Buitenland Feuilleton-vertellingen Voor de Huisvrouw AMERIKA MOET 10 MAAL MEER LEVEREN. BRABANTSCHE BRIEVEN. Nu in een inspectie voor de lichamelijke op voeding bij het onderwijs in het leven is ge- roepem en dezer dagen haar werk zal aanvan- gen, mag worden verwacht, dat via de Ne- derlandsche jeugd het verlangen naar lichaamsontwikkeling nog aanmerkelijk zal toenemen en derhalve is het thans geboden de algemeetie richtlijnen, welke de overheid in acht wenscht te nemen en te doen nemen, duidelijker vast te stellen. De lichamelijke opvoeding en de sportbe- oefening zullen worden beschouwd als den ge- heel, met erkemning weliswaar van bepaalde verschillen, welke deze twee begrippen eigen zijn, tezamen zullen zij worden gezien als een hulpmiddel, dat behoort te worden aangewend en dat wel met alle kracht en in de meest ruime mate om de gezomdhedd van onze bevolking te bevorderen, de zelfbewuste kracht van de natie te wekken en te verste- vigen en om tot de rechtmatige levensvreugde van alien een positieve bijdrage te leveren. De algmeene leiaing van de lichamelijke op voeding en de sport berust bij den secretaris- generaal van het departement van Opvoeding, vWetenschap en Cultuurbescherming. Deze doet zich bij de uitoefening van deze taak door een afdeeling van zijn departement bij- staan. De bevoegdheden, waarover de ge- noemde secretaris-generaal eerlang, op grond van te geveci bindende voorsehriften, zal kun- nen beschikken, vereischen evenwel niet enkel adroinistratieve voorlichting en medewerking, doch wel zeer in het bijzonder medewerking van deskundigen op het gebied van de licha melijke opvoeding en de sport. Qp het gebied van de sport zal de voorlich ting worden ontvangen van een college van drie deskundigen, die als rijksgevolmachtig- den voor de sport zullen optreden. Voor deze functie zijn de volgende heeren bereid gevon- den: K. J. J. Lotsy te Dordrecht, iH. A. Stu- ling te Groningen en J. de Valk te Amster dam. De bevoegdheden van dit college van Rijks- gevolmachtigden zullen nader worden om- schreven en ter algemeene kennis worden ge- bracht. De ontwikkeling van zaken brengt thans mede, dat de functie van adviseur voor sport- zaken bij het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming komt te vervallen. De heer Lotsy heeft deze functie met lof- waardige toewijding gedurende eenige maan- den vervuld en de vele en nuttige maatrege- len, welke op het gebied van de sport konden worden getroffen, zijn voor het grootste deel aan zijn doorzettingsvermogen en aan zijn kennis van zaken te danken. Zoo wordt dan ook bij het intreden van een nieuwe organisa- tie een toestand op sportgebied aangetroffen, welke vele en goede beloften voor de toekomst in zich bergt en welke het voor de leiding van de sportaamgelegenheden gemakkelijk zal ma- ken om daarop voort te bouwen. ELLY BEINHORN-ROSEMEYER. DUITSCHLAND'S GROOTSTE VLIEGSTER. Het A.N.P. meldt: De wereldbekende vliegster, Elly Reinhorn- Rosemeyer, maakt thans een korte reis door ons land, waar zij in een aantal steden lezin- gen zal houden. Her is niet oninteressant nog eens een kort overzicht te geven van de vlieg-prestaties v&n deze vrouw, welke eenig zijn in haar soort. Bekend werd zij in het bijzonder door haar vlucht naar Afrika, waarheen zij in 1931 te Staaken opsteeg. Gelukkig bereikte zij haar doel, Bolava, in Portugeesch Guinea, na 70 uren vliegen. Haar terugvlucht werd minder door het geluk begunstigd, daar zij o.a. ook een noodlanding in een woestijn moest onder- nemen. Met een ander vliegtuig kwam zij te Berlijn aan. In hetzelfde jaar vertrok Elly Beinhorn te Berlijn voor een wereldvlucht, die zij maakte over Voor-Azie, Calcutta, over het Himalaja-gebergte naar Bangkok, over het eiland Bali, naar Port Darwin, in Austra lia. Als einddoel van haar vlucht bereikte zij over Santiago tenslotte Buenos Aires. Op den 31.000 km langen tocht behoefde zij