V Erg Nerveus? pL niif n fiarjdt i Binnenland 1 j Z&t u t/u> iaGCetten stiller en sterken de zenuwen. Buisje75ct. Britsche oorlogspolitiek tot de hare maajkte. Iik heb dit oprecht betreurd. Voor mij als Duitscher, die door opivoeding in de jeugd en later door beroep een zeer groote vereertng bezat voor de besehaving en de kunst van een land, van waar eens het cerate licht van menschelijke schoonheid en waardigheid uit- #straalde, was het zeer moeilrjik en bitter deze ontwikkeling te moeten gadeslaan en er niets tegen te kunnen doen. Door de documenten van La Oharitd hadden wij een kijk gekregen op ihet dnijven van de maehten, die den Griek- schen staat vroeg of laat in een onmetelrjk ongeluk moesten storten. In den nazomer van het vorige jaar slaagde Churchill er in, de platonische garantiebeloften aan Grieken- land in het brein van zekere kringen zooveel vorm te geven, dat daaruit een geheele reeks voortdurende neutraliteitsschendingen kon- den worden afgeleid. Het eerst werd Italie daardoor getroffen. Het voelde zich dan ook genoopt, in October 1940 de Grieksche regee- ring voorstellen te doen en waarlborgen te eisehen, die aan dezen voor Italie onhoud- baren toestand een einde konden maken. Onder invloed van de Britsche oorlogsdrij.vers wees men dit verzoek bruusk af, waarmede aan den vrede op den Balkan een einde kwam. Het sledhte weer, sneeuw, storm en regen, en terwille van de historische rechtvaardig- heid moet ik dat constateeren de buiten- gewoon dajppere tegenstand van de Grieksche soldaten gaven de regeering te Athene ge- noeg tijd am zich op de gevolgen van haar ongelukkig besluit te bezinnen en naar een mogelijke verstandige oplossing uit te zien. Duitschland heeft in dien tijd de betrekkin- gen met Griekenland niet verbroken, in de stille hoop, dat het toch nog op de een of andere' wijze tot opheldering van den toe- stand kon bijdragen. Ik moest echter ook toen reeds volgens mijn plicht, jegens de ge- heele wereld er op wijzen, dat wij bij een her- vatting van het oude Saloniki-denkbeeld uit den wereldoorlog niet werkloos zouden toe- zien. Jammer genoeg werd mijn waarschu- wing, dat, wanneer de Engelschman zich er- gens in EJuropa zou nestelen wij besloten waren hem oogenblikkelijk naar zee terug te drijven, niet emstig opgevat. 'Zoo konden wij toen in den loop van den winter zien, hoe Engeland in toenemende mate begon de grondslagen voor de vorming van zulk een nieuw Saloniki- leger te leggen. Mien begon met het aanleg- gen van vliegvelden, en zorgde eerst voor de noodige organisatie op den grond, in de over- tuiging, dat de bezetting der plekken zelf dan zeer snel kon plaats vinden. Eindelijk kwamen in voortdurende transpoiten van materiaai de uitrustingstukken voor een leger, dat, volgens de opvatting en het in- zicht van Churchill zelf, binnen enikele weken tijds naar Griekenland gestuurd moest wor den. Gns bleef dit niet verfborgen. Wlij hebben naar dit geheele eigenaardige spel maanden lang, hoewel met terughouding, tooh met aandacht gekeken. De tegenslag, weLke het Italiaansche leger in Noord-Afrika als gevolg eener technische inferioriteit van den pantserafweer en van het pantserwapen zelf leed, bracht eindelijk den heer Churchill tot de overtuiging, dat thans het oogenblik gekomen was om het oorlogstooneel van Libye naar Griekenland te verplaatsen. Hij liet de nog aanwezige pantserwagens aismede de hoofdzakelijk uit Australiers en Nieuw- Zeelanders bestaande divisies infan'terie ver- voeren en was er van overtuigd, thans den slag te zullen slaan, welke met een stoot den Balkan in brand zou zetten. Churchill heeft daarmede strategisch een der grootst fouten van den oorlog gemaakt. Zoodra er geen twijfel meer mogelijk was over de bedoeling van Engeland om zich op den Balkan te nes telen, heb ik de noodige stappen gedaan om ook van Duitsche zijde, leer om leer, op dit voor ons vitale gebied, de strijdkrachten ge- reed te houden, welke noodig waren om aan elke eventueele onbeschaamdheid van dezen heer het ihoofd te kunnen bieden. Ik moet hier uitdrukkelijk vaststellen, dat dit niet tegen Griekenland gericht