Ter Neuzensche Courant
Binnenland
Liefde's Zegepraal
Vrijdag 6 Juni 1941
No. 10.224
FEUILLETON
VAN
EXJKEIZER WILHELM OVERLEDEN.
Uit Berlijn meldt het D.N.B.De voormalige
keizer van Duitschland Wilhelm II, is Woens-
dagochtend 11 uur 30 min. in Huize Doom
bverleden.
Na het olvierlijden van ex-keizer
Wilhelm II.
Het D.N.iB. meldt uit Doorn, dat de bijz si
ting van het stoffelijk overschot van ex-keizer
Wilhelm II, wiens overlijden Woensdag is ge-
meld, aanstaanden Maandagmorgen zal ge-
schieden in de slotkapel van Doorn, die voor
deze gelegenheid provisorisch wordt ingericht.
Volgens den wensch van den overledem is de,
kring van de deelnemers aan de plechtigheid
beperkt tot de naaste familie. Toch worden
ook enkele delegaties uit Duitsch'and ver-
■wacht.
Friedrich Wilhelm Viktor Albert von
Hohenzollern werd op 27 Januari 1859 te Ber
lijn geboren als oudste zoon van den lateren
keizer Friedrich IH en zijn gemalin Victoria,
een dochter van koningin Victoria \an Enge-
land.
De jonge prins genoot, schrijt't de N. R.
Crt., zijn opleiding aan het gymnasium te
Cassel en de universiteit te Bonn, waar hij
twee jaar studeerde. Intusscnen was hij
reeds op 18-jarigen leeftijd tot officier van
het garderegiment te Potsdam benoemd,
stond later eenigen tijd aan het hoofd van
het regiment gardehuzaren en stelde zich
tegelijkertijd op de hoogte van de onderschei-
den takken van staatsbestuur.
In 1881 huwde hij met prinses Auguste
Viktoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-
Augustenburg, en een jaar later werd zijn
eerste zoon gehoren, de latere kroonprins
Wilhelm.
Na den dood van zijn vader kwam Wilhelm
II op 15 Juni 1888 aan de regeering.
Verscheidene kanseliers hebben elkaar
tijdens de regeering van Wilhelm II na het
aftreden van Bismarck op 2p Maart 1890
opgevolgd. De volgende sj.oattslieden hebben
het kanselierschap van Duitsche rijk be-
kleed: van 1890 tot l't generaal Caprivi,
van 1894 tot 1900 vort-ng( °henlohe, van 1900
tot 1909 Vorst Bulowj- 909 tot 1917 Beth:
mann-Hollweg, in 1917 MicfrcC^JiK e.i graaf
Hertling en in 1918 prins Max von Baden.
In den wereldoorlog is de keizer, die voor-
dien in de politiek van zijn land zeer actief
geweest waif, meer en meer op den achter-
grond geraakt. Hij bevond zich in het groote
hoofdkwartier te Spa, toen de revolutie in
1918 uitbrak en den lOen November, 's mor-
gens vroeg, besloot hij de Nederlandsche
grens te overschrijden en zich onder bescher-
ming der Nederlandsche regeering te plaat-
sen.
Dank zij de vastberadenheid der toenmalige
Nederlandsche regeering werd de in het
•vredesverdrag geeischte uitlevering aan de
geallieerden niet voltrokken. In het kasteel
te Amerongen heeft Wilhelm den 28sten No
vember formeel afstand gedaan als Duitsch
keizer en koning van Pruisen en kort daarop
verhuisde hij naar Doom. Na het overlijden
van keizerin Auguste Victoria, den 11 April
1921, trad Wilhelm 5 November 1922 opnieuw
in het huwelijk met prinses Hermine Von
Reuss, de weduwe van prins Schonach-
Carolath.
De jaren in Doom, vooral de latere, hebben
den ex-keizer alle gelegenheid geboden aan
zijn lust tot studeeren en het schrijven van
wetenschappelijke verhandelingen toe te
geven. Door het vormen van de z.g. Doorn-
sche werkgemeenschap, wist hij een aantal
vooraanstaande Duitsche en Nederlandsche
geleerden aan zich te binden.
Het D.NjB. meldt over de laatste oogen-
blikken van den gewezen keizer; dat ja een
kortstondige verbetering gedurende het week-
einde welke een volledig herstel liet verwach-
ten, Dinsdag in de late avonduren een ern-
stige verslechting van den toes^and intrad.
