GELD1GE BONNEN VOOR VOEDINGSMIDDELEN t Koop eerst een anderetandpasta TlVjri/uvzdt/e* In levering van metalen. IN DE WEEK VAN 3 AUG. TOT EN MET 9 AUGUSTUS 1941 NEDERLAND ZENDT AMBULANCE. VERDERE BEPERKING VAN DEN VEESTAPEL. Bij allerlei pijnen: t De Burgemeester van TERNEUZEN maakt bekend, dat de oproepingen om te verschijnen voor de inlevering van metalen zjjn verzonden voor het gedeelte der gemeente omvattende: a. Bureau Grenulaan U.L.O.-sehool: Tholensstraat, Tuinpad, le en 2e Ver- bindingsstraat, Vischsteeg, Vlooswijk- straat, Walstraat, Westkolkstraat en Zandstraat. b. Bureau Axelsctoestraat S: Steenkamplaan, Tramstraat, Tulpstraat, Tuinstraat, Verlengde van Steenbergen- laan, Walravenstraat en Wilhelmina- plantsoen. c. SlUislcU, Bureau Gynuiastieklokaal open- bare school (Spoorstraat) Benedenweg, Bovenweg, Coe-gorsstraat, Pabrieksstraat, Kanaalweg, Landstraat, Louisastraat, Mlddenstraat, Nv-Kerk- straat, Oostkade, wijk P no's 115 t^n 170, Pierssenspolderstraat, Spoorstraat, Veld- straat, wqk O no's 16, 17, 28, 29, 30 en 31. Verder zijn de oproepingen verzonden voor: a. alle afzonderlijke levende personen; b. alle andere inleveringspliclltigen, die in de gemeente in eenig gebouw, wagen of vaartuig wonen of verblijven of werk- zaam zijn; onder deze laatste categorie vallen ook publiekreohtelijke lichamen en rechts- personen. c. de bedrijven (fabrikanten, bandelaren, winkeliers enz.). Gelegenheid tot inlevering van metalen voor de bewoners van bovenvermelde straten en voor de andere categorien inleverings- plichtiigen zal bestaan op Maandag 4 Augus tus tot en met Vrijdag 8 Augustus 1941, op de dagen en uren vermeld op de persoonlijke oproepingen. De inleveringsplichtigen worden er met nadruk op gewezen, dat het niet ontvangen van een oproeping hen niet ontheft van de in de verordening betreffende de inlevering van metalen opgelegde verplichtingen. Terneuzen, 1 Augustus 1941. De Burgemeester voornoemd. P. TELLBGEN. Antwoord: ,,In de eerste plaats" zoo ver- klaarde prof. Goedewaagen, ,,wil ik op histo- rische gronden vaststellen, dat de grootste wijsgeeren zich diepgaand met de politiek bezig hebben gehouden en dat zij philosofi- sche gefundeerde, politieke stelsels ontwier- pen. Het waren de wijsgeeren Plato en Aristoteles, die de politiek van Alexander den Groote hebben voorbereid, terwgl de schooi der Stoa de wijsgeerige rechtvaardiging gaf voor de imperium-politiek der Romeinen. Thomas van Aquino stelde de algemeene politieke leer voor de Roomsche kerk op. welke nog tot voor kort de gangen van het politieke katholicisme heeft kunnen leiden. Ook Kant levert, als overtuigd aanhanger van de Fansche revolutie, een bewijs voor mijn stelling, evenals Schelling en Hegel, die sterk anti-liberalistisch in den zin der Restau- Elk der volgende bonnen Geeft recht op het koopen van Beschikbaar per persoon 3 Aug. t/m 9 Aug. 1941: 29-4 Brood 29 Brood 29 Vleesch 29 Vl.waren 29 Kaas 29 Eieren 29 Melk I 29 Reserve 4 rants. 1 rantsoen Yz rantsoen 1 rantsoen 100 gram 1 stuks 13A liter 3 kg Brood of gebak Vleesch of Vleeschwaren Kaas Eieren Melk Aardappelen 3 Aug. t/m 9 Aug. 1941: 105 Algemeen 250 gram 21 Juli t/kn 10 Aug. 1941: 104 Algemeen 250 gram 14 Juli t/m 10 Aug. 1941: 500 gram**®, Yz rantsoenJj Suiker Koffie-Surrogaat 103 Algemeen 10 Bloem 102 Algemeen A Rijst A Havermout am loem, Brood of Gebak 250 gram 250 gram 250 gram 16 Juni t/m 10 Aug. 1941: 44 Algemeen 45 Algemeen 54 Algemeen 55 Algemeen 250 gram 250 gram 100 gram 100 gram 3 Aug. t/m 20 Aug. 1941 26-27 Boter 250 gram 26-27 Vet 250 gram Rijst Havermout of Gort Havermout of Gort Gort Vermicelli Maizena Boter Boter met reductie Ot/m 3 jaar 4 t/m 13 jaar 14 t/m 20 jaar Vol- was- senen Eenheid In tijdvak van d£n week 10 20 24 20 rants. 