Landbouwberichten Burgerlijke Stand Voor de Huisvrouw. RECHTSZAKEN. GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. SADEBE MEDEDEELINGEN OVER HET TEELTPLAN AKKERBOUW 1941. (Naar aanleiding van het felt, dat nog niet iedere Landbouwer op de hoogte is van de bepaUngen van het teeltplan akkerbouw 1941, heeft het A.N.P. zich met het departement van den landbouw in verbrn- ding gesteld. Van officieele zijde werd hieromtrent o.m. het vdgende medegedeeld: Voorop dient te worden gesteld, dat in het teelt plan slechts sprake is van hoofdgewassen, de teelt van stoppelgewassen is geheel vrijgelaten. Uit den aard der zaak brengt dit mede, dat door de over- heid geen garantie kan worden gegeven, dat stop pelgewassen, welke in 1941 gezaaid worden om oerst in 1942 hun voile opbrengst te geven, zooals hjjv. roode klaver, ook in 1942 in hun geheel zullen mogen worden aangehouden. Dit hangt vanzelf- sprekend af van de omstandigheden. Volgens het teeltplan 1941 kan men de gewas sen onderscheiden in drie groepen: a. de gewassen, waarvan de teelt verboden is; b. de gewassen, waarvan de teelt beperkt is, c. de gewassen, waarvan de teelt onbeperkt is toegestaan. Verboden gewassen. 1. De verboden gewassen zijn: karwij, blauw- maanzaad, gele en bruine mosterd, spelt en evene. Deze gewassen mogen voor den oogst 1941 niet worden uitgezaaid en wanneer zij reeds uitgezaaid Zgn in 1940, zooals karwij, dan moeten ze worden ondergeploegd, ook al is in het voorjaar van 1940 hlervoor door de landibouw-crisis-organisatie een vergunndug uitgereikt. Deze vergunningen zijn vervallen. Slechts speciale selecteurs, aan wie in het najaar van 1940 een vergunning uitgereikt is, mogen him karwij aanhouden. Dit betreft karwij voor den oogst 1941. (Het verbod van den verbouw van bovengenoemde gewassen in 'n tijd, dat aile beschikbare grond moet worden aangewend om aooveel mogelijk voedsel te leveren voor mensch en dier, zal een ieder duidelijk zijm. Aanvragen om ontheffingen van dit verbod, om- dat men deze gewassen ook in de voorafgaande jaren verbouwde, zullen zonder meer worden afge- wezen. Slechts wanneer de bedrijfsomstandigheden dit dringend noodig maken, of wanneer door mis- lukking van andere gewassen, een dezer gewassen ale noodgewas nog eenige kans van slagen heeft, kan hiervan worden afgeweken. De landbouw- crisis-organisatie kan dan, na het advies van den productiecommissaris te hebben ingewonnen, ver gunning verleenen. Wordt de verbouw van deze gewassen gevraagd ter vervanging van mislukte wintergewassen, dan moet de aanvrage gesdhieden v6<5r 1 April 1941. De keuze van gewassen, die als vervangers kunnen worden gebruikt, is dan echter nog zoo groot, dat de teler kan verwachten, dat elke aanvraag wordt afgewezen. (Betreft het echter de vervanging van een mis lukt zoimergewas, dan moet de aanvrage in elk ge val v66r 1 Juni 1941 bij de landbouw-crisis-organi- satie warden ingediend. Gewassen, waarvan de teelt beperkt is. De gewassen, waarvan de teelt beperkt L>, 2. zrjn: a. Haver. De oppervlakte hiervan is voor elk bedrijf beperkt tot het gemiddelde oppervlak, dat in de jaren 1938 en 1939 met dit gewas was beteelt, waarbrj echter de oppervlakte niet grooter mag zijn dan 15 van 't totale bouwland (het gescheurde grasland inbegrepen). Wanneer iemand in 1938 bijv. heeft verbouwd 3 ha haver en in 1939 4 ha, dan is het gemiddelde 3% ha. Heeft hij in 1940 in totaal 20 ha bouwland (gescheurd grasland er bij gerekend) bebouwd, dan zal hij mogen verbouwen 15 pet. van 20 ha of 3 ha haver. Voor bedrijven, waar normaal handelsgewassen als karwij, bruine of gele mosterd of blauwmaan- zaad werden geteeld, mag de oppervlakte, welke in 1940 met deze gewassen beteeld was, medegerekend worden voor het bepalen van de oppervlakte haver in 1941. Echter mag hierdoor de 15 pet. niet worden overschreden. Een bedrijf bijv. met 40 ha bouw land, dat in 1938 en 1939 in doorsnee 4 ha haver verbouwde en in 1940 eveneens 