Ter Neuzensche Courant
Liefde's Zegepraal
Binnenland
Vrijdag 23 Mei 1941 No. 10.219
TWEEDE BLAD
Invoering van Persoonsbewijzen.
FEUILLETON
VAN
De Burgemeester der gemeente TERNEU-
ZEN maakt bekend, dat ingevolge het
„Besluit Persoonsbewijzen.", en de daarmede
verband houdende uitvoeringsvoorschriften op
1 October 1941 een ieder, die overeenkomstig
de geldende voorschriften is of moet zijn opge-
nomen in een der bevolkingsregisters van het
t i :3tt3 Nelder-landsche gebied en die den
leeftijd van 15 jaar heeft overschreden, ver
plicht is een te zijnen name gesteld geldig
Persoonsbewijs in bezit te hebben, te alien
tijde biij zich te dragen en desgevorderd te
vertoonen aan iederen opsporingsambtenaar,
alsmede aan alle ambtenaren of andere per-
sonen, door wie zulks ingevolge eenig wette-
lij-k voorschrift wordt verlangd.
Deze verplichting geldt niet voor personen,
die de Duitsehe nationaliteit of de nationali-
teit van het Protectoraat Bohemen en Mora-
vie bezitten.
Bovendien is het recht tot het bezit van
een Persoonsbewijs ontzegd aan een persoon:
a. die krachtens rechterlijke uitspraak een
vrijheidsstraf ondergaat en wel voor den luur
van de voltrekking van die straf;
b. die verpleegd wordt in een inrichting
tot verpleging of verzorging van krankzin-
nigen of zenuwlijders of in een opvoedings-
gesticht.
De zorg voor het in- of aanvullen, opmaken
en uitreiken van een Persoonsbewijs berust
bij den Burgemeester of, indien de gerech-
tigde is opgenomen in het Centrale Bevol-
kingsregister, bij het Hoofd der Rijksinspectie.
Met uitzondering van dengene, aan wien
het recht tot het bezit van een Persoons
bewijs is ontzegd, zal elke gerechtigde tot het
bezit van een Persoonsbewijs, tijdig v6cr 1
October 1941 worden opgeroepen in persoon
te verschijnen ter plaatse, op den dag en bin
nen de uren op de uitnoodiging aangegeven.
Op dezelfde wijze zal een ieder, die op of
na 1 October 1941 den leeftijd van 15 jaar zal
bereiken, of die wegens vestiging uit een bui-
ten het bezette Nederlandsche gebied gelegen
plaats in het bevolkingsregister wordt opge
nomen, tijdig v66r het bereiken van den 15-
jarigen leeftijd of onverwijld na de opneming
in het bevolkingsregister, schriftelr k worden
uitgenoodigd te verschijnen ter secretarie.
•Ieder gerechtigde tot het bezit van een
Persoonsbewijs is gehouden, op verlanger van
de met de zorg voor de uitreiking van Per
soonsbewijzen belaste autoriteiten of ambte
naren:
1. naar waarheid alle opgaven of inliehtin-
gen te verstrekken, welke nood'tg of wensche-
lijk kunnen zijn voor het vastatellen van zijn
identiteit, zijn burgerlijken staat en zijn staat
van Nederlander, Nederlandscn onderdaan,
als bedoeld bij de wet van 10 Februari 1910
(Staatsblad No. 55), sedert gewijzigd, of
vreemdeling
2. onder toezicht vingerafdrukken te
plaatsen of te laten nemen;
3. onder toezicht de vereischte handtee-
kening te plaatsen;
4. de voor het signalement vereischte ge-
gevens te verstrekken of te laten verzamelen;
5. in geval van twijfel aan zijn identiteit
of aan de juistheid der door hem voor het
signalement verstrekte gegevens, zich, indien
zulks wordt gevorderd, te onderwerpen aan
een docrr een vanwege den Burgemeester of
het Hoofd der Rijksinspectie aan te wijzen
geneeskundige in te stellen onclerzoek en ook
overigens de medewerking te verleenen, welke
noodig wordt geacht;
6. voor het opmaken en voor de ontvangst
van een Persoonsbewijs en ook overigens ten
behoeve van aangelegenheden, rakende de
uitvoering van dit besluit, op de eerste uit
noodiging in persoon te verschijnen ter
secretarie der gemeente, ter plaatse, op den
dag en binnen de uren, op de uitnoodiging
aan te geven, of, zoo de uitreiking moet plaats
hebben door het Hoofd der Rijksinspectie, ten
bureele van die inspectie.