slechts drie noodlandingen te maken. In den zomer van 1933 bracht Elly Beinhorn den vroegeren Duitsch-Afrikaanschen kolonien een bezoek. In 1934 en 1935 vloeg zij in 6% uur van Gleiwitz naar Skoetari in Klein- Azie. Zij keerde nog denzelfden dag naar Berlijn terug. Ook in de daaropvolgende jaren volbracht zij nog verscheidene top- prestaties, zooals bijv. een vlucht van Berlijn naar Cairo en terug. Deze vluchten, waarbij zij ook foto's maak te, gingen vaak met ongehoorde moeilijk heden gepaard, die al haar energie en besluit- vaardigheid opeischen. Vermeld zij nog, dat Elly Beinhorn ter erkenning van al deze prestaties talrijke onderscheidingen ontving en meermalen door de hoogste autoriteiten van verschillende landen werd ontvangen. Aangezien de vele persstemmen over haar lezingen verkondigden, dat Elly Beinhorn niet alleen kan vliegen, maar ook aangenaam en boeiend spreken, kunnen de Nederlanders, die in de luchtvaart belang stellen, rekenen op een paar boeiende uren bij de lezing. Avonturen in vijf werelddeelen (met licht- beelden) ;en bij de film „D.-Iros vliegt naar Siam" (met lezing). LANDBOUWGRONDEN IN JOODSCHE HANDEN. In het verordeningenblad is opgenomen een verordening van den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, betreffende de aangifte en de behandeling van landbouw- gronden in Joodsche handen. Daarin wordt o.m. bepaald, dat landbouw- grond in Joodsche handen moest worden aan- gegeven, ook al diende de onderneming, waar- toe die grond behoort, ingevolge de bepalin- gen van die verordening no. 189/1940 te wor den aangegeven. Als ,,landbouwgrond in Joodsche handen wordt beschouwd ieder land met de daaroij behoorende gebouwen, 1) waarop eenige vorm van bodemcultuur als bedrijf wordt uitgeoe- fend of dat ten behoeve van de visscherij wordt gebruikt en 2) wagrop een Jood (art. 4 der Ver. 189/ 1940 betreffende het aangeven van onderne- mingen) of een onderneming (art. 2 lid 1, onder 2 t/m 5 van genoemde verordening) gerechtigde of medegerechtigde is of op of na 9 Mei 1940 was krachtens recht van eigen- dom, bezit, recht van opstal, van erfpacht, van beklemming of van vaste huur, van vruchtgebruik, voorts van pacht of op grond van eenig ander recht, hetwelk aanspraak op gebruik of genot verschaft. De toepasselijkheid van deze verordening wordt niet uitgesloten door het feit, dat op den grond tevens een niet agrarisch bedrijf of een ambacht wordt uitgeoefend. De aangifte moet uiterlijk 30 Juni worden ingediend bij het Pachtbureau, dat ingevolge het besluit houdende regelen met betrekking tot het vervreemden van landbouwgronden in geval van overdracht bevoegd is. Bij de aangifte moeten o.m. worden opgegeven: een beschrijving van het land, de rechtsverhou- dingen, het land betreffende, de lasten, des- betreffende koopakten enz. Landbouwgronden, waarop een Jood of een onderneming (art. 2 lid 1, onder 2 tot en met 5 der Ver. no. 189/1940) gerechtigde of medegerechtigde is krachtens recht van eigendom, bezit, recht van opstal, van erfpacht, van beklemming of van vaste huur, moeten voor zoover deze op het tijdstip van inwerkingtreding dezer verordening nog niet zijn vervreemd, uiterlijk op 1 September 1941 bij notarieele akte worden verkocht, bij de overeenkomst mag als moment van over dracht slechts worden bedongen een tijdstip voor 1 Januari 1942. Verbod van vervreemding op grond van wet of overeenkomst staat verkoop niet in den weg. De koopovereenkomsten moeten worden goedgekeurd door een door het departement van landbouw en visscherij in te stellen bureau. Wordt de goedkeuring verleend dan zijn het Besluit betreffende het vervreemden van landbouwgronden en de uitvoeringsvoor- schriften daarvan van toepassing. Bahartiging van d® belangen van den paohter. Voorts dient rekening gehouden te worden met de beginselen van een goede bodemver- deeling. Bij verpachte eigendommen worden de belangen van den pachter in