Tengevolge van een longembolie ontstond een
snel verval van krachten, welke het van
nature sterke lichaam van den patient ver-
zwakte en een diepe bewusteloosheid veroor-
zaakte, waaruit de gewezen keizer niet meer
ontwaakt is. Na de schijnbare verbetering
van enkele dagen geleden, welke bij den pa
tient den wensch had doen opkom-m om het
ziekbed te verlaten, waren een reeks van
naaste verwanten, o.a. de zoons van Wilhelm
weer uit Doom afgereisd, zoodat zij de laat
ste uren niet aan het ziekbed konden vertoe-
ven. Aan het ziekbed waren aanwezig, toen
den dood intrad, de gemalin van den keizer,
Prinses Hermine, zijn dochter, de hertogin
van Brausdhweig, Prins Louis Ferdinand, een
kleinzoon en prinses Henriette, de echtge-
noote van prins Frans Jozef, eveneens een
kleinzoon. Het bericht van het overlijden
heeft in Doorn een levendige deelneming bij
de bevolking gewekt, daar Wilhelm H veel
voor de plaats gedaan had.
i Duitsche persstemmen.
De Duitsche bladen wijden groote aandacht
aan het overlijden van den Duitschen ex
keizer, zoo meldt het D.N.B. In uitvoerige
artikelen wordt de. levensloop van Wilhelm
II met de politieke gebeurtenissen van zijn
tijd geschilderd. Daarbij verklaart men, dat
de politiek van Wilhelm II er niet in is ge
slaagd het web van Engeland's omsingeling
te verscheuren. In dit verband betoogt de
Deutsche Allgemeine Zeitung, dat in 1914
geen sprake kan zijn geweest van Duitsche
schuld aan den oorlog. Steeds herhaalde po
gingen om met Engeland tot een vergelijk te
komen strandden, zoo schrijft het blad, omdat
Engeland nooit bereid was ondubbelzinnig
zijn standpunt te bepalen. De Engelschen
hebben door hun houding in voorjaar en
zomer 1939 bij een overeenkomstige situatie
nogmaals bevestigd, waarom het hun ook
destijds te doen was: Duitschland beletten
zich te verheffen en het vernietigen. Na den
wereldoorlog, zoo vervolgt het blad, heeft
Wilhelm II den opbouwenden arbeid van den
Fiihrer met bewondering en gloeiende hoop
voor de toekomst van het Duitsche volk ge
volgd.
De Berliner Bdrsenzeitung schrijft: Het is
beter niet te onderzoeken hoe schuld en nood-
ilot in buitenlandsche politiek van het Wil-
helmsohe tijdperk waren dooreengestrengeld.
Vast staat in ieder geval, dat de leidende
Duitsche staatslieden uit de periode voor den
wereldoorlog een politiek van illusies hebben
gevolgd tegenover het gevaar van het Engel-
sche streven naar omsingeling. Zoo werd de
Duitsche bewegingsvrijheid op het gebied van
de buitenlandsche politiek steeds meer be
perkt, totdat Duitschland in 1914 onder de
ongunstigste omstandighedoTi zonder sterke
bondgenooten werd gedwbngen tot den strijd
om zijn bcstaan.
PRIJSVORMING EN PRIJSCONTROLE.
Met stejads soherper toiezicjht zullen
nieuwe maatregelen ter bestrijding
van den sluikhandel, van de gekop-
pelde verkooper en van de weigertng
van verkoop gepaard gaan.
„Mien kan wel zeggen, dat men het prijs-
niveau in de hand heeft gekregen; dit is voor
een niet gering deel het gevolg van de wijze,
waarop de Dienst van den G&nachtigde voor
de Prijzen kon worden geconstrueerd, door
n.l. de Prijsvorming en de Prijsbeheersching
in edn instantie te vereenigen".
Aldus, volgens de N. R. Crt., mr. H. C.
Schokker, de man die sinds November van
het vorige jaar een zoo belangrijke functie
vervult. Het werd gezegd in een bijeen-
kbi.vst van journalisten, die o.a. ook door dr.
Trabold, chef der afdeeling Preisbildung van
het Rijkscommissariaat, mr. J. M. A. Pott,
hoofd d-\r afdeeling prijsbeheersching en dr.
A. Winsemius, chef der afdeeling prijsvorming
van den nieuVen rijksdienst, is bijgewoond.
De vorige week was het aantal tuchtbe-
schikkingen tot 1330 gestegen met een totaal
bedrag aan boeten van 640.000. Dit getal
neemt met den dag the en tegelijk is ook de
oeconomische rechter - n verschillende deelen
van ons land aan den flag gegaan.
Gerecjhtelijk straj/necht en tuchfcrecht.
Er dient namelijk onderscheid te worden
gemaakt tusschen de tuchtbeschikkingen en
de uitspraken van den oeconomischen rech
ter. De tuchtrecihtspraak bemst geheel bij
de edgen organen van de door mr. Schokker
geleiden dienst der prijzen. Daarvoor zijn
onder zijn oppertoezicht de inspecteurs voor
de prijsbeheersching aangewezen, wier rechts-
gebied met dat der gerechtshoven samenvalt.
