1H1XM 11
m mmm
Feuilleton- vertellingen
Dam- en Schaakrubriek
I W, Hi I
Paardenfokkerij
Voor de Huisvrouw
BRABANTSCHE BRIEVEN.
DAMMEN.
SCHAKEN.
jiy a ms. *3®
mm 6
Staten zijn, zal dus geen mechanische gelijk-
schakeling van zijn zeer verschillende staats-
vormen met zich brengen. Duitschland zal
deze ruimte zeer zeker ook niet naar Angel-
saksische koloniale methoden als weide orga-
niseeren, waarop eenige bevoorrecbte pluto-
chaten bet uitsluitende weiderecht bebben.
Zelfs de gedachte aan een algemeene tol- en
valuta-unie heeft de Rijksminister van oeco-
jiomische zaken als onpractisch afgewezen.
(Europa blijft ook als groote oeconomiscbe
ruimte sterk genuanceerd, blijft een gebied,
waarin. ieder deel een krachtig eigen leven
leidt, ja onvoorwaardelijk leiden moet. Noch
extreme autarkie, noch op de spits gedreven
arbeidsverdeeling kunnen den gewenschten
vorm van samenwerking vormen.
„Het doel van dit ordeningsbeginsel is de
tverstandige samenwerking van gelijkgerech-
tigde partners op langen termijn met uitscha-
keling van intemationale conjunctuurs-invloe-
den en valutamanipulaties. Een sterke ver-
ibindingsschakel zal in de ruimte niet zoo-
jzeer de mechanische ordening van de gren-
zen, als veeleer de begrijpende en gelijkge-
richte houding van de afzonderlijke landen in
bepaalde kardinale kwesties van de oecono-
mische leiding zijn."
De woorden zijn het onthouden waard.
Ulvenhout.
Amico,
Den Winter was
bar. Genadeloos, en-
deloos. 't Veurjaar
Van Lente kost
nie gesproken wor-
den. Maar deuze
dagen van Zomer-
maand, wat ver-
goeien ze veul!
In 'nen helle flak-
ker brandt den nuu-
wen dag uit den Oos-
terkim. 'Nen witten
wemel gaat gloren
deur den waterkleu-
rigen mergen, die sjuust nog rimpelloos over
de weareld lag, deur gin windeke bewogen.
Dan slept 'n traag Zuid-oosterke z'n eigen
moeizaam over d'eerde, machteloos deur 't
welig loof, dat nie beweegt. 't Sleurt over
't grijze korengewas, deus loome windeke, te
lui om te gaan. En hooger likken de zonne-
vlammen aan den staalblanken hemel, over-
togen mee de felle glanzings, mee de scham-
pen uit 't witte zonnevuur, tot de hitte om-
laag werlt in stillen, stagen wemel.
Hooitij
Den heelen buiten begint te geuren naar de
schroeiende velden. De Mark ligt te blinken
onder de witte zon, 't licht staat te beven
boven t flitsende water. Ein 't windeke, dat
daar traag deur den hooigeur schuift, is
werm als oew lijf.
Ernstig staan de bruine zwoegerskoppen
van de hooiers, die mee 'nen langen pas de
velden opbeenen. t Wordt 'nen zwaren dag.
't Wordt ginnen dag van arbeid, 't wordt
'nen dag van vdchten mee den arbeid, die
lijk 'nen zwaren, loggen beest zijn struische
pooten op de schouwers van de zwoegers zal
slaan. Die mee zijnen heeten asem snuffelen
gaat in de taaie, gekerfde nekken; over de
beenige, gespierde schoeften, schouwers
waarover spierbussels golven, die ge zien kunt
deur 't donkergezweeten boezeroen.
Eindelijk slaan de zilveren sikkels al zui-
gend deur 't hoog gewas, dat platvalt in
lange lijnen, over't wije veld. Lijk lichtscham-
pen jagen de zeisen over d'eerde en ze zengen
alle gewas weg.
Gin woord wordt gesproken. In stuggen,
verbeten strijd vechten de bronzen kearels
mee den zwaren beest en ze krijgen 'm er-
onder!
