Ter Neuzensche Courant Binnenland Liefde's Zegepraal Vrijdag 11 Juli 1941 No. 10.239 TWEEDE BLAD FEUILLETON VAN - WIJ EN EUROPA. De Unie komt, schrijft de N. R. Crt., deze week met een toelichting op de uitspraak van het Driemanschap,,Wij, Nederlandsche socialisten, zijn geen nationaal-socialisten", even uitvoerig, als de uitspraak kort was. Wanneer men, aldus De Unie, de voorstan- ders van nationale eenheid; een socialis tische volksgemeenschap; een sterk centraal gezag, met het scherp vaststellen van de per- soonlijke verantwoordelijkheid allerwegen; een geleide oeconomie; een hervorming van geld- en credietwezen, waardoor het kapitaal de volkswelvaart dient en niet daarop teert; bestaans- en rechtszekerheid voor alle wer- kers nationaal-socialisten wil noemen, dan is in dit geval natuurlijk ook De Nederlandsche Unie nationaal-socialistisch. „Maar de feiten liggen anders" vervolgt De Unie dan. Zij herinnert eraan, dat toen Hitler twintig jaar geleden de beweging stichtte, welke in Duischland de draagster zou worden van de gedachte der socialistische volksgemeenschap, hij deze beweging natio naal-socialistisch noemde. „Sindsdien is het, ter vermijding van begripsverwarring, nood- zakelijk, dat wij het woord nationaal-socia- lisme all66n gebruiken, wanneer wij het heb- ben over de Duitsche variatie van de Euro- peesche volksgemeenschapsgedachte. Want bij de verwezenlijking van deze super-natio- nale gedachte der volksgemeenschap in Duitschland is onvermrjdelijk een aantal spe- cifiek Duitsche bewegingen en invloeden mede een rol gaan spelen. Wij moeten zeggen, dat de redeneering nog al gezocht is. Want alles goed bekeken, is de reden, waarom de Nederlandsche Unie ervoor terugschrikt zich nationaal-socialistisch te noemen, de behoefte om zich als Nederland sche beweging van de Duitsche nationaal- socialistische beweging te onderscheiden, on- redelijk geworden, omdat in het nationaal- socialisme nu juist deze eisch, dit inzicht in de noodzakelijkheid van nationale spreiding en dus ook onderscheiding van de beweging bovenop ligt. In dien zin is het nationaal- socialisme dan ook geen exportartikel, omdat het zich in ieder land naar de wijze des vol'ks moet vormen, als een kwestie van de eer van ieder tot zelfstandigheid geroepen volk. Als het ontdekte dynamische beginsel van dezen tijd is het echter een algemeen beginsel, dat, wanneer men zich eenmaal op den grondslag van nationale concentratie en socialistische organisatie plaatst, in wezen is aanvaard en niet meer aanvaard hoeft te worden. Wat dan nog overblijft, is een kwestie van den naam. Een gewichtige kwestie, zeer zeker. Nu wil echter het geval, dat de naam ,,nationaal- socialisme" reeds meer dan twintig jaar oud is en intusschen, als algemeene aanduiding, ook den voorrang heeft gekregen boven het uit hetzelfde jaar 1919 dateerende fascisme. Het is nu toch al rvjkelijk laat over den naam te gaan twisten. Maar bovendien, is de on derscheiding, waaraan de Nederlandsche Unie de voorkeur zou geven, bijv. tusschen een Hongaarsch-socialistische volksgemeenschap, een Fransch-socialistische volksgemeenschap, een Duitsch-, een Spaansch- en een Neder- landsch-socialistische volksgemeenschap zoo- veel duidelijker? Ook de nationaal-socialis- tische bewegingen en volksgemeenschappen zijn nationale onderscheidingsteekens, in den naam en anderszins, blijven voeren. Er zou dus niet anders overblijven, dan dat men een schijnbaar pleonasme vermeed door overigens van socialisme in plaats van nationaal- socialisme te spreken. Een schijnbare taalkundige overbodigheid Want er schuilt in deze vereenvoudiging ook een gevaar. Wanneer we in het nationaal- socialisme het ontdekte dynamische beginsel van dezen tijd zien, dan beteekent dat, tege- lijk met het naar voren brengen van het volk als drijfkracht, wel degelijk de aanduiding van een volkeren-verbindend element. Het nationaal-socialisme is immers nog lets anders en meer dan in de zes punten van De Ulnie wordt