De officieele Opening KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. van het nieuwe gebouw der Kamer. Reeds is in ons vorig nummer met een enkel woord melding gemaakt van de offi cieele opening van het nieuwe gebouw der Kamer aan de iBurgemeester Geillstraat, waarvan wij in ons blad op 15 Februari, toen het gebouw door het administratief personeel is betrokken, een afbeelding hebben geplaatst. Het gebouw. j Het imposante gebouw is gebouwd in den voormaligen tuin van het kantongerechts- gebouw, waarvan de Kamer door welwillende medewerking van het Departement van Justitie in de gelegenheid werd gesteld de be- noodigde oppervlakte te koopen. Daardoor werd het mogelijk het kantoor van deze open- bare instelling, geheel vrijstaand, in de oude kom der gemeente op te trekken. Gabonden aan de opgaven van het prijs- vraag programma is' het gebouw sober van opzet. De Kamer heeft er, naar Zeeuwsch- Vlaamsohen trant naar gestreefd, een naar hare standing representatief gebouw te ver- krrjgen, hetgeen haar tot dusverre ten eenen- maue ontbra'k, doch dat gespeend zou zijn van alle overbodige luxe. Het gebouw behoorde evenwel ook te hebben een flinke werkruimte en gelegenheid voor berging van het steeds aangroeiend archief. Na onderzoek elders, dooi het Bureau en de Bouwcommissie, wer- den met het administratief personeel de ver- sckillende wenschen en verlangens besproken, en aan de hand daarvan een programma op- gesteld voor het uitschrijven eener prijsvraag, waarbij de deelnemers zich ook hadden te houden aan een maximale bouwsom, Het resultaat van al die voorbereiding is reeds geruimen tijd te zien. Het exterieur van het geibouw past zich geheel aan, bij de bestaande bebouwing in de omgeving, die van het Kantongerechtsgebouw en der Rijks H.B.S. De gievels zijn1 opgetrokken in een geelgrijze metselsteen op een plint van don- kere klinkers. De dakschilden zijn gedekt met roode verbeterde Hlollandsche pannen. Het geheel is in passende kleuren geverfd. In den gevel doen vooral ook de alanke lijnen van de stalen kozijnen die het geplaatste spie- gelglas omvatten, voor het oe>g weldadig aan. Verschillende omstandigheden waren oor- zaak, dat afgezien werd van het optrekken van verschillende bijgeboiJwtj€S, en besloten die alle onder te brengen in een sousterrain. De vloer van het hoofdgS*>°uw is in verband daarmede aangebracht op 1 M. boven de aan- grenzende straat, hetgeen ten goede kwam aan het uiterlijk van het nu geheel vrij, staan- de hoofdgebouw niet alleen, doch ook aan de ligging der kantoorruimten, geheel vrij voor inzicht van af de straat, zeer ten goede komt. Het grootste deel van het sousterrain, is gebouwd als brandvrije kluis, hetgeen van zeer groote waarde is voor het opbergen van het archief. In het bijzonder is zulks het ge- val voor het Handelsregister, de kern van de Kamer. Hetgeen het verloren gaan van deze dossiers door brand als anderzins beteekent, heeft zich in het afgeloopen jaar sterk gedc- monstreerd bij de Kamer te Rotterdam en die te Middelburg. Voorts bevindt zich in het sousterrain een keukentje, rijiwielbergplaats en garderobe, een stookplaats voor de centrale verwarming en kolenbergplaats. Wanneer men langs de voordeur het ge bouw betreedt, leest men boven de deur in bronzen letters de bestemming van het ge bouw: Kamer van Koophandel", welk op- schrift verzorgd werd door het personeel der Kamer. Men komt, na het passeeren der tochtdeuren in een ruime hal, waarin ook de trapruimte. (Mien wordt daar aanstonds ge- troffen door het stemmige licht, aat binnen- treedt door de gebrandschilderde ramen, die ter rechtenzijde boven de trap zijn aange bracht. Deze ramen, vervaardigd naar een ontwerp van den architect, den heer J. Hen- nink, stellen zinnebeeldig voor handel, indus- trie en scheepvaart. De beelden zijn zeer artistiek uitgevoerd, en bij de uitvoering is aan de opgaaf, dat er in de ramen niet alleen teekening en kleur behoorde te zitten. doch dat izij tevens licht doorlatend behoorden te zijn, is goed voldaan. Deze ramen zijn een geschenk van de leden der Kamer. Voorts is in de hal aan een der wanden ge plaatst een gedenkplaat, bevattende de namen van alien die aan de stichting van het ge bouw hebben medegewerkt. Twee daarvan, nl. de heeren