ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSC9VIAANDEREN No.: 10.223 WOENSDAG 4 JUNI 1941 81 e Jaargang Binnenland Liefde's Zegepraal - Rheumatische pijnen. Deskundige Wandgedierte. FEUILLETON TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,42 per 3 maanden Buiten Temeuzen fr. per post f 1,73 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika /2,20, overige landen 2,65 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: N.V. Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON* No. 2073. Hoofd-redacteur: N. J. Harte, Lange Kerkstraat 21. ADVERTENTIeN Van 1 tot 4 regels 0,88 Voor elken reg^l meer 0,22. KLEIN E ADVERTENTIeN per 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSOHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. Burgemeester en Wethouders van TER- NEUiZHN brengen ter openbare kenmis, dat ale deskundige, bedoeld in art. 1 van bet be sluit van den Secretaris-Generaal van bet Departement van Binnenlandsche Zaken d.d. 29/30 Januari 1941 B.Z. no. 1 V betreffende de bestrijding van wandgedierte, door hen is aangewezen voor Sluiskil, A. DENSEN, Middenstraat 1 te Sluiskil, gem. Temeuzen. Onder Sluiskil wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan het gedeelte van Temeu zen, dat behoort tot het stemdistrict Sluiskil voor de verkiezing van de leden van den ge- meenteraad. Temeuzen, 27 Mei 1941. Burgemeester en Wethouders van Temeuzen, P. TEfLLEGBN, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. DE NIEUWE INKOMSTENBELASTING. In het Verordeningblad no. 24 is versche- nen het besluit van den secretaris-generaal van bet departement van Pinoncien betreffen de het invoeren van het Besluit op de Inkom- stenbelasting 1941 en het besluit van denzelf- den secretaris-generaal betreffende de In komstenbelasting zelve. Op dit laatste besluit heeft de wnd. secre taris-generaal, de beer H. Postma, een uit- voerige, duidelijke toelicbting gegeven, welke men hieronder aantreft. Reeds sedert enkele maanden zag men met eenige spanning uit naar de nieuwe inkom stenbelasting en naar de wijze, waarop de aansluiting tot stand zou komen tusschen de heffing van de oude inkomstenbelasting en die van de nieuwe. Sedert de invoering van de loonbelasting kon men over dit onderwerp reeds bepaalde verwachtingen hebben. Men kon veilig voorspellen, dat het tarief naar Nederlandsche begrippen hoog zou zijn, maar dat het in belangrijke mate onderscheid zou maken tusschen gehuwden en ongehuwden en tusschen kinderlooze en kinderrijke gezinnen. Verwacht kon verder worden een eenvormig tarief voor het geheele land, zonder classifi- catie en zonder opcenten. Men wist ook reeds dat het z.g. „reeele stelsel met voorbeffing op afrekening zou worden aanvaard. Dit is bet stelsel, waarbij de belastingplichtige ten- slotte altijd betaalt over een inkomen, dat hij werkelijk gehad heeft over een zeker jaar, maar waarbij de fiscus reeds in den loop van bet jaar probeert het grootste deel van de be- 1 as ting binnen te krijgen. Dit zal geschieden ten deele door middel van de loonbelasting, ten deele door middel van een binnenkort te verwachten belasting op binnenlandsche dividenden en ten deele door middel van voor- loopige aanslagen. Tarief. Wie het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941" dezer dagen in handen krijgt, zal allicht het eerst kijken naar het slot. Niet omdat het besluit een roman is. maar omdat daar de tabel te vinden is, welke het tarief bevat. Hij zal daar vinden een kolom voor ongehuwden tariefgroep 1), voor gehuwden zonder kin- deren (tariefgroep 2) en voor personen, die aanspraak hebben op kinderaftrek (tarief groep 3). Wie niet meer dan 10 kinderen heeft, kan zijn belasting uit de tabel aflezen. Wie meer kinderen heeft, zal