besomd. Alles bij elkaar is het een poging tot doorbreking,van de opgesloten- heid, waarin de volkeren onder de oude orde van samenleving waren komen te leven: op nationalen grondslag, nadat de illusie om in- ternationaal een regeling van werkelijke ge- lijkheid te bewerkstelligen, vervlogen was. Die opgeslotenheid werd uiteraard slechts door enkele volkeren, in het bijzonder door de verliezers van den wereldoorlog, als zoo- danig gevoeld. Maar daarom bestond zij toch. En daarom was het, nu het niet langs den weg van herziening van de vredesverdragen moge lijk was, hoe dan ook noodzakelij'k dat daar verandering in kwam. In dien zin noemen wij het nationaal-socialisme het dynamische beginsel van dezen tijd. Maar dan moeten we ook het oog gevestigd houden op het doel. De gedachte om in een stap tot een georganiseerde wereldhuishou- ding te komen, is voor de berooide volkeren het tegendeel van dynamisch gebleken: het vruchtelooze streven naar verwezenlijking daarvan deed de gevangenschap slechts voort- duren. Onduldbaar was de gedachte om in- derdaad in dien toestand van opgeslotenheid te moeten blijven voortbestaan. De strijd om levensruimte verbond zich zoodoende met het denkbeeld van de schepping der politieke ruimten, waarvan Europa er nu een in wor ding is. Wie heden ten dage over nationaal-socia lisme spreekt, moet tevens over Europa spre ken, zooals in een vroegere faze de gedachte aan het socialisme zich rechtstreeks met het denkbeeld van een nieuw georganiseerde wereld verbond. Maar nu komen we in het artikel van De Unie wel een toespeling tegen op de ,,super- nationale gedachte der volksgemeenschap" en op ,,het oude gevaar van een vervlakkend in- temationalisme", maar van Europa wordt niet gesproken. Dat is trouwens wel zoo in het hoofdartikel. En daaruit blijkt ook, dat in den grond van de zaak de Nederlandsche Unie daarom niet nationaal-socialistisch wil heeten en het dan in zooverre ook niet is dat zij het verband tusschen de nationale beweging en de Europeesche noodzaak on- voldoende ziet. Van die Europeesche noodzaak spreekt De Unie in de vage bewoordingen, dat wij leven in een tijd, waarin problemen aan de orde zijn, welker oplossing het lot van ons volk voor geslachten zal beslissen. „Wij weten het, en wij zijn bereid onze bijdrage te leve- ren". „Maar, vervolgt het blad, wij zijn nimmer bereid te vergeten, dat ons eerste uitgangs- punt Nederland is en het welzijn van het Nederlandsche volk ons hoogste doel. Onze dienst aan Europa is in de eerste plaats ons eigen volksbestaan veilig te stellen. Daarom moeten wij goed Nederlander zijn en zijn wij dit, dan is het mogelijk om een goed EUro- peeer te zijn. Wie dit omtdraait, heeft van de nationale gedachte het allereerste begin nog niet begrepen." Wel, wij hebben niet de geringste behoefte om iets om te draaien. Wij zouden de tegen- stelling echter willen opheffen. Wij zouden willen zeggen, dat degeen, die op het oogen- blik niet tegelijk met de gedachte aan zijn eigen land, aan Europa denkt, geen goed Nederlander kan zijn. Niet omdat hij het niet goed met zijn land en volk zou meenen. Maar omdat op het oogenblik de beveiliging van ons eigen volksbestaan slechts mogelijk is, wanneer we onze plaats in Europa weten te bepalen. In het verleden plachten wij te zeggen, dat onze neutraliteit een Europeesche functie was. Deze tijd is voorbij. We moeten een nieuwe Europeesche functie zoeken om als volk te kunnen voortbestaan en we zullen het recht op een zelfstandig voortbestaan inderdaad in de vervulling van deze onze nieuwe Europee sche functie moeten bewijzen. Beteekent dit, dat we ons moeten afwen- den van de zee, dat we moeten vergeten, dat we ook in Azie liggen? Neen, allerminst. Het moest langzamerhand het intrappen van open deuren zijn te herhalen, dat de noodzaak van organisatie van de Europeesche ruimte geen verloochening beteekent van de nood zaak van herstel van het wereldverkeer. Wanneer we echter tenvolle willen mee- leven