2 3 3 3 rants. 100 1 7 3 100 1 3'/a 3 100 1 3 100 1 3 gram stuks liter kg In tijdvak van vier weken 1 1 1 1 kg 250 250 250 250 gram 500 500 500 500 gram 4 4 4 4 rants. 500 250 250 250 gram 250 gram In tijdvak van acht weken 250 250 100 100 250 250 100 100 250 250 100 100 250 250 100 100 gram gram gram gram In tijdvak van 18 dagen 250 250 500 500 500 500 500 500 gram gram EEN RAlSfTSOEN IS: Brood: lOO gram brood. Gebak: 75 gram beschuit, wafels, biscuits, koekjes, of 140 gram speculaas, koek, of 300 gram cake, of 400 gram gevuld klein korstgebak, of 500 gram gevuld groot korstgebak, of 600 gram taart, gebak jes. Bloem: 70 gram tarwebloem, -meel, rogge bloem, -meel, zelfrijzend bakmeel. Rijst: 250 gram rijst, rijstemeel, -bloem, -gries, gruttemeel (gemengd meel). (Havermout, 250 gram havermout, -vlokken, -bloem, aardappelvlokken. Gort: 250 gram gort, gortmout, grutten. Vermicelli: 100 gram vermicelli, macaroni, spaghetti. Maizena: 100 gram maizena, sago, aardappelmeel, of 100 gram zetmeel, verwerkt in puddingpoeder of puddingsauspoeder. Vleesch: 100 gram vleesch, gewicht van been inbegrepen. Vleeschwaren: 75 gram gerookt of gekookt vleesch, of 75 gram gerookte worstsoor- ten, of 100 gram gekookte worstsoor ten, of 125 gram leverartikelen, tonge- worst, nierbrood, of 150 gram bloed worst. Jam: 500 gram jam, siroop, honing enz. Voor de overige artikelen is het rantsoen gelijk aan de in bovenstaande ljjst vermelde hoeveelheden. ATTENTIE! De volgende bonnen zijn na Zaterdag 2 Aug. niet meer geldig: 28 brood; 28 vleesch, vleeschwaren, 28 eieren; 28 melk; 28 reserve (aardappelen); 24-25 boterkaart en 24-25 vetkaart (na Zondag 3 Aug.); 101 algemeen (suiker). N.B. De bonnen 26, 27, 28 en 29 voor kaas' iblijven geldig t/m 9 Augustus 1941. De bonnen, welke van 3 Aug. 1941 af zijn geldig verklaard, met uitzondering van die voor vleesch of vleeschwaren, mogen reeds op Zaterdag 2 Aug. 1941 worden ge- bruikt. Het koopen van vleesch of vleeschwaren in den kleinhandel op Maandag en Dinsdag is niet geoorloofd. en liefst de duurste die er is en probeer daarna Ivorol. Dan neemt U waar hoe Ivorol in reinigend-, witmakend- en schuimend vermogen alle andere verre overtreft. Tu Prof. dr. T. Goedewgagen. (Foto N.V. Vereenigde Persbureaux) ratie hebben gedacht. Tenslotte mag zeker ook Rousseau niet vergeten worden in ver- band met de leer der volkssouvereiniteit. Men mag gerust zeggen, dat elke wijsgeer. die op volledigheid aanspraak wil maken, zijn politieke stelsel heeft, zooals hij dit moet hebben in verband met zijn eigen, bepaalde sociale en religieuz,e opvattingen. De wijs begeerte en de politiek zijn onscheidbaar en hun eenheid is noodzakelijk, willen beiden niet onvruchtbaar zijn. Ontwikkcling gebonden aan de historic. Vraag: Wordt de vrijheid der philosofie door dezen band met de^politiek niet te zeer beperkt en is zij onder deze omstandigheden nog wel tot eigen werkzaamheid in staat? Antwoord: Men moet vooral niet denken dat er een eigen werkzaamheid der philosofie kan bestaan geheel en al los van den politie- ken strijd. Integendeel: de ontwikkeling van de philosofie en haar denkstelsels voltrekt zich juist door en in de concrete historische situatie. De vrijheid der wijsbegeerte toch, beteekent geenszins, dat zij los van de maat- schappij staat, doch dat zij, midden in den socialen strijd geplaatst, deze op haar eigen wijze belicht. Dit is geen ontdekking van onzen tijd, doch een historisch vaststaand, onveranderlijk feit. Een karakte'ristiek voorbeeld, hiervan dat voor ons Nederlanders voor de hand ligt levert Thorbecke, die in Duitschland philoso fie studeerde en in Leiden de ideologie van het liberalisme schreef en beleed. Ik zou niet gaame ontkennen, dat Thor becke een