was. De Duce zelf heeft mij er nooit om verzocht hem voor dit geval ook maar een Duitsche divisie ter beschikking te stellen. Hij was er van over tuigd, dat, zoodra het goede -jaargetijde zou aanbreken, de strijd tegen Griekenland op de een of andere wijze spoedig tot succes zou leiden. Ik was dezelfde meening toegedaan. Bij het oprukken van de Duitsche strijd krachten ging het dus niet om een hulpver- ieening aan Italie tegen Griekenland, doch om een voorzorgsmaatregel tegen de Britsche paging, onder dekking van het geraas van den Italiaansch-iGriekschen oorlog zich hei- melijik op den Balkan te nestelen, teneinde van daar naar het voorbeeld van het leger van Saloniki uit den wereldoorlog. een be- slissing uit te lokken, vooral echter om daar- mee ook nog andere strijdkrachte'i bij aen maalstroom van den oorlog te betrekken. Turkije en Zuid-Slavie. Deze hoop berustte daarbij o.a. op twee staten: op Turkije en op Zuid-Slavie. Sinds de jaren der ovememing van de macht, heb ik wat deze beide landen betreft, steeds er naar gestreefd, een nauwe, op economische doelmatigheid gebaseerde samenwerking te verkrijgen. Zuid-Slavie was, voor zoover het den iServischen kern betrof. in den wereld oorlog onze vijand geweest. Ja, van Belgrado uit is de wereldoorlog begonnen. Niettemin bestond er onder het Duitsche volk, dat van nature geen wrok kent, in het geheei geen haaf tegen Belgrado. Turkije was in den wereldoorlog onzen bondgenoot. De ongeluk- kige uitslag van den wereldoorlog drukte op dit land even zwaar als op ons zelf. De grcote geniale herschepper van Turkije was de eer- ste, die een wonderbaarlijk voorbeeld gaf voor de verheffing van den toen door het geluk in den steek gelaten en door het lot zoo ont- zettend zwaar getroffen bondgenoot. Terwijl nu Turkije, dank zij de realistische houding van zijn regeering, de onafhankelijkheid van eigen besluit wist te bewaren, viel Zuid- Slavie ten offer aan de Britsche kuiperijen. Ik heb er naar gestreefd tusschen Duitsch- land en Zuid-lSlavie oprechte betrekkingen van goed Ibegrip, ja van vriendsehap tot stand te brengen. Jarenlang heb ik daaraan ge- werkt. Ik meende mij daarbij gesteund te zien door afzonderlijke vertegenwoordigers van dit land, die, evenals ik, van een nauwe samenwerking tusschen onze beide staten slechts nut schenen te verwachten. Toen, als gevolg van de Britsche kuiperijen de Balkan meer en meer door het gevaar bedreigd werd, vroeg of laat eveneens bij den oorlog betrok- ken te worden, was het eerst recht mijn stre wn alles in het werk te stellen om Zuid- Slavie voor een zoo gevaarlijke verwikkeling te behoeden. Onze minister van buitenland- sche zaken, partijigenoot Ribbentrop, heeft in dezen geest met het hem eigen geduld en geniale standvastigheid in talrijke bijeenkoms- ten en besprekingen steeds weer op de doel matigheid ja noodzakelijkheid gewe^ten, al- thans dit deel van Europa buiten den onge- lukkigen oorlog te houden. In dezen geest heeft hij aan de Zuidslavi- sche regeering voorstellen gedaan, welke zoo prachtig en loyaal waren, dat eindelijk ook in den toenmaligen Zuidslavischen staat de stemmen schenen toe te nemen, welke voor een zoodanige nauwe samenwerking te vin den waren. Het is daarom ook volkomen juist, wanneer mister Halifax heden verklaart, dat het niet de Duitsche bedoeling geweest was, op den Balkan een oorlog te verwekken. Ja, het is juist, dat het intagendeel ons oprecht streven was, langs den wag eener nauwe samenwerking met Zuid-iSlavie wellicht zelfs nog de mogelijikheid te benaderen van een bijlegging van het conflict met Griekenland op zoodanige wijze, dat met de billij'ke wen- schen van Italie rekening gehouden zou wor den. De Duce heeft niet alleen ingestemd met de poging om Zuid-lSlavie in een nauwe be- langengemeenschap te brengen met onze doeleinden, doch heeft deze pogingen met alle rrpddelen gesteund. Zoo werd het eindelijk mogelijk de Zuid- slavische regeering tot toetreding tot het driemogendheden^act te bewegen, waarbij aan Zuid-lSlavie in het geheei geen eisehen gesiteld werden, doch dit land slechts voordee- len geboden