Ter Neuzensche Courant Liefde's Zegepraal Binnenland Vrijdag 23 Mei 1941 No. 10.219 TWEEDE BLAD Invoering van Persoonsbewijzen. FEUILLETON VAN De Burgemeester der gemeente TERNEU- ZEN maakt bekend, dat ingevolge het „Besluit Persoonsbewijzen.", en de daarmede verband houdende uitvoeringsvoorschriften op 1 October 1941 een ieder, die overeenkomstig de geldende voorschriften is of moet zijn opge- nomen in een der bevolkingsregisters van het t i :3tt3 Nelder-landsche gebied en die den leeftijd van 15 jaar heeft overschreden, ver plicht is een te zijnen name gesteld geldig Persoonsbewijs in bezit te hebben, te alien tijde biij zich te dragen en desgevorderd te vertoonen aan iederen opsporingsambtenaar, alsmede aan alle ambtenaren of andere per- sonen, door wie zulks ingevolge eenig wette- lij-k voorschrift wordt verlangd. Deze verplichting geldt niet voor personen, die de Duitsehe nationaliteit of de nationali- teit van het Protectoraat Bohemen en Mora- vie bezitten. Bovendien is het recht tot het bezit van een Persoonsbewijs ontzegd aan een persoon: a. die krachtens rechterlijke uitspraak een vrijheidsstraf ondergaat en wel voor den luur van de voltrekking van die straf; b. die verpleegd wordt in een inrichting tot verpleging of verzorging van krankzin- nigen of zenuwlijders of in een opvoedings- gesticht. De zorg voor het in- of aanvullen, opmaken en uitreiken van een Persoonsbewijs berust bij den Burgemeester of, indien de gerech- tigde is opgenomen in het Centrale Bevol- kingsregister, bij het Hoofd der Rijksinspectie. Met uitzondering van dengene, aan wien het recht tot het bezit van een Persoons bewijs is ontzegd, zal elke gerechtigde tot het bezit van een Persoonsbewijs, tijdig v6cr 1 October 1941 worden opgeroepen in persoon te verschijnen ter plaatse, op den dag en bin nen de uren op de uitnoodiging aangegeven. Op dezelfde wijze zal een ieder, die op of na 1 October 1941 den leeftijd van 15 jaar zal bereiken, of die wegens vestiging uit een bui- ten het bezette Nederlandsche gebied gelegen plaats in het bevolkingsregister wordt opge nomen, tijdig v66r het bereiken van den 15- jarigen leeftijd of onverwijld na de opneming in het bevolkingsregister, schriftelr k worden uitgenoodigd te verschijnen ter secretarie. •Ieder gerechtigde tot het bezit van een Persoonsbewijs is gehouden, op verlanger van de met de zorg voor de uitreiking van Per soonsbewijzen belaste autoriteiten of ambte naren: 1. naar waarheid alle opgaven of inliehtin- gen te verstrekken, welke nood'tg of wensche- lijk kunnen zijn voor het vastatellen van zijn identiteit, zijn burgerlijken staat en zijn staat van Nederlander, Nederlandscn onderdaan, als bedoeld bij de wet van 10 Februari 1910 (Staatsblad No. 55), sedert gewijzigd, of vreemdeling 2. onder toezicht vingerafdrukken te plaatsen of te laten nemen; 3. onder toezicht de vereischte handtee- kening te plaatsen; 4. de voor het signalement vereischte ge- gevens te verstrekken of te laten verzamelen; 5. in geval van twijfel aan zijn identiteit of aan de juistheid der door hem voor het signalement verstrekte gegevens, zich, indien zulks wordt gevorderd, te onderwerpen aan een docrr een vanwege den Burgemeester of het Hoofd der Rijksinspectie aan te wijzen geneeskundige in te stellen onclerzoek en ook overigens de medewerking te verleenen, welke noodig wordt geacht; 6. voor het opmaken en voor de ontvangst van een Persoonsbewijs en ook overigens ten behoeve van aangelegenheden, rakende de uitvoering van dit besluit, op de eerste uit noodiging in persoon te verschijnen ter secretarie der gemeente, ter plaatse, op den dag en binnen de uren, op de uitnoodiging aan te geven, of, zoo de uitreiking moet plaats hebben door het Hoofd der Rijksinspectie, ten bureele van die inspectie. Bovendien levert ieder opgeroepene bij zijn verschijning de hem gezonden uitnoodiging in, bevens twee geheel geijjke photo's, welke aan de volgende eischen moeten voldoen: 1. afmetingen nauwkeurig 