Ten avond, als den zwaren arbeid van den
langen Zomerdag is gedaan, 'nen koperen
gloei smeult over den dichten blarenkroon
van den notenleer, lichaam en geest nog maar
649.
West- tegen Oost Zeeuws-Vlaanderen.
Hier volgt de 2e partij Kotvisde Rijk uit
de wedstrijd op Hemelvaartsdag.
Zwart: J. de Rijk,
Wit: A. Kotvis,
Zuidzande.
Terneuzen.
1. 32—28 18—23
2. 3429 23X32
3. 37X28 1924
4. 41—37 14—19
5. 37—32 20—25
6. 29X20 25X14
Een bekend en vaak toegepast openings-
spel, dat complicaties vermrjdt.
7. 4034 12l8
8. 4641 7—12
9. 4137 1923
10. 28X19 14X23
11. 34—30
Wij zouden hier 3328 prefereren.
11. 10—14
12. 30—25 14—19
13. 35—30 15—20
14. 26X14 19X10
15. 3025 17—21
In aanmerking kiwam eerst 1014.
16. 31—26 1—7
Zwart 2127 viel te overwegen. Het spel
zou er moeilijker, scherper en ongetwijfeld
kansrijker door geworden zijn.
17.
26X17
12X21
18.
45—40
7—12
Zie de opmerking hij de lie en 15e ze
19.
40—35
10—14
20.
37—31
510
21.
31—27
21—26
22.
42—37
11—17
23.
27—21
Het
doel van
deze uitruil ontgaat
Zwart
beheerst nu
het centrum.
23.
16X27
24.
32X21
17—22!
25.
21—16
6—11?
Waarom toch?
Dit had nog al de tij
26.
16X7
12X1
27.
37—32
22—27
28.
32X21
26X17
29.
47—42
17—22
30.
39—34
1—6
31.
4237
14—19
32.
44—39
10—14
33.
34—30
14—20
34.
25X14
19X10
35.
50—44
10—14
36.
37—32
22—27
Het lijkt wel, alsof de spelers bang van
elkaar zijn. Waarom zwart hier zijn prach-
eenen eisch stellen: rust, dan glijdt m'n
krant uit de handen, dan hangt de pijp koud
Iangs m'n kin en op 't avondliedeke van den
lijster deinen de gedachten weg in het zalig
Niks van zonnepeerlmoer, dat van den hemel
te glanzen staat over den zomeravond, in
m'nen bierpint, waarin 'nen klont avondzon
te fonkelen ligt, in m'n zielement, waarin den
dag nasmeult.
Den Eeker gieterde Trui's blommenhoveke
en in den rossen stiltewemel van den avond
h66r ik den zachten, zwarten grond 't blom-
menwater drinken, dat lijk gouwen kralen uit
de kelken rolt.
Goed rusten is 't zoo, hier achter den huis,
hier op den erf bij de slapende blomkes in
den natbegoten eerde rondomme. De petune-
kes, in den goudfluweelen nabloei, geuren zoet
deur den schemer, die zachtekens in de blaren
kruipt.
Dan, neffenaf de verre stad, die lijk 'nen
purperen franje van den hemel hangt, tip-
pend aan den kim, gaat de zon wegzinken.
Lange, donkere schaduws van de hooi-oppers,
die gunder pront in rijen staan, strepen over
den kaalgemaaiden bojem. N6g laait 'nen ros
sen gloei achter de weareld vandaan, deur den
peersen franje aan den ender. Klonten vuur
liggen na te gloeien op den kim. 'Nen mearel
schalmen zynen zang langs al dat avondgoud.
Dan vallen tien gongslagen van ons -kerke-
torentje op den gebluschten dag.
't Leste zonnegoud trok uit de watersloo-
jen. En 't eerste koele windeke vandaag gaat
zachtkens over m'n vel. 'k Proef, diep in
m'n keel, 't zoetsel van de slapende blomme-
kes, daar daauwend in 't sproeiwater. Lijk
donkeren bloedkoraal liggen de waterdroppen
te verschieten in den bloei der geraniums.