een kleine be- rekening moeten maken. Evenals bij de loon belasting zijn ongehuwden van 65 jaar en ouder met gehuwden gelijkgesteld, evenals jongere ongehuwden uit wier vroeger huwe- iijk een kind is gesproten. De reductie wegens kinderen verdwijnt bij de zeer hooge inkomens geleidelijk. Ongehuwden zijn nooit meer in komstenbelasting verschuldigd dan 65 pet. van hun geheele inkomen; voor de andere 6) Roman van A. HRUSCUKA (Nadruk verboden.) Dr. Turba woont sinds jaren op Krannebit- ten, waar hij de bibliotheek en het archief der vroegere bezitters, op verzoek van den huidigen eigenaar in orde brengt en bijwerkt. Trebitsch is namelyk van meening, dat men, indien men een slot bezit, verplicht is, de daarbij behoorende boekenschat ook in eere te houden en door het aanleggen van een catalogus na te gaan, wat de waarde en de ornvang daarvan is. In Richard Turba vond Trebitsch de juiste man die deze opgave met liefde en enthou- siasme uitvoerde. Overigens zoekt Marc nu niet den biblio- thecaris en geleerde, maar alleen den vriend op. Hij heeft er behoefte aan een meevoe- lend mensch tenminste voor een gedeelte in vertrouwen te nemen. Dr. Richard Turba verwelkomt hem blij verrast: Ha Mark, jij, wat fijn, dat je zoo'n oude boekenwurm... Het woord blijft hem in de keel steken. Verschrikt kijken zijn don- kere, eenigszins kortzichtige oogen den vriend aan, wiens verstoord uiterlijk hij nu pas be- merkt. Maar wat heb je? Je ziet er uit... ben je ziek? Neen, kijk niet naar mijn uiterlijk, ik heb ook niet veel tijd. Ik ben alleen maar belastingplichtigen bedraagt het maximum- percentage 55. Tot bij een inkomen van f 12.000 is het tarief van de inkomstenbelas ting nagenoeg gelijk aan dat van de loon belasting. Het tarief begint voor ongehuw den met 475 inkomen, voor gehuwden zon der kinderen bij 775, voor personen met 2 kinderen bij 1175, voor personen met 5 kin deren bij f 1975, en voor personen met 7 kin deren bij 4525. In al deze gevallen bedraagt de belasting over een vol jaar /16. Uit deze cijfers blijkt, hoezeer het gezin is ontzien. In menig geval zal de belasting lager zijn, dan onder de oude inkomstenbelasting het geval was. Reeds sedert eenige jaren was men hier te lande meer en meer tot de overtuiging geko- men, dat het bestaande systeem van de in komstenbelasting, waarbij het inkomen voor een geheel jaar werd afgeleid uit den toestand op een bepaalden datum 1 Mei niet be- vreddigend werkte. Het onderwerp was reeds geruimen tijd in studie en de vraag was eigenlijk niet'meer zoo zeer of men moest overgaan naar het stelsel ,,ibelast altijd het inkomen dat iemand werkelijk heeft gehad", dan wel, hoe dit pre- cies moest worden geregeld en hoe de aan sluiting moest worden gevonden tusschen het oude stelsel en het nieuwe. De buitengewone behoeften van de schat- kist drongen thans naar een bepaalde oplos- sing. Een loonbelasting was onvermijdelijk bij het noodig geachte nieuwe tarief, en de aanwezigheid van de loonbelasting van een gegeven, waaromheen de overige bouw van de inkomstenbelasting op logische wijze moest worden opgetrokken. De werking van het nieuwe stelsel is in het kort aldus, dat de be lastingplichtigen in den loop van 1941 op hun salarissen loonen en pensioenen, enz. loonbe lasting afgehouden zien worden, dat voorts van de dividenden, welke na een zekeren datum zullen worden uitgekeerd, dividendbe- lasting, afgehouden zal worden in den loop van hetzelfde jaar en dat de belastingplich tigen voor hun overige inkomsten in 1941 een voorloopigen aanslag zullen ontvangen ge- grond op de inkomsten van 1940. Na afloop van 1941, dus in 1942, zullen de belasting plichtigen moeten aangeven of opgeven hoe- veel inkomen zij in 1941 hebben gehad, over dat inkomen zal