1H1XM 11 m mmm Feuilleton- vertellingen Dam- en Schaakrubriek I W, Hi I Paardenfokkerij Voor de Huisvrouw BRABANTSCHE BRIEVEN. DAMMEN. SCHAKEN. jiy a ms. *3® mm 6 Staten zijn, zal dus geen mechanische gelijk- schakeling van zijn zeer verschillende staats- vormen met zich brengen. Duitschland zal deze ruimte zeer zeker ook niet naar Angel- saksische koloniale methoden als weide orga- niseeren, waarop eenige bevoorrecbte pluto- chaten bet uitsluitende weiderecht bebben. Zelfs de gedachte aan een algemeene tol- en valuta-unie heeft de Rijksminister van oeco- jiomische zaken als onpractisch afgewezen. (Europa blijft ook als groote oeconomiscbe ruimte sterk genuanceerd, blijft een gebied, waarin. ieder deel een krachtig eigen leven leidt, ja onvoorwaardelijk leiden moet. Noch extreme autarkie, noch op de spits gedreven arbeidsverdeeling kunnen den gewenschten vorm van samenwerking vormen. „Het doel van dit ordeningsbeginsel is de tverstandige samenwerking van gelijkgerech- tigde partners op langen termijn met uitscha- keling van intemationale conjunctuurs-invloe- den en valutamanipulaties. Een sterke ver- ibindingsschakel zal in de ruimte niet zoo- jzeer de mechanische ordening van de gren- zen, als veeleer de begrijpende en gelijkge- richte houding van de afzonderlijke landen in bepaalde kardinale kwesties van de oecono- mische leiding zijn." De woorden zijn het onthouden waard. Ulvenhout. Amico, Den Winter was bar. Genadeloos, en- deloos. 't Veurjaar Van Lente kost nie gesproken wor- den. Maar deuze dagen van Zomer- maand, wat ver- goeien ze veul! In 'nen helle flak- ker brandt den nuu- wen dag uit den Oos- terkim. 'Nen witten wemel gaat gloren deur den waterkleu- rigen mergen, die sjuust nog rimpelloos over de weareld lag, deur gin windeke bewogen. Dan slept 'n traag Zuid-oosterke z'n eigen moeizaam over d'eerde, machteloos deur 't welig loof, dat nie beweegt. 't Sleurt over 't grijze korengewas, deus loome windeke, te lui om te gaan. En hooger likken de zonne- vlammen aan den staalblanken hemel, over- togen mee de felle glanzings, mee de scham- pen uit 't witte zonnevuur, tot de hitte om- laag werlt in stillen, stagen wemel. Hooitij Den heelen buiten begint te geuren naar de schroeiende velden. De Mark ligt te blinken onder de witte zon, 't licht staat te beven boven t flitsende water. Ein 't windeke, dat daar traag deur den hooigeur schuift, is werm als oew lijf. Ernstig staan de bruine zwoegerskoppen van de hooiers, die mee 'nen langen pas de velden opbeenen. t Wordt 'nen zwaren dag. 