'k Stop m'nen leste pijp van deuzen dag.
Zachtekens kraakt ze in de pure stilte, die op
de Schepping ligt. Onder 't aanpijpen valt
m'n oog op 'n bleeke ster, die daar gunder in
't Noorden, boven de stad ieverans, eenzaam
te gloren staat boven peerse wolkenstreepen
die geveegd staan aan 'nen hemel van don
keren tin.
Gaandeweg wemelt den deemster dichter
uit de velden. M'n leste, schuimlooze kliekske
bier staat dof nou in den pint.
Den eentonigen roep van de runders loeit
melankoliek. deur den nevelenden ayond.
'n Waterkleurige verschieting glanst hoog aan
den avondhemel. Nog kunnen de sterren er
nie teugenop, maar gunder blinkt toch, boven
den zwarten boschkam, 't geele maantje in
den matglans van den midzomernacht.
'Nen schoonen dag van Zomermaand is ten
ende. We kunnen vredig slapen gaan.
Den Winter was bar, endeloos. 't Veurjaar?
Daarvan kost nie gesproken worden. Maar
deuze dagenWat vergoeien ze veul!
Wat maken ze veul goed, deus deugdzame
Zomerdagen mee water en wermte volop. Den
melkblanken, Ulvenhoutsche asperge, malsch
als boter, dik van vleesch is van 't jaar den
gezochtsten uit wijen omtrek. Hij heeft hier
op de Veilingen den besten naam. 't Gewas
op den lagen grond stond lank slecht mee
dieen aanhoudenden kou, maar "k mag zeg-
gen vandaag: we halen van dieen grond nog
wel oogst. De vroege aardbei is bevroren,
ook de zwarte bes. Maar den appel hee ge-
bloeid als weinig jaren veurkomt, zd<5 over-
dadig, zoo dik van blossem! Pruimen zullen
er veul zijn, waar 'k nie op gedocht had, want
ook verlejen jaar droegen deuze boomen
kolossaal. En twee overdadige oogsten ach
ter malkaar komt in den boogerd weinig
veur! De beesten weien nou dik in 't gras,
den boter groeit er mee weggen aan!
Allee, ik heb in den akker, den boogerd
en den stal gin zwaar hoofd meer.
Och, 't kan ook nie anders zijn! Diepin
voelt iederen mensch: den Schepper zal ons
nie noodigen aan 'n tafel, waar niks of te
weinig op staat.
Vroeger hebben de ,,geleerden", nouja,
de geleerdheid kost ons toen -alles wijsmaken.
mooi en billijk, wijs en onwijs, zin en onzin;
't Leven is 'n altrj wentelend loterijrad, waar
op vandaag de geleerdheid bovenaan staat,
mergen 't gezond verstand; waarop vandaag
't kapitaal aan den top staat, mergen den
arbeid; waarop vandaag den boer 't hoogste
tige centrumstand vrijwillig prijsgeeft, is ons
bijv. een raadsel.
We missen in deze overigens goed ge-
speelde positie-partij het echte en opwindende
.,het-er-eens-op-aan-laten-komen", de emotie-
volle lijf-aan-lijf-strijd, er-op-of-er-onder.
37.
38.
39.
40.
41.
32X21
33X22
3631
39—33
38—32
23—28
18X16
13—18
8—12
9—13
Op wit 3025 zou zwart nu wirmen door
14—20; 13—19 en 18X36.
42. 43—38 2—8
43. 48—42 12—17
44. 49—43 17—22
Om 22'27 te laten volgen.
45. 33—28 22X33
46. 38 X 2® 6—11
47. 44—39 11—17
48. 39—33 17—21
49. 3127
Er dreigde 21—27. Op 31—26 volgt
2127X27 of anders 410 en 812 of nog
anders 49 en 1823. Toch lijkt de tekst
zet ons niet, zoals het partijverloop trouwens
uitwijst.
49. 4—10!