werden. Want ter wille van de geschiedkundige waarheid moet ik heden ver- klaren, dat Zuid-lSlavie in dit pact en door het daarmede verbonden aanvullende accoord tot geen enikele hulpverleening verplicht was. Integendeel, het .kreeg van de mogendheden van het drielandenpact de plechtige verzeke- ring, niet alleen geen hulp te behoeven te verleenen, doch wij waren bereid zelfs af te zien van elk doongangstransport van oorlogs- materiaal. Bovendien echter, had Zuid-iSlavie op wensch van zijn regeering de verzekering ge kregen, in geval van territoriale wijzigingen op den Balkan een onder de Zuid-slavisohe souvereiniteit staanden toegang tot de Egell'sche Zee te ikrijgen, welke o.a. ook de stad Saloniki zou omvatten. Zoo werd op den 25sten Maart van dit jaar te Weenen een pact onderteekend, dat den Zuidslavischen staat de grootste toekomst bood en aan den Balkan den vrede kon waar- borgen. Met een werkelijk gelukkig gevoel verliet ik op dien dag de mooie Donaustad niet al leen, omdat daarmede een buitenlandsche politieke taak van bijna 8 jaren beloond scheen te worden, maar ook, omdat ik meen de, dat daarmede wellicht nog op het laatste oogenblik het Duitsche ingrijpen op den Bal kan volkomen overfbodig zou kunnen worden. Twee dagen later werden wij alien geschokt door het bericht over den staatsgreep van een handjevol gehuurde Putchisten, die een daad volbraehten, welke den Britschen minister- president den jubelkreet deed uiten, dat hij eindelijk iets goed te melden had. (Wordt vervolgd.) BERLIJNSCHE TOEIJGHTINGEN OP DE REDE VAN HITLER. Van welingeliohte zijde verneemt de Ber- lijnscthe correspondent van het A.N.P.: In het milddelipunt van de belangstelling van alle politieke krinigen te Berlijin staat de door den Puhrer in den rijksdag gehouden rede. Tot recht begrip van de waarachtige en zin- rijike fomiuleerinigen van den Puhrer, zoo ver- nam men te Berlijn algemeen, is elke commen- taar overlbodiig, daar de woorden van den Puhrer voor zich zelf spreken en in het bij- zonder het fiere rapport over het beloop van den Balkamveldtoclht van drie weken elk ver- helderenid woorid overlbodig maken. Ook in de WMhelmstrasse was de door den Fuhrer gehouden rede hot voornaamste onder- wenp van den dag. Vragen van de buitenland sche journalisten hadlden in de eerste piaats betr eikkin.g op de plaats waarin de Puhrer zei dat Duitschlanid het volgende jaar nog betere wapenen zal bezitten. Van Duitische zijde werd opgemerkt, dat de zin van deze woorden in de eenste plaats moet worlen beschouiwd als een antiwoord op de van Enigelsch-Amerikaansche zijde telkens weer opgezette stelling als zou den de Duitschens eenvoudig dit jaar den oor log moeten einlditgen. Daarom zou het er voor de Engelsdhen slechts op aankomen dit jaar vol te houden. Deze bewerinig heeft de Ptihrer op de judste wijze beantiwoord. Voor het ove- rige is de stellige zekerheid van de overwin- ning, welke thans iederen Duitscher bezielt de stalbiele grondslag, waarop het Duitsche rijk berust. Het belangrijkste is niet, wanneer de oorlog afloopt, doch de zekerheid, dat hij in elk geval met de ovenwinninig van de spil zal afloopen. Naar aamleiding van de verklaring van den Duitschen rijlkskanselier in zijn rede, dat het scheepvaartvenkeer op den Donau weer ge heei normaal is, is naar van andere zijde Wordit gemeld, in de Wilhelmstrasse verklaard dat de Senviers in het begin van den oorlog inderdaad eenilge schepem, met cement bela- den, in den Doanu hebben laten zin'ken. Ten aanzien van de verklarinig van generaal Si- mowitsj, dat de Dociau pas over drie maan den weder bevaarlbaar zal wofden, zeide de offioieele wooridvoerder, dat dit een leugen is, daar reeds eeniige dagen na het uitbreken van de vijandelij'kheden de rivier kon worden vrij- gemaakt. HET DUITSCHE WEERMACHTSBERICHT. Het opperbevel van de Duitsche weermacht maakt bekend: Het luchtwapen heeft Dinsdagnacht met verscheidene honderden gevechtsvliegtuigen zware slagen toegebracht aan de voor den oorlog belangrijke doelen in Glasgow en aan de Firth of Clyde, aismede aan andere Engel- sche havens. In werven en wapenhedrijven, werden zware vernielingen aangericht.