aanmerking genomen) indien mogelijk wordt hij in de gelegenheid gesteld het land te verkrijgen. Te dien einde kan de koopprijs worden vastgesteld en aan het verleenen van goed keuring voorwaarden en verplichtingen wor den verbonden. Met name kan worden be paald 1) dat een door het bureau voor de goed keuring aan te wijzen natuurlijke of rechts- persoon geheel of ten deele in de rechten en verplichtingen van den kooper treedt, welke voor dezen ingevolge de koopovereenkomst bestaan; 2) dat de voldoening van den koopprijs, onder betaling van een vast te stellen rente, tot nader order wordt uitgesteld; 3) dat het beding van vervalbaarheid van door hypotheek verzekerde vorderingen in geval van vervreemding niet tegenover den nieuwen verkrijger zal kunnen worden geldend gemaakt; 4) dat tot op 1 Juli 1942 geen rechten tegenover den verkrijger ontleend kunnen worden aan het feit, dat door hypotheek ver zekerde vorderingen zijn vervallen; 5) dat een hypotheek tenietgaat, voor zoo- veel de door haar verzekerde vordering niet kan worden voldaan uit de kooppenningen. Is een Jood of een onderneming (art. 2 lid 2, onder 2 tot en met 5 van de verordening no. 189/1940) pachter of vruchtgebruiker of hij heeft bij andere gebruiks- of genots- rechten op landbouwgrond dan gaan de rech ten teniet aan het einde van het boekjaar," waartoe de dag van het inwerkingtreding van deze verordening behoort. Deze verordening is Zaterdag in werking getreden. DE NEDERLANDSCHE ARBEIDERS IN FRANKRIJK. Ongeveer eind Juni zal een cabaretgroep, dertiem leden sterk, een tournee maken door de steden en dorpen in Noord-Erankrijk, waar Nederlandsche arbeiders werkzaam zijn. „Vreugde en Arbeid" zal in de groote steden van ons land tegelijkertijd feestelijke bijeem- komsten orgamiseeren voor hen, wier familie- leden in Noord-Frankrijk zijn en een deel van die feestavonden zal gewijd zijn aan het be- luisteren van het programma, dat op het tooneel van een Noord-Fransch stadje of op het podium, dat door de artisten zelf in een kamp is opgeslagen, wordt uitgevoerd. Het is de bedoeling, eind Juni of begin Juli de tournde aan te vangen, naar scbatting zal het gezelschap ten minste een maand onder- weg blijven. de onverwijlde tienvoudige versterking van de tot dusver verleende hulp. Het Duitsche succes op Kreta heeft toonaangevende En- gelsche kringen in de meening versterkt, dat Groot-Brittannie alleen door een actief in- grijpen van de Ver. iStaten gered kan worden. De Britsche regeering zou thans op zoo snel mogelijke wijze zoo veel mogelijk vliegtuigen, tanks, stukken geschut en automatische wa- penen willen ontvangen. Onder het opscbrift „De geheele industrie op voet van oorlog", publiceert de New York Telegraf fen bericht uit Hydepark, waar Roosevelt het Pinksterweekeinde heeft door- gebractit, volgens hetwelk de president een prioriteitswet heeft onderteekend, die de re geering machtigt den voorrang toe te ken- nen op alle orders, welke de leen- en pachtwet tot steun van de democratien dienen, en op opdrachten van regeering en particulieren, welke wapeningsbureau waardig keurt voor rang boven de oorlogsproductie te hebben. President Roosevelt heeft een decreet tot opriohting van een ..Office of transportation" uitgevaardigd, dat alle verkeersmiddelen onder staatscontrole kan stellen. (iS.P.T.) DE POSITIE VAN IERLAND. Ierland bevindt zich op het oogenblik in LUCHTAANVALLEN OP ENGELAND. In den loop van Dinsdag heeft het Duitsche luchtwapen voor den oorlog belangrijke doe- len in een industrieplaats in Zuid-Engeland haveninstallaties aan de Zuidkust met en goed gevolg aangevallen. In den nacht van Dinsdag op Woensdag is volgens den Engelschen nieuwsdienst eenige vijandelijke luchtactie boven Groot-Brittannie geweest. die in hoofdzaak beperkt bleef tot de Oostelijke helft van het land. EEN DAPPERE DUITSCHE VERKENNING BIJ TOBROEK. Voor Tobroek zijn Duitsche verkennings- afdeelingen