Ben tactiscti tussenzetje, dat de aandacht
van het dreigende gevaar afleidt. Wit had
nu 3328 of nog beter 4338 moeten spelen,
om zwart 39 vodr te zijn.
50. 30—24?? 3—9!
En wit kan tihans niet aan schijfverlies ont-
komen. (Zie bcuven.)
Immers, 3328 baat niet meer, omdat toch
1823 volgt met schijfwinst naar 31 of naar
34.
51. 4338 1823
52. 29X18 13X31
53. 3228 f 21—27
54. 42—37 31X42
55. 38X47 16—21
56. 35—30 21—26
57. 30—25 26—31
58. 28—23 8—12
59. 4741 2732
Natuurlijk niet 31:36 wegens wit 2420;
2015 en 15X31, remise.
60. 2420
Wit is verloren. Er is geen andere zet. Op
3328 wint zwart door 3136!
60.
Deze stand
diagram.
61. 23—19 (of?)
62. 3329
63. 2016
Wit gaf op.
Na 15X13 volgt eenvoudig 4736.
31—36!
gaven wij in rubriek 647 op
14X23
23X34
36X47
West Zeeuws-Vlaanderen tegen Vlissingen.
Op 2e Pinksterdag speelde een groep West
Zeeuws-Vlaamse dammers te Breskens tegen
een Vhssingse ploeg. De Vlissingers wonnen
met 1210.
nommer draagt, mergen den soldaat; en dit
heb ik in m'n leven wel geleerd: reken nooit
te rap mee iets af, wat vandaag nie geteld
wordt, is volgende week weer mode. Vroeger
jaren hebben de ,,geleerden" 't ons wel 'ns
anders geperbeerd wijs te maken maar van
daag w6ten wij: de e6rde is groot, rijk en
vruchtdragend genogt, om mensch en dier
rojaal te kunnen voeden. En te veurzien van
alles, wat ieder levend schepsel behoeft.
Maar genogt daarover. We weten vandaag
- en dat wilde-n-ik gezeed hebben g'had
onze eerde is vruchtkrachtig zat, om ons
rijkelijk te veurzien van alles, wat we noodig
hebben om te leven, d.i. om den Gever-van-
alles te dienen. Sterker: altij rijker wordt de
eerde! Want altjj gaat ze meer opbrepgen,
dank zij 't menschelijk vernuft, dank zij de
Gave van de Rede, den mensch geschonken.
Zie maar naar ons eigen Landje't Is klein,
daarbij dik bevolkt. Maar die 't weten kun
nen, de deskundigen zijn 't er over 66ns: wij
kunnen mee glans in eigen onderhoud veur
zien. Alleenwij mee onze dikke bevolkt-
heid, wij kunnen er moeilijk andere kostgan-
gers bij onderhouden! Maar en daar wou
ik van de week mee m'nen brief naar toe:
maar't is oorlog! En w61 wordt bewezen
deus tijen, hoe de menschheid malkaar noodig
heeft. Millioenen evenmenschen zien belust
naar onze producten. Ernie...... 't blijft nie
bij ,,zien". Onze beste spullen, onzen boter,
ons vleesch, vet, spek, eiers, ja onzen e6rpel
is schaarsch geworden. Wat wij gewoon zijn
mee ponden te gebruiken, motten we nou
mee onskes stellen.
't Is oorlog!
Millioenen mannen, in de blom van huilie
jaren, zijn aan de producten onttrokken. Mil
lioenen w6erden gaan naar den bojem der
zeeen. Millioenen balen koffie, rijst, granen,
enzoowijer kunnen nie vervoerd worden.
't Is oorlog!
En we zien, we ervaren, we voelen den
grooten ermoei aan ons eigen lijf, nou de Vol-
keren malkaar teugenstreven.
Ja, w61 is bewezen deus tijen, hoe de
Menschheid malkaar noodig heeft.
Samenwerking, saamhoorigheid, samen-
1 e v i n g, da's den duur verplichten tol aan
den Schepper veur den ons geschonken fjjk-
dom der eerde! Dieen rijkdom is ons gegeven
op deuze conditie: Nostenliefde! Als broeders
saam te leven.