4 ha handelsgewas sen verbouwde, mag nu geen 8 ha haver verbouwen, doch slechts 15 pet. van 40 ha of 6 ha. Op gescheurd grasland, waarvan v66r 21 Januari 1941 aan de landbouw-crisis-organisatie opgave is gedaan, mag echter volgens een vroegere publicatie (27 September 1940) onbeperkt haver of bieten worden verbouwd. Hiervoor is echter een vergun ning noodig van de landbouw-crisis-organisatie. Werd echter na 21 Januari 1941 opgave gedaan, dan geldt de bepaling, dat slechts de gemiddelde oppervlakte haver van 1938 en 1939 mag worden verbouwd, wanneer deze ten hoogste 15 pc.t. van het bouwland bedraagt. Het verbouwen van een grootere oppervlakte haver als hierboven genoemd mag slechts geschie- den, wanneer de verbouwer hiertoe een teeltver- gunning van de landbouw-crisis-organisatie heeft ontvangen. Volgens het persbericht van 18 Januari moesten aanvragen om meer haver te mogen ver bouwen, vddr 15 Februari 1941 bij de landbouw- crisis-organisatie zijn ingediend, tenzrj het betreft de vervanging van mislukte wintergewassen. In dit geval moet v66r 1 April 1941 vergunning worden aangevraagd Voor het geval niet meer haver wordt uitgezaaid dan toegestaan is, is geen teeltvergunning noodig. De provinciale productiecommissarissen, die door de landbouw-crisis-organisaties hij de beoordeeling van een aanvrage om meer haver te mogen verbou wen, worden gehoord, zullen niet op de eerste plaats uit gaan van de in de vorige jaren verbouwde opper vlakte, maar slechts dan een grootere oppervlakte haver goedkeuren, wanneer vaststaat, dat haver de eenige teelt is, welke met succes kan worden ver bouwd. to. De groenvoedergewassen, waar onder hier zijn te verstaan mangels- en voederbie- ten, koolrapen, landbouwwortelen, gele wortelen klaver, lucerne en eventueel andere groen te oog- sten gewassen, zooals groene mais, merg- en voe- derkool, kunstwedden e.a., zijn in hun geheel be perkt tot de oppervlakte, welke in 1940 met deze gewassen toetaald was. De landbouwer is binnen deze beperking vrij in de keuze van de gewassen Wanneer hij, om een voorbeeld te noemen, in 1940 verbouwd heeft ha mangels, ha koolrapen 1 ha klaver, 14 ha kunstweide, heeft hij ook dit jaar recht op 2 ha groenvoedergewassen. (Hij behoeft zich echter wat de afzonderlijke gewassen betreft, niet .te houden aan de oppervlakte van 1940, m.a.w. hij is vrij om bijv. zijn toegestane 2 ha geheel met voederbieten te telen of de voederbieten geheel weg te laten en 2 ha klaver aan te houden of op zijn 2 toa groenvoedergewassen te verbouwen, die hij het vorige jaar niet verbouwd heeft, bijv. groene mais, lucerne, landbouwwortelen, of merg- en voederkooL Bovendien kan (hij deze gewassen naar eigen keuze verbouwen op het oude bouwland, dan wel op het gescheurde weiland. Een uitzondericig vormen de gescheurde gras- landen, waarvan v66r 21 Januari 1941 opgave werd gedaan aan de landbouw-crisis-organisatie. Deze mogen ingevolge het persbericht van 27 September 1940 desgewenscht geheel met voederbieten worden beteeld. Voor gescheurde perceelen, welke na 21 Januari zjfn aangegeven, geldt echter deze bepaling niet. Hiervoor geldt de bovengenoemde regeling, dus de oppervlakte, d e in 1940 met de genoemde groen voedergewassen was beteeld. Mocht echter de landbouwer in 1940, tengevolge van uitwintering of andere oorzaken een kleinece oppervlakte van deze gewassen hebben beteeld, dan bij gewoon was in andere jaren te telen en kan hij dit aantoonen en tevens, dat zijn bedrijf meer groenvoedergewassen noodig heeft, dan kan de landbouw-crisis-organisatie in overleg met den productiecommissaris een grootere oppervlakte toestaan. In dit geval wordt aan den aanvragei een teeltvergunning uitgereikt. Het verbouwen van een grootere oppervlakte dan in 1940 zonder teelt vergunning is verboden en hiertegen zal streng worden opgetreden. Bij de beoordeeling of een grootere oppervlakte kan worden toegestaan, zal vanzelfsprekend nage- gaan worden of