De tuchtrechtelijke straffen kunnen den
delinquent, wiens ongerechtvaardigde winsten
de forsche reactie noodzakelijk maken, onge-
nadig treffen: een Haagsch winkelier heeft
zelfs f 250.000 moeten betalen. In theorie
zouden de gemachtigde en zijn inspecteurs
zelfs nog hooger kunnen gaan; artikel 7 van
het prijsbeheerschingsbesluit spreekt immers
van ,,geldboete tot 'n onbeperkt bedrag". Wij
zwijgen dan nog over de kans op zware bij-
komende straffen van tuchtrechtelijken aard
gelijik de sluiting van de zaak, het verbod om
gedurende een (bepaalden tijd een beroep uit
,te oefenen, de verbeurdverklaring van goe-
,derenvoorraden, de publicatie van de uit-
spraak.
Naast dit tuchtrecht staat het geredhtelijk
strafrecht, waarbij ten opzichte van prijs-
delicten eveneens ongelimiteerde geldboete
opgelegd kan worden, maar bovendien nog
i(al of niet met die boete gecombineerd) ge-
vangemsstraf van ten hoogste tien jaren.
(Hier komen wij op het gebied van den oeco-
pomischen rechter, die bij prijsdelicten echter
.illeen kan optreden, als door of vanwege
den gemachtigde voor de prijzen gerechtelijke
.vervolging is geeischt. Die gemachtigde kan
via den officier van justitie aan den oecono-
mischen rechter de behandeling van zooveel
of zoo weinig prijsdelicten overdragen als
,hemzelf wenschelijk voorkomt. Mr. Schok
ker of de onder hem ressorteerende prijs-
jnspecteurs zullen o.a. zoodanige berechting
„v)orderen", als naar hun meening gevange-
nisstraf uitwerking ten goede zou kunnen
hebben.
Bij de tuchtbeschikkingen moet men dus
nog de vonnissen van den oeconomischen
Roman van A. HRUSGHKA
7) (Nadruk verboden.)
Dus ook voor hem wil je alles geheim
houden? Je wilt hem zelfs niet een enkele
maal persoonlijk iets van je laten hooren?
Bedenk tooh, hoe simartelijk je vertrek hem
zal treffen, hoe eenzaam hij zich zal gevoe-
len! Hij mag dus zelfs niet weten waar zijn
eenige zoon in de wereld rondzwerft
Marc s gezicht nam plotseling een harde
uitdrukking aan.
Och, antwoordlde hij. Vader zal mij
nauwelijks tnissenSinds zijn tweede huwe
lijk, sinds hij bemerkte, dat ik het in mijn
afkeer van de gravin zelfs niet van mij kon
verkrijgen, haar moeder te noemen, ben ik
in zijn leven niets meer dan een steen des
aanstoots geweest. In 't laatste jaar sedert
den dood van de gravin, is de spanning nog
veel heviger geworden.
Maar, 't is niet altijd zdb geweest, Marc
Vroeger, dat weet ik zeer goed heeft
hij je hartelijk bemind. Hij was heimelijk
trotsch op je, al belette hem zijn eigenaardig
karakter, blijken daarvan te geven.
Niets dan vriendelijke verbeelding van
je, mijn goede Richard:!
Neen, zeker niet. Ik herinner me nog
heel goed de gesprekken, die ik met hem had
wanneer we all66n waren en waaruit ik met
zekerheid kon opmaken, dat hij je innig lief-
had. Jammer genoeg, kwam toen de invloed
van de gravin alles bederven. Door haar ge-
kuip ontstond de kloof, die je thans nog van
]e vader seheidt.
Mogelijk.In ieder geval is zij nu die-
per dan ooit, en ik heb geen aanleiding om
te gelooven, dat mijn vader mij zal missen.
Maar van den anderen kant is het je
niet geoorloofd, die kloof nog breeder en die-
per te maken, door alle betrekkingen met
hem af te brekem. Menschelijk gevoel alleen
reeds moet je daarvan terughouden. Je vader
is een arme, oude, gebroken man en buiten
jou heeft hij niemand meer!
Zijn kamerknecht Evert is veel onmis-
baarder voor hem dan ik.
Hoe koe'l en onversohillig zeg je dat.
Marc! Jij, die anders zoo fijn- en warmge-
voelig zijt. Ik herken je waarlijk niet. Heb
je vergeten, dat die oude man je.vader is
Marc staarde een oogenblik vd6r zich uit,
en antwoordde toen haperend, met doffe
stem:
Neen, dat heb ik geen oogenblik ver
geten en ik zal het ook nimmer vergeten...
Maar nu moet ik weg; ik heb mijn tijd
noodig om een en ander te regelen en in orde
te brengen voor mijn vertrek.