3V2 cm breed brj 4% cm hoog; 2. de photo mag uitsluitend het hoofd en eventueel het bovendeel van de borst van den afgebeelden persoon weergeven; 3. de photo moet den afgebeelden persoon zonder hoofdbedekking weergeven; 4. de afbeelding van het hoofd moet 2 cm in doorsnede of grooter zijn.; 5. de photo moet den afgebeelden persoon half ,,en face" en half ,,en profil" (zooge- naamd driekwart) naar rechts toonen, zoo- danig, dat het linkeroor duidelijk en geheel zichtbaar is; 6. de beeld'trekken moeten scherp en niet geretoucheerd zijn (geen wazige of z.g. kunst- photo's) Roman van A. HRTJiSOHKA. 2) (Nadru-k verboden Ilse, sdhat, verontsohuldig die zwakheid ...als het een zwakheid is. Wijt ze aan de overmaa-t mijner liefde. Vele mannen bezit ten in het leven buiten de ldefde nog andere dSngen, die waande voor hen hebben: een moeder, broers en zusters, stoffelijke belan- gen, een beroep, waaraan zij gehecht zijn. Maar ik heb niets van dat alles, ik heb niets dan mijn Ilse. Ik begrijp je Marc, je hebt zoo vroeg je moeder verloren en je voelt je zoo smartelij-k, zoo schrikkelijk eenzaam. Ik was vijftien jaar oud toen iik haar ver- loor.plotseling... ten govolge van een hart- verlamiming... zonder dat ze ziek geweest was. Sindsdien heb ik geen geluk meer ge- kend. Van jaar tot jaar naar mate mijn ver- Stand rijpte, wehd het erger. Niets verheug- de, niiets boeide mij, om mij heen was de werelid jammerlijk en leeg. Rijkdom en weelde, betaalde dienstboden, maar nooit een straal- tje van die koesterende liefde, waaraan ik zoo dringend behoefte had om gelukkig te kunnen zijn... Toen kwam die andere bij one in huis... Je bedoe-lt je stiefmoeder? Was ze niet goeid voor je? Kronstein antiwooridde niet. Met gefronst voorhoofd staar-de hij somber in de verte. Ook je stiefmoeder stderf plotseling, niet- waar? vroeg Ilse, 7. de photo moet den afgebeelden persoon duidelijk kenbaar weergeven; 8. gelijkmatige (z.g. egale) kleur; witte, althans lichte achtergrond; 9. de photo mag geen nevenafbC'kl ingen bevatten (geen andere personen, geen huis, geen landschap, geen hond, enz. enz.); 10. de photo mag geen stempelafdruk of deel van een stempelafdruk bevatten; 11. de achterzijde der photo moet zijn van wit of roomkleurig (chamois), geheel bianco papier, zonder stempelafdruk, opdruk of an- derszi-nis. Het gebruik van zoogenaamde photomaton of polyphoto is niet toegestaan. Een Persoonsbewijs wordt aan den gerech tigde slechts uitgereikt tegen ontvangbewijs, nadat zijn identiteit, zijn burgerlijke staat en zijn staat van Nederlander, Nederlandsch on derdaan of vreemdeling zijn vastgesteld. Elk uitgereikt Persoonsbewijs heeft een geldigheidsduur van 5 jaren, te rekenen van de dagteekening der afgifte. Ieder gerechtigde is verplicht zijn Persoons bewijs ter -aanvulling of wijziging persoonlijk of bij aangeteekende zending aan te oieden aan den Burgemeester of den aangewezen ambtenaar: 1. binnen vijf dagen na zijn aankomst, wanneer hij zich vestigt, hetzij komer.de uit een andere gemeente, hetzij komende uit een plaats buiten het bezette Nederlandsche ge bied gelegen; 2. op den dag van zijn vertrek of ten hoogste vijf dagen te voren, wanneer hij het bezette Nederlandsche gebied verlaat en vol- gens de bepalingen van het besluit bevol- kingsboekhouding (Staatsblad 1936, No, 342), sedert gewijzigd, van de bevolkingsregisters, behoort te worden afgevoerd; 3. binnen vijf dagen na de voltrekking van zijn huwelrjk; 4. binnen vijf dagen na de ont'oinding van zijn huwelijk; 5. binnen vijf dagen na zijn verhuizing of adresverandering binnen de gemeente; 6. binnen vijf dagen na de wijziging van zijn beroep; 7. binnen vijf dagen na de wijziging van zijn geslachts- of voornamen. De aanbieding ter aanvulling of wijziging, als bedoeld in het eerste lid, kan voor de leden van een gezin of samenwoning, aange- duid in artikel 1, eerste lid, onder c en d van het besluit bevolkingsboekhouding (Staats blad 1936, No. 342), sedert