door den verbouw van stoppe'ge- wassen of door verbetering van de graslandcultunr (door betere beweiding, betere hooiwinning, inkui- len van gras) betzelfde resultaat kan worden be- reikt. Is dit het geval, dan kan uitbreiding van de groenvoedergewassen niet worden toegestaan. Volgens de gegeven bepalingen zouden zuivere graslandbedrijven, die tot scheuren van grasland overgaan, geen recht hebben op den verbouw van groenvoedergewassen, daar zij die ook in vorige jaren niet verbouwden. Dit zou onbdlijk zijn en daarom is bepaald, dat voor deze bedrijven kan toe gestaan worden, dat een oppervlakte van ten hoog ste 4 are, voor elke bij de December-telling 1940 op het bedrijf aanwezige melk- of kalfkoe, mag wor den beteeld met mangelwoctelskoolrapen (of an dere groenvoedergewassenHierbjj wordt reke- ning gehouden met de mogelijkbeid am op andere wjjze .(door inkuilen of drogen van gras, betere hooiwinning enz.) het benoodigde veevoeder te win- nen. Wanneer hierdoor mede in het tekort wordt voorzien, wordt vanzelfsprekend een kleinere op pervlakte toegewezen. Voor deze bedrijven is eveneens een teeltvergunning noodig. c. Uien. Deze zijn beperkt tot de oppervlakte, die in 1937'38 en '39 gemiddeld met dit gewas beteeld was. Hiervoor wordt na aanvrage door de landbouw-crisis-organisatie een teeltvergunning uit gereikt. Gewassen waarvan de teelt onbeperkt is. 3, De gewassen, waarvan de teelt onbeperkt is toegestaan zijn: tarwe, rogge, gerst, kanariezaad, veldboonen, Waalsche boonen, groene erwten, schok- kers, stamboonen en verdere landbouwpeulvruchten, aardappelen, suikerbieten, cichorei, zaadmais, kool- zaad, vlas, boekweit en hennep. (De tabaksteelt valt onder een bijzondere tuin- bouwregeling. Dit zijn de gewassen, die, op een enkele uitzon dering na, op de eerste plaats in aanmerking komen voor menschelijk gebruik en voeding der dieren. Voor geen van deze gewassen is een teelt vergunning noodig. 4. Men mag geen onrijp graan afmaaien voor groenvoeder en evenmin onderploegen voor groen- bemesting, behalve in gevallen, dat het gewas is mislukt. Het is echter wel toegestaan snijrogge (rogge voor strooband) en groene mais te verbouwen, ter- wijl op verloren hoekjes of erfperceelen en snitje- kampen desgewenscht ook andere granen als groen- voedergewas mogen worden verbouwd. Snijrogge moet echter v66r 10 Mei 1941 gemaaid zijn en op dit land moet een van de onder 3 of 4 genoemde (de beperkte en de niet beperkte) gewassen wor den verbouwd. Het scheuren van grasland. 5. Voor het scheuren van grasland wordt een premie van ten hoogste 100 per ha gegeven. Hier- aan zijn echter enkele voorwaarden verbonden. a. Het te scheuren perceel moet zoodanig zijn, dat het als bouwland gebruikt, kans geeft op een redelijken oogst. Graslanden, die of door den aard van den grond, of door de ongunstige ligging, bijv. door te hoogen waterstand, alis bouwland weinig kans op een behoorlijken oogst geven, komen dus niet voor scheurpremie in aanmerking. b. Het grasbestand van het te scheuren perceel moet zoo zijn, dat hiervan in 1941 een behoorlijke opbrengst aan gras verwacht had kunnen worden. Hieruit volgt dus, dat klaverland, Westerwoldsch raaigras of versleten kunstweide, die toch ge scheurd hadden moeten worden, niet voor scheur premie in aanmerking komen. c. Aangifte van reeds gescheurd of nog te scheu ren weiland moest geschieden v66r 15 Maart, recht- streeks bij de landbouw-crisis-organisatie, die be- oordeelt, mede op advies van den productie-commis- saris, of het perceel voor voorloopige goedkeuring in aanmerking komt. d. Reeds in 1940 gescheurde perceelen, waarop nog geen hoofdgewas is geteeld en geoogst, komen eveneens voor een scheurpremie in aanmerking, in- dien deze waren aangegeven en goedgekeurd. Wordt In 1941 v66r 15 Juli nieuw grasland of kunstweide aangelegd, dan wordt deze oppervlakte afgetrokken van het gescheurde oppervlak, behalve wanneer de inzaai is geschiedt onder een