m BFMFfM NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHtVLAANDEREN
De man die lachte
No. 10.206
WOENSDAG 23 APRIL 1941
81® Jaargang
Feuilleton
Herdenkingsrede van den
Rijkscommissaris te Rotterdam
PET VERVOER VAN GOEDEREN HEEFT
OP DE SPOORWEGEN DEN VOORRANG.
HET WERK AAN DEN NOORDOOST-
POEDER.
TER NEUZENSCHE COURANT
TT._ 4.^4. A r^o-oia f n89V„ Voor elken reeel
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,42 per 3 maanden Buiten Teme
fr per post 1,73 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar -
Voor BeHde en Amerika /2,20, overige landen f 2,65 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: N.V. Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TEEEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,82% Voor elken regel meer 0,20'4
KLEINE ADVERTENTIENper 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, ^twelkop^^vraag
verkrijgbaar is. - landing van advertentien Uefst een dag voor de mtgave.
DIT BLAD VERSOHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Ter gelegenheid van Hitlers verjaardag is
er, meldt de N. R. Crt„, Zondagmiddag in het
Luxor Theater te Rotterdam een plechtige
bijeenkomst geweest, tijdens dewelke de rijks
commissaris, rijksminister dr. Seyss Inquart,
een rede heeft gehouden. De feestelijk ver-
siende zaal was meer dan gevuld met leden
van de Duitsche kolonie, van de Duitsche
weermacht, van de N.S.B. en de N.S.N.A.P.
Medewerking verleenden een militair muziek-
corps en een "fanfarecorps van de Hitlerjugend
Standort Rotterdam.
De inspecteur voor den kring Zuid-Holland,
de heer Fortman, heeft de bijeenkomst ge-
opend en de gasten begroet. Met name richtte
hij een woord van welkom tot den rijkscom
missaris, tot S.S. Obergruppenflihrer Engel,
tot den gevolmachtigde voor de stad Rotter
dam, dr. Vdlckers, en tot den districtsleider
van den N.S.B., den heer W. N. A. Kroller.
De heer Engel heeft in een toespraak ge-
zegd, dat op dezen dag millioenen Duitschers,
in Duitschland zelf en daarbuiten, in gedach-
ten bij den Fiihrer verwijlen. Aan hem heeft
het Duitsche volk z(jn tegenwoordige machts-
positie te danken, een positle, die overigens
slechts na hardnekkigen kamp veroverd Kon
worden. De nationaal-socialisten hebben het
niet eenvoudig gehad en zeer zeker niet in
Berlijn, waar spr. als 6dn der oudste mede-
werkers van dr. Gobbels vandaan komt. De
pioniers hebben veel moeten lijden en ontberen
doch reeds in den prillen tijd van de beweging
was Hitler de magneet, die in Munchen zijn
getrouwen op gezette tijden tot zich trok. Het
nationaal-socialisme is gegroeid, niet als een
kaeplantje, maar als een stoere eik in den
goeden bodem.
Hitler is indertijd niet bij wijze van proef
tot rijkskanselier benoemd; zijn benoeming
was integendeel alleen een gevolg van het
feit, dat de democratic geen enkele promi-
nente figuur meer kon aanwijzen. En sinds-
dien is er in oeconomisch en sociaal opzicht
zooveel gebouwd, dat het Duitsche volk alle
verbeteringen als iets vanzelfsprekends dreigt
te gaan beschouwen. Ook in militair opzicht
is er gebouwd; uit het leger van 100.000 man
is het ,,ijzeren leger" van thans ontstaan. Men
heeft destijds gezegd; Kijk eens, Duitschland
zamelt blik en oud ijzer in, nu zal het wel
gauw afgeloopen zijn! Maar spaarzaamheid
is geen uiting van zwakheid, wel van verstan-
delijk overleg. Daarom ook heeft alles, wat
de Fiihrer gedaan heeft, voor de voile hon-
derd procent zijn waarde gehad.