in het herstelde wereldverkeer, dan moeten we ons niet nationaal opsluiten, in geen Nederlandsch socialisme en in geen anderen vorm van beveiliging van eigen volksbestaan, die niet geladen is met het be- sef, dat er geen veiligheid is dan in een ver band van georganiseerde samenleving van volkeren, een Europeesch verband. Nationale concentratie, het is een gebod van den tijd. Ook wij zijn met iedere gedach te bij ons eigen volk. Maar nationale concen tratie, om als volk een kracht te kunnen zijn in de organisatie van de ruimte om ons heen, ook onze levensruimte. Het is een taak, die voor een klein volk nog veel zwaarder is dan voor een groot. Daarom kunnen we ons ook niet veroorloven de dingen anders dan precies te zien. 21 Roman van A. HRUSCJHKA (Nadruk verboden) Voor Use was deze beslissing van den dok- ter een groote teleurstelling, want zij maakte verdere bezoeken op Kronstein voorloopig on- mogelijk. Bovendiep zou zij hem later niet meer mogen spreken over de dingen die voor haar van het grootste belang waren, want juist die dingen zouden den graaf opgewon- den hebben. Maar leedwezen kon niet baten; zij moest zich in het onvermijdelijke schikken en ge- duld hebben. Dus wijdde zij, met Marianne, voorloopig haar vrijen tijd aan de dames Tre- bitsch, die haar steeds hartelijk ontvingen en zeer op haar bezoeken gesteld waren. Er werden in die dagen heel wat uitstapjes en wandelritten gemaakt en iederen dag werd een paar uur tennis gespeeld. Bijna altijd vergezelde Turba, zeer dikwijls Kurt Holder, nu en dan ook een van de onderhoutvesters de jonge dames. Op regenachtige dagen hielden deze mevrouw Trebitsch gezelschap, dan werd met gezellig praten, lectuur en muziek de tijd gesleten. Elfride en Ruth Trebitsch beklommen hij- gend en met roode wangen het steile, lastige voetpad, dat opkronkelde naar de kapel „Maria ten Woude". De Mei-zon was dien dag bijzonder warm. ONW AN K ELB A RE OVERTUIGING. Het ajiti-bolsjewianite in Nederland. Het is, schrijft het Handelsblad, voor een bezet land zooals vanzelf spreekt niet gemak- kelijk om onbevangen op groote gebeurtenis- sen te reageeren. En dit geldt in bijzondere mate voor een volk als het onze dat gewend was om zijn critischen geest den vrijen loop te laten bij al dat het in zijn leven tegenkwam De oorlogsomstandigheden waaronder wij thans leven, hebben daaraan natuurhjk paal en perk gesteld, en de tijdelijke splitsing van onze rijksdeelen heeft ons voor smarteliike problemen geplaatst. Maar over het bolsje- wisme heeft hier te lande bij de overgroote meerderheid des volks van den aauvang in 1917 af een onwankelbaar standpunt bestaan, en dat is ook door den jongs*en Europeeschen oorlog niet veranderd. De afschuw waarmede destijds de brute ge- weldspraktgken van het bolsjewisme in eigen Onderweg kregen zij het over liefde en liefdesverdriet en over de mogelijkheid te vergeten. Mij dunkt, dat je zulke dingen met je zelf moet uitvechten, zei Ruth. En als dat niet lukt? Is dat een bewijs, dat men niet krachtig genoeg wil... Maar tot mijn spijt heb ik reeds lang opgemerkt, dat jij, instede van dapper den strijd tegen je zelve aan te binden, nog altijd treurt over Treuwart. Elfi wond zich op. Ik kan niet anders! Ik kan nu eenmaal Klaus n et vergeten... Dat moet je toch be- grijpen, want je hebt dezelfde ondervinding opgedaan als ik. Of heb je von Wiedemann al vergeten Vergeten... neen, want als waarschu- wende herinnering zal hij nog lang by mij voortleven. Dank zij hem, zal ik voortaan telkens, wanneer iemand bijzondere attenties voor mij heeft, het noodige doen om te weten te komen, of de persoon in kwestie niet op de eerste plaats op mijn geld is be- lust. Trouwens, wat von Wiedemann betreft, is mijn hart tot rust gekomen... omdat ik het wilde! Dan heb je ook nooit van hem gehou- den. Mogelijk. Zelfs waarschijnlijk. Het zou ook tegen mijn fierheid strijden, een onwaardige te beminnen. Maar Klaus was geen onwaardige, hij lijdt niet minder zwaar dan