hoofdge was. De bedoeling van de scheurpremie is de op pervlakte bouwland te vergrooten. Wordt nieuw grasland aangelegd, dan wordt hierdoor de opper vlakte bouwland niet uitgebreid en heeft men dus ook geen recht op scheurpremie. Is een stuk grasland door de landbouw-crisis- organisatie voor scheuren goedgekeurd, dan heeft hiermede de landbouwer nog geen recht op de scheurpremie. Het is er om te doen, dat deze gron- den een zoo hoog mogelijke opbrengst geven. Daarom Is bepaald, dat, wil de teler voor deze scheurpremie in aanmerking komen, hij ook moet zorgen voor een goede bewerking en verpleging van het gewas. Wbrden de perceelen verwaarloosd of op onoordeelkundige wjjze bewerkt, dan werkt de boer niet in het belang der voedselVoorziening en komt hij derhalve ook niet voor de premie in aan merking. Mislukt het gewas, of laat de stand te wenschen over door oorzaken, die liggen buiten de schuld van den teler, dan komt hij toch voor een scheurpremie in aanmerking. In den loop van den zomer wordt voor elk per ceel afzonderlijk de scheurpremie bepaald. Verder is de teler vrij in de keuze van de gewassen en mag hij dus alle niet verboden gewassen op het ge scheurde grasland verbouwen, als hij zich maar houdt aan de beperkingen, die ten aanzien van haver, uien en groenvoeder gewassen zijn gegeven, behalve in gevallen, dat de landbouw-crisis-organi satie hem hiervan ontheffing heeft verleend. Landbouvvzaden. c. De teelt van landbouwzaden. Elke teler is vrjj 5 are van zijn bouwland te bestemmen voor den verbouw van landbouwzaden naar eigen keuze, zonder dat hjj hiervoor een schriftelijke vergunning noodig heeft. Voor een oppervlakte grooter dan 5 are is steeds een teeltvergunning noodig. De regeling voor landbouwzaden komt hierop neer, dat de zaadteelt van gewassen, waarvan de verbouw hier te lande steeds kleiner is dan de bin- nenlandsche behoefte, n.l. alle gras- en klaverzaden (behalve Westerwoldsch raaigraslucerne, wik- ken, lupinen, serradella, merg- en voederkool, niet wordt beperkt. Hiervan is voor den landbouwer zoowel teelt voor eigen rekening als contractteelt toegestaan. Uitdrukkelijk wordt er echter op ge- wezen, dat bijv. zij, die een teeltvergunning hebben aangevraagd voor de teelt van klaverzaad, wikken- zaad, zoete lupinenzaad of serradellazaad, ook ver- plicht zijn hiervan zaad te winnen en dat het ver boden is deze gewassen (behalve de eerste snede van klaver) groen te oogsten. Van de andere zaden is de teelt min of meer beperkt. De verbouw van koolraapzaad, stoppelknollenzaad, boterzaad, Westerwoldsch raaigras voor zaadwinning, suikerbietenzaad en (in het algemeen) ook mangel- en voeder- bietenzaad is aan de landhouwers slechts toe gestaan, wanneer dit geschiedt op contract met een kweeker of handelaar. Van landbouwwortelen (gele wortelen), spurrie en chichorei voor zaadwinning kan naast contractteelt, ook een beperkte opper vlakte worden toegestaan voor teelt voor eigen rekening. Bij contractteelt worden de vergunningen aangevraagd door den handelaar of kweeker, met wien een contract is aangegaan. Bij teelt voor eigen rekening en risico had den de aanvragen, zooals reeds eerder is be- kend gemaakt, voor 1 Maart bij de Neder- landsche Akkerbouw Centrale ingediend moe ten zijn. Thans nog binnenkomende aanvra gen worden niet meer in behandeling ge- nomen. Tenslotte willen wij er de landbouwers nog- maals uitdrukkelijk op wrjzen, dat tegen af- wijkingen van het teeltplan, zonder dat daar- voor vergunning is aangevraagd en verkre- gen, streng zal worden opgetreden. De landbouwer moet hlerbij bedenken, dat de voedselvoorziening voor Nederland in zijn hand ligt. dat het van ztjn medewerking zal afhangen of Nederland bewaard bltjft voor hongersnood en ondervoeding. En de boeren van Nederland kunnen dit, dank zij het hooge peil, waarop onze landbouw staat en waarom vele landen ons kunnen benijden. Ondanks ons kleine grondgebied en onze dichte bevol- king, kan