diep in de vijandelijke stellingen doorgedrongen. In het bijzonder onder- soheidde zidh hierbij een luitenant, die met zijn gepantserden verkenningswagen ver in den Britschen verdedigingsgordel doordrong en na zware gevechten met Britsche voor- posten en pantserafweerposten belangrijke inlichtingen medebracht. Hij vocht zich door de verdedigingslinie, voorzien van forten en een reeks zware kazematten, bracht ver scheidene machinegeweren tot zwijgen en verkende de vijandelijke linie. OfsGhoon de Engelschen een geconcentreerd vuur op den Duitsdhen pantserwagen riohtten, keerde de luitenant met zijn dappere bemanning onge- deerd terug. (D.N.B.) JAPAN In een Japansche WAAKZAAM TEN AANZ1EN VAN THAILAND. bericht uit Bangkok spreekt de Asahi de waarschuwing uit, dat Japan de houding van Thailand inzake de oeconomische betrekkingen met Engeland en de Ver. Staten nauwkeurig moet gadeslaan. Engeland heeft de Thailandsche regeering een lokaas voorgehouden, door het aanbod Thai land van petroleum te voorzien en door goe- deren aan te koopen, die tot dusverre door Japan van Thailand gekocht werden. Enge land oefent volgens de Asahi een militairen druk op Thailand uit, doordat het zijn troe- pen met opzet de Zuid-Thailands'che grens liet overschrijden. MATSOEOKA EN ZIJN PIJP. De ,,bond tegen het rooken" heeft Mat- soeoka verzocht afstand te doen van zijn pijp. De bond schreef den minister: Aangezien de heer Matsoeoka door de Japansche jeugd wordt vereerd is het zeer waarsdhijnlijk, dat de afbeeldingen van den minister, waarop hij met zijn pijp in den mond staat, de jongelie- den tot navolging van de rookgewoonte ver- leiden. De AmerikaAnsche ambassadeur te Lon- den, Winant, die uit Londen te Washington is aangekomen, zou Dinsdag een onderhoud hebben met president Roosevelt zoo meld- de de Ned York Herald Tribune waarvan, naar het blad meent, de definitieve beslissing over een interventie van de Vereenigde Sta ten zou afhangen. Volgens de International News Service heeft ambassadeur Winant van de Britsche regeering de opdracht ont vangen, president Roosevelt te verzoeken om een niet benijdenswaardige situatie. Aan den eemen kant heeft het met groote moeilijk- heden in het binnenland te kampen, wat be treft de voedselvoorziening, aan den anderen kant wordt er een sterke druk op uitgeoefend om zijn z.g. verdragshavens aan Engeland af te staan. Bovendien tracht Engeland den dienstplicht in te voeren in het Noordelijk deel van Ierland. Tot nu toe echter blijft Ier land onverzettelijk weigeren, aan dezen druk toe te geven, onder verwijzing naar zijn strikte neutraliteit. Ierland telt twee en dertig graafschappen. Zes daarvan verkeeren op voet van oorlog met Duitschlandde overige zijn neutraal. Hieruit kan men den gespannen toestand af- leiden, die nog steeds bestaat tusschen Enge land en den Ierschen Vrijstaat. Voor de Ieren bestaat er slechts een Ierland, dat een en on- verdeeld is; en in dat Ierland is ook het Noordelijke deel begrepen, dat nog steeds aan Engeland toebehoort en een Engelsche bezet- ting heeft. Iedere nationale Ier streeft naar een onverdeelde republiek* Ierland, waartoe ook Ulster moet behooren. Zoolang deze voomaamste eisch van alle Iersche patriotten niet is vervuld, zoolang zal ook Eire buiten Ihet Empire staan. Het Ier sche volk strijdt hardnekkig, onder aanvoe- ring van zijn President, De Valera, voor de vrijmaking van Ulster. In de grondwet van 1937 wordt dit deel van Ierland min of meer voorbarig ingedeeld bij en beschouwd als be- hoorend bij den Ierschen Vrijstaat. De roep naar een onverdeeld ierland vormt een der voornaamste oorzaken van de houding, welke Eire tegenover Londen aanneemt. De Ieren zijn slecht te spreken over de gewoonte van de Engelschen, om altijd te spreken van Eire en Ulster als twee afzonderlijke begrippen, die tegenover elkander staan en twee geheel van elkaar gescheiden eenheden