M. C. F. van Goethem en Jan Scheele P.Jz., zijn inmiddels aan de Kamer door den dood ontvallen. In de hal is ook ge plaatst een bank, in oud-Hollandschen stijl, een geschenk van de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaatschappij en de Stoomtram HulstWalsoorden, welke is vervaardigd door de meubelindustrie van den heer Du Fosse te Sluis, mede naar een ontwerp van den heer Hlermink bewerkt met de attributen van Landbouw, Nijverheid, Handel en Scneep- vaart. Boven die bank bevindt zich, in den muur bewerkt, een tegeltableau, voorstellende de kaart van Zeeuwsch-Vlaanderen, het gebied der Kamer. Voor ieder, die op de hoogte is van hetgeen met het vervaardigen en het plaatsen van een dergelijk tegeltableau ge- paard gaat en de risico's die men daarbij loopt (ibij mislukking of breken van een tegel, is het geheele tableau waardeloos) is duidelijk de waarde van een dergelijk zeldzaam ge schenk. De Kamer heeft het te danken aan de waardeering die zij geniet van de zijde der bouwmaterialenmaatschappij ,,iDe Hoop", de Handelmaatschappij .Temeuzen" en de Han del- en iScheepvaart-maatschappij ,,De Schel- de" beide te Temeuzen gevestigde N.V.'s, die ook de verdere aankleeding der hal met tegels verzorgden. Moest voorheen het publiek dat zich ten kantore der Kamer moest vervoegen, als het niet direct kon geholpen worden en op beurt moest wachten zonder meer in een nauwen gang staan, thans is er, zooals hiervoren ge- zegd, in de ruime hal een gemakkelijke rust- bank aanwezig, maar bovendien krijgt men van uit de hal toegang tot een ruime wacht- kamer, waar modeme stoelen de wachtenden noodigen tot een gezellig zitje. In de wacht- kamer is ook geplaatst een fraaie iboekenkast, bevattende de bibliotheek der Kamer. Be- langhebbenden zullen daar dus ook kennis kunnen nemen van een of ander werk of bro chure e.d. uit het archief der Kamer. In de hal komt men voor de ruime loketten van het kantoor. Mocht men niet de aandacht der betrokken ambtenaren trekken, dan is een druk op een knopje voldoende om een sein in werking te brengen. Kloppen is dus hier overbodig. Voorts verkrrjgt men van uit de hal toegang tot de werkkamer van den Secretaris en de conferentlekamer. Zij, die vroeger wel eens een bezoek hebben gebracbt aan dien func- tionaris, en dus weten in welke bekrompen ruimte hij zijn werkzaamhedeh moest ver- richten, doch ook publiek ontvangen, zullen thans de groote verandering ten goede kun nen waardeeren. De Secretaris beschikt nu over een ruime kamer, ter rechterzijde van het gebouw aan de voorzijde gelegen, waar in zoowel van uit den voorgevel als van uit den zijgevel licht toetreedt. Dit licht wordt nog versterkt door de lich'tgekleurde wanden. De vloer is bekleed met rood getint linoleum en in roode kleur is ook gehouden de verdere meubileering dezer Kamer, bestaande uit een prominentbureau, een groote conferentietafel, een arohiefkast, schrijfmadhinetafeltje even- als de nog niet vermelde stoelen alles in staal. Deze smaakwolle meubileering van secretaris- en conferentiekamer is aangesohaft uit het bedrag, dat als blijk van waardeering aan de Kamer is geschonken door de Zeeuwsch- Vlaamsdhe Vereeniglng van Weefgoedfabri- kanten en de Zeeuwsch-Vlaamsche Vereeni- ging van Breigoedfabrikanten, beide te Hulst. Als beeld van het werk, dat ter plaatse wordt verrich't, is door de Bouwcommissie ter versiering op de archiefkast geplaatst een fantaisie-schip, een beeld van de OOst-Indische koopvaarders uit den tijd van Michiel Adriaanezoon de Ruijter. De betrokken functionaris deelde ons mede, dat hij zich in zijn vroeger verblijf wel eens beklemd heeft gevoeld, wanneer hij een of meer menschen moest ontvangen, dat hij daar- voor wel eens zijn toevlucht moest nemen naar zijn nabijgelegen woning. Maar nu is het hem een lust, menschen voor het bespre- ken van bijzondere belangen, die niet aan de loketten kunnen worden afgehandeld te ont vangen. (Het kan nu zelfs een deputatie van tamelijke grootte zijn, die hij daar kan ont vangen. Van uit de secretaris-kamer komt men in het kantoor van het administratief personeel. Dit is thans een flinke ruimte, waarin alien bij elkaar een plaats hebben en waarbij zelfs nog op uitbreiding is gerekend. Hier is vloer- bedekking en