Bovendien levert ieder opgeroepene bij zijn
verschijning de hem gezonden uitnoodiging in,
bevens twee geheel geijjke photo's, welke aan
de volgende eischen moeten voldoen:
1. afmetingen nauwkeurig 3V2 cm breed
brj 4% cm hoog;
2. de photo mag uitsluitend het hoofd en
eventueel het bovendeel van de borst van den
afgebeelden persoon weergeven;
3. de photo moet den afgebeelden persoon
zonder hoofdbedekking weergeven;
4. de afbeelding van het hoofd moet 2 cm
in doorsnede of grooter zijn.;
5. de photo moet den afgebeelden persoon
half ,,en face" en half ,,en profil" (zooge-
naamd driekwart) naar rechts toonen, zoo-
danig, dat het linkeroor duidelijk en geheel
zichtbaar is;
6. de beeld'trekken moeten scherp en niet
geretoucheerd zijn (geen wazige of z.g. kunst-
photo's)
Roman van A. HRTJiSOHKA.
2) (Nadru-k verboden
Ilse, sdhat, verontsohuldig die zwakheid
...als het een zwakheid is. Wijt ze aan de
overmaa-t mijner liefde. Vele mannen bezit
ten in het leven buiten de ldefde nog andere
dSngen, die waande voor hen hebben: een
moeder, broers en zusters, stoffelijke belan-
gen, een beroep, waaraan zij gehecht zijn.
Maar ik heb niets van dat alles, ik heb niets
dan mijn Ilse.
Ik begrijp je Marc, je hebt zoo vroeg je
moeder verloren en je voelt je zoo smartelij-k,
zoo schrikkelijk eenzaam.
Ik was vijftien jaar oud toen iik haar ver-
loor.plotseling... ten govolge van een hart-
verlamiming... zonder dat ze ziek geweest
was. Sindsdien heb ik geen geluk meer ge-
kend. Van jaar tot jaar naar mate mijn ver-
Stand rijpte, wehd het erger. Niets verheug-
de, niiets boeide mij, om mij heen was de
werelid jammerlijk en leeg. Rijkdom en weelde,
betaalde dienstboden, maar nooit een straal-
tje van die koesterende liefde, waaraan ik
zoo dringend behoefte had om gelukkig te
kunnen zijn... Toen kwam die andere bij one
in huis...
Je bedoe-lt je stiefmoeder? Was ze niet
goeid voor je?
Kronstein antiwooridde niet. Met gefronst
voorhoofd staar-de hij somber in de verte.
Ook je stiefmoeder stderf plotseling, niet-
waar? vroeg Ilse,
7. de photo moet den afgebeelden persoon
duidelijk kenbaar weergeven;
8. gelijkmatige (z.g. egale) kleur; witte,
althans lichte achtergrond;
9. de photo mag geen nevenafbC'kl ingen
bevatten (geen andere personen, geen huis,
geen landschap, geen hond, enz. enz.);
10. de photo mag geen stempelafdruk
of deel van een stempelafdruk bevatten;
11. de achterzijde der photo moet zijn van
wit of roomkleurig (chamois), geheel bianco
papier, zonder stempelafdruk, opdruk of an-
derszi-nis.
Het gebruik van zoogenaamde photomaton
of polyphoto is niet toegestaan.
Een Persoonsbewijs wordt aan den gerech
tigde slechts uitgereikt tegen ontvangbewijs,
nadat zijn identiteit, zijn burgerlijke staat en
zijn staat van Nederlander, Nederlandsch on
derdaan of vreemdeling zijn vastgesteld.
Elk uitgereikt Persoonsbewijs heeft een
geldigheidsduur van 5 jaren, te rekenen van
de dagteekening der afgifte.
Ieder gerechtigde is verplicht zijn Persoons
bewijs ter -aanvulling of wijziging persoonlijk
of bij aangeteekende zending aan te oieden
aan den Burgemeester of den aangewezen
ambtenaar:
1. binnen vijf dagen na zijn aankomst,
wanneer hij zich vestigt, hetzij komer.de uit
een andere gemeente, hetzij komende uit een
plaats buiten het bezette Nederlandsche ge
bied gelegen;
2. op den dag van zijn vertrek of ten
hoogste vijf dagen te voren, wanneer hij het
bezette Nederlandsche gebied verlaat en vol-
gens de bepalingen van het besluit bevol-
kingsboekhouding (Staatsblad 1936, No, 342),
sedert gewijzigd, van de bevolkingsregisters,
behoort te worden afgevoerd;
3. binnen vijf dagen na de voltrekking van
zijn huwelrjk;
4. binnen vijf dagen na de ont'oinding van
zijn huwelijk;
5. binnen vijf dagen na zijn verhuizing of
adresverandering binnen de gemeente;
6. binnen vijf dagen na de wijziging van
zijn beroep;
7. binnen vijf dagen na de wijziging van
zijn geslachts- of voornamen.
