ti rfmffw NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD -VOOR ZEEUWSCHtVLAANDEREN
No, 10.214
MAANDAG 12 MEI 1941
81® Jaargang
Distributie.
Binnenland
Feuilleton
De man die lachte
Nare dagen"?
Nee'nAKKERTJE
tnlevering Wehrmachtsmarken
door Detaillisten.
De Burgemeester maakt bekend, dat de
inlevering van Wehrmachtsmarken ten
distributiekantore in het vervolg slechts zal
kunnen geschieden Dinsdagsvoor-
middags van 8 u. 30—12 u.
Terneuzen, 12 Mei 1941.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
HERDENKING.
HULP AAN SLACHTOFFERS VAN
BOMINSLAGEN TE 'S-GRAVENHAGE.
NEUZENSCHE CO U RANT
A A. -w-r a. - i- j -f f\ Oil/ TZnnr all/on vocol 1
ABONNBMENTSPRIJSBiirnen Teraeuzen 1,42 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post 1,73 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika /2,20, overige landen /2,65 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: N.V. Firma P. J. VAN DE 8ANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
Hoofd-redacteurN. J. Harte, Lange Kerkstraat 21.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,82% Voor elken regel meer 0,20%.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de mtgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
De tiende Mei.
Zaterdag was het de tiende Mei.
Datum, die schrrjft de H. Crt. in
lengte van dagen oravergetelijk zal zijn.
Want op dien datum, nu een jaar geleden,
kwamen wij Nederlanders in de vroege och-
tenduren tot de ontstellende ontdekking, dat
one land was meegevoerd in den wilden maal-
stroom van den grooten ooriog.
Voor one in Nederland is die ooriog kort
geweest. Den 14en Mei volgde de capitulatie
en sindsdden leven wij in bezet gebied. Wij
zullen niet uitweiden over de ingrijpende ge-
beurtenissen in deze aware dagen van 1015
Mei en in het tijdperk van straks een jaar,
hetwelk daarop is gevolgd. Dit alles ligt nog
z66 kort achter ons en heaft z66 diepen in-
druk gemaakt, dat wij het ook niet in de her-
innering behoeVen terug te roepen. Ieder van
ons zal er in deize emstige dagen van vervuld
zijn en, op even waardige als innige wijze,
deze voor het huidige lot van ons land beslis-
sende periode herdehken, in den geest en in
het hart.
Wat echter op deze plaats op den lOen Mei
niet mag ontbreken, dat is een eerbiedige en
dankbare herdenking van hen, die in den strijd
met de wapenen (bij de verdediging van ons
land het leven hetoben gelaten en daarmede
het hoogste offer hdblben gebracht.
Wij zullen deize dooden nimmer vergeten,
nvaar vooral in deze dagen van herdenking is
het een behoefte der ziel, hen te eeren naar
hiun groote vefdienste voor ons alien. Er is
in onize harten rouw am hen. En ook diepe
deernis met degenen, aan wie zij zoo plotse-
ling zijn ontvallen, de vaders en moeders, de
vrouiwen en kinderen en wie verder in liefde
of vriendschap hen nu betreuren.
Aan Duitsche zijde heeft de strijd in ons
land eveneens slachtoffers geeischt. Ook
deze mannen streden trouw en dapper voor
de zaak van hun land. Van velen van hen is
het stoffelijk overschot in Nederlandschen
grond geborgen. Ook oim hen treuren in hum
vaderland venwanten en vrienden. Gedn recht-
geaard Nederlander, die niet de smart van
dezen kan medegevoelen en niet ook den ge-
valien tegenstander ult onzen ooriog zal wil-
len eeren.
(Het is daarbij niet meer dan natuurljjk,
dat de drang van ons hart het eerst en het
eterkst uitgaat naar de slachtoffers uit ons
eigen volk. Onze soldaten hebben in de tragi-
sdhe oorlogsdagen dapper gevochten voor de
zaak van dit volk; dit is onmiddellijk en later
bij herhaling erkend ook van Duitsche zijde,
eelf.s door de hoogste autoriteit. Nederland
mag trotseh zijn op deze houding van zijn
eonen, een troost voor hen, die dierbaren in
den strijd hebiben verloren.
Verwanten en vrienden zullen in deze ber-
denkingsdagen bloemen brengen naar de gra
ven van de gesneuvelden. De eerbied van
hun landgenooten zal hen op dien zwaren
gang vergezellen.
