beat die 194C getr die rjjks de i dra; D met alsn toes beta VEI O gew- invc beh< bied kan aan; hal\ arbf nufl naa stof geb: M kun van wor bijip na ren< von een zudf reik ten wek D mui stn A een lam bou voo tar; bou tre] 1 te in ten gri pro wel ste I a tal bos t act we dei bet vo< zin 5 be< va! gn 1 orj vis no w< vo ga en laa tie ha vii de bi< zij gr de sa ne vo no 9C de va sa ui or w< he vc gen, waarop alsdan de vorige verordening met hare wjjziging komt te vervallen. De heer KOOPMAN vraagt, of met deze verordening de heffing naar boven gaat of naar beneden. De VOQR2ITTER antwoordt, dat de hef fing- verhoogd wordt. Dit houdt verband met de tijdsomstandigheden. Er worden naar ver- door de inkomsten minder worden, terwijl de uitgaven hetzelfde blijven. De heer KOOPMAN zou dan toch graag zien, dat er vermeld werd, dat deze nieuwe verordening slechts een tijdelijke is. Want, als we eenmaal een verhoogde heffing hebben goedgevonden, wanneer zuilen we dan weer de normale krijgen? De VOORZITTER gelooft niet, dat dat noodig is. Mocht het zoo zrjn, dat er een groot saldo overblijft, dan kan men weer eens opnieuw de zaak bekijiken. Het is natuurlijk heel moeilijk om op het oogenblik precies te zeggen wat er noodig is. De heer KOQHM1AN: Dus het is nu nog een schatting? IHet zal misschien, in verband met de vermindering van de vee- stapel, wel zoo worden, dat 1 man dit werk kan doen. De VOORZITTER meent, dat het moeilijk is am een vergelijk te maken met jaren die gepasseerd zijn. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 7. Intrekking van de vastgestelde veror dening op de heffing van opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelas- tingem. Bij raadsbesluit d.d. 25 November 1940 werd vastgesteld de verordening op de hef fing van opcenten op de hoofdsom der ge meentefondsbelasting voor het belastingjaar 1941/1942. In verband met het bepaalde in artikel 1 van het Resluit op de Doonbelasting komt deze heffing echter niet meer voor goedkeuring in aanmerking. Burgemeester en Wethouders stellen voor het navolgende besluit te nemen: De raad der gemeente Zaamslag; gelet op een circulaire van Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 Januari 1941 (A. 129h16) besluit in te trekken zijn besluit d.d. 25 November 1940 tot vaststelling van een verordening op de heffing van opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting voor het belasting jaar 1941/1942. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 8. Vaststelling voorschotten overeemkom- stig art. 103 der L. O. wet 1920 voor het jaar 1941. Burgemeester en Wethouders stellen voor, naar aanleiding van ingekomen verzoeken, het navolgende besluit te nemen: De raad der gemeente Zaamslag; gezien de verzoeken van de Vereeniging tot bevordering van Geref. lager schoolonder- wijs en van de Vereeniging voor Ohr. Volks onderwijs te Zaamslag om voorschot op de gemeentelijke vergoeding overeenkomstig art. 103, 6e lid der L. O. wet 1920 ten behoeve van hare scholen: Riemenstraat, Reuzenhoek en Othene en Polderstraat over het jaar 1941; overwegende dat het bedrag per leerling bedoeld in art. 55bis der D.O.-wet 1920 voor genoemd jaar is bepaald op 11,04; dat het aantal leerlingen volgens den maat- staf van art. 28 der L.O.-wet 1920 in het af- geloopen jaar bedroeg: voor de school Riemenstraat: 113, voor de school Reuzenhoek: 71%, voor de school Othene: 312/3„ voor de school Polderstraat: 158, op voorstel van Burgemeester en Wethou ders; besluit het bedrag van het voorschot over het jaar 1941 vast te stellen als volgt: voor de Ver. tot bevordering van Geref. lager onderwijs voor haar school Riemen straat op: 1247,52; Reuzenhoek op: 787,52; Othene op: 349,60; voor de Ver. voor Chr. Volksonderwijs voor haar school Polderstraat op1744,32. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 9. Voorstel tot het verleenen van resti- tutie van betaald vergunningsreoht. Ingekomen is een verzoek van H. P. Len- sen om restitutie van betaald vergunnings- recht over het tijdvak van 1 Jan t/m 30 April 1941 (A. 94-153) in verband met de in- trekking van diens veigunning. Bp besluit van Burgemeester en Wethou ders dd. 6 Januari 1941 werd de vergunning van H. P. Lensen op diens verzoek ingetrok- ken en verleend aan R. J. M. Wauters te Hulst. Krachtens het bepaalde in de Drankwet is het mogelijk restitutie van betaald vergun- ningsrecht te verleenen over de kwartalen waarin geen gebruik is gemaakt van de ver gunning. Burgemeester en Wethouders stel len voor restitutie te verleenen over het kwartaal loopende van 1 Februari tot en met 30 April 1941 of 66n vierde van 40 is f 10. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 10. Wijziging Ban wveroixlening. Burgemeester en Wethouders stellen voor, in verband met een schrijven van den Inspec- teur van de volksgezondheid te Middelburg (A. 1008-23), het navolgende besluit te nemen: de raad der gemeente Zaamslag; gelet op een schrijven van den Inspecteur van de Volksgezondheid (A. 1008-23); gelet op de bepalingen der Woningwet; op voorstel van Burgemeester en Wethou ders; besluit vast te stellen de navolgende VERQRDENIING tot Wijziging van de ,,iBouwverorden<ing der gemeente Zaamslag". Artikel 1. Aan artikel 28 wordt toege- voegd een nieuw 7e lid luidende als volgt: 7. Het maken van bedsteden is verboden. Artikel 2. Deze verordening treedt in wer- king zoodra zij zal zijn afgekondigd. De VOORZITTER zegt, dat het gebleken is, dat er in de laatste jaren bij nieuwbouw, geen bedsteden meer werden gebouwd. Bur gemeester en Wethouders hebben dan ook g-e- meend de bouwVerordening in dier voege te wijzigen. De heer MAAS is er in beginsel niet tegen. Maar toch valt het hem tegen, dat Burge meester en Wethouders met een dergelyk voorstel, komen. Het is allemaal goed en wel, als men met jonge menschen te doen heeft, die loopen gemakkelijk genoeg de trap op en af. Maar als je oud wordt, dan vale dat heelemaal niet mee. Hij had graag ge zien, dat men hierin vrij zou worden gelaten. De Bouwverordening is een goed iets, maar die bedsteden had men er in moeten laten. De VOORZITTER zegt, dat er bij nieuw bouw niet meer aan gedaan wordt. Ook moet men er rekening mee houden, dat de toestanden anders geworden zijn. Er wordt hier alleen bedoeld, dat het verboden is bed steden te maken. Over de bestaande wordt niet gesproken. De heer MAAS zou de bedsteden voor den werkenden stand toch graag behouden zien. Jonge menschen slapen misschien graag boven, maar als je ouder wordt valt het niet mee om boven te slapen. Dat zal een ieder met hem eens zijn. De heer KOOPMAN wil er niet tegen vech- ten. Toch vindt hij een bedstede bijzonder gezellig en slaapt er graag in. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 11. Voorstel tot besohikbaarstelling van geld en voor extra hulp aan werkloozen voor het jaar 1941. Bij schrijven dd. 3 Maart 1941 (A. 280-25) deelt de wnd. Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken mede, dat over 1941 ten hoogste 6,50 mag worden uit- gegeven voor extra hulp aan werkloozen Van d'it bedrag komt 2 ten laste van de gemeente, de rest is voor rekening van het Departement van Sociale Zaken, Het gemid- deld aantal werkloozen is bepaald op 68 Voor extra hulp aan werkloozen zal dus kup- nen worden uitgegeven 68 X /6,50 is /442 waarvan ten laste van de gemeente komt f 136. Burgemeester en Wethouders stellen voor hiertoe te besluiten. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 12. Verzoek van J. van de Ree e.a., inzake wegsverbeterin g. Ingekomen is een verzoek van J. van de Ree en 28 anderen (A. 107-166) luidende als volgt Ondergeteekenden, alien bewoners van het gehucht Reuzenhoek, komen tot U met een redelijk en beleefd verzoek, n.l. om den w>eg, welke voor hun woningen ligt te voorzien van een betere -verharding dan thans het geval is. Bij regenachtige tijden is deze weg onberijd- baar en zelfs bij donker haast onbegaambaar, aangezien op het eind der weg een schuur is gebouwd, waar een landbouwbedrijf uit voort- spruit, en het vanzelfsprekend is dat er van dezen weg een veelvuldig gebruik gemaakt wordt. Hopende op welwillende medewerking van Uw geacht College in dezen. Burgemeester en Wethouders schrijven hierbij aan den Raad: Na bespreking met den eersten onderteeke- maar, in verband met de door dezen op het einde van bedoelden weg gestichte boerderij, worden door hem thans reeds maatregelen getroffen tot verbetering van dezen weg, wat naar het inzicht van Burgemeester en Wet houders tot voldoende verbetering leiden zal. De gemeente zal als voorheen weer trachten de bestaande weg in voldoenden toestand te houden, echter was dit niet mogelijk in ver band met dezen winter niet te verkrijgen onderhoudsmateriaal. De heer MAIAS vindt het mooi, dat de heer Van de Ree ook aan het onderhoud mee wil helpen. Hij gelooft, dat het daar tijdens den winter wel een ergen toestand geweest is. De VOORZITTER zegt, dat het de bedoe ling is, dat de gemeente hierbij ook de noodige hulp verleenen zal om de bewoners tegemoet te komen. We weten alien, dat het daar een smalle weg is. Vroeger ging het wel, omdat daar niet zooveel vervoer was dan thans het geval is. Het is met de verharding van onze wegen helaas verkeerd uitgeloopen. We had- den gemeend de noodige voorraden zoo aan te kunnen schaffen, doch dit is niet gelukt. Wij zijn er thans in geslaagd een 100.000 kg grint te bemachtigen. Deze zuilen voorloopig worden opgeslagen, opdat men er dan later van gebruikein kan. De heer HAAK zegt, dat deze kwestie ook in Burgemeester en Wethouders besproken is. Spreker bekijkt de zaak echter van een ande ren kant en zou de mogelijkheid onder oogen willen zien om daar een oprit te maken, dan was men er voor goed van af. De VOORZITTER zegt, dat de heer Van de Ree, in verband met de stichting van een boerderij aldaar, beredd is zelf te helpen. Dat stuk zal zoodra het ingereden is, voorloopig wel goed liggen. Het is beter na verloop van tijd nog eens na te gaan hoe het er bij staat. Wanneer daar thans een oprit gelegd werd, dan zou dat veel geld kosten. i Voor de boer derij zou het wel nuttig zijn, dat daar een oprit kwam. Misschien komt dat er later nog wel van. De heer HAAK meent, als er later pas een cprit komt, dat de gemeente dan gedurende al dien tijd blijft zitten met het meerdere on derhoud van den weg onder den dijk. Hij wil het zoo voordeelig mogelijk doen. De heer KOOPMAN zegt, dat er daar al veel gedaan is om de menschen tegemoet te komen. Zoo is er b.v. een rioleering aange- legd. Als men daar komt met een wagen, dan moet men steeds door hetzelfde spoor rijden. Maar, al zou daar een oprit komen, dan was men nog niet klaar, want dan zouden er twee noodig zijn. Het is beter om het nu op te knappen en dan later nog eens te zien. Hij zou zoo zeggen, als de weg daar inge reden is, dan zal het wel goed zijn. Hij vindt het mooi, dat de eigenaar mee wil werken. Laten wij dan ook van onzen kant mee- werken. De VOORZITTER acht dat ook maar het beste. Die weg heeft een kwaden winter ge- had. Eerst vriezend weer en dan daama dooi, die tot tweemaal toe den bovengrond week heeft gemaakt. Anders werd er in Decem ber steenslag gebracht, doch dit is nu,, zooals hij reeds heeft medegedeeld, niet mogelijk ge weest. Hij acht dien toestand daar zeer on- aangenaam en het hindert hem. Er moet op veel plaatsen nogal wat opgeknapt worden. Hij acht het het verstandigst om den eigenaar te helpen met het voorloopig verharden van dezen weg. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 13. Behandeling verzoeken am beschikbaar- stelling van geiden ingevolge art. 72 der L. O. wet 1920. Ingekomen is een verzoek van de Vereeni ging tot bevordering van Geref. lager onder wijs (A. 1093-113) om besehikbaarstelling van geiden ingevolge art. 72 der L. O. wet 1920 voor: a. het inrichten van een leegstaand les- lokaal van de scholen Dorp, Reuzenhoek en Othene als lokaal voor het onderwijs in het vak lichamelijke oefening; b. de aanschaffing van de noodige leer- en hulpmiddelen voor het onderwijs in ge noemd vak; c. de betegeling van een gedeelte der speel- plaatsen bij de scholen Dorp en Reuzen1 hoek en de uitbreid'ng van het terrein van de school Othene met een betegelde speelplaats van voldoende grootte. en een dergelijk verzoek van de Vereeniging voor Ohr. Volksonderwijs (A. 127-113) voor: een volledig toegerust gymnastieklokaal. b. Burgemeester en Wethouders schrijven hierbij aan den Raad: De verzoeken zijn gedaan in verband met de omstandigheid, dat van 1 Januari 1941 geen ontheffing meer kan worden verleend van de verplichting tot het geven van het vak lichamelijke oefening en dit vak dus van dien datum verplichtend is. Uit het met de school- besturen gepleegd overleg is gebleken, dat zij hun volledige medewerking zuilen verleenen om tot de meest practische oplossing te komen b.v. door inrichting van een lokaal voor ge- zamenlijk gebruik. Voorstellen terzake zui len t.z.t. aan den raad vorden gedaan. In verband met de wettelijke termijnen moet echter thans een beslissing worden ge- nomen op de ingekomen verzoeken. Burgemeester en Wethouders stellen voor het navolgende besluit te nemen: De raad der gemeente Zaamslag; gelezen het ingekomen verzoek van de Ver eeniging tot bevordering van Geref. Lager schoolonderwijs (A. 1093-113) om besehik baarstelling ingevolge art. 72 der L. O. wet 1920 van geiden voor: a. het inrichten van een leegstaand les- lokaal van de scholen Dorp, Reuzenhoek, en Othene als lokaal voor het onderwijs in het vak lichamelijke oefening; de aanschaffing van de noodige leer- en hulpmiddelen voor het onderwijs in ge noemd vak; c. de betegeling van een gedeelte van de speelplaatsen bij de scholen Dorp en Reu zenhoek en de uitbreiding van het terrein van de school Othene met een betegelde speelplaats van voldoende grootte. en gelezen het soortgelijk verzoek van de Vereeniging voor Christelijk Volksonderwijs (A. 127-113) om besehikbaarstelling van gel- den voor: een volledig toegerust gymnastiek lokaal; overwegende dat deze aanvragen verband houden met de verplichte invoering van het vak lichamelijke oefening op 1 Januari 1941; gelet op de bepalingen van de Lager Onder wijswet 1920; op voorstel van Burgemeester en Wethou ders, besluit de gevraagde medewerking te verleenen. De heer HERREBOUT heeft deze verzoe ken eens bekeken en hem lijkt wel de meest practische oplossing om 1 lokaal te stichten. Hij zou echter willen vragen of dit dan alleen moet dienen voor de scholen binnen de kom of tevens voor die buiten de kom, nl. die te Reuzenhoek en Othene. Ofschoon spreker voor deze kwestie niet al te veel sympathie heeft, meent hij er toch aan te moeten mede- werken. Het zou evenwel voor de buiten- scholen niet doenlijk zijn om voor dit onder wijs eens even apart naar Zaamslag te komen. Het zal toch wel niet de bedoeling zijn om voor deze lessen zooveel tijd van het lesrooster af te nemen. Hij meent, dat het het beste is voor het dorp edn gebouw te stichten en voor Reuzenhoek en Othene een aparte oplossing te vinden. De heer KGOPMAN wil niet tegen dit voorstel vechten. Hij meent, dat het zoo is, dat dit onderwijs wel verplicht is, doch dat dit reeds is uitgesteld. Tenslotte komt aan dit uitstellen ook een einde. Maar, nu we voor deze zaak geplaatst worden, wil spre ker het echter zoo voordeelig mogelijk ten uitvoer brengen. Er zijn echter wel enkele dingen bij, die opheldering eischen. Zoo staat er b.v. het „betegelen" van een gedeelte der speelplaatsen. Was het niet mogelijk, dat dit werd ondervangen door ergens een leegstaand huis in te richten Spreker weet niet, of hierop goedkeuring zou worden verkregen, maar was het b.v. niet mogelijk om de barak- ken te gebruiken? Er kan misschien nog zooveel achteraan komen, en we moeten op onze centjes passen. Spreker gelooft, dat Burgemeester en Wethouders later toch nog wel