ik... Misschien, misschien ook niet. Daarvan weten wij niets. Maar zooals de dingen nu eenmaal staan, is hij in ieder geval verloren voor je. Je zoudt je er dus in moeten schikken en niet zoo met je verdriet te koop loopen al was het maar oim wille van Mama. Zij zal niet beter worden voordat je weer opge- ruimd bent, als vroeger. Wist ik maar, hoe het aan te leggen... land en overal elders waar het met het zwaard of illegale, ondergrondsche machinaties pro- 1 beerde door te dfingen, werden veroordeeld, .bestaat nog onverminderd. Ons volk moge op vele punten onderling verdeeld geweest zijn, in wezen was het te eerlijk, te gezond, te fat- soenlijk en te trouw aan eigen historie en instellingen, aan eigen vrijen geest vooral, om niet met verontwaardiging en weerzin de bolsjewistische aanslagen af te wijzen op de menschelijke waardigheid, vrijheid, godsdienst, geweten en verdraagzaamheid, op den eer- bied voor de rechten en den vrede van elk volk in eigen huis, en op een intemationale levensorde die slechts bestaan kan bij weder- zjjdsche goede trouw ten opzichte van belof- ten, overeenkomsten, grenzen en levensbe- schouwingen. Dat was zoo in 1917, toen de bolsjewisten in Rusland aan het bewind kwamen. Dat was zoo in 1918, toen in ons eigen land het volk zich spontaan aaneensloot om internen woe- lin.ge, welke door het Moskousche voorbeeld waren geiinfecteerd, het hoofd te bieden. Dat is sedert dien voortdurend zoo gebleven. Het kwam tot uiting in onze weigering om met het Sowjetisme diplomatieke betrekkingen aan te knoopen, toen bijna alle andere landen dit om allerlei redenen wel deden. Het openbaarde zich opnieuw toen wij als enkeling tegen de toelating van Rusland tot den vol- kenbond stemden. Het stimuleerde het natio naal reveil nadat de muiterij op „De Zeven Provincien" in 1933 een onmiskenbaar bewijs leverde hoe het revolutionnaire gif probeerde om, tot in onze Indische weermacht toe, door te vreten. En het zal ook zijn invloed oefenen op de meeningsvorming van ons volk betref- fende de toekomst van de wereld die eenmaal uit een nieuwen vrede zal oprijzen en die radi- caal van het wereldrevolutionnaire woeker- gewas zal moeten worden gezuiverd om tot innerlrjk welzijn en tot veiligheid te kunnen komen. Om dit in te zien behoeft men in Nederland geen lid van de een of andere beweging op nationaal-socialistischen grondslag te zijn. Dit is steeds ingezien, lang voordat het nationaal-socialisme hier actief begon te worden. Dat ons land, ons rijk, hier en in het verre oosten en het verre westen, beschermd moeten worden tegen alle bolsjewistische infiltratie en erger, dat een nieuw Europa waarin wij als vrij en zelfstandig volk een eervolle, nuttige taak zullen kunnen vervul- len, niet onder voortdurende bolsjewistische bedreiging mag staan, is een overtuiging die door practisch ons geheele volk onverzwakt gedeeld wordt. Omstandigheden, of politieke en strategische opportunismen mogen in de staatkunde der groote mogendheden nu en dan schijnbewegingen hebben veroorzaakt, welke de onverzoenlijke tegenstellingen van bolsjewisme en anti-bolsjewisme leken te ver- doezelen, het is voor ons volk eenvoudig on- denkbaar dat de west-Euroeesche cultuur ooit een duurzaam bondgenootsehap zou kunnen sluiten met de gedachten- en daden- wereld van het Sowjetisme, zooals zich dat thans een kwart eeuw openbaart. Over den vorm en inhoud van een nieuw Europa, en van een nieuwe wereld waarin volken en continenten vreedzaam en elkander aanvullend zullen kunnen arbeiden en leven, wordt nu binnen den kring der Westersche cultuurgenooten gestreden, maar de tijd zal komen dat men elkander daar, over de tegen stellingen van vandaag heen, in een waardige synthese der volken, volksaarden en volks- krachten zal vinden. Voor de wereldrevolu tionnaire ideologic welke menschen en volken degradeert tot ziellooze raderen in een godde- looze en gewetenlooze machine, zal daarin echter geen plaats zijn. Een heel ander, ge- louterd