Doch deze herdenkingsdagen zijn niet dagen
van rouw alleen. Zij doen ook met verdub-
belde kracht de vraag rijzen: waarv66r deze
offers
En dan rioht het oog zioh naar de toe-
komst, hoezeer deze ook nog in nevelen is
gehuld. Dan leeft hooger nog op het verlan
gen naar den wedenkeer van den vrede om ons
heen, naar uit de heftige beroering van de
oude wereld gelboren natuurlijke en vrucht-
bare verbouddngen tusschen vrije volken, die
erop aangewezen zijn, iit vreedzame samen-
werking de welvaart en het geluk der men-
schen to bevorderen, het verlangen naar een
eendrafffitig, kradhtig en gelukkig Neder
land op een eenvolle en nuttige plaats in die
vemieuwde wereld.
De toekomst van ons land zal het antwoord
moeten zijn op d6 hierboven gesteld vraag:
waarvodr
Afgezien van andere hulp heeft de Rrjks-
commissaris een bedrag bescbikbaar gesteld
voor hen, die schade hebben geleden door de
bominslagen in Den Haag aan het Westeinde
op 3 Maart 1941. Zaterdag heeft de gemach
tigde voor Zuid-Holland van den Rij'kscom-
missaris, in tegenwoordigheid van den waar-
nemenden burgemeester, met een hartelijke
toespraak dit bedrag ten stadhuize aan be-
langhebbenden uitgereikt.
ORDELINTEN.
Naar aan het A.N/P. op informatie van
bevoegde zijde wordt medegedeeld, bestaat er
op dit moment en zoolang geen andersluiden-
de maatregelen getroffen worden, geen reden
om het dragen van de gebruikelrjke linten
van Nederlandsche ordeteekenen voor niet-
geoorloofd te houden.
HULDE AAN GEVALLENEN.
Aan de nabestaanden der van 1015 Mei
1940 op het veld van eer gevallen militairen
van het voormalige le depdt infanterie
(depotbataljons grenadiers en jagers en het
4e depotbataljonen aan alien, die daarbij
gediend hebben, wordt meegedeeld, dat de
oud-depotcommandant, res. luitenant-kolonel
J. Moorman, vergezeld van den oud-luitenant-
adjudant P. G. Palmen en den adjudant-
onderofficier H. G. Susan, op 10 Mei een krans
heeft neergelegd in het kamp Waalsdorp bij
Den Haag, als eerbiedige hulde aan de geval
len kameraden van het le depdt infanterie.
TE VERWACHTEN BELASTINGEN.
Mr. dr. H. G. von Brucken Fock doet in
een artikel in „Het Nationale Dagblad" me-
dedeeling van een aantal belastingen, die ons
te wachten staan. De hoofdzaken van zijn be-
schouwing laten we bier volgen:
Van Duitsche officieele zijde is in den laat-
sten tijd reeds meerdere malen er op gezin-
speeld, dat de Nederlandsche bevolking en
het Nederlandsche bedrijfsleven met een ver-
dere verzwaring van den belastingdruk reke-
ning moeten houden. De Nederlandsche schat-
kist staat voor belangrijk gestegen Staats-
uitgaven, doordien naast de ,,loopende" uit-
gaVen, die ons Staatsbestuur, op de leest
waarop het nu eenmaal geschoeid is, mede-
brengt, nog tal van tijdelijke extra-uitgaven
bewerkstelligd moeten worden.
Z\j betreffen bijv. de bezettingskosten, de
kosten der distributie, de belangrijke uitbrei-
dicig van ons bestuursapparaat enz. enz.
Aian deze enorme uitgaiven kan slechts het
hoofd gefboden worden door de belasting
schroef verder aan te draaien.
Op het gebied der ap bet bedrijf drukkende
belastingen staat ons daarom nog het een en
ander te wachten, en wel in de eerste plaats
ten aanzien van de winstbelasting.
De verhooging.
Door
GERARD FAIRLIE.
Uit het Engelsch door
Jhr. R. H. G. NAHUYS.
51)
Vervolg.