gewijzigd, geschie- den door een hunner. Ieder gerechtigde is verplicht, met overleg- ging Oipnieuw van twee photo's, zijn Persoons bewijs onmiddellijk ter vervanging of vernieu- Wing hij den Burgemeester of den aange- wezen ambtenaar in te leveren, wanneer; 1. de geldigheidsduur is verstreken; 2. de Burgemeester zulks vordert; 3. hem blijkt, dat een of meer der ver eischte kenmerken ontbreken, of niet meer in overeenstemming zijn met de feiten; 4. edn of meer dezer kenmerken onduide- lijk of onleesbaar geworden zijn. Ieder gerechtigde is verplicht, ingeval van vermissing of ontvreemding van het hem uit- gereikte Persoonsbewijs, onverwijld daarvan aangifte te doen aan den Burgemeester of, indien hij is opgenomen in het centrale bevol kingsregister of niet is opgenomen in eenig bevolkingsregister van het bezette Nederland sche gebied, aan het Hoofd der Rijksinspectie, onder mededeeling van de feiten en omstan digheden welke tot de opsporing van net ver- mist of ontvreemd Persoonsbewijs kunnen leiden. Hij die de aangifte van overlijden doet. bedoeld in art. 50, eerste lid, van het Burger- lijk Wetboek, is verplicht het in het bezit van den overledene zijnde Persoonsbewijs tegelijk met de aangifte in te leveren bij den Burge meester der gemeente, waar het overlijden plaats vond. Indien de aangever, in de ken- nelijke onmogelijkheid verkeert, aan die ver plichting te voldoen, rust de verplichting tot inlevering van het Persoonsbewijs van den overledene op ieder der huisgenooten, nabe- staanden of verwanten van den overledene, met wie die d-eze geregeM verkeerde, tenzij die huisgenooten, nabestaanden of verwanten, ten genoegen van den Burgemeester, aantoonen of aannemelij-k maken, dat bedoeld Persoons bewijs is verloren gegaan of dat zij in de on mogelijkheid verkeeren voor de inlevering zorg te dnagen. De verplichting vervalt, zoo- dra het Persoonsbewijs is ingeleverd. Het is aan een ieder verboden zich op eendgerlei wijze van het hem uitgereikte Per soonsbewijs te ontdoen of daarin eenige ver- andering, aanvulling of toevoeging aan te brengen of te doen aanbrengen. Een Persoonsbewijs wordt ingetrokken, zoodra blijkt: 1. dat aan de voor de uitreiking geldende vctorwaarden niet of niet meer wordt voldaan; 2. .dat de geldigheidsduur is verstreken; 3. dat het ongeldi-g is ingevolge een der hiervoor genoemde oorzaken; 4. dat daarvan misbruik is of wordt ge- maakt; 5. dat door onbevoegden veranderingen, aanvullingen of toevoegingen zijn aange- bracht of getracht aan te brengen. Bevoegd tot de intrekking van een Per soonsbewijs is de Burgemeester of, indien de persoon in het Centrale bevolkingsregister is opgenomen of niet is opgenomen in eenig bevolkingsregister van het bezette Neder landsche gebied, het Hoofd der Rijksinspectie. Ja... zij overleed plotseling. Maar je vader, Marc Hield hij dan niet van je? Mij dunkt, dat hij zich na die twee smartelijke verliezen met verdubbelde liefde aan zijn zoon moest hecihten. Marc's gezioht iwerld nog donkerder, nam een harde uitdrukking aan. Mijn Vader, zefi hij, is een koel, trotsch man. Contact helbben we nooit gefaad en sinds eenige maanden zijn we om zoo te zeggen vreemiden voor elkaar. Wij wisselen nauiwe- lijks een wo-orid meer En waarom? Dat is verschrikkelijk, Marc! Waarom heb je het zoo ver laten komen? Vader en zoon... onder edn dak en zelfs niet spreken met elkaar? Hoe on- natuurljjk!... Marc, dat moet een oorzaak hebben. Zeg ze mij, ontlast je gemoed, nu begrijp ik wat mij reeds dikiwijls is opgeval ien, dat je gekiweM sohijnt te worden door geheim verdriet. Hij knikte zwijigend en staande weer een oogenlblik voor zfich uit. Toen zei hij met doffe stem: Ja, het is zoo, Use. Maar stel geen vratgen, ik mag je er toch niet over spreken. Mijn leven op Kronstein met mijn vader is niets dan ellentie Plotseling trok hij Ilse aan zijn borst en overdekte haar gelaat met hartstochtelrjke kussen. Laat het mij verge ten! simeekte hij. Use mijn ldefde, mijn