Ter Neuzensche Courant Binnenland Liefde's Zegepraal Vrijdag 6 Juni 1941 No. 10.224 FEUILLETON VAN EXJKEIZER WILHELM OVERLEDEN. Uit Berlijn meldt het D.N.B.De voormalige keizer van Duitschland Wilhelm II, is Woens- dagochtend 11 uur 30 min. in Huize Doom bverleden. Na het olvierlijden van ex-keizer Wilhelm II. Het D.N.iB. meldt uit Doorn, dat de bijz si ting van het stoffelijk overschot van ex-keizer Wilhelm II, wiens overlijden Woensdag is ge- meld, aanstaanden Maandagmorgen zal ge- schieden in de slotkapel van Doorn, die voor deze gelegenheid provisorisch wordt ingericht. Volgens den wensch van den overledem is de, kring van de deelnemers aan de plechtigheid beperkt tot de naaste familie. Toch worden ook enkele delegaties uit Duitsch'and ver- ■wacht. Friedrich Wilhelm Viktor Albert von Hohenzollern werd op 27 Januari 1859 te Ber lijn geboren als oudste zoon van den lateren keizer Friedrich IH en zijn gemalin Victoria, een dochter van koningin Victoria \an Enge- land. De jonge prins genoot, schrijt't de N. R. Crt., zijn opleiding aan het gymnasium te Cassel en de universiteit te Bonn, waar hij twee jaar studeerde. Intusscnen was hij reeds op 18-jarigen leeftijd tot officier van het garderegiment te Potsdam benoemd, stond later eenigen tijd aan het hoofd van het regiment gardehuzaren en stelde zich tegelijkertijd op de hoogte van de onderschei- den takken van staatsbestuur. In 1881 huwde hij met prinses Auguste Viktoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg- Augustenburg, en een jaar later werd zijn eerste zoon gehoren, de latere kroonprins Wilhelm. Na den dood van zijn vader kwam Wilhelm II op 15 Juni 1888 aan de regeering. Verscheidene kanseliers hebben elkaar tijdens de regeering van Wilhelm II na het aftreden van Bismarck op 2p Maart 1890 opgevolgd. De volgende sj.oattslieden hebben het kanselierschap van Duitsche rijk be- kleed: van 1890 tot l't generaal Caprivi, van 1894 tot 1900 vort-ng( °henlohe, van 1900 tot 1909 Vorst Bulowj- 909 tot 1917 Beth: mann-Hollweg, in 1917 MicfrcC^JiK e.i graaf Hertling en in 1918 prins Max von Baden. In den wereldoorlog is de keizer, die voor- dien in de politiek van zijn land zeer actief geweest waif, meer en meer op den achter- grond geraakt. Hij bevond zich in het groote hoofdkwartier te Spa, toen de revolutie in 1918 uitbrak en den lOen November, 's mor- gens vroeg, besloot hij de Nederlandsche grens te overschrijden en zich onder bescher- ming der Nederlandsche regeering te plaat- sen. Dank zij de vastberadenheid der toenmalige Nederlandsche regeering werd de in het •vredesverdrag geeischte uitlevering aan de geallieerden niet voltrokken. In het kasteel te Amerongen heeft Wilhelm den 28sten No vember formeel afstand gedaan als Duitsch keizer en koning van Pruisen en kort daarop verhuisde hij naar Doom. Na het overlijden van keizerin Auguste Victoria, den 11 April 1921, trad Wilhelm 5 November 1922 opnieuw in het huwelijk met prinses Hermine Von Reuss, de weduwe van prins Schonach- Carolath. De jaren in Doom, vooral de latere, hebben den ex-keizer alle gelegenheid geboden aan zijn lust tot studeeren en het schrijven van wetenschappelijke verhandelingen toe te geven. Door het vormen van de z.g. Doorn- sche werkgemeenschap, wist hij een aantal vooraanstaande Duitsche en Nederlandsche geleerden aan zich te binden. Het D.NjB. meldt over de laatste oogen- blikken van den gewezen keizer; dat ja een kortstondige verbetering gedurende het week- einde welke een volledig herstel liet verwach- ten, Dinsdag in de late avonduren een ern- stige verslechting van den toes^and intrad. Tengevolge van een longembolie ontstond een snel verval van krachten, welke het van nature sterke lichaam van den patient ver- zwakte en een diepe bewusteloosheid veroor- zaakte, waaruit de gewezen keizer niet meer ontwaakt is. Na de schijnbare verbetering van enkele dagen geleden, welke bij den pa tient den wensch had doen opkom-m om het ziekbed