Tegenwoordig wordt veel de vraag gehoord,
wanneer de oorlog wel afgeloopen zal zijn.
Het antwoord daarop luidt: zoodra Engeland,
dat eeuwenlang dit werelddeel geterroriseerd
heeft, als groote macht zal hebben opgehou-
den te bestaan. In het andere geval staan
over vrjftien jaar de jongemannen van Europa
weer op de slachtvelden.
De tijd is gekamen, dat Europa wraak
neemt op Engeland. Natuurlijk eischt dat
offers, maar die moet men ook weer niet
cverdrijven. Offers hebben slechts gebracht
de vrouwen en de moeders, die hun mannen
en hun zonen hebben verloren. Ieder kan
niet van offers, maar ten hoogste van onaan-
genaamheden spreken, wsnneer men in een
schuilkelder moet kruipen, wanneer men door
verduisterde straten loopt of wanneer men
zicti met de distributiebescheiden moet be-
helpen.
(Het is een misrekening te vertrouwen op
,,generaal Honger", om op die manier het
Duitsche volk klein te krijgen. Het Duitsche
volk laat het integendeel thans aan het En-
gelsche volk over om zooveel honger te lijden,
als het tijdens en na den vorigen oorlog zelf
heeft geleden. Duitschland staat thans oeco
nomisch z66 sterk en het volk is dusdanig
pohtiek geschoold, dat het zich noch door de
joden, noch door Churchill meer iets wijs laat
maken. Daarom ook is het in staat om aan
alle stormen van dezen tijd het hoofd te bie-
den.
Spreker was er dankbaar voor al die jaren
van strijd onder leiding van Hitler te hebben
kunnen meemaken. Elr is in die jaren onge-
looflijk veel bereikt hetgeen allerminst een
toeval, maar wel een prestatie is. Vandaar,
dat op dezen dag de trouw aan den Fiihrer
Ihemieuwd wordt.
De districtsleider van de N. S. B., de heer
Kroller, heeft vervolgens dank gezegd voor
de aan deze beweging geboden gelegenheid
om dezen dag met de Duitsche kameraden te
mogen vieren. De N.S.B. strijdt in denzelf-
den geest als haar zusterbeweging, zonder
haat, slechts in het belang van het eigen volk.
Deze dag is ddarom zoo belangrijk, omdat de
N.S.B. beseft, dat de Fiihrer de decadentie
van Europa opgeheven, den volken van dit
continent nieuwe kracht gegeven heeft. In
trouw aan Mussert en in voile vriendschap
met het Duitsche volk wil de NjS.B. mede-
werken aan den opbouw van Europa. Zij zal
in moeilijke tijden niet aarzelen daar offers
voor te brengen.
Rede van den Rijkscommissaris.
De rijkscommissaris, dr. Seys Inquart, heeft
er op gewezen, dat deze plechtige bijeenkomst
in de stad, die buiten den wil van de
Duitschers allden zoo zeer van het oorlogs-
geweld te lijden heeft gehad, geen toeval is.
Het is nu eenmaal een tijd van groote beslis-
singen; zijn die eenmaal gevallen, dan zullen
de handen ineen geslagen dienen te worden
om de wonden te heelen. Dan zal het uiter-
lijke beeld van zware slagee geheel terzrjde
moeten worden gesteld, opdat een schooner
beeld geschapen worde. Ofschoon de viering
van Hitler's verjaardag een familiefeest van
het Duitsche volk is, verheugde spreker er
zich over, dat zoovelen uit het Nederlandsche
volk in gelijkgestemde gedachten dit feest
wilden bijwonen.
We beleven een grooten tijd. De nieuwe
vormen zullen op de volkeren van even groo
ten invloed blijken als de grootste omwente-
lingen in het verleden. Spreker vergeleek
dezen tijd met de Napoleontische oorlogen,
met de godsdienstoorlogen en tenslotte met
den tijd van de volksverhuizing.
