»i rfmffii NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD .VOOR ZEEUWSCHtVLAANDEREN Inlewen opplakvellen Aardappelen. De man die lachte No. 10.215 WOENSDAG 14 MEI 1941 81e.Jaargang Distributie. Brandstoffenkaarten Bekendmaking. Binnenland Feuilleton Slapeloos? TTliJrvfiwtdt'S Buitenland De Burgemeester maakt bekend, dat op Vrijdag 16 Mei a.s., des v.m. van 8,30-12uurendesn.m.van1,30-4uur, in het lokaal „Bethel", uitreiking zal geschieden van de nieuwe aan diegenen, welke voor kookdoeleinden uitsluitend zijn aangewezen op brand- stoffen. Hierbij dient de Distributiestam- kaart van het gezinshoofd te worden over- gelegd. Terneuzen, 14 Mei 1941. De Burgemeester voornoemd, P. TELLEGEN. De Burgemeester maakt bekend, dat de inlevering ten distributiekantore van opplakvellen met aardappelbonnen door detaillisten, voortaan nog alleen zal kunnen geschieden Woensdagsvoormiddags van 8,30-12 uur. Terneuzen, 14 Mei 1941. De Burgemeester voornoemd, P. TELLEGEN. De Burgemeester van TERNEUZEN verzoekt te worden bekend gemaakt met naam, voornaam en woonplaats (adres) van de dame van wie op 5 of 6 Mei j.l. in de Wachtkamer van de Provinciale Boot alhier, uit haar mantelzak een por- temonnaie inhoudende een bankbiljet van f 10,— is ontvreemd. De Burgemeester voornoemd, P. TELLEGEN. r Ze/nAJ/wtcUH&tt&n NEUZENSCHE CO U RANT ABONNEMENTSPRIJSBinnen Terneuzen 1,42 per 3 maanden Buiten Terneuzen fr. per post f 1,73 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,20, overige lan den 2,65 per S maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgoefster: N.V. Flrma P. J. VAN BE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. Hoofd-redacteur: N. J. Harte, Lange Kerkstraat 21. ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,82% Voor elken regel meer 0,20%. KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien Uefst een dag voor de rntgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. BE HANDEL IN SLAOHTSCHAPEN EN -BUNBEBEN. (Het rijkSbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd deelt mede, dat de secretaris- generaal van landbouw en visscherij twee be- slulten heeft uitgevaardlgd, waarin beperken- de regelen zijn gesteld ten aamzien van den handel in voor de slacht gescbikte schapen en runderen. Het verhandelen en afleveren van alle voor de slacht geschilcte schapen en runderen welke van een zoodanige kwaliteit zijn, dat zij bjj classificatie zouden worden ingedeeld in een van de klassen AA, A of B, is verboden. De slachtschapen en AA, A en B. runderen mogetn alleen verhanldeld en afgeleverd wor den aan de door de Ned. Veehouderij Cen- trale erkende marktveehandelaren ter leve ring aan de Ned. Veehouderij Centrale met gebruikmaking van de daarvoor bestemde op- gavekaarten. In uitzonderingsgevallen" bestaat de ge- legenheid, ontheffimg te verkrijgen van de in bedoeld besluit gestelde verbodsbepalingen. Men wende zich daartoe tot den provincialen voedselcammissaris of tot de Ned. Veehoude rij Centrale. IDe aandaoht van belanghebbenden wordt ear nog op gevestigd, dat niet alleen het te koop aambieden en verkoopen, maar ook het koopen van de slachtschapen en van de slachtrunderen van de klassen AA, A en B verboden en dientengevolge strafbaar is. EEN NIEUW MODEL BANKBILJET VAN f 10. De directie van de Nederlandsche Bank maakt ingevolge artikel 17, lid 1, der Bank- wet 1937 bekend, dat zij een nieuw model bankbiljet van 10 in omloop zal brengen. Op de voorzijde is de tekst: De Nederlandsche Bank betaalt aan toon- der tien gulden, geplaatst in een geguil- locheerde rozet waarvan de kleur van links naar rechts