't Wordt ginnen dag van arbeid, 't wordt 'nen dag van vdchten mee den arbeid, die lijk 'nen zwaren, loggen beest zijn struische pooten op de schouwers van de zwoegers zal slaan. Die mee zijnen heeten asem snuffelen gaat in de taaie, gekerfde nekken; over de beenige, gespierde schoeften, schouwers waarover spierbussels golven, die ge zien kunt deur 't donkergezweeten boezeroen. Eindelijk slaan de zilveren sikkels al zui- gend deur 't hoog gewas, dat platvalt in lange lijnen, over't wije veld. Lijk lichtscham- pen jagen de zeisen over d'eerde en ze zengen alle gewas weg. Gin woord wordt gesproken. In stuggen, verbeten strijd vechten de bronzen kearels mee den zwaren beest en ze krijgen 'm er- onder! Ten avond, als den zwaren arbeid van den langen Zomerdag is gedaan, 'nen koperen gloei smeult over den dichten blarenkroon van den notenleer, lichaam en geest nog maar 649. West- tegen Oost Zeeuws-Vlaanderen. Hier volgt de 2e partij Kotvisde Rijk uit de wedstrijd op Hemelvaartsdag. Zwart: J. de Rijk, Wit: A. Kotvis, Zuidzande. Terneuzen. 1. 32—28 18—23 2. 3429 23X32 3. 37X28 1924 4. 41—37 14—19 5. 37—32 20—25 6. 29X20 25X14 Een bekend en vaak toegepast openings- spel, dat complicaties vermrjdt. 7. 4034 12l8 8. 4641 7—12 9. 4137 1923 10. 28X19 14X23 11. 34—30 Wij zouden hier 3328 prefereren. 11. 10—14 12. 30—25 14—19 13. 35—30 15—20 14. 26X14 19X10 15. 3025 17—21 In aanmerking kiwam eerst 1014. 16. 31—26 1—7 Zwart 2127 viel te overwegen. Het spel zou er moeilijker, scherper en ongetwijfeld kansrijker door geworden zijn. 17. 26X17 12X21 18. 45—40 7—12 Zie de opmerking hij de lie en 15e ze 19. 40—35 10—14 20. 37—31 510 21. 31—27 21—26 22. 42—37 11—17 23. 27—21 Het doel van deze uitruil ontgaat Zwart beheerst nu het centrum. 23. 16X27 24. 32X21 17—22! 25. 21—16 6—11? Waarom toch? Dit had nog al de tij 26. 16X7 12X1 27. 37—32 22—27 28. 32X21 26X17 29. 47—42 17—22 30. 39—34 1—6 31. 4237 14—19 32. 44—39 10—14 33. 34—30 14—20 34. 25X14 19X10 35. 50—44 10—14 36. 37—32 22—27 Het lijkt wel, alsof de spelers bang van elkaar zijn. Waarom zwart hier zijn prach- eenen eisch stellen: rust, dan glijdt m'n krant uit de handen, dan hangt de pijp koud Iangs m'n kin en op 't avondliedeke van den lijster deinen de gedachten weg in het zalig Niks van zonnepeerlmoer, dat van den hemel te glanzen staat over den zomeravond, in m'nen bierpint, waarin 'nen klont avondzon te fonkelen ligt, in m'n zielement, waarin den dag nasmeult. Den Eeker gieterde Trui's blommenhoveke en in den rossen stiltewemel van den avond h66r ik den zachten, zwarten grond 't blom- menwater drinken, dat lijk gouwen kralen uit de kelken rolt. Goed rusten is 't zoo, hier achter den huis, hier op den erf bij de slapende blomkes in den natbegoten eerde rondomme. De petune- kes, in den goudfluweelen nabloei, geuren zoet deur den schemer, die zachtekens in de blaren kruipt. Dan, neffenaf de verre stad, die lijk 'nen purperen franje van den hemel hangt, tip- pend aan den kim, gaat de zon wegzinken. Lange, donkere schaduws van de hooi-oppers, die gunder pront in rijen staan, strepen over den kaalgemaaiden bojem. N6g laait 'nen ros sen gloei achter de weareld vandaan, deur den peersen franje aan den ender. Klonten vuur liggen na te gloeien op den kim. 'Nen mearel schalmen zynen zang langs al dat avondgoud. Dan vallen tien gongslagen van ons -kerke- torentje op den gebluschten dag. 