meubileering in groene tinten gehouden. Ook hier vjmdt men stalen bureaux met bij elk bureau een schrijfmachinetafel met schrijfmaehine, waardoor het hinderlijke versleepen van schrijfmaehines overbodig is. De i betrokken ambtenaar behoeft nu alleen zio'uzelf te verplaatsen, wanneer hij van het bewerken van boeken en formulieren moet overgaan op de sohrijfmachine. Er staat ook een groote algemeene werk- tafel, eventueel gesohikt voor het bewerken van te verzenden post e.d., benevens de noodige arcfhiefkasten en kastjes voor het bergen van kaartsystemen, met betrekking tot een bedrijfsregisfer e.d. Voor de loketten is aangebracht een toon- bankvlakte voor het bedienen van het publiek, terwijl daaronder zijn aangebracht vakken, waarin een dagelijksche voorraad kan worden geborgen van de tientallen formulieren, die de Kamer ten dienste van het publiek noodig heeft, en die men dus nu terstond ter uitrei- king of bewerking bij de hand heeft. Wanneer wij nu nog vermelden, dat aan den achterwand van het kantoor een op modeme wijze aangebrachte electrische klok steeds den juisten tijd zal aangeven, al schijnt het aan menschen die met animo hun werk ver- richten wel eens, dat de klok te vlug loopt, verlaten wij het kantoor en keeren terug naar de hal. We betreden daar nu de hoofdtrap, welke bekleed werd met ei'kenhout. De balustrade is van smeedwerk. Het ijzer daarvoor is ge schonken door den heer D. Steyaert-Heene te Eecloo (Belgie) door bemiddehng van zijn vertegenwoordiger, den heer E. Bollaert te Oostburg. We vernamen, dat van wege de Ambachtsschool te Temeuzen was aangebo den het bewerken van het ijzer, doch als ge volg van de bijzondere omstandigheden kon te laat over het ijzer worden beschikt en zou in verband met de afwerking van het gebouw de bewerking van het ijzer aan die inrichting te veel tijd hebben gevorderd. Door de Kamer is evenwel de geste ten zeerste gewaar- deerd. De trap bestijgende, komen we op de ver- dieping en betreden daar een ruime entree met garderobe. Daar bevinden zich ook een keu kentje en toiletten. Uit deze entree komt men in de groote zaal, waar de vergaderingen der Kamer worden gehouden. De vloeren op de verdieping zijn bekleed met een vast tapijt, hetgeen daar een aangcname sfeer schept. De vergaderzaal bovenal maakt een goeden indruk, in de eerste plaats door de ruimte, maar bovendien door het daar geplaatste smaakvolle meubilair in oud-Hollandschen stijl, weer een fabrikaat van den heer Du Fossd te Sluis, naar otitwerpen van den archi tect den heer Hennink, in overleg met zijn collega, den heer L. Cijsouw te Breskens. Deze meubels vormen een smaakvol bezit en geven aan de vergaderzaal een bijzonder cachet. De leuning van den voorzittersstoel, die bewerkt is met een afbeelding van het stempel der Kamer, een Mercuriusbeeld met randschrift, is een kunstwerk. Daarbij moet dan ook nog genoemd worden de verlichting der zaal, die bij kunstlicht geschiedt met menglicht-kwikdamplajmpen, systeem Philips, wellicht eenig in Zeeuwsch-Vlaanderen. Meu bels en lampen zijn een geschenk van de N.V. Van Melle's Confectionery Works te Breskens, welke ook nog een fraaie electrische klok voor deze zaal heeft toegezegd. We beschreven zooeven de ,,kunst"verlich- ting. Doch die behoefde de Kamer tot nu toe niet te gebruiken. Wanneer men echter eeni- gen tijd in deze ruimte vertoeft en zijn blikken laat rondwaren, wordt men er door getroffen, dat de dagverlichting het zoo uitstekend doet. Men heeft ook een onbelemmerd uitzicht naar buiten. Ware het niet dat men wist dat er in de kozijnen ruiten staan, dan kon men wanen dat het open gaten tusschen de kozij nen waren. Dit is het gevolg van het aan- brengen van spiegelglas, dat de voorwerpen die men ziet onvervorrnd voor het oog komen. hetgeen met gewooh vensterglas niet het ge- val is. Daaruit blijkt ook weer de groote waarde van het blijk van waardeering, dat de Kamer ontving van de N.V. Nieuwe Neder- landsche Maatschappij tot vervaardiging van spiegelglas. glazen voorwerpen en Chemische producten te Sas van Gent, in den vorm van al het verwerkte spiegelglas. Zooals eertijds is gemeld, werd het gebouw ontworpen door den architect, den heer J. Hennink te Sas van Gent, aan de hand van de uitgeschreven prijsvraag, waarop