rfmffm NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Oproep van den Fiihrer aan het Duitsche volk.
De man die lachte
Rogpnn
No. 10.200
MAANDAG 7 APRIL 1941
81e Jaargang
De Burgemeester van Hoek
Buitenland
Feuilleton
AANMELDING EN AANGIFTE VOOR
DE BEVOLKINGSREGISTERS.
maakt bekend, dat gedurende het tijdvak
van 8 t/m 10 April a.s. algemeene uit-
reiking van
MELK- EN CACAOKAARTEN
zal plaats hebben in het Distributie-
k a n t o o r ter plaatse des
v.m. van 8.30—12 uur
n.m. van 1.30—4.30 uur
's avonds van 68 uur
Indeeling der uitreiking als volgt
Dinsdag 8 April: Uitreiking
aan diegenen, wier geslachtsnaam begint
met de letter A t/m H
Woensdag 9 April:
idem met de letter I t/m P
Donderdag lO April:
idem met de letter Q t/m Z.
Stamkaarten van alle gezinsleden moeten
worden overgelegd.
De aandacht wordt er op gevestigd,
dat aan deze oproeping stipt de hand
gehouden wordena genoemde data
worden deze bescheiden niet meer
verstrekt.
De Burgemeester voomoemd
ONTEIGENING.
helpen
NEUZENSCHE
HL.ULITILLI1 SIIB-WSWW i- a uiFli.TKNTl F.NVan 1 tot 4 regels 0,82% - Voor elken regel
3 maanden Buiten Temeuzen
ABONNEMENTSPRIJS Binnen Temeuzen 1,42 per
fr ner post 1,73 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika /2.20, overige landen 2,65 per 3 maanden fr. per pos
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: N.V. Finna P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 - TEEEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,82% - Voor elken regel meer 0,20%.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief^ betwelk op aanvmag
verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst een dag voor mtga
DIT BLAD VERSCHIJNT
IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
TER-
(Burgemeester en Wethouders van
NEUZHN herinneren de bevolking aan haar
verplichtingen, omscbreven in de artikelen 3
tot en met 16 bet besluit bevolkingsboekhou-
ding 1936. staatsblad nr. 342, vestigen m het
bijzonder de aandacht op het navolgende:
1°, dat, behoudens afwijkmgen, ieder, die
in Nederland nachtrust of de daarvoor in de
plaats tredende rust geniet, onverwijld moet
worden opgenomen in e6n der bevolkings-
registers;
2°. dat ieder moet worden opgenomen in
het bevolkingsregister der gemeente, waar hij
voomemens is duurzaam of voor onbepaalden
tijd als regel zijn nachtrust of de daarvoor
in de plaats tredende rust te genie ten;
3° dat in geval van onzekerheid omtrent
het onder 2°. vermelde bijzondere voorschrif-
ten gelden;
4°. dat, behoudens afwijkmgen, ieder die
Nederland verlaat onverwijld van de bevol
kingsregister moet worden afgevoerd,
5° dat bij adresverandering binnen de ge
meente de noodige wijzigingen in het bevol
kingsregister moeten worden aangebracht,
en wijzen er voorts, in verband met het
bovenstaande, op:
a. dat aangifte van vertrek uit of van ver-
huizing binnen de gemeente, mondeUng of
soluiftelyk moet geschieden op den dag van
of uiterlijk vtjf dagen na het vertrek (brj het
verlaten van Nederland ten hoogste vijf dagen
tevoren) of na de adresverandering, met op-
gave van het laatste adres en van den naam
der gemeente, of van het land en de plaats,
waartieen vertrokken en het meuwe adres
(zoo noodig met opgave van den naam van
het hoofd van het gezin);
h. dat aan den aangever van een vertrek,
behoudens bijzondere gevallen, onmiddellijk
een verhuiskaart wordt uitgereikt of toege-
zonden, welke hem dient als bewijs van af-
melding en welke binnen vijf dagen moet wor
den ingeleverd hij het bestuur der Nederland-
sche gemeente, in welker bevolkingsregister
de persoon moet worden opgenomen;
c» dat ieder, die in de gemeente nachtrust
of de daarvoor in de plaats tredende rust ge
niet en die nog niet in een bevolkingsregister
is opgenomen of die ten onrechte nog in het
bevolkingsregister eener andere gemeente is
opgenomen, zich binnen vijf dagen na zijn
aankomst in persoon moet aanmelden bij het
gemeentebestuur onder overlegging van een
paspoort of ander identiteitsbewijs, indien hij
uit een plaats buiten Nedeiiand en van een
verhuiskaart of legitimatiebewijzen, indien hij
uit een andere gemeente van Nederland is
gekomen, tenzij hij overeenkomstig de des-
betreffende bepalingen is vrijgesteld van aan-
melding;
d. dat bestuurders van insteUingen, ge-
stichten of schepen, waarin personen onder
eenig bestuur inwonen, alsmede hotelhouders,
pensionhouders en kamerverhuurders uiterlijk
vijf dagen na de opneming of huisvesting of
na het vertrek, mededeeling moeten doen van
den geslachtsnaam en de voomamen van ieder
persoon, die langer dan veertien dagen in de
insteUing, het gesticht, schip, hotel, pension
of huis wordt of is opgenomen of gehuisvest,
alsmede van ieder zoodanig persoon, die daar-
uit vertrekt, tenzrj de persoon is vrijgesteld
van aanmelding.