liciht, mijn leven, je reine blik zal die zware ellenide wegvagen, de fol- terende heittnneriing aan verschrikkelij'ke din- gen doen verzwakken.Ilse, heb deernis met mij. Een kille huivering voer Ilse door de leden. Zij kreeg een voorgevoel van naiderend onheil, de somibere gc waar wording dat haar geluk in gevaar verkeerde... Toch stelde zij geen vragen meer, maar In afwachting van de intrekking kan een Persoonsbewijs door iederen opsporingsamb tenaar, zoomede door iederen daartoe aange- wezen ambtenaar tegen eenvoudig ontvang bewijs worden ingenomen. De beschikking, waarbij een Persoonsbewijs wordt geweigend of ingetrokken, wondt, met redenen omkleed, binnen acht dagen na de dagteekening der beschikking, bij aangetee- kend of persoonliijk uit te reiken schrijven ter kennis gebracht van den gerechtigde. Uitsluitend de gerechtigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger kan bij den Secretaris- Generaal van het Departement van Binnen- landsche Zaken schriftelijk in beroep komen tegen de weigering, of intrekking van een Persoonsbewijs binnen 14 dagen, nadat de beschikking, bedoeld in de vorige alinea te zijner kennis is gekomen. Het in het voorgaande lid bedoelde toeroep- schrift wordt, begeleid van een afschrift van de beschikking, ingediend hij den Burgemees ter, die de beschikking nam, of, zoo de be schikking is genomen door het Hoofd der Rijksinspectie, bij dezen, V-oor elk nit te reiken Persoonsbewijs wordt een recht van een gulden aan leges geheven, van welk bedrag vijftig ten honderd komt ten bate van- 's Rijks kas en vijftig ten honderd ten bate van de gemeentekas. De door de Rijksinspectie geheven gelden komen tot het voile bedrag ten bate van 's Rijks kas. Ingeval van min- of onvermogen kan de Burgemeester of het Hoofd der Rijksinspectie het in het eerste lid genoemde bedrag tot de helft verminderen of kostelooze uitreiking toestaan. Voor een, ter vervanging of vernieuwing van een vroeger uitgereikt Persoonsbewijs, op verzoek af te geven nieuw Persoonsbewijs, is slechts de helft van het in het eerste lid ge noemde bedrag verschuldigd, indien de gel- dSigiheidsduur van het ingeleverde oude Per soonsbewijs nog twee jaren of meer bedroeg. Geschiedt de vervanging of de vernieuwing op vordering van den Burgemeester of van het Hoofd der Rijksinspectie, dan worden geen rechten geheven, indien de geldigheids duur van het ingeleverde oude Persoonsbewijs nog twee jaren of meer bedroeg. Voor een ter vervanging of vernieuwing van een vroeger uitgereikt Persoonsbewijs af te geven nieuw Persoonsbewijs wordt, onver- minderd de strafrechtelijke gevolgen, een recht geheven tot het dubbele van het in het eerste lid genoemde bedrag, indien het oude Persoonsbewijs niet is ingeleverd. Deze bepaling lijdt .uitzondering, ind'en de gerechtigde ten genoegen van den Burge meester of het Hoofd der Rijksinspectie aan- toont, dat hij buiten zijn schuld of nalatigheid in de onmogelijkheid verkeert, aan de ver plichting tot inlevering te voldoen. 1 Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden wordt geStraft: 1. hij die, in strijd met het in het voren- staande bepaalde, niet in het bezit is van een -geldig Persoonsbewijs of die niet of niet ter- stond voldoet aan een der vorengestelde eischen; 2. hij die in het bezit wordt bevonden van meer dan e§n te zijnen name gestelde Per soonsbewijs;. of die zich een Persoonsbewijs doet uitreiken of tracht zich te doen uitrei ken, ofsehoon hij reeds in het bezit van een geldig Persoonsbewijs is; 3. hij, die niet voldoet aan zijn verplich ting om naar waarheid alle opgaven of in- -lichtingen te verstrekken, welke noodig of wenschelijk zijn voor het vaststellen van zijn identiteit, zijn burgerlijken staat, en zijn staat van Nederlander, Nederlandsch onderdaan of vreemdeling; 4. hij die tegenover een autoriteit of amb tenaar, optredende bij de uitvoering van dit besluit, zijn identiteit, verhult, of tracht te verhullen, alsmede hij die zich een Persoons