Veroorloof mij tenminste, je vader van
tijd' tot tijd te gaan opzoeken, om te zien,
hoe hij het maakt. Ik heb zoo'n medelijden
met den ouden verlaten man!
Op dit punt, Richard, heb ik je niets te
verocxrlooven of te verbieden. Als je er be-
hoefte aan gevoelt en als je dat verlicht,
spreek hem dan ook over mij... in geval hij
belang in die mededeelingen stelt.
Marc kijkt op den pendule, staat op en
neemt zijn hoed.
Dus Richard, mag ik er op rekenen, dat
je aan mijn verzoek betreffende Use zult voi-
doen?
Onnoodige vraag... Jij zult op de hoogte
blijven van wat er hier omgaat en Ilse zal
alles weten, wat je mij in het algemeen en
speciaal voor haar, te melden irebt.
'Hartelijk dankEn nu vaarwel,
;rechter voegen, waarvan men er sinds de
laatste week van Mei reeds verschillende in
de pers vermeld heeft kunnen zien.
Redelijke en hooge prijzen, belafng
van den eonsument en van den
prbduopnt.
Als de gemachtigde voor de prijzen en zijn
piedewerkers rechtstreeks of indirect ztoo
,streng optreden, is dat geenszins toe te schrij
ven aan een draconische inborst of ingeboren
just tot straffen. Zij beschouwen zich veel-
,eer, naar het woord van mr. Schcfltker, als
behartigers der belangen van ettelijike mil-
lioenen ongeorganiseerde consumenten, „die
zonder overheidsingTijipen overgeleverd zou
den zijn aan ontwrichte markten, waarbij zij
voor hun behoeftenbevrediging nauwelijks
meer het noodige zouden kunnen bemachti-
gen".
Deze zorg mag echter niet zoover gaan, dat
daardoor aan den producent het bestaan on-
mogelijk wordt gemaakt. „Beiden, eonsu
ment en producent", aldus mr. Schokker,
moeten concessies doen." In den „vetpot"
(dit woord in overdrachtelijken zin genomen)
zit heel wat minder dan vroeger, elk zal dus
,wat minder moeten ontvangen. „Ook de
eonsument, voor wien het leven zonder twijfel
duurder is geworden."
De ,,prijsstop" van het vorige voorjaar,
/Waarbij over het algemeen 9 Mei 1940 als
stopdatum werd aangewezen, de prijsbevrie-
zing op het niveau van dat tijdstip, kan dus
niet voor alle artikelen tot in lengte van
dagen bestendigd blijven. Tegen misbruiken
van producpnten en leveranciers wakende,
wenscht de prijsinspectie niet het. onmogelijke
te vergen. Niet slechts de tot tweemaal toe
gewijzigde omzetbelasting en de stijging van
de vervoerprijzen kan in verschillende geval-
jen zekere prijsverhooging rechcvaardigen;
evenzeer is b.v. toestemming verleend, de
prijzen van de veevoederproducten eenigszins
te verhoogen, en kan met stijgende import-
prijlzen rekening worden gehouden, al gaat dit
geenszins gepaard met aar.vaarding van de
leer der vervangingswaarde.
De prijsstop, aldus mr. Schokker, was
eigenlijk een gedachtenstreep. Successievelijk
bleken uitzonderingen noodzakelijk.
Hoever reiken die uitzonderingen? Toen
een der journalisten. onder beroep op het huis-
houdbudget van zijn niet-hamsterende vrouw
.van een stijging dier uitgaven met 50 pet.
repte, nam de gemachtigde voor de prijzen
deze raming in geenen deele voor zijn reke-
ping. Hij gaf echter toe, dat b.v. de kleeding
veel duurder is geworden. Hetzelfde geldt
p.a. ook voor de kaas, waarvoor z.i. de eon
sument echter wel wat te veel betaalt en
waarover men thans dan ook doende is. Een
yonnis van 10.000 tegen een kaashandelaar,
die de grenzen te buiten is gegaan, is zelfs,
.reeds los gekomen.
Ook de prijzen van gebakjes zijn aanzien-
lijk gestegen, soms inderdaad met ten minste
pO pet. en naar het oordeel van mr. Schokker
meer dan door de omstandigheden geboden is.
Hier echter geldt het niet een noodzakelijke
levensbehoefte, wat niet wegneemt, dat te
gelegener tijd ook hieraan wellicht aandacht
zal worden gewijd. Ten opzichte van appelen
is dit in beperkten omvang reeds geschied.
pen winkelier is bekeurd, omdat hij 2,70
per kilo vroeg bij een toegestaan maximum
van 60 cent. Kortelings heeft echter de voor-
zitter der Haagsche afdeeling van het Too-
neelverbond de verzuchting geslaakt, dat de
eene echte appel aan den boom van Vondel's
paradijs-stuk reeds 53 cent gekost had (af-
schrikkende overweging, welke aartsmoeder,
Eva bij haar greep naar den appel helaas
nog niet heeft kunnen doen gelden). En ver-
sdhillende journalisten spraken van appel-
prijzen, die het dubbele van den maximum-
prijs verre te boven gingen.