De aanbieding ter aanvulling of wijziging,
als bedoeld in het eerste lid, kan voor de
leden van een gezin of samenwoning, aange-
duid in artikel 1, eerste lid, onder c en d van
het besluit bevolkingsboekhouding (Staats
blad 1936, No. 342), sedert gewijzigd, geschie-
den door een hunner.
Ieder gerechtigde is verplicht, met overleg-
ging Oipnieuw van twee photo's, zijn Persoons
bewijs onmiddellijk ter vervanging of vernieu-
Wing hij den Burgemeester of den aange-
wezen ambtenaar in te leveren, wanneer;
1. de geldigheidsduur is verstreken;
2. de Burgemeester zulks vordert;
3. hem blijkt, dat een of meer der ver
eischte kenmerken ontbreken, of niet meer
in overeenstemming zijn met de feiten;
4. edn of meer dezer kenmerken onduide-
lijk of onleesbaar geworden zijn.
Ieder gerechtigde is verplicht, ingeval van
vermissing of ontvreemding van het hem uit-
gereikte Persoonsbewijs, onverwijld daarvan
aangifte te doen aan den Burgemeester of,
indien hij is opgenomen in het centrale bevol
kingsregister of niet is opgenomen in eenig
bevolkingsregister van het bezette Nederland
sche gebied, aan het Hoofd der Rijksinspectie,
onder mededeeling van de feiten en omstan
digheden welke tot de opsporing van net ver-
mist of ontvreemd Persoonsbewijs kunnen
leiden.
Hij die de aangifte van overlijden doet.
bedoeld in art. 50, eerste lid, van het Burger-
lijk Wetboek, is verplicht het in het bezit van
den overledene zijnde Persoonsbewijs tegelijk
met de aangifte in te leveren bij den Burge
meester der gemeente, waar het overlijden
plaats vond. Indien de aangever, in de ken-
nelijke onmogelijkheid verkeert, aan die ver
plichting te voldoen, rust de verplichting tot
inlevering van het Persoonsbewijs van den
overledene op ieder der huisgenooten, nabe-
staanden of verwanten van den overledene,
met wie die d-eze geregeM verkeerde, tenzij die
huisgenooten, nabestaanden of verwanten, ten
genoegen van den Burgemeester, aantoonen of
aannemelij-k maken, dat bedoeld Persoons
bewijs is verloren gegaan of dat zij in de on
mogelijkheid verkeeren voor de inlevering
zorg te dnagen. De verplichting vervalt, zoo-
dra het Persoonsbewijs is ingeleverd.
Het is aan een ieder verboden zich op
eendgerlei wijze van het hem uitgereikte Per
soonsbewijs te ontdoen of daarin eenige ver-
andering, aanvulling of toevoeging aan te
brengen of te doen aanbrengen.
Een Persoonsbewijs wordt ingetrokken,
zoodra blijkt:
1. dat aan de voor de uitreiking geldende
vctorwaarden niet of niet meer wordt voldaan;
2. .dat de geldigheidsduur is verstreken;
3. dat het ongeldi-g is ingevolge een der
hiervoor genoemde oorzaken;
4. dat daarvan misbruik is of wordt ge-
maakt;
5. dat door onbevoegden veranderingen,
aanvullingen of toevoegingen zijn aange-
bracht of getracht aan te brengen.
Bevoegd tot de intrekking van een Per
soonsbewijs is de Burgemeester of, indien de
persoon in het Centrale bevolkingsregister is
opgenomen of niet is opgenomen in eenig
bevolkingsregister van het bezette Neder
landsche gebied, het Hoofd der Rijksinspectie.
Ja... zij overleed plotseling.
Maar je vader, Marc Hield hij dan niet
van je? Mij dunkt, dat hij zich na die twee
smartelijke verliezen met verdubbelde liefde
aan zijn zoon moest hecihten.
Marc's gezioht iwerld nog donkerder, nam
een harde uitdrukking aan.
Mijn Vader, zefi hij, is een koel, trotsch
man. Contact helbben we nooit gefaad en sinds
eenige maanden zijn we om zoo te zeggen
vreemiden voor elkaar. Wij wisselen nauiwe-
lijks een wo-orid meer
En waarom? Dat is verschrikkelijk,
Marc! Waarom heb je het zoo ver laten
komen? Vader en zoon... onder edn dak
en zelfs niet spreken met elkaar? Hoe on-
natuurljjk!... Marc, dat moet een oorzaak
hebben. Zeg ze mij, ontlast je gemoed, nu
begrijp ik wat mij reeds dikiwijls is opgeval
ien, dat je gekiweM sohijnt te worden door
geheim verdriet. Hij knikte zwijigend en
staande weer een oogenlblik voor zfich uit.