Nederland zich zelf goeddeels red den. ook al blijft het afgesloten van den in- voer van levensmiddelen uit andere landen. Maar het kan dit alleen, wanneer elke land bouwer voor zich de verantwoordelijkheid die in dezen tijd op bem is gelegd, beseft. Wan neer hjj er van doordrongen is, dat het zijn plicht is thans meer dan ooit er naar te stre- ven de productie van zijn bedrijf niet alleen op te voeren, maar ook op de eerste plaats er naar te streven zooveel mogelijk voedsel voor den mensch te produceeren, dan zal de voedselpositie van Nederland veilig zijn. Dan zal ons land bewaard blijven voor de ram- pen, die hongersnood en ondervoeding met zich sleepen. DE VESTIGINIGSWET KEEINBEDRUF. Is het uittreden van vennooten „wijziging in personen"? Bij Kon. besluit van 31 Mei 1939 tot uit- voering o.m. van art. 1 van de Vestigings- wet Kleinbedrijf is bepaald, dat het verboden is een Inrichting, bestemd of mede bestemd voor de uitoefening van het automobiel- en garagebedrijf vooct te zetten in geval van wijziging in de personen van ondememers of beheerders, zonder daartoe van de Kamer van Koophandel verkregen vergunning. Over- treding van deze verbodsbepaling is strafbaar gesteld in art. 14 der wet. E. van D. had voor den kantonrechter te Sneek terecht gestaan omdat hij te Bolsward een garagebedrijf voortzette nadat 66n der firmanten was uitgetreden, zonder dat de Kamer van Koophandel vergunning voor die voortzetting had verleend. De kantonrechter aehtte het ten laste ge- legde, dat bewezen werd verklaard, niet straf baar. Hij overwoog daarbij, dat een .wijzi ging in personen" alleen plaats heeft als een firmant vervangen wordt of een nieuwe toe- treedt en niet wanneer, zooals hier, een fir mant uittreedt. De heer van D. werd dus van rechtsvervolging ontslagen. De ambtenaar van het O. M. te Sneek kwam van dit vonnis in cassatie. In deze zaak heeft de advocaat-generaal hij den Hoogen Raad, mr. dr. Wijnveldt, Maandag conclusie genomen. De beperkte uitlegging welke de kanton rechter aan de desbetreffende wettelrjke be paling heeft gegeven, achtte hij in de eerste plaats taalkundig niet houdbaar. Wanneer van twee of meer personen in een zaak e6n of eenige uittreden, heeft er ongetwrjfeld een wijziging in personen plaats. Ook de geschie- denis van de wet wijst in een geheel andere richting, dan de kantonrechter meent. De consequenties van het vonnis zouden wetsont- duiking op groote schaal mogelijk maken. Iemand b.v., die aan de eischen voldoet, kan telkens wanneer een ander, die niet aan de eischen voldoet, een zaak wil vestigen of voortzetten, helpen, door met den andere een vennootschap onder firma aan te gaan voor zeer korten tijd. Daarna kan de aan de eischen voldoende personen weder uittreden en de voortzetting van de zaak overlaten aan den ander, zonder dat deze laatste op grond van de Vestigingswet zal getoetst worden, Een dergelijk iemand zou er zijn beroep van kun nen maken zaken te helpen oprichten, zon der dat de wet zou kunnen worden toege- past. Mr. Wijnveldt conCludeerde mitsdien tot vernietiging van het vonnis, tot strafbaarver- klaring van het bewezene en tot veroordee- ling van den gerequireerde tot f 5 boete. De Hooge Raad zal arrest wijzen op 21 April. koken en zoo nu en dan deze groente eens rauw te gebruik en. Een proefneming met Onderstaand recept zal U ervan overtuigen, dat ook de op deze wijze bereide zuurkool uitstekend smaakt zoowel brj of op een bruine boterham, alsook met in schil gekookte aardappelen. Zuurkoolsalade. (Een hapje brj de boterham voor vier personen.) 250 gram '/2 pond) zuurkool, 1 groote, zure appel, 4 of 5 gekookte aardappelen, een stukje u 2 eetlepels kwark, yoghurt of hangop, wat zout en desgewenscht aroma. Snijd de zuurkool zeer fijn en vermeng ze met de kwark, yoghurt of hangop, de fijn- gewreven aardappelen en wat zout. Laat het mengsel een half uurtje staan en roer er voor het gebruik den geraspten zuren appel en de gesnipperde ui door. ZAAMSLAG. Huwelijks-aangiften. 