wijsgeerig denker was, omdat hij de geestelijke vader van de liberale politiek is, waarvan ik als nationaal-socialist een bestrij- der ben. Thorbecke kwam op grond van zijn philosofisch denken tot zijn politieke stelsel en wat voor hem geldt,, geldt mutatis mu tandis ook voor een wijsgeer, die een natio- naal-socialistisch politiek stelsel aanhangt De eigen werkzaamheid van de wijsbegeerte is overal en altijd gelegen in den blik op het geheel en het logisch doordenken van alle begrippen, die op een bepaald en bijzonder geval betrekking hebben. Zoo heeft bijvoor- beeld Plato niet alleen een gemeenschaps- ideaal in theorie en met de daad nagestreefd, doch ook de vraag- naar het wezen en het begrip van de menschelijke samenleving gesteld. Een vergeten hoofdstuk". Vraag: Welke beteekenis hecht U aan het rasvraagstuk in de philosofie en hoe stelt U zich voor dit te behandelen? Antwoord: Het rasvraagstuk is niet alleen in wijsgeerig en politiek opzicht doch voor de geheele wetenschap langen tijd een „ver- geten hoofdstuk" geweest. De taak van de philosofie t.a.v. dit begrip is mijn inziens tweeledig. Ten eerste moet zij historisch laten zien, hoe dit vraagstuk, ondanks het feit, dat men het langen tijd heeft genegeerd, wel aan de orde moest komen. Ten tweede zal zij zich systematisch moeten bezinnen op dit begrip. Ik wil hierbij vooral den nadruk leggen op het feit, da-t het rassenvraagstuk niet alleen biologisch gezien moet worden, doch dat het ook en zelfs in de eerste plaats van, cultuur- wetenschappelijken aard is. Het inzicht zal meer en meer baan moeten breken, dat het ras in belangrijke mate mede-bepalend is voor het menschelijk zieleleven en de volks- ziel. Het is dan ook noodzakelijk, dat de raspsychologie in alle richtingen wordt uit- gebouwd. Wij mogen ons nu eenmaal niet ontveinzen, dat bijvoprbeeld de politieke ge- schiedenis, de kunstgeschiedenis en de ge- schiedenis van het geestelrjk leven niet begrepen kunnien worden, als men het ras- beginsel niet als uitgangspunt neemt. Men denke hierbij bijvoorbeeld aan Rembrandt, of aan de Gothiek, welke zoo typisch Ger- maansch was tegenover de overige wereld. Ook de Leidsche universiteit zal zich eens wijsgeerig moeten bezinnen op begrippen als volk, stam en ras. Zoowel voor de weten schap, alsook voor den politieken strijd is dit onmisbaar. Ik stel my dan ook voor, bij mijn ondeihvijs een niet gering deel te besteden aan de .philosofie der bloedgemeenschap". Wijsbegeerte geeft inzicht in het geheel der wetenschap. Vraag: Hoe ziet U de zuiver theoretische functie van de wijsbegeerte in het geheel van het universitaire onderwijs? Antwoord: De universiteit is in de laatste eeuwen geworden tot een ondoordachte chaos van speciale vakken, waar een ieder in zijn eigen hokje werkt, terwijl de blik op het ge heel, althans voor een zeer groot deel, ver- loren ging. De philosofie heeft van oudsher tot taak het encyelopaedisch stelsel van wetenschap te ontwikkelen en het was Hegel, die dit uiteraard met de middelen van zijn tijd het rneest volledig heeft gedaan. Zooals thans in de politiek de idee van het geheel op den voorgrond treedt tegenover die van de bijzon- dere deelen, zoo gaat het ook met de ver- schillende wetenschappen (Gestalspsychologie moderne sociologie) en zoo zal het ook gaan met de wijsbegeerte. Deze begriipt steeds meer als haar taak: met de wetenScha.ppe- lijke middelen van dezen tijd de encyclopae dic van alle wetenschappen dialectisch te ontwikkelen. In de stad, waar Holland do- ceerde, is dit geen onbekend geluid! Zelt neb ik in 1932, in mijn „Summa contra Meta- physicis" een bijdrage in dit streven .villen geven en het verheugt mij, dat ik nu in de gelegenheid wordt gesteld, de nieuwe philo sofie in dezien geest, niet alleen historisch besehrijvend, maar ook systematisch te ont wikkelen, daarbij aanknoopend aan het groote voorbeeld der Duitsche wijsgeeren, van Leib- Gierend suizen de projectielen over het slagveld, ratelend spuwen mitrail- leurs hun kogelregens, hoog laaien de vlammen van het krijgsgewoel. In het Oosten is een gigantische strijd ontbrand. Natuurlijk worden daar wonden geslagen Maar ook geheeld. Er moet hulp ge- boden worden. 