de belasting worden bere kend en van deze belasting zal worden afge- trokken, hetgeen ingehouden is aan loonbe lasting en aan dividendbelasting, terwijl tevens zal worden afgetrokken het bedrag van den voorloopigen aanslag. Deze voor- loopige aanslag zal in 1941 eerst vrij laat in het jaar tot stand komen. De belastingplich tigen, die zulk een aanslag kunnen veiwach- ten, zullen er dus verstandig aan doen hun personeele belasting wat vlugger af te be- talen dan zij anders gedaan zou dec] hebben. Afvvikkeling oude inkomstenbelasting. De belasting over de laatse vier maanden van het belastingjaar 1940—1941. der oude inkomstenbelasting wordt geheel met de be lastingplichtigen verrekend of aan hem terug- gegeven. Gedeeltelijk, namelijk voor de loon- trekkenden, berust deze verrekening of terug- gaaf op het besluit op de loonbelasting. Voor zoover dit het geval is, wordt een ontheffing verleend, welke op den ouden aanslag inkom stenbelasting (1940-41) wordt afgeboekt, of anders wordt teruggegeven. Voor het overige gedeelte dit betreft dus de inkomsten niet uit loon wordt de ontheffing afgeboekt op den voorloopigen aanslag in de nieuwe in komstenbelasting over 1941. De oude aan slag 1940-41 moet dus voor zoover hij niet betrekking heeft op loon, geheel worden be- taald. Hierbij valt nog op te merken, dat de belastingadministratie voor belastingplichti gen, die boven hun loon niet meer dan 500, andere inkomsten hadden, die geheele ont heffing verleent, alsof ook deze inkomsten waren. Dit is voor haar eenvoudiger en zeker niet in het nadeel van den belastingplichtige. Op enkele andere punten van den overgangs- toestand wordt hie ma nog teruggekomen. gekomen om je vaarwel te zeggen en je iets te vragen... Marc loopt nerveus de groote zonnige bibliotheek op en neer, en staart naar het plafond. Turba kijkt hem onderzoekend aan. Zou je niet eens gaan zitten, Marc, en een sigaar opsteken, zegt hij rustig, dan kun nen wij gezellig praten. Mechanisch laat Marc zich in een stoel val- len en grijpt even mechanisch een sigaar. Je gaat dus op reis? gaat Turba verder. Niet voor lang? Voor zeer lang zelfs... waarschijnlijk voor jaren... morgen vroeg ga ik weg. Wat! morgen al en voor zoo lang? Hoe komt dat zoo plotseling? Onvoorziene omstandigheden dwingen mij er toe. En ik dacht, dat je juist de laatste tijd bier een magneet gevonden had, die je niet zoo gauw weer aan het reizen zou doen den- ken! Zei je me laatst zelf niet, dat je van Use Hartlieb houdt en zij van jou? Ja, ik heb daarvan tegenover jou geen geheim gemaakt. Het is ook de waarheid, dat wij van elkaar houden... Maar dan... Gisteren verrasbte haar vader ons bij een samenkomst en toen ik hem heden om Use's hand vroeg heeft hij mij rondweg afge- wezen en verboden haar nog ooit te zien. Niet mogelijk. Wat kan hij op je aan te merken hebben Een betere schoonzoon kan hij zich toch niet wenschen voor zijn dochter. Gaf hij redenen op voor zijn weige- ring? Ja, het raadsel van slot Kronstein... het onopgeloste raadsel namelijk! En wat gaat dat jou en je meisje aan Marc kijkt vrij somber voor zich uit. Hoor eens Marc, wil je niet vrijult spre- ken Mijnheer Hartlieb moet toch zijn reden op een of andere manier nader verklaard Algefcneene bouw van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941. Het hierboven uiteengezette ,,reeele stelsel met voorheffing op afrekening" bestaat ook in Duitschland. Het ligt dus voor de hand, dat de nieuwe Nederlandsche inkomstenbelas ting menigen trek gemeen heeft met de Duit- sche. Bij het ontwerpen is intusschen wel naar onderlinge vergelijkbaarheid gestreefd, doch niet naar het maken van een copie. De nieuwe Nederlandsche inkomstenbelasting sluit, voor zooveel noodig, aan bij het Neder landsche