uit de 17 ingekomen ontwerpen het zijne den eersten prijs verwierf. Aannemer van den bouw was de heer P. F. Voet te Kloosterzande en van de centrale verwarming de heer G. J. Verlinde te Temeuzen. De vloerbedekking van het ge bouw en de stoffeering werd aangenomen en verzorgd door de firma YsebaertTemmer- man te Temeuzen. Gelegenheid tot bezichtiging. (Zooals uit de advertentie in dit nummer blijkt, wordt het gebouw a.s. Woensdag en Vrijdag voor ibelanghebbenden ter bezichti- ging gesteld). De Kamer van Koophandel en Fabrieken in ons gewest, achtte het zoowel voor hare instelling als voor het bedrijfsleven van Zeeuwsch-Vlaanderen gewensoht, het nieuwe kantoorgebouw;, op officieele wijze te openen. Mien had zich naar we vernamen aanvanke- lijk voorgesteld dit op wrjdscher schaal te doen en op ruimere schaal autoriteiten en be- langhebbenden te noodigen, doch in verband met de tijdsomstandig'neden moest daarvan worden afgezien. Er werd door den Voorzit- ters misdien uitgeschreven een vergadering der leden, terwijl tevens weiden uitgenoodigd de bij de Kamer naastbetrokken autoriteiten. Mien was ten zeerste verheugd, toen bekend werd, dat van officieele zijde van Den Haag belangstelling zou worden betoonl, doch be- treurde dat vertegenwoordiger.? van een aan- grenzende Kamer wegens verkeer^moeilijk- heden him komst moesten afzeggen. Donderdag j.l. waren te 11 uur de leden der Kamer met de gasten en het voltallig per soneel tegenwoordig, toen de Voorzitter, de heer J. A. van Rompu, de bijeenkomst opende, met de volgende toespraak: Opening door den Voorzitter. Mijne Heeren, Ik heet U namens de Kamer hartelijk wel- kom in ons nieuw, maar tevens ook ons eigen gebouw. In het bijzonder geldt mijn woord van welkom den heer Dr. Groeneveld Meijer, administrateur bij het Departement van Han del, Nijverheid en Scheepvaart, als vertegen woordiger van den Secre'taris-Generaal, en den heer Foekens, chef van het Bureau Finan- cieele Zaken der afdeeling Middenstand van dat Departement, welke heeren zich, ondanks hun drukke werkzaamheden, hebben willen vrij maken om de verre reis te ondernemen, voor het bijiwonen van het festijn onzer Kamer. Ook een bijzonder woord van welkom aan den vertegenwoordiger der Kamer voor de Zeeuwsche Eilanden te Middelburg, den heer Stofkoper, voorzitter der afdeeling Kleinbe- drijf, terwijl door de Kamer ten zeerste op prijs wordt gesteld de tegenwoordigheid van het Dagelijksch Bestuur der gemeente Ter- neuzen, een bestuur waarmede de Kamer reeds zoovele jaren heeft samengewerkt en waarvan wij in al die verloopen jaren voor het houden onzer algemeene vergaderingen gastvrijheid hebben genoten. Ik wil nog mededeelen, dat de Secretaris- Generaal van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, Dr. Hirschfeld, en zijn plaatsvervanger Dr. Van der Kooij, be- richt hebben gezonden, dat het hun wegens overdrukke werkzaamheden niet mogelijk was te voldoen aan de uitnoodiging der Kamer, hier heden tegenwoordig te zijn. De Voorzitter en de Secretaris van de an- dere aan ons gebied grenzende zusterinstel- ling te Breda, de heeren Ir. Beukers en Mr. Mayer, die aanvankelijk hun komst hadden toegezegd, hebben wegens verkeersrpoeilijk- heden van hun voornemen moeten afzien. Alvorens verder te gaan, verleen ik thans het woord aan den heer Van der Peijl, voor zitter der Bouwcommissie. die, alvorens wij tot de plechtigheid van dezen dag zullen kun nen overgaan, nog een taak te verrichten heeft. Overdracht \jan het gebouw. De voorzitter der Bouwcommissie, de heer G. F. P. van der Peijl: Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heeren, Wanneer het mij thans wordt vergund, in deze bijeenkomst nog een enkel woord te spre- ken, zoo moet dit zijn de laatste daad der Bouwcommissie als zoodanig. De Commis- sie heeft zijn taak volbracht, het werk is klaar en opgeleverd. Het is in zekeren zin voor onis een afscheid. Sedert het einde van 1938 zijn onze gedachten, bij al de zorg die onze zaken van ons eisohten, toch steeds bij dit gebouw geweest, dat wij hebben helpen ontwerpen, dat wij mede hebben aanbesteed. dat wij hebben zien groeien tot het zijn hui- dige gestalte heeft gekregen. Ik weet wel, we kunnen nu eenmaal niet aan het bouwen blijven, waar een begin