overgaat van blauw in donker grijsachtig groen. De handteekeningen van den secretaris en van den president zijn respectievelijk links en rechts onder de rozet geplaatst. Het rechter gedeelte van het hiljet wordt ingenomen door een gegraveerd portret naar het schilderij de schoone herderin van Paulus Moreelse. Het portret is geplaatst boven een compositie van geguillocheerde rozetten en hiermede te zamen gevat in een lijst van geguillocheerde bladmotiefjes. Het linkergedeelte van het biljet is in het midden onbedrukt en toont bij doorzicht als watermerk het beeld van een ouden man. Verder komt ongeveer in het midden van het biljet eenige malen onder elkaar als water merk het getal „10" voor, terwijl in den rechterbenedenhoek als watermerk de paraaf ,,J. F. de B." zichtbaar is. Ter zijde van het portret-watermerk staan verticaal in sierschrift de woorden „de Nederlandsche Bank" in blauwe kleur; onder het watermerk is 'n schelpvonmige geguillocheerde figuur ge plaatst, waarin tusschen de kleuren hlauw en bruinrood een figuur van fijne witte lijnen zichtbaar is. Het overige deel van de voor zijde van het hiljet wordt ingenomen door een patroon van golvende lijnen, waarin de kleu ren bruin, grijsblauw en groen elkaar afwis- selen; aan de bovenzijde is het getal ,,10" in gestreepte cijfers tweemaal aangebracht. Op de achterzijde van het biljet staat een in rood, blauw en grijs gedrukt wapenschild, begrensd door geguillocheerde rozetten in de kleuren helderbruin, donkerbruin en groen en omsloten door smalle gelinieerde banden in helder- en donkerbruine kleur. De ruimten tusschen de banden zijn boven en onder het wapenschild gevuld door gestyleerde afbeel- dingen van oranjetakken in roode, blauwe en grijze kleur. In het midden over het wapen schild en de rozetten zijn de woorden ,,De Nederlandsche Bank" in donkerbruine kleur geplaatst. Ter rechterzijde van het hiljet is ter plaatse van het portret-watermerk een gedeelte onbedrukt gelaten. Dit gedeelte wordt omsloten door een veld van blauwe en grijze horizontale golflijnen, waarop het getal ,,10" boven en beneden voorkomt. Het getal ,,10" is verder geplaatst in den linkerboven- hoek van bet biljet. Onder het witte vakje is op een grijzen ondengrond de tekst van artikel 208 van het wetboek van strafrecht afgedrukt. De overige ruimte op de achter zijde van het hiljet is links gevuld met hori zontale en rechts met verticale golflijnen in afwisselend groene en bruine kleur. Serie- letters en nummers zijn driemaal in zwart gedrukt, n.l. links en rechts aan de boven- zijde en links aan de benedenzijde van het biljet. Het woord .Amsterdam" en de datum zijn in den rechterbenedenhoek aangebracht. De namen van den ontwerper, C. A. Lion Cachet, en van de drukkers, Joh. Enschede en Zonen, zijn boven het portret-watermerk in het witte vakje geplaatst. De biljetten zijn gedrukt op papier van on geveer 144X82 mm en gedateerd van 9 Juli 1940 af. -A- -.a Door GERARD FAIRLIE. Uit het Engelsch door Jhr. R. H. G. NAHUYS. 52) Vervol'g. Het ligt in de bedoeling dit watermerk te zijner tijd te doen vervangen door een watermerk, voorstellende een druiventros met ranken, in dit papier is een paraaf-water merk ,,de B." in den linkerbenedenhoek ge plaatst. ENGELSCHE LUGHTAANVALLEN. Het A.N.P. meldt: In het afgeloapen weekeinde is de Britsche luchtmacht met eenige toeetellen boven ons land geweest. Er is een aantal brisant- en brandbommen geworpeh. In totaal is ddn iburger gedood en zijn er vier licht gewond; van de Duitsche weermacht is een persoon licht gewond. Verder zijn acht woningen zwaar, 64 licht