te verlaten, waren een reeks van naaste verwanten, o.a. de zoons van Wilhelm weer uit Doom afgereisd, zoodat zij de laat ste uren niet aan het ziekbed konden vertoe- ven. Aan het ziekbed waren aanwezig, toen den dood intrad, de gemalin van den keizer, Prinses Hermine, zijn dochter, de hertogin van Brausdhweig, Prins Louis Ferdinand, een kleinzoon en prinses Henriette, de echtge- noote van prins Frans Jozef, eveneens een kleinzoon. Het bericht van het overlijden heeft in Doorn een levendige deelneming bij de bevolking gewekt, daar Wilhelm H veel voor de plaats gedaan had. i Duitsche persstemmen. De Duitsche bladen wijden groote aandacht aan het overlijden van den Duitschen ex keizer, zoo meldt het D.N.B. In uitvoerige artikelen wordt de. levensloop van Wilhelm II met de politieke gebeurtenissen van zijn tijd geschilderd. Daarbij verklaart men, dat de politiek van Wilhelm II er niet in is ge slaagd het web van Engeland's omsingeling te verscheuren. In dit verband betoogt de Deutsche Allgemeine Zeitung, dat in 1914 geen sprake kan zijn geweest van Duitsche schuld aan den oorlog. Steeds herhaalde po gingen om met Engeland tot een vergelijk te komen strandden, zoo schrijft het blad, omdat Engeland nooit bereid was ondubbelzinnig zijn standpunt te bepalen. De Engelschen hebben door hun houding in voorjaar en zomer 1939 bij een overeenkomstige situatie nogmaals bevestigd, waarom het hun ook destijds te doen was: Duitschland beletten zich te verheffen en het vernietigen. Na den wereldoorlog, zoo vervolgt het blad, heeft Wilhelm II den opbouwenden arbeid van den Fiihrer met bewondering en gloeiende hoop voor de toekomst van het Duitsche volk ge volgd. De Berliner Bdrsenzeitung schrijft: Het is beter niet te onderzoeken hoe schuld en nood- ilot in buitenlandsche politiek van het Wil- helmsohe tijdperk waren dooreengestrengeld. Vast staat in ieder geval, dat de leidende Duitsche staatslieden uit de periode voor den wereldoorlog een politiek van illusies hebben gevolgd tegenover het gevaar van het Engel- sche streven naar omsingeling. Zoo werd de Duitsche bewegingsvrijheid op het gebied van de buitenlandsche politiek steeds meer be perkt, totdat Duitschland in 1914 onder de ongunstigste omstandighedoTi zonder sterke bondgenooten werd gedwbngen tot den strijd om zijn bcstaan. PRIJSVORMING EN PRIJSCONTROLE. Met stejads soherper toiezicjht zullen nieuwe maatregelen ter bestrijding van den sluikhandel, van de gekop- pelde verkooper en van de weigertng van verkoop gepaard gaan. „Mien kan wel zeggen, dat men het prijs- niveau in de hand heeft gekregen; dit is voor een niet gering deel het gevolg van de wijze, waarop de Dienst van den G&nachtigde voor de Prijzen kon worden geconstrueerd, door n.l. de Prijsvorming en de Prijsbeheersching in edn instantie te vereenigen". Aldus, volgens de N. R. Crt., mr. H. C. Schokker, de man die sinds November van het vorige jaar een zoo belangrijke functie vervult. Het werd gezegd in een bijeen- kbi.vst van journalisten, die o.a. ook door dr. Trabold, chef der afdeeling Preisbildung van het Rijkscommissariaat, mr. J. M. A. Pott, hoofd d-\r afdeeling prijsbeheersching en dr. A. Winsemius, chef der afdeeling prijsvorming van den nieuVen rijksdienst, is bijgewoond. De vorige week was het aantal tuchtbe- schikkingen tot 1330 gestegen met een totaal bedrag aan boeten van 640.000. Dit getal neemt met den dag the en tegelijk is ook de oeconomische rechter - n verschillende deelen van ons land aan den flag gegaan. Gerecjhtelijk straj/necht en tuchfcrecht. Er dient namelijk onderscheid te worden gemaakt tusschen de tuchtbeschikkingen en de uitspraken van den oeconomischen rech ter. De tuchtrecihtspraak bemst geheel bij de edgen organen van de door mr. Schokker geleiden dienst der prijzen. Daarvoor zijn onder zijn oppertoezicht de inspecteurs voor de prijsbeheersching aangewezen, wier rechts- gebied met dat der gerechtshoven samenvalt. De tuchtrechtelijke