Moskou zal geboren moeten worden, om daarin een plaats te kunnen innemen. Dat is door ons volk, dat steeds in dit land van den vader van het volkenrecht een open oog heeft gehad voor de eischen waaraan een behoorlijke, menschwaardige intemationale samenleving moet voldoen, en dat steeds op de bres heeft gestaan bij de verdediging van het beginsel: leven en laten leven, van den beginnen af ingezien. In het versnelde proces der politieke wilsvorming dat zich thans ontwikkelt, en waarover ook de Rijkscommissaris verleden Vrijdag sprak, behoeft dit inzicht niet te worden v e r- o v e r d, omdat het reeds lang bestaat. Niemand zal wenschen dat de Sowjets bij den strijd in Europa een „lachende derde" wor den. Niemand zal wenschen dat Europa of Oost-Azie, of het Amerikaansche continent, waarover ons rijk der Nederlanden verspreid ligt, door een levensbeschouwing wordt over- weldigd, die voor ons in ieder opzicht vreemd, bruut en onaanvaardbaar is. Daarentegen zal elke bewust voelende Nederlander er het zijne toe willen bijdragen. om een intematio nale samenleving te helpen bevorderen waar in vrije, fiere volken, elk naar zijn aard, kun nen samenwerken tot verhooging van ieders en het algemeen geestelijk en stoffelijk wel zijn. In zulk een nieuwe wereld zal onze taak overal liggen waar de nieuwe solidariteit haar zal aanwijzen. Oostelijk van Nederland ligt het Europeesche achterland, dat steeds on- misbaar voor ons is geweest, en dat wij als in- en uitgangspoort voor een nuttig ruilver- Och, 't is doodeenvoudig. Op de eerste plaats moet je ernstig willen. Zoek ver- strooiing, laat je 't hof maken; het leven is zoo mooi als men het zonder vooroordeel be- kijkt. Roep je trots te hulp. Moet dan ieder- eem weten, wat er in je hart omgaat? Ge- loof me: de booze wereld heeft nooit mede- lijden met iemands leed gehad, zij heeft er niets voor dan spot. Je spreekt als een oude professor in de levenswijsheid. Als was het zoo 't is maar een beetje practische levensphilosofie... Zij hadden eindelijk de kapel bereikt. Waar vinden we elkaar straks terug, vroeg Elfride. Onder aan de helling, waar we onze paarden vastgebonden hebben? Als je er niets tegen hebt, zou ik liever een eindje vooru.it rijden. Ik zou namelijk graag even een kijkje gaan nemen op de vel- den en bij de stallen van het landgoed. Daar zijn 'n massa interessante dingen te zien. Je weet wel: inspeeteur Holder heeft het ons gisterenavond verteld. En daar stel je waarlijk belang in? vroeg Elfi verwonderd. Natuurlijk! Want tot nu toe heb ik geen flauw begrip van die dingen. Dat is niet meer dan behoorlijk voor een jonge dame, wier papa een beroemde modelboerderij bezit. Elfi bleef haar zuster met toenemeride ver- wondering aanstaren. Ik geloof, kindje, dat die nieuwe en vur:ge belangstelling eigenlijk meer meneer Holder dan de modelboerderij betreft, en. Ruth bloosde. Gekheid! Hoe kun je zoo iets van mij denken! Alsof er ook maar 6dn man ter wereld mij interesseerde! 't Is maar ik heb 't je reeds gezegd, en ter navolging aan- bevolen. dat men van iedere gelegenheid gebruik moet maken om zich te verstrooien, en op andere gedachten- te komen... En nu, genoeg daarover. Kom! keer steeds in eigen en ruimer belang hebben gediend. Westelijk van Nederland ligt de zee, die wij in onze levenskrachtigste perioden als ontdekkingsreizigers en kolonisatoren hebben bevaren, en die wij als vrachtvaarders voor Europa voortdurend hebben doorkruist, tot verhooging van het welvaartspeil van velen die eigen leven en eigen arbeid met de grond- stoffen en goederen uit de overzeesche en tro- pische voorraadschuren verrijkten. Die taak zal ook straks, wanneer de vrede het vrije ruimtelijke verkeer opnieuw mogelijk zal maken, weer moeten worden opgevat; in nieuwe arbeidsverhoudingen, in nieuwe ar- beidsverdeeling, in nieuwe verbondenheid met een samenwerkend Europa, in nieuwe natio nale en sociale uitwerking van de belangen van onze Nederlandsche volksgemeenschap maar met dat