is, moet ook een eind komen, maarals men ergens met hart en ziel bij is, vindt men het altijd jammer, als de kous af is. Ik geloof, dat deze mijn persoonlijke gevoelens ook door mijn medeleden van de Bouwcommissie wor den gedeeld. Ons rest nog een taak, het gebouw is nog niet officieel overgedragen aan de Kamer, tot nu toe heeft het nog steeds in handen van de Bouwcommissie berust. Mijnheer de Voorzitter, wij staan thans ge- reed het kantoorgebouw der Kamer uit onze zorgen aan U, als Voorzitter, over te geven. Wij bevelen dit gebouw in Uwe warme 'be langstelling en zorg aan. Wjij hebben er alles aan besteed, wat het vemuft van den architect en de kunde van de aannemers en hun arbeiders vermochten. en zoover onze geldmiddelen reikten. Wij zijn er tzeker van, dat het onderhouden van het gebouw in zijn huidigen staat de bijzon dere zorg der Kamer zal hebben. En, waar de Kamer heeft besloten, ons te belasten met het beheer en het onderhoud van het gebouw, hetgeen wij beschouwen als een blijk van waardeering voor onzen arbeid, zoo wil ik van deze plaats een belofte afleggen. Deze namelijk, dat de Bouwcommissie, thans omgevormd tot Commissie van beheer en onderhoud van het gebouw, er nauwlettend op zal toezien en er voor zal zorgen zooveel in zijn vermogen ligt, dat het gebouw aan zrjn bestemming beantwoord, en dat het in prima staat zal blijven verkeeren. Op een andere plaats heb ik reeds den dank der Commissie overgebracht aan alien die bij den bouw zijn betrokken, ik zal dit niet herhalen, toch wil ik een uitzondering maken, en wel voor hem die op zijn beschei- den wijze de Bouwcommissie ten zeerste heeft bijgestaan, n.l. den adjunct-secretaris, den heer Van Es, die niet alleen er voor gezorgd heeft, dat de voornaamste momenten van den bouw zijn vastgelegd, en een film daarvan heeft vervaardigd, zoodat alle phasen van den bouw voor ons kunnen herleven, doch die ook in de vergaderingen der Bouwcommissie steeds aanwezig was, en ons met adviezen vooral wat de inrichting en meubileering van het kantoor betreft doch ook op ander ge bied, vaak heeft geholpen, zoodoende onze taak zeer verlichtend. Het zrj mij veroorloofd, mijnheer den ver tegenwoordiger van den Secretaris-Generaal, U een exemplaar van het vervaardigde album van den bouw te overhandigen, opdat U kunt zien hoe aan de totstandkoming van dit ge bouw is gewerkt. En U, mijnheer Voet, komt een exemplaar van dit werk eveneens toe. Het zal voor U zonder twijfel aangename herinmeringen be- vatten. Mijnheer de Voorzitter, ten slotte nog dit: Ik spreek namens de Bouwcommissie de hoop uit, to de stellige verwachting, dat in dit gebouw ten bate van het bedrijfsleven in Zeeuwsch-Vlaanderen zeer veel en zeer vruchtbaar werk zal worden gedaan, dat jn dit gebouw zal mogen kloppen het hart van het bedrijfsleven van ons kleine, maar toch niet onbeteekenende gebied, en dat de resul- taten zullen mogen zijn een opbouw van ons bedrijfsleven in zeer grooten stijl. Mijnheer de Voorzitter, het kantoorgebouw wordt door mij bij dezen aan de Kamer over gedragen. Ik heb gezegd. Vervolg toespraak Voorzitter. Het is voor nos, leden der Kamer van Koop handel en Fabrieken, als vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in Zeeuwsch-Vlaanderen een gewichtig en gedenkwaardig oogenblik, nu we genaderd zijn tot de officieele opening van het nieuwe gebouw der Kamer, dat naar we hopen, tot in een zeer verre toekomst een inrichting zal blijven, waar het bedrijfsleven van ons gewest evenals in het verleden zich ter vervulling van verschillende behoef- ten, of voor het verkrijgen van raad en voor- lichting, zal kunnen vervoegen. Ofschoon de inwoners van Zeeuwsch-Vlaan deren niet, zooals dit met die van sommige andere deelen van het land het geval is, kun nen worden gerekend te behooren tot een be- paalden stam, daar het een zeer gemengde bevolking is, toch hebben de bewoners van deze landstrook door den breeden stroom der Wester-iSchelde van het overig Neder- land gescheiden iets met die van de andere door mij bedoelde deelen van het land gemeen. Het zijn in de eerste plaats goede Vader- landers, maar bovendien zijn zij vervuld met een groote liefde voor de streek hunner in- woning, waar zij zijn gewonnen en getogen, waar zij leven en streven, en