met een meer uitvoerig plan ter tafel zuilen komen, en dan is het laatste woord nog niet gezegd. We moeten geen geld weg gaan gooien. De heer WISSE vraagt, of het de bedoeling is om 1 lokaal te stichten, dan wel om voor elke school afzonderlijk een bestaand lokaal op te knappen. Hij meent, dat het het beste is, dat er een afzonderlijk lokaal werd ge bouwd, dat voldeed aan de gestelde eischen. Het is dan toch heel goed mogelijk, dat alle scholen van het dorp in dit lokaal onderwijs ■"raven in het vak lichamelijke oefeningen. Hij meent, dat hierdoor zeer groote en onnoodige kosten zouden worden bespaard. Hij zou echter graag precies de bedoeling van Burgemeester en Wethouders weten. De VOORZITTER zegt, dat het aan alien bekend zal zijn, dat de verplichting om over te gaan tot het geven van onderwijs in het Vak lichamelijke oefeningen jaar voor jaar is uitgesteld. Evenwel is nu te beginnen van 1 Januari j.l. geen uitstel meer verleend. De verplichting is vastgelegd in de L.O.-wet van 1920 en deze moet nu worden uitge- voerd. Bij het bouwen van scholen in de groote steden is hiermede rekening ge- houden. Op het platteland echter leefde men in de veronderstelling, dat het wel los zou loopen. We staan nu voor het feit, dat er in geen enkele school in onze gemeente een lokaal is, dat aan de gestelde eischen vol- doet. Thans komen de schoolbesturen met het verzoek om geiden beschikbaar te stel len voor het inrichten van een lokaal en het aanschaffen van de benoodigde materialen. De schoolbesturen willen het zoo voordeelig voor de gemeente doen uitkomen, en willen samenwerken om tot een goede oplossing te komen. Zoo noodig willen zij medewerken aan centralisatie van dit onderwijs. Voor de buitenscholen is dit evenwel een handicap. We kunnen dit nu wel zoo of zoo inrichten en meenen het goed gedaan te hebben, doch achter ons aan komt het schooltoezicht, die zegt dat het wA of niet goed is. Hoe dit zich echter verder zal ont!wikkelen, valt nog nader te bezien. Wat het lokaal betreft, dit moet voldoen aan bepaalde afmetingen, ter wijl er verder een ruimte in de openlucht moet zijn. Het financieele bezwaar zal zeker wel meetellen. Het gaat er nu maar om of de raad zijn medewerking wil verleenen aan het voorstel van Burgemeester en Wethou ders om geiden beschikbaar te stellen voor dit doel. Wordt hierop gunstig beschikt, dan kan de zaak nader op papier worden gezet. Het gebruik van de barakken, zooals de heer Koopman naar voren brengt, is ook ter sprake gekomen bij Burgemeester en Wet houders. Of dat mogelijk is weet spreker niet. Voor de buitenscholen zal wel een andere oplossing moeten worden gezocht. Het is evenwel niet noodig om verder te gaan dan het voorstel. Hierin wordt alleen de medewerking van den raad gevraagd voor het beschikbaar stellen van geiden benoodigd voor het inrichten van een localiteit dat ge- schikt is voor het geven van onderwijs in lichamelijke oefeningen. De heer DE REGT vraagt hoeveel de schatting van Burgemeester en Wethouders is, indien voor elke school afzonderlijk een oplossing werd gevonden. De VOQRETTTER zegt, dat dit niet pre cies bekend is. Evenwel zoolang er nog geen afdoende oplossing is zuilen we ons moeten behelpen met de middelen die er zijn. Het is mooi, dat de schoolbesturen zich met elkan- der willen verstaan. De heer KOOPMAN vindt het het beste, dat de besturen botje bij botje leggen, om zoodoende 6£n lokaal te stichten. Het zal op den duur toch wel zoo worden, dat de leeg- staande lokalen, in verband met de verlaging van de leerlingenschaal, ook niet meer ge- mist kunnen worden om er een gymnastiek lokaal van te maken. Later kunnen we dan wel eens zien, wat er bij de leden van den raad leeft. Hij vindt het prettig, dat de schoolbesturen in dezen willen medewerken Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 14. Voorstel inzake tijdelijke toeiage aan gehneentfipersoneel. De Secretaris-Generaal van het Departe ment van Binnenlandsche Zaken