Intusschen is generaliseeren uit den booze.
Ter conferen'tie werd o.a. de klacht geuit, dat
een schrijfmaehine (portable) nog kortge-
leden 110 kostte, maar een paar weken
•later, toen de aarzelende candidaat-tikker in
's hemelsnaam maar tot het neertel'len van
dit bedrag besloten had, plotseling /25 meer
kostte.
Hier is de prealabele vraag: was het een
na 10 Mei 1940 ingevoerde schrijfmaehine?
In dit geval kan wellicht de prijsverhooging
gerechtvaardigd zijn. Het antwoord luidde.
dat het om een Engelsche machine ging, die
reeds v66r 10 Mei 1940 moest zijn ingevoerd.
Dan zoo luidde het definitieve bescheid
is prijsverhooging niet geoorloofd c-n kan de
prijsinspectie ingrijpen.
Hoe staat het met de schoenreparaties
Volgens dr. Winsemius zijn de eerprijzen
„vrij miniem gestegen", ja valt zelfs voor
sommige soorten verlaging te constateeren.
In de toekomst zal er echter weinig leer te
krijgen zijn. Een enquete bij de schoen-
makersvereenigingen vestigde den indruk, dat
van die zijde de toestand al te ongonStig
werd voorgesteld, weshalve bij1 wijze van een
krantenberichtje de oekase is uitgegaan, dat
sdhoenlappers ziclh voorshands hebben te
houden aan den prijs van 9 Mei, met even-
tueele bijberekening van meerdere omzetbe
lasting. Intusschen zijn verschillende schalen
gemaakt, met p. m. 15 tariefklassen, volgens
welke gere'pareerd kan worden (met differen-
tiatie naar stad en platteland enz.). De in
druk bestaat, dat aldus voor de schoenher-
stellers een billijker regeling zal worden ver-
kregen dan bij de vrije concurrentie, die voor
i9 Mei woedde, het geval was. Die tarieven
zullen spoedig gereed zijn en dan opgehangen
worden.
De invloed van de landbonwprijzen
op de prijsvomiing.
De vraag is gesteld', welke invloed van de
•landbouwprijzen op de prijsvorming uitgaat
pn nog zal uitgaan. Ten opzichte van belang
rijke gewassen aldus mr. Schokker zal
die invloed pas in het najaar, tegen den oogst-
tijd, merkbaar zijn; dan eerst krijgen de rich't-
prijzen beteekenis voor den eonsument. Er
zijn echter ook prijzen van landbouwartikelen,
die nu reeds bekeken worden; met het oog
op den gestegen kostprijs zullen daarbij ver-
moedelij'k een paar prijsstijgingen niet te ver-
mijden zijn. Veel eerder dan biji broodgraan
zal een even'tueele prijsverhooging in de vet-
tengroep in \die winkelprijzen tot uiting
komen. De prijzen der hier benoodigde
grondstoffen zijn niet ongewijzigd gebleven;
dies dient te Iworden nagerekend, in hoeverre
deze verhooging in de verschillende phasen
doorwerkt en b.v. tot een iets hoogeren boter-
prijs voor den consumenlt zou moeten leiden.
In idit verband zij onzerzijds opgemerkt, dat
de voorzitter der Hollandsche Maatschappij
.van Landbouw, de heer F. den Hartog, dezer
dagen de verzuchting heeft geslaakt, dat wel-
iswaar het prijspeil der akkerbouwproducten
thans een behoorlijk niveau heeft bereikt,
doch dat hetzelfde niet ten aanzien van de
veehouderij kan worden gezegd en dat de
•melkprijs vrij drastisch moet worden ver-
hoogd, izal men van een eenigszins loonend
bedrijf kunnen spreken.
I Ter conferenttie is deze uitlating niet be-
spro'ken. Wel echter heeft dr. Winsemius het
waarschijhlijk geacht, dat om een vakterm
te bezigen „de prijs af boerderij" iets zal
worden vephoogd, ook al in verband met het
tekort aan Ikrachtvoer. Doch het hoofd van
de afdeeling prijsvorming heeft hieraan toe-
gevoegd, dat een melkprijs van 17 cent, ge-
iijk b.V. te Voorburg gevraagd wordt, rijke-
lijk hoog Ischijnt en dat de verwerkingsmarge
tot en met den consumientenprijs onder de
loupe zal woi<den genomen. Ordening van den
kleinhandel zou z.i. invloed ten goede kunnen
hebben.