naar welks wel- zijn en bloei hun hart uitgaat. Misscihien is die gehechtheid aan hun ge west en de belangstelling voor deszelfs bloei, hier nog wel sterker ontwikkeld dan elders. Dit zou ik willen toeschrijven niet alleen aan de afgezonderde ligging van Zeeuwsch-Vlaan deren, maar ook voor een deel aan de historie. Zeeuwsch-Vlaanderen leefde enkele eeuwen onder zwaren druk. Eerst was er de strijd tegen het water, om deze lage landen aan de zee te ontrukken. Dan volgde een periode waarin een groot deel van het land tenge- volge van krijgsgeweld weer aan de zee werd terug gegeven. Daama volgde weer de ver- overing op de zee. Doch er was meer. Tijdens de eerste his torie van de Vereenigde Nederlanden bleef Z.-Vlaanderen, destijds genoemd Staats-Vlaan- deren, generaliteitsland, hetgeen voor deze streek niet alleen, een zware druk voor de bevolking beteekende, doch tevens een achter- uitzetting in economisch opzicht. Terwijl elders in de Nederlanden het be drijfsleven zich naar den aard van dien tijd kon ontplooien, werd dit in Zeeuwsch-Vlaan deren stelselmatig belemmerd. Kenschetsend hiervoor is, dat nog in het laatst der 18e eeuw de vestiging van industrie werd tegengegaan. Althans werd in dien tijd aan een belangheb- bende in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen door de bevoegde macht te Middelburg geweigerd vergunning te geven voor het stichten van een korenmaalderij, omdat het niet gewenscht werd geacht hier een industrie te vest;gen. Ofschoon Zeeuwsch-Vlaanderen in het be gin der 19e eeuw evenals de andere generali- teitslanden als gelijkberechtigde in het Koninkrfjk der Nederlanden werd opgenomen, spreekt het vanzelf, dat die ongunstige fac- toren langen tijd nawerkten. Daarbij kwam, dat de verbindingen van Zeeuwsch-Vlaande ren met het overig deel van Nederland z-'er gebrekkig waren. 's-Gravenhage, ae zetel der Regeering, was ver van ons verwijderd en aldaar was de kennis van de toestanden van ons gewest niet groot. Er bleef hier dus geruimen tijd achterstand in de verzorging vanwege de centrale Regee ring en de bevolking gevoelde zich ook nog op het eind van de 19e eeuw in vergelijking met andere deelen van het land gelegen be- noorden de Schelde, stiefmoederlijk bedeeld. Toch was er in dien tijd reeds een kentering merkbaar. Er waren op versdhillend terrein voormannen opgestaan, die met taaie vol- harding de eConomische belangen dezer streek meer naar voren trachtten te brengen, en voor zoover dit noodzaJkelijk was de Regee ring in 's-Gravenhage poogden daarvoor te interesseeren. De vroegere belemmeringen ten spijt, was er ondertusschen in Zeeuwsch-Vlaanderen In dustrie gevestigd, in hoofdzaak te Sas van Gent. Bovendien had zich te Temeuzen een bloeiend zee'havenbedrijf ontwikkeld. Het gevolg van het opkomen dier bedrijven was aanleiding van de oprichting eener plaatselij'ke Kamer van Koophandel te Ter- neuzen, later gevolgd door een te Sas van Gent. De initiatiefnemers meenden, dat, door het vestigen dier colleges beter dan te voren de belangen van het economisch leven der be trokken gemeenten bij de Hooge Regeering zouden kunnen worden bepleit, aangezien dit dan gschiedde door personen die recht- streeksch bij het bedrijfsleven betrokken waren. Eh, het mag gezegd worden, dat de onver- moeide werkzaamheid dier Kamers in dat opzicht niet zonder gevolg bleef. Men wist voor verschillende belangen in Den Haag een open oor te vinden. Vooral is dit het geval geworden na den wereldoorlog, toen gedurende de vier jaar, dat deze duurde, vooral tot de centrale Re geering, maar ook tot vele anderen in den lande, de beteekenis van Zeeuwsch-Vlaande ren voor Nederland sterk naar voren was ge- treden. Was Zeeuwsch-Vlaanderen vroeger een deel van het land, waar men wel eens van hoorde, doch waarvan men verder geen kennis droeg of er zich een onjuiste voorstelling van vorm- de, vooral in die vier oorlogsjaren hebben velen hun kennis omtrent Zeeuwsch-Vlaande ren en hare beteekenis verrijkt. Ten opzichte van de Kamers van Koophan del in dit gewest rees er echter een donkere wolk aan den horizont. Er rezen plannen tot reorganisatie en er liepen geruchten omtrent een sterke inkrimping van het aantal Kamers. Er ontstond bij ons vrees, dat het bestaan der