privaatrecht en bij Nederlandsche toestanden. Het streven is er op gericht ge- weest, de wijze van uitdrukken, welke de Wet op de Inkomstenbelasting 1914 volgde, zoo veel mogelijk te bezigen, omdat dit van nut is in verband met de bestaande rechtspraak en de bestaande administratieve practijk. Dientengevolge komt menige bepaling van het nieuwe belastingbesluit reeds met een ge- schiedenis ter wereld. Dit is niet alleen van groot belang voor een goede uitvoering van het besluit maar vooral een niet te onder- schatten factor ter vergemakkelijking van de invoering van het nieuwe stelsel. EEN COMMISSARISSENBELASTING. In het verordeningsblad is verschenen een besluit van den secretaris-generaal van het departement van financien tot invoering van een commissarissenbelasting. Hierin wordt het volgende bepaald: Artikel 1. (1) Onder den naam van „com- missa'rissenbelasting'wordt een bijzondere belasting geheven van de belooningen hier- na aan te duiden als commissarisloon door lichamen, vallende onder artikel 1 van het be sluit op de Winstbelasting 1940 (no. 83/1940), voor de werkzaamheid van hun commissaris- sen toegekend. (2) Onder commissarissen worden ver staan de natuurlijke personen en de rechts- personen, die, onder welken naam ook, belast zijn met toezicht op het bestuur, ongeacht of zij bijkomstig ook aan de bestuurstaak deel hebben. Artikel 2. (1) Het commissarisloon wordt opgevat en berekend volgens de artikelen 4, 5 en 6 van het besluit op de Loonbelasting 1940 (no. 224/1940) en de met betrekking tot die artikelen uitgevaardigde uitvoerings- voorschriften. (2) Commissarissenbelasting wordt g#e- ven over het totale bedrag van het commis sarisloon, dat in een kalenderjaar door den eommissaris wordt genoten van het lichaam. (3) Het commissarisloon wordt als geno ten beschouwd, zoodra het is uitbetaald, ver rekend of op eenigerlei andere wijze ter be- schikking van den eommissaris of van een derde is gesteld, dan wel zoodra het rente- dragend is geworden. HET AANBIEDEN VAN CRISIS- PRODUCTEN AAN HET BUITENLAND. Het blijkt noodig er nadrukkelijk aan te herinneren, dat het te koop aanbieden en ver- koopen van crisisproducten, met bestemming naar het buitenland, verboden is. Reeds bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van landbouw en visscherij van 23 September 1940 is dit verbod uitgevaar- digd. Aanbie ding en, in strijd met dit verbod, zijn in verschillende opziohten schadelijk. Een ander .bezwaar is, dat deze aanbiedingen veelal irrieel zijn. Het blijkt n.l., dat offertes wor den gedaan zonder dat men de goederen voor- handen heeft. In geval op het aanbod wordt ingegaan. hoopt men de goederen alsnog wel te kunnen verkrijgen. Daar deze offertes bovendien dikwijls aan verschillende instanties tegelijk worden ge richt, wekken zij in het buitenland een geheel onjuisten indruk van de voedselpositie hier te lande. Voorts worden door deze aanbiedin gen de mogelijkheden van frauduleuzen uit- voer vergroot. Alleen de centrale crisis-organisaties kun- hebben, anders zou z'n weigering toch bela- chelijk zijn, of slechts een voorwendsel!" Marc zucht pijnlijk, dan antwoordt hij stokkend: Ja.hij heeft het... nader ver klaard. hij gelooft niet aan een zelfmoord of ongeluk... bij den dood' van mijn stiefmoe- der... hij... plotseling springt hij op, en stoot uit: Waarom zou ik het je verzwijgen? Deze kerel beeldt zich stokstijf in dat ik... ik zelf de gravin vermoord heb! Marc! roept Turba ontzet uit. Hoe komt Hartlieb daarbij je zoo te beleedigen? Met toonlooze stem vertelt Marc woord voor woord het onderhoud met den opperhout- vester. De beweringen van zijn getuige, dien ik niet ken. in mijn opgewondenheid vergat ik naar zijn naam te vragen, zijn helaas! waar. En