Ik voegde mij bij de anderen en ontdekte
dat de voorraad sandwiches schromelijk ge-
skmken was. In weerwil van de blij'kbare
noodzakelijkheid om -voort te maken, drong
Vic er evenwel op aan ze verder te nuttigem,
want, zei liij, en ongetwijfeld geheel overeen-
komstig de waarheid, niemand van ons mocht
hopen datgene te kunnen doorstaan wat ons
vermoedelijk te wachten stond, als hij zich
niet eerst voldoende gesterkt had. Allen, zon-
der uitzondering, verkeerden in een toestand
van zenuwachtigheid en ongedurigheid, maar
tocti, een uitzondering was er de koelste
van alle menschen, Victor Caryll zelf. Wat
mij hetreft, ik hunkerde er naar te vertrek-
ken, want ik vreesde dat de Octopus eerder
met de Bank gereed zou zijn dan wij ver-
wachtten en in het huis in Hampstead terug-
gekeerd, voor wij onize plaatsen hadden kun
nen innemen.
Met die geheimzinnige eigenschappen van
den geboren leider, waarmee Vic, zooals ik
reeds eerder geizegd had, in zulk een hooge
mate begaafd was, wist hij ons evenwel ieder
denkbeeld uit het hoofd te zetten, dat wij
niet goed handelden, af trjd verspilden, zon-
der het in zoaveel woorde.n te zeggen, maar
Mocht het gerucht waarheid bevatten, dat
men het percentage der verlaagde belasting
voor lichamen, die minder dan 8 pet. van het
gestorte kapitaal uitkeeren, slechts van 25
pet. tot 30 pet. zou willen verhoogen, en dus
een verschil met de vol belastingplichtige
lichamen zou willen scheppen van 10 pet.
tegen 5 pet. vroeger, dan zou dit ons ten zeer-
ste teleurstellen. Immers, in die differentiatie
moet men een parallel zien met de Duitsche
bepalinig, die een verminderd belastingtarief
(30 pet. inplaats van 40 pet.) voorschrijft
voor lichamen wier belastbare vvinst minder
dan 10.000 R.M. bedraagt. Nu is het duidelijk,
dat een winst vein minder dan 8 pet. van het
gestorte kapitaal nog volstrekt geen aanwij-
zing geeft, dat men met een vennootsohap te
doen heeft, die absoluut gezien, slechts een
matige winst heeft gemaakt.
En dat toch moet de grondgedachte zijn.
Wij zouden daarom liever zien, dat indien
men per se wilde vasthouden aan de grens
van 8 pet. van het gestorte kapitaal men
althans als bweede (niet altematieve!) voor-
waarde stelt, dat de belastbare winst beneden
de 75.000 moet blijven, am voor het vermin-
derde percentage in aanmerking te komen.
En dan zien wij bovendien niet in, waarom
men het lagere percentage slechts van 25 pet.
tot 30 pet. zou willen verhoogen, doch het
hoogere van 30 pet. tot 40 pet. in het eene
geval een verhooging met 1/5, in het andere
met Waar ligt daarvoor de ratio?
Indien dus eerlang de winstbelasting nog
eens ap de helling komt, dan zal de vraag
mede overwogen moeten worden, of niet
tevens een „super-di'vi<3end-belasting" in de
winstbelasting zal moeten worden ingebouwd,
djw.z. een verhoogde winstbelasting voor ven-
nootschappen e.d., die meer'dan een bepaald
percentage (6 of 7 pet.) Van him „werkend"
kapitaal uitdeelen.
Vermogens-hef f ing.
Dat de naamlooze vennootschappen en
soortgelijke lichamen eerlang, evenals in
Duitschlawd, aan een vermogensheffing zou
den worden onderworpen, was te verwachten.
Bij die algemeene vermogensheffing zal dan
ongetwijfeld ook de doode hand worden be-
trokken, daar er o.i. geenerlei aanleiding be-
stend, de verleden afgeloopen doode-
handbelasting niet bij afzonderlijk wetsont-
werp of verordening te verlengen.
De belastingaftrek bij de bron (vermoede-
lgk 15 pet.) van de kapitaalinkomsten (in den
vorm eener kapitaalopbrengstbelasting)
welke aftrek een der nieuwe beginselen van
de inkoanstenbelastin'g zal vormen zal de
heffing van winst- of inkomstenbelasting in
het bijzonder bij de doode hand, ten eerste
vergemakkelijken.
Die aftrek brj de bron vormt dan een tegen-
hanger van de loonlbelasting, die ook een vorm
van aftrek van inkomstenbelasting bij de bron
beteekent. De genieters van loon- en/of kapi-
taal-inkomsten van in totaal, vermoedelijk
4000 en meer, zullen dan in de inkomsten
belasting afzonderlijk worden aangeslagen en
onder compensatie van de reeds bij de bron
(loon en/of kapitaal) geheven belasting, aan
het tot hooger belastingpercentages dan bij de
loonlbelasting, voerende tarief dezer laatste
belasting worden onderworpen.
