rfmffm NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Oproep van den Fiihrer aan het Duitsche volk. De man die lachte Rogpnn No. 10.200 MAANDAG 7 APRIL 1941 81e Jaargang De Burgemeester van Hoek Buitenland Feuilleton AANMELDING EN AANGIFTE VOOR DE BEVOLKINGSREGISTERS. maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van 8 t/m 10 April a.s. algemeene uit- reiking van MELK- EN CACAOKAARTEN zal plaats hebben in het Distributie- k a n t o o r ter plaatse des v.m. van 8.30—12 uur n.m. van 1.30—4.30 uur 's avonds van 68 uur Indeeling der uitreiking als volgt Dinsdag 8 April: Uitreiking aan diegenen, wier geslachtsnaam begint met de letter A t/m H Woensdag 9 April: idem met de letter I t/m P Donderdag lO April: idem met de letter Q t/m Z. Stamkaarten van alle gezinsleden moeten worden overgelegd. De aandacht wordt er op gevestigd, dat aan deze oproeping stipt de hand gehouden wordena genoemde data worden deze bescheiden niet meer verstrekt. De Burgemeester voomoemd ONTEIGENING. helpen NEUZENSCHE HL.ULITILLI1 SIIB-WSWW i- a uiFli.TKNTl F.NVan 1 tot 4 regels 0,82% - Voor elken regel 3 maanden Buiten Temeuzen ABONNEMENTSPRIJS Binnen Temeuzen 1,42 per fr ner post 1,73 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika /2.20, overige landen 2,65 per 3 maanden fr. per pos Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: N.V. Finna P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 - TEEEFOON No. 2073. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,82% - Voor elken regel meer 0,20%. KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief^ betwelk op aanvmag verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst een dag voor mtga DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. TER- (Burgemeester en Wethouders van NEUZHN herinneren de bevolking aan haar verplichtingen, omscbreven in de artikelen 3 tot en met 16 bet besluit bevolkingsboekhou- ding 1936. staatsblad nr. 342, vestigen m het bijzonder de aandacht op het navolgende: 1°, dat, behoudens afwijkmgen, ieder, die in Nederland nachtrust of de daarvoor in de plaats tredende rust geniet, onverwijld moet worden opgenomen in e6n der bevolkings- registers; 2°. dat ieder moet worden opgenomen in het bevolkingsregister der gemeente, waar hij voomemens is duurzaam of voor onbepaalden tijd als regel zijn nachtrust of de daarvoor in de plaats tredende rust te genie ten; 3° dat in geval van onzekerheid omtrent het onder 2°. vermelde bijzondere voorschrif- ten gelden; 4°. dat, behoudens afwijkmgen, ieder die Nederland verlaat onverwijld van de bevol kingsregister moet worden afgevoerd, 5° dat bij adresverandering binnen de ge meente de noodige wijzigingen in het bevol kingsregister moeten worden aangebracht, en wijzen er voorts, in verband met het bovenstaande, op: a. dat aangifte van vertrek uit of van ver- huizing binnen de gemeente, mondeUng of soluiftelyk moet geschieden op den dag van of uiterlijk vtjf dagen na het vertrek (brj het verlaten van Nederland ten hoogste vijf dagen tevoren) of na de adresverandering, met op- gave van het laatste adres en van den naam der gemeente, of van het land en de plaats, waartieen vertrokken en het meuwe adres (zoo noodig met opgave van den naam van het hoofd van het gezin); h. dat aan den aangever van een vertrek, behoudens bijzondere gevallen, onmiddellijk een verhuiskaart wordt uitgereikt of toege- zonden, welke hem dient als bewijs van af- melding en welke binnen vijf dagen moet wor den ingeleverd hij het bestuur der Nederland- sche gemeente, in welker bevolkingsregister de persoon moet worden opgenomen; c» dat ieder, die in