heschadigd en bracht de luchtdruk aan ongeveer honderd hurzen glas- schade toe. Door een brandbom werd een heidebrand veroorzaakt; 30 ha heide brandde af. In een andere plaats werd een waterlei- ding heschadigd, die inmiddels reeds weer her- steld is. De Engelschen moesten hun tochten boven ons land in dit weekeinde met vier hier om- laag geschoten vliegtuigen betalen. De be- manningen kwam hierbij deels am het leven en werden deels gevangen genomen. OOK KASAARDAPPELEN OP DEN BON. De secretaris-generaal van het departe- ment van landbouw en visscherij maakt het volgende met betrekking tot de distributie van aardappelen bekend. Aangezien is gebleken. dat in eenige gemeenten kasaardappelen zonder bon wor den verkocht, wordt er de aandacht op ge vestigd, dat alle voor consumptie geschikte aardappelen onder de bepalingen van de aard- appelendistributie vallen. Ook kasaardappelen mogen dus slechts tegen afgifte van d§ vpor het koopen van aardappelen aangewezen bonnen worden ge- kocht. BENOEMING VAN ONDERWIJZEND PERSONEEL AAN LAGERE SCHOLEN. De organisaties voor besturen van bijzonde- re lagere scholem hebben, na overleg met de hoafdinspecteurs van het lager onderwijs, he- sloten bij henoeming van onderwijzend perso- neel de volgende richtlijnen toe te passen: Behoudens uitzonderingem, die noodig zijn tot uitvoering van het leerplan of die in ver- band staan met bijzondere eischen, die aan de school moeten worden gesteld, worden bij de henoeming de volgende regelen in acht ge nomen: a. De sollicitanten, die zich na een oproeping in een of meer bladen hebben aan- gemeld en aan de gestelde eischen voldoem, worden ingedeeld in drie groepen. n.l.: Groep 1: a. zij, die reeds v66r 1 Januari 1936 de akte van onderwijzer(es) hebben be- haald; b. zij, die reeds in een vaste betrekking als ondecwijzer(es) werkzaam zijnc. zij, die wachtgelder zijn. Groep 2: zij, die tusschen 1 Januari 1936 en 1 Januari 1939 de akte van bekwaamheid als ondenwijzeres hebben behaald. Groep 3: zij, die na 1 Januari 1939 de akte van onderwijzer(es) hebben behaald. b. Achtereenvolgens komen voor henoe ming tot onderwijzer(es) in aanmerking de sollicitanten uit groep 1, daama die uit groep 2 en tenslotte die uit groep 3. Is het aantal sollicitanten van de groep, die het eerst voor henoeming in aanmerking komt, 8 of minder, dan kunnen ook sollicitan ten uit de onmiddellijk daarop volgende groep in aanmerking koman voor henoeming. c. In afwijking van het hiervoren onder b. bepaalde zal het geoorloofd zijn aam een be- paalde school een kweekeling(e) met akte tot onderwijzer(es) te benoemen. mits deze op 1 April 1941 ten minste twee jaren onafgebro- ken als kweekeling met akte of, als tijdelijk onderwijzer aan die school, of aan een der scholen uitgaamde van hetzelfde schoolbe stuur is werkzaam geweest. Voor kweekelin- gen met akte, die gemobiliseerd zijn geweest, mag daarbij de militaire diensttijd worden meegerekend. De secretaris-generaal van opvoeding, we- tenschap en cultuurbescherming heeft aan de gemeentebesturen medegedeeid, dat hij het noodzakelijk acht, dat deze richtlijnen ook Wij gingen vlug langs den muur, die den turn omzoomde. Halverwege kwamen wij aan een tuinipoortje. Wij stieten het open en ston- den in den tuin. Het was eerder een groote achterplaats dan een tuin. Er waren geen bloemen en de bloembedden waren zoo met onikruid begroeid, dat zij eerder op een wildernis dan op iets anders geleken. Wij wierpen een blik op het hnis en zagen terstond, dat alle vensters met luiken gesloten waren. Vic stiet mij aan. „Als zij terug zijn," zei Kij, ,,ligt onze