straffen kunnen den delinquent, wiens ongerechtvaardigde winsten de forsche reactie noodzakelijk maken, onge- nadig treffen: een Haagsch winkelier heeft zelfs f 250.000 moeten betalen. In theorie zouden de gemachtigde en zijn inspecteurs zelfs nog hooger kunnen gaan; artikel 7 van het prijsbeheerschingsbesluit spreekt immers van ,,geldboete tot 'n onbeperkt bedrag". Wij zwijgen dan nog over de kans op zware bij- komende straffen van tuchtrechtelijken aard gelijik de sluiting van de zaak, het verbod om gedurende een (bepaalden tijd een beroep uit ,te oefenen, de verbeurdverklaring van goe- ,derenvoorraden, de publicatie van de uit- spraak. Naast dit tuchtrecht staat het geredhtelijk strafrecht, waarbij ten opzichte van prijs- delicten eveneens ongelimiteerde geldboete opgelegd kan worden, maar bovendien nog i(al of niet met die boete gecombineerd) ge- vangemsstraf van ten hoogste tien jaren. (Hier komen wij op het gebied van den oeco- pomischen rechter, die bij prijsdelicten echter .illeen kan optreden, als door of vanwege den gemachtigde voor de prijzen gerechtelijke .vervolging is geeischt. Die gemachtigde kan via den officier van justitie aan den oecono- mischen rechter de behandeling van zooveel of zoo weinig prijsdelicten overdragen als ,hemzelf wenschelijk voorkomt. Mr. Schok ker of de onder hem ressorteerende prijs- jnspecteurs zullen o.a. zoodanige berechting „v)orderen", als naar hun meening gevange- nisstraf uitwerking ten goede zou kunnen hebben. Bij de tuchtbeschikkingen moet men dus nog de vonnissen van den oeconomischen Roman van A. HRUSGHKA 7) (Nadruk verboden.) Dus ook voor hem wil je alles geheim houden? Je wilt hem zelfs niet een enkele maal persoonlijk iets van je laten hooren? Bedenk tooh, hoe simartelijk je vertrek hem zal treffen, hoe eenzaam hij zich zal gevoe- len! Hij mag dus zelfs niet weten waar zijn eenige zoon in de wereld rondzwerft Marc s gezicht nam plotseling een harde uitdrukking aan. Och, antwoordlde hij. Vader zal mij nauwelijks tnissenSinds zijn tweede huwe lijk, sinds hij bemerkte, dat ik het in mijn afkeer van de gravin zelfs niet van mij kon verkrijgen, haar moeder te noemen, ben ik in zijn leven niets meer dan een steen des aanstoots geweest. In 't laatste jaar sedert den dood van de gravin, is de spanning nog veel heviger geworden. Maar, 't is niet altijd zdb geweest, Marc Vroeger, dat weet ik zeer goed heeft hij je hartelijk bemind. Hij was heimelijk trotsch op je, al belette hem zijn eigenaardig karakter, blijken daarvan te geven. Niets dan vriendelijke verbeelding van je, mijn goede Richard:! Neen, zeker niet. Ik herinner me nog heel goed de gesprekken, die ik met hem had wanneer we all66n waren en waaruit ik met zekerheid kon opmaken, dat hij je innig lief- had. Jammer genoeg, kwam toen de invloed van de gravin alles bederven. Door haar ge- kuip ontstond de kloof, die je thans nog van ]e vader seheidt. Mogelijk.In ieder geval is zij nu die- per dan ooit, en ik heb geen aanleiding om te gelooven, dat mijn vader mij zal missen. Maar van den anderen kant is het je niet geoorloofd, die kloof nog breeder en die- per te maken, door alle betrekkingen met hem af te brekem. Menschelijk gevoel alleen reeds moet je daarvan terughouden. Je vader is een arme, oude, gebroken man en buiten jou heeft hij niemand meer! Zijn kamerknecht Evert is veel onmis- baarder voor hem dan ik. Hoe koe'l en onversohillig zeg je dat. Marc! Jij, die anders zoo fijn- en warmge- voelig zijt. Ik herken je waarlijk niet. Heb je vergeten, dat die oude man je.vader is Marc staarde een oogenblik vd6r zich uit, en antwoordde toen haperend, met doffe stem: Neen, dat heb ik geen oogenblik ver geten en ik zal het ook nimmer vergeten... Maar nu moet ik weg; ik heb mijn tijd noodig om een en ander te regelen en in orde te brengen voor mijn vertrek. Veroorloof mij tenminste, je vader van tijd' tot tijd te gaan opzoeken, om te zien, hoe hij het maakt. Ik heb zoo'n medelijden met den ouden verlaten man! Op dit punt, Richard, heb ik je niets te verocxrlooven of te verbieden. Als je er be- hoefte aan gevoelt en als je dat verlicht, spreek hem dan ook over mij... in geval hij belang in die mededeelingen stelt. Marc kijkt op den pendule, staat op en neemt zijn hoed. Dus Richard, mag ik er op rekenen, dat je aan mijn verzoek betreffende Use zult voi- doen? Onnoodige vraag... Jij zult op de hoogte blijven van wat er hier omgaat en Ilse zal alles weten, wat je mij in het algemeen en speciaal voor haar, te melden irebt. 