En sjuust andersom hebben we
't al jaren perbeeren te doen!
Al jaren!
Tariefmuren, autarkie, we kosten er
elken dag den (alweer) geleerden onzin over
lezen.
We kosten er heel den dag, heel 't jaar
deur, zwaar veur betalen aan alle meugelijke
fiscale (on)rechten van invoer.
Ieder Volk en Volkske, ja iederen mensch
afzonderlijk, perbeerde z'n eigen onafhanke-
lijk te maken van anderen. Was wanbe-
taler van de goeikoopste belasting, maar
duurste verplichting: den tol aan God, den
Nostenliefde. Dwars gong de weareld in,
jarenlank, teugen den Schepper z'n bedoelin-
gen!
Dus
nou is 't oorlog!
En nou verschrompelde ons pond boter tot
'n ons.
Ik geloof, we krijgen 'n straffe les. Als
we dat allemaal begrepen, dan zou 't mee den
haat rap gedaan zijn. Dan zouden de wapens
kunnen neergelegd worden, en de Mensch
heid in Vrede gaan samenleven! Zonder ge
leerden onzin over kinderbeperking, autarkie
en weetikveul. Maar in simpele beleving van
de eenvoudigste grondstellingen van de
Christenleer!
Den Winter van 't kouwe egoisme dien we
deurstaan hebben, was bar. genadeloos, ende
loos! VeurjaarWe kunnen van Lente
nog belange nie spreken! Maar spoedig mo-
gen komen 'n Zomertij, mee de dagen die
veul vergoeien zullen.
Dagen van zwaren arbeid wel, van oogst-
arbeid, lijk wij boeren die vandaag kennen,
maar dagen ook, mee den zaligen avondrust,
Ook thans was Kotvis niet erg op dreef.
In de volgende stand liet hij zich door Van
Biemen te pakken nemen.
ZWART 1 2 3 4 5
16
26
36
46
veur we de moeie oogen toedoen
Vol.
Veul groeten van Trui, Dre III, den Eeker
en als altij gin horke minder van oewen
t. h v.
ORE.
WIT 47 48 49 50
Ziwart (Van Biemen) speelde 2429 als
lokzet. Kotvis nam de schijfwinst... en ver-
loor.
1. 24—29
2. 30—24 19X30
3. 35X33 14—19
4. 26X6 11—17
5. 5X23 18X47 wint
Probleem
van P. J. .v. d. Bulck te Breskens.
ZWART 1 2 3 4.5
PREMIEKEURING VOOR MERRIES.
De vanwege de Z. L. M. en de vereeniging
,,Het Nederlandsche Trekpaard" te Axel
plaats gehad hebbende merriekeuring had het
volgende resultaat:
2-jarige merries (geb. 1939).
1. Annie van Nico, van Osw. Keckhaert,
Westdorpe; 2. Orgina Dubois, van W. L. den
Hamer, Axel; 3. Elegante, van Gebrs. Dael-
man Jz's, Westdorpe; 4. Rinique, van M.
A. B. Pujjlaert, Zuiddorpe; 5. Cora, van Iz.
de Feijter Hz., Axel; 6. Sidona II van Ronde-
putten, van M. van Fraaijenhove, Axel; 7.
Dora, van C. H. van Waes, Westdorpe; 8.
Dora, van P. B. van Hoeve, Axel; 9. Clara,
van C. A. Dekker, Axel; 10. Beaut6 van
Zuiddorpe, van G. J. van Waes, Zuiddorpe;
11. Mira van Zuiddorpe, van H. C. Puijlaert,
Zuiddorpe; 12. Anna van den Zeedijk, van
Kinderen H. Daelman, Westdorpe; 13. Bea,
van Em. Baecke, Westdorpe; 14. Erna, van
Eug. Verhelst, Westdorpe.
3-jarige merries (geb. 1938) kl. maat.