bewijs doet uitreiken op een valschen naam of voornaam of met aanwijzing eener valsche hoedaniigheid 5. hij die zijn Persoonsbewijs aan een ander ten gebruike afstaat of anderszins zich op eenigerlei wijze van zijn Persoonsbewijs ont- doet of daarin eenige verandering, aanvulling of toevoeging aanbrengt, of doet aanbrengen; 6. hij die een voor of aan een ander uitge reikt Persoonsbewijs gebruikt of tot eigen gebruik achter houdt of aanwen-dt of tracht aan te wenden; 7. hij die niet of niet onmiddellijk voldoet aan een verplichting ingevolge die bekend- making 8. hij die een Persoonsbewijs valschelijk opmaakt of doet opmaken of vervalscht of doet vervalschert of zoodanig stuk op een valschen naam of voornaam of met aanwij zing eener valsche hoedanigheid afgeeft of doet afgeven met het oogmerk, het te ge- bruiken of door anderen te doen gebruiken als ware het echt en onvervalscht en als ware de inhoud in overeenstemming met de waar heid, zoomede hij die anderszins in strijd han- delt met het bepaalde in artikel 2, derde of vierde lid. Met -de onder 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 van de vorige alinea bedoelde persDnen worden ten deze gelijkgesteld zij, aan wier schuld of na latigheid het is te wijten, dat de overtreding is begaan. In bijzonder zware gevallen kan gevange- nisstraf tot 1 jaar of geldboete van ten hoog ste tien duizend gulden opgelegd worden. streelde met schuwe teederheid Marc's bleek gezicht. Marc, liefste, verigeet wat je bedrukt, denkt alleen aan onze liefde... ,,Ilse" zegt plotseling een streng dreigende, bitter vertwijtende stem achter het jOm-ge paar. ..Use! Wat moet dat beteekenen?" Het is de stem van Use's vader, die, als op- gedoemd uit den grond aan den uitgan-g van het poortgewelf staat. Onder zijn borstelige wenkhrau-wen flikkeren zijn oogen toornig in de ridhtdng van zijn kind, terwijl hij Graaf Kronstein niet eens schijnt te zien HOOFIDSTUK II. Het onverwacht verschijnen van den opper- houbvester had een zeer natuurlijke verkl-a- rtng, de auto waarmede hij in het gezelschap van inspecteur Holder, die eveneens in Bruck moest zijn, naar het station reed, kreeg een klein defect aan den motor, reparatie vorder- de ruim een half uur, zoodat de heeren den tre-n mdsten. Zij ha/dden d-aarom de rels tot den volgenden dag uitgesteld en waren teruig- gekeehd naar Krannebitten, waar zij afischeid namen. Enkel aan zijn zaken denkende, sdhreed hij door het poortgewelf, toen hij plotseling bleef staan en scherp ludsterde, bij den ingang van het geiwelf hoorde hij stemmen en onmiddel lijk herkende hij dde van zijn dochter. Verscheidene minuten toeJuisterde hij het gespreik Van het verl'iefde paar en zijn altijd streng geziciht nam een uitdrukk'ng van toorn en verontwaaridiging aan. Maar de houbvester, een braaf, rechtscha- pen, maar nogal despotisch aangelegd man, De feiten, bij dit besluit strafbaar gesteld, worden als overtredingen beschouwd, met uit zondering van die, bedoeld in de vorige alinea, welke als misdrijven worden beschouwd. Terneu-zen, 23 Mei 1941. De Burgemeester voornoemd, P. TELLEGEN. NIEUWE HANSEN DER VAKBEWEGING. Uitgaande van de gedachte, dat de oorlog, die op het geheele Europeesche continent en ook op vele plaatsen daarbuiten zijn directen of indirecten invloed doet gelden, een sterk fevolutionnair karakter (heeft, djw.z. belang- pijke en naar alle waarschijnlijkheid ook blij- Vende wij:ziginigen teweeg brengt in de poli- tieke, oeconomische en sociale structuur, is, Ischrijft de N. R. Crt., iwat zich onder dezen Invloed ook in ons land voltrekt van meer dan tijdelijk belang. Het feit, dat deze veranderingen hier plaats grijpen in samenhang met de ibezetting en veelal onder directen invloed van den bezet- ter is voor velen een reden afwijzend te staan tegenover wat hij nadere beschouwing in vele gevallen slechts een versnelling beteekent van een reeds lang ingeleide ontwikkeling, een verscherping en omslag van een reeds lang slepende