AI bfmffm NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
™rr6 -
De man die lachte
Last van Uw zenuwen?
No. 10.198
WOENSDAG 2 APRIL 1941
81e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Inlevering
van militaire rijksgoederen.
DE BEVOLKING VAN DEN HELDER.
Mijnhardt's Zenuwtabletten
ir
NEUZENSCHE COURANT
m. v»n i tot 4 rebels 0,82% Voor elken regel
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen
Temeuzen f 1,42 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr per post 173 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voo? WS en Amerika 2,20, overige landen 2,65 per 3 maanden fr. per post -
Abonnementen voor bet buitenland alleen brj vooruitbetaling.
Uitgeefstwr: N.V. Firxna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,82% - Voor elken regel meer 0,20%.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
DIT BLAD VERSOHIJNT
IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
!De op 22 Februari 1.1. vastgestelde Kiezers-
lijst, zooals deze thans luidt, blijft tot 1 April
1942 van kracht, beboudens de wijzigingen
daarin tengevolge van rechterlijke uitspra-
ke*, welke wijziging van de lijst bevelen, te
brengen.
De Kiezerslijst blijft voor een ieder op de
geaneente-se-cretarie ter inzage nedergelegd en
stemdistrictsgewijze in uittreksel tegen be-
taling der kosten verkrijgtoaar.
Temeuzen, 1 April 1941.
Burgemeester en Wlethouders
van Temeuzen,
p. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNBVXJILLE, Secretaris.
De Burgemeester van Temeuzen maakt be-
keiid, dat aan de verlofgangers beneden den
rang van adjudant-onderofficier, wonende of
verblijivende in de provincien Zuid-Holland,
Zeeiand, Noord-Bralmnt en het westelijk ge-
deelte der provincie Noord-Holland, alsmede
op de eilanden Texel, Vlieland, Terschelilng
en Ameland, die, om welke reden ook, nog
niet aan hun verplichting hebben voldaan om
de onder hun berusting zijnde mibtaire rijks
goederen in te leveren, alsnog wordt opge-
dragen die verplichting na te komen.
Zij behooren zich, voor zoover zij van den
burgemeester geen persoonlijke oproeping
ontvangen hebben, v6or 7 April a.s. te melden
ter gemeente-secretarie (bureau voor militaire
zaken) van hun woon- of tijdelijke verblijf-
plaats, teneinde te weten te komen, waar en
wanneer voor hen de gelegenheid openstaat
om de rijksgoederen in te leveren. Voor de
gemeente Temeuzen zal de inlevering plaats
hebben op 18 April 1941, des namlddags van
25 uur, in de openbare lagere school C aan
de Schoollaan brj de Arbeidsbeurs te Ter-
nemzen.
De verplichting om zich te melden bij den
burgemeester en ter plaatse der inlevering
bestaat eveneens voor hen, die, hoewel geen
mibtaire rijksgoederen onder hun oerusting
hebbende, nog niet de verklaring hebben on-
derteekend, dat zij geen rijksgoederen meer
in hun bezit hebben.
atadien de tot inlevering of aanmelding ver-
plichte verlofganger wegens bijzondere om-
standigfaeden niet in de gelegenheid is per-
eoonlijk de goederen in te leveren kan een en
arader geschieden door een familielid of huis-
genoot.
Temeuzen. 2 April 1941.
De Burgemeester voomoemd,
P TELLEGEN.
Staatsapparaat begon. Duitschland moest
zijn aankoopen in het buitenland toen vrtjwel
geheel financieren met goederenleveranties. De
aanhangers der liberate economie achtten dit
destijds een onmogelij'kheid. Niettemin is het
gelukt, het mdest gelukken, omdat eenvou-
dig geen andere weg openstond. Het k6n ge
lukken, omdat de organisatie van den arbeid
en de productie het „vrije" spel van geld en
crediet verving. Ook in ons land zullen na den
oorlog buitenlandsche aankoopen grooten-
deels met goederenleveranties moeten worden
betaald. En ook hier zal dat een planmatige
organisatie van arbeid en productie noodig
maken.