Het is een bijzondere gedaphte dat het
Duitsche volk dat in 1918 in een oogen-
blik van zwakte in elkaar stortte thans
zoo sterk in Europa staat. De nieuwe sti oo-
mingen zullen voor eeuwen, misschien wel
voor duizend jaar hun waarde hebben.
Om dit alles te bereiken moest een rechte
weg, wel langs bergen en dalen, door licht en
duistemis, maar dan toch rechtuit, afgelegd
worden. Zelfs de jaren 19141918 hebben
wellicht hun beteekenis gehad. In die jaren
heeft het Duitsche volk den schrik van den
oorlog wel heel goed gekend, de mannen aan
het front, de families thuis. Ook thans is het
moeilijk dien weg te gaan en het zal wellicht
nog moeilijker worden. Maar het Duitsche
volk zal elken weg gaan, dien de Fiihrer het
wijst; net zoo lang tot het zich een plaats in
de wereld zal hebben veroverd.
Dat dit volk dien weg met onverschrokken
vastberadenheid kan gaan, dankt het aan
Hitler. Van den dag af, dat deze van het
front terug kwam, heeft hij er naar gestreefd
alle krachten op te roepen om de vemietiging
van Duitschland te verhinderen. Hij is zelfs
nog verder gegaan: hij is bedacht geweest op
het wel van alle Germaansche volken.
De Rijkscommissaris betoogde vervolgens,
dat de Duitschers niet hier zijn om de Neder-
landers te onderdrukken of hun pijn te doen.
Zeker zij moeten wel eens hard zijn. Maar
overigens staan ze hier in de eerste plaats
om te helpen, opdat ook het Nederlandsche
volk aan het werk van den Fiihrer gelooven
zal. De dagen naderen, dat er herdacht wordt,
hoe tusschen Nederlanders in de kerkers
verblijvende en Duitschers hechte vriend-
schapsbanden zijn gelegd. Toen is er ook een
grondslag gelegd voor een samenwerking tus
schen het Nederlandsche en het Duitsche
volk in de toekomst.
Spreker bracht tenslotte een groet aan den
Fiihrer, niet met woorden van dank, die toch
nietszeggend zouden zijn, maar in het be-
wustzijn deel te mogen nemen aan de groote,
historische opdracht, die op hem rust. Een
opdracht, die aan de geheele wereld een an-
der uiterlijk zal geven, ook al staat diezelfde
wereld daar tegen op.
Met het zingen van het volkslied werd de
plechtigheid besloten.
's Avonds heeft in het Haus der Seefahrt
voor leden van de weermacht in intiemen
kring nog een herdenking van dezen dag
plaats gehad. Seefahrtspropaganda-leider
Schliissel uit Berlijn heeft hier gesproken.
A NTWOORDT ELEGRAM VAN DEN
FiiHRER AAN DEN RIJKSCOMMISSARIS.
Op zijn tot den Fiihrer gerichten geluk-
wensch heeft de Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied, rijksminister
Seyss-Inquart het volgende telegrafische
antwoord ontvangen:
,,Voor uw vriendelijke woorden en de voor
mij ter gelegenheid van mijn verjaardag uit-
gesproken goede wenschen zeg ik u mijn har-
telijken dank.
Met Duitschen groet,
Adolf Hitler."
GESCHENK VAN DE N.S.N.AJP. AAN
DEN FiiHRER.
Ter gelegenheid van den 52-sten verjaar
dag van den Fiihrer heeft de plaatsvervan-
gendleider van de N.S.N.A.P., w.g. Lensink,
in de Privatkanzlei van den Fiihrer een exem-
plaar van de biografie van admiraal de Ruy-
ter door G. Brandt (1687) overhandigd met
de volgende oorkonde:
,,De N.S.N.A.P, veroorlooft zich haren
Fiihrer bij zijn 52en verjaardag de biografie
van den grooten admiraal Michiel Adriaans-
zoon de Ruyter te overhandigen in opdracht
van dr. E. H. van Rappard, die op het oogen-
blik in de Leibesstandarte als Oberschar-
fiihrer zijn plicht vervult".