crisis. In verschillend opzicht zien wij, een jaar nadat de door de bezetting geschapen nieuwe toestand is ingetreden, deze lijn zich min of meer duidelijk afteekenen. Zoo heeft zich in de vakbeweging een be- langrijke wijziging voltrokken, ai was het slechts door de instelling van een commissaris voor het N.V.V., iwaardoor onze groot3te vak- centrale in een bijzondere positie is gekomen, die, naar in die practijk blijkt, een sterke positieve zijde heeft. Ook hier zien wij een typisch voorbeeid van door de omstandigheden versnelde en gefor- ceerde ontwikkeling in een richting, die ook voordien duidelijk kenbaar was. De intrek king van het recht van staking is daarvan een kennelijk bewrjs. Naar haar oorsprong is de vakbeweging een organisatie van werknemers uit hoofde van de oe-conomisch ziwakke positie van den afzonderlijken arbeider als gevolg van zijn tegenover den werkgever geringere oecono mische reserves in een maatschappij, waarvan de vrije iwerking van de oeconomische krach- ten den grondslag vorm't. Op dezen grondslag heeft zich de tactiek van de vakbeweging ontwikkeld, waarbij de staking een van de voomaamste wapens in den strijd om betere arbeidsvoorwaarden of tegen aantasting van eenmaal verworven loo- nen of rechten was. De toenemende omvang van de werknemers- en werkgeversorgani- saties als krachten in het maatschappelijk oeconomisch proces moest op den duur tot een dialectischen omslag leiden, waarbij het wapen van staking en uitsluiting zich door eigen machtsontwikkeling uitschakelt, op het punt waar de strijd met deze wapens het maatschappelijk oeconomisch proces in zoo sterke mate schaadt, dat de maatschappelijke nadeelen evemtueele voordeelen voor de af- zonderlrjke groepen helangrijk overtreffen. Reeds vodr den oorlog was een steeds sterker wordend streven naar voorkoming van sta king en uitsluiting door arbitrage door het college van Rijksbemiddelaar merkbaar. Bij de toenemende bewustwording van de tegenstelling tusschen persoonlijke en maat schappelijke belangen in het oeconomisch proces, welke door de gevolgen van den oor log helangrijk is versneld, moet ook de op de vrije uitlwerking van de persoonlijke be langen gebaseerde tactiek van de verschil- lende belangen-groepen en organisaties voor andere vormien plaats maken. Naarmate de ondememing duidelijker wordt gezien als deel van het maatschappe lijk productie-apparaat en de daarin werk- zame arbeiders als dragers van een deel van de maatschappelijke arbeidskracht, is kapi- taal noch arbeidskracht een uitsluitend belang van de desbetreffende groepen en kan wille- keurig stil leggen van een deel van de maat schappelijke productiekrachten door die ge- meenschap niet langer worden geduld. Waar de maatschappelijke belangen in de oecono- mie domineeren, is voor staking en uitsluiting eerst recht geen plaats en zal ook de onbe- perkte vrijheid der partijen brj het vaststel len der arbeidsvoorwaarden, ontslag, enz. niet onder alle omstandigheden kunnen worden gehandhaafd. Het verbod van deze beide strijdmiddelen door de bezettingsoverheid en het daartagenover stellen van een ontslag- verbod, loonverordening, en-z., waarbij de vak beweging op vele punten is ingeschakeld, moeten boven het directe belang van den be- zetter uit mede in dit verband! worden gezien. .Deze ingrijpende verandering beteekent geenszins dat de vakbeweging, die op een geheel anderen oeconomischen grondslag is ontstaan, voor de toekomst aan belang zou verliezen. Alleen beteekent haar inschakeling in een steeds meer geleide oeconomie nood- izakelijk verandering van wezen. Van strijd- organisatie zal de vakbeweging zich met de nieuwe maatschappelijke ordening, waarbij de persoonlijke belangen en belangen-tegenstel- lingen steeds meer voor de maatschappelijke belangen moeten wijken, meer en meer in de richting van vertegenwoordiging en apparaat liet zich niet zoo gemakkelijk van streek brengen. Voor hem had er altijd maar een weg be- staan, de weg van