't Leste zonnegoud trok uit de watersloo- jen. En 't eerste koele windeke vandaag gaat zachtkens over m'n vel. 'k Proef, diep in m'n keel, 't zoetsel van de slapende blomme- kes, daar daauwend in 't sproeiwater. Lijk donkeren bloedkoraal liggen de waterdroppen te verschieten in den bloei der geraniums. 'k Stop m'nen leste pijp van deuzen dag. Zachtekens kraakt ze in de pure stilte, die op de Schepping ligt. Onder 't aanpijpen valt m'n oog op 'n bleeke ster, die daar gunder in 't Noorden, boven de stad ieverans, eenzaam te gloren staat boven peerse wolkenstreepen die geveegd staan aan 'nen hemel van don keren tin. Gaandeweg wemelt den deemster dichter uit de velden. M'n leste, schuimlooze kliekske bier staat dof nou in den pint. Den eentonigen roep van de runders loeit melankoliek. deur den nevelenden ayond. 'n Waterkleurige verschieting glanst hoog aan den avondhemel. Nog kunnen de sterren er nie teugenop, maar gunder blinkt toch, boven den zwarten boschkam, 't geele maantje in den matglans van den midzomernacht. 'Nen schoonen dag van Zomermaand is ten ende. We kunnen vredig slapen gaan. Den Winter was bar, endeloos. 't Veurjaar? Daarvan kost nie gesproken worden. Maar deuze dagenWat vergoeien ze veul! Wat maken ze veul goed, deus deugdzame Zomerdagen mee water en wermte volop. Den melkblanken, Ulvenhoutsche asperge, malsch als boter, dik van vleesch is van 't jaar den gezochtsten uit wijen omtrek. Hij heeft hier op de Veilingen den besten naam. 't Gewas op den lagen grond stond lank slecht mee dieen aanhoudenden kou, maar "k mag zeg- gen vandaag: we halen van dieen grond nog wel oogst. De vroege aardbei is bevroren, ook de zwarte bes. Maar den appel hee ge- bloeid als weinig jaren veurkomt, zd<5 over- dadig, zoo dik van blossem! Pruimen zullen er veul zijn, waar 'k nie op gedocht had, want ook verlejen jaar droegen deuze boomen kolossaal. En twee overdadige oogsten ach ter malkaar komt in den boogerd weinig veur! De beesten weien nou dik in 't gras, den boter groeit er mee weggen aan! Allee, ik heb in den akker, den boogerd en den stal gin zwaar hoofd meer. Och, 't kan ook nie anders zijn! Diepin voelt iederen mensch: den Schepper zal ons nie noodigen aan 'n tafel, waar niks of te weinig op staat. Vroeger hebben de ,,geleerden", nouja, de geleerdheid kost ons toen -alles wijsmaken. mooi en billijk, wijs en onwijs, zin en onzin; 't Leven is 'n altrj wentelend loterijrad, waar op vandaag de geleerdheid bovenaan staat, mergen 't gezond verstand; waarop vandaag 't kapitaal aan den top staat, mergen den arbeid; waarop vandaag den boer 't hoogste tige centrumstand vrijwillig prijsgeeft, is ons bijv. een raadsel. We missen in deze overigens goed ge- speelde positie-partij het echte en opwindende .,het-er-eens-op-aan-laten-komen", de emotie- volle lijf-aan-lijf-strijd, er-op-of-er-onder. 37. 38. 39. 40. 41. 32X21 33X22 3631 39—33 38—32 23—28 18X16 13—18 8—12 9—13 Op wit 3025 zou zwart nu wirmen door 14—20; 13—19 en 18X36. 42. 