Zoo kan het zijn, dat bij eenizelfde artikel in
de verschillende phasen der aflevering beurte-
lings tegemoetkomendheid betracht en streng
toezicht toegepast moet worden.
Stellig veel te hoog was de prijs, die inder-
tijd te Amsterdam, waar men zelfs 14 cent
heeft durven vragen, voor de taptemelk
betaald werd. Een prijs van zeven cent (in
flesschen negen cent) is volgens dr. Winse-
piius al aan den hoogen kant. Als van zekere
z(jde gepoogd wordt, hierboven uit te gaan,
is ingrijpen van den dienst der prijzen geens
zins uitgesloten. In elk geval is het versohil
tusschen hetgeen op de boerderij, of de fabriek
ontvangen wordt en hetgeen de eonsument
moet offeren veelal te groot om den blik uit-
sluitend te richten naar de als uitgangspunt
dienende landbouwprijzen.
De invloed van de loomen op de
prijsvioijming.
Welken invloed zoo werd nog gevraagd
kan loonsverhooging op de prijzen hebben
Natuurlijk zal die invloed casu quo niet ge-
loochend kunnen worden en evenzeer valt niet
te ontkennen, dat het leven duurder gewor
den is, ook voor do arbefders. Intusschen
hebben, aldus mr. Schokker, de loonen tot
dusver nog geen groote wijzigingen onder-
gaan en zou liet ook niet verstandig zjn, als
men op belangrijke verhoogingen aanstuurde.
Waar achteriijke toestanden aangetroffen
worden, kunnen looncorrecties aanbeveling
verdienen; een algemeene loonsstijging ware
evenwel hoogst gevaarlijk.
mijn goede, trouwe vriend. Schriif me over
Ilse...
Marc verwijdert zich zoo snel, dat Turba
hem niet kan volgen...
HOOFDSTUK V.
Toen Marc den drempel van Kronstein over-
schreed, beving hem, zooals gewoonlijk, een
kille huivering...
In de weidsctie voorhal bleef hij een oogen
blik staan. Hij had nog een uur tijd v6or het
middagmaal. Als hij nu maar onverwijld zijn
vader ging opzoeken, om hem van zijn reis-
plan in kennis te stellen?
Maar die gedachte verwierp hij onmiddel-
lijk. Waarom zooveel haast? Die mededee-
ling kon evengoed tegen het einde van den
maaltijd gedaan worden. Hoe korter, hoe
beter. De zaak moest als een aangelegen-
heid van ondergeschikten aard worden behan-
deld.
En zoo kon. hij nog vo<5r het diner zijn kof-
fers laten pakken.
Marc ging dus naar zijn kamers, welke
evenals die van den ouden graaf en die van
de gravin, (deze laatste werden sinds „het
ongeluk" streng gesloten gehouden), op de
eerste verdieping waren gelegen.
Hij belde om Paul, zijn kamerknecht, en be-
val hem, de koffers van den zolder te halen
en hem bij 't pakken behulpzaam te zijn.
Om zes uur zal Mosser met de auto ge-
reed staan, zeide hij kortaf.
Moet ik mijnheer den graaf vergezellen
vroeg de knecht.
Neen, ik zal geruimen tijd afwezig zijn
en heb geen eigen bediende noodig. Je kunt
twee maanden vacantie nemen, Paul, en je
vervolgens ter beschikking stellen van juf-
frouw Motika, die je voor den verderen duur
van mijn afwezigheid wel op de een of andere
manier zal bezighouden.
Een interessant boekje.
Over die loonen en tal van andere zaken
Wordt gesproken in een instructief boekje, ge-
titeld ,,Zakenman en Prijspolitiek. Een weg-
wijzer voor het Nederlandsche bedrijfsleven",
dat door den dienst van den gemachtigde
voor de prijzen is uitgegeven en op aanvrage
gratis te bekomen is. In dit boekje nu,
waarop wij wellicht later nog wel eens terug-
komen, lezen wij o.a. het volgende:
,,De loonpolitiek zal eveneens met de prijs
politiek moeten worden gecoordineerd, want
loonsverhoogingen zullen vaak prijsvehhoo-
gingen noodzakelijk maken. Omgekeerd zal
een sterke verhooging van het prijspeil ge-
■volgen met zich imedebrengen ten aanzien
van de te voeren loonpolitiek." Dies bestaat
er een intensief contact tusschen den ge
machtigde voor d!e prij'zen |en het college van
rijksbemiddelaars, zonder wier sanctie in het
algemeen loonsverhooging niet mogelijk zal
zijn.
(Wordt vervolgd.)
AANSTELLING VAN NIEUW POLITIE-
PERSONEEL.