de gemeente nachtrust of de daarvoor in de plaats tredende rust ge niet en die nog niet in een bevolkingsregister is opgenomen of die ten onrechte nog in het bevolkingsregister eener andere gemeente is opgenomen, zich binnen vijf dagen na zijn aankomst in persoon moet aanmelden bij het gemeentebestuur onder overlegging van een paspoort of ander identiteitsbewijs, indien hij uit een plaats buiten Nedeiiand en van een verhuiskaart of legitimatiebewijzen, indien hij uit een andere gemeente van Nederland is gekomen, tenzij hij overeenkomstig de des- betreffende bepalingen is vrijgesteld van aan- melding; d. dat bestuurders van insteUingen, ge- stichten of schepen, waarin personen onder eenig bestuur inwonen, alsmede hotelhouders, pensionhouders en kamerverhuurders uiterlijk vijf dagen na de opneming of huisvesting of na het vertrek, mededeeling moeten doen van den geslachtsnaam en de voomamen van ieder persoon, die langer dan veertien dagen in de insteUing, het gesticht, schip, hotel, pension of huis wordt of is opgenomen of gehuisvest, alsmede van ieder zoodanig persoon, die daar- uit vertrekt, tenzrj de persoon is vrijgesteld van aanmelding. Overtrading van de voorschriften wordt ge- st raft volgens de wet. Temeuzen, 7 April 1941. Burgemeester en Wethouders van Terneuzen, P. TBLLEGEN, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE. Secretaris. en gedeelten van perceelen op na te noemen lijst en kaarten vermeld en gelegen in de Kom der gemeente. Deze onteigening steunt op artikel 5 van het Besluit van den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht van 24 Mei 1940 betref- fende den Wederopbouw (II), (stbl. O 552) en ligt met de gedane aanzegging en de bovengenoemde lijst en kaarten gedurende drie weken na heden op de gemeente-secre- tarie voor een ieder kosteloos ter inzage. Terneuzen, 7 April 1941. Burgemeester en Wethouders voomoemd, P. TELLBGEN, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. T0R- Burgemeester en Wethouders van NEU1ZEN brengen ter openbare kennis, dat de Algemeen Gemachtigde voor den Weder opbouw te 's-Gravenhage den burgemeester heeft aangezegd de onteigening van perceelen Door GERARD FAIRLIE. Uit het Engelsch door Jhr. R. H. G. NAHUYS. 37) Vervolg. Ik kwam voorbij mijn eigen deur, die open stond, zooals ik haar gelaten had. Ik schoof beboedzaam verder, tot ik mij overtuigd had de deur van de kamer naast de mijne bereikt te hebben. De zaak werd voor mij beslist. Ik had mijn hand zeer licbt op den deurknop gelegd. Eensklaps, met verlammende onverwachtheid, begon die kruk te draaien. Men zegt dat de haren van het menschelijk hoofd, in oogenblikken van grooten angst of schrik, niet doen zooals beweerd wordt, name- lijk, te berge rijzen. Wie dit ook mogen be- weren, zij hebben ongelijk. Ik geloof oprecht en waarachtig, dat in dat ontzettend oogen blik, ieder haar op mijn hoofd recht overeind stond. Ik wist dat ik onmiddellijk moest handelen, en dat ik bliksemsnel bedenken moest wat ik doen zou. Maair ik was tjjdelijk verlamd, geestelijk zoowel als lichamelijk. Gedurende een tijd, die een eeuwigheid scheen te duren, was ik niet in staat tot denken of een be- weging te maken, en steeds bleef die kruk „DE DL'ITSC H-JT ALIA ANSCHF, LEIDING BEPAALT HET SLAG VELD." Het D.N.B. meldt uit Berlijn: Er kan geen sprake zijn, dat de Engelsche leiding bij den overbaasten aftocht via Ben- gazi de vrijheid van besluit bezeten beeft zich j ,,haar eigen slagveld te kiezen", betoogt men met nadruk in Berlijnsche militaire kringen. In tegenstel'ling tot de bewering van het En gelsche opperbevel, dat de beteekenis van de