toch ben ik onschuldig! Maar Hart lieb houdt vol, dat ik de moordenaar ben. En aan een moordenaar, zegt hij, kan hij zijn dochter niet tot vrouw geven. Drukkende stilte... Turba laat het hoofd op zijn borst zinken. Men leest op zijn gezicht, dat hij diep nadenkt. En je kunt, vroeg hij eindelijk, de tegen je ingebrachte argumenten niet ontzenuwen? Je kunt niet uitleggen waarom je zoo laat het kasteel langs een achterdeur verliet en door een hoofdingang weer binnen kwam? Waarom je, hoewel de dood van de gravin je reeds bekend was, geen alarm hebt ge maakt? Neen! Zelfs dan niet, wanneer je begrijpt dat je eigen levensgeluk en dat van Ilse op het spel staan? Zelfs dan niet... Kwel me niet langer Richard, zelfs jou kan ik geen opheldering geven... al zou je zelf aan mij twijfelen, ja, mij voor een moordenaar houden... Wind je toch niet zoo vreeselijk op, mijn arme beste joi^genHoe is 't mogelijk, dat nen ontheffing van het verbod verleenen. Op de naleving van het verbod zal met de grootste gestrengheid worden toegezien. De directeur-generaal van de voedselvoor- ziendng heeft, met instemming van de Duit- sche autoriteiten, in dezen geest circulaires naar alle desbetreffende instanties doen uit- gaan. HET ONTSLAAN VAN TIJDELIJK PERSONEEL. De directeur-generaal van den arbeid ves- tigt de aandacht op het volgende: Bij zijn beschikking van 21 Mei 1941, welke 1 Juni 1941 in werking treedt, wordt zijn ver- •gunning van 1 Juli 1940 (z.g. drie-weken- vergunning) ingetrokken. Hiermede komt de aan de werkgevers opgelegde verplichting, om bij ontslag van trjdelijk personeel aan het bevoegde districtshoofd der arbeidsinspectie een kennisgeving in tweevoud te zenden, te vervallen. Een van deze kennisgevingen werd door bedoeld districtshoofd geizonden aan de ge- meente-secretarie van de gemeente, waarin de arbeider zijn woonplaats heeft. Na ont- vangst hiervan kon het gemeentebestuur den werkloozen arbeider zoo noodig in de steun- regeling opnemen. Nu deze gedragslijn niet meer kan worden gevolgd, moet de uit tijdelijken dienst ont- slagen werknemer een ontslagbewijs over- leggen, om eventueel voor steunuitkeering in aanmerking te kunnen komen. In verband hienmede wordt zoowel werk gevers, als werknemers gewezen op het be paalde bij artikel 1638aa van het burgerlijk wetboek, waarbij o.a. aan den werkgever de verplichting wordt opgelegd bij het eindigen der dienstbetrekking den arbeider op zijn verlangen een getuigschrift uit te reiken. Dit getuigschrift moet o.a. den duur van de dienstbetrekking vermelden. Met dit getuigschrift kan de arbeider zich melden bij het betreffende arbeidsbureau, waar hij dan als werklooze wordt ingeschre- ven, waarna hij tegen overlegging van dit getuigschrift bij het gemeentebestuur, even tueel voor steun in aanmerking kan komen. Ter voorkoming van misverstand wordt nog opgemerkt, dat het overleggen van een ont slagbewijs ten behoeve van de opneming in de steunregeling en voor de inschrijving bij de arbeidsbemiddeling slechts noodzakelijk is voor ontslagen personeel uit tijdelijken dienst in industrie- en handelsbedrijven en in land- bouwbedrijven. Behalve deze verplichting tot het uitreiken van een ontslagbewijs aan ontslagen arbeiders behooren de werkgevers in de akkerbouw en veehouderijbedrijven voor elk ontslag voor- loopig vergunning te hebben van de arbeids inspectie. Voor deze bedrijven zal echter een nadere regeling worden getroffen. PERSOONSBEWIJS EERST NA 1 JANUARI 1942 VERPLICHT. De Staatscourant van Dinsdag bevat een uibvoeringsbesluit Persoonsbewijzen III van den secretaris-generaal van binnenlandsche zaken, waarbij wordt bepaald, dat het steeds bij zich dragen van een persoonsbewijs is ver plicht van 1 Januari 1942 af. Het eerste