In aansluiting op de, ingevolge bevelen
van de Duitsche dverheid, door hem uitge
geven bekendmaking inzake de werving voor
de politie, dee.lt de wnd. inspecteur-generaal
van de Ned. politie nader mede, dat het aan
beveling verdient indien de sollicitanten bij
het door hen in te vullen afstammingsformu-
lier, tevens de mogelijk in hun taezit zijnde
Paul zette een bedrukt gezicht. Onder de
oude, knorrige gouvemante te moeten dietien
■was zeker lang met zoo aangenaam als met
zijn jonge meester op reis te gaan. Toch
waagde hij natuurlijk niet de minste aanmer-
king.
Juist om een uur stond alles gepakt en toen
kwam juffrouw Motika zeggen, dat het diner
gereed was. Marc begaf zich naar de eet-
zaal.
Vader en zoon groeten elkaar met een
stijve beweging en een paar koele woorden;
zij schijnen elkanders blikken te mijden, en
het maal word't zwijgend gebruikt
Onmiddellijk daama staat Graaf Klemens
op en wil zich verwijderen; maar ditmaal kijkt
Marc hem aan, en zegt:
Een oogenblikje, vader; ik heb u iets
mede te deelen.
Met een vluchtige beweging van de hand
zendt tiij den bediende weg.
Vader en zoon zijn allden. Graaf Klemens
zet zich neer en kijkt Marc vragend aan.
Deze herneemt op luchtigen toon:
Ik wilde u zeggen, dat ik vandaag voor
onbepaalden tijd op reis ga.
De oude heer schijnt heelemaal niet verrast
te zijn. Men leest veeleer zekere voldoening
op zijn ingezonken gelaat, in zijn doffe
oogen
Graaf Klemens knikt eenvoudig. Hij zegt
bij zich zelven„Ik wist, dat dit moest komen.
Ik heb het al een jaar verwacht..." Dan
vraagt hij:
En wat heeft je tot dat plotseling besluit
genoopt
Omstandigheden van zuiver persoonlij-
ken aard, die van geenerlei belang voor u
zijn. Ik zal u echter ronduit zeggen, dat een
geluk, waarop ik bad gehoopt, in scherven te
gronde ligt.
De oude knikt weer en zegt dan:
Ik wist, ik had voorzien, dat je zoudt
afschriften overleggen van de geboorteakten
en doopbewijzen van henzelf, hun ouders en
grootouders, alsmede van de huwelijksakte
hunner ouders. Van de gehuwde adspirant-
officieren overeenkomstige bescheiden ook
Van him echtgenoote.
DOOR OORLOGSGEWELD BESOHADIGDE
BEROEPS- OF BEDRIJFSUITRU STING
EN HANDELSVOORRADEN.
Het departement van Financien deelt mede,
dat voor oorlogsgeweldsehade aan zaken, be-
hoorende tot ibedrijfs- of beroepsuitrusting dan
wel tot bedrijfis- of handelsvoorraad, welke in
huurkoop waren verkregen, in pand zijn ge-
geven of tot zekerheid in eigendom zijn over-
gedragen, de huurkooper, resp. de schulde-
naar, als eigenaar in den zin van het besluit
op de materieele oorlogsschaden worden aan-
gemerkt. Daarnaast wordt echter rekening
gehouden met het feit, dat de huurverkooper,
de pandnemer of dengene, aan wien ^le zaak
tot zekerheid is overgedragen, in de bescha-
digde zaak zekerheid had voor eigen schuld-
vordering.
Daar zich hierbij in de practijk zoo ver
schillende verhoudingen en gevallen kunnen
Vooxldoen, dat een algemeene regel voor de
verdeeling van de uitkeering van het rijk in
de schade niet is te geven, moet aan partijen
"worden oVergelaten onderling tot een bevre-
digende regeling te komen.
De bijdrage in de schade kan, indien de
beschadigde goederen in huurkoop zijn ver
kregen, dan wel in pand zijn gegeven of tot
Zekerheid in eigendom zijn overgedragen,
dan ook niet betaalbaar worden gesteld, al-
vorens partijen het over de verdeeling der bij
drage, eventueel over het sluiten van een
nieuwe overeenkomst, eens zijn geworden,
dan wel zich accoord hebben verklaard met
hitbetaling aan een hunner.
De schade-enquete-commissie, die de schade
aan deze goederen in behandeling heeft ge
nomen, zal den aangever van deze schade op
zijn verzoek kunnen mededeelen, tot welk
schadebedrag izij in haar advies aan den
secretaris-generaal van het departement van
financien zal concludeeren, opdat de geinte-
resseerden brj de verloren goederen weten, op
welke basis zij kunnen onderhandelen.
DE NEDERLANDSCHE
SPORTBEOEFENING BIJ VERORDENING
GEREGELD.
Het Verordeningenblad bevat een besluit
van den secretaris-generaal van het departe
ment van opvoeding, wetenschap en cultuur-
bescherming betreffende het regelen van de
sportbeoefening in Nederland.