heeft ver- zocht ten aanzien van het lager bezoldigd ge- meentepersoneel eenzelfde gedragslijn te vol- gen inzake tijdelijke toeiage op jaarwedden enz. als ten opzichte van het Rijkspersoneel. Burgemeester en Wethouders stellen voor het navolgende besluit te nemen: De raad der gemeente Zaamslag; op voorstel van Burgemeester en Wethou ders, besluit: met ingang van 1 December 1940 aan het gehuwde gemeentepersoneel in vasten en tijdelijken dienst een tijdelijke toeiage te ver leenen van zes ten honderd van de bruto wedde of het brutoloon voorzoover de bruto- wedde of het brutoloon (daarbij inbegrepen de inkomsten uit andere betrekkingen of beroepen), vermeerderd met deze toeiage een bedrag van 1900 's jaars niet overschrijdt. 14a. Wijziging verordening regeiende de eischen van benoembaarheid en de be.<oldiiging van de veldwaohters der gemeente Zaamslag. Ook ten aanzien van den gemeenteveld- wachter dient eenzelfde gedragslijn te worden gevolgd ten aanzien van het vermelde in punt 14 voor het gemeentepersoneel. Tevens dient volgens een circulaire van den Wnd. Commissaris der Provincie (A. 305-27) de verordening regeiende de eischen van be noembaarheid enz. te worden gewjjzigd in verband met het buiten werking stellen van de wettelijke bepalingen met betrekking tot het capitulantenstelsel. Burgemeester en Wethouders stellen voor het navolgende besluit te nemen: De raad der gemeente Zaamslag; besluit de verordening regeiende de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van de veldwachters der gemeente Zaamslag te Hbjzigen als volgt: 1. na artikel 2 wordt toegevoegd een nieuw art. 2bis luidende als volgt: Met ingang van 1 December 1940 wordt aan den gehuwden veldwachter in vasten en tijdelijken dienst een tijdelijke toeiage ver leend van zes ten honderd van de bruto wed de, voorzoover de brutowedde vermeerderd met deze toeiage een bedrag van f 1900 niet overschrijdt. Onder brutowedde wordt verstaan de wedde in den zin van art. 31 der Pensioenwet 1922, S. 240. U. artikel 5 wordt gelezen als volgt: 1. De tweejaarlrjksche verhooging, zoo- mede de verhoogingen bedoeld in het vorig artikel, gaan in met den eersten dag der maand, volgende op dien, waarop de aan- spraak op verhooging is verkregen. 2. Bestaat de aanspraak bjj de aanstel- ling door verrichten diensttijd in de betrek king van ambtenaar bij de politie doorge- bracht, dan gaat de verhooging terstond in. Diensttijd doorgebracht bij de militaire poli- tietroepen telt niet mede voor periodieke verhoogingen. 3. Ontstaat de aanspraak op den eersten dag der maand, dan gaat de verhooging in op dien dag. De heer KOOPMAN is tegen dit voorstel. Wij moeten alien de lasten van den tijd dra- gen en Burgemeester en Wethouders willen nu een categorie personeel vormen, die de lasten minder zal voelen dan een ander. Over het algemeen zijn de loonen in onze gemeente toch niet gestegen, terwijl het levensonder- houd toch niet in erge mate gestegen is. Er zijn tenminste wel winkeliers die trachten hun producten zoo weinig mogelijk op te slaan. Hij vi»dt het niet zuiver om andere menschen dezen duurtetoeslag te laten dra- gen en dat zij deze voor een ander moeten betalen. De heer HERREBOUT is het niet geheel eens met den heer Koopman. Hij ziet de billijkheid wel in om een duurtetoeslag te geven. Evenwel vormt het een tegenstelling, dat deze toeslag wordt verleend aan het gemeentepersoneel, waarvan de bezoldiging toch veel hooger is dan van diegenen die werkloos zijn en van den steun moeten leven, terwijl deze laatste categorie menschen nog steeds op hetzelfde peil van voor 2 jaar staan. Hij vindt, dat die ook wel recht op ver hooging hebben. De heer DE FEIJTER is het niet met den heer Koopman eens. Het gemeentepersoneel wordt, in vergelijking met andere gemeenten, toch niet zoo bijzonder goed betaald. Het is toch ook zoo, dat de werkmenschen ook hoo- gere loonen ontvangen. Er zijn nog wel enkele werkgevers die deze verhooging nog niet