uitvoeringsbesluit had bepaald, dat men na 1 October 1941 van een persoons bewijs moest zijn voorzien. LOONKORTING EN AFHALEN VAN PERSOONSBEWIJS. De persdienst van het N.V.V. meldt: Het N.V.V. ontving de laatstet dagen ver schillende klaehten van arbeiders, wier loon niet werd uitbetaald voor het verlet, dat zij voor het in ontvangst nemen van het per soonsbewijs moesten maken. Het N.V.V. ves- tigt er daarom in dit verband de aandacht op van de werkgevers, dat het hier een door de ovenheid opgelegde verplichting betreft en dus op artikel 1638c ten derde van het Bur gerlijk Wetboek van toepassing is. Dit arti kel zegt, dat de arbeider zijn aanspraak op het naar tijdsruimte vastgestelde loon voor je zooiets kunt vreezen! Hoe zou een ver standig mensch, die kalm redeneerde, op die dwaze gedachte kunnen komen? Je beschouwt mij dus als onschuldig, hoewel de schijn tegen mij is? Maar dat spreekt vanzelf! Hebben we, in de loop van twining jaren elkander niet ge- noeg leeren kennen? Jij, jij zou een moord hebben gepleegd! Evengoed zou men kunnen zeggen, dat ik je stiefmoeder om net leven heb gebracht. Marc drukte zijn vriend krampachtig de hand. Dank voor die woorden Richard. Er zijn dus nog menschen, die zonder bewijzen, aan mijn onschuld gelooven, jij en Ilse, om dat jullie beiden van mij houdt. Ik hoop, dat ik het je eenmaal kan vergelden! En toch wil je ons verlaten? -Moet ik dat niet? Kan ik anders. Hart lieb heeft mij een nieuwe ontmoeting met Ilse verboden en ik voel, dat hij, zooals de dingen nu eenmaal staan, gelijk heeft. Ik zou het niet kunnen verdragen in haar nabij- heid te verblijven en haar niet te mogen zien. Is er dan geen andere uitweg, Marc Als je wilde probeeren, den echten dader op het spoor te komen Je moet toch aanknoo- pingspunten hebben. Als je poging slaagde, zou alle verdenking van je weggenomen zijn. Onmogelijk, Richard, daar is geen den- ken aan... Er blijft my niets anders over dan weg te gaan, naar verre landen, waar niets mij aan het verleden herinnert. Geen ander middel voor mij om weer een beetje levens- moed te verzamelen... En zoo kom ik tot die kwestie. Spreek Marc, wat zou ik blij zijn, iets voor je te kunnen doen! Je kent de twee meisjes Hartlieb, niet waar? Naar ik mij meen te herinneren, hebt je me eens gezegd, dat de heer Trebitsch bij een toevallige ontmoeting in 't dorp je aan Door hun pijnuitdrijvende werking hel- pen hierbij altijd veilig en vlug als geen ander een poeder of cachet van Mijnhardt te Zeist. Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd „Mijnhaordtjes" Doos 10 en 50 ct. een korten naar billijkheid te berekenen tijd, behoudt, wanneer hij, hetzij tengevolge van de vervulling eener door wet of overheid zon der geldelijke vergoeding opgelegde verplich ting, welke niet in zijn vrijen tijd kan geschie den, hetzij tengevolge van zeer bijzondere, buiten zijn schuld ontstane omstandigheden, verhinderd is geweest zijn arbeid te verrich- ten. Het is ten aan zien van het bovenvermelde duidelijk, dat deze doorbetaling van het loon door het college van Rijksbemiddelaars niet als loonsverhooging wordt beschouwd. Het N.V.V. dringt er dan ook bij de werkgevers ten sterkste op aan, dat zij in dit opzicht den arbeider niet te kort doen en hem het voor het afhalen van het persoonsbewijs noodzakelijke verlet, gewoon doorbetalen. DE ONDERHANDEIJNGEN TE BATAVIA. De woordvoerder van het inlichtingen- bureau van de Japansche regeering heeft be- vestigd, dat de handeLsonderhandelingen met Nederlandscih-Indie op een kritiek punt zijn gekomen, aldus meldt Domei uit Tokio. Hij verweet het bestuur van Nederlandsch-Indie onoprechtheid, omdat het de gegeven beloften niet gehouden had. Over de verdere houding van Japan is nog niet beslist. Nederlandsch- Indie