Overtrading van de voorschriften wordt ge-
st raft volgens de wet.
Temeuzen, 7 April 1941.
Burgemeester en Wethouders van Terneuzen,
P. TBLLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE. Secretaris.
en gedeelten van perceelen op na te noemen
lijst en kaarten vermeld en gelegen in de
Kom der gemeente.
Deze onteigening steunt op artikel 5 van
het Besluit van den Opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht van 24 Mei 1940 betref-
fende den Wederopbouw (II), (stbl. O 552)
en ligt met de gedane aanzegging en de
bovengenoemde lijst en kaarten gedurende
drie weken na heden op de gemeente-secre-
tarie voor een ieder kosteloos ter inzage.
Terneuzen, 7 April 1941.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
P. TELLBGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
T0R-
Burgemeester en Wethouders van
NEU1ZEN brengen ter openbare kennis, dat
de Algemeen Gemachtigde voor den Weder
opbouw te 's-Gravenhage den burgemeester
heeft aangezegd de onteigening van perceelen
Door
GERARD FAIRLIE.
Uit het Engelsch door
Jhr. R. H. G. NAHUYS.
37)
Vervolg.
Ik kwam voorbij mijn eigen deur, die open
stond, zooals ik haar gelaten had. Ik schoof
beboedzaam verder, tot ik mij overtuigd had
de deur van de kamer naast de mijne bereikt
te hebben.
De zaak werd voor mij beslist. Ik had mijn
hand zeer licbt op den deurknop gelegd.
Eensklaps, met verlammende onverwachtheid,
begon die kruk te draaien.
Men zegt dat de haren van het menschelijk
hoofd, in oogenblikken van grooten angst of
schrik, niet doen zooals beweerd wordt, name-
lijk, te berge rijzen. Wie dit ook mogen be-
weren, zij hebben ongelijk. Ik geloof oprecht
en waarachtig, dat in dat ontzettend oogen
blik, ieder haar op mijn hoofd recht overeind
stond.
Ik wist dat ik onmiddellijk moest handelen,
en dat ik bliksemsnel bedenken moest wat ik
doen zou. Maair ik was tjjdelijk verlamd,
geestelijk zoowel als lichamelijk. Gedurende
een tijd, die een eeuwigheid scheen te duren,
was ik niet in staat tot denken of een be-
weging te maken, en steeds bleef die kruk
„DE DL'ITSC H-JT ALIA ANSCHF, LEIDING
BEPAALT HET SLAG VELD."
Het D.N.B. meldt uit Berlijn:
Er kan geen sprake zijn, dat de Engelsche
leiding bij den overbaasten aftocht via Ben-
gazi de vrijheid van besluit bezeten beeft zich j
,,haar eigen slagveld te kiezen", betoogt men
met nadruk in Berlijnsche militaire kringen.
In tegenstel'ling tot de bewering van het En
gelsche opperbevel, dat de beteekenis van de
Britsche nederlaag wil verzwakken, werd het
slagveld door de Duitsch-Italiaansche leiding
bepaald. Zij heeft den vijand den strijd daar
opgedrongen, waar zij hem wilde uitvechten.