'Hartelijk dankEn nu vaarwel, ;rechter voegen, waarvan men er sinds de laatste week van Mei reeds verschillende in de pers vermeld heeft kunnen zien. Redelijke en hooge prijzen, belafng van den eonsument en van den prbduopnt. Als de gemachtigde voor de prijzen en zijn piedewerkers rechtstreeks of indirect ztoo ,streng optreden, is dat geenszins toe te schrij ven aan een draconische inborst of ingeboren just tot straffen. Zij beschouwen zich veel- ,eer, naar het woord van mr. Schcfltker, als behartigers der belangen van ettelijike mil- lioenen ongeorganiseerde consumenten, „die zonder overheidsingTijipen overgeleverd zou den zijn aan ontwrichte markten, waarbij zij voor hun behoeftenbevrediging nauwelijks meer het noodige zouden kunnen bemachti- gen". Deze zorg mag echter niet zoover gaan, dat daardoor aan den producent het bestaan on- mogelijk wordt gemaakt. „Beiden, eonsu ment en producent", aldus mr. Schokker, moeten concessies doen." In den „vetpot" (dit woord in overdrachtelijken zin genomen) zit heel wat minder dan vroeger, elk zal dus ,wat minder moeten ontvangen. „Ook de eonsument, voor wien het leven zonder twijfel duurder is geworden." De ,,prijsstop" van het vorige voorjaar, /Waarbij over het algemeen 9 Mei 1940 als stopdatum werd aangewezen, de prijsbevrie- zing op het niveau van dat tijdstip, kan dus niet voor alle artikelen tot in lengte van dagen bestendigd blijven. Tegen misbruiken van producpnten en leveranciers wakende, wenscht de prijsinspectie niet het. onmogelijke te vergen. Niet slechts de tot tweemaal toe gewijzigde omzetbelasting en de stijging van de vervoerprijzen kan in verschillende geval- jen zekere prijsverhooging rechcvaardigen; evenzeer is b.v. toestemming verleend, de prijzen van de veevoederproducten eenigszins te verhoogen, en kan met stijgende import- prijlzen rekening worden gehouden, al gaat dit geenszins gepaard met aar.vaarding van de leer der vervangingswaarde. De prijsstop, aldus mr. Schokker, was eigenlijk een gedachtenstreep. Successievelijk bleken uitzonderingen noodzakelijk. Hoever reiken die uitzonderingen? Toen een der journalisten. onder beroep op het huis- houdbudget van zijn niet-hamsterende vrouw .van een stijging dier uitgaven met 50 pet. repte, nam de gemachtigde voor de prijzen deze raming in geenen deele voor zijn reke- ping. Hij gaf echter toe, dat b.v. de kleeding veel duurder is geworden. Hetzelfde geldt p.a. ook voor de kaas, waarvoor z.i. de eon sument echter wel wat te veel betaalt en waarover men thans dan ook doende is. Een yonnis van 10.000 tegen een kaashandelaar, die de grenzen te buiten is gegaan, is zelfs, .reeds los gekomen. Ook de prijzen van gebakjes zijn aanzien- lijk gestegen, soms inderdaad met ten minste pO pet. en naar het oordeel van mr. Schokker meer dan door de omstandigheden geboden is. Hier echter geldt het niet een noodzakelijke levensbehoefte, wat niet wegneemt, dat te gelegener tijd ook hieraan wellicht aandacht zal worden gewijd. Ten opzichte van appelen is dit in beperkten omvang reeds geschied. pen winkelier is bekeurd, omdat hij 2,70 per kilo vroeg bij een toegestaan maximum van 60 cent. Kortelings heeft echter de voor- zitter der Haagsche afdeeling van het Too- neelverbond de verzuchting geslaakt, dat de eene echte appel aan den boom van Vondel's paradijs-stuk reeds 53 cent gekost had (af- schrikkende overweging, welke aartsmoeder, Eva