moet besluiten, of het oprecht met Japan wil onderhandelen of niet. De Japansche woordvoerder van het offi- cieele informatiebureau heeft Dinsdag ver klaard, dat de onderhandelingen tusschen Nederlandsch-Indie en Japan in een belang- rijk stadium zijn gekomen. In de naaste toe- komst, zoo voegde hij er aan toe, kunnen wij antwoord ontvangen op onze voorstellen, welke men, gelijk eerder gemeld is, aan Japansche zijde, als de laatste en definitieve voorstellen beschouwd. (Domei.) In officieele kringen van Nederlandsch- Iiidie verklaart men, zoo meldt het blad Tokio Asahi Sjimboen uit Batavia, dat men waarde hecht aan de voortzetting van de vriend- schappelijke betrekkingen met Japan. De door- de Japanners weergegeven pessimistische be- oordeeling van het verdere verloop der han- delsbesprekingen, zoo zegt men in Neder landsch-Indie verder, is ongegrond. Wanneer Batavia op de Japansche verklaringen nog niet geantwoord heeft, vindt dit uitsluitend zijn oorzaak in technische redenen. De Neder- landsch-Indische overheid is op het oogenb'lik ermede bezig, een definitief standpunt te be- studeeren. (D.N.B.) EEN BIJZONDERE GIFT VOOR DE WINTERHULP. Winterhulp Nederland schrijft: Van een firma in de provincie Zuid-Hol- land mocht het provinciaal bureau in Den Haag een oanzienlijk bedrag ontvangen, in verband met de wijziging van de omzetbelas- ting. Genoemde wijziging was oorzaak, dat deze firma van talrijke leveranciers credit- nota's voor teveel berekende bedragen heeft ontvangen. Van het standpunt uitgaande, dat het vrij- wel onmogelijk zou zijn de diverse kleine be dragen te verdeelen onder haar clienten en daar de firma er ook zelf geen voordeel uit wilde trekken, heeft zij het totaalbedrag spontaan ter beschikking van Winterhulp Nederland gesteld, in de overtuiging, dat hier- door het voordeel aan de gemeenschap komt. Wij hopen, dat velen deze gezonde uiting van gemeenschapszin zullen navolgen, om op deze wijze hun steentje bij te dragen ter leni- ging van den nood in de komende winter- maanden. de dames bad voorgesteld. Ja; dat is nu twee maanden geleden en sindsdien heb ik haar nog een paar malen ont- moet, antwoordde Turba, terwijl een fijn rood 3(jn gezicht kleurde. De laatste ontmoeting dateert nog maar van een dag of drie; ik sprak toen de jonge dames in 't gezelschap van haar vader, die zeer vriendelijk was en mij zelfs tot een bezoek in den toren noodig- de voor het geval dat ik behoefte aan ont- spanning en conservatie had... Hij zei, dat in- specteur Holder, de zoon van een zijner oud- ste en beste vrienden, dikwijls een avondje kwam kaarten... Natuurlijk! riep Marc grimmig. Kurt Holder is de uitverkorene, dien hij Ilse tot man wil geven. Oh!... werkelijk! En nu vrees je, dat... Neen, in dat opzicht vrees ik niets. Ilse houdt van mij en ze is geen meisje, dat zich tot een huwelijk laat dwingen. Doch na mijn vertrek zal zij zich ongelukkig en verlaten gevoelen. In haar omgeving heeft zij nie- mand, met wien ze ook maar eenvouidig over mij kan spreken en 't zou haar gelukkig maken. nu en dan door jou iets aangaande mij te vememen... Natuurlijk zal ik je met alle plezier ter wille zrjn. Ik was van plan, binnenkort ge- volg te geven aan Hartlieb's uitnoodiging, maar nu zal ik er reeds morgen heen gaan. Doe het, Richard. Zeg haar, dat je van onze prille jeugd mijn beste vriend was, en dat je weet, dat ik haar bemin. Breng haar mijn afscheidsgroet. Verder kun je naar goedvinden handelen. Ik zal je geregeld schrijven en je een reeks plaatsen opgeven, waar ik zeker je brieven vind. Overigens moet je ervoor zorgen, dat buiten jou en Use niemand te weten komt, waar ik mij bevind. Ook mijn vader niet... (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 1