Britsche nederlaag wil verzwakken, werd het slagveld door de Duitsch-Italiaansche leiding bepaald. Zij heeft den vijand den strijd daar opgedrongen, waar zij hem wilde uitvechten. De wet van handelen werd, zoo wordt nadruk- kelijk vastgesteld, door de leiding der ver- bonden mogendheden aan de Engeischen voor- geschreven. Het D.N.B. vemeemt over de oorlogshande- lingen in Cyrenaica nog de volgende bijzon- derheden: de aftocht der Engeischen via Age- dabia voorbij Bengazi geschiedde zoo snel, dat de vijand geen tijd vond, zich te weer te stellen. In tegenstelling tot het bijzonder geringe aiantal slachtoffers onder de bondge- nooten, waren de Engelsche verliezen aan ge- sneuvelden, gewonden, gevangenen en mate- riaal bij de felle achtervolging aanzienlijk. De mededeeling van het opperbevel van het Brit sche Nijl-leger, dat de Engelsche troepen bij hun aftocht den troepen van de mogendheden van de spil groote verliezen aan manschappen en strijdwapens hebben toegehracht, is pure fantasie. onder de lichte aanraking van mijn vingers draaien. Het oogenblik, al scheen het mij duizend jaren te duren, kon inderdaad niet langer ge- dunrd hebben dan een deel van een seconde. Eensklaps herkreeg ik mijn zelfbeheersching en rukte ik mijn hand weg, maar niet eerder dan toen de deur zich begon te openen. Zacht- jes, trad ik terzijde. Het feit dat ik in de algemeene duisternis niet kon zien hoe ver die deur geopend werd, maakte de spanning nog sterker dan anders, want zij werd er door verlengd. Van een ding evenwel, was ik tamelijk zeker. De deur moest op nagenoeg dezelfde wijze geopend worden als ik de mijne geopend bad: met de uiterste behoedzaamheid en in de grootste stilte. Derhalve moest hij, die die kruk om- gedraaid bad, omtrent mijn tegenwoordige plaats van verblijf in onwetendheid verkee- ren, hoewel ik niet anders kon denken, of mijn ontsnapping was ontdekt. Kwam degene die uit die kamer zou treden, de gang naar links op, dan was ontdekking onvermjjdelijk; en dit bedenkende, overviel mij voor een oogenblik de spijt, dat ik mijn kleine revolver afgegeven had aan Jean, toen wij nog in den auto zaten. Zij verdween evenwel weer onmiddellijk, want het was on- eindig beter dat zij het wapen had. Niette- min, was ik geheel ongewapend tegenover een man, die zoo good als zeker wel van een wapen voorzien zou, zijn. Ik zou moeten ver- trouwen op mijn vuisten, en hij voorbaat bal- de ik ze reeds onwillekeurig. De vingers van mijn rechterhand sloten zich om het eind ketting. Een nieuw denk- beeld schoot mij te binnen; ik was niet zoo ongewapend als ik dacht. Met een snelle be- weging had ik den ketting rond mijn vingers gewonden en op deze wijze was ik in het be- Het D.N.B. meldt: De Fiihrer heeft den volgenden oproep aan het Duitsche volk uitgevaardigd Sinds het Britsche imperialisme zich opge- maaJkt heeft om de wereld te veroveren, was het zijn streven Europa en zijn volken in steeds nieuwe innerlijke oorlo-gen te wikkelen en ze daarmee te verzwakken. Engeland heeft daarhij maar al te dikwijls ten deele verblinde, ten deele omgekochte staatslieden en volksleiders gevonden, die hun landen in dienst van deze Britsche wereldbeheersching stelden. Sinds eeuwen was tevens degene, die het meest profijt trok van deze door Engeland aangestichte veroveringsoorlogen de Jood- sche haute finance. Onder de leuze demo cratic" heeft deze samenzwering van impe rialisme en kapitalisme de wereld en vooral Europa in tallooze verwikkelingen gebracht. In het jaar 1914 slaagden deze krachten er in het oude Duitschland te overvallen en tot den strijd te dwingen. Het doel was de