Reserve's van N.V.'s.
Ten slotte zal de belastingwetgever onge
twijfeld het oog werpen op in de N.V.'s e.d.
aanwezige, nog nimmer belaste reserves, wier
totaalbedrag wel op rond f 2.500 millioen is
te schatten.
Wij gevoelen er veel voor, indien de her-
kapitaliseering in verband met een super-
dtvidend-ibelasting en het betrekken der N.V.'s
e.d. in de vermogensbelasting aan de orde
komt, daarmede eenerzijds een ..nachtrag-
liche" belasting der onlbelaste, in kapitaal her-
scbapen reserves te veiibinden anderzijds ech
ter vergaande belastlngfaciliteiten te verlee-
eenvoudig door doodgewoon te handelen en te
spreken, en ons dat gevoel van vertrouwen
in te prenten, dat altijd aanwezig was in hen,
die onder hem werkten. 'Hoe hij het bij het
rechte einde had door er op aan te dringen, dat
wij ons eerst behoorljjk verkwikten, werd door
de latere gebeurtenissen In dien gebeurtenis-
vollen naoht beweizen, maar ik geloof, dat er
bovendien bij hem nog een andere reden voor
bestond. Het is merkwaardig, hoe voedsel een
mensch, zoowel lichamelijk als geestelijk
sterkt. Vic wist dat wij een climax bereiken
zouden, dat van dezen nactit wellioht het
welslagen of het mislukken van zijn taak af-
hing. En het stond bij hem vast, dat zij niet
mislukken zou door gebrek aan voorzorgen,
of door vergissingen aan zijn zijde.
Deze vectraging heeft vermoedelijk niet
zoo lang geduurd als ons toescheen. Eindelijk
kwam er een einde aan en aangezien de auto,
door Williams besteld, voorgereden was, be-
hoefden we niet langer te wachten. Onder
het instappeci ging mijn hart een oogemblik
medelijdend uit naar Smith. De arme kerel
had in het geheele drama een zeer onbedui-
dende rol vervuld en nu wij uittrokken op
hetgeen naar alien schijn het slotavontuur
beloofde te worden. was hem opnieuw het lot
ten deel gevallen niet van de partij te kun
nen zjjn. Maar ik verspilde niet lang tijd aan
dergelijke gedachten; er waren andere, van
veel grooter belang, die mij bezig hielden en
Smith scheen nu eenmaal te moeten wan-
bofifen.
Jean, natuurlijk, in de eerste plaats. Ik
haafcte het denkbeeld dat zij allweer in de zaak
met den Octopus betrokken zou worden, dat
zij opnieuw aan gevaren zou blootstaan. Maar
het viel niet te ontkennen, dat Vic gelijk
•had en dat haar aaniwezigheid nauw met ons
welslagen vedband hield. En vreemd genoeg,
begon ik op dat welslagen tamelijk vast te
vertrouiwen. Dit kwam, omdat ik Vic van zoo
nabij bestond; maar ik betrapte mij een
nen voor de omizetting van N.V.'s in persoon-
lijke ondememingen, waarbij dus de N.V.
wordt geliquideerd en de liquidatiewinst wordt
uitgekeerd.
Bovendien zullen wij spoedig een tantieme-
belasting mogen verwachten. De tantiemes,
althans van eommissarissen, vormen wel bij
uitstek een „ar(beidsloos" inkomen. Terecht
zijn die dan ook reeds sedert tal van jaren (wt)
meenen sedert 1927) in Duitschland aan een
bijzondere belasting onderworpen. Vermoe-
delvjk zal het percentage hier hetzelfde be-
dragen als ginds, n.l. 20 pet.
Geen afwenteling.
Bedraagt bijv. volgens de statuten het tan
tieme voor een commissaris f 1000 en neemt
de vennootsohap de 20 pet. belasting daarop
voor haar rekening, dan beteekent dit feite-
lij'k, dat de commissaris een tantieme geniet
van 1250 waarvan 20 pet. belasting afgaat en
dus flOOO overblijft. Het heffingspercentage
zal bij overname der belasting door de ven-
nootschap dus tot 25 pet. moeten worden ver-
hoogd. Wij achten het echter noodzakelijk,
dat de hier bedoelde practijk uitdrukkelrjk
door de statuten wordt voorgeschreven en
niet op den rug der aandeelhouders de tan-
tifemebelasting aan de tantiemisten ten ge-
schenke wordt gegeVen, met het gevolg nog
wel, dat de aandeelhouders dan extra moeten
bloeden. De hier aangeduide practijk is nog
een van de uitwassen van het kapitalistisme
in zijn minst draaglbaren vorm.