zijn wil; had hij de over- tuft'ging, als iets goed en billijk is, dan baat geen tegenstand, huigen of bre'ken. De ontdekkdng, dat Ilse achter zijn rug liefdesbetrekkingen met den jongen graaf Kronstein had aangeknoopt, was voor hem 'n groot en pijnlijike veirassing. Maar het kwam niet tot een ruwen, driftigen uitval en feite- lijk nam hij de zaak niet emstig op. Nog altijd zonder op Kronstein te letten, wendde hij zich tot Ilse en zei hard en streng: Je voelt dus geen schaambe, meisje? Je blijft daar staan als aan den grond genageld, inplaats van je althans te verontschuldigen en je dan uit de voetJen te maken. Ik had een hooger denkfbeeld van je eergeivoel. Nauwe- lijks heb ik je terug laten komen van het pen- sionaat, of je begint een amourtje met den eersten den besten.en nog wel met dezen heer, die zelfs geen toe-gang tot het huis van je vader heeft. Wees niet boos, vader... iMarc en ik... beminnen elkaar en wel tienmaal hebben wij op het punt gestaan het u te zeggen. Zeer vriendelijk, maar ik neem liever geen notitie van zui.ke kinderachtigheden en wensch dus, er niets van te hooren. Het is al erg genoeg dat je achter mijn rug zulke dwaasheden hebt kunnen begaan. Je val't me leelijk tegen meisje. 't Spreekt van zelf dat die gekheid nu een eind moet nemen, begre- pen? En nu marsch! Je gaat met mjj naar huis. Geen woorid meer over die zaak. Maar je zult me eenst plechtig beloven, dde gril voorgoed uit je hoofd te zullen zetten en ver- der ie-dere gelegenheid am dien meneer te ontmoeten te zullen vermtjden. Voorts... van de belangen van een bepaalde oecono mische en sociale groep binnen, en in over eenstemming met het algemeen belang, moe ten ontwikkeien. Het terrein van haar werk- zaamheid wordt dientengevolge naar het overleg overgebracht, waarbij eigen initiatief geenszins uitgesloten behoeft te zijn en ook in de practijk van heden niet uitgesloten is, en naar de uitvoering van oeconomische en sociale regelingen. Het belang dat de vakbeweging in Neder- land reeds op dit gebied, o.a. bij het tot stand komen van collectieve arbeidsOvereenkom- sten, werkloosheidsverzekering, werkverrui- rning, rechtsbescherming, enz. had, was de voomaamste aanleiding voor den bezetter dit apparaat intact te laten. De nieuwe regelingen wij noemen naast het ontslagverbod en de loonverordening slechts de onlangs gepu- bliceerde huurverordening en de nieuwe organisatie van de werkverruiming, enz. by het totstand komien waarvan het N. V. V. direct is betrokken, bewijzen, dat op dit punt de mogelijkheden ook nu nog, zoo niet meer dan ooit, aanwezig zijn. -Dat de bezetter, gesteund op ervaring in eigen land, op dit gebied veel verder strek- kende mogelijkheden ziet en ondersteunt, mag daarbij; niet verbazen. In dit verband neemt -het N.V.V., dat door toetreding van de Nederlandsche Vakver- eenigings Centrale nog meer dan voorheen door het aantal georganiseerden domineert, een afzonderlijke plaats in. Door den persoon van den commissaris bestaat hier een directe band met de bezettingsoverheid, die eener- zrjds deze vakcentrale tot het aangewezen vertrouiwenslichaam maakt bij het tot stand komen van nieuwe regelingen, anderzijds deze organisatie, waarin oude vertrouwensmannen van de arbeiders ook nu nog een belangrijke plaats innemen, maakt tot uitgangspunt voor verdere ontwikkeling. De terughouding, die de bezetter zich op politiek, oeconomisch en sociaal gebied heeft opgelegd, beteekent niet, dat van hier geen invloed op de verdere ontwikkeling der din- gen uitgaat. Ook op dit punt kan miskenning van het revolutionnaire karakter van de hui- dige periode slechts misverstand tengevolge hebben. Zrj laat echter wel degelijk ruimte voor ontwikkeling van wat in eigen midden aan kansen gegeven is. STAKING OF POGING DAARTOE STRAFBAAR GESTELD. In het Verordeningenblad is opgenomen een verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betref- fende de handhaving van den arbeidsvrede. Deze Verordening luidt als