43—38 2—8 43. 48—42 12—17 44. 49—43 17—22 Om 22'27 te laten volgen. 45. 33—28 22X33 46. 38 X 2® 6—11 47. 44—39 11—17 48. 39—33 17—21 49. 3127 Er dreigde 21—27. Op 31—26 volgt 2127X27 of anders 410 en 812 of nog anders 49 en 1823. Toch lijkt de tekst zet ons niet, zoals het partijverloop trouwens uitwijst. 49. 4—10! Ben tactiscti tussenzetje, dat de aandacht van het dreigende gevaar afleidt. Wit had nu 3328 of nog beter 4338 moeten spelen, om zwart 39 vodr te zijn. 50. 30—24?? 3—9! En wit kan tihans niet aan schijfverlies ont- komen. (Zie bcuven.) Immers, 3328 baat niet meer, omdat toch 1823 volgt met schijfwinst naar 31 of naar 34. 51. 4338 1823 52. 29X18 13X31 53. 3228 f 21—27 54. 42—37 31X42 55. 38X47 16—21 56. 35—30 21—26 57. 30—25 26—31 58. 28—23 8—12 59. 4741 2732 Natuurlijk niet 31:36 wegens wit 2420; 2015 en 15X31, remise. 60. 2420 Wit is verloren. Er is geen andere zet. Op 3328 wint zwart door 3136! 60. Deze stand diagram. 61. 23—19 (of?) 62. 3329 63. 2016 Wit gaf op. Na 15X13 volgt eenvoudig 4736. 31—36! gaven wij in rubriek 647 op 14X23 23X34 36X47 West Zeeuws-Vlaanderen tegen Vlissingen. Op 2e Pinksterdag speelde een groep West Zeeuws-Vlaamse dammers te Breskens tegen een Vhssingse ploeg. De Vlissingers wonnen met 1210. nommer draagt, mergen den soldaat; en dit heb ik in m'n leven wel geleerd: reken nooit te rap mee iets af, wat vandaag nie geteld wordt, is volgende week weer mode. Vroeger jaren hebben de ,,geleerden" 't ons wel 'ns anders geperbeerd wijs te maken maar van daag w6ten wij: de e6rde is groot, rijk en vruchtdragend genogt, om mensch en dier rojaal te kunnen voeden. En te veurzien van alles, wat ieder levend schepsel behoeft. Maar genogt daarover. We weten vandaag - en dat wilde-n-ik gezeed hebben g'had onze eerde is vruchtkrachtig zat, om ons rijkelijk te veurzien van alles, wat we noodig hebben om te leven, d.i. om den Gever-van- alles te dienen. Sterker: altij rijker wordt de eerde! Want altjj gaat ze meer opbrepgen, dank zij 't menschelijk vernuft, dank zij de Gave van de Rede, den mensch geschonken. Zie maar naar ons eigen Landje't Is klein, daarbij dik bevolkt. Maar die 't weten kun nen, de deskundigen zijn 't er over 66ns: wij kunnen mee glans in eigen onderhoud veur zien. Alleenwij mee onze dikke bevolkt- heid, wij kunnen er moeilijk andere kostgan- gers bij onderhouden! Maar en daar wou ik van de week mee m'nen brief naar toe: maar't is oorlog! En w61 wordt bewezen deus tijen, hoe de menschheid malkaar noodig heeft. Millioenen evenmenschen zien belust naar onze producten. Ernie...... 't blijft nie bij ,,zien". Onze beste spullen, onzen boter, ons vleesch, vet, spek, eiers, ja onzen e6rpel is schaarsch geworden. Wat wij gewoon zijn mee ponden te gebruiken, motten we nou mee onskes stellen. 't Is oorlog! Millioenen mannen, in de blom van huilie jaren, zijn aan de producten onttrokken. Mil lioenen w6erden gaan naar den bojem der zeeen. Millioenen balen koffie, rijst, granen, enzoowijer kunnen nie vervoerd worden. 