20 Maart. Johannes Dingemanse (van Zoutelande), oud 21 j., jm. cn Ebrina Hamelink, oud 22 j., jd. Gehoorten. 2 Maart. Cornelia Johanna, d. van Jan Adriaan Bolleman en van Tona Kaijser. 6 Maart. Catharina, d. van Pieter Scheele en van Debora Bolleman. 8 Maart. Maria, d. van Jacobus Schoonakker en van Elisabeth Hamelink. 9 Maart. Jacobus Jan, z. van Hermanus de Bokx en van Antje Geel- •hoedt. 18 Maart. Comelis David, z. van Adriaan Kaijser en van Maragaretha Neeltje Scheele. 20 Maart. Pieter, z. van Pieter Hamelink en van Catharina Dieleman. 21 Maart. Martina Geertruida Clara, d. van Antheunis Dekker en van Janna Cornelia Wolfert. 28 Maart. Leendert, z. van Poulus Jacobus Jacob Willemsen en van Maria Mar tha Dees. 28 Maart. Krijn Leendert, z. van Dirk Dekker en van Elizabeth Jacomina de ICrsksr Overlijden. 5 Maart. Pieter Hamelink, oud 48 j., z. van Francois en van Geertrui Faas. Een als levenloos aangegeven kind van Cor nells Hamelink en van Hebrina Drabbe. 12 Maart. Geleijn de Bokx, oud 88 j., weduwn. van Adriana Hujjssen. 13 Maart. Sara Dek ker, oud 2 m., d. van Francois en van Janna Abigaei Pijpelink. 17 Maart. Cornelia Don- ze, oud 60 j., echtg. van Johannes van de Wege. 25 Maart. Maria Wilhelmina Plad- det, oud 4 w., d. van Pieter en van Wilhel mina Overdulve. ZUIDDORPE. Huwelijks-voltrekkingen, 26 Maart. Jan Herman Hulleman en Christina Belaert. Gehoorten. 9 Maart. Johannes Marie, z. van Emile Boeijens en van Celina Vergau- wen. 14 Maarl Willy Henricus, z. van Rene de Pau en van Celina Coralie D"haene. 28 Maart. Dinv Clara, d. van Ceriel Hemelsoet en van Maria Herman. Overlijden. 17 Maart. Maria Lammens,. echtg. van Franciscus de Neve. Vergadering van Maandag 24 Maart 1941, des mamiddags 2,30 uur. Voorzitter de heer S. van Hoeve, Burge- meester. Tegenwoordig de leden: A. Haak, A. de Koeijer, D. G. Koopman, C. Maas, C. de Jonge, F. C. Wisse, H. de Feijter, M. Florusse, A. de Visser, L. W. de Regt, C. K. Herrebout, en de Seeretaris J. W. Kusee. 1. Opening. een groot deel van ZORGT VOOR DE NOODIGE VITA M INES. Ahda Reiding schrpft ons: Zoo langzamerhand dringt het tot steeds meer huisvrouwen door, dat de vitamines tot de onmisbare bestanddeelen van ons voedsel behooren. Wat vitamine C betreft, moeten we be- dacht zijn op eenige eigenschappen, waardoor er bij onoordeelkundige bereidimg van b.v. groente en aardappelen verloren kan gaan. Deze eigenschappen zijn: le. oplosbaarheld in water; 2e. gevoeligheid voor zuurstof uit de lucht 3e. gevoeligheid voor verhitting. Door groente lang in het water te laten staan vooral als ze eenmaal fijngesneden is kan, tengevolge van de eerstgenoemde eigenschap, het vitamine-C-gehalte verminde- ren. Dit geldt ook voor zuurkool, of beter ge- aegd: dit geldt vooral voor zuurkool, daar juist het vocht veel vitamine C bevat. Alls het wasschen om hygienische reden dus niet noodzakelijk is, dan laten we het liever na (m.a.w. zelfingemaakte zuurkool niet wasschen!). Daar vitamine C door inwerkmg van zuur stof uit de lucht zfln werkzaamheid geheel of ten deele kan verliezen, is het raadzaam een stamppot met zuurkool slechts even te stam- pen beter nog. even door elkaar te roeren daar alngdurig stampen intense vermen- ging met lucht veroorzaakt. In verband met laatstgenoemde eigenschap van vitamine C: gevoeligheid voor verhitting, is het aan te raden zuurkool (en ook andere groente) niet langer dan een half uur te De VOORZITTEiR opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Hij vervolgtMijne heeren. Met den aan- vang van deze vergadering, de eerste in dit jaar, wil ik die hartgrondige bede en wenscb uitspreken, dat het onze gemeente goed moge gaan. en dat we in dezen jaarkring bewaard mogen worden voor rampen en onbeilen. U, mijne heeren, wil ik gaame dank zeggen voor den verleenden steun in het vorig jaar. Thans verzoek ik U, die mo opnieuw te geven in dezen tijd'kring. Mijn beste