hebben ingevoerd, doch uitzonderingen be- vestigen den regel. Hij kan zich best ver- eenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De VOORiZlITTER zegt, dat over het alge meen de levensstandaard gestegen is. Het is moeilijk om voor iedere gemeente het percen tage hiervan te bepalen. Het is dan ook daarom, dat Burgemeester en Wethouders niet verder willen gaan dan de salarissen tot 1900. Hierdoor worden de laagst betaalden tegemoet gekomen. Als we gaan vergelijken met gemeenten, dan zijn er die meer en er zijn er die minder betalen. We Rioeten ons aan een bepaald bedrag houden. De heer MAAS acht het ook het beste om het voorstel aan te nemen. -Hij is er vddr om 6 toeslag te geven. Hij vindt het ook zeer billijk, dat, zooals de heer Herrebout reeds heeft gezegd, er getracht werd voor de steun- bedragen ook een verhoogden norm te ver- krijgen. De heer HAAK acht het billijk, dat deze duurtetoeslag wordt verleend. De loonen die betaald worden zijn niet zoo buitengewoon hoog. Ailes in het bedrijfsleven wijst er op, dat het in stijgende lijn gaat. Er valt alles voor te zeggen om deze 6 duurtetoeslag te geven. De heer PLORUSSE kan ook zijn voile medewerking hieraan geven. In verband met de opmerking van de -heeren Herrebout en Maas, zal het zijns inziens alsdan misschien gemakkelijker gaan om iets te doen voor verhooging der steunnormen. De levens- standaard is met ongeveer 21) a 25 ge stegen, zoodat 6 toeslag nog niet zoo heel veel is. Er zijn zelfs wel gemeenten die tot 10 gaan. Hfl kan zjjn voile medewerking verleenen. De VOORZITTER brengt het voorstel n stemming. Voor stemmen de heeren Haak, De Koey. r Maas, De Jonge, Wisse, De Feijter, Floruase, De Visiser, De Regt en Herrebout. Tegen stemt de heer Koopman. 15. Wijziging begrootiiig 1940. Burgemeester en Wethouders stellen voor de begrooting 1940 te wijzigen als volgt: onder de inkomsten te vermeerderen de volgende posten: volgn. 236 teruggave van voorschotten door het rijk 29509,38; volgn. 242b kosten eva- cuatie burgerbevolking f 12464,35; volgn. 242d kosten distributie /4149; volgn. 242f kosten R. verrichtingen 2509,78; volgn. 242h kosten inkwartiering 3603,51; totale ver- meerdering der inkomsten 52.236,02; onder de uitgaven te vermeerderen de vol gende posten: volgn. 4 achterstallige uitgaven /38; volgn. 19 onderhoud en schoonhouden gebouwen 261,62; volgn. 21 verlichting en verwarming 116,19; volgn. 26 kosten zegels 1,30; volgn. 45 bijdragen art. 36 der P. B.-wet /7,19; volgn. 55 verrekening uitk. gem. fonds 2757,69; volgn. 56 subsidie Vereeniging B. en S. /0,04; volgn. 59 kleeding en uitrust. veldwachter 10,40; volgn. 69 bijdrage vrij- willige brandweer 582,78; volgn. 69a kosten brandkranen /245; volgn. 73 kosten lucht- bescherming 621,08; volgn. 89 brjdragen woningwet f 173,24; volgn. 101 onderhoud plantsoenen 89,73; volgn. 102 onderhoud pompen en riolen 429,84 volgn. 103 kosten havens 14,08; volgn. 110 kosten verzekertng brandschade 1,40; volgn. 122 erfpachten en grondrenten 0,36; volgn. 123 onderhoud en administr. bezittingen 214,21volgn. 132 kosten van instandhouden schoolgeb. 254,34 volgn. 135 aanschaffen schoolboeken 141,48; volgn. 139 drinkwater schoolgebouwen f 23,60; volgn. 144 restitutie teveel verhaalde pensioensbijdragen 4,89; volgn. 145a kosten verzekering brandschade 6,10; volgn. 150 teruggaaf portokosten schoolhoofd /2,84; volgn. 152 bijdrage aan andere gemeenten in zake het openbaar uitgebreid lager onderwijs 139,98; volgn. 170 teruggaaf schoolgelden f 15,40; volgn. 178 bijdrage art. 36 quater M.O.-wet f 1028,70; volgn. 200 bureaubehoef- ten steunverleening 94,73; volgn. 205 kos ten bijz. hulp aan werkloozen 400; volgn. 205b uitgaven inzake spaarregeling /107; volgn. 232 restitutie aan het rijk van teveel •genoten opcenten directe belasting /200; volgn. 239 voorschotten voor't rijk 29114,71 volgn. 242c kosten evacuatie 12428,84; volgn. 242e kosten distributie f 4399,73; volgn. 242g kosten R.verrichtingen f 2509,78; volgn. 