eenige kans in een overrompe- ling." Ik knikte. In de schaduw van den tuin- muur blijvende, bereikten wij een hoek van het huis. Ons nu snel voortbewegende, om- dat we een door de maan beschenen plek moesten oversteken, drongen wij ons dicht tegen het huis en kwamen aan de achterdeur. Zonder eeni'ge aarzeling plaatste Vic een hand op de klink. Etensklaps kreeg ik een visioen van den laatsten keer waarop ik iemand een deur in een door den Octopus heiwoond huis had zien apenen. Ik hoorde weer dien gesmoorden kreet, zag het lichaam van den ongelukkige door een onbekende kracht wegslingeren en worden toegepast ten aanzien van het open- baar lager onderwijs. De inspecteurs van het lager onderwijs hebben bereids opdracht ge- kregen zich in hun betreffende adviezen naar deze richtlijnen te gedragen. DE CONSUMPTIE VAN ONGEKEURD VLEESCH. Op vrij uitgebreide schaal wordt nog steeds vleesch van clandestiene slacht afkomstig aan den man gebracht. Nog steeds dringt het tot velen niet door, dat het koopen van dit ge- smokkelde vleesch een asociale daad is, en men vergeet ook, dat men zich door het con- sumeeren van vleesch uit den smokkelhandel aan ziekten blootstelt, daar dit vleesch niet gekeurd is. Een verslaggever van het A.N.P. heeft hier- over een onderhoud gehad met den directeur van het abattoir te Amsterdam, den heer R. H. Veenstra. Het groote gevaar van het con- sumeeren van ongekeurd vleesch zoo zeide de heer Veenstra, ligt in het feit, dat men toch kan zien, noch kan ruiken of proeven, dat men schadelijk vleesch eet. Een emstige infectie is de vleeschvergifti- ging, het geheele geslachte beest is geinfec- teerd en soms ontstaat door het gebruik van dit vleesch een endemie in een bepaalde streek. Er zijn echter nog meer gevaarlijke parisi- taire infecties, zooals de trichinose, een maag- darmaandoeninig, welke een doodelijken af- loop kan hebben, die ontstaat door het ge bruik van trichineus varkensvleesch. De keuring kan dit voorkomen. Voorts komt bij 40 procent van de runderen tuberculose voor, varkens zijn van 10 tot 15 procent tuberculeus. Dat beteekent natuur- lijk niet, dat al dat vleesch voor de consump tie ongeschikt is, maar het wordt voor een belangrijk deel gesteriliseerd en is dan vol- komen onschadelijk. Bij koken of braden is de temperatuur niet hoog genoeg en het ge vaar hlijft bestaan. Dat men dit gevaar niet moet onderschatten blijkt uit het aantal ge- constateerde t.h.c.-gevallen van dierlijke af- komst, want dit wordt steeds grooter. Vervolgens noemde de heer Veenstra de vlekziekte, optredende bij varkens, waarmede de mensch gemakkelijk wordt geinfecteerd. Zelfs een schrammetje veroorzaakt door een hot van een varken, dat aan vlekziekte leed, kan deze infectie, die doodelijk kan verloopen, bij een mensch doen optreden. Even gevaar- lijk is het vleesch van dieren, die aan milt- vuur leden, miltvuurvleesch dat wij aantref- fen, wordt onherroepelijk vemietigd. Ook dat miltvuur kan men met het bloote oog niet constateeren en hij consumptie kan evenals in de vorige gevallen de dood het gevolg zijn. Tenslotte noemde de heer Veenstra de lint- worm, die men door het gebruik van onge keurd vleesch naar binnen kan krijgen. HET NEDERL. S.S. PRINS YVILLEM II GETORPEDEEKD. Verledem week hebben wij gemeld, dat een Nederlandsch stoomschip was getorpedeerd, waarvan echter de naam verminkt was over- gekomen. Er werden namen genoemd van Prinses Wilhelmina en Prins Willem. Thans blijkt uit een bericht, dat de Rhein und Ruhr- zeitung uit Ldssabon heeft ontvangen, dat het hier het Nederlandsche stoomschip Prins Willem II betreft. Bedoeld