wenschen wil ik U aanbieden, voor U zelven en voor uw gezinneni, Uw be drijf en Uw zaken. Dat Gods oog steeds op onze gemeente moge zijn en dat der ingezetenen op Hem. De heer WISSE: Edelachtbare heer Burgemeester. Namens den Raad der gemeente richt ik heden weer het woord tot U, dankende voor de ons toegesproken woorden en wij brengen U Burgemeester. alsmede de overige leden van het Dagelijksch Bestuur, onzerzijds onze beste wenschen. De tijden zijn wel heel zwaar waarin we leven. De oorlog, die ons het vorig jaar overviel, woedt nog steeds voort en grijpt steeds dieper in ons volksleven in. Ook als bestuur der gemeente drukt ons de verantwoordelijkheid en nog wel het meest U als Voorzitter. Waar onze regeering in ballingschap is, hebben wij' te gehoorzamen aan de over ons gekomen machten. Begrflpen kunnen wrf als menschen niet alt^jd, waarom het zoo komen moest, maar wij hebben met de feiten rekening te houden en moeten ons gevoel het zwijgen opleggen. Wij willen zien op de toekomst, waarin wjj, als God het wil, het licht weer zullen zien en moeten nu maar (loen, wat onze hand vindt om te doen, in het waarachtig belang onzer gemeente. Moei- lijikheden zullen ons met gespaard blijven, maar laten wij niet verslappen in geloof en vertrouwen. U geeft ons het voorbeeld, daar U nog pas geleden den moed hebt getoond, een herbe- noeming als burgemeester te aanvaarden. Wij zijn daar dankbaar voor en wenschen U geluk met het vertrouwen dat ook de tegen- woordige overheid in U toont te stellen. Moge het U als burgemeester in Uw her- nieuwde ambtsperiode gegeven zijn de ge meente in veilige haven te sturen. Aan de medewerking van den Raad zal het U niet ontbreken, dat mag ik U bft dezen wel zeg- gen. Mogen wij onder Uw leiding in 1941 on danks alle donkerheid en oorlogsgeweld, nog alien werkzaam zijn tot hell der gemeente. Dat geve God! De VOORZrTTEJR danlkt voor de hem toe gesproken woorden. Hij hoopt in zijn nieu we ambtsperiode nog vele jaren werkzaam te zijn. Ook al zijn de tijden zwaar, toch wil hij met Gods hulp de belangen der gemeente op de bebte wijze dienen en als voorzitter van den Raad optreden. Hij hoopt, dat de uitgesproken wenschen van den heer Wisse In vervulling mogen gaan. 2. Notulen. Burgemeester en Wethouders stellen voor, vast te stellen de notulen van de vergaderin- gen van 23 September en 25 November 1940 zooals d:e in druk zijn verschenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 3. Mededeelingen. a. Ingekomen Is een schrijven van den wnd. Commissaris der Provincie (A. 302-53), houdende mededeeling, dat de heer S. van Hoeve met ingang van 15 April 1941 is her- benoemd tot burgemeester dezer gemeente. b. Proces-verbaal van opneming van boe- ken en kas van den gemeente-ontvanger, d.d. 22 Maart 1941. Hieruit blijkt, dat de ontvang- sten bedroegen 207.402,06 en de ultgaven f 186.383,98, zoodat in kas moest zijn en ook was 21.018,08. Van dit bedrag Is belegd brj de Coop. Boerenleenbank 7.262,32 en bij de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten 10.202,52. Burgemeester en Wetliouders stellen voor, deze mededeelingen aan te nemen voor ken- nisgeving. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 4. ingekomen stukken. a. Mededeelingen van benoemde en her- benoemde leden van de commissie tot wering van schoolverzuim, dat zij hun (her)benoe- ming aannemen. (A. 917-30.) b. Een mededeeling, dat het raadsbesluit d.d. 23 September 1940 tot wijziging van de Verordening op den Keuringsdienst van Vee en Vleesch is goedgekeurd. (A. 132-159.) c. het goedgekeurde raadsbesluit d.d. 25 November 1940, tot wijziging van de Bcuw- verordening. (A. 149-23). d. Idem tot heffing van 175 opcenten op de Personeele belasting. (A. 270-18). e. 'Het jaarverslag van de Vrijwillige Brandweer (A. 143-24.) Burgemeester en Wethouders stellen voor, de stukken a tot en met e aan te nemen voor kennisgeving. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. f. Verzoeken van de Afd. Temeuzen van den Ned. Kappersbond (A. 142-173) en van de Z.-V. Slagers Patroonsvereenlging te Ter- neuzen (A. 165-173), om te bepalen, dat de kapperszaken en slagerswinkels in deze ge meente des Maandags na 1 uur gesloten moe ten zjjn. Burgemeester en Wethouders stellen voor, deze verzoeken aan te houden. De heer FLORUSSE vraagt, of deze zaak voor Burgemeester en Wethouders veel moei- lijkheden oplevert. De VOORZITTER acht het het beste, deze zaak nog eens kalm te bekijken. De heer FLORUSSE meent, dat het maar het beste was, aan dit verzoek te voldoen, aangezien er toch niemand door geschaad wordt. De VOORZITTER: U gaat thans verder dan het voorstel van het college luidt. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. g. Een verzoek van de Internationale Spoorweg Mij MechelenTemeuzen (A. 77- 148) om een subsidie voor het jaar 1941 van 750. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit -verzoek aan te houden tot meerdere ge- gevens dienaangaande bekend zijn. De VOORZITTEiR voegt hieraan toe, dat omtrent deze zaak nog niet genoeg gegevens bij Burgemeester en Wethouders aanwezig zijn. Dezer dagen is er nog wel lets ontvan gen. doch Burgemeester en Wethouders ach- ten het het beste, dit aan te houden tot de volgende vergadering. Het is in hoofdzaak een financieele kwestie. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 5. Benoeming lid commissie tot het na- zien der rekeningen en begrootlngen. De commissie bestaat thans uit de heeren M. Florusse, D. G. Koopman en L. W. de Regt. Burgemeester en Wethouders noodigen den raad uit, een nieuw lid te benoemen in de plaats van den heer Florusse, die aan de beurt van aftreding is. De VOORZITTEIR verzoekt de heeren Koop man en Maas met hem het stembureau te willen vormen. Uitgebracht worden 11 stemmen, waarvan op den heer De Jonge 10 en op den heer De Feijter 1 stem. Is alzoo benoemd de heer De Jonge. 6. Vast,stealing nieuwe verordening op de heffing van keurloon. Naar aanleiding van een ontvangen schrij ven van het gemeentebestuur van Axel (A. 1107-159), stellen Burgemeester en Wethou ders voor, het navolgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Zaamslag; gezien een rapport van den Keuringsvee- arts, Hoofd van dienst, waaruit bljjkt, dat het noodzakelijk is de heffing der bestaande keurloonen te herzien; besluit vast te stellen een nieuwe VERORDENING tot heffing van keur loon in de gemeenten Axel, Zaamslag, Overslag, Koewacht, Zuiddorpe. Artikel 1. Voor het keuren van vee en vleesch en voor andere hiermede in verband staande doel- einden wordt, onder de benaming van keur loon, een recht geheven naar het in art. 2 omschreven tarief. Artikel 2. 1. De heffing bedraagt voor het keuren van: a. voor een levend of geslacht, niet afge- hakt stuk rundvee of paard b o v e n de 2 jaar oud /5.50; b. voor een levend of geslacht, niet afge- hakt stuk rundvee of paard van 2 jaar en daar beneden 3,50; c. voor een levend of geslacht, niet afge- hakt nuchter kalf of veulen beiden van ten hoogste 6 maanden), schaap of geit 1,50; d. voor een levend of geslacht niet afge- hakt varken 1,50. 2. Voor deelen van onder a t/m d genoemde dieren per 25 kg vleesch of gedeelte daarvan, afkomstig uit een ander Keuringsgebied, /0.25. Artikel 3. De keuring van het vee voor de slachting en van het vleesch na de slachting, wordt als eene keuring beschcuwd, waarvoor slechts eenmaal het keurloon moet worden betaald. Artikel 4. Het recht is verschuldigd door hem, die het vee of vleesch ter keuring of tot onderzoek aanbiedt. Artikel 5. De belast'ngplichtige moet het bewjjs van betaalde belasting ten alien tijde op eerste aanvraag vertoonen aan de ambtenaren en beambten van den gemeentelrjken keurings dienst van vee en vleesch en aan de gemeente- polltle. Artikel 6. De verordening treedt in werking, zoodra daarop hoogere goedkeuring zal zijn verkre-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 7