RECLAME MAKEN JUIST NU!
Er is al eens meer op gewezen, dat het
juist nu de tijd is om reclame te maken, om
er vooral voor te zorgen, dat de menschen
den naam van Uiw zaak niet vergeten, want
dat gaat zoo gemakikelrjk.
Reclame moet men maken, niet voor goe-
deren die aan de distributie onderhvig zijn,
maar iedere zaak heeft ook nog goederen, die
buiten de distrdbutie vallen. Daarvoor moet
dan een flinke reclame-campagne op touw
worden geizet, niet alleen moeten die dtalages
de voorbijgangers nopen even stil te staan
om het artikel in zioh op te nemen, niet
alleen is het voldoende om strooibiljetten in
de bussen te laten stoppen of verkoopbrieven
rond te zenden, ook de advertentiekolommen
moeten worden voorzien van een uitnoodiging
am het vrije" artikel in Uw zaak te komen
koopen en zet U er dan vooral den naam van
Uw zaak bij, z6d, dat deze in de hersenen van
het koopend publiek wordt gehamerd. Straks
als de moeilijkheden voorbij zrjn, en wij weer
aan den opbouiw van het zakenleven kunnen
gaan denken, moeten de menschen automa-
tisch Uiw naam noemen, dan heeft de ge-
voerde reclame nut gehad en brengt het ad-
vertentiegeld zijn rente dubbel en dwars op.
10—15 MEI 1940.
Men deelt van bevoegde zijde aan de N. R.
Crt. mede:
Ongetwijfeld zullen in de komende dagen
onze gedachten terug gaan naar de gebeur
tenissen welke zich het vorig jaar in ons
land tusschen den lOden en den 15en Mei
hebben voltrokken. Bij menigeen zal wellicht
de neiging opkomen op eenigerlei wijze aan
zijn gevoelens van rouw uiting te geven.
Hoe begrijpelijk deze neiging ook moge
schijnen, de bijzondere omstandigheden, waar-
in ons land sedert de Meidagen van het
vorig jaar is komen te verkeeren, maken bet
in het belang van ons land en van elken Ne-
derlanders ongewenscht en mitsdien ontoe-
laatbaar, deze gevoelens op zoodanige wijze
tot uitdrukking te brengen, dat dit zou kun
nen leiden tot demonstraties tegen de bezet-
tende macht of tot verstoring der openbare
orde. Het is dan ook de uitdrukkelijfce wensch
van de bevoegde Duitsche autoriteiten, dat
alles, wat als een demonstratief gebaar van
de Nederlandsche bevolking beschouwd zou
kunnen worden, onvoorwaardelijk achter-
oogenblik op een voorfoarig gevoel van zallg-
heid, toen ik bedacbt, dat het nu niet lang
meer zou duren, of Jean werd mijn vrouw. Zij
had beloofd mij te -zullen trouwen zoodra deze
afschuwelijke zaak achter den rug was en het
leek er veel op alsof dat morgen het geval
zou zijn.
Ik keek naar haar zooals ik in den auto zat.
Zij zat achterin met Vici Williams en ik zaten
op de klapstoeltjes. Onze oogen kruisten
elkaar en zij lachte mij toe. Ik was nieuws-
gierig of dezelfde gedachten die mij bezig
hielden, ook haar door het hoofd woe Id en.
Eensklaps begon Vic te spreken. H(j had
geruimen tijd strak voor zich uit zitten sta-
ren, eigenlijk, sedert wij in den auto plaats
genamen hadden. Deze gewoonte, die anderen
die zijn geiwoonten en hebbelijkheden niet
kenden, dikwijls in verlegenheid bracht, trof
mij volstrekt niet, want iik wist dat dit een
van zijn kenmeirken was als hij diep nadacht,
zoodat ik er niets vreemds aan vond. Ik ver-
moedde dat hij zijn veldtochtsplan overdacht
en zijn eerste woorden bewezen mij, dat ik
gelijk had.