bij haar greep naar den appel helaas nog niet heeft kunnen doen gelden). En ver- sdhillende journalisten spraken van appel- prijzen, die het dubbele van den maximum- prijs verre te boven gingen. Intusschen is generaliseeren uit den booze. Ter conferen'tie werd o.a. de klacht geuit, dat een schrijfmaehine (portable) nog kortge- leden 110 kostte, maar een paar weken •later, toen de aarzelende candidaat-tikker in 's hemelsnaam maar tot het neertel'len van dit bedrag besloten had, plotseling /25 meer kostte. Hier is de prealabele vraag: was het een na 10 Mei 1940 ingevoerde schrijfmaehine? In dit geval kan wellicht de prijsverhooging gerechtvaardigd zijn. Het antwoord luidde. dat het om een Engelsche machine ging, die reeds v66r 10 Mei 1940 moest zijn ingevoerd. Dan zoo luidde het definitieve bescheid is prijsverhooging niet geoorloofd c-n kan de prijsinspectie ingrijpen. Hoe staat het met de schoenreparaties Volgens dr. Winsemius zijn de eerprijzen „vrij miniem gestegen", ja valt zelfs voor sommige soorten verlaging te constateeren. In de toekomst zal er echter weinig leer te krijgen zijn. Een enquete bij de schoen- makersvereenigingen vestigde den indruk, dat van die zijde de toestand al te ongonStig werd voorgesteld, weshalve bij1 wijze van een krantenberichtje de oekase is uitgegaan, dat sdhoenlappers ziclh voorshands hebben te houden aan den prijs van 9 Mei, met even- tueele bijberekening van meerdere omzetbe lasting. Intusschen zijn verschillende schalen gemaakt, met p. m. 15 tariefklassen, volgens welke gere'pareerd kan worden (met differen- tiatie naar stad en platteland enz.). De in druk bestaat, dat aldus voor de schoenher- stellers een billijker regeling zal worden ver- kregen dan bij de vrije concurrentie, die voor i9 Mei woedde, het geval was. Die tarieven zullen spoedig gereed zijn en dan opgehangen worden. De invloed van de landbonwprijzen op de prijsvomiing. De vraag is gesteld', welke invloed van de •landbouwprijzen op de prijsvorming uitgaat pn nog zal uitgaan. Ten opzichte van belang rijke gewassen aldus mr. Schokker zal die invloed pas in het najaar, tegen den oogst- tijd, merkbaar zijn; dan eerst krijgen de rich't- prijzen beteekenis voor den eonsument. Er zijn echter ook prijzen van landbouwartikelen, die nu reeds bekeken worden; met het oog op den gestegen kostprijs zullen daarbij ver- moedelij'k een paar prijsstijgingen niet te ver- mijden zijn. Veel eerder dan biji broodgraan zal een even'tueele prijsverhooging in de vet- tengroep in \die winkelprijzen tot uiting komen. De prijzen der hier benoodigde grondstoffen zijn niet ongewijzigd gebleven; dies dient te Iworden nagerekend, in hoeverre deze verhooging in de verschillende phasen doorwerkt en b.v. tot een iets hoogeren boter- prijs voor den consumenlt zou moeten leiden. In idit verband zij onzerzijds opgemerkt, dat de voorzitter der Hollandsche Maatschappij .van Landbouw, de heer F. den Hartog, dezer dagen de verzuchting heeft geslaakt, dat wel- iswaar het prijspeil der akkerbouwproducten thans een behoorlijk niveau heeft bereikt, doch dat hetzelfde niet ten aanzien van de veehouderij kan worden gezegd en dat de •melkprijs vrij drastisch moet worden ver- hoogd, izal men van een eenigszins loonend bedrijf kunnen spreken. I Ter conferenttie is deze uitlating niet be- spro'ken. Wel echter heeft dr. Winsemius het waarschijhlijk geacht, dat om een vakterm te bezigen „de prijs af boerderij" iets zal worden vephoogd, ook al in verband met het tekort aan Ikrachtvoer. Doch het hoofd van de afdeeling prijsvorming heeft hieraan toe- gevoegd, dat een melkprijs van 17 cent, ge- iijk b.V. te Voorburg gevraagd wordt, rijke- lijk hoog Ischijnt en dat de verwerkingsmarge tot en met den consumientenprijs onder de loupe zal woi<den genomen. Ordening van den kleinhandel zou z.i. invloed ten goede kunnen hebben. Zoo kan het zijn, dat bij eenizelfde artikel in de verschillende phasen der aflevering beurte- lings