* In- dustrieele- en haveninstallaties, aismede ra- vitailleeringsbedrijven geraakten in brand. In Zuid-Oost-Engeland schoten gevechtsvlieg tuigen Dinsdag overdag bij duikuanvallen op twee vliegvelden vier jachtvliegtuigen van het type Hurricane in brand en beschadig- den een vrij groot aantal op den grond staan- de vliegtuigen. Tijdens den nacht werden op een vliegveld twee vliegtuigen op den grond vernield en voile treffers op hangars ge- plaatst. In het zeagebied om Engeland bracht het luchtwapen een groot patrouillevaartuig, ais mede een klein ikoopvaardijscbip tot zinken en besehadigde door het neerwerpen van bom- men twee schepen. In Noord-Afrika mislukte een hemieuwde tagenaanval van de Britten bij Tobroek door het dappere optreden van de Duitsche en Italiaansche troepen. De vijand leed zeer zware verliezen. Een aanval van Britsche pantserwagens op Solloem werd afgeslagen. Duitsche duikbommenwerpers grepen doel- treffend in den strijd te land om Tobroek in. Duitsche en Italiaansche formaties gevechts- vliegers bombardeerden de haven van To broek. Succesrijke aanvallen van Duitsche gevechtsvliegtuigen waren bovendien gericht op Mersa Matroe. In de Aege'ische Zee bezetten afdeelingen van het Duitsche leger de eilanden Mytilene en Chios. Duitsche gevechtsvliegtuigen plaatsten in de baai van Soeda, op Kreta, voile treffers op een Britschen kruiser, brach- ten een groot tankschip tot zinken en bescha- digden een ander tankschip zwaar. De vijand wierp Dinsdagnacht met vrij zwakke strijdkrachten een gering aantal brisant- en brandbommen op verscheidene plaatsen in Zuidwest Duitschland. Militaire schade ontstond niet. Onder de burgerlijke bevolking vielen enikele dooden en gewonden. Oberfeldwebel Hahn behaalde in den nacht van 4 op 5 Mei als nachtjager zijn tiende luchtoverwinning. Het Britsche ministerie van luchtvaart en het ministerie van binnenlandsche veiligheid deelen blijlkens een nader bericht mede, dat de Duitsche luchtaanrvallen Dinsdagnacht voornamelijk gericht waren op het gebied van de Clyde. Hier werden zware aanvallen" gedaan, die ,,aanzienlijke schade" en een zeker aantal slachtoffers" veroorzaakten. Andere aanvallen waren gericht op het ge bied aan de oevers van de Mersey, verder op districten in Noord-, Oost- en Zuid-Oost- Engeland, aismede op Noord-Ierland. DE ENGELSGHEN BEZETTEN IN IRAK HET VLIEGVELD VAN BASRA. Amerikaanscihe persbericlhiten uit Londen maken melding van een aanival der R.A.F. op het vliegveld van Bagdad. De New Yorksche Herald Tribune beweertt, dat de Engelsche na fellen strijd het vliegveld van Basra hebben bezel. DE BUISLEIDING NAAR HAIFA ZONDER PETROLEUM. Naar het Fransche agentschap Ofi uit Bag dad meldt, heeft de Ira'ksche regeering mede- gedeeld, dat kradhtens haar besluit bet werk op de olievelden van de Iranian Petroleum Company gestaa'kt is. Er wordt ook geen pe troleum door de buisleddinig naar Haifa ge- zonlden. In bepaalde t-affinaderijen wordt nog gewerkt voor het Iraksche leger. Uit bezuini- ginigsoverweginjgen heeft de regeering beslo ten tot rantsoeneering van benzine voor par- tdculiere wagens. Volgenis 'n bericht van de Associated Press uiit Londen wordt daar toegageiven, dat Irak den olietoevoer naar Haifa stopgezet heeft. In e'en speciale mededeeling van het Irak sche opperbevel wondt gezegd: Vijandelijke vliegtuigen hebben Zaterdag de open stad Falloejia, gelegen aan de Buphraat tusschen Bagd'ad en Hab/banijah, gelbomJbardeerd, waar bij een moskee getroffen is. Er zijn slacht offers onder de bungerlbevolking gevallen. DE RUSSISOHE LE^VERANTIES AAN BELGIK. In aansluiting op het (bericht van den Brus- selschen correspondent der N. R. Crt., ont- leent dat /blad nog de volgende bijzonderheden aan het te Brussel verschijnende Laatste Nieuiws: De heer L. van de Putte, bestuurder van de Gentsche haven, heeft aan een mede- werker van Belgapress verklaard, dat, afge- zien van de Belgisohe tegenprestatie in den. vorm van leveringen van machines en andere industrieele producten, binnen zeer korten tijd zal kunnen worden aangevangen met