..Welnu, jongens", zei hjj, „we zijn er niet
zoo heel ver meer af, zoodat we beter nog-
eens goed kunnen overleggen, hoe we te werk
moeten gaan. Mijn geheele plan gaat uit van
de veronderstelling, dat de Octopus en zijn
mannen nog niet van hun avondvermakelijk-
heid teruggekeerd zijn, maar, komt het an-
ders uit, dan zullen we naar de ingeving van
het oogenblik moeten handelen. Z.ehier mijn
denkbeeld: Jij en ik, Jack, ouwe cherubijn,
zullen met geweld binnendringen; zoodra we
daarim tot ons genoegen geslaagd zijn" hij
lachte mjj toe „zal Jean, die ons aan het
einde van den weg wachten zal, zich bij ons
voegen. Dan kan zrj ons de inrichting van het
huis toonen en Williams kan zijn mannetjes
plaatsen waar hij het het beste acht, ten einde
de terugkomst van den Octopus af te wach
ten. Wat zeg je ervan
wege blijft. Daartoe behooren ook plechtig-
heden brj oorlogsgedenkteekenen, kerkelijka
en andere bijeenkomsten tot herdenking van
gevallenen, inzamelingen ten behoeve van de
ooriogsslachtoffers en dergelijke. Ook dient
het leggen van bloemen op de graven, wan-
neer dit in gesloten formaties of anderszins
in groepsverband geschiedt, achterwege te
blijven.
Het ontmoet evenwel geen bezwaar, indien
in de dagen van 1015 Mei op de graven van
de in den ooriog gevallenen door de nabe
staanden bloemen worden gebracht, mits
hieraan elk demonstratief karakter ont-
breekt.
OFBRENGSTEN P.T.T. BEIVREDIGEND.
De P.T.T.-opbrengsten blijven bevredigend.
Zij bedragen over Maart 1941 f 8.602.203 (dat
is 474.116 meer dan in Maart 1940). De
opbrengsten Januari tot en met Maart 1941
waren 24.781.515 1.135.093 meer dan in
de overeenkomstige maanden van 1940).
PRIJSAANDUIDINGSBESLUIT
AFGEKONDIGD.
Voorloopig alleen voor voedmgs- en
genotmiddelen, textiel- en lederwaren
Het Zaterdag verschenen verordeningenblad
bevat een besluit van den secretaris-generaal
van de departementen van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart en van Landbouw en Vis-
scherij en van Waterstaat over het prrjzen
van goederen en diensten.
In dit besluit wordt bepaald, dat een ieder,
die als kleinhandeiaar, of in een andere hoe-
danigheid in den kleinhandel voedings- en
genotmiddelen, textielwaren of lederwaren
ten verkoop aanbiedt, verplicht is deze waren
te prijzen. Het prijzen dient te geschieden
onder vermelding van de kwaliteitsaanduiding
en de verkoopeenheid, zooals deze in den han-
del gebruikelrjk zijn.
De gemachtigde voor de prijzen kan de
verplichting tot vermelding der prijzen tot
den verkoop van andere roerende goederen,
tot het verhuren van roerende goederen, als-
mede tot het verrichten van diensten, uit-
breiden.
Het prijzen moet op duidelijk zichtbare en
leesbare wijze geschieden:
Bij waren, welke in etalages, uitstalkasten,
binnen of buiten den winkel, op verkoopstands
of anderszins zichtbaar uitgestald worden,
door bet aanbrengen van prijskaartjes;
bij waren, welke voor onmiddellijken ver
koop gereed gehouden worden, doch niet
zichtbaar uitgestald zijn, hetzij door de goe
deren of hun verpakkingen, of de voorwerpen,
waarin zij worden bewaard van een desbe-
treffend opschrift of van prijskaartjes te
voorzien, hetzij door prijslijsten op te han-
gen of ter inzage neer te leggen;
bij waren, welke door middel van monster-
verzamelingen worden aangeboden, hetzij
door op elk monster een prijskaartje aan te
brengen, hetzij door aan elke monsterverza-
meling prfjsopgave der opgenomen monsters
te hechten.
Indien behalve de verlangde prijzen nog
toeslagen of andere kosten in rekening wor
den gebracht, dient dit bij de prijzen te wor
den vermeld.
De gemachtigde voor de prijzen geeft de
voorschriften tot uitvoering van dit besluit.
Zij worden in de Nederlandsche Staatscourant
bekend gemaakt.