't Is oorlog! En we zien, we ervaren, we voelen den grooten ermoei aan ons eigen lijf, nou de Vol- keren malkaar teugenstreven. Ja, w61 is bewezen deus tijen, hoe de Menschheid malkaar noodig heeft. Samenwerking, saamhoorigheid, samen- 1 e v i n g, da's den duur verplichten tol aan den Schepper veur den ons geschonken fjjk- dom der eerde! Dieen rijkdom is ons gegeven op deuze conditie: Nostenliefde! Als broeders saam te leven. En sjuust andersom hebben we 't al jaren perbeeren te doen! Al jaren! Tariefmuren, autarkie, we kosten er elken dag den (alweer) geleerden onzin over lezen. We kosten er heel den dag, heel 't jaar deur, zwaar veur betalen aan alle meugelijke fiscale (on)rechten van invoer. Ieder Volk en Volkske, ja iederen mensch afzonderlijk, perbeerde z'n eigen onafhanke- lijk te maken van anderen. Was wanbe- taler van de goeikoopste belasting, maar duurste verplichting: den tol aan God, den Nostenliefde. Dwars gong de weareld in, jarenlank, teugen den Schepper z'n bedoelin- gen! Dus nou is 't oorlog! En nou verschrompelde ons pond boter tot 'n ons. Ik geloof, we krijgen 'n straffe les. Als we dat allemaal begrepen, dan zou 't mee den haat rap gedaan zijn. Dan zouden de wapens kunnen neergelegd worden, en de Mensch heid in Vrede gaan samenleven! Zonder ge leerden onzin over kinderbeperking, autarkie en weetikveul. Maar in simpele beleving van de eenvoudigste grondstellingen van de Christenleer! Den Winter van 't kouwe egoisme dien we deurstaan hebben, was bar. genadeloos, ende loos! VeurjaarWe kunnen van Lente nog belange nie spreken! Maar spoedig mo- gen komen 'n Zomertij, mee de dagen die veul vergoeien zullen. Dagen van zwaren arbeid wel, van oogst- arbeid, lijk wij boeren die vandaag kennen, maar dagen ook, mee den zaligen avondrust, Ook thans was Kotvis niet erg op dreef. In de volgende stand liet hij zich door Van Biemen te pakken nemen. ZWART 1 2 3 4 5 16 26 36 46 veur we de moeie oogen toedoen Vol. Veul groeten van Trui, Dre III, den Eeker en als altij gin horke minder van oewen t. h v. ORE. WIT 47 48 49 50 Ziwart (Van Biemen) speelde 2429 als lokzet. Kotvis nam de schijfwinst... en ver- loor. 1. 24—29 2. 30—24 19X30 3. 35X33 14—19 4. 26X6 11—17 5. 5X23 18X47 wint Probleem van P. J. .v. d. Bulck te Breskens. ZWART 1 2 3 4.5 PREMIEKEURING VOOR MERRIES. De vanwege de Z. L. M. en de vereeniging ,,Het Nederlandsche Trekpaard" te Axel plaats gehad hebbende merriekeuring had het volgende resultaat: 2-jarige merries (geb. 1939). 1. Annie van Nico, van Osw. Keckhaert, Westdorpe; 2. Orgina Dubois, van W. L. den Hamer, Axel; 3. Elegante, van Gebrs. Dael- man Jz's, Westdorpe; 4. Rinique, van M. A. B. Pujjlaert, Zuiddorpe; 5. Cora, van Iz. de Feijter Hz., Axel; 6. Sidona II van Ronde- putten, van M. van Fraaijenhove, Axel; 7. Dora, van C. H. van Waes, Westdorpe; 8. Dora, van P. B. van Hoeve, Axel; 9. Clara, van C. A. Dekker, Axel; 10. Beaut6 van Zuiddorpe, van G. J. van Waes, Zuiddorpe; 11. Mira van Zuiddorpe, van H. C. Puijlaert, Zuiddorpe; 12. Anna van den Zeedijk, van Kinderen H. Daelman, Westdorpe; 13. Bea, van Em. Baecke, Westdorpe; 14. Erna, van Eug. Verhelst, Westdorpe. 