De wet van handelen werd, zoo wordt nadruk-
kelijk vastgesteld, door de leiding der ver-
bonden mogendheden aan de Engeischen voor-
geschreven.
Het D.N.B. vemeemt over de oorlogshande-
lingen in Cyrenaica nog de volgende bijzon-
derheden: de aftocht der Engeischen via Age-
dabia voorbij Bengazi geschiedde zoo snel,
dat de vijand geen tijd vond, zich te weer te
stellen. In tegenstelling tot het bijzonder
geringe aiantal slachtoffers onder de bondge-
nooten, waren de Engelsche verliezen aan ge-
sneuvelden, gewonden, gevangenen en mate-
riaal bij de felle achtervolging aanzienlijk. De
mededeeling van het opperbevel van het Brit
sche Nijl-leger, dat de Engelsche troepen bij
hun aftocht den troepen van de mogendheden
van de spil groote verliezen aan manschappen
en strijdwapens hebben toegehracht, is pure
fantasie.
onder de lichte aanraking van mijn vingers
draaien.
Het oogenblik, al scheen het mij duizend
jaren te duren, kon inderdaad niet langer ge-
dunrd hebben dan een deel van een seconde.
Eensklaps herkreeg ik mijn zelfbeheersching
en rukte ik mijn hand weg, maar niet eerder
dan toen de deur zich begon te openen. Zacht-
jes, trad ik terzijde.
Het feit dat ik in de algemeene duisternis
niet kon zien hoe ver die deur geopend werd,
maakte de spanning nog sterker dan anders,
want zij werd er door verlengd. Van een
ding evenwel, was ik tamelijk zeker. De deur
moest op nagenoeg dezelfde wijze geopend
worden als ik de mijne geopend bad: met de
uiterste behoedzaamheid en in de grootste
stilte. Derhalve moest hij, die die kruk om-
gedraaid bad, omtrent mijn tegenwoordige
plaats van verblijf in onwetendheid verkee-
ren, hoewel ik niet anders kon denken, of
mijn ontsnapping was ontdekt.
Kwam degene die uit die kamer zou treden,
de gang naar links op, dan was ontdekking
onvermjjdelijk; en dit bedenkende, overviel
mij voor een oogenblik de spijt, dat ik mijn
kleine revolver afgegeven had aan Jean, toen
wij nog in den auto zaten. Zij verdween
evenwel weer onmiddellijk, want het was on-
eindig beter dat zij het wapen had. Niette-
min, was ik geheel ongewapend tegenover een
man, die zoo good als zeker wel van een
wapen voorzien zou, zijn. Ik zou moeten ver-
trouwen op mijn vuisten, en hij voorbaat bal-
de ik ze reeds onwillekeurig.
De vingers van mijn rechterhand sloten
zich om het eind ketting. Een nieuw denk-
beeld schoot mij te binnen; ik was niet zoo
ongewapend als ik dacht. Met een snelle be-
weging had ik den ketting rond mijn vingers
gewonden en op deze wijze was ik in het be-
Het D.N.B. meldt:
De Fiihrer heeft den volgenden oproep aan
het Duitsche volk uitgevaardigd
Sinds het Britsche imperialisme zich opge-
maaJkt heeft om de wereld te veroveren, was
het zijn streven Europa en zijn volken in
steeds nieuwe innerlijke oorlo-gen te wikkelen
en ze daarmee te verzwakken. Engeland
heeft daarhij maar al te dikwijls ten deele
verblinde, ten deele omgekochte staatslieden
en volksleiders gevonden, die hun landen in
dienst van deze Britsche wereldbeheersching
stelden.
Sinds eeuwen was tevens degene, die het
meest profijt trok van deze door Engeland
aangestichte veroveringsoorlogen de Jood-
sche haute finance. Onder de leuze demo
cratic" heeft deze samenzwering van impe
rialisme en kapitalisme de wereld en vooral
Europa in tallooze verwikkelingen gebracht.
In het jaar 1914 slaagden deze krachten er
in het oude Duitschland te overvallen en tot
den strijd te dwingen. Het doel was de ver-
nietiging van het Duitsche economische leven
en de uitplundering van de Duitsche econo
mische kracht benevens het weerloos maken
van het volk tot dit doel.