De gemachtigde voor de piijzen kan tevens
ontheffing van de bepalingen van dit besluit
verleenen.
De bepalingen van dit besluit zijn niet van
toepassing op openbare verkoopingen en roe
rende goederen.
,,Ooh", zei Williams. „ten eerste, waarom
zouden gij en mijnheer Ackland het grootste
gevaar op u nemen?"
,,Ja", viel Jean hem met nadruk brj.
..Wiaaram?"
Omdat", verklaarde ik met eenige steke-
ligheid, ,,wij een persoonlijke kwestie met den
Octopus te regelen hefbben."
Vic knikte mrj goedkeurend toe.
,JDat is in 't geheel geen reden", zei Wil
liams. „Als..."
,,Als je de manier waarop hij Jean behan-
deld heeft in 't geheel geen reden noemt", viel
ik eenigszins driftig in, „ben je een..."
,,Kalm!" Het was Vic, die mrj deze verma-
ning toediende. ,,Tenwijl ik je gevoelens deel,
oude driftkop, is de ware reden deze: Jack en
ik zijn ontzettend zelfzuchtig, begrijp je en
we zijn besloten de zaak tot een einde te
brengen. Wat je ook zeggen moogt, Wil
liams, stijfkop, staat dat besluit bij ons vast.
Nog meer van die prullige opmerkingsn
•Een oogenblik bewaarden wij het stilzwij-
gen. Ik brandde van verlangen iets te zeggen,
maar in het brjzijn van Jean voelde ik mij
benepen.
Misschien was het aan mij zichtbaar, dat
ik iets op het hart had, want Vic barstte
eensklaps in lachen uit.
,,Zeg, ouwe jongen, stort je hart uit!"
Ik vatte de koe bij de horens. „Het is dit,
Vic, is het volstrekt noodizakelijk, Jean er bij
te halen?"
„Ik wou bij den 'Hemel, dat het niet zoo
was, kerel", zei Vic emstig. ..Maar, zijn zij
nog niet teruggekeerd, dan mogen we geen
tjjd verliezen. Zij kan ons zeer veel tijd be-
j sparen."
,,En", merkte Jean op, ,,je schijnt te ver
geten, dat ook zij in de zaak een woordje heeft
mee te spreken, evenals jelui beiden, om van
een persoonlijke grief tegen den Octopus te
zwijgen."
1 ,,Goed gesproken!" riep Vic, en tot mij:
,,Beschourw je als verslagen, ouwe cherubijn.
Zijn we er?"
We waren er. De mannen, door Williams
van Scotland Yard ontboden, voegden zich bij
ons en terwijl de helft van hen verschillende
plaatsen aan de voorzrjde van het huis in-
namen, begaven Vic en ik ons met Jean en
de anderen naar de achtenzijde.
Een kort onderzoek wees uit, dat het be-
wuste huis een typische Hampsteadsche wo-
ning was, op den rand van de Heath geheel
alleen staande. Het werd vlug omsingeld, en
even vlug troffen we oruze schikkingen. Jean
zou bij Williams wachten tot zij een teeken
ontving uit een bepaald venster, dat goed in
het oog viel.
Vic en ik gingen op onderneming ult. Wij
gaven de anderen geen hand, namen geen
soort van afsdheid. Wij wisten alien, dat we
ons in een gevaarlijke onderneming gestoken
hadden, waarvan de kansen, voor een goring
gedeelte misschien, in ons voordeel waren.
Het dierbare gezicht van Jean zag in den
maneschijn doodsbleek, maar het afscheid-
nemen is onder alle omstandigheden een hart-
brekende formaliteit en in dit geval kan het
ons moreel zeer zeker diep geschokt hebben.
Vic, een en al leven en actie, nu hij weer han-
delend kon optreden, liet iedereen vlug zijn
aangewezen plaats innemen en liet ons voor
ontizenu'wende gedachten geen tijd.
Slechts voor 6en oogenblik was ik met Jean
alleen.
„God neme je in Zrjn hoede, lieveling",
zei zij.
Ik sloot haar een zalig oogenblik in mijn
armen. Toen werd ik door Vic zacht bij den
naam geroepen.
,,En morgen", zei ik op uitdagenden toon,
.trouwen we".
Zij glimlachte en drukte mij stevig de hand.
Toen gaf ik gehoor aan den roep van Vic en
verldet haar.
(Wordt vervolgd.)