3-jarige merries (geb. 1938) kl. maat. 1. Robbie, van Jac. Huijssen, Axel; 2. Trui, van M. A. B. Puijlaert, vnd; 3. Beatrix van Coegors, van Wed. J. Dielemande Kra- ker, Axel; 4. Julma, van A. Scheele Az., Axel; 5. Hermina van den Zeedijk, van Kin deren H. Daelman, vnd. 3-jarige merries (groote maat). 1. Paulina, van J. W. Scheele Jz., Vogel- waarde; 2. Mira van Brugzieht, van J. A. Quaakden Hamer, Axel. 4-jarige merries (geb. 1937) kleine maat. 1. Molly van Passluis, van C. H. van Waes, Westdorpe; 2. Bertha, van Wed. W. Koster, Axel; 3. Astrid van Clara de Zandvoorde, van Kinderen H. Daelman, vnd; 4. Flora van Zuiddorpe, van A. C. van Waes, Zuiddorpe. 4-jarige merries, groote maat. 1. Mina, van Karel de Koeijer, Terneuzen; 2. Ingrid van Vainquer, van Gebr. Daelman, vnd.; 3. Astride van Vainqueur, van den- zelfde. 5-jarige merries (geb. 19361931) kl. maat. 1. Glorieuse van Looseshof, van C. de Put ter. Axel; 2. Kitty, van Jac. de Putter, Axel; 3. Elza, van J. W. Scheele, vnd; 4. Bet van Herseur, van Gebr. Daelman, vnd; 5. Bonne Augure, van Jac. Huijssen, vnd; 6. Wago nette du Mayeur, van C. H. van Waes, vnd; 7. Bandola, van Jac. de Jonge, Axel; 8. Ideale van Willy, van Gebr. Daelman, vnd; 9. Ruda van Coegors, van P. A. P. Dieleman, Zaamslag; 10. Rozaline, van C. A. Dekker, vnd; 11. Polka de Tieghem, van Kinderen H. Daelman, vnd; 12. Anna van Coegors, van W. M. Dieleman, Sluiskil; 13. Lys van Clairon, van C. H. van Waes, vnd; 14. Ella, van Aug. Baecke, Westdorpe; 15. Sonja van Avenir, van Gebr. Daelman Jzn. vnd; 16. Reine Claude de Wielsbeke, van Kinderen H. Daelman, vnd; 17. Monna, van Jac. de Klerk, Zaamslag; 18. Monna, van Iz. de Feijter Hz., vnd. 5-jarige merries (geb. 19361931), gr. maat. 1. Roem van Freule, van Gebr. Daelman Jzn, vnd; 2. Kate, van K. de Koeijer, vnd; 3. Jeanne de Kieldrecht, van Jac. Huijssen, vnd; 4. Dorma van Avenir, van Gebr. Dael man Jzn., vnd; 5. Celesta, van P. Moort- hamer, Axel; 6. Dragonne van Zuiddorpe, van A. C. van Waes, vnd; 7. Marie, van Jac. de Putter, vnd; 8. Blanka, van denzelfde; 9. Aurore de Cambron, van C. A. de Munck, Zuiddorpe; 10. Mimi de la Lys van 't Veer, van A. de Putter Mz., Zaamslag; 11. Lillie de Chaeau, van denzelfde. Dank zij het schitterende zomerweer mocht deze keuring zich in een zeer levendige be- langstelling verheugen. Damegambiet Partij gespeeld in een toumooi te Buenos-Aires (11939 Wit: Keres. 1. d2—d4 2. c2—c4 3. Pbl—c3 4. Rclg5 5. e2e3 6. Pgl—f3 7. Rg5h4 Zwart: Guimard. Pg8—f6 e7e6 d7d6 Rf8—e7 0—0 h7—h6 Pf6e4 WIT 47 48 49 50 Wit speelt en wint. De z.g. Lasker-variant van het orthodoxe damegambiet. Vroeger werd Pe4 reeds op den 6en zet gespeeld. Tegenwoordig schakelt men liever k6 in. Zelfs kan c6 ook nog eerst even geschieden. De bedoeling van Pe4 is zich spoedig te bevrijden. Wit is wel verplicht af te ruilen. 