volgt: Artikel 1. (1Hij die deelneemt aan een staking of werknemers uitsliuit. wordt ge- straft met gevangenisstraf van ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijf jaren, in emstige gevaillen met tuhhthuisstraf van ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijftien jaren. (2) (Met dezelfde straffen wordt gestraft, degene, die als werkgever in overleg met de in het bedrijf werkzame werknemers een be- drijf geheel of ten deele stillegt, wanneer dit stilleggen niet gegrond is op de eigen belan gen van- het bedrijf. (3) Poging is strafbaar. Artikel 2. iHij die tot een ingevolge artikel 1 strafbaar feit aanzet of die anderen bij het opnemen van het wer,k verhindert, wordt ge straft met tuchthuisstraf van ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijftien jaren. Artikel 3. Is een feit als bedoeld in de artikelen 1 en 2, buitengewoon emstig, dian kan levenslanige tuchthuisstraf of de dood- straf worden uitgesproken. Artikel 4. Feiten, als bedoeld in de arti kelen 1 tot en met 3, zijn delicten in den zin van par. 2, -tiweede lid, van de verordening no. 5(2/1940 betreffende de Duitsehe rechter lijke macht voor strafzaken. Deze verordening is Woensdag in werking getreden. NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN. Naar het A.N.P. vemeemt, is het de directie van de Nederlaindsdhe Spoorwegen mogelijk gebleken, de leeftijdsgrens voor jeugdkaarten de vroegere z.g. jongeliedenkaarten met een jaar te verhoogen. Deze kaarten zullen thans verkrijgbaar zijn voor personen, joaiger dan 20 jaar inplaats van jonger dan 19 jaar. Bovendien kan de geldigheid nu op elken willekeurigen dag ingaan, dus niet meer zooals vroeger slechts op dien eersten of den zestiendien van de maand. HOUTBLOKJES VOOR GASGENERATOREN. De directieur van het rijksbureau voor hout, maakt bekend, dat in afwijking in zooverre van zgn bekendmaking van 10 Maart 1941 de bij de Houtbeschikking 1940 no. 1, artikel 4, sub b, verleende dispensatie is ingetrokken ten aanzien van het verkoopen en afleveren van houtblokjes voor gasgeneratoren, met uit zondering van het verkoopen sn afleveren door: a. de N.V. Bataafsche Import Maatschap pij, de Standard Amerikaansche Petroleum Comp. N.V., de N.V. Petroleum Maatschappij The Texas Company, de N.V. Vereenigde Petroleum Miaatschappijen PurfinaHSinclair ..Sinfina", alle te 's-Graven-hage, of haar ge- machtigden aan den houder van een motor- Dat kan ik niet, vader, viel Ilse den strenigen man in de rede. Zij had het hoofd op- gericht, haar oogen hliksemden, alle vrees was van haar gaweken. Zij begreep dat reed's nu het oogenblik was gekomen om haar liefde tot het uitenste te verdedigen. - Hoe zou ik, ging zij voort, u een belofte kunnen doen Ik bemin Marc meer dan mijn leven en ik zal nooit een anderen man toabe- hooren. Ik mag, noch -wil mijn vader belie- gen. Gekheid, kinderipraatDat alles komt wel In oide. Mijnheer Hartlieb, zegt nu Kronstein, die -bleek van smart en verontrwaardiging zwij- gend alles heeft aamgehoord, mijnheer Hart lieb, laat ook mij nu een woord- in het midden brengen. Ik begrijp, dat ik verkeerd heb ge- daan zonder dat u het wist kennis met uw dochter aan te knoopen, maar ik was van plan u mor-gen een bezoek te brengen en u om de hand van Ilse te vragen... Bespaar u die moeite, graaf Kronstein, want ik zou ze u, niet geven. Van een huwe lijk tusschen u en mijn dochter kan in geen geval sprake zijn, antiwoordide Hartlieb koel. En... Waarom? Moet ik u dat zeggen, graaf Kronstein? Welke vader zou den moed hefbben u zijn kind tot vrouw te geven zoolang het raadsel van Kronstefn niet is opgelost Marc Kronste'n is bleek als een doode ge worden. Zwij'gend staart hij den spreker aan, teriwijl Il'se de oogen wijd opens-pert en een kreet van schrik slaakt. iDe houtwe-st-er let niet op haar. Koel en trotsch kijkt hij Kronstein in de oogen. Dan neemt hij even den hoed af en beveelt: K-om nu, Use. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 5