de levering van Russisch graan. Dit moet echter worden aangevoerd met schepen, die de Bel- gische reeders ter beschikking moeten weten te stellen uit Antwerpen, Frankrijk, Neder- land en Denemarken. De tonnenmaat dezer schepen zal schommelen tusschen de 8000 en 15.000 ton. Dit laat reeds veronderstellen, dat de grootere schepen te Antwerpen zullen aanleggen, terwijl de kleinere te Gent zullen worden gelost. Nu de moeilijkheden vanwege het ijs in de Russische havens en in de Oostzee door het zachtere weer zijn verdwenen, zal onvenwijld kunnen worden begonnen met de venzendlnig van het aan Belgie toegekende graan. Ten aanzien van het vraagstuik der scheepsbevrachting is een avereenkomst tot stand gekomen tusschen de Belgische reeders en de Duitsche overheid. Te Antwerpen zal een uit amibtenaren bestaande commissie voor den invoer en de verdeeting zorgen. DE DUITSCHE LUCHTMACHT IN HET ZUID-OOSTEN. Nu Griekenland geheei is bezet, heeft het Duitsche luchtwapen in het Oostelijke deel van de Middellandsche Zee nieuwe belang rijke steunpunten voor verdere acties ver- kregen. Op den Peloponnesus, vooral op het Zuidelijk deel van het schiereiland, zijn de geographische voorwaarden voor acties van luC'htformaties buitengewoon gunstig. Men kan, naar het A.N.P. uit Berlijn seint, aan- nemen, dat de krachtifge acties, waarmede het Duitsche luchtwapen reeds tijdens den veld- tocht op den Balkan den opmarsch van het leger ondersteunde in de allernaaste t.oekomst zullen worden voortgezet. Opmerkelijk is het feit, dat voor het optreden van deze forma ties de afstand naar Noord-Afrika aanzienlijk korter is geworden. Voor het ingrijpen in den strijd om Tobroek is b.v. de afstand van 1000 km gerekend vanaf Sicilie, gedaald tot 550 km. DUITSCHE TROEPEN BEZETTEN DE EIUANDEN EES BOS EN CHIOS. Het D.N.B. meldt uit Berlijn: In de Aegeische Zee hebben, naar het D.N.B. zoo juist verneemt, formaties van bet Duitsche leger Dinsdag de eilanden Lesbos (Mytilene) en Chios bezet. ENGELSOHE AANVALLEN BIJ TOBROEK EN SOLLOEM AFGESLAGEN. Het Italiaansche weenmachtsbericht no. 3?5 luidt als volgt: Een tweede Engelsche poging om de om- singeling van Tobroek te forceeren is mis- lukt, dank zij den onmiddellijken afweer van de dappere Italiaansche-'Duitsche troepen, die den vijand zeer zware verliezen hebben toe- gebracih't. Aan het front van Solloem zijn aanvallen van vijandelijke tanks afgeslagen. Italiaansche en Duitsche formaties vlieg tuigen hebben herhaalde malen de stellingen en de haven van Tobroek gebombardeerd, waar een schip van groote tonnage getrof fen is. De vijand heeft luchtaanvallen gedaan op eenige plaatsjes in Cyrenaica, waar eenige schade werd aangericht. In de Aege'ische Zee hebben wij de eilanden Amongo, Anafe, Nios, Tega, Naxos en Paros bezet in de groep der Cycladen. In Oost-Afrika, in den sector van Amba Alagi druk van den vijand, waaraan onze troepen dapper weerstand bieden. FEESTELIJKE BIJEENKOMST VAN HITLERJUGEND EN JEUGDSTORM TE DEN HAAG EN AMSTERDAM. Zaterdag is ide leider wan de Duitsche jeugd, Reichsjugendfiihrer Arthur Axmann voor een bezoek van enikele dagen aan ons land, te 's-Gra'venhage aange'komen, waar de Duit sche jeugd en de Nationale jeugdstorm den hoogen gast helbben verwelkomd. In den loop van den dag heeft de Reichs jugendfiihrer een bezoek gabracht aan den Rijkscomimissaris en aan den Duitschen mili- tadren bevelhe(hber Ln Nederland. Het hoogtepunt van Idezen eersten dag, Welke de Reicbsjugendftihrer in ons land doonbremgt, werd ongetwijfeld geivormd door de offideele opening van het igabouiw, dat de Rijkscommissaris voor de in Den Haag wonen- de Hitierjugend heeft beschikbaar gesteld. Dit Hitlenjugenldheim is gevestigd in het ge- bouw Plein 1813 no. 3, dat voor dit doel ge heei is igemodemiseerd en (buitenigewoon aar- dig is ingericht. Zondagmiddag heeft in het Concertgelbouw te Amsterdam een gemeensdhappelijke feeste- lijke hijeenkomst (plaats gehad van de Hitier jugend en den Nationalem Jeugdstorm. Na een welkomstwoond van iden scout H. W. de Vrijer en het zipgen van het eerste couplet van het Stormeirslied, 'hield de