ver- nietiging van het Duitsche economische leven en de uitplundering van de Duitsche econo mische kracht benevens het weerloos maken van het volk tot dit doel. Destijds evenwel werd de strijd niet ge- voerd teg-en het nationaal-socialistische Derde Rijk, doch tegen den constitutioneel-demo- cratischen Duitschen bondstaat. Nauwelijks was het gelukt na een afschu- welijk verval van bet Duitsche economische leven en het Duitsche leven in het algemeen gedurende vijftien jaar het Duitsche volk door de kracht van de nationaal-socialistische beweging op te heffen en tot nieuwen opbloei te brengen, toen dezelfde krachten terstond weer haar oude doelstelling proclameerden; het onafhankelrjke, zich weer oprichtende Duitschland moest opnieuw vemietigd wor den. En weer als destijds meende men daarbij het conflict het beste door veile krachten te kunnen ontketenen. Polen was uitverkoren, zonder eeriige aan- leiding den strijd met Duitschland te ont ketenen, en op het streven om door een ver- standig compromis een vreedzame samen- werking tot stand te brengen, met geweld te antwoorden. Op de kracht van de intusschen ontstane nieuwe Duitsche weermacht van het Derde Rijk is deze aanslag in enkele weken gestrand. Nu poogde Groot-Brittannie via Noorwegen den aanval op de Duitsche rechterflank uit te voeren. Met een voorsprong van enkele uren kon deze aanslag opgevangen en in een heroieken strijd van weken eveneens tot mis- lukking gebracht worden. Er staan Duitsche soldaten van Kirkenes tot aan de Duitsche Bocht en zij beveiligen daarmee de Duitsche leefruimte. Deze nederlagen dwongen Churchill nieuwe mogelijkheden te zoeken. Zoo kwam hij tot het besluit door het met Engeland verbonden Belgie en Nederland een aanval te doen op het Roergebied als het hart van bet Duitsche bedrijfsleven. Ditmaal was Frank- rijk uitverkoren om den voomaamsten last van den strijd te dragen. In een historisch unieken zegevierenden opmarsch heeft de Duitsche weermacht ook dezen aanval ver- ijdeld en het Westen van Europa van de Engeischen gezuiverd. Terwijl Churchill mijn hernieuwde vredes- voorstellen van de hand wees, besloot Chur chill thans de kracht van het Engelsche Im- perium tegen Italie te keeren en vooral de Noord-Afrikaansche kust met behulp van Nieuw-Zeelandsche en Australische troepen in zijn macht te krijgen. Ook deze poging kan reeds thans dank zij de samenwerking van Duitsche en Italiaansche strijdkrachten als mislukt beschouwd worden. De Balkan. komstig het voorbeeld van den wereldoorlog in, Griekenland eerst door het aanbod van een garantie te paaien en daarna definitief voor haar doeleinden te misbruiken. De thans gepubliceerde documenten ver- schaffen inzicht in de praktijk van een me- thode, welke volgens de oudste Britsche recepien steeds weer tracbt anderen voor Engelsche belangen te laten strijden en dood- bloeden. Daartegenover heb ik steeds betoogd, dat. le. bet Duitsche volk geenerlei tegenstel- lingen tot het Grieksche volk kent, 2e. dat wij evenwel nooit zullen dulden, dat zich evenals in den wereldoorlog op Grieksch gebied een mogendheid nestelt met het doel van daar uit te zijner tijd van het Zuidoosten uit een aanval op de Duitsche leefruimte te kunnen ondememen. Wij hebben de Noordelijke flank van de Engeischen gezuiverd, wij zijn vast besloten, ook in het Zuiden een dergelijke bedreiging niet te dulden. In den zin van een waarachtige consolidate van Europa was het mijn streven, sinds den dag, waarop wij de macht overgenomen heb ben, vooral ook met Joegoslavie een vriend- schappelijke verhouding tot stand te bren gen Ik heb bewust al datgene vergeten, wat eens tusschen Duitschland en Servie voorge- v all en is. Ik heb daarbij niet alleen de hand het Duitsche volk aan het Servische volk vetd"V?„T, pijueu i \endeTV Sedert het begin van den oorlog was het Engeiands onmiskenbare streven, den Balkan als strijdtooneel te kunnen bezigen. Inderdaad slaagde de Britsche diplomatic er overeen- zit van een ge'impiroviseerden, maar niet min der geduchten hoksbeugel. Ik geloof dat ik in de duisternis bij mezelf glimlachte; mijn vertrouwen was in verras- sende mate teruggekeerd, zoodra ik het staal in mijn hand voelde. NUi was ik tegen ieder- een opgewassen, zelfs tegen den Octopus in persoon, maar ik hoopte oprecht dat ik niet zou hehoeven te vechten, want indien er ge- raas ontstond en de bende vermoedde on- raad, zou mijn laatste kans om Jean te kun nen bevrijden in rook opgaan. De man, die niet meer dan vier of vijf voet van mrjn plaatsje verwijderd was, bleef be- sluiteloos staan, en ik hield den adem in. Hij sloeg rechts af, en begon snel de gang af te loopen, waarbij zijn schreden over den dikken looper onhoorbaar waren. Werktui- gelijk en onder het slaken van een zucht van verademing, volgde ik hem, de ketting steeds stevig rond mijn knuisten gewikkeld en op iedere gebeurlijkheid voorbere d. Mijn gedachten werkten op dat tijdstip zeer snel; ik geloof dat dit in dergelijke oogenblik- ken bij iedereen het geval is. Het verwon- derde mij dat de man zich niet naar mijn kamer begaf om zich van de waarheid van zijn vermoedens te overtuigen, dat ik wexke- lijk ontsnapt was; maar misschien wilde hij eerst alarm maken en hulp halen, in welk ge val ik van den regen in den drop zou komen. Bij dit denkbeeld bleef ik stokstijf stilstaan. Wij waren aan het einde van de gang ge komen, en eenmaal daar, drong van het por- taal recht voor ons een flauw licht tot ons door, af komstig van een venster zonder gor- dijnen aan het verste einde. Het portaal zelf was in een soort schemering gehuld en daar- door zou ik straks een glimp van den man die voor mij uitging, kunnen opvangen. Ik wilde hem minstens tot daar volgen. Ik aangeboden, maar er daarenboven naar ge- streefd, als behoorlijk makelaar te helpen hij de overbrugging van alle moeilijkheden, die tusschen den Joegoslavischen staat en af- zonderlijke tnet Duitschland verbonden volken, bestonden. Inderdaad is het schijnbaar ook gelukt, inplaats van een ondraaglijke atmos- feer langzamerhand een ontspanning teweeg te brengen, en niet slechts voor een politieke, doeb vooral voor een economiscb vrucbtbare samenwerking den weg vrij te maken. En welk ander doel had Duitschland kunnen heb ben in een gebied, waar het noch territoriale, noch politieke eischen stelde of belangen ver- dedigde? In het kader-verdnag. Om aan Joegoslavie elk gevoel te ontnemen, dat de door Duitschland ingeslagen politiek zich thans of in de toekomst ten ongunste van dit land zou kunnen wijzigen, had ik ge- poogd, den Joegoslavischen staat in te lijven hij die groep mogendheden, die besloten is, ,het vasteland van Europa in de toekmst op te bouwen volgens beginselen, die rekening houden met de gerecbtvaardigde belangen van alien, in gemeenscbappelijken arbeid, in rust en vrede. Ik meende daardoor ook de beste geruststelling te geven ten aanzien van JoegoSlaviS's vrees, dat tusschen Duitschland en Italie of Duitschland en Hongarije hij deze doelstelling tegenover Joegoslavie wellicht verschil bestond of in de toekomst te duchten 'as. Ik heb dit gedaan, ofsehoon de leiding van <len Joegaslavischen staat zoowel als die van den Griekschen naar ons uit de Fransche documenten bekend was op onverantwoor- delijke