al de taak van een volk dat door zijn economisch-geographische positie van Europeesch hoekland en kustland en uit- mondingsgebied van groote intemationale waterwegen een zeer wijdvertakt veld heeft leeren bewerken, waarin boer en zeeman, arbeider, koopman en industrieel zich een plaats en een levensrecht hebben verworven. Het rijpende sociale denken zal daarvoor, intemationaal in onze eigen Nederlandsche volkshuishouding, de juiste vormen weten te vinden, zooals een nieuwe intemationale con- ceptie een nieuwe solidariteit zal moeten scheppen. Wij hebben meer dan eens geschre- ven, dat de tegenstellingen op die punten in ons volk naar onze overtuiging veel minder scherp zijn dan zij soms lijken, als gevolg van bepaalde politieke acoenten, welke er door verschillende groepen in haar onderlingen machtsstrijd opgelegd worden. De gedachte bijv. van een sociale gemeenschap van natio naal karakter, d.w.z. gegrondvest op onzen eigen volksaard, is een doelstelling welke op zichzelf in zeer breeden vaderlandschen kring wordt aanvaard. Wie daaraan werkt met tact en begrip voor onze thans zoo bijzondere posi tie, en met kennis der eigenaardigheden van het Nederlandsche volk dat de secretaris- generaal van Opvoeding, prof. Van Dam, on- langs in een toespraak tot de ,,Deutsch Nie- derlandische Gesellschaft" in Berlijn, behept noemde met een stijfkoppigheid en halsstar- righeid, die misschien wel eens lastig zijn, maar die in wezen toch belangrijke hoedanig- heden voor een zelfbewust volk uitmaken, welke, ten goede geleid, juist bij zwaar en moeilijk werk een opbouwend en taai stuk volkskracht kunnen beteekenen, die zal voor de toekomst van de groote samenleving die ook wij willen dienen, iets nuttigs kunnen verrichten. EXTRA LEjVENSMIDDELEN- TOEWUZINGEN VOOR LAND- EN TUINARBEIDERS. De voor de landarbeiders, die in den hooi- bouw werkzaam zijn, vastgestelde regeling voor de verstrekking van extra bonnen levens- middelen (100 extra brood en 50 extra vleesch, vet en aardappelen) zal ook gelden voor de arbeiders in den korenoogst. Het vlastrekken zal met oogstwerkzaam- heden worden gelijkgesteld. De tuinarbeiders, die werkzaam zijn met het rooien van vroege aardappelen, zullen dezelfde extra toewijzing voor levensmiddelen ontvangen als de landarbeiders, die oogst- werkzaamheden verrichten. Voor de tuinarbeiders, die zwaren arbeid verrichten, spitwerk, sjouwarbeid, enz. - bestaat dezelfde regeling als voor de land arbeiders in den hooibouw en korenoogst. Deze extra toewijzing geldt echter niet zon der meer voor de arbeiders, werkzaam in de sierteeltbedrijven. De kleine planten- en bloembollenkweekers komen niet in aanmerking voor extra *ant- soenen, doch de arbeiders, werkzaam in de Boskoopsche en de Aalsmeersche cultures zullen extra rantsoecien ontvangen op basis van 50 De arbeiders in het bloembollen- bedrijf eveneens, doch bij het diepspitten in dat bedrijf wordt het extra rantsoen verhoogd tot 100 (Pr. Z. Crt.) DE INZAMELING VOOR HET DUITSCHE ROODE KRUIS. De persdienst van de N.iS.B. meldt: De landelijke leiding van de nationaal-socia- listische vrouwenorganisatie (N.S.V.O.), die in de afgeloopen week de inzameling voor het Duitsche Roode Kruis heeft georganiseerd, verzoekt ons mede te deelen, dat zij heeft be- sloten een gedeelte van de ingekomen gelden te bestemmen voor de Nederlandsche oorlogs- invaliden. Diegenen, die niet in de gelegenheid zijn geweest een bijdrage voor de straatcollecte te geven, kunnen dit tot Zaterdag 19 Juli a.s. alsnog doen door storting of overschrijving op postgirorekening 341523 ten name der N.S.V.O., De Lairessestraat 153 te Amster dam. Op de strook te vermelden: bestemd voor Roode Kruis. ENGELSCHE LUOHTAANVALLEN OP ONS LAND. 12 gewonden. Talrijke Engelsche vliegtuigen, welke boven Nederlandsch gebied hebben gevlogen, heb ben brand- en explosieve bommen en vooral brandplaatjes omlaag geworpen. In een stad in Limburg werd een huis vernield en de elec- HOOFDSTUK XV. Toen Elfi