hoofd- stormer, C. van Geelikerken, een korte toe- spraak. Vervolgens ivonid de uitvoering plaats van de ikindercantate ,,Michiel Adfiaanszoon de Ruyter". Hierna, betrad de Jugendfiihrer van het Duitsche Rijk, Arthur Axmann het poldium. Deze noemde de gezamenlijke vergadering een groote igabeurtenis en een uiting van den wil der Nederlandsche jeugdlbeweging. In deze cantate vinden wij, met de Nederlanders in- nerlijke aanrakingspunten. De Ruyter is niet alleen de grootste Nederlandsche zeeheld, docih de voornaamste 'zeeheld zonder meer. A1 het groote komt voor uit een inwendi- gen drang. Spreker herinnerde aan 1918 en aan het begin der nationaal-socialistische partij in Duitschland, toen slechts enkele mannen eenzaam om hun vaandels stonden. Dat wij tihans trotsch zijn op de jeugd is niet in de eerste plaats, omdat de Duitsche nationaal-socialistische jeugldbeweging de grootste organisatie op dit 'gelbied ter wereld is, maar omdat zij door haar goede eigen- schappen en hoeldanigheden zoo groot gewor den is. De Duitsche jeugd had destijds zelf nog geen idee, wat de nationaal-socialistische beweging Wilde, maar toch volgde zij haar in- stinctief. W'ij helbben thans in Duitschland een staat van de jeugd. De Duitsche artbeider en de Duitsche 'boer werden vrijgemaakt, doch de Fuhrer <wdlde,-dat ook de jeugd voor haar deel aan dit groote werk kon medehelpen. Door Ide nationaal-soeialistische revolutie is de Duitsche toeikomst verzekerd. Zondea* eenigen twijfel zal Duitschland den oorlog winnen; niet omdat wij de beste soldaten, de beste wapens, maar omdat wij tot Fiihrer Adolf Hitler hebben. Wie niet 'bereid is, zijn leven te offeren voor een idee, zal ook geen natie kunnen winnen. Ook igij, in uw land, iheibt strijd te voeren, dat is goed. Daardoor komen uit de rijen der jongeren de besten naar 'voren en vormt zich een bloem van de natie. ,,Gij moogt er daarom trotsch op gaan, door anderen uitgelachen en vervolgd te worden". Wij weten alien, dat igroote tijden steeds de jeugd naar voren brengen. In Ihet nieuwe Europa zullen de Duitsche nationaal-socialistische beweging en de N.S.B. scfaouder aan sdhouder gaan en zal ook de Hitlerjeuigd met de uwe in goede kameiraadschap verbonden zijn. (Applaus.) Wij maroheeren gemeensohappelijk als brooders. Op de toespraak van den rijksjeugdleider volgde een luid applaus. Daarna bracht Hauptbannfiihreir dr. H. Ldndenlburger een driovoudig iSieg Heil op den Fuhrer uit, dat door de aanwezigen imet een krachtig Heil werd beantiwoord. Met het zingen van het Deutsohland- en 'Horst Wessellded en het zesde couplet van het Wilhelmus werd de toijeenikomst gesloten. In aansluiting op de groote Duitsch-Neder- landsche jeugdtoijeenkomst in het Concercge- bouiw te Amsterdam, heeft de rijksleider van de Duitsche jeugd, Arthur Axmann, een thee- receptie aangelboden in Ihet Amstelhotel, Waar verschil'lende Duitsche en Nederlandsche gas- ten tegenwoorldig waren. KAPITEIN VERWEIJ BLIJFT IN ARREST. De N.S.B.-persdienst meldt: Naar wordt gemeld heeft de Haagsche recht'bank het verzoek om invrijheidsstelling van kapitein Verweij afgewezen. Deze kapi- tein heeft in de oorlogsdagen in Alkmaar zeer laakbare handelingen gepleegd jegens N.S.B.-ers. Zoo is een N.S.B.-er in de ambachtsschool te Alkmaar onder toezicht van kapitein Verweij door een korporaal eerst half ge- wurgd, waama men hem, aan handen en voe- ten gebonden, twee uur lang op een tafel heeft laten liggen. D'aarna moest hij o.p een klein bankje plaats nemen en werd hem belet gedurende den nacht te slapen. Het ergste is echter nog wel, dat kapitein Verweij zich niet heeft ontzien van de huis- zoekingen en intemeeringen, die hij moest verrichten, misbruik te maken door vier jonge meisjes en vrouwen te verplichten zich geheei te ontkleeden, onder voorwendsel, dat hij haar moest fouilleeren. Onder andere waren hiervan een vrouw en dochter slachtoffer, waarvan de man en vader gemobiliseerd was. Een ander meisje, dat weigerde de vemede- ring te ondergaan, werd door kapitein Verweij met den dood bedreigd. Nog geruimen tijd na den oorlog is Verweij op vrije voejen