Destijds evenwel werd de strijd niet ge-
voerd teg-en het nationaal-socialistische Derde
Rijk, doch tegen den constitutioneel-demo-
cratischen Duitschen bondstaat.
Nauwelijks was het gelukt na een afschu-
welijk verval van bet Duitsche economische
leven en het Duitsche leven in het algemeen
gedurende vijftien jaar het Duitsche volk
door de kracht van de nationaal-socialistische
beweging op te heffen en tot nieuwen opbloei
te brengen, toen dezelfde krachten terstond
weer haar oude doelstelling proclameerden;
het onafhankelrjke, zich weer oprichtende
Duitschland moest opnieuw vemietigd wor
den. En weer als destijds meende men
daarbij het conflict het beste door veile
krachten te kunnen ontketenen.
Polen was uitverkoren, zonder eeriige aan-
leiding den strijd met Duitschland te ont
ketenen, en op het streven om door een ver-
standig compromis een vreedzame samen-
werking tot stand te brengen, met geweld te
antwoorden. Op de kracht van de intusschen
ontstane nieuwe Duitsche weermacht van het
Derde Rijk is deze aanslag in enkele weken
gestrand.
Nu poogde Groot-Brittannie via Noorwegen
den aanval op de Duitsche rechterflank uit
te voeren. Met een voorsprong van enkele
uren kon deze aanslag opgevangen en in een
heroieken strijd van weken eveneens tot mis-
lukking gebracht worden. Er staan Duitsche
soldaten van Kirkenes tot aan de Duitsche
Bocht en zij beveiligen daarmee de Duitsche
leefruimte.
Deze nederlagen dwongen Churchill
nieuwe mogelijkheden te zoeken. Zoo kwam
hij tot het besluit door het met Engeland
verbonden Belgie en Nederland een aanval te
doen op het Roergebied als het hart van bet
Duitsche bedrijfsleven. Ditmaal was Frank-
rijk uitverkoren om den voomaamsten last
van den strijd te dragen. In een historisch
unieken zegevierenden opmarsch heeft de
Duitsche weermacht ook dezen aanval ver-
ijdeld en het Westen van Europa van de
Engeischen gezuiverd.
Terwijl Churchill mijn hernieuwde vredes-
voorstellen van de hand wees, besloot Chur
chill thans de kracht van het Engelsche Im-
perium tegen Italie te keeren en vooral de
Noord-Afrikaansche kust met behulp van
Nieuw-Zeelandsche en Australische troepen
in zijn macht te krijgen. Ook deze poging
kan reeds thans dank zij de samenwerking
van Duitsche en Italiaansche strijdkrachten
als mislukt beschouwd worden.
De Balkan.
komstig het voorbeeld van den wereldoorlog
in, Griekenland eerst door het aanbod van
een garantie te paaien en daarna definitief
voor haar doeleinden te misbruiken.
De thans gepubliceerde documenten ver-
schaffen inzicht in de praktijk van een me-
thode, welke volgens de oudste Britsche
recepien steeds weer tracbt anderen voor
Engelsche belangen te laten strijden en dood-
bloeden.
Daartegenover heb ik steeds betoogd, dat.
le. bet Duitsche volk geenerlei tegenstel-
lingen tot het Grieksche volk kent,
2e. dat wij evenwel nooit zullen dulden,
dat zich evenals in den wereldoorlog op
Grieksch gebied een mogendheid nestelt met
het doel van daar uit te zijner tijd van het
Zuidoosten uit een aanval op de Duitsche
leefruimte te kunnen ondememen.
Wij hebben de Noordelijke flank van de
Engeischen gezuiverd, wij zijn vast besloten,
ook in het Zuiden een dergelijke bedreiging
niet te dulden.