Zeeuwsch-Vlaamsche Kamers bedreigd werd door een streven naar centralisatie. Wij, die hier leven en streven, wij, die er- varing hadden in dit opzicht, waren en zijn nog steeds van oordeel, dat Zeeuwsch-Vlaan deren door zijn uitzonderlijke ligging ten op zichte van het overig deel van Nederland, daarvan gescheiden door den breeden Schel- destroom, en ten zuiden begrensd door de staatkundige grens met Belgie, ook bijzonde re behoeften heeft, die een bijzondere oplos- sing eischen. Dat er zich hier omstandigheden voordoen die men elders niet aantreft en dat daarom menigvuldig bijzondere regelingen noodig zijn. Wij hadden hier ook steeds het gevoel, dat niemand onze boontjes beter doppen kan dan wij zelf, en meenden al het mogelijke te moe ten aanwenden om het daarheen te leiden, dat wij dat als te voren zouden kunnen blij ven doen en vroegen bij de reorganisatie ves tiging van een Kamer voor Zeeuwsch-Vlaan deren. Tot onze vreugde had die poging een gun- stig resultaat. Wij waren den minister van het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel, den heer Van IJsselsteijn, zeer dank- baar, dat hij een gunstige beschikking op ons venzoek bevorderde en het Koninklijk Besluit uitlokte, dat er een Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen werd ingesteld. Het mag wel een toeval genoemd worden, dat het initiatief voor het vestigen der eer ste Kamer van Koophandel in Zeeuwsch- Vlaanderen werd genomen door den heer H. C. E. van IJsselsteijn, als lid van den ge- meenteraad van Temeuzen en dat de vesti ging van een Kamer van Koophandel en Fa- brieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen werd be- vorderd door een naamgenoot van vorenge- noemde als hoofd van een der regeerings- departementen. Nu we sindsdien een 20-jarige historie beleefden, vermeen ik met voldoening te mo gen constateeren, dat de Kamer voor Zeeuwsch-Vlaanderen door haar inmiddels verrichten arbeid haar bestaansrecht ten voile heeft bewezen. Er was een ruim veld te bewerken. Er moest zoo mogelijk achter stand worden ingehaald. Er ontstonden aan gename relaties tusschen de Kamer en ver schillende hoogere ambtelijke instanties, voor- namelijk in Den Haag. Het zal wel uitzondering zijn, wanneer het archief van een der Departementen van Al- gemeen Bestuur in Den Haag geen schrifte- lijk vertoog of advies bevat omtrent onder- werpen, de belangen van Zeeuwsch-Vlaande ren rakende. En dankbaar erkennen wij, dat de Kamer voor de behartiging van vele regionale belan gen, welke door haar werden voorgedragen, bij; de Regeeringsautoriteiten een open oor vond. Er werd zeer veel bereikt, ofschoon natuurlijk niet aan alle wenschen, zelfs niet aan alle naar ons oordeel noodzakelijkheden kon worden voldaan. In het laatst verloopen tijdperk toch, kan niet meer gesproken wor den van een stiefmoederlijke bedeeling van Zeeuwsch-Vlaanderen, en er kon geconsta- teerd worden, dat de Regeeringsdepartemen- ten in Den Haag, zoowel als het provinciaal college te Middelburg ook met de bijzondere belangen van dit gewest rekening hielden en dit hun voile belangstelling had. Voor de geschiedends en de werking der Kamer moge ik verder verwijzen naar den inhoud van het Gedenkboekje, dat bij deze t gelegenheid voor onze Kamer is samenr gesteld. Ik verwijs daamaar ook, voor hetgeen nog te vermelden valt omtrent de stichting van dit gebouw.Voor hetgeen daaraan is vooraf- gegaan en ook voor hetgeen tijdens de uitvoe ring heeft plaats gehad. Maar toch meen ik, dat ik in mijn plicht zou tekort schieten, wanneer ik naliet hier openlijk enkele woorden van hulde en dank uit te spreken. Dan dank ik in de eerste plaats de leden der Kamer, die, toen door het Bureau de noodzakelijkheid om uit te zien naar een betere huisvesting werd uiteengezet, machti- ging hebben verleend om de stichting van een nieuw gebouw voor te bereiden. Waar we oordeelden, -dat het gewenscht was ons gebouw te stichten in het centrum der oude stad, en het veel moeite kostte om daarvoor een geschikte plaats te vinden, breng ik den dank der Kamer aan het Depar tement van Justitie, dat ons in staat heeft gesteld op redelijke voorwaarden den grond waarop het gebouw thans is gesticht, te koo pen, hetgeen ook een suoces was voor den Secretaris der Kamer, die