4 Reeds Snellen Roode Kruis-mannen j toe. Gewonde strijders worden liefderijk opgenomen, er wordt niet gekeken of het vriend of vijand is, zoodra de strijder buiten gevecht gesteld is. Zoo verricht het Roode Kruis zijn j zegenrijken ar.beid op het slagveld. Het j is de plicht van ieder, mede te werken, i opdat deze arbeid zoo intensief mogelijk j kan geschieden. Natuurlijk zal ook Nederland een am- j 'ouiance uitzenden. Nederlanders, de vrijwilligers van j onze ambulance doen een beroep op u. Helpt deze dappere mannen en zendt uw j bijdragen in, stort deze op girorekening no. 87600. niz tot Hege Zooals nog onlangs prof Noack uit Hamburg hier te lande heeft betoogd, liggen hier de grondslagen van een phiioso- fische denkwijze, die in haar dialectiek zuiver" methodisch en „op de hoogte van de weten schappen" is. (Nadruk verboden.) BEKENDMAKING VAN GENERAAL DER VLIEGERS FR. CHRISTIANSEN. De weermachtsbevelhebber, generaal der vliegers Fr. Christiansen, maakt bekend: Ik herinner aan mijn mededeeling van 17 Augustus 1940, volgehs welke elke waar- neming over een landing, het springen uit een vliegtuig of het verblijf van leden der vijandelijke weermacht, alsmede over het werpen uit vijandelijke vliegtuigen op Neder- landsch gebied, terstond aan de dichtstbij- zijnde Duitsche militaire instantie of Duitsche politie-instantie gerapporteerd moet worden. Voor elke mededeeling over een val of een noodlanding van Duitsche of vijandelijke vliegtuigen, op grond waarvan de plek, waar 't vliegtuig is neergekomen, gevonden wordt, krijgt degene die hiervan het eerst melding maakt een premie van twintig gulden. De premie wordt ook dan uitbetaald, wanneer onderdeelen van vliegtuigen gevonden en aangemeld worden, welke het op ondubbel- zinnige wijze mogelijk maken te constatee- ren, dat een vliegtuig is neergestort. De pre mie wordt uitbetaald door de dienstinstantie, bij wie de aanmelding is geschied en wel on- middellijk nadat het bericht gebleken is juist te zjjn. Onafhankelijk van deze aanmeldmgspremie worden evenals tot dusver bedragen betaald voor bijzondere verrichtingen, die verband houden met het neerstorten van vliegtuigen of noodlandingen, zooals b.v. hulpverleening bij het redden van vliegtuigbemanningen, het bergen van vliegtuigen, enz. het petroleumverdrag tusschen NED.-INDIfi EN JAPAN. De correspondent der N. R. Crt. te Berlijn telefoneerde Donderdagavond: Naar aanleiding van een deSbetreffende informatie door Japan verklaarde men te Batavia, dat Nederlandsch-Indie niet van plan is het petroleumverdrag met Japan in zijn geheel op te zeggen. De Afmerikaansche berichten dienaangaande zijn onjuist te noemen. Het eou echter niet te vermijden zijn dat door het blokkeeren van het Japan- sche dollartegoed in Amerika moeilijkheden bij de betaling ontstaan, waardoor de olie- exporten geringer zouden worden. In prin- cipe blijft het petroleumverdrag echter zoo als voorgenomen tot November van dit jaar bestaan. GEEN HANDEL IN VEELEVERINGSBONS MEER. In aansluiting met het bericht, dat met ingang van 1 Augustus de afrekenings- bewijzen, ter zake van veelevering niet meer verhandelbaar zullen zijn, ontvangen wij de volgende toelichting De mededeeling geeft aanleiding te herin- neren aan het voorschrift, dat de veestapel in December 1941 met 20 pet. moet