tegemoetkomendheid betracht en streng toezicht toegepast moet worden. Stellig veel te hoog was de prijs, die inder- tijd te Amsterdam, waar men zelfs 14 cent heeft durven vragen, voor de taptemelk betaald werd. Een prijs van zeven cent (in flesschen negen cent) is volgens dr. Winse- piius al aan den hoogen kant. Als van zekere z(jde gepoogd wordt, hierboven uit te gaan, is ingrijpen van den dienst der prijzen geens zins uitgesloten. In elk geval is het versohil tusschen hetgeen op de boerderij, of de fabriek ontvangen wordt en hetgeen de eonsument moet offeren veelal te groot om den blik uit- sluitend te richten naar de als uitgangspunt dienende landbouwprijzen. De invloed van de loomen op de prijsvioijming. Welken invloed zoo werd nog gevraagd kan loonsverhooging op de prijzen hebben Natuurlijk zal die invloed casu quo niet ge- loochend kunnen worden en evenzeer valt niet te ontkennen, dat het leven duurder gewor den is, ook voor do arbefders. Intusschen hebben, aldus mr. Schokker, de loonen tot dusver nog geen groote wijzigingen onder- gaan en zou liet ook niet verstandig zjn, als men op belangrijke verhoogingen aanstuurde. Waar achteriijke toestanden aangetroffen worden, kunnen looncorrecties aanbeveling verdienen; een algemeene loonsstijging ware evenwel hoogst gevaarlijk. mijn goede, trouwe vriend. Schriif me over Ilse... Marc verwijdert zich zoo snel, dat Turba hem niet kan volgen... HOOFDSTUK V. Toen Marc den drempel van Kronstein over- schreed, beving hem, zooals gewoonlijk, een kille huivering... In de weidsctie voorhal bleef hij een oogen blik staan. Hij had nog een uur tijd v6or het middagmaal. Als hij nu maar onverwijld zijn vader ging opzoeken, om hem van zijn reis- plan in kennis te stellen? Maar die gedachte verwierp hij onmiddel- lijk. Waarom zooveel haast? Die mededee- ling kon evengoed tegen het einde van den maaltijd gedaan worden. Hoe korter, hoe beter. De zaak moest als een aangelegen- heid van ondergeschikten aard worden behan- deld. En zoo kon. hij nog vo<5r het diner zijn kof- fers laten pakken. Marc ging dus naar zijn kamers, welke evenals die van den ouden graaf en die van de gravin, (deze laatste werden sinds „het ongeluk" streng gesloten gehouden), op de eerste verdieping waren gelegen. Hij belde om Paul, zijn kamerknecht, en be- val hem, de koffers van den zolder te halen en hem bij 't pakken behulpzaam te zijn. Om zes uur zal Mosser met de auto ge- reed staan, zeide hij kortaf. Moet ik mijnheer den graaf vergezellen vroeg de knecht. Neen, ik zal geruimen tijd afwezig zijn en heb geen eigen bediende noodig. Je kunt twee maanden vacantie nemen, Paul, en je vervolgens ter beschikking stellen van juf- frouw Motika, die je voor den verderen duur van mijn afwezigheid wel op de een of andere manier zal bezighouden. Een interessant boekje. Over die loonen en tal van andere zaken Wordt gesproken in een instructief boekje, ge- titeld ,,Zakenman en Prijspolitiek. Een weg- wijzer voor het Nederlandsche bedrijfsleven", dat door den dienst van den gemachtigde voor de prijzen is uitgegeven en op aanvrage gratis te bekomen is. In dit boekje nu, waarop wij wellicht later nog wel eens terug- komen, lezen wij o.a. het volgende: ,,De loonpolitiek zal eveneens met de prijs politiek moeten worden gecoordineerd, want loonsverhoogingen zullen vaak prijsvehhoo- gingen noodzakelijk maken. Omgekeerd zal een sterke verhooging van het prijspeil ge- ■volgen met zich imedebrengen ten aanzien van de te voeren loonpolitiek." Dies bestaat er een intensief contact tusschen den ge machtigde voor d!e prij'zen |en het college van rijksbemiddelaars, zonder wier sanctie in het algemeen loonsverhooging niet mogelijk zal zijn. (Wordt vervolgd.) AANSTELLING VAN NIEUW POLITIE- PERSONEEL. In aansluiting op de, ingevolge bevelen van de Duitsche dverheid, door hem uitge geven bekendmaking inzake de werving voor de politie, dee.lt de wnd. inspecteur-generaal van de Ned. politie nader