de onderhandelingen daarvoor heeft geopend en namens de Kamer verder heeft gevoerd. Een woord van warmen dank aan de tech- nische leden onzer Kamer, die zich beschik- baar hebben gesteld tot het vormen eener Bouwcommissie, de heeren G. F. P. van der Peijl, voorzitter, A. van 't Hoff en Eug. P. FcLSsa,€rt l6dcn. Zij hebben een zware en verantwoordelijke taak op zich genomen en deze vanaf het vast- stellen der prijsvraag, "bij het beoodeelein der ingekomen ontwerpen, het voorbereiden en houden der aanbesteding en tijdens den bouw en ook na de voltooimg van het gebouw consientieus en plichtsgetrouw vervuld. Zij hebben daardoor de Kamer, de vertegenwoor- digster van het Zeeuwsch-Vlaamsche bedrijfs leven, ten zeerste aan zich verplicht en hun naam zal deswege met onuitwischbare letters in de annalen der Kamer worden neergeschre- ven. Verder richt ik mij met een woord van dank tot de vertegenwoordigers van het Departe ment van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, dat goedkeuring heeft willen verleenen aan het plan tot het stichten van een onderdak voor de Kamer, haar werk waardig. Om plannen te kunnen beoordeelen en te? goedkeuring in te kunnen dienen, moeten er evenwel ook ontwerpers zijn. Ik spreek daar om een woord van hulde en dank uit aan de architecten in Zeeuwsch-Vlaanderen, die door een ruime deelneming aan onze prijsvraag, blijk gaven het streven der Kamer te begrij- pen en te willen steunen. Zij, aan wie een premie werd toegekend,- breng ik daarvoor mijn gejukwecisch en in het bijzonder doe ik dit aan den heer J. Hennink, die het ontwerp inzond, dat door de Bouw commissie het beste werd geoordeeld om uit te voeren en die daardoor de vertrouwensman der Kamer bij dezen bouw is geworden. Ik heb hem met dit resultaat van zijn werk reeds eerder geluk gewenscht; thans breng ik hem ook den dank der Kamer voor de wijze waarop hij voorts het beheer en toezicht tij dens de werkzaamheden voor de stichting van dit mooie gebouw, een sieraad voor de omge ving, heeft gevoerd. Tegelijk wil ik in dat dankwoord ook begrijpen zijn dagelijksch op- zichter, den heer G. J. Laanbroek. Ik hoop, dat de heer Hennink bij zijn bezoeken aan Terneuzen nog vele jaren met wel'gevallen zijn geesteswerk zal mogen bezieci en aange name herinneringen zal behouden aan den tijd, dien hij daarvoor in dienst der Kamer heeft gewijd. Er zijn evenwel niet alleen ontwerpers noo dig, doch ook bouwers. Het is der Kamer aangenaam geweest, dat zij als resultaat van de gehouden aanbesteding de uitvoering van het werk heeft kunnen opdragen aan gewest- genooten. De heer P. F. Voet te Hontenisse is in de bouwwereld geen onbekende. Hij heeft reeds meerdere groote bouwwerken uitgevoerd. Ook bij het optrekken van het gebouw der Kamer heeft hij getoond, wat hij in dit op zicht presteeren kan. Er is een degelijk ge- bouiw verrezen en er is ofschoon de tijds- omstandigheden moeilijk waren geen stag- natie geweest. Naar we uit den mond van den voorzitter der bouwcommissie vernamen, heerschte er ook steeds een aangename ver- houding tusschen opdrachtgevers en uitvoer- der. Dat toont een goeden geest van samen- werking. Den heer Voet bied ik de geluk- wenschen der Kamer aan. Ik hoop, dat de resultaten ook voor hem gunstig geweest zijn en dat hij ook met trots zal worden ver vuld telkens wanneer hij dit bouwwerk pas- seert. Ook nog een woord van hulde aan den aan nemer der centrale verwarming. den heer G. J. Verlinde, die ons tijdens den bouw wel is waar iets te lang in de kou heeft laten zit ten, doch wiens werk, aiu het voltooid is, toch aan de gestelde eischen blijkt te voldoen, en voorts aan den electricien, den heer H. W. Houg te Zaamslag, die onze electrische instal lable monteerde. En al is het ook, dat voor de meubileering der zaal waar we thans vereenigd zijn, geen opdracht vanwege de Kamer is verstrekt, aangezien dit een hoogst gewaardeerde schen- king in natura betreft, zoo meen ik toch ook een woord van hulde te moeten brengen aan de Zeeuwsch-Vlaamsche Meubelindustrie van den heer Du Fossee te Sluis, die door de artis tiek uitgevoerde meubileering welke hij heeft geleverd, demonstreert wat op dit gebied in ons gewest kan worden gefabriceerd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 3