vormen. De tweede factor, die grootelijks bijdraagt tot het bepalen van de houding der Iersche politiek, vormt de strikte neutraliteit, welke Ierland reeds onmiddellijk bij den aanvang van dezen oorlog heeft toegepast. Steeds we- der hebben de Valera en de andere Iersche vooraanstaande politici verklaard, dat Ier land deze neutraliteit te alien tijde en onder alle omstandigheden zal blijven handhaven. Aan deze neutraliteit valt niet te tornen behalve wanneer het land mocbt worden aan gevallen. Dit beteekent niet meer of minder voor En geland, dan dat de Britsche eenheid wordt verbroken. Hiervan is in de geschiedenis van Engeland bijna geen tweede voorbeeld aan te wijzen; en deze omstandigheid belicht, tege- lijk met vele andere, de talrijke moeilijkheden waarmecle Engeland te kampen heeft. In den wereldoorlog stelde Ierland nog on geveer een half millioen vrijwilligers ter be- schikking van Engeland, doch thans houdt het zich afzijdig niet alleen, doch het doet ook geen afstand van zijn oude aansprakem. In Engeland moet men thans wel inzien, dat de Ieren, die het bij zoovele andere gelegemheden tot hun schade oneens zijn geweest. het dit- maal geheel eens zijn over de politiek van de handhaving eener neutraliteit, die geen enkel compromis toelaat. Ofschoon men in Londen wel tot de con- clusie heeft moeten komen, dat de jonge na- buurstaat op voet van gelijkheid tegenover het Vereenigde Koninkrijk staat en er niet langer over denkt, een onderdanige rol te spelen tegenover Engeland, heeft men toch niet afgezien van pogingen, om het onder druk te zetten. Engeland heeft het geprobeerd met verzoe ken en bedreigingen, waarbij het werd ge- steund door Amerika. In Londen had men het vooral voorzien op de drie zgn. verdrags havens, die bij verdrag in 1938 met alle be- vestigingen aan Ierland werden teruggegeven. De beteekenis van de drie havens, Bere Haven, Cobh en Lough Swilly springt in het oog, wanneer men nagaat dat zij honderden I zeemijlen dichter bij Amerika liggen, aan de zeeroute, die van de V. S. naar Engeland voert, en die bloot staat aan de aanvallen van de Duitsche iuchtmacht en marine. Doch alle pogingen in die richting hebben scbipbreuk geleden. Ierland heeft aan alle pressie weerstand weten te bieden. Dezen zelfden tegenstand biedt Ierland ook aan de hemieuwde poging om in Noord-Ierland den algemeenen dienstplicht in te voeren. Dit was reeds geprobeerd in Mei 1939, doch tever- geefs. Men moest afzien van verdere pogingen met het oog op den storm van protesten, die opging. Engeland vreesde toen voor den terugslag op de Engelsch-Iersche betrekkingen en hield niet aan. Thans evenwel hebben dergelijke overwegingen geen rol gespeeld. Groot-Brit tannie was besloten, zich niets meer aan te trekken van de Iersche gevoeligheden. De tegenstand is echter even groot als vroeger, en merkwaardigerwijze is het ook thans weder Zuid-Ierland, dat er het hevigste tegen protesteert. (V.P.B.) Zouden we melk niet kennen als „volle" melk, dan zouden we zonder twijfel enthou- siast zijn voor een voedimgsmiddel, dat ons zooals taptemelk doet op voordeelige wijze ruim voorziet van ze6r hoogstaand eiwit, ons 'bovendien helpt aan de lang niet altijd gemakkelijk te bereiken hoeveelheid kalk in ons dagrantsoen, een belangrijk aan- deel heeft in het op peil houden van onze vitamine B-voorziening en ons tenslotte nog een hoeveelheid koolhydraten brengt. Zoo'n voedingsnjiddel kunnen we met het volste recht ,,goed" noemen, en nu het ,,betere" in den vorm van voile melk maar karig tot onze beschikking staat, nu is met recht de goede kans voor taptemelk aan- gebroken. Het is van belang voor de huisvrouw, dat ze dit tot nu toe betrekkelijk weinig gebruikte voedingsmiddel in zijn eigenaardigheden leert kennen. Taptemelk is, door haar gebrek aan vet, eerder genegd tot aanbranden dan voile melk. Een eenvoudig hulpmiddel daartegen bestaat in het van te voren