HET POSTVERKEER MET BEZET
FRANKRIJK HERSTEED.
Het postverkeer met het bezette gebied
van Frankrijk en de bezette kanaaleilanden
Jersey en Guernsey is zoowel voor het ver-
keer naar als van dit gebied, hersteld.
Toegelaten zijn gewone en aangeteekende
briefpostzendingen van elke soort, met uit-
zondering van briefpakjes. Het pakketpost-
verkeer is nog niet hervat.
De verzender moet op zendingen naar
Frankrijk het departement, waarin de plaats
van bestemming is gelegen, aangeven,.
In een onderhoud, dat een verslaggever van
het A.N.P. dezer dagen met de directie van
de Nederlandsche spoorwegen heeft gehad,
wees zij nog eens met nadruk op de groote
moeilijkheden, waarmede ons Nederlandsche
spoorwegbedrijf heeft te kampen en welke
voor een belangrijk deel culmineeren in een
zeer sterk militair vervoer en een groot goe-
deren- en kolenvervoer. Dit laatste heeft in
de afgeloopen maanden buitengewoon veel
materieel in beslag genomen. Na den stren-
gen winter van 1939 waren overal de voor-
raden uitgeput en juist toen een belangrijk
deel van het vervoer voor den daaropvolgen-
den zou geschieden brak de oorlog uit. Eerst
nadat verschillende herstelwerkzaamheden
waren uitgevoerd, kon dit vervoer weder met
kracht worden voortgezet.
Thans worden per dag 30.000 ton kolen ver-
voerd; onder normale omstandigheden be-
draagt dit vervoer 25.000 ton per dag. Dat
beteekent, dat iederen dag 30 a 35 beladen
treinen bestaande uit 45 a 50 wagens per trein
van de mijnen vertrekken en eenzelfde aan-
tal terug naar de mijnen. Het duurt onge-
veer 6 a 7 dagen eer de beladen wagon weder
als ledige wagen op de mijn terugkomt.
Zou men dus geheel Nederland kunnen
overzien, dan zou men over het geheele
Nederlandsche spoorwegnet verdeeld, in totaal
ruim 200 kolentreinen kunnen zien staan,
deels beladen, deels leeg. Met het militaire
vervoer beteekent dit dan ook een zeer groote
belasting. van ons spoorwegnet. Daarbij komt
nog het stukgoederenvervoer en niet te ver-
geten het vervoer van levensmiddelen en de
voor het bedrijfsleven noodige stoffen. Dit
goederenvervoer heeft naar de meening van
de directie en zeer terecht, voorrang boven
het vervoer van reizigers, die voor hun plezier
uitgaan.
Hoe de toestand zal zijn in de komende
zomermaanden is op het oogenblik nog on-
mogelijk te zeggen, doch de directie doet haar
uiterste best om het reizigersverkeer zoo goed
als onder de gegeven omstandigheden moge-
lijk is te bedienen.
Op de vraag of in de toekomst wederom
tariefverhoogingen te wachten zijn, ant-
woordde de directie, dat zij hoopt, dat deze
niet noodig zal zijn. Een vaststaand oordeel
kan moeilijk hierover worden gegeven, aan-
gezien eerst het resultaat zal moeten worden
afgewacbt van de onlangs ingevoerde ver-
hooging. Maar over de tarieven zoowel wat
de vrachtgoederen als het personenvervoer
betreft, mag het publiek niet klagen. Men
dient te bedenken, dat ons tarief aldus de
directie het laagste in Europa was en ook
thans is voor zoover dit vergeleken kan
wonden.
Tenslotte sprak de directie nog over de
hooge prestaties, wel'ke het personeel nu reeds
maanden lang levert. De diensttijden zijn tot
het uiterste verlengd en er wordt bijzonder
hard gewerkt. Meermalen moet het perso
neel zijn vrije Zondagen opofferen, doch ieder-
een van hoog tot laag beseft, dat het een
nationaal belang en een ijzeren noodzaak is
het verkeer goed en regelmatig te doen func-
tionneeren.