Bovendien blijven wij voor en na verbonden
met het groot-Duitsche achterland. Na deze
oorlog ook moge eindigen, economisch zal ons
land voor een belangrijk deel moeten drijven
op de verb ndingen met het Duitsche Rijk en
het Duitsche volk. Er is geen enkel teeken,
dat erop wijst, dat de „vrije" economie In die
voor ons zoo gewichtige gebieden ooit weer
de -ieidende plaats zal innemen. Ook in dit
opzioht is zoo nauw mogelijke aanpassing b®
de nieuwe economie voor ons een levensbelang.
En tenslotte betwijfelen wij in hooge mate
of ook in Engeland en Amerika na den oor
log de zaken „op den ouden voet" zullen wor
den voortgezet. Het is in strijd met elk ge-
zond inzicht te verwachten, dat deze oorlog
de sociaal-economische verhoudingen van En
geland en Amerika onaangetast zou laten.
Het is bovendien in strijd met de feiten.
Aan het einde van Januari werd in een
D.N.B.-bericht melding gemaakt van een ver
klaring van den Amerikaanschen minister
van financien, Morgenthau, luidende, dat de
oorlog Engeland per dag twaalf millioen pond
sterling kost, dat in 16 maanden tijds de En-
gelsche goud en dollarsaldi met 2.316 milliard
dollar zijn verminderd en dat de Engelschen
reeds een schuld hebben, voortspruitende uit
de reeds geplaatste opdraohten, van 1.4 mil
liard dollar. Bij de voortdurende toenadering
van de goederen-aankoopen van Engeland is
het duidelijk, dat in ieder geval bij het einde
van den oorlog ook Engeland tot betaling
met goederenleveranties zal moeten overgaan.
Ook daarvoor zal een ingrijpende reorganisa-
tie van het Britsohe sociaal-economische
leven noodig z(jn.
In Atmerika zelf zjjn reeds herhaaldelijk
waarschuwingen gegeven tegen de optimisti-
sche verwachtingen van particuliere zaken-
menschen. Wij herinneren aan de verklaring
van den minister van marine, Knox (persbe-
rioht van 19 Februari j.L)„Het zakendoen
in de eerstvolgende 5 jaren zal niet zijn wat
het in het verleden is geweest. Wij moeten
ons opofferingen getroosten, zooals nog nooit
tevoren van ons zijn gevraagd. De Winston
zullen noodzakelijkerWys secundair moeten
worden en de nationale zekerheid primair."
In den laatsten door ons vetgedrukten zin
ligt alweer de eerste stap naar planmatige
economie besloten. Wanneer de heele wereld
dezen weg moet gaan, kan Nederland zich
niet veroorloven den weg terug te nemen!"
DE VRIJE ECONOMIE.
Terugkeer daarheen moet uitgesloten
•worden geaeht.
■In het laatste nummer van „De Unie"
lezen wij:
„Wij staan op het standpunt, dat elke po-
ging om tot de voor-oorlogsche ,,vrije" econo
mie terug te keeren fatale gevolgen zou heb
ben voor onze plaats in het intemationale
goederenverkeer. Wiij zijn zelfs van meening,
dat zulk een terugkeer volstrekt onmoge-
lijk is.
De verarming en uitputting aan het eind
van den oorlog zal buitenlandsche aankoopen
oip groote schaal noodzakelijk maken.
Wij zullen ons dan bevinden op een punt,
dat veel overeenstemming vertoont met het
moment, waarop de Duitsche economie zich
bevond toen zij met weinig goud en weinig
crediet aan den opbouw van het huidlge
LEIDEN KRIJGT EEN NIEUWEN
BURGEMEESTER.
Door
GERARD FAIRLIE.
Uit het Bngelsch door
Jhr. R. H. G. NAHUYS.
35)
Vervolg.