In den zin van een waarachtige consolidate
van Europa was het mijn streven, sinds den
dag, waarop wij de macht overgenomen heb
ben, vooral ook met Joegoslavie een vriend-
schappelijke verhouding tot stand te bren
gen Ik heb bewust al datgene vergeten, wat
eens tusschen Duitschland en Servie voorge-
v all en is. Ik heb daarbij niet alleen de hand
het Duitsche volk aan het Servische volk
vetd"V?„T,
pijueu
i \endeTV
Sedert het begin van den oorlog was het
Engeiands onmiskenbare streven, den Balkan
als strijdtooneel te kunnen bezigen. Inderdaad
slaagde de Britsche diplomatic er overeen-
zit van een ge'impiroviseerden, maar niet min
der geduchten hoksbeugel.
Ik geloof dat ik in de duisternis bij mezelf
glimlachte; mijn vertrouwen was in verras-
sende mate teruggekeerd, zoodra ik het staal
in mijn hand voelde. NUi was ik tegen ieder-
een opgewassen, zelfs tegen den Octopus in
persoon, maar ik hoopte oprecht dat ik niet
zou hehoeven te vechten, want indien er ge-
raas ontstond en de bende vermoedde on-
raad, zou mijn laatste kans om Jean te kun
nen bevrijden in rook opgaan.
De man, die niet meer dan vier of vijf voet
van mrjn plaatsje verwijderd was, bleef be-
sluiteloos staan, en ik hield den adem in.
Hij sloeg rechts af, en begon snel de gang
af te loopen, waarbij zijn schreden over den
dikken looper onhoorbaar waren. Werktui-
gelijk en onder het slaken van een zucht van
verademing, volgde ik hem, de ketting steeds
stevig rond mijn knuisten gewikkeld en op
iedere gebeurlijkheid voorbere d.
Mijn gedachten werkten op dat tijdstip zeer
snel; ik geloof dat dit in dergelijke oogenblik-
ken bij iedereen het geval is. Het verwon-
derde mij dat de man zich niet naar mijn
kamer begaf om zich van de waarheid van
zijn vermoedens te overtuigen, dat ik wexke-
lijk ontsnapt was; maar misschien wilde hij
eerst alarm maken en hulp halen, in welk ge
val ik van den regen in den drop zou komen.
Bij dit denkbeeld bleef ik stokstijf stilstaan.
Wij waren aan het einde van de gang ge
komen, en eenmaal daar, drong van het por-
taal recht voor ons een flauw licht tot ons
door, af komstig van een venster zonder gor-
dijnen aan het verste einde. Het portaal zelf
was in een soort schemering gehuld en daar-
door zou ik straks een glimp van den man
die voor mij uitging, kunnen opvangen.
Ik wilde hem minstens tot daar volgen. Ik
aangeboden, maar er daarenboven naar ge-
streefd, als behoorlijk makelaar te helpen hij
de overbrugging van alle moeilijkheden, die
tusschen den Joegoslavischen staat en af-
zonderlijke tnet Duitschland verbonden volken,
bestonden. Inderdaad is het schijnbaar ook
gelukt, inplaats van een ondraaglijke atmos-
feer langzamerhand een ontspanning teweeg
te brengen, en niet slechts voor een politieke,
doeb vooral voor een economiscb vrucbtbare
samenwerking den weg vrij te maken. En
welk ander doel had Duitschland kunnen heb
ben in een gebied, waar het noch territoriale,
noch politieke eischen stelde of belangen ver-
dedigde?
In het kader-verdnag.
Om aan Joegoslavie elk gevoel te ontnemen,
dat de door Duitschland ingeslagen politiek
zich thans of in de toekomst ten ongunste
van dit land zou kunnen wijzigen, had ik ge-
poogd, den Joegoslavischen staat in te lijven
hij die groep mogendheden, die besloten is,
,het vasteland van Europa in de toekmst op
te bouwen volgens beginselen, die rekening
houden met de gerecbtvaardigde belangen
van alien, in gemeenscbappelijken arbeid, in
rust en vrede. Ik meende daardoor ook de
beste geruststelling te geven ten aanzien van
JoegoSlaviS's vrees, dat tusschen Duitschland
en Italie of Duitschland en Hongarije hij deze
doelstelling tegenover Joegoslavie wellicht
verschil bestond of in de toekomst te duchten
'as.
Ik heb dit gedaan, ofsehoon de leiding van
<len Joegaslavischen staat zoowel als die van
den Griekschen naar ons uit de Fransche
documenten bekend was op onverantwoor-
delijke wijze de belangen der Westersche de-
mocratische oorlogshitsers ondersteunde.