Maandag is het gemaal bij de Voorst in
werking gesteld. Met dit be 1 angrijke feit in
de ontwikkeling van de droogmaking van den
Noordoostpolder is wederom een mijlpaal be
reikt. Tot dusver werd het water alleen uit-
geslagen door het gemaal te Lemmer. Gedu-
rende de enkele maanden, dat het in werking
is, zakte het water in den polder met onge-
veer 40 cm. Men kan dat duidelijk waar-
nemen aan de Overijsselsche kust en bij Urk,
op die plaatsen, waar weinig water stond en
die nu reeds voor een groot deel zijn droog-
gevallen. Wanneer het gemaal bij de Voorst
zijn werkzaamheid daarbij zal voegen, zal het
resultaat van de bemaling zich weldra nog
duidelijker afteekenen. In November denkt
men het derde gemaal, dat te Urk, klaar te
hebben. Daarna zal het droogvallen van het
Urkerland nog slechts een kwestie van tijd
zijn.
Reeds dit voorjaar gaan de eerste arbeiders
naar den polder om de drooggevallen gron-
den voor de cultuur gereed te maken.
DE BEVORDERJNG VAN DE WINNING
VAN EIKENSCHORS.
In aansluiting op het met ingang van 16
dezer in werking getreden verbod tot het
vervoeren van ongeschild eikenhout van in-
landschen oorsprong, vestigt de directeur van
het ryksbureau voor huiden en leder er nog
nadrukkelijk de aandacht op, dat dit verbod
uitsluitend werd uitgevaardigd teneinde de
winning van eikenschors zooveel mogelijk te
bevorderen.
In verband hiermede wordt eigenaars van
perceelen eikenhout dringend verzocht him
volledige medewerking te verleenen door voor
1 Juli 1941 zooveel mogelijk daartoe geschikt
eikenhakhout te doen omslagn respect, de
uitdunning van de daarvoor in aanmerking
komende perceelen zoo mogelijk vervroegd en
in versterkte mate te doen plaats vinden.
Betreffende eventueele nadere bijzonder-
heden kan men zich met de directie of de
opzichters van de Nederlandsche Heidemaat-
schappij of met de directie of de houtvesters
van Staatsboschbeheer nader verstaan.
Zooals reeds werd medegedeeld dient de
gewonnen schors te worden afgeleverd aan de
looistofhandelaren en verdere daarvoor in
aanmerking komende ingeschrevenen bij het
rijksbureau voor huiden en leder.
DIPLOMA RIJWIELHERSTELLER.
Rijwielherstellers, die zich thans willen
vestigen, moeten o.m. in het bezit zijn van
een diploma dat wordt verkregen na het met
gunstig resultaat afleggen van een examen,
uitgaande van de Rijwiel- en motorrijwiel-
herstellers examen-corporatie.
Bij wijze van overgang kan aan thans ge-
vestigde rijwielherstellers, die aan de hier-
onder te noemen voorwaarden voldoen, op.
hun verzoek een departementale verklaring
worden verstrekt, die dezelfde bevoegdheden
geeft als het diploma.
Bij de vaststelling van de groep, die voor
zulk een verklaring in aanmerking komt,
moest een bepaalde grens worden gesteld.
Daar er over dit punt misverstand is ont
staan, deelt de Economische Voorlichtings-
dienst mede, dat een verzoek ter verkrijging
van de verklaring kunnen doen vier catego-
rieen van personen, die alien v6or 1 Juli 1907
moeten zijn geboren en op 1 Januari 1939 ge-
durende de laatste tien jaren tenminste zeven
jaar in volledigen werkkring, respectievelijk
volledige betrekking in het bedrijf werkzaam
zijn geweest. Voor de hieronder vermelde
groep C is laatstgenoemde datum 1 Januari
1937.