Die verandering van toon was eigenaardig
genoeg oorzaak, dat ik mrjn evenwicht her-
vond. Het is een onloochenhaar feit, dat een
kleinigheid als dat, somtijds een geheelen toe-
stand veranderen kan. Ik veronderstel, dat
het in dit geval grootendeels voortvloeide uit
het feit, dat deze kleine trek van mensche-
lijke zwakheid, een gemeenschappelijke waar-
deering van dezen ongeevenaarden robjjn, mij
plotseling bewees, dat mijn half-mesmeriaan-
sche meening van dezen man, eerder opge-
vat, toen ik een goed eind op weg geweest
was hem te beschouwen als een almachtig
wezen en bijna uit een hoogere wereld dan
ik zelf, totaal verkeerd geweest was. Hij
mocht geslepener zijn dan ik; hij mocht licha-
melijk sterker zijn, maar hij was niet m£6r
van vleesch en bloed dan ik.
„Die steen", ging de Octopus voort, ,,werd
vandaag te Brighton mijn eigendom. Zijn
laatste eigenaar hracht hem, tamelijk onoor-
deelkundig nu ik hem wenschte te hebben,
met zich uit Indie. Wlaarschijnlijk zit hij nu
diep te treuren over zijn verlies. Ik ben vol-
Het rrjkscommissariaat maakt bekend:
De rijkscomonissaris voor 't bezette Neder
landsche gebied heef op grond van par. 1
van zjjn Verordening nr. 3-1940 over de uit-
oefenintg van de regeeringsbevoegdheid in
Nederland met ingang van 31 Maart den
burgemeester van de stad Leiden, mr. A. van
de Sande Bakhuyzen, eervol ontslag verleend
met toekenning van pensioen.
Tot zijn opvolger heeft de rijkscommissaris
met ingang van 14 April 1941 majoor mr. R.
N. de Ruyter van Steveninck, thans leider
van de juridische afdeeling in bet afwikke-
lingsbureau van het departement van defen-
sie benoemd.
In den tijd tot 15 April neemt de bevoegde
wethouder de functie waar.
A. van de Sande Bakhuyzen is op 18 April
1874 te Leiden geboren, als zoon van profes
sor dr. H. G. v. d. Sande Bakhuyzen, hoog-
komen zeker, dat hij geen begrip heeft hoe
hij hem verloren is, maar wel geloof ik, dat
hij weet in wiens hamden hij overging, daar
ik, zooals gebruikelijk, mijn kaartje heh ach-
tergelaten."
,,'Hij is zeker het bezitten waard", zei ik,
niet wetende wat ik anders zeggen moest.
,,Ja. Het is alleen jammer, dat ik verplicht
zal zijn hem te laten slijpen, ten einde mij er
van te kunnen ontdoen. Maar zelfs na het
ondergaan van deze bewerking, zal hij een
aardig sommetje vertegenwoordigen."
Hij lachte opnieuw.
Die gewetenlooze lach hegon mijn zenuwen
te prikkelen.
,,Wat ik zeggen wilde", ging hij eensklaps
voort, „ik heh je vriend Caryll gezien. Ais je
het precies weten wilt, ging hij naar Brigh
ton, toen ik er vandaan kwam. Onze auto's
reden elkaar onderweg voorbij. H(j zag er
een weinig bezorgd uit, vond ik. Ongetwijfeld
tobde h(j over jou en mejuffrouw Anstruther.
En hij heeft neem me niet kwalijk dat ik
het zeg reden om te tobben."
De laatste woorden werden met zulk een
innigen haat uitgesproken, dat ik bijna uit
mijn stoel opgespro-ngen was. Maar ik hield
mjjn handen en mijn voeten rots vast in hun
stand.
Ik geloof, dat hij mij zeer nauwlettend
gadesloeg. In ieder geval, hij bewaarde een
oogenblik' het stilzwijgen.
„Om tot aangenamer dingen te komen",
zei hij opeens. „Ik zal de reden van mijn
avondbezoek meedeelen. Mijn beroep heeft
mij geleerd, dat men zijn medeplichtigen
slechts tot zekere hoogte vertrouwen kan. In
dit oogenblik houden verscheidene vinger-
vlugge heeren in dit huis verblijf. Daarom
maak ik mij beangst dat deze robijn hen te
sterk in verleiding zal brengen. Ter wille van
leeraar in de astronomie en directