet toch door iemand zijn
gepleegd.
Natuurlijk!
Maar kan 't geen zelflmoord geweest
zijn?
Zelfmoord? Onmagelijk! Denk toch aan
alles, wat ik je verteld heb. Een vrouw, die
zich koelfbloedig op een nieuwe toekomst
voorbereidt, pleegt geen zelfmoord!
En.(Marc aarzelde een oogenblik,
Nederland geschikt te houden, zal het zich
van elke politieke uiting en partijkiezing ont-
houden. Het ligt in de bedoeling, dit boekje
na deze zomervacantie verplicht te stellen.
De N.I.V.O.
Wat het middelbaar onderwijs betreft, ook
dit zal in den loop van den nu volgenden win
ter op de helling worden genomen. De door de
nieuwe urentabellen daarin aangebrachte
wijzigingen zijn daarvan een voorlooper en
hebben de meest dringende veranderingen
aangeduid. Het ligt in de bedoeling, de plaats,
het leerplan en de eindexameneischen van alle
vakken te herzien in den geest, dien ik zoo-
even voor het lager onderwijs schetste. In
tusschen zal reeds bij het begin van den nieu-
wen cursus een belangwekkende proefneming
op onderwijsgebied worden ondemomen: er
zal worden geopend een Nederlandsche instel
ling voor volksche opvoeding (afgekort
N.I.V.O.), die in den trant van de Duitsche
„National-politische Erzgiehungsanstalt" zal
worden ingericht, maar op Nederlandsche
leest zal worden geschoeid. In deze school
worden jongens van den leeftijd, die geschikt
is voor de middelbare school, opgenomen.
Zij leven daar als in een kostschool en ont
vangen een opvoeding, die gericht is op een
harmonische ontwikkeling van geest en
lichaam. Naast de studie van de belangrijk
ste vakken van het m.o. (waarby Neder
landsch het hoofdvak is) staat een veelzijdige
ontwikkeling op het gebied van lichaams-
oefeningen en sport. Binnenkort volgen er
over deze N.I.'V.O. nadere mededeelingen.
Intusschen wacht dus vooral het lager
onderwijs een jaar, waarin belangrijke dingen
worden voorbereid. Onnoodig te zeggen, dat
ook het onderwijs in het Nederlandsch, zoo
wel als andere onderdeelen van het leerplan
aan een nauwgezet onderzoek zullen worden
onderworpen. Mededeelingen daarover zal ik
opschorten, totdat de maatregelen verder uit-
gewerkt zullen zyn. Ik hoop, dat u, Neder
landsche ouders, dat, wat ik heden had mede
te deelen, met vertrouwen en begrip zult heb
ben opgenomen.
GENERAAL SEYFFARDT SPREEKT TOT
HET NEDERLANDSCHE VOLK.
Dinsdagavond hield luitenant-generaal H.
A. Seyffardt, chef van het Vrijwilligerslegioen
Nederland. over den zender Hilversum I een
toespraak tot het Nederlandsche volk, om
jonge en oudere. landgenooten, die nog niet
besloten hebben zich mede in te zetten voor
den strijd tegen het bolsjewisme, op te wek-
ken, zich thans nog aan te sluiten.
DE RIJKSCOMMISSARIS NEEMT
A£SOHEID VAN DE OFFTOIEREN VAN
HET LEOIOEN.
Dinsdagmiddag heeft de Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied, rijks-
minister Seyss Inquart, in tegenwoordigheid
van den hoogeren S.S.- en politieleider, S.S.-
Gruppenfuhrer Rauter, commissaris-generaal
Schmidt en luitenant-generaal Seyffardt, af-
scheid genomen van de Nederlandsche offi-
cieren, die de eenheden van het Nederland
sche legioen in den strijd tegen het bolsje
wisme zullen leiden.
Nadat de verschillende officieren door lui-
.tenant-generaal Seyffardt waren voorgesteld
aan den Rykscommissaris, richtte deze een
toespraak tot hen, waarin hij uitdrukking
gaf aan zijn waardeering voor het vrye be
sluit, dat bij ieder afeonderlijk zyn oorsprong
vindt in een Nederlandsch-volksch verant-
woordelijkheidslbefwustzijn. Later zal het Ne
derlandsche volk eens dezen mannen dank-
baar zijn, zoo zeide de Rijkscommissaris ver
der. dat zij in het historische conflict met
vooruitzienden blik hun plaats gekazen heb
ben aan de zijde, die den doodsvijand van het
avondland en zijn cultuur den vemietigings-
stryd heeft aarugezegd.
Nederland is op grond van geografische en
economische .omstandigheden niet in recht-
streeksch contact gekomen met het bolsje
wisme, dat Duitschland gedwongen heeft tot
den strijd op leven en dood. Daarom komt den
Nederlanders, die den juisten weg uit eigen
beweging hebben geVonden, bijzondere ach-
ting toe.
De Rijkscamimissaris wees vervolgens op de
volg'zame trouw, die een doorslaggevend ken-
merk is geweest bij ieder groot historisch op-
treden van de Germaansche volkeren. Daarop
berust ook de met het volksche geweten van
ieder overeen te brengen eed, dien de officie
ren van het Nederlandsche legioen moeten
afleggen voordat zij den stryd aanbinden en
waarin aan Adolf Hitler als oppersten oor-
logsleider van in den strijd tegen het bolsje
wisme aaneengesloten naties onvoorwaarde-
lijke trouw wordt beloofd.
Nadat luitenant-generaal Seyffardt een
dankwoord had uitgesproken, nam de Rijks
commissaris met een handdruk en den Sieg
Heil-groet afscheid van de officieren van het
Nederlandsche legioen.
VEEL ENGELSCHE VLJEGTUIGEN BOVEN
ONS LAND.
Woensdagnacht is een betrekkelijk groot
aantal Engelsche vliegtuigen bovens ons land
geweest. Er zrjn brisant- en brandbommen
geworpen. Hierbij is een boerenhoeve ver-
woest en een persoon gedood.
In een stad in het Noorden des lands zijn
11 huizen min of meer ernstig beschadigd;
maar ging toen op vasten toon voort)
...Heiden? Die was op de hoogte van de
'plaatselrjke omstandigheden
Neem t mij niet kwalrjk, mijn jongen,
maar die gedachte is eenivoudig absurd, of-
schoan ook Ese herhaaldelijk een toespeling
van dien aard heeft gemaakt. Voor Heiden
bestond er geenerlei aanleiding om de mis-
daad te plegen. Op de eerste plaats beminde
hrj Sabine; ten tweede rekende hij erop, door
Sabine later in 't bezit van een aanzienlijk
kapi'taal te komen, indien het beiden gelukte
hun liefde te Vrerheimelijken, totdat de schei
ding was uitgesproken. Daar Heiden geen
vermogen bezit, pleit deze omstandigheid
sterk te zijnen gunste. Alleen de levende Sa
bine had waarde .voor hem haar dood
moest al zijn berekeningen in duigen werpen.
U hebt gelijk. vader. Heiden kan 't niet
geweest izdjn... Maar wat kan hij bedoeld
hebben met den tiweeden weg dien de gravin
moest volgen, om vrij te worden
Dat weet ik niet. Ik zal er mij het hoofd
niet mee breken. De vraag: Wie is het dan
geweest? lijkt mij van heel wat meer belang.
Marc wilde juist iets zeggen, toen Evert
binnen trad:
Mi] nil eer de graaf, juffrouw Hartlieb
laat zich aandienen.
Heb je haar gezegd, wie er is? vroegen
vader en zoon als uit 6en mond.
Evert glimlachte een beetje verlegen of
ondeugend
Neen, mijniheer de graaf, ik heb er niets
van gezegd. Ik wist immers niet, of mynheer
de graaf het goed zou vinden, en daarom
dacht ik...
i Best, Evert. Zeg er ook ma geen wpord
van en breng de juffrouw hier.
(Wordt vervolgd.)