De vier groepen zijn:
a. Personen, die op 1 Januari 1939 waren
gevestigd als zelfstandig ondememer;
•b. zoons of dochters van een gevestigden
ondememer ten aanzien van de onmiddellijke
opvolging van den vader of de moeder;
c. personen, die op 1 Januari 1937 optra-
den als vennooten onder een firma in een ge-
vestigde ondememing;
d. beheetders(sters) (filiaalchefs e.d.), die
op 1 Januari 1939 als zoodanig optraden.
DE RIOHTLUNEN DER OOMMISSIE-
POSTHUMA.
De richtlijnen, welke de voorzitter van de
commissie ter ondersteuning van de maat-
regelen, getroffen voor de regeling van de
landbouwproductie (de commissie-dr. Posthu-
ma) heeft gegeven, luiden als volgt;
1. leder der voorzitters, die benoemd zijn
als leden van bovengenoem.de commissie,
wordt zich door middel van het orgaan zqner
vereeniging op zijn eigen wijze en geheel vol-
gens eigen inzicht tot de leden zijner vereeni
ging om dezen duidelijk te maken, waarom
n.z.m. de productieslag noodig is.
2. De voorzitters, leden van de commissies,
geven de namen op van de personen, die
namens hun vereeniging of namens een on-
derdeel hunner vereeniging lid zullen zijn van
de gewestelijke commissies.
3. De gewestelijke commissies komen, na
ontvangst van de in sub 2. gevraagde namen,
samen op nader te bepalen plaatsen en dagen.
4. De gewestelijke commissies maken op
de sub 3 bedoelde samenkomsten voorstellen
op inzake de onderverdeeling van hun gebied
in streken en dragen daarvoor candidaatcom-
missieleden voor.
5. Mede in verband met den aanstaanden
grasoogst verzamelen de streekcommissies
zoo spoedig mogelijk, doch in ieder geval
v66r 10 Mei, de gegevens, noodig om te weten
op welke boerderij de middelen voor het ensi-
leeren ontbreken en welke kosten naar hun
schatting zullen zijn verbonden aan het voor-
zien in deze middelen.
6. De streekcommissies verzamelen voor
1 Juni gegevens betreffende boeren, die be-
reid zijn hun landbouwmachines, eventueel
tegen eenige vergoeding, ook voor gebruik
door anderen beschikbaar te stellen.
7. In verband met het doelmatige verza
melen van den op iedere boerderij vallenden
natuurlijken mest, verzamelen de streekcom
missies zoo spoedig mogelijk, doch in ieder
geval v6or 1 Juli, de gegevens, noodig om te
weten op welke boerderij verbetering in de
mestbewaarplaatsen kan plaats hebben en
Door
GERARD FAIRLIE.
Uit het Engelsoh door
Jhr. R. H. G. NAHUYS.
4"3Vervolg.
Vandaar naar den buitenrand van het ge-
hucht was slechts een zaak van voorzichtig-
heid em niet van moealijkheid. Wij dekten ons
waar dekking te vinden was en hoewel wij
niet zeer snel vooruitkwamen, aangezien wij
dikwijls omwegen moesten maken, kwamen
wtj veilig en wel aan het eerste huis.
Nu was het nagemoeg geheel dag. Wij kon-
den naar iedere zijde tamelijk ver zien en het
zou weldra geheel dag worden. Derhalve was
het noodzakelijk snel te handelen, want om-
streeks dezen tijd moest de Octopus de wan-
hoop nabij zijn.
Het eefste huis waar wij kwamen was een
boerderij. Jean greep mij opgewonden bij een
arm en wees naar het dak.
,,Daar hebben ze een telefoon", zei zij, toen
ik draden gezien had, die aan een isolator be-
vestigd waren.