zijn inge- krompen, vergeleken met het totale aantal van alle dieren boven een jaar, zooals dit einde November 1940 was. Iedere veehouder is onderworpen aan een verplichting om vee te leveren aan de Neder- landsche Veehouderijcentrale. Hij krijgt uit dien hoofde een aanslag. Het totaal van de leveringsaanslagen echter is veel grooter dan 20 pet. van den veestapel, want bvj de ver- plichte veelevering kan niet alleen worden rekening gehouden met de inkrimiping van den veestapel met 20 pet., die als gevolg van de beperktheid der voorraden veevoer noodig is, maar moet ook de normale, jaarlijksche ,,uitstoot" van den veestapel in aanmerking worden genomen. Ook deze „uitstoot" be- draagt ongeveer twintig procent. De gang van zaken was tot dusver als volgt De boer, die aan de Nederlandsche Vee houderijcentrale levert en aan de, door haar gestelde, eischen voldoet, krijgt een leve- ringsbon, ook, wanneer hij voor het geleverde stuk vee niet is aangeslagen. Deze bon, welke het bewijs is, dat aan de Oentrale een koe is geleverd, heeft een looptijd van veertien dagen. Moet een veehouder aan zijn leveringsplicht voldoen, dan moet hij bij den provincialen voedselcommissaris een leveringsbon mleve- ren, ten bewijze, dat aan de veehouderijcen trale een koe is geleverd. Heeft hij geen bon dan moet hij een koe inleveren. Met betrek king tot den leveringsplicht heeft een bon dus dezelfde beteekenis als een koe. Alleen is de laatste niet zoo gemakkelijk te han- teeren als de eerste. Op deze wijze is een handel in leverings- bons, officieel afrekeningsbewijzen genoemd, ontstaan. Wanneer b.v. een boer op dit oogen- blik een koe aan de Veehouderijcentrale moest leveren, maar het hem, met het oog op zijn bedrijf, beter paste, dit eerst over zes weken te doen, kon hij van een niet-leveringsplich- tige, die een koe had geleverd, den bon koopen en dien bij den provincialen voedsel commissaris inleveren. Zes weken later leverde hij dan zijn eigen koe aan de Vee- houderij Centrale. De bon, welken hij daar-, voor kreeg, behoefde hij niet bij den provincialen voedselcommissaris in te leveren en kon hij verkoopen. Aanvankelijk heelt men den handel in af rekeningsbewijzen, omdat de veehouders er door in staat werden gesteld, te leveren op het oogenblik, dat hun dit, met het oog op hun bedrijf, het beste uitkwam, zonder dat hiervoor een handel in koeien noodig was. Deze verhandelbaarheid heeft echter het onvoorziene gevolg gehad, dat de prijzen er van excessief zijn gestegen. De leveringsbons zijn een soort speculatie-object geworden in handen van handelaren die hiermee a la baisse of h la hausse speculeerden. Het kwam voor, dat een handelaar met een dik pak leveringsbons in den zak een markt bezocht om, als de daar geboden prijs hem niet hoog genoeg was, zich naar een andere markt te begeven. De handel in bons toonde ten slotte de typische kenmerken van een handel in speculatie-objecten. Daarom is aan de verhandelbaarheid van de afrekeningsbewijzen na 1 Augustus een eind gemaakt. De gang van zaken kan nu als volgt wor den aangegeven: Een boer zal, om aan zijn leveringsplicht te kunnen voldoen, voortaan een koe moeten leveren of op zijn naam door een ander moe ten doen leveren. Men zou de opmerking kunnen maken, dat een veehouder toch aan een handelaar zal kunnen opdragen, op zijn naam aan de Cen trale een koe te leveren. De boer krijgt dan den bon, welke bewijst, dat hij aan zijn leve rinsplicht heeft voldaan. Inderdaad is het mogelijk, dat thans, in plaats van handel in bons, tot op zekere hoogte handel in koeien ontstaat. Maar, door een eind te maken aan de verhandelbaarheid van bons, remt men de mogelijkheid van speculatie. Bij een handel in papieren kan speculatie licht ontstaan maar een