Toen zei hij met doffe stem:
Ja, het is zoo, Use. Maar stel geen
vratgen, ik mag je er toch niet over spreken.
Mijn leven op Kronstein met mijn vader is
niets dan ellentie
Plotseling trok hij Ilse aan zijn borst en
overdekte haar gelaat met hartstochtelrjke
kussen.
Laat het mij verge ten! simeekte hij. Use
mijn ldefde, mijn liciht, mijn leven, je reine
blik zal die zware ellenide wegvagen, de fol-
terende heittnneriing aan verschrikkelij'ke din-
gen doen verzwakken.Ilse, heb deernis met
mij.
Een kille huivering voer Ilse door de leden.
Zij kreeg een voorgevoel van naiderend onheil,
de somibere gc waar wording dat haar geluk
in gevaar verkeerde...
Toch stelde zij geen vragen meer, maar
In afwachting van de intrekking kan een
Persoonsbewijs door iederen opsporingsamb
tenaar, zoomede door iederen daartoe aange-
wezen ambtenaar tegen eenvoudig ontvang
bewijs worden ingenomen.
De beschikking, waarbij een Persoonsbewijs
wordt geweigend of ingetrokken, wondt, met
redenen omkleed, binnen acht dagen na de
dagteekening der beschikking, bij aangetee-
kend of persoonliijk uit te reiken schrijven ter
kennis gebracht van den gerechtigde.
Uitsluitend de gerechtigde of zijn wettelijke
vertegenwoordiger kan bij den Secretaris-
Generaal van het Departement van Binnen-
landsche Zaken schriftelijk in beroep komen
tegen de weigering, of intrekking van een
Persoonsbewijs binnen 14 dagen, nadat de
beschikking, bedoeld in de vorige alinea te
zijner kennis is gekomen.
Het in het voorgaande lid bedoelde toeroep-
schrift wordt, begeleid van een afschrift van
de beschikking, ingediend hij den Burgemees
ter, die de beschikking nam, of, zoo de be
schikking is genomen door het Hoofd der
Rijksinspectie, bij dezen,
V-oor elk nit te reiken Persoonsbewijs wordt
een recht van een gulden aan leges geheven,
van welk bedrag vijftig ten honderd komt ten
bate van- 's Rijks kas en vijftig ten honderd
ten bate van de gemeentekas.
De door de Rijksinspectie geheven gelden
komen tot het voile bedrag ten bate van
's Rijks kas.
Ingeval van min- of onvermogen kan de
Burgemeester of het Hoofd der Rijksinspectie
het in het eerste lid genoemde bedrag tot de
helft verminderen of kostelooze uitreiking
toestaan.
Voor een, ter vervanging of vernieuwing
van een vroeger uitgereikt Persoonsbewijs, op
verzoek af te geven nieuw Persoonsbewijs, is
slechts de helft van het in het eerste lid ge
noemde bedrag verschuldigd, indien de gel-
dSigiheidsduur van het ingeleverde oude Per
soonsbewijs nog twee jaren of meer bedroeg.
Geschiedt de vervanging of de vernieuwing
op vordering van den Burgemeester of van
het Hoofd der Rijksinspectie, dan worden
geen rechten geheven, indien de geldigheids
duur van het ingeleverde oude Persoonsbewijs
nog twee jaren of meer bedroeg.
Voor een ter vervanging of vernieuwing
van een vroeger uitgereikt Persoonsbewijs af
te geven nieuw Persoonsbewijs wordt, onver-
minderd de strafrechtelijke gevolgen, een
recht geheven tot het dubbele van het in het
eerste lid genoemde bedrag, indien het oude
Persoonsbewijs niet is ingeleverd.
Deze bepaling lijdt .uitzondering, ind'en de
gerechtigde ten genoegen van den Burge
meester of het Hoofd der Rijksinspectie aan-
toont, dat hij buiten zijn schuld of nalatigheid
in de onmogelijkheid verkeert, aan de ver
plichting tot inlevering te voldoen.