wijze de belangen der Westersche de- mocratische oorlogshitsers ondersteunde. Op 25 Maart 1941 nu trad Joegoslavie te Weenen plechtig tot het driemogendheden- verdrag toe. Ik en bet geheele Duitsche volk voelden ons er verheugd over, want daar- daarmede scheen een uitbreiding van den oorlog op den Balkan belet en wellicht ook gen zwakke hoop gerechtvaardigd te zijn, het reeds hestaande conflict ten slotte toch nog met een verstandig compromis te kunnen oplossen. Nauwelijks kwamen echter de ministers, die het verdrag badden onderteekend, te Belgrado aan, of de in Engeischen loondienst staande elementen van een miltaire clique, die eeuwig staatsgrepen organiseerde, maak- ten zich gereed om van repliek te dienen. De regeering, die naar vrede met Duitschland Jstreefde, werd ten val gebracht en wel met de uitdrukkelijke openlijke verklaring, dat dit yvegens haar houding jegens Duitschland noodzakelijk was. Daarenboven echter voltrokken zich nu tooneelen, die in het leven der volken een schande vormen en die het Duitsche rijk als groote mogendheid niet bereid is geduldig te slikken. De Duitsche gezant werd beleedigd. de Duitsche militaire attache aangevallen, een officier als assistent van den militairen attach^ gekwetst, talrijke ambtenaren, ver- tegenwoordigers onzer firma's enz. In bet openbaar mishandeld, Duitsche etalageruim- ten winkels, kantoorgebouwen en firma's en scholen vemield en verwoest, tallooze vrou- wen en mannen, vooral ook onze minderbeids- Duitscbers, afgeranseld, bun winkels en wo- ningen ten deele uitgeplunderd en een aantal minderheids-Duitschers daarbij vermoord. 1914 en thans. Deze gebeurtenissen werden in scene gezet door dezelfde creaturen, die reeds in 1914 door den aanslag van Serajewo de wereld in nameloos ongeluk hadden gestort en evenals destijds in deze militaire misdadigerskliek door den Engeischen geheimen dienst gefi- nancierd en georganiseerd. Al zijn deze ge beurtenissen thans dezelfde als destijds, is er toch iets gewijzigd. De thans aangevallen staat is met bet toenmalige Oostenrijk, maar het huidige Duitsche rijk. De nieuwe Servische regeering heeft de algemeene mobilisatie gelast. Zij heeft ei- kend, dat dit reeds sedert dagen in het ge- beim bet geval was. Zij beeft daarmee te kennen gegeven, dat zij meent, in stede van vredelievende betrekkingen tot het Duitsch-i rijk geweld te kunnen stellen. Het geweld, dat zij heeft opgeroepen, zal haar thans vernietigen. Het Duitsche volk koestert geen haat jegens het Servische volk. Het Duitsche volk ziet vooral geen reden om tegen Kroaten of Slovenen te strijden. Het verlangt van deze volken niets. Het Duitsche volk zal thans evenwel met die Servische misdadigerskliek te Belgrado afrekenen, die meent, den Balkan voor de tweede maal ter beschikking te kunnen stel len van den Britschen aanslag op den vrede in Europa. Daar ik het nu nogmaals moet beleven, dat pogingen, gedurende acht jaar ondemo- men, tot opbouw van een vriendschap, weer vergeefsch zijn, heb ik besloten tot herstel van draaglijke betrekkingen en een orde in dit deel van Europa, die ook rekening houdt met de volksche beginselen, in overeenstem- ming met de opvattingen van mijn bondge- noot, de verdere vertegenwoordiging van de Duitsche belangen toe te vertrouwen aan de kracht, die naar thans weer blrjkt blijk- baar alleen in staat is recht en rede in be- scherming te nemen. Het Duitsche rijk bevindt zich sinds van- ochtend in strijd met de usurpators van Bel grado en in strijd met de formaties, die Groot-Brittannie weer van den Balkan uit in het veld tracht te brengen tegen den vrede in Europa. De