8. Rh4Xe7 Het beste. Op 8. Pe4: de4:, 9. Re7: De7: 10. Pd2 kan zwart uitstekend f5 spelen. 8. Dd8Xe7 -9. Ddl—c2 De andere vertakking is 9. cdS:, waardoor de paarden geruild moeten worden. Tegen- over een goed wit centrum staat, dat zwart gemakkelijk zijn raadsheer ontwikkelt. 9Pe4f6 Ongewoon. Paardenruil was beter geweest, eventueel na 7. ...c6. 10. c4Xd5 e6X d5 11. Rfld3 Pb8—c6 12. a2a3 Rc8g4 Nu blijkt de bedoeling van den vorigen paardzet. Zwart dreigt pion d4 te nemen, daar e3 gepend is. Wit kan er niets aan doen, dat zijn f-pion verdubbeld wordt (im- mers 13. Re2 is ook geen remedie daar tegen). 13. 0-X) Rg4Xf3 14. g2Xf3 Pc6d8 15. b2b4 Pd6e6 16. Kgl—hi c7—c6 17. Pc3—a4 Pe6—g5< 18. Rd3e2 Pf6—e8 19. Tflgl Pe8d6 20. Tglg2 Na zich op den damevleugel veilig gesteld te hebben, gaat wit over tot den aanval op de andere zijde. 20. Kg8h8 Wel noodig. Pg5 is gemakkelijk te ver- drijven en daama zou g7 bijzonder zwak gaan worden. 21. Tal—gl Tf8—g8 22. Pa4o5 a7a5 23. b4Xa5 Gewaagd gespeeld! Het gaat er nu maar om of zwart gelegenheid zab hebben van de open a-lijn en den zwakken a-pion voordeei te hebben. Het vervolg leert, dat Keres zijn kansen goed bekeken heeft. 23Ta8Xa5 24. a3a4 Ta5a7 25. Re2dl Om de dame gewichtiger werk te. laten doen, dan zoo een pionnetje te dekken. 25. Pd6c4 26. Dc2f5 SMAKELIJK GESMEERDE EN TEGEUJK VOEDZAME BOTERIHAMME— Martitie Wittop Koning schrijft ons: Ons boterrantsden, hoe we ook passen en meten, laat geen royaal gesmeerde boterham- men toe; de 'kans bestaat zelfs, dat in menig gezin de iboter niet strekt om alle sneden brood hun deel te gewen en dat stroop of jam te hulp wonden geroepen om de boter te ver- vangen. Dat kan natuurlijk; wie zich de kwestie met al te diep indenkc, zegt waarsohijnlijk, £oed" kan: 't is Immers sma- kelijk, de kinderen houden van zoo'n zoete boterham en laten ze even goed naar binneti glijden als de met boter bestreiken snee brood. Beschouwen we het vraagstuk minder op- pervlakkiig, geiven we ons rekensehap van de voedinigswaardedie de met stroop of met jam belegde boterham bezit, dan moet ons voor deei andens luiden. Stroop en jam bestaan zoo goed als uitsluitend uit koolhydraten, tenwijl het er juist ,,in den rantsoeneeringis- trjd" zoo op aan komt, dat we ook denken aan het op peil houden van het eiwit en van de mineralen in onze voedimg. Smeejibare voedingsmiddelen, die het droge brood van een smakelijk laagje voorzien, ter- wijl ze ons tegelijkertijd eiwit en mineralen toevoeren, bestaan, we vinden ze in de kwark, zooals die als zuivelproduct in den handel voonkomt, en in den hangop, die we van karnemelk zelf kunnen bereiden door op de van ouds bekende wijze de karnemelk uit te gieten in een doek, die in een vergiet is ge- spreid, met een teiltje of emmertje eronder om het uitdruppende voc-ht op te vangen. E6n ding dient er dan nog bij te worden opge- merkt, n.l. dat