speculatie in koeien zou onder de tegenwoordige omstandigheden met groote moeilijkheden gepaard gaan, gezien de be- gwaren ten aanzien van voedering, stalling en vervoer. De kosten en moeilijkheden zul len den handel wel beletten, een zoo grooten voorraad koeien aan te houden, als voor spe culatie noodig zou zijn. Regel wordt nu, dat alle leveringsbons, welke 1 Augustus of later zijn gedateerd, niet verhandelbaar zullen zijn. Zij zijn dus alleen geldig voor den veehouder, op wiens naam zij zijn gesteld. Wij zeggen hier met opzet .geldig voor den veehouder", omdat een han delaar, die op eigen naam levert om aan zijn inleveringsplicht te voldoen, ook als veehou der is aan te merken. De handelaar echter, die voor een veehouder aan de Nederlandsche Veehouderijcentrale levert, dient wel toe te zien, dat op den bon de juiste naam, adres en organisatienummer van zijn opdrachtgever worden vermeld. Als hij dit verzuimt, kan hij zijn opdrachtgever emstig nadeel berokkenen. Leveringsbons, voor 1 Augustus afgestem- peld, kunnen zich reeds in handen van der- den bevinden en blijven dps uit den aard der zaak gedurende hun looptijd (van veertien dagen) geldig. Op de persconferentie van Donderdag heeft de directeur-generaal voor de voedselvoor- ziening, ir. S. L. Louwes, medegedeeld„ dat de zeer slechte veevoederpositie, tengevolge van het uitvallen van den import, het nood zakelijk maakt, dat ten opzichte van bepaalde Helpen veilig en vlug. Doos 10 en 50ct (Ingez. Med.) onderdeelen van den veestapel zeer vergaande beperkende maatregelen worden genomen. Uit den aard der zaak zullen hierdoor in de eerste paats worden getroffen die deelen van den veestapel, die vrijwel geheel op den import van krachtvoeder waren aangewezen. Voomamelijk dus het pluimvee en de var- kens. Voor den rundveestapel is reeds bekend gemaakt, hoever de beperking zal gaan. Verdere inkrimping van den rundveestapel zal, in het nationale belang, zooveel mogelijk worden voorkomen. Teneinde den ingekrompen rundveestapel zoo gezond en zoo productief mogelijk door den winter te krijgen, moet een groot deel van het veevoeder voor dit deel van den vee stapel worden gereserveerd. Daar op het voer voor de paarden, op wier werkkracht wij nu meer dan ooit zijn aange wezen, slechts zeer weinig kan worden be- zuinigd, spreekt het vanzelf, dat datgene dat overblijft voor den pluimveestapel en den varkensstapel, niet vee zal kunnen betee- kenen. Bij de verdeeling van het weinige, nog be- schikbare veevoeder voor den pluimvee-en varkensstapel zal er op worden gelet, dat bij eventueele verbetering in de voorziening met veevoeder deze beide onderdeelen van de veehouderij weer zoo snel mogelijk tot een behoorlijken, ooivang kunnen worden uitge- breid. In het algemeen zal het voer dus wor den bestemd voor den opfok. Bij varkens zal dit dus neerkomen op een zeer snelle roulee- ring van den stapel, bij pluimvee op een reserveering van het voer voor die bedrijven, die het best in staat zijn om zoo snel moge lijk weer een goeden pluimveestapel op te bouwen. Het pluimvee. De pluimveestapel zal op korten termijn moeten worden teruggebracht op ongeveer een derde van den huidigen omvang. Slechts voor een gedeelte van het pluim vee, dat nog mag worden aangehouden, zal voer worden beschikbaar gesteld. Op de boer- derij zal men een 10 a 15 stuks pluimvee mogen houden, mits deze worden gevoederd met afval van de boerderij. Het voer, dat voor pluimvee beschikbaar is, zal, zooals boven gezegd, zoo moeten worden verdeeld, dat de heropbouw van onzen puimveestapel zoo goed mogelijk wordt verzekerd. Mocht dus blijken, dat de omstandigheden in het voorjaar van dien aard zijn, dat tot uitbreiding van den pluimveestapel kan wor den overgegaan, dan zal geen