een half uur later weer aan den voet van den heuvel bij haar paard kwam, vond zij daarnaast een ander paard, welks prachtige vormen onmiddellijk haar bewonde- ring opwekten. Aan wien kon dat mooie dier toebehooren! Hoe kwam het op deze plaats, bij haar merrie?... Zoekend keek zij om zich heen. En plotseling kwam uit de schaduw van een boschje een heer te voorschijn, die een elegant rijcostuum droetg. Hij schreed op Elfi toe, maakte glimlachend een buiging en zei: U neemt het mij toch niet kwalijk, dat ik eigenmachtig als bewaker van uw paard ben opgetreden? De streek is wel is waar veilig, maar bij zoo'n mooi dier als uw merrie kan men nooit weten... De gelegenheid maakt den dief, zegt het spreekwoord... Maar wat zie ik? Juffrouw Trebitsch. Mijnheer von iHeiden! 't Verheugt me, dat u mij nog herkent, hoewel het reeds meer dan twee jaar geleden is, dat ik op Helgoland de eer had, aan u voor- gesteld te worden. Inderdaad, onze eerste kennismaking dateert van een verblijf op Helgoland, zei Elfriede. Haar hart begon sneller te kloppen, want aan dat verblijf op het eilandje waren voor haar onuitwischbare herinneringen verbonden. Want bij die gelegenheid had zij met Klaus Treuward kennis gemaakt Maar hoe is u in deze afgelegen streek verzeild geraakt, juffrouw Trebitsch? Toch niet alleen? Hij keek haar met heimelijke bewondering aan. want zij kwam hem nog veel mooier voor dan eertijds op Helgoland. Wel meneer von Heiden, antwoordde zij glimlachend, wij brengen den zomer door op Krannebitten, het landgoed van papa. trische centrale licht beschadigd, zonder dat evenwel de stroomlevericig onderbroken werd. Een reeks van bosch- en heidebranden kon- den in de kiem worden gesmoord. Een aan tal woonhuizen kreeg glasschade. Bij aanvallen op boerderijen werd in vele gevallen de veestapel getroffen. In totaal zijn 12 personen gewond, waaron der drie Nederlandsche politiemannen en een Nederlandsche brandweerman, die zich in de uitoefening van hun dienst naar de plaats hadden begeven waar een bom was ingesla- gen. EEN RIJKSCOMMISSARIS VOOR UNILEVER. De gevolmachtigde voor het vierjarenplan, rijksmaarschalk Hermann Goring, heeft ter behartiging van de belangen van het Duitsche Rijk en ter verzekering van het gebruik voor de Grootduitsche voedings- en industrieele olie- en vetnijverheid met het doel eener samenvatting van de zakelijke leiding bij de firma Lever Brothers en Unilever en filialen (concern-Unilever) een rijkscommissaris aan- gesteld. Tot rijkscommissaris is staatssecre- taris Dr. Posse benoemd. De Dinsdag van kracht geworden verorde- ning nr. 121-41 van den Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden heeft deze regeling voor de bezette Nederlandsche gebieden verbindend verklaard met de bepa- ling dat de bevoegdheden van den Rijkscom- misisaris voor het concern-Unilever in de be zette Nederlandsche gebieden worden uitge- oefend door een door hem aangestelden rijks- lasthebber. Tot nader order houden alle heeren, die tot dusver belast waren met de zakelijke leiding en de vertegenwoordiging van de firma Lever Brothers en Unilever en de andere firma's van het concemUnilever, ongewijzigd de wette- lijke of statutaire rechten der zakelijke lei ding en vertegenwoordiging. DE GEWUZIGDE LESROOSTERS BIJ HET M. O. De Secretaris-Generaal van het Departe- ment van Opvoeding, Wetenschap en Cultuur- bescherming, Prof. Van Dam, heeft in een radio-vraaggesprek eenige mededeelingen ge- daan in verband met de dezer dagen afgekon- digde nieuwe urentabellen voor H. B. S. en gymnasium. Op een desbetreffende vraag antwoordde de Secretaris-Generaal, dat deze tabel geenszins alle hervormingen omvat, die hij voor dezen tak van onderwijs noodzakelijk acht. Integendeel, wat thans wordt meegedeeld, is een eerste stap op een komende hervor ming, die, naar apr. hoopt, in den volgenden cursus haar beslag zal krijgen, nadat alle kwesties zorgvuldig met deskundigen zrjn be- sproken. In hoofdzaak hebben de thans aangebrachte