1 Met hechtenis van ten hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoogste honderd
gulden wordt geStraft:
1. hij die, in strijd met het in het voren-
staande bepaalde, niet in het bezit is van een
-geldig Persoonsbewijs of die niet of niet ter-
stond voldoet aan een der vorengestelde
eischen;
2. hij die in het bezit wordt bevonden van
meer dan e§n te zijnen name gestelde Per
soonsbewijs;. of die zich een Persoonsbewijs
doet uitreiken of tracht zich te doen uitrei
ken, ofsehoon hij reeds in het bezit van een
geldig Persoonsbewijs is;
3. hij, die niet voldoet aan zijn verplich
ting om naar waarheid alle opgaven of in-
-lichtingen te verstrekken, welke noodig of
wenschelijk zijn voor het vaststellen van zijn
identiteit, zijn burgerlijken staat, en zijn staat
van Nederlander, Nederlandsch onderdaan of
vreemdeling;
4. hij die tegenover een autoriteit of amb
tenaar, optredende bij de uitvoering van dit
besluit, zijn identiteit, verhult, of tracht te
verhullen, alsmede hij die zich een Persoons
bewijs doet uitreiken op een valschen naam
of voornaam of met aanwijzing eener valsche
hoedaniigheid
5. hij die zijn Persoonsbewijs aan een ander
ten gebruike afstaat of anderszins zich op
eenigerlei wijze van zijn Persoonsbewijs ont-
doet of daarin eenige verandering, aanvulling
of toevoeging aanbrengt, of doet aanbrengen;
6. hij die een voor of aan een ander uitge
reikt Persoonsbewijs gebruikt of tot eigen
gebruik achter houdt of aanwen-dt of tracht
aan te wenden;
7. hij die niet of niet onmiddellijk voldoet
aan een verplichting ingevolge die bekend-
making
8. hij die een Persoonsbewijs valschelijk
opmaakt of doet opmaken of vervalscht of
doet vervalschert of zoodanig stuk op een
valschen naam of voornaam of met aanwij
zing eener valsche hoedanigheid afgeeft of
doet afgeven met het oogmerk, het te ge-
bruiken of door anderen te doen gebruiken
als ware het echt en onvervalscht en als ware
de inhoud in overeenstemming met de waar
heid, zoomede hij die anderszins in strijd han-
delt met het bepaalde in artikel 2, derde of
vierde lid.
Met -de onder 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 van de
vorige alinea bedoelde persDnen worden ten
deze gelijkgesteld zij, aan wier schuld of na
latigheid het is te wijten, dat de overtreding is
begaan.
In bijzonder zware gevallen kan gevange-
nisstraf tot 1 jaar of geldboete van ten hoog
ste tien duizend gulden opgelegd worden.
streelde met schuwe teederheid Marc's bleek
gezicht.
Marc, liefste, verigeet wat je bedrukt,
denkt alleen aan onze liefde...
,,Ilse" zegt plotseling een streng dreigende,
bitter vertwijtende stem achter het jOm-ge paar.
..Use! Wat moet dat beteekenen?"
Het is de stem van Use's vader, die, als op-
gedoemd uit den grond aan den uitgan-g van
het poortgewelf staat. Onder zijn borstelige
wenkhrau-wen flikkeren zijn oogen toornig in
de ridhtdng van zijn kind, terwijl hij Graaf
Kronstein niet eens schijnt te zien
HOOFIDSTUK II.
Het onverwacht verschijnen van den opper-
houbvester had een zeer natuurlijke verkl-a-
rtng, de auto waarmede hij in het gezelschap
van inspecteur Holder, die eveneens in Bruck
moest zijn, naar het station reed, kreeg een
klein defect aan den motor, reparatie vorder-
de ruim een half uur, zoodat de heeren den
tre-n mdsten. Zij ha/dden d-aarom de rels tot
den volgenden dag uitgesteld en waren teruig-
gekeehd naar Krannebitten, waar zij afischeid
namen.
Enkel aan zijn zaken denkende, sdhreed hij
door het poortgewelf, toen hij plotseling bleef
staan en scherp ludsterde, bij den ingang van
het geiwelf hoorde hij stemmen en onmiddel
lijk herkende hij dde van zijn dochter.
Verscheidene minuten toeJuisterde hij het
gespreik Van het verl'iefde paar en zijn altijd
streng geziciht nam een uitdrukk'ng van toorn
en verontwaaridiging aan.
Maar de houbvester, een braaf, rechtscha-
pen, maar nogal despotisch aangelegd man,
De feiten, bij dit besluit strafbaar gesteld,
worden als overtredingen beschouwd, met uit
zondering van die, bedoeld in de vorige alinea,
welke als misdrijven worden beschouwd.
Terneu-zen, 23 Mei 1941.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
NIEUWE HANSEN DER VAKBEWEGING.
Uitgaande van de gedachte, dat de oorlog,
die op het geheele Europeesche continent en
ook op vele plaatsen daarbuiten zijn directen
of indirecten invloed doet gelden, een sterk
fevolutionnair karakter (heeft, djw.z. belang-
pijke en naar alle waarschijnlijkheid ook blij-
Vende wij:ziginigen teweeg brengt in de poli-
tieke, oeconomische en sociale structuur, is,
Ischrijft de N. R. Crt., iwat zich onder dezen
Invloed ook in ons land voltrekt van meer
dan tijdelijk belang.