onherstelbare schade zijn aangericht. Natuurlijk beteekent een en ander, dat wij over zeer weinig eieren de beschikking zul len krijgen, welke slechts voor bijzondere instellingen en voor bijzondere omstandig heden, in de eerste plaats ziekenhuizen, be schikbaar zullen worden gesteld. De varkensstapel. Een zeer aanzienlijke inkrimping zal ook onze varkensstapel dienen te ondergaan. Gezien de hoeveelheid veevoeder, die wij ter beschikking hebben, is onze varkensstapel nog veel te groot. Het is niet alleen noodig, dat de inkrim ping plaats heeft, maar deze moet ook zoo snel mogelijk plaats hebben. Hier doet zich nu een mogelijkheid voor door een wijziging in het met Duitschland gesloten ruilcontract veevoeder tegen varkens. De Duitsche autoriteiten zijn bereid ge bleken, het contract, waarbij tegen veevoe der varkens zouden worden geleverd, om te zetten in een, waarbij gedeeltelijk gebruiks- vee, gedeeltelijk loopers worden geleverd. Dit heeft voor ons twee voordeelen: Onze veestapel en vooral ook onze veevoederpositie zijn er niet op berekend om het aantal stuks vee, waarmede nu eenmaal deze veestapel moet worden ingekrompen op tijd slachtrijp te krijgen. Deze kunnen nu als gebruiksvee worden afgezet. Daarnaast zullen in plaats van een groot gedeelte gecontracteerde vette Varkens, loopers kunnen worden geleVerd. Deze loopers zullen door deze overeen- komst worden geruild tegen uit Duitschland te verkrijgen veevoeder. Het is voor een behoorlijke afwikkeling van deze afspraak noodzakelijk, dat de hiervoor te leveren loo pers op de overeengekomen tijden en plaat- sen ter beschikking komen. Om in een regelmatige levering te voor- zien, zal iedere varkenshouder, in het bezit van loopers, mededeeling krijgen van de hoe veelheden en de plaats, waar hij deze moet leveren. Met dezen voorgenomen export zijn wij er, tengevolge van onze veevoederpositie, nog niet. Ook aan die varkens, die niet als loo pers (voor degenen, die dezen term niet ken- nen, zij medegedeeld, dat dit varkens van pl.m. 40 kg levend igewicht zijn) worden afge- nomen, zal geen lang leven beschoren zijn. Zij zullen, tenminste voor zoover een gedeelte nog niet op lichter gewicht, dus in feite als Looper, ten hoogste bij een gewicht van 60 kg moeten worden afgenomen. ENGELSOHE LUCHTAANVALLEN OP ONS LAND. Gedurende eenige dagen waren geen En- gelsche luchtaanvallen te vermelden. In den vorigen nacht echter vloog weer een aantal Britsche vliegtuigen boven ons land en vooral in het Oosten des lands werden verscheidene brisant- en brandbommen geworpen. In totaal werden hierbij zes woonhuizen volledig vernield en ongeveer 60 woonhuizen meer of minder zwaar beschadigd. Verder werden drie broeikassen vernield. Ook kreeg een vrij groot aantal woonhuizen en broeikas sen glasschade. Helaas zijn bij deze aanvallen 8 dooden, 6 zwaar en 18 licht gewonden te betreuren. e Op een gedeelte van het aangevallen ter- rein werden ook brandplaatjes gevonden Men maakt er opmerkzaam op, dat het met het oog op den oogst en de eigen voedsel- voorziening van ons land van groot belang is, dat met name de bevolking van het platte- land de oogen goed openhoudt en na het ver schijnen van Britsche vliegtuigen de omstre- ken op de aanwezigheid van brandplaatjes controleert. Men bedenke, dat men deze niet met de bloote handen aan moet vatten en dat men gevonden brandplaatjes bij de politie ter vernietiging moet inleveren. DE NEDERLANDSCHE RADIO-OMROEP EN HET VRIJWILLIGERSLEGIOEN nederland. Naar aanleiding van het ten geschenke geven van een complete radio-reportage- wagen door den directeur-generaal van den Nederlandschen Radio Omroep, dr. ing. W. A. Herweyer, aan het Vrijwilligerslegioen Neder-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 2