wijzigingen betrekking op drie punten: het onderwijs in het Nederlandsch, de verhouding der drie modeme talen en de lichamelijke op voeding. De wijziging ten aanzien van het Neder landsch is de belangrijkste. De klachten over het resultaat van het onderwijs in het Neder landsch waren legio, maar tot nu toe is het nooit gelukt, maatregelen te nemen, die er toe zouden kunnen leiden, dat deze klachten ver- minderen. Nu is naar het oordeel van den secretaris-generaal de tijd daarvoor rijp. Iedereen is er van overtuigd, dat het onder wijs in het Nederlandsch het beste middel is, om onze taal zuiver te houden en aan het opgroeiende geslacht over te dragen. Vandaar, dat het aantal uren voor Neder landsch aanzienlijk is gestegen, bij het gym nasium met 5, bij de H.B.S. A, die al een groot aantal uren had, met 2, bij de HJB.S. B ook met 5. Dat daarmede het doel niet is bereikt, spre'ekt wel vanzelf. Het ligt in de bedoeling, door het invoeren van een uitvoerig, maar soepel leerplan, dat aan alle onderdeelen van het Nederlandsch aandacht besteedt, het on derwijs in de moedertaal aan onze middelbare scholen nog doeltreffender te maken. Het Duitsch is voor ons land van ongewone beteekenis geworden en het laat zich aanzien, dat dat na den oorlog niet minder zal worden. Al lang verovert het zich ook een plaats op de wereld als taal van het economische verkeer, naast het Engelsch natuurlijk, dat zijn betee kenis blijft behouden. En daarom heeft het Duitsch thans in de volgorde der vreemde talen met het Fransch, dat vroeger in de eer ste plaats kwam, van plaats geruild. Ik hoop, aldus spr., dat de vrienden van het Fransch troost vinden in het feit, dat deze taal op het programma van alle vormen van het V.H.M.O. is blijven staan. Spr. zou graag, onvoorziene omstandig heden voorbehouden, het systeem van drie vreemde talen zooveel mogelgk willen hand- haven. Dit is in overeenstemming met de traditie van onze cultuur, en spr. zeide van harte te hopen, dat ons volk ook later aan die drie vreemde talen behoefte zal hebben. De Secretaris-Generaal is dus niet inge- gaan op de suggestie om het Fransch faculta- tief te stellen. Wel zal in de toekomst de leeraar in het Fransch er rekening mee moeten houden, dat hij op de middelbare school met het onderwijs zal moeten beginnen. De lagere school zal het Fransch ook in zijn tegenwoordigen, spr. zou Daar heb ik iets van gehoord; maar ik had er, om de waarheid te zeggen, geen idee van, dat u dezelfde juffrouw Trebitsch kon zijn, met wie ik toen op Helgoland kennis heb gemaakt. En u, mijnheer von Heiden? Hoe komt u hier? Ik ben reeds twee jaar inspeeteur op Kronstein, dat aan 't andere einde van Kran nebitten ligt... Zeker een bezoek gebracht aan de kapel, juffrouw Trebitsch? Ja, met mijn zuster Ruth, die is vooruit gereden naar de hoeve en nu ga ik haar volgen. Mag ik u vergezellen? Zeker, als u tijd en lust hebt, ant woordde Elfi. Ruth's preek was toch niet geheel zonder uitwerking gebleven. Elfi dacht nu: Mis schien heeft ze gelijk. Waarom zou ik ten- minste niet een poging doen om verstrooii'ng te vinden. Von Heiden hielp haar te paard en sprong zelf in den zadel. Daarbij vlogen hem allerlei wonderlijke gedachten door het hoofd. Elfi Trebitsch was hem reeds vroeger uit- stekend bevallen. In elk opzicht was zij de party die hij reeds jaren lang tevergeefs zocht om aan de mis^re van de armoe te ontsnap- pen. Op Helgoland had hij tot zijn bitter leed wezen zoo goed als geen kans gehad, want een ander stond reeds op de plaats, die hij gaame zelf zou hebben ingenomen. Er liepen zelfs geruchten over een heimelijke verloving van de mooie Elfride met baron Treuwart Was daar iets van gekomen? Daar het kapittel „Elfride Trebitsch" geen uitzicht voor von Heiden bood. had hij er zich later niet meer om bekommerd. En spoedig daarna begon een nieuw kapit tel van zijn levensboek: de aanstelling op Kronstein en gravin Sabine. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 5