Het feit, dat deze veranderingen hier plaats
grijpen in samenhang met de ibezetting en
veelal onder directen invloed van den bezet-
ter is voor velen een reden afwijzend te staan
tegenover wat hij nadere beschouwing in vele
gevallen slechts een versnelling beteekent
van een reeds lang ingeleide ontwikkeling,
een verscherping en omslag van een reeds
lang slepende crisis. In verschillend opzicht
zien wij, een jaar nadat de door de bezetting
geschapen nieuwe toestand is ingetreden, deze
lijn zich min of meer duidelijk afteekenen.
Zoo heeft zich in de vakbeweging een be-
langrijke wijziging voltrokken, ai was het
slechts door de instelling van een commissaris
voor het N.V.V., iwaardoor onze groot3te vak-
centrale in een bijzondere positie is gekomen,
die, naar in die practijk blijkt, een sterke
positieve zijde heeft.
Ook hier zien wij een typisch voorbeeid van
door de omstandigheden versnelde en gefor-
ceerde ontwikkeling in een richting, die ook
voordien duidelijk kenbaar was. De intrek
king van het recht van staking is daarvan
een kennelijk bewrjs.
Naar haar oorsprong is de vakbeweging
een organisatie van werknemers uit hoofde
van de oe-conomisch ziwakke positie van den
afzonderlijken arbeider als gevolg van zijn
tegenover den werkgever geringere oecono
mische reserves in een maatschappij, waarvan
de vrije iwerking van de oeconomische krach-
ten den grondslag vorm't.
Op dezen grondslag heeft zich de tactiek
van de vakbeweging ontwikkeld, waarbij de
staking een van de voomaamste wapens in
den strijd om betere arbeidsvoorwaarden of
tegen aantasting van eenmaal verworven loo-
nen of rechten was. De toenemende omvang
van de werknemers- en werkgeversorgani-
saties als krachten in het maatschappelijk
oeconomisch proces moest op den duur tot
een dialectischen omslag leiden, waarbij het
wapen van staking en uitsluiting zich door
eigen machtsontwikkeling uitschakelt, op het
punt waar de strijd met deze wapens het
maatschappelijk oeconomisch proces in zoo
sterke mate schaadt, dat de maatschappelijke
nadeelen evemtueele voordeelen voor de af-
zonderlrjke groepen helangrijk overtreffen.
Reeds vodr den oorlog was een steeds sterker
wordend streven naar voorkoming van sta
king en uitsluiting door arbitrage door het
college van Rijksbemiddelaar merkbaar.
Bij de toenemende bewustwording van de
tegenstelling tusschen persoonlijke en maat
schappelijke belangen in het oeconomisch
proces, welke door de gevolgen van den oor
log helangrijk is versneld, moet ook de op
de vrije uitlwerking van de persoonlijke be
langen gebaseerde tactiek van de verschil-
lende belangen-groepen en organisaties voor
andere vormien plaats maken.
Naarmate de ondememing duidelijker
wordt gezien als deel van het maatschappe
lijk productie-apparaat en de daarin werk-
zame arbeiders als dragers van een deel van
de maatschappelijke arbeidskracht, is kapi-
taal noch arbeidskracht een uitsluitend belang
van de desbetreffende groepen en kan wille-
keurig stil leggen van een deel van de maat
schappelijke productiekrachten door die ge-
meenschap niet langer worden geduld. Waar
de maatschappelijke belangen in de oecono-
mie domineeren, is voor staking en uitsluiting
eerst recht geen plaats en zal ook de onbe-
perkte vrijheid der partijen brj het vaststel
len der arbeidsvoorwaarden, ontslag, enz. niet
onder alle omstandigheden kunnen worden
gehandhaafd. Het verbod van deze beide
strijdmiddelen door de bezettingsoverheid en
het daartagenover stellen van een ontslag-
verbod, loonverordening, en-z., waarbij de vak
beweging op vele punten is ingeschakeld,
moeten boven het directe belang van den be-
zetter uit mede in dit verband! worden gezien.
.Deze ingrijpende verandering beteekent
geenszins dat de vakbeweging, die op een
geheel anderen oeconomischen grondslag is
ontstaan, voor de toekomst aan belang zou
verliezen. Alleen beteekent haar inschakeling
in een steeds meer geleide oeconomie nood-
izakelijk verandering van wezen. Van strijd-
organisatie zal de vakbeweging zich met de
nieuwe maatschappelijke ordening, waarbij de
persoonlijke belangen en belangen-tegenstel-
lingen steeds meer voor de maatschappelijke
belangen moeten wijken, meer en meer in de
richting van vertegenwoordiging en apparaat
liet zich niet zoo gemakkelijk van streek
brengen.
Voor hem had er altijd maar een weg be-
staan, de weg van zijn wil; had hij de over-
tuft'ging, als iets goed en billijk is, dan baat
geen tegenstand, huigen of bre'ken.