met water omspoelen van de pan, waarin taptemelk zal worden ge- kookt, of beter nog het eenigszins in- vetten van die pan met wat boter (het vette papier van een pakje boter is hiervoor reeds voldoende) Voorzichtigheidshalve roeren we af en toe in de pan met taptemelk, terwijl we bij het be- reiden van een pap of een ander meelgerecht dit roeren nu en dan herhalen, vaker dan we het bij een pap van voile melk gewend zijn. Als we hierop maar even letten, zullen we vender geen moeilijkheden ondervinden en zullen we de taptemelk aanvaarden als een van de middelen, die de gezinsvoeding ten goede komen. Pappen, vlaas, eenvoudige pud- dingen, verschillende soepen (aardappel-, erwten-, boonen-, selderij-, tomatensoep) en sausen (bloemkool-, koolraap-, peterselie-, kaas-, tomatensaus), maar ook warme melk- dranken (chocolademelk, slemp, anijsmelk) laten zonder bezwaar de vervanging van melk door taptemelk toe. Een paar recepten van eenvoudige dagelijk- sche gerechten mogen daarvan het bewijs geven. Havermoutpap (2 a 4 personen) 1 liter taptemelk, 100 gram (1 ons) haver- mout. Besmeer den bodem van de pan met een ietsje boter; breng er de taptemelk in aan de kook, nu en dan roerende. iStrooi er de haver- mout in, blijf roeren, tot de pap kookt en laat ze dan in de gesloten pan op een zeer zacht vuur gaar worden, af en toe roerende (onge veer een kwartler). Voorzie de pap v66r het opdoen van wat suiker, dat komt voor den suikerpot voor- deeliger uit dan dat ieder zich op het bord zelf van suiker bedient! G r ies mee 1 pu d d i n g (4 a 5 personen) 1 liter taptemelk, 100 gram (1 ons) gries- meel, 75 gram (5 afgestreken eetlepels) sui ker, 1 pakje vanillesuiker. Besmeer den bodem van de pan met wat boter en breng er de taptemelk in aan de kook. Meng griesmeel, suiker en vanillesuiker droog door elkaar, strooi het mengsel roe rende in de kokende taptemelk en laat onder voortdurend roeren het meel gaar worden en de pap de gewenschte puddingdikte aan- nemen. Giet de massa in een met koud water omgespoelden vorm en zet dien op een koele plaats tot de pudding koud en stevig is. En trieste verwondering vaart koud deur oew ziel. Want heel de eerde, want alles op eerde deelt in den lichten luister van den Pinkster- mergen! Alles! Van 't simpelde madeiieike af, tot de diepe bosschen toe. Alles! Van 't jubelende veugeltje af, tot den glanzenden Markspiegel toe. Alles! Van de bloeiende eerde af, tot den peerlenden Meihemel toe. Alles! Alles deelt in den reinen luister van den Pinkstermergen; in 't gouwen licht, dat over den kimrand vloeit, tijdens den zonne- hostie den gouwen bokaal ontstijgt. Alles ondergaat Pinkstertij, alles! Be halve den Mensch En 'nen triesten huiver vaart kil deur oew ziel, dat daar op klompen staat, in den vroe- gen buiten. Alles, alles ondergaat de Zaliging van Pinkster, behalve hij, veur wien 't Wonder van Pinkster wierd ingesteld: behalven den Mensch. Want den geest van 't Menschdom verkeert in diepsten duister Amino, ik ben nie van plan om weer 'ns, yeur den zooveulsten keer in jaren, uit te gaan spinnen de schuldvraag. Welken mensch ge ook sprikt, hij is vol- komen op de hoogte. Hij k£nt de oorzaken van z'n ellende! 't Opgefokte ego'isme Ivan lange jaren. den getroetelden haat van lange jaren, ieder is _T JIn nw rln nnrOQ Q lr RflTI P^TI Ulvenhout. Amico, Lank hebben we 'r op gewacht van 't jaar, maar den Bui ten staat in zijnen weeli?;?ten wasdom nou, besprankeld mee 't gouwen licht uit puren Pinksterhemel. Koel, lijk 'nen kel- derzucht, stroomt 't zomerwindeke deur den zonneglorie, die de weareld verglaast in barsteenen gloei; LEERT TAPTEMELK GEBRUIKEN. Martine Wittop Koning schrijft ons: ,,Het betere is een vijand van het goede' zegt een Fransch spreekwoord; iets wat op zichzelf verdienstelijk is, vermindert voor ons in waarde, wanneer we er iets naast stellen, dat nog meer goede eigenschappen heeft. Die waarheid