242i kosten inkwartiering 3603,61 totale vermeerdering der uitgaven 59.939,78; onder de uitgaven te verminderen de vol gende posten: volgn. 70 kosten straatverlichting f 1000; volgn. 201 kosten werkverschaffing /3000; volgn. 202 kosten steunverleening /2000; volgn. 243 onvoorziene uitgaven 1703,76; totale vermindering der uitgaven 7703,76. De heer KOOPMAN vraagt of deze bedra- gen geschat zijn, dan wel of die reeds ont vangen zijn. De VOORZITTER zegt, dat deze bedragen niet geschat zijn, doch het zijn bedragen die reeds vast staan. Zoo b.v. de post voor straatverlichting. Ieder kan dit begrijpen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 16. Wijziging begrooting 1941. Burgemeester en Wethouders stellen voor in verband met een schrijven van Gedeputeer de Staten van Zeeland (A. 175-56), de be grooting dienst 1941 te wijzigen als volgt; onder de inkomsten te verhoogen: volgn. 6 uitkeering per inwoner 580,08; onder de uitgaven te verhoogen: volgn. 198 verpleegkosten krankzinnigen 237volgn. 253, distributie f 600; totale verhooging der uitgaven 837 onder de uitgaven te verminderen: volgn. 257 onvoorziene uitgaven 256,92; blijft een verhooging der uitgaven van f 580,08. De VOORZITTER licht toe, dat dit posten zijn, welke bij het vaststellen van de begroo ting nog niet zoo precies bekend waren. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 17. Omvraag. a. De heer MAAS vraagt of het padje van J. de Vos naar de Achterstraat en de weg voor J. de Jonge niet verhard zou kunnen worden. Het is daar ,van de winter een ver- schrikkelijke troep geweest. Het was er ge- woonweg drassig. Dat de waterleiding daar gelegd is, zal er ook wel geen goed aan heb ben gedaan. Hij heeft nu gehoord, dat er moeilijk grint was te krijgen. Maar als dat er nu is, zou er toch wel wat aan te doen zijn. De VOORZITTER herhaalt, dat het een vraagstuk is geweest om aan verhardings- materiaal te komen. Anders werd er geregeld in December gestrooid, doch dit heeft nu niet gekund. Daama hebben we gep-robeerd om sintels te koopen, doch dit ging ook niet. We hebben in dat opzicht wel wat ongeluk- kig geboerd. Hij gelooft ook wel, dat de weg daar slecht heeft gelegen. De heer MAAS: Heel slechts zelfs. De VOORZITTER vervolgt, dat de gemeen te nu^ een 100.000 kg grint heeft gekocht. Als er een voerman beschikbaar is, wordt hieraan misschien nog deze week gewerkt. We zuilen het voorloopig opslaan en kunnen er dan naar behoefte van gebruiken. De heer MAAS hoopt, dat de zaak daar spoedig hersteld zal worden. De heer DE FEIJTER meent, dat het mis schien nog beter was om aan dat padje de haag uit te doen. Bij een haag is het altijd vochtig. De VOORZITTER meent, dat dat wei te probeeren was. In elk geval kan hij toezeg- gen, dat het zijn aandacht heeft. b. De heer KOOPMAN vraagt of het niet mogelijk is, dat de vuilnisbak bij hem achter wordt afgesloten. Hij herinnert zich, dat indertij-d de ge- meente-architect een vast salaris heeft ge- kregen in plaats van provisie. Hij meent dan ook, dat deze verplicht is om zoo nu en dan de gemeente eens rond te gaan. Hij heeft het al zoo dikwqls gevraagd om aan dien stinkenden boel een einde te maken, doch het schijnt, dat er geen aandacht aan wordt be- steed. Hij vindt zooiets toch wel te klein- zielig om dit ter tafel te brengen. Maar als een persoonlijke vraag niet meer helpt, moet het dan maar. Hij weet niet of dit in de krant komt, maar dan kunnen ze het lezen. Spre ker hoopt, dat hieraan nu maar eens voor goed een eind wordt gemaakt. De VOORZITTER hoopt, dat dit binnen afzienbaren tijd in 'orde komt. Hij vindt het ook niet aangenaam, dat daar een stinkende vuilnisbak open staat. De heer MAAiS beaamt, dat het daar veel kan stinken. Met een goed deksel er op, was men klaar. De VOORZITTER zegt toe, de zaak in orde te laten brengen. Hij sluit de vergadering door het uitspre- ken van het dankgebed.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 8