De ontdekkdng, dat Ilse achter zijn rug
liefdesbetrekkingen met den jongen graaf
Kronstein had aangeknoopt, was voor hem 'n
groot en pijnlijike veirassing. Maar het kwam
niet tot een ruwen, driftigen uitval en feite-
lijk nam hij de zaak niet emstig op.
Nog altijd zonder op Kronstein te letten,
wendde hij zich tot Ilse en zei hard en
streng:
Je voelt dus geen schaambe, meisje? Je
blijft daar staan als aan den grond genageld,
inplaats van je althans te verontschuldigen en
je dan uit de voetJen te maken. Ik had een
hooger denkfbeeld van je eergeivoel. Nauwe-
lijks heb ik je terug laten komen van het pen-
sionaat, of je begint een amourtje met den
eersten den besten.en nog wel met dezen
heer, die zelfs geen toe-gang tot het huis van
je vader heeft.
Wees niet boos, vader... iMarc en ik...
beminnen elkaar en wel tienmaal hebben wij
op het punt gestaan het u te zeggen.
Zeer vriendelijk, maar ik neem liever
geen notitie van zui.ke kinderachtigheden en
wensch dus, er niets van te hooren. Het is al
erg genoeg dat je achter mijn rug zulke
dwaasheden hebt kunnen begaan. Je val't me
leelijk tegen meisje. 't Spreekt van zelf dat
die gekheid nu een eind moet nemen, begre-
pen? En nu marsch! Je gaat met mjj naar
huis. Geen woorid meer over die zaak. Maar
je zult me eenst plechtig beloven, dde gril
voorgoed uit je hoofd te zullen zetten en ver-
der ie-dere gelegenheid am dien meneer te
ontmoeten te zullen vermtjden. Voorts...
van de belangen van een bepaalde oecono
mische en sociale groep binnen, en in over
eenstemming met het algemeen belang, moe
ten ontwikkeien. Het terrein van haar werk-
zaamheid wordt dientengevolge naar het
overleg overgebracht, waarbij eigen initiatief
geenszins uitgesloten behoeft te zijn en ook
in de practijk van heden niet uitgesloten is,
en naar de uitvoering van oeconomische en
sociale regelingen.
Het belang dat de vakbeweging in Neder-
land reeds op dit gebied, o.a. bij het tot stand
komen van collectieve arbeidsOvereenkom-
sten, werkloosheidsverzekering, werkverrui-
rning, rechtsbescherming, enz. had, was de
voomaamste aanleiding voor den bezetter dit
apparaat intact te laten. De nieuwe regelingen
wij noemen naast het ontslagverbod en
de loonverordening slechts de onlangs gepu-
bliceerde huurverordening en de nieuwe
organisatie van de werkverruiming, enz.
by het totstand komien waarvan het N. V. V.
direct is betrokken, bewijzen, dat op dit punt
de mogelijkheden ook nu nog, zoo niet meer
dan ooit, aanwezig zijn.
-Dat de bezetter, gesteund op ervaring in
eigen land, op dit gebied veel verder strek-
kende mogelijkheden ziet en ondersteunt,
mag daarbij; niet verbazen.
In dit verband neemt -het N.V.V., dat door
toetreding van de Nederlandsche Vakver-
eenigings Centrale nog meer dan voorheen
door het aantal georganiseerden domineert,
een afzonderlijke plaats in. Door den persoon
van den commissaris bestaat hier een directe
band met de bezettingsoverheid, die eener-
zrjds deze vakcentrale tot het aangewezen
vertrouiwenslichaam maakt bij het tot stand
komen van nieuwe regelingen, anderzijds deze
organisatie, waarin oude vertrouwensmannen
van de arbeiders ook nu nog een belangrijke
plaats innemen, maakt tot uitgangspunt voor
verdere ontwikkeling.
De terughouding, die de bezetter zich op
politiek, oeconomisch en sociaal gebied heeft
opgelegd, beteekent niet, dat van hier geen
invloed op de verdere ontwikkeling der din-
gen uitgaat. Ook op dit punt kan miskenning
van het revolutionnaire karakter van de hui-
dige periode slechts misverstand tengevolge
hebben. Zrj laat echter wel degelijk ruimte
voor ontwikkeling van wat in eigen midden
aan kansen gegeven is.
STAKING OF POGING DAARTOE
STRAFBAAR GESTELD.
In het Verordeningenblad is opgenomen
een verordening van den Rijks commissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied betref-
fende de handhaving van den arbeidsvrede.