Ik begreep wat zij bedoelde. Door middel
van de telefoon konden wij ons terstomd in
verbinding stellen met Vic en Scotland Yard,
veel sneller dan Ms we onze vlucht hadden
moeten voortzetten em wachtten tot we Vic
persoonlijk ontmoetten. Hoe verlangde ik zijn
forsche gestalte weer te zien en hem in zijn
eigen mengsel van orezin em diepe wijsheid te
hooren praten! Dat zou de grootste balsem
zijin voor mijn geschokte zenuwen; dat, en de
wetenschap dat mijn eigen lieve meisje we
derom veilig in haar huis was.
Het demkbeeld van Jean was gezond. Wij
liepen am het huis heen, ten einde het van de
achterzijde te naderen, en aldus uit het ge-
zicht te blijven van mogelijke bewakers van
het bosch, waarna wij moedig het pad betra-
den, dat bij de achterdeue- uitkwam.
Ik Mchtte de klink op, en het was niet te
verwonderen dat we de deur gesloten vondem.
Ik bekeek de vensters op den beganen grond,
maar alleen het verbrijzelen van de ruiten
daarvan zou ons den toegang verleend heb-
bem. Er bleef ons niets anders over dan den
boer uit zijn bed te kloppen.
Daarin slaagden wij, na op de deur een ge-
weldig spektakel gemaakt te hebben, gelijk-
tijdig de bel hevig in beroering brengende.
Een man van middelbaren leeftijd verscheen;
hij had haastig een jas over zijn nachthemd
geworpem en was niet in het allerbeste
humeur.
Hij hield ons eerst, geloof ik, voor een paar
landloupers en ik moet eerlijk zeggen dat deze
opvatting gereohtrvaardigd was, want onze
kleerem waren geheel in wanorde en zaten vol
vudl, wegens onze reis dwars over het land
en ik had mij in vier en twintig urem niet ge-
schoren. Ik overwoog dat de eenige manier
om gedaan te krijgen wat wij wenschten, was
dat wij hem de gedeeltelijk-e waarheid onthul-
den; ik kon hem natuurlijk onmogelijk de
voile meedeelen, en, al had ik dit gedaan, dan
zou hij mij nooit geloofd hebbem.
,,Ik behoor tot de poditie," zei ik gebiedend.
„Het spijt me het u te moeten lastig maken,
maar het geldt een zaak van belang. Ik
wensch van uw telefoon gebruik te maken."
„WIat ben je."
,,Dat zei ik je al. Een ambtenaar van de
politie. Sta daar niet te kijken, ik weet zeer
goed dat mijn uiterlijk er niet naar is, maar
dat is mijn schuld niet."
.Waarom wendt ge u dan niet tot het poli-
tiebureau?"
Omdat," antwoordde ik ongeduldig, ,,ik
niet weet waar het is, en mijn zaak is zeer
dringend. Dus, waar hangt het toestel?"
Onder het spreken was ik hem voorbijge-
schoven, door Jean op de hielen gevolgd. Ik
kom niet zeggen of hij mij geloofde, maar hij
scheen te overwegen dat hij er geen gevaar
bij liep als hij mij door zijn telefoon liet spre
ken. Hij ging ons voor naar een soort spreek-
kamertje en wees naar het toestel, in een
hoek van de kamer. Hij bleef bij de deur
staan.
Ik liep vlug naar het toestel en nam den
boom af. Ik had besloten eerst mijn huis te
Londen op te bellen en met Smith te spreken.
'Hij zou waarschijnlijk beter weten waar Vic
zich bevond dan Scotland Yard zelf. Ik vroeg
het nummer aan en wacihtte zoo geduldig
als ik kon op de aansluiting.
Hoewel zwak, was de verbinding eindelijk
tot stand gebracht.
„Hiallo!"
Het hart bonsde mij in de keel.
,,Vic!" riep ik.
Toen hoorde ik voor het eerst en het laatst
van mijn leven dat Vic opgewonden sprak.
,,'Mtjn God! Is dat de ouwe Jack?"
..In levenden lijve, Vic."
,,Waan is Jean?"
,,'Hier bij me."