gebleven. Eerst nadat de zeer ernstige klacbten waren onderzocht en juist Ibevonden, is hij in arrest gesteld. TERAARDEBESTELLING PROF. SLOTEMAKER DE BRUINE. Maandag is onder zeer groote belangstel ling op de Ned. Hervormde begraafplaats te Wassenaar het stoffelijk overschot van prof, dr. J. R. iSlotemaker de Bruine naar zijn laat ste rustplaats gebracht. Onder de aanwezigen in de kerk en op de begraafplaats bevonden zich o.m. dr. A. A. L. Rutgers, lid van den raad van state, oud- ministers de Graeff, Colijn, Patijn, Van Dijk, Deckers, Van Buuren, Gelissen en Romme, mr. J. R. H, van Schaik en mr. W. L. baron De Vos van Steenwijk, resp. voorzitter van de Tweede en Eerste Kamer, prof. G. A. van Poelje, oud-secretaris-generaal van het depar- tement van onderwijs, dr. A. L. Scholtens, oud-secretaris-generaal van het departement van sociale zaken, de secretaris-generaal van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, dr. H. M. Hirschfeld, die verhin- derd was, had zich doen vertegenwoordigen door zijn plaatsvervanger dr. T. P. van der Kooij, mr. A. v. d. Sande Bakhuyzen, presi dent curator der universiteit te Leiden, A. Borst Pzn., voorzitter verbond Prot. Chr. werkgevers in Nederland. Tegen kwart voor twee arriveerde de stoet bij het kerkgebouw. De rouwdienst in de kerk werd geleid door ds. W. A. B. ten Otate. Deze schetste de vele verdiensten van den overledene, die zijn leven zoo goed imogeljjk heeft gelbruikt. Op hem waren wel zeer toepasselijik de woorden uit het evangelie ,,zoekt eerst het koninkrijk Gods en het overige zal u worden toege- worpen". Prof. Slotemaker stond midden in den stroom van het leven en hij heeft dan ook veel gedaan op soeiaal gebied. Spr. be3loot met te zeggen, dat door het heengaan van prof. Slotemaker een groote leegte zal aoh- terblrjven. De aanwezigen zongen vervolgens eenige Psalmen, waama ds. Ten Cate de apostolisc.be belijdenis bad en eenige gedeelten uit de H. Schrift voorlas. Hiema werd de kist met het stoffel'ijk overschot uitgedragen. Aan de geopende groeve ging ds. Ten Cate voor in gebed. Dr. M. C. Slotemaker de Bruine, een zoon van den overledene, heeft voor de belangstelling bedankt. BOETEN VAN 5000 OPGELEGD AAN TIEN INWONERS VAN UTRECHT. Het A.N.P. meldt uit Utrecht: Op den verjaardag van den Fuhrer van het Groot-Duitsche rijk zijn, naar ons van be- voegde zijde wordt medegedeeld, bij een Rijks- duitscher, woonachtig in onze stad, eenige ruiten ingegooid. Daar dit geschiedde op een dag, waarop van dit perceel de hakenkruis- vlag wapperde, daar bovendien een en ander voorviel op den verjaardag van den Fiihrer en daar het hier een daad betrof gericht tegen een Rijksduitscher, hebben de betreffende autoriteiten, in verband met het feit, dat de daders niet konden worden opigespoord, boe- ten van 5000 opgelegd aan tien bewoners van deze stad, van wie mag worden verwacht, dat zij instemmen met de gepleegde daad. DE VERPLICHTING TOT HET VERRICHTEN VAN DIENSTEN. De Staatscourant van Dinsdag bevat een eerste Uitvoeringsbesluit van den secretaris- generaal van het departement van sociale zaken ingevolge de Verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied betreffende de ibepenking ten aan zien van het veranderen van betrekking. (Verplichting tot het verrichten van diensten bij werkverschaffingen.) Hierin wordt bepaald: Art. 1. 1. Bewoners van het bezette Ne derlandsche gebied kunnen volgens door den directeur-generaal van het rijksarbeidsbureau vast te stellen richtldjnen, door den directeur van het gewestelijk arbeidsbureau, binnen welks gebied zij wonen of verblijven, worden verplicht voor een bepaalden tijd op een hun aan te wijzen plaats binnen het bezette Ne derlandsche geibied diensten te verrichten ten Ibehoeve van den rijksdienst, bedoeld in artikel 1 van het Organisatiebesluit Werkloosheids- bestrijding 1939 (Rijksdienst tot bestrijding der werkloosbeidhierna rijksdienst te noe- men. 2. In geval van twijfel, of iemand tot het verrichten van diensten, als bedoeld in het eerste lid, in staat is, kan de betrokkene op schriftelijken last van den directeur van het gewestelijk arbeidsbureau door een genees- kundige door of vanwege den directeur-gene raal van het rijksarbeidsbureau daarvoor aan- gewezen, aan een geneeskundig onderzoek worden pnderworpen. 