'Hierin wordt het volgende bepaald:
Artikel 1. (1) De regeling van de sportbe
oefening en van het sportwedstrijdwezen in
Nederland behoort tot de zorg van het depar
tement van Opvoeding, Wetenschap en Cul-
tuurbescherming.
(12). Sportbeoefening in den zin van dit be
sluit is iedere bezigheid op het gebied van de
lichamelijke opvoeding.
Artikel 2. (1). De secretaris-generaal van
het departement van Opvoeding, Wetenschap
en Cultuurbescherming, vaardigt de voor-
schriften, welke tot regeling van de sport
beoefening en van het spbrtwedstrijdwezen in
Nederland noodig zijn, uit, met name wat be-
treft, den organisatorischen opbouw der af-
zonderlijke takken van sport, voorts wat be-
treft de voorwaarden, waaronder sportbeoefe
ning in Nederland is toegestaan, alsmede de
wijze. waarop de sport wordt beoefend en
sportwedstrijden worden gehouden.
(2). In de dienovereenkomstig uit te vaardi-
gen voorschriften kan worden bepaald, dat
vereenigingen of personen, die in strijd met
de bepalingen dier voorschriften sport beoefe-
nen, voor bepaalden of onbepaalden tijd van
het beoefenen van een bepaalden dan wel van
elken tak van sport worden uitgesloten.
Artikel 3 (1.). De secretaris-generaal van
het departement van Opvoeding, Wetenschap
en Cultuurbescherming wordt bij de vervul-
ling van zijn taak bijgestaan door een college
van gevolmachtigden voor het sportwezen,
hetwelk uit drie leden bestaat.
(2). Alvorens voorschriften, als bedoeld in
artikel 2, uit te vaardigen, wordt dit college
gehoord.
Artikel 4. De bepalingen van de Verorde-
ning no. 41-1941, teneinde te komen tot een
herordening op het gebied van de niet com-
mercieele vereenigingen en stichtingen blrj-
ven onverminderd van kracht.
Artikel 5. Dit besluit treedt heden in wor
king.
Nadere toelichting.
In verband met bovenstaand besluit deelt
de secretaris-generaal van het departement
van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbe
scherming het volgende mede:
De opvatting, welke sedert eenige jaren in
ons land steeds meer aanhangers vond, dat de
beteekenis van een harmonische lichaamsont-
wikkeling en het nut van de sportbeoefening
in het algemeen werden onderschat, en dat op
deze gehieden inmenging van de overheid ge
rechtvaardigd moest worden geacht, heeft
den laatsten tijd een steeds sterker verbrei-
ding gevonden. De aandrang, op de overheid
uitgeoefend, om op deze gehieden leiding te
geven, voerde reeds tot het nemen van eenige
maatregelen, die in het algemeen bekend zijn.
gaan zwerven door de wereld... en dat ik
alleen zou blijven...
Marc keek zijn vader verwonderd aan.
Wat bedoelt u met die raadselachtige
woorden, vader? 't Is niet mijn schuld, dat
het zoo ver gekomen is...
Graaf Klemens hief bijna smeekend de han-
den op.
Wil je mij niet verstaan, stel dan geen
vragen meer... spreek niet. Zwijg.zwijg, om
s hemelswille, zooals wij tot nu toe daarover
gezwegen hebben. 't Is de vloek van het
booze, dat het altijd nieuwe kwaad mee-
brengt
Vader...
Ga. Laat mij allden. Ga... maar met
God! Een oude, gebroken man zal voor je
bidden. Vaarwel.
De oude graaf staat weer op. Maar alvo
rens de eetzaal te verlaten, werpt hij nog een
langen, raadselachtigen blik op Marc.
Deze kijkt hem met felle ontroering aan.
Wat mag er omgaan in zijn vader? 'Heeft het
verdriet zijn gedachten verward? Waarom
schijnt 't hem te verheugen, dat zijn zoon
vertrekt En hoe heeft hij dat vertrek kun
nen voorzien?
Zijn woorden waren duister en onbegrijpe-
lijk, maar zijn blik en zijn toon, zoo zacht,
bijna vriendelijk! Marc was daar sinds lang
niet meer aan gewoon. „Ga met God", had
de oude man gezegd, „ik zal voor je bidden".
Er gloeide dus nog een vonkje liefde in zijn
hart voor zijn zoon?...
Marc voelt zich waarlqk ontroerd. Wat hij
inwendig zijn vader ook te verwijten heeft
't is een arme, oude man; en nu heeft hij af-
scheid van hem genomen voor lang... mis-
schien voor altijd...
Aarzelend staat hij eindelijk op, om nog een
wandeling in het park te gaan maken.
(Wordt vervolgd.)