voor ons bepaalde doel tiet besmeren van de boterham de hangop zoo stevig mogelijk moet zijn; lang uitlekken (een dag en een nacht b.v.) zal dus de maat- regel zijn, die het gewenschte resultaat geeft en ons hangop verschaft, die a.h.w. ..gesne- den" kan worden. En dan nog een opmerking. In het uitge- lekte vocht zijn voedingsstoffen te verwach- ten; igiet het dus niet weg, maar gebruik het om er rijst, gort of boekweitgrutjes in te kokenals we de pap tenslotte vermengen met wat aangemengd taptemelkpoeder (per liter vocht b.v. 100 gram of 2 theekopjes), dan hebben we met weinig kosten een voed- zaam gerecht, dat uitstekend het middag- maal kan aanvullen. Keeren we terug tot de kwark of den hang op als doelmatig broodbelegsel, dan rest mij nog U te vertellen, hoe we er de noodige variatie in kunnen brengen. Een zoete broodbelegging, die het in voed- zaamheld verreweg wint van stroop of van enkel jam, maiken iwe door de kwark of den" hangop te vermengen met een schepje suiker of een lepeltje jam; de hangop, die van kar nemelk afkomstig is, zal daarvan iets m66r vragen dan de kwark, die haar ontstaan aan taptemelk heeft te danken. Wensehen we een hartig broodlbelegsel, dan staan, behalve het altijd toegevoegde zout, tot onze beschikking: tuinkruiden (peterselie, kervel, selderij, dragon, hieslook, prei ui), hetzij. een alleen of wel een mengsel van verscihillende; fijngehakte uitjes en augurken; wat paprika; wat geraspte mierikswortel met een ietsje suiker; wat aangemaakte mosterd; wat geraspte kaas (van een laatste stukje, dat zich niet meer laat snijden). Bepaalde recepten met juist aangegeven verhoudingen zijn voor deze mengsels niet goed mogelijk; ze berusten geheel op eigen smaak". Wat vooral voor extra-gelegenheden een aardige afwisseling brengt, is het beleggen van de met kwark of met hangop bestreken sneetjes, met plakjes radijs, komkommer of tomaat, of wel met geraspte wortel of selde- rijknol. Was het voor zwart niet beter geweest het paard op d6 te laten staan Rlotseling zit er nu een'matdreiging in (27. Tg5:, 28. Dh3f en mat). &7—g6 27. Df5g4 b7b6 28. Pc5d3 Oe7e6 29. Dg4—g3 Pg5—Ih3 Lijkt erg, maar is het niet. Wit schuift kalm naar betere velden. 30. Tgl—el Ph3g5 31. e3e4! Zie nu 31. ...de4:, 32. fe4: Pe4: 33. Dh4! (dreigt mat of stukveriies). 31De6f6 32. e4e5 Df6IB 33. f3f4 Pg5e4 Na een anderen paardzet verliest zwart d-» dame. 34. Dg3h4 Dreigt weer dameverlies en bovendien mat. 34,g«—^5 35. Dh4Xh6t Df5—h7 36. Dh6 X e6 Pe4c3 37. Dc6f6f Dh7g7 38. Tg2g3 Zwart geeft op. Een aardige oombina&ie. Uit een partij SchusterCarls, Oldenburg 1914. Wit aan zet Wit speelde 1. Rg5Xf6?, hetgeen zwart de gelegenheid gaf de mooie, volgende combinatie uit te voeren. 1h4Xg3 2. Rf6e5 Veld h3 is nu voldoende gedekt. 2Th8Xh2 3. ThlXh2 Dd8—a5t 4. c2^—e3 Da5Xe5t! Maar nu is h2 onvoldoende gedekt. 5. d4Xe5 g3Xh2 Zwart haalt een nieuwe dame en is dan een stuk voor!

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 6