1. Robbie, van Jac. Huijssen, Axel; 2.
Trui, van M. A. B. Puijlaert, vnd; 3. Beatrix
van Coegors, van Wed. J. Dielemande Kra-
ker, Axel; 4. Julma, van A. Scheele Az.,
Axel; 5. Hermina van den Zeedijk, van Kin
deren H. Daelman, vnd.
3-jarige merries (groote maat).
1. Paulina, van J. W. Scheele Jz., Vogel-
waarde; 2. Mira van Brugzieht, van J. A.
Quaakden Hamer, Axel.
4-jarige merries (geb. 1937) kleine maat.
1. Molly van Passluis, van C. H. van Waes,
Westdorpe; 2. Bertha, van Wed. W. Koster,
Axel; 3. Astrid van Clara de Zandvoorde,
van Kinderen H. Daelman, vnd; 4. Flora van
Zuiddorpe, van A. C. van Waes, Zuiddorpe.
4-jarige merries, groote maat.
1. Mina, van Karel de Koeijer, Terneuzen;
2. Ingrid van Vainquer, van Gebr. Daelman,
vnd.; 3. Astride van Vainqueur, van den-
zelfde.
5-jarige merries (geb. 19361931) kl. maat.
1. Glorieuse van Looseshof, van C. de Put
ter. Axel; 2. Kitty, van Jac. de Putter, Axel;
3. Elza, van J. W. Scheele, vnd; 4. Bet van
Herseur, van Gebr. Daelman, vnd; 5. Bonne
Augure, van Jac. Huijssen, vnd; 6. Wago
nette du Mayeur, van C. H. van Waes, vnd;
7. Bandola, van Jac. de Jonge, Axel; 8.
Ideale van Willy, van Gebr. Daelman, vnd;
9. Ruda van Coegors, van P. A. P. Dieleman,
Zaamslag; 10. Rozaline, van C. A. Dekker,
vnd; 11. Polka de Tieghem, van Kinderen
H. Daelman, vnd; 12. Anna van Coegors,
van W. M. Dieleman, Sluiskil; 13. Lys van
Clairon, van C. H. van Waes, vnd; 14. Ella,
van Aug. Baecke, Westdorpe; 15. Sonja van
Avenir, van Gebr. Daelman Jzn. vnd; 16.
Reine Claude de Wielsbeke, van Kinderen H.
Daelman, vnd; 17. Monna, van Jac. de Klerk,
Zaamslag; 18. Monna, van Iz. de Feijter Hz.,
vnd.
5-jarige merries (geb. 19361931), gr. maat.
1. Roem van Freule, van Gebr. Daelman
Jzn, vnd; 2. Kate, van K. de Koeijer, vnd;
3. Jeanne de Kieldrecht, van Jac. Huijssen,
vnd; 4. Dorma van Avenir, van Gebr. Dael
man Jzn., vnd; 5. Celesta, van P. Moort-
hamer, Axel; 6. Dragonne van Zuiddorpe,
van A. C. van Waes, vnd; 7. Marie, van Jac.
de Putter, vnd; 8. Blanka, van denzelfde;
9. Aurore de Cambron, van C. A. de Munck,
Zuiddorpe; 10. Mimi de la Lys van 't Veer,
van A. de Putter Mz., Zaamslag; 11. Lillie
de Chaeau, van denzelfde.
Dank zij het schitterende zomerweer mocht
deze keuring zich in een zeer levendige be-
langstelling verheugen.
Damegambiet
Partij gespeeld in een toumooi te
Buenos-Aires (11939
Wit: Keres.
1. d2—d4
2. c2—c4
3. Pbl—c3
4. Rclg5
5. e2e3
6. Pgl—f3
7. Rg5h4
Zwart: Guimard.
Pg8—f6
e7e6
d7d6
Rf8—e7
0—0
h7—h6
Pf6e4
WIT 47 48 49 50
Wit speelt en wint.
De z.g. Lasker-variant van het orthodoxe
damegambiet. Vroeger werd Pe4 reeds op
den 6en zet gespeeld. Tegenwoordig schakelt
men liever k6 in. Zelfs kan c6 ook nog eerst
even geschieden. De bedoeling van Pe4 is
zich spoedig te bevrijden. Wit is wel verplicht
af te ruilen.