Duitsche weermacht zal de wapens m deze gebieden eerst dan neerleggen, als het troepje samenzweerders van Belgrado voor goed ten val is gebracht en de laatste Brit ook in deze streken het vasteland heeft ver laten. Mogen de ongelukkigerwijs verblinde vol- kroop in de schaduwen van het portaal voor- waarts en zag hem het portaal oversteken. Maar hij scheen zulks te doen met grooten tegenzin en, hoewel hij na een oogenblik aar- zelens daartoe overging, deed hij het niet dan met de uiterste voorzichtigheid. Plotseling stond het mij voor den geest waarom; hij was niet bang voor den halved schemer op het portaal, maar hij was bang de laatste deur op dat portaal voorbij te gaan, aan zijn rech terhand gelegen. Daaromtrent bleef ik niet twijfelen, want zoodra hij deze deur voorbij was, bewoog hij zich veel sneller en met veel minder voor- zorgen. Zijn geheele manier van doen scheen veranderd; hij had zijn bijna sluipende hou ding laten varen en bewoog zich nu met flin- ken tred, het bovenlijf rechtop. *Het groote gevaar voor hem school blijkbaar achter die deur. Ik was volkomen overtuigd dat ik mij daar- in niet vergiste en tegelijk met deze ontdek king bouwde ik een nieuwe theorie op, een theorie, die ik zonder aarzelen als waar aan- nam. De man zocht niet naar mij; mijn ont snapping was nog niet ontdekt, en hij zelf was uit op een tocht, dien hij voor de overige leden van de bende verborgen wilde houden. Achter die deur lag gevaar voor nem; dus voor mij ook, maar nu had ik besloten hem tot iederen prijs te volgen. Ik kon vrijwel met juistheid gissen wat het doel van zijn naohtelijk uitstapje was. Zeer kalm, maar zeer snel, ging ik voorbij die deur. Juist bijtijds om den man langs een gang aan het andere einde van het por taal te zien verdwijn-en. Ik dankte de Voorzienigheid voor die dikke gangloopers. Ze stelden mij in staat al mijn bewegingen onhoorbaar te verrichten, en toch was ik bliksemsnel dat verraderlijke half ver- Lichte portaal overgestoken. Nu was ik vol komen gerust, want ik trad handelend op, en dat ik handelde voor het bestwil van Jean, stemde mij: gelukkig. De onheilspellende stilte en voorzorg, die alle bewegingen van den voorsten man kenmerkten, beloofden niets goed voor mijn geiefde, maar niet langer, nu zijn bewegingen door mij gevolgd werden. Ik was er vast van overtuigd dat de man mij brengen zou, recht naar de kamer waar Jean gevangen zat. Eenmaal daar, zou ik verder met hem weten af te handelen. Ik trok den ketting rond mijn kneuk-els reeds iets vaster asm. Ik bevond mij slechts een paar ellen achter hem, toen hij 'nalverwegen de tweede gang bleef stilstaan, tegenover een deur aan zijn linkerhand. Hij stond bewegingloosblijk baar iuisterde hij. En ik ook. Plotseling tot een besluit komende, legde hij een hand op den knop van de deur en open- de haar. Een vreemdsoortige kreet klonk van zijn lippen hij scheen door een onweer- staanbare, ongeziene kracht in een sto-kstijve houding gebracht te worden en werd toen achterover%gedrukt, waarbij zijn bovenlijf een boog maakte, in de verkeerde richting. Toen sloeg hij tegen den grond. Ik geloof dat de onverwachtheid van het schouwspel mij er voor behoedde flauw te vallen. Wat ik zooevan gezien had, was zod fantastisch, zoo afschuwelrjk, dat ik steun moest zoeken bij den muur en er rill end tegen leunde. Door welke macht die man ook aan gevallen was, het was een onloochenbaar feit dat hij nu morsdood was. Versuft, staarde ik naar de spookachtige gedaante, die nu op den grond lag. Binnen de kamer weerklonk de gil van een vrouw. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 1