bericht luidt als vol'gt: Het Engelsche stoomschip Tuscan Star is in de haven van Montevideo aange- komen en heeft vergunning gevraagd om negen schipbreukelingen aan wal te zetten. Dezen zijn afkomstig van het in Engelschen dienst varende Nederlandsche stoomschip Prins Willem II, dat in den Atlantischen oceaan door een Duitsche duikboot werd ge torpedeerd. (De Prins Willem n mat 1^04 ton bruto en 728 ton netto en werd in 1939 te Fredrikstad gebouwd. *Het schip heeft toebehoord aan de Maatschappij Zeetransport N.V. (dir. Antho ny Veder N.V.) te Rotterdam.) bevorderen een aoede nochirustBuis<e75d HESS VERONGELUKT. Het D.N.B. meldt uit Berlijn, dat de N. S. D. A. P. officieel het volgende meedeelt: Partijgenoot Hess, wien op grond van een sinds jaren zich ontwikkelende ziekte door den Fiihrer ten strengste was verboden een vliegtuig te besturen, heeft zich in strijd met dit bevel den laatsten tijd weer in het bezit van een vliegtuig gesteld. Zaterdag 10 Mei, tegen 18 uur, is partijge noot Hess in Augsburg weer apgestegen voor een vlucht, waarvan hij tot op heden niet is teru'ggekeerd. Uit een achtergelaten brief blijkt een ge- schoktheid van geest, welke doet vreezen, dat partijgenoot Hess het slachtoffer van waan- denkbeelden is geworden. -De Fiihrer heeft terstond bevel gegeven, dat de adjudanten van partijgenoot Hess, die alleen kennis droegen van deze vliegtochten en die deze in strijd met het hun bekende verbod van den Fiihrer niet verhinderd, resp. terstond gerapporteerd hebben, moeten wor den gearresteerd. Onder deze omstandigheden moet dus helaas de N.S.D.A.P. verwachten, dat partij genoot Hess op zijn vlucht ergens neerge- stort, resp. verongelukt is. DE ZIEKTE VAN RUDOLF HESS. Van wel ingellchte zijde vemeemt het A.N.P. uit Berlijn: Het door den Engelschen berichtendienst verspreide bericht, volgens hetwelk het feit, dat Rudolff Hess in September 1939 na Goring tot mogelijk opvolger van den Fiihrer was hestemd, het tegendeel van een ziekte van Hess zou bewijzen, wordt in in'gewijde krin- gen te Berlijn onjuist genoemd. In. deze kiin- gen wordt opgemerkt, dat de toentertijd vast- gestelde volgorde van de opvolgers van Adolf Hitler, welke Rudolf Hesis, hoewel hij reeds kort na het ovememen van de macht tot plaatsvenvanger van den Fiihrer was benoemd, niet als eerste opvolger van den Fiihrer noemde, reeds haar redenen had, welke slechts aan de meest intieme kringen hekend waren. De eerste verschijnselen der ziekte van Rudolf Hess traden inderdaad reeds geruimen tijd geleden aan het licht. Niet alleen was hij een ernstige maaglijder, hetgeen hem, zooals bekend, meermalen noodzaakte tot een langdurig veiblijf in sanatoria, doch reeds voor het uitbreken van den oorlog legde hij teekenen aan den dag van zenuwziekte, tot welker onaangenaaanste verschijnselen in de eerste plaats groote slapeloosheid behoorde. DE NAT. SOZIALISTISCHE PARTEI KORRESPONDENZ OVER HESS. De Nationalsozialistische Partei Korrespon- denz deelt mede: Voor zoover het tot dusver ingestelde on- derzoek der door Rudolf Hess achtergelaten papieren aantoont, schijnt Hess in den waan geleefd te hebben, door een persoonlijken stap bij hem van vroeger bekende Engelschen toch nog een vengelijk tusschen Duitschland en Engeland tot stand te kunnen brengen. In derdaad is hij ook, zooals inmiddels door een mededeeling uit Londen bevestigd werd, in Schotland in de buurt van de plaats, die hij wilde bezoeken, uit het vliegtuig gesprongen, waama hij blijkbaar in gewonden toestand gevonden is. Rudolf Hess, die sinds jaren, zooals in de partij bekend was, lichamelijk