8. Rh4Xe7
Het beste. Op 8. Pe4: de4:, 9. Re7: De7:
10. Pd2 kan zwart uitstekend f5 spelen.
8. Dd8Xe7
-9. Ddl—c2
De andere vertakking is 9. cdS:, waardoor
de paarden geruild moeten worden. Tegen-
over een goed wit centrum staat, dat zwart
gemakkelijk zijn raadsheer ontwikkelt.
9Pe4f6
Ongewoon. Paardenruil was beter geweest,
eventueel na 7. ...c6.
10. c4Xd5 e6X d5
11. Rfld3 Pb8—c6
12. a2a3 Rc8g4
Nu blijkt de bedoeling van den vorigen
paardzet. Zwart dreigt pion d4 te nemen,
daar e3 gepend is. Wit kan er niets aan
doen, dat zijn f-pion verdubbeld wordt (im-
mers 13. Re2 is ook geen remedie daar tegen).
13. 0-X) Rg4Xf3
14. g2Xf3 Pc6d8
15. b2b4 Pd6e6
16. Kgl—hi c7—c6
17. Pc3—a4 Pe6—g5<
18. Rd3e2 Pf6—e8
19. Tflgl Pe8d6
20. Tglg2
Na zich op den damevleugel veilig gesteld
te hebben, gaat wit over tot den aanval op
de andere zijde.
20. Kg8h8
Wel noodig. Pg5 is gemakkelijk te ver-
drijven en daama zou g7 bijzonder zwak
gaan worden.
21. Tal—gl Tf8—g8
22. Pa4o5 a7a5
23. b4Xa5
Gewaagd gespeeld! Het gaat er nu maar
om of zwart gelegenheid zab hebben van de
open a-lijn en den zwakken a-pion voordeei
te hebben. Het vervolg leert, dat Keres zijn
kansen goed bekeken heeft.
23Ta8Xa5
24. a3a4 Ta5a7
25. Re2dl
Om de dame gewichtiger werk te. laten
doen, dan zoo een pionnetje te dekken.
25. Pd6c4
26. Dc2f5
SMAKELIJK GESMEERDE EN TEGEUJK
VOEDZAME BOTERIHAMME—
Martitie Wittop Koning schrijft ons:
Ons boterrantsden, hoe we ook passen en
meten, laat geen royaal gesmeerde boterham-
men toe; de 'kans bestaat zelfs, dat in menig
gezin de iboter niet strekt om alle sneden
brood hun deel te gewen en dat stroop of jam
te hulp wonden geroepen om de boter te ver-
vangen.
Dat kan natuurlijk; wie zich de kwestie
met al te diep indenkc, zegt waarsohijnlijk,
£oed" kan: 't is Immers sma-
kelijk, de kinderen houden van zoo'n zoete
boterham en laten ze even goed naar binneti
glijden als de met boter bestreiken snee brood.
Beschouwen we het vraagstuk minder op-
pervlakkiig, geiven we ons rekensehap van de
voedinigswaardedie de met stroop of met jam
belegde boterham bezit, dan moet ons voor
deei andens luiden. Stroop en jam bestaan
zoo goed als uitsluitend uit koolhydraten,
tenwijl het er juist ,,in den rantsoeneeringis-
trjd" zoo op aan komt, dat we ook denken
aan het op peil houden van het eiwit en van
de mineralen in onze voedimg.
Smeejibare voedingsmiddelen, die het droge
brood van een smakelijk laagje voorzien, ter-
wijl ze ons tegelijkertijd eiwit en mineralen
toevoeren, bestaan, we vinden ze in de kwark,
zooals die als zuivelproduct in den handel
voonkomt, en in den hangop, die we van
karnemelk zelf kunnen bereiden door op de
van ouds bekende wijze de karnemelk uit te
gieten in een doek, die in een vergiet is ge-
spreid, met een teiltje of emmertje eronder
om het uitdruppende voc-ht op te vangen. E6n
ding dient er dan nog bij te worden opge-
merkt, n.l. dat voor ons bepaalde doel
tiet besmeren van de boterham de hangop
zoo stevig mogelijk moet zijn; lang uitlekken
(een dag en een nacht b.v.) zal dus de maat-
regel zijn, die het gewenschte resultaat geeft
en ons hangop verschaft, die a.h.w. ..gesne-
den" kan worden.