3. De vorm van den schriftelijken last als bedoeld in het tweede lid, wordt door den directeur-generaal van het rijksarbeidsbureau vastgesteld en houdt o.m. in het tijdstip en de plaats, voor het geneeskundig onderzoek vastgesteld. Art. 2. 1. Aan personen, die ingevolge het bepaalde in het eerste lid van artikel 1 voor het verrichten van diensten als daar bedoeld worden aangewezen, wordt door den direc teur van het gewestelijk arbeidsbureau een schriftelijke kennisgeving toegezonden. 2. De vorm van de kennisgeving, als bedoeld in het eerste lid, wordt door den directeur- generaal van het rijksarbeidsbureau vastge steld en houdt o.m. in den naam, de voorlet- ters, het adres (gemeente, straat en hiuis- nummer) van den aangewezen persoon, de plaats, waar de dienst moet worden verricht. het tijdstip van den aanvang en van den duur van de dienstverplichting en, zoo mogelijk, de arbeidsvoorwaarden, welke daarvoor gel- den. Art. 3. De personen, die diensten verrich ten, als bedoeld in artikel 1, zijn verplicht zich te gedragen naar de aanwijzingen, die door of vanwege den Rijksdienst worden vast gesteld^ Art. 4. 1. Personen, die ingevolge het be paalde in het eerste lid van artikel 1 tot het verrichten van diensten ten behoeve van den rijksdienst worden verplicht, kunnen, voor zooveel noodig, worden ingekwartierd hij In- woners in of in de nabijheid van de gemeen- ten, waar de dienst moet worden verricht. 2. De inkwartiering, als -bedoeld in het eerste lid, geschiedt op schriftelijk verzoek van of vanwege den rijksdienst aan den bur- gemeester van de betrokken gemeente. 3. De vorm van het schriftelijk verzoek, als bedoeld in het tweede lid, wordt door mij vastgesteld en houdt o.m. in het aantal per sonen, dat moet worden ingekwartierd, ais mede het tijdstip van den aanvang van de in kwartiering en den duur daarvan. 4. Voor zoover niet anders wordt bepaald, gelden voor de inkwartiering de regelen, welke zijn vastgesteld bij de wet van 14 Sep tember 1866 betrekkelijk de inkwartieiangen en bet onderhoud van het krijgsvolk, zooals die wet laatstelijk is gewijzigd, en bij haar uitvoeringsvoorschriften. 5. De kosten van inkwartiering worden door den rijksdienst volgens te stellen regelen met de betrokken gemeenten verrekend. Art. 5. 1. Hij, die niet voldoet aan een schriftelijken last tot het ondergaan van een geneeskundig onderzoek, als bedoeld in het derde lid van artikel 1, of die geen gevolg geef't aan een kennisgeving, als bedoeld in artikel 2, tot het verrichten van de daarin omschreven diensten met ingang van den dag en tijdens den duur daarin aangegeven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden. 2. Hij, die weigert gevolg te geven aan een bevel van den burgemeester tot inkwartie ring van personen, als bedoeld in artikel 4, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden. EEN UOTERIJ VOOR WINTERHULP. Nog is het seizoen, waarin de collecten ten bate van Winferhulp Nederland worden ge houden. nog niet geheei afgesloten Zater dag was de laatste straatcollecte of de leidin'g heeft reed's haar gedachten laten gaan naar de komende winterperiode, waarin op de Nederlandsche bevolking opnieuw een beroep zal moeten worden gedaan in het belang var. onze behoeftige landgenooten. We hebben tihians de groote nooden van een belangrijk gedeeite van onize samenlevinig leeren ken- nen, en ieder, die hetzij van nabij, hetizij op andere wijize heeft kunnen kennisnemen van de resultaten van het Winterhulpiwerk, waar- door zooveel leed kon worden verzacht, zal het er over eens zijn, dat het drtingend ge- wenscht is, alles in het werk te stellen, om in het komende winterseizoen zoo spoedig mogelijk met de hulpverleening te kunnen be- ginnen. Want dan zal de steun het meest mogelijke rendement afwerpen en zal kunnen worden voorkomen dat gezdnnen, die steun noodig helbben, daarop te lang moeten wach-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 2