zwaar leed, nam den laatsten tijd in toenemende mate zijn herinnerde mij slechts al te levendig het ver- wrocigen lijk, dat in onherkenbaren vorm op den grond gelegen had. Ik wilde Vic met een uitroep waarschuwen, maar het was mjj on- mogelijk een kik te geven. Vic lichtte de klink op en wierp de deur open. Er gebeurde niets. M(jn verademing was niet te beschrijven. Ik zweette uit iedere porie. Ik besloot evenwel, Vic tegen iedere mogelijkheid te waarschu wen. Ik greep zijn arm en fluisterde hem mijn vreezen in, die ik gedacht had dat door hem vergeten waren. ,,Jawel," zei Vic, „ik dacht er aan. Maar het was een gevaar dat ik op mij nemen moest." Welk een koelbloedigheid, welk een held- haftigheid! Mijn bewondering voor den man vertiendubbelde. Wij wachtten en luisterden. Geen geluid drong tot ons door. Wjj traden binnen. Vanaf dat oogenblik, tot w(j de zekerheid bekomen hadden dat wij niet te laat waren, wisselden wij geen woord meer. Als We elkaars aandacht wenschten te trekken, stieten we elkaar aan en wezen. Wij doorliepen het sousterrain en vonden het ledig. Wij deden dit om bij ons verder onderzoek niet in den rug aangevallen te wor den. Vervolgens was de gelijkvloersche ver- dieping aan de beurt. Ook hier was niemand. Als ik nu op dien opwindendsten naoht van mijn leven terugzie, valt het mij moeilijk een beschrijving< te geven van de velerlei gewaarwordingen, die mij althans bekropen, tenwijl wij van het eene vertrek naar het andere gingen. ,,Ook dit vonden wij ledig", laat zich gemakkelijk ge noeg schrijven, maar het vertegenwoordigt een tijdsverloop van spanning, die ik nooit in mijn leven weer hoop door te maken. Van wat er bij Vic omging kan ik niet zeggen; on- tegenzeggelijk bezat die man stalen zenuwen, maar, zelfs hij, geloof ik, moet iets gejaagds gevoeld hebben, terwijl wij het eene vertrek na het andere onderzochten, van onder tot boven, niets ondoorzocht latende, ten einde ons te vergewissen dat het vallen in een hin- derlaag uitgesloten was. De verantwoorde- lijkheid, die op ons rustte, was groot, want van ons hing de veili'gheid af van een dozijn flinke borsten, die kort: na ons het huis zou den binnengaan. Wjj gingen snel en stelselmatig te werk. Wij deden een aangename ontdekking, toen we in een kamer op de eerste verdieping een man, gekneveld en met een doek voor den mond, aantroffen. Dit was waarschtjnlijk het individu dat door Bailey overrompeld was, ten einde zijn vlucht met Jean mogelijk te maken, en het feit dat hij daar nog juist zoo lag, was geruststeilend, want het beWees dat nog niemand teruggekeerd was om hem te be- vrijden. Wij lieten hem in zijn Lioek liggen en hadden ons kort daarna overtuigd, dat het huis verlaten was. Vic liep onmiddellijk naar het venster, van- waar het afgesproken teeken gegeven zou worden en wu.ifde met zijn zakdoek. Weini'ge oogenlhlikken later was Jean, door Williams en zijn mannen vergezeld, aange- komen. De mannen bleven beneden, terwijl Jean ons v'.ug naar de vertrekken bracht, die van eenig belang waren. De kamer van den Octopus was als studeerkamer ingericht; een groot schrijfbureau nam het midden in, en verscheidene gemakkelijke stoelen waren er omheen geplaatst. Een kolossale divan, tegen den muur, vulde het eene einde van het ver trek. „En nu", zei Williams, ,.zal ik eens naar mijn mannetjes gaan kijken. Het beste is, dat zij zich in het soustetrein in hinderlaag leg- gen, daar we ze alien in huis moeten zien te krijgen. Wij drieen kunnen ons bezig houden met den Octopus, als hij hier binnen komt. ,,Ik kan u wijzen waar de mannen van den Octopus heen zullen