En dan nog een opmerking. In het uitge-
lekte vocht zijn voedingsstoffen te verwach-
ten; igiet het dus niet weg, maar gebruik het
om er rijst, gort of boekweitgrutjes in te
kokenals we de pap tenslotte vermengen
met wat aangemengd taptemelkpoeder (per
liter vocht b.v. 100 gram of 2 theekopjes),
dan hebben we met weinig kosten een voed-
zaam gerecht, dat uitstekend het middag-
maal kan aanvullen.
Keeren we terug tot de kwark of den hang
op als doelmatig broodbelegsel, dan rest mij
nog U te vertellen, hoe we er de noodige
variatie in kunnen brengen.
Een zoete broodbelegging, die het in voed-
zaamheld verreweg wint van stroop of van
enkel jam, maiken iwe door de kwark of den"
hangop te vermengen met een schepje suiker
of een lepeltje jam; de hangop, die van kar
nemelk afkomstig is, zal daarvan iets m66r
vragen dan de kwark, die haar ontstaan aan
taptemelk heeft te danken.
Wensehen we een hartig broodlbelegsel, dan
staan, behalve het altijd toegevoegde zout,
tot onze beschikking:
tuinkruiden (peterselie, kervel, selderij,
dragon, hieslook, prei ui), hetzij. een alleen of
wel een mengsel van verscihillende;
fijngehakte uitjes en augurken;
wat paprika;
wat geraspte mierikswortel met een ietsje
suiker;
wat aangemaakte mosterd;
wat geraspte kaas (van een laatste stukje,
dat zich niet meer laat snijden).
Bepaalde recepten met juist aangegeven
verhoudingen zijn voor deze mengsels niet
goed mogelijk; ze berusten geheel op eigen
smaak".
Wat vooral voor extra-gelegenheden een
aardige afwisseling brengt, is het beleggen
van de met kwark of met hangop bestreken
sneetjes, met plakjes radijs, komkommer of
tomaat, of wel met geraspte wortel of selde-
rijknol.
Was het voor zwart niet beter geweest het
paard op d6 te laten staan Rlotseling zit er
nu een'matdreiging in (27. Tg5:, 28. Dh3f
en mat).
&7—g6
27. Df5g4 b7b6
28. Pc5d3 Oe7e6
29. Dg4—g3 Pg5—Ih3
Lijkt erg, maar is het niet. Wit schuift
kalm naar betere velden.
30. Tgl—el Ph3g5
31. e3e4!
Zie nu 31. ...de4:, 32. fe4: Pe4: 33. Dh4!
(dreigt mat of stukveriies).
31De6f6
32. e4e5 Df6IB
33. f3f4 Pg5e4
Na een anderen paardzet verliest zwart d-»
dame.
34. Dg3h4
Dreigt weer dameverlies en bovendien mat.
34,g«—^5
35. Dh4Xh6t Df5—h7
36. Dh6 X e6 Pe4c3
37. Dc6f6f Dh7g7
38. Tg2g3
Zwart geeft op.
Een aardige oombina&ie.
Uit een partij SchusterCarls, Oldenburg 1914.
Wit aan zet
Wit speelde
1. Rg5Xf6?,
hetgeen zwart de gelegenheid gaf de mooie,
volgende combinatie uit te voeren.
1h4Xg3
2. Rf6e5
Veld h3 is nu voldoende gedekt.
2Th8Xh2
3. ThlXh2 Dd8—a5t
4. c2^—e3 Da5Xe5t!
Maar nu is h2 onvoldoende gedekt.
5. d4Xe5 g3Xh2
Zwart haalt een nieuwe dame en is dan een
stuk voor!