Op 25 Maart 1941 nu trad Joegoslavie te
Weenen plechtig tot het driemogendheden-
verdrag toe. Ik en bet geheele Duitsche volk
voelden ons er verheugd over, want daar-
daarmede scheen een uitbreiding van den
oorlog op den Balkan belet en wellicht ook
gen zwakke hoop gerechtvaardigd te zijn, het
reeds hestaande conflict ten slotte toch nog
met een verstandig compromis te kunnen
oplossen.
Nauwelijks kwamen echter de ministers,
die het verdrag badden onderteekend, te
Belgrado aan, of de in Engeischen loondienst
staande elementen van een miltaire clique,
die eeuwig staatsgrepen organiseerde, maak-
ten zich gereed om van repliek te dienen. De
regeering, die naar vrede met Duitschland
Jstreefde, werd ten val gebracht en wel met de
uitdrukkelijke openlijke verklaring, dat dit
yvegens haar houding jegens Duitschland
noodzakelijk was.
Daarenboven echter voltrokken zich nu
tooneelen, die in het leven der volken een
schande vormen en die het Duitsche rijk als
groote mogendheid niet bereid is geduldig te
slikken. De Duitsche gezant werd beleedigd.
de Duitsche militaire attache aangevallen,
een officier als assistent van den militairen
attach^ gekwetst, talrijke ambtenaren, ver-
tegenwoordigers onzer firma's enz. In bet
openbaar mishandeld, Duitsche etalageruim-
ten winkels, kantoorgebouwen en firma's en
scholen vemield en verwoest, tallooze vrou-
wen en mannen, vooral ook onze minderbeids-
Duitscbers, afgeranseld, bun winkels en wo-
ningen ten deele uitgeplunderd en een aantal
minderheids-Duitschers daarbij vermoord.
1914 en thans.
Deze gebeurtenissen werden in scene gezet
door dezelfde creaturen, die reeds in 1914
door den aanslag van Serajewo de wereld in
nameloos ongeluk hadden gestort en evenals
destijds in deze militaire misdadigerskliek
door den Engeischen geheimen dienst gefi-
nancierd en georganiseerd. Al zijn deze ge
beurtenissen thans dezelfde als destijds, is
er toch iets gewijzigd.
De thans aangevallen staat is met bet
toenmalige Oostenrijk, maar het huidige
Duitsche rijk.
De nieuwe Servische regeering heeft de
algemeene mobilisatie gelast. Zij heeft ei-
kend, dat dit reeds sedert dagen in het ge-
beim bet geval was. Zij beeft daarmee te
kennen gegeven, dat zij meent, in stede van
vredelievende betrekkingen tot het Duitsch-i
rijk geweld te kunnen stellen.
Het geweld, dat zij heeft opgeroepen, zal
haar thans vernietigen.
Het Duitsche volk koestert geen haat
jegens het Servische volk.
Het Duitsche volk ziet vooral geen reden
om tegen Kroaten of Slovenen te strijden.
Het verlangt van deze volken niets.
Het Duitsche volk zal thans evenwel met
die Servische misdadigerskliek te Belgrado
afrekenen, die meent, den Balkan voor de
tweede maal ter beschikking te kunnen stel
len van den Britschen aanslag op den vrede
in Europa.
Daar ik het nu nogmaals moet beleven,
dat pogingen, gedurende acht jaar ondemo-
men, tot opbouw van een vriendschap, weer
vergeefsch zijn, heb ik besloten tot herstel
van draaglijke betrekkingen en een orde in
dit deel van Europa, die ook rekening houdt
met de volksche beginselen, in overeenstem-
ming met de opvattingen van mijn bondge-
noot, de verdere vertegenwoordiging van de
Duitsche belangen toe te vertrouwen aan de
kracht, die naar thans weer blrjkt blijk-
baar alleen in staat is recht en rede in be-
scherming te nemen.
Het Duitsche rijk bevindt zich sinds van-
ochtend in strijd met de usurpators van Bel
grado en in strijd met de formaties, die
Groot-Brittannie weer van den Balkan uit in
het veld tracht te brengen tegen den vrede
in Europa.