gaan", zei Jean. ,,Des te beter!" zei Vic. ..Prachtig! Dan klinnen onze jongens hen opwachten en hen hij hun komst ontvangen." Zoodra Jean en Williams ons verlaten had den, keerde ik mij tot Vic. ,,Luister eens, ouwe jongen", zei ik. ,,Wat nu verder met Jean? Laat haar liever met eep van de mannen terugkeeren. Zij heeft haar plicht ruimsohoots gedaan door ons naar hier te vergezellen." ,,Jawel, brave knul", zei Vic, ,,en zij is on- midbaar geweest. Nu wij precies weten waar- heen iedereen bij zijn binnenkomst gaan zal, bestaat er voor hen des te minder kans een goed heenkomen te zoeken en evenzeer dat wij in het nadeel zullen zijn. Deze kerels zullen zich liever doodvechten dan gevangen geno men te worden." „En reeds om die reden alleen'", antwoordde ik, ,,is het niet meer dan billijk dat Jean zich verwijdert." „We zullen haar wegzenden zoodra zij hier is", zei Vic. (Hij zette zich in een van de stoelen en stak een sigaret aan. Ik volgde zijn voorbeeld op den divan. ,,Ik zou alles geven voor een glas bier", zei Vic eensklaps, ,,om de verveling geduren- de dit wachten te verdrijven." ,,Als ge een minuut geduld hebt", zei een stem bij de deur, ,,kan ik het u misschien geven. Neen, doe geen moeite op te staan." Zelfs voor ik half opgesprongen was, waar- toe ik mij wenktuigelijk gedrongen gevoeld had, had ik die stem herkend. Maar nu, voor de eerste maal, staarde ik den Octopus in het aange'zicht. Ik zag gedeeltelijk wat ik verwacht had en gedeeltelijk niet. Het aangezicht was stenk, daarop viel niets te zeggen. Maar de trekken waren fijn, bijna vermagerd. Lange, borstelige wenkbrauwen overschaduwden de oogen en maakte deze nog woester dan door hun staal- grrjzen glans veroorzaakt werd. Hij bezat zeer weinig haren; die welke hij had, waren blond, nagenoeg kleurloos. Zijn lippen vorm- den een dunne, rechte lijn. Geheel onwillekeu- rig stelde ik mij deze voor als in een grijns teruggetrokken, bijna als die van een Wolf, de slagtanden bloot latende. De Octopus lachte. Ik huivcrde; die lach had niets van zijn afschuwelijkheid verloren en nu, on- derdi-ukt klinkende, scheen hij uiting te geven aan een kouden, onverzoenlijken haat. Hij keek van den een van ons naar den ander, een revolver tot onmiddellijk gebruik in de rech- terihand gereed, indien een van oris zoo onver- standi'g was zijn wil te weerstreven. ,,Die condeleantiekaart was dus vergeefsche moeite", zei hij, Vic aanziende. neen", zei Victor Caryll lachende, ,,dat is hepaald een vergissing! Ge heht er ons een groot genoegen mee gedaan em zij hielp ons zeker om dit bekoorlijke plekje te vinden." De Octopus werd vuurrood. Ik dacht een oogenblik, dat hij Vic zou aanvliegen; ik was benieuwd of juist deze verborgen bedoeling achter de stoutmoedige woorden van Vic lag, want vloog hij inderdaad op Vic aan, dan had den wij beiden hem gemakkelijk meester kun nen worden. Ik wachtte gespanntn, op alles voorbereid. Maar de Octopus scheen zich te bedenken. Hij liep naar zijn bureau en nam daar plaats, zijn revolver steeds op ons gericht. Toen keerde hij zich tot Vic em zonder zich het minst om mij te bekommeren, begon hij te spreken. In zijn stem lag iets aantrekkelijks, zoowel als iets afstootends. Zij klonk zeer zacht, maar iedere lettergreep was duidelijk ver- staanbaar. Terfwijl ik naar hem luisterde, overviel mij een eigenaardige gewaarwording van vrees en belangstellimg dooreen; ik moest luisteren naar ieder woord dat hij sprak, ter wijl ik van den anderen kant niets liever ver- langde dan hem niet te hooren en na te denken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 1