mede, dat het aan beveling verdient indien de sollicitanten bij het door hen in te vullen afstammingsformu- lier, tevens de mogelijk in hun taezit zijnde Paul zette een bedrukt gezicht. Onder de oude, knorrige gouvemante te moeten dietien ■was zeker lang met zoo aangenaam als met zijn jonge meester op reis te gaan. Toch waagde hij natuurlijk niet de minste aanmer- king. Juist om een uur stond alles gepakt en toen kwam juffrouw Motika zeggen, dat het diner gereed was. Marc begaf zich naar de eet- zaal. Vader en zoon groeten elkaar met een stijve beweging en een paar koele woorden; zij schijnen elkanders blikken te mijden, en het maal word't zwijgend gebruikt Onmiddellijk daama staat Graaf Klemens op en wil zich verwijderen; maar ditmaal kijkt Marc hem aan, en zegt: Een oogenblikje, vader; ik heb u iets mede te deelen. Met een vluchtige beweging van de hand zendt tiij den bediende weg. Vader en zoon zijn allden. Graaf Klemens zet zich neer en kijkt Marc vragend aan. Deze herneemt op luchtigen toon: Ik wilde u zeggen, dat ik vandaag voor onbepaalden tijd op reis ga. De oude heer schijnt heelemaal niet verrast te zijn. Men leest veeleer zekere voldoening op zijn ingezonken gelaat, in zijn doffe oogen Graaf Klemens knikt eenvoudig. Hij zegt bij zich zelven„Ik wist, dat dit moest komen. Ik heb het al een jaar verwacht..." Dan vraagt hij: En wat heeft je tot dat plotseling besluit genoopt Omstandigheden van zuiver persoonlij- ken aard, die van geenerlei belang voor u zijn. Ik zal u echter ronduit zeggen, dat een geluk, waarop ik bad gehoopt, in scherven te gronde ligt. De oude knikt weer en zegt dan: Ik wist, ik had voorzien, dat je zoudt afschriften overleggen van de geboorteakten en doopbewijzen van henzelf, hun ouders en grootouders, alsmede van de huwelijksakte hunner ouders. Van de gehuwde adspirant- officieren overeenkomstige bescheiden ook Van him echtgenoote. DOOR OORLOGSGEWELD BESOHADIGDE BEROEPS- OF BEDRIJFSUITRU STING EN HANDELSVOORRADEN. Het departement van Financien deelt mede, dat voor oorlogsgeweldsehade aan zaken, be- hoorende tot ibedrijfs- of beroepsuitrusting dan wel tot bedrijfis- of handelsvoorraad, welke in huurkoop waren verkregen, in pand zijn ge- geven of tot zekerheid in eigendom zijn over- gedragen, de huurkooper, resp. de schulde- naar, als eigenaar in den zin van het besluit op de materieele oorlogsschaden worden aan- gemerkt. Daarnaast wordt echter rekening gehouden met het feit, dat de huurverkooper, de pandnemer of dengene, aan wien ^le zaak tot zekerheid is overgedragen, in de bescha- digde zaak zekerheid had voor eigen schuld- vordering. Daar zich hierbij in de practijk zoo ver schillende verhoudingen en gevallen kunnen Vooxldoen, dat een algemeene regel voor de verdeeling van de uitkeering van het rijk in de schade niet is te geven, moet aan partijen "worden oVergelaten onderling tot een bevre- digende regeling te komen. De bijdrage in de schade kan, indien de beschadigde goederen in huurkoop zijn ver kregen, dan wel in pand zijn gegeven of tot Zekerheid in eigendom zijn overgedragen, dan ook niet betaalbaar worden gesteld, al- vorens partijen het over de verdeeling der bij drage, eventueel over het sluiten van een nieuwe overeenkomst, eens zijn geworden, dan wel zich accoord hebben verklaard met hitbetaling aan een hunner. De schade-enquete-commissie, die de schade aan deze goederen in behandeling heeft ge nomen, zal den aangever van deze schade op zijn verzoek kunnen mededeelen, tot welk schadebedrag izij in haar advies aan den secretaris-generaal van het departement van financien zal concludeeren, opdat de geinte- resseerden brj de verloren goederen weten, op welke basis zij kunnen onderhandelen. DE NEDERLANDSCHE SPORTBEOEFENING BIJ VERORDENING GEREGELD. Het Verordeningenblad bevat een besluit van den secretaris-generaal van het departe ment van opvoeding, wetenschap en cultuur- bescherming betreffende het regelen van de sportbeoefening in Nederland. 