geldt ook op voedingsgebied. Een voedingsmiddel kan ons uitstekende diensten bewijzen, kan in waarde verscheidene andere levensmiddelen overtreffen, maar als we het gaan vergelijken met iets wat ons nog meer te geven heeft, dan is er groote kans, dat het in onze acta ting daalt en dit wel des te meer, naarmate we aan dat ,,nog betere" gewend zijn geraakt. die flonkert aan 't wiegende hout, wit betrosseld mee den dich- ten blossem, wiegend deur den amber van deus bloeiende tij, nou het Pinksterlicht van den hoogen hemel zijgt over de bloeiende eerde. Wit bloeit den sloot aohter onzen erf; vliegskes en biekes vonken in den halfscha- duw van de zwaarbetrosselde heesters, die te buigen staan over 't bloeiend eendenkroos, onder 't zomerwindeke, dat r kroezelt deur 't loof. Den veugelenzang schiet lijk zilveren pijltjes de zonneruimte in. Pinkstertij. Als ik van den mer-gen in de velden kwam, toen den daauw van den nacht nog peerlde over d'akkers, dan begost al rap het witte goud van den nuuwen dag te laaien, te vlam- men aan den wijen kirn, waar overheen den dag op eerde vloeide als over den rand van 'nen boordevollen bokaal. Rosiig wolkenschuim sproedelde en vlokte teugen den gouwen glorie aan. 'n Fluweelen stilte hong over 't mergen- schoon. Niks was te hooren, dan 't vezelend koren, 'n gerucht als van 'nen sproeienden motregen. Hooger rees den zonnehostie uit den gou wen bokaal. D'n Schepper consacreerde den donkeren nacht tot 'nen dag, die wit was van Pinksterlicht! De veugelen zongen naar den dag. De tolom- kes vouwden de kelkskes open, ontvingen den eersten zonnepiek. In de donkere bosschen teniende m'n land viel den dag in bussels bm- nen. Over de Mark schampte 't nuuwe licht van den witten mergen, in spiegelenden glans. Violen lagen in den daauw lijk kapellen zoo schoon. Den rijpen dotter, blom lijk nen boterbol, liet zijnen room druipen in de spie- gelende slooten, die groen-en-goud en diep lij oogenglans deur de weelde van m'n grasland trokken. Deur de weelde, ja! Want als ge die bloeiende velden beziet, bont van den bloei, bespikkeld mee de sterren van madelief en peerdeblom, dan ziet ge in 'nen weelde, dat ge stillekes peinzen gaat. En als ge dan zoo stille staat, op oew klompen in dieen bonten pracht, oew oogen zwaar van dageraad en bloeienden kleurenschemer dicht- vallen, oew ooren suizelen van den veugelen zang en ge wit dan den hoogen Pinksterhemel boven oe, dan voelt g'oew eigen lijk 'n made- liefke zoo klein in die endelooze Schepping, zoo vol van kleuren en van licht, zoo gren- zenloos van peerlende ruimte, waarin even- veul plek is veur sterrenwearelden als op de Ulvenhoutsche graslanden veur sterreblom- Ge buigt dan, veur al die Scheppingspracht onwillekeurig het hoofd in 'n stil gepeinzen, dat eigenlijk bidden is er de dupe, ieder is er de oorzaak van! En ieder is daarvan verduld goed op de hoogte. Ieder k<5nt, beseft de oorzaken van 's Wea- relds leed enieder voelt zich de dupe van anderen En daarom wil ieder den weareld gaan ver- beteren bijzij zijnen evennoste! En daarom wordt 't gin Vrede, daarom gin Pinksteren veur deus onwijze Menschdom, dat de „nostenliefde" bedrijft mee den vuist, inplek van mee 't hart. Ik ga dat nie weer 'ns, veur den zooveulsten keer in jaren, uitspinnen. Ik word 't beu! Ik ben 't moei! Hoe geren ik m'n Pinksterboodschap ook zou puren daaruit, de verbetering zie 'k nog nie! Nieverans Duuzend woorden," duuzend kranten. duu- zend boeken over nostenliefde, zijn alles nog nie eene daad van liefde! 't Zijn maar woor den; gesproken, gebalkt; geschreven, gedrukt. W66rden. Woorden. Woorden. Nie meer weerd dan den, druppel inkt, waarmee ze ge drukt wierden, vOnverschillig, wie ze sprak, wie ze schreef. W6 'den! Ik zie gin ofieV Ik bedoel: vrijwillige offers! 't Ik feie. nog teveul.'