De Duitsche weermacht zal de wapens m
deze gebieden eerst dan neerleggen, als het
troepje samenzweerders van Belgrado voor
goed ten val is gebracht en de laatste Brit
ook in deze streken het vasteland heeft ver
laten.
Mogen de ongelukkigerwijs verblinde vol-
kroop in de schaduwen van het portaal voor-
waarts en zag hem het portaal oversteken.
Maar hij scheen zulks te doen met grooten
tegenzin en, hoewel hij na een oogenblik aar-
zelens daartoe overging, deed hij het niet dan
met de uiterste voorzichtigheid. Plotseling
stond het mij voor den geest waarom; hij was
niet bang voor den halved schemer op het
portaal, maar hij was bang de laatste deur
op dat portaal voorbij te gaan, aan zijn rech
terhand gelegen.
Daaromtrent bleef ik niet twijfelen, want
zoodra hij deze deur voorbij was, bewoog hij
zich veel sneller en met veel minder voor-
zorgen. Zijn geheele manier van doen scheen
veranderd; hij had zijn bijna sluipende hou
ding laten varen en bewoog zich nu met flin-
ken tred, het bovenlijf rechtop. *Het groote
gevaar voor hem school blijkbaar achter die
deur.
Ik was volkomen overtuigd dat ik mij daar-
in niet vergiste en tegelijk met deze ontdek
king bouwde ik een nieuwe theorie op, een
theorie, die ik zonder aarzelen als waar aan-
nam. De man zocht niet naar mij; mijn ont
snapping was nog niet ontdekt, en hij zelf
was uit op een tocht, dien hij voor de overige
leden van de bende verborgen wilde houden.
Achter die deur lag gevaar voor nem; dus
voor mij ook, maar nu had ik besloten hem
tot iederen prijs te volgen. Ik kon vrijwel
met juistheid gissen wat het doel van zijn
naohtelijk uitstapje was.
Zeer kalm, maar zeer snel, ging ik voorbij
die deur. Juist bijtijds om den man langs
een gang aan het andere einde van het por
taal te zien verdwijn-en.
Ik dankte de Voorzienigheid voor die dikke
gangloopers. Ze stelden mij in staat al mijn
bewegingen onhoorbaar te verrichten, en toch
was ik bliksemsnel dat verraderlijke half ver-
Lichte portaal overgestoken. Nu was ik vol
komen gerust, want ik trad handelend op, en
dat ik handelde voor het bestwil van Jean,
stemde mij: gelukkig. De onheilspellende
stilte en voorzorg, die alle bewegingen van
den voorsten man kenmerkten, beloofden niets
goed voor mijn geiefde, maar niet langer, nu
zijn bewegingen door mij gevolgd werden. Ik
was er vast van overtuigd dat de man mij
brengen zou, recht naar de kamer waar Jean
gevangen zat. Eenmaal daar, zou ik verder
met hem weten af te handelen. Ik trok den
ketting rond mijn kneuk-els reeds iets vaster
asm.
Ik bevond mij slechts een paar ellen achter
hem, toen hij 'nalverwegen de tweede gang
bleef stilstaan, tegenover een deur aan zijn
linkerhand. Hij stond bewegingloosblijk
baar iuisterde hij. En ik ook.
Plotseling tot een besluit komende, legde
hij een hand op den knop van de deur en open-
de haar. Een vreemdsoortige kreet klonk van
zijn lippen hij scheen door een onweer-
staanbare, ongeziene kracht in een sto-kstijve
houding gebracht te worden en werd toen
achterover%gedrukt, waarbij zijn bovenlijf een
boog maakte, in de verkeerde richting. Toen
sloeg hij tegen den grond.
Ik geloof dat de onverwachtheid van het
schouwspel mij er voor behoedde flauw te
vallen. Wat ik zooevan gezien had, was zod
fantastisch, zoo afschuwelrjk, dat ik steun
moest zoeken bij den muur en er rill end tegen
leunde. Door welke macht die man ook aan
gevallen was, het was een onloochenbaar feit
dat hij nu morsdood was.
Versuft, staarde ik naar de spookachtige
gedaante, die nu op den grond lag.
Binnen de kamer weerklonk de gil van een
vrouw.
(Wordt vervolgd.)