'Hierin wordt het volgende bepaald: Artikel 1. (1) De regeling van de sportbe oefening en van het sportwedstrijdwezen in Nederland behoort tot de zorg van het depar tement van Opvoeding, Wetenschap en Cul- tuurbescherming. (12). Sportbeoefening in den zin van dit be sluit is iedere bezigheid op het gebied van de lichamelijke opvoeding. Artikel 2. (1). De secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming, vaardigt de voor- schriften, welke tot regeling van de sport beoefening en van het spbrtwedstrijdwezen in Nederland noodig zijn, uit, met name wat be- treft, den organisatorischen opbouw der af- zonderlijke takken van sport, voorts wat be- treft de voorwaarden, waaronder sportbeoefe ning in Nederland is toegestaan, alsmede de wijze. waarop de sport wordt beoefend en sportwedstrijden worden gehouden. (2). In de dienovereenkomstig uit te vaardi- gen voorschriften kan worden bepaald, dat vereenigingen of personen, die in strijd met de bepalingen dier voorschriften sport beoefe- nen, voor bepaalden of onbepaalden tijd van het beoefenen van een bepaalden dan wel van elken tak van sport worden uitgesloten. Artikel 3 (1.). De secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming wordt bij de vervul- ling van zijn taak bijgestaan door een college van gevolmachtigden voor het sportwezen, hetwelk uit drie leden bestaat. (2). Alvorens voorschriften, als bedoeld in artikel 2, uit te vaardigen, wordt dit college gehoord. Artikel 4. De bepalingen van de Verorde- ning no. 41-1941, teneinde te komen tot een herordening op het gebied van de niet com- mercieele vereenigingen en stichtingen blrj- ven onverminderd van kracht. Artikel 5. Dit besluit treedt heden in wor king. Nadere toelichting. In verband met bovenstaand besluit deelt de secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbe scherming het volgende mede: De opvatting, welke sedert eenige jaren in ons land steeds meer aanhangers vond, dat de beteekenis van een harmonische lichaamsont- wikkeling en het nut van de sportbeoefening in het algemeen werden onderschat, en dat op deze gehieden inmenging van de overheid ge rechtvaardigd moest worden geacht, heeft den laatsten tijd een steeds sterker verbrei- ding gevonden. De aandrang, op de overheid uitgeoefend, om op deze gehieden leiding te geven, voerde reeds tot het nemen van eenige maatregelen, die in het algemeen bekend zijn. gaan zwerven door de wereld... en dat ik alleen zou blijven... Marc keek zijn vader verwonderd aan. Wat bedoelt u met die raadselachtige woorden, vader? 't Is niet mijn schuld, dat het zoo ver gekomen is... Graaf Klemens hief bijna smeekend de han- den op. Wil je mij niet verstaan, stel dan geen vragen meer... spreek niet. Zwijg.zwijg, om s hemelswille, zooals wij tot nu toe daarover gezwegen hebben. 't Is de vloek van het booze, dat het altijd nieuwe kwaad mee- brengt Vader... Ga. Laat mij allden. Ga... maar met God! Een oude, gebroken man zal voor je bidden. Vaarwel. De oude graaf staat weer op. Maar alvo rens de eetzaal te verlaten, werpt hij nog een langen, raadselachtigen blik op Marc. Deze kijkt hem met felle ontroering aan. Wat mag er omgaan in zijn vader? 'Heeft het verdriet zijn gedachten verward? Waarom schijnt 't hem te verheugen, dat zijn zoon vertrekt En hoe heeft hij dat vertrek kun nen voorzien? Zijn woorden waren duister en onbegrijpe- lijk, maar zijn blik en zijn toon, zoo zacht, bijna vriendelijk! Marc was daar sinds lang niet meer aan gewoon. „Ga met God", had de oude man gezegd, „ik zal voor je bidden". Er gloeide dus nog een vonkje liefde in zijn hart voor zijn zoon?... Marc voelt zich waarlqk ontroerd. Wat hij inwendig zijn vader ook te verwijten heeft 't is een arme, oude man; en nu heeft hij af- scheid van hem genomen voor lang... mis- schien voor altijd... Aarzelend staat hij eindelijk op, om nog een wandeling in het park te gaan maken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 5