„Is ailes goed?"
„Ja. Hoor eens; kom dadelijk naar..."
Hier keek ik op de kaart bij het toestel waar-
op vermeld stond. „Uw telefoonnummer is:
„Colne, zoo spoedig mogeljjk. Neem
een aantal flinke kerels mee. We kunnen de
hand leggen op hem."
,,Prachtig, beste kerel."
,,'En, Vic
Ik kwam niet verder.
Jean stiet plotseding een gil uit om m(j voor
iets te waarschuwen en zei iets tegen mij,
maar ik hoorde haar alleen mijn naam noe
men.
'Br scheen een bergstorting op mijn hoofd
neer te komen. Alles werd zwart. Ik had
een gevoel als daaMe ik in een lift met groote
snelhedd neer en die daling duurde geruimen
tijd. Eindelijk kwam ik geheel beneden, naar
het mij scheen en ik verloor het bewustztjn.
Ik wist niets meer.
HOOFDSTUK XVII.
Toen ik bijkwam, lag ik in mijn eigen kamer
in mijn huis te Londen. Het zonlicht golfde
door de vensters binnen en zoodra ik de oogen
geopend had, had ik inderdaad geen besef
dat er iets met mij gebeurd was. In een half
wakenden, half droomenden toestand vroeg
ik m\j af waarom Anderson mijn thee nog
niet gebracht had, en kwam tot de gevolg-
trekking dat hij zich verslapen moest neb-
ben. Ik zou hem daarover eens een flink
standje maken.
Ik strekte de hand uit naar mijn horloge
om te zien hoe laat het was. In veronderstel
dat deze beweging mijn bloedsomloop ver-
snelde, want onmiddellijk voelde ik een bers-
tende hoofdpijn. Met een lichten uitroep liet
ik mij achterover vallen, voor een oogenblik
niet tot denken in staat, bezield door slechts
e£n wensch, namelijk, om bewegingloos te
blijven liggen en die kloppende pijn te stillen.
Ik deed geen poging om na te gaan waardoor
zij veroorzaakt was; ik wist alleen dat ik er
aan leed.
Ik sloot mijn oogen; hoewel mij nog van een
vage pijn bewust, was zij niet meer zoo ste-
kend. Ik opende de oogen opnieuw.
Ik zag den braven Smith naast mrjn bed
staan en mij aanzien, een eigenaardige uit-
drukking, half grappig, half ongerust, op zijn
gezicht.
Het eerste oogenblik kon ik volstrekt niet
bedenken wie hij was. Toen schoot het mij
bliksemsnel te binnen en met deze herkenning
kreeg ik het voile besef van hetgeen er ge
beurd was terug. Nu wist ik waarom de
arme Anderson niet op zijn post geweest was.
Ik herinnerde me Vic en zijn eerste bezoek
aan mij, den Octopus, dat huis der gruwelen,
onze vlucht, het spreekkamertje in de boer
derij, ik herinnerde me dat i'k daar getelefo-
neerd en plotseling den uitroep van Jean ge
hoord had.
Ongeacht de hernieuwde pijn in mijn hoofd,
door een zoodanige handeling verscherpt,
richtte ik mij in bed overeind.
„Waar is Jean?... Waar is juffrouw An-
stiuther?" schreeuwde ik bijna.
,,Blijf liggen, mijnheer," zei Smith op be-
slisten toon.
Het spreekt van zelf dat ik hem gehoor-
zaamde, niet uit gelhoorzaamheid, maar om
dat het mij eenvoudig onmogelijk was mij in
halfzittende houding te handhaven. Mijn
hoofd was begonnen zoo hevig te kloppen, dat
ik me werkelijk ziek gevoelde en de eerste
oogeniblikken kon ik niets anders doen dan
doodstil liggen.
Plat op mijn rug liggende, herhaalde ik
mijn vraag.
Smith, waar is juffrouw Anstruther?"
vroeg ik.
(Wordt vervolgd.)