^'el .o,jgendeel: baatzucht. Ik word 't beM.ik ben 't moei, om veur den zooveulsten keer in lange jaren uit te gaan spinnen de schuldvraag. Iederen mensch is volkomen op de hoogte 6n hij blijft egoist! En daarom gin Pinkster veur den Mensch! 'Nen triesten huiver vaart kil deur oew ziele- ment, dat daar op klompen staat, in den vroe- gen buiten, temidden van God's Pinkster- weelde! En tenende den dag, 't korpus moei van den arbeid, suf van gepeins heb ik gedaan als die gebogen wilgentronken doen, daar langs den groenen sloot: stillekes en gedach- tenloos gaan droomen, langs den waterkant in 't gras. Stillekes droomen, wegdrijvend in 'nen gou wen zonneschottel, op 't golvende windeke, deur de ambere onendigheid. Lochtekes wegzwevend als de pluis van n uitgebloeide peerdeblom, kaatsend op de han den van 't spulsche Zuid-oosterke, Soms weg- zinkend in den gouwen dons van zonnepoeier, die daar nevelt $eur oew half-toee oogen. ja, zoo'n uur was't. Een van ijl gepeins, van 'pluislocht gedroom, van blommengewieg, dat uur van rust, in den vallenden avond. Zoo'nen stond om te verluieren aan den waterkant, mee 'n zuringsteeltje in oewen malenden mond. Zoo 'nen avond, dat ge gin verschil kent in minuten en uren, lijk dat ook zijn zal veur de blommen, die daar zoo maar stillekes in 't gras staan, mee de voetekes in t koele water van de Mark, die daar traag wegvloeit, blinkend lijk dikken olie. 't Was 'nen dag, rijp van zomer, vol van deugd lijk 'nen trossel druiven is van wijn. 't Was 'nen dag in Pinkstertij. En als ge dan lank genogt zoo gelegen hebt tot oewen afdruk geplet staat in t mal- sohe'gras; als ge weer klimt op den kant van 't bewuste leven, den zonsondergank ros in oew verraste oogen valt, de kerkklok dan 'n uur slaat, later dan ge docht, dan dan stapt ge mee ednen pas uit 'nen goud-amberen hemel, in de nuchtere weareld. Ge zijt de blommepluis, die zweefde, zweef- de; kaatste, kaatste; flierde, flierde deur den rossen zonnewemel, om dan te smakken op den keiweg, vasthakend aan 'nen..j... ,.hoop van 't peerd, waarvan 't pluiske z'n eigen trekt, trekt, maar nutteloos trekt Oew hoofd gaat weer langzaamaan „wer- ken". Zwaar vallen de plichten en de zaken weer op oewen nek, ge staat nog efkes on- wennig op de weareld, want ge waart dat uur daar ieverans al zoo lekker gewend! jaha wakker worden valt nooit mee, zelfs nie in 't midden op den avond, mee oew hoofd in 't koren en oew beenen van den waterkant. Maar dan heb ik m'n lichaam beklast mee 'n paar dressen koel Markwater en dan ben 'k achterom 't korenveld gegaan, naar den groentenakker om nog wat nuuwe uit te doen veur den wagel van mergen. Daar was gin volk meer in 't land Schums viel de rosse avbndzon over de akkers. En lis ik daar weer aan den arbeid zat, op ndn knieen in den zaohten akker, dien k mee mn handen veurzichtig openlee, dan heb ik daar stillekes gedankt, zoo maar, zonder woorden. zoo maar mee 'n bietje lach veur die gouwen droomuren daar aan den waterkant veur m'n frissche groenten, veur heel den schoonen dag en 'k was weer veul content, da 'k mee m'n handen in dieen geurigen grond kost gra ven naar't loon van den arbeid. Schuiner streek de zon over 't akkergewas. Rosser kleurde ze m'n armen, waaraan den vetten eerde koekte. Glimmerde m'n schup als 'n plaat rooi koper op den donkeren eerde. En als ik genogt gerooid had, dan scho - felde-n-ik de gaten toe en gong wijerop nog wat islaai afdoen en peekes trekken. Daarmee gereed, begost den dag tochzoet- .m wpg. te kruipen achter 'nen violetten tule, dfe ra|fijn van den hemel viel, in dichter Pl Ndg" zeefde koperen gloei van d'avondzon deur 't peerse weefsel; droop gouwen passe- ment uit 't boom- en struikeloover, maar toch- den avond daauwde al. En blank hong de maan aan den top van 'nen spar boven 't zwarte toosch. •Nlen schoonen dag van Pinkstertij was weer ten ende. Veul groeten van Trui, Dre HI, den Eeker en als altij gin horke minder van oewen t. h v. DRE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 6