Deze Verordening luidt als volgt:
Artikel 1. (1Hij die deelneemt aan een
staking of werknemers uitsliuit. wordt ge-
straft met gevangenisstraf van ten minste
een jaar, doch van ten hoogste vijf jaren, in
emstige gevaillen met tuhhthuisstraf van ten
minste een jaar, doch van ten hoogste vijftien
jaren.
(2) (Met dezelfde straffen wordt gestraft,
degene, die als werkgever in overleg met de
in het bedrijf werkzame werknemers een be-
drijf geheel of ten deele stillegt, wanneer dit
stilleggen niet gegrond is op de eigen belan
gen van- het bedrijf.
(3) Poging is strafbaar.
Artikel 2. iHij die tot een ingevolge artikel
1 strafbaar feit aanzet of die anderen bij het
opnemen van het wer,k verhindert, wordt ge
straft met tuchthuisstraf van ten minste een
jaar, doch van ten hoogste vijftien jaren.
Artikel 3. Is een feit als bedoeld in de
artikelen 1 en 2, buitengewoon emstig, dian
kan levenslanige tuchthuisstraf of de dood-
straf worden uitgesproken.
Artikel 4. Feiten, als bedoeld in de arti
kelen 1 tot en met 3, zijn delicten in den zin
van par. 2, -tiweede lid, van de verordening
no. 5(2/1940 betreffende de Duitsehe rechter
lijke macht voor strafzaken.
Deze verordening is Woensdag in werking
getreden.
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
Naar het A.N.P. vemeemt, is het de directie
van de Nederlaindsdhe Spoorwegen mogelijk
gebleken, de leeftijdsgrens voor jeugdkaarten
de vroegere z.g. jongeliedenkaarten
met een jaar te verhoogen. Deze kaarten
zullen thans verkrijgbaar zijn voor personen,
joaiger dan 20 jaar inplaats van jonger dan
19 jaar. Bovendien kan de geldigheid nu op
elken willekeurigen dag ingaan, dus niet meer
zooals vroeger slechts op dien eersten of den
zestiendien van de maand.
HOUTBLOKJES
VOOR GASGENERATOREN.
De directieur van het rijksbureau voor hout,
maakt bekend, dat in afwijking in zooverre
van zgn bekendmaking van 10 Maart 1941 de
bij de Houtbeschikking 1940 no. 1, artikel 4,
sub b, verleende dispensatie is ingetrokken
ten aanzien van het verkoopen en afleveren
van houtblokjes voor gasgeneratoren, met uit
zondering van het verkoopen sn afleveren
door:
a. de N.V. Bataafsche Import Maatschap
pij, de Standard Amerikaansche Petroleum
Comp. N.V., de N.V. Petroleum Maatschappij
The Texas Company, de N.V. Vereenigde
Petroleum Miaatschappijen PurfinaHSinclair
..Sinfina", alle te 's-Graven-hage, of haar ge-
machtigden aan den houder van een motor-
Dat kan ik niet, vader, viel Ilse den
strenigen man in de rede. Zij had het hoofd op-
gericht, haar oogen hliksemden, alle vrees
was van haar gaweken. Zij begreep dat reed's
nu het oogenblik was gekomen om haar liefde
tot het uitenste te verdedigen.
- Hoe zou ik, ging zij voort, u een belofte
kunnen doen Ik bemin Marc meer dan mijn
leven en ik zal nooit een anderen man toabe-
hooren. Ik mag, noch -wil mijn vader belie-
gen.
Gekheid, kinderipraatDat alles komt
wel In oide.
Mijnheer Hartlieb, zegt nu Kronstein, die
-bleek van smart en verontrwaardiging zwij-
gend alles heeft aamgehoord, mijnheer Hart
lieb, laat ook mij nu een woord- in het midden
brengen. Ik begrijp, dat ik verkeerd heb ge-
daan zonder dat u het wist kennis met uw
dochter aan te knoopen, maar ik was van
plan u mor-gen een bezoek te brengen en u
om de hand van Ilse te vragen...
Bespaar u die moeite, graaf Kronstein,
want ik zou ze u, niet geven. Van een huwe
lijk tusschen u en mijn dochter kan in geen
geval sprake zijn, antiwoordide Hartlieb koel.
En... Waarom?
Moet ik u dat zeggen, graaf Kronstein?
Welke vader zou den moed hefbben u zijn kind
tot vrouw te geven zoolang het raadsel van
Kronstefn niet is opgelost
Marc Kronste'n is bleek als een doode ge
worden. Zwij'gend staart hij den spreker aan,
teriwijl Il'se de oogen wijd opens-pert en een
kreet van schrik slaakt.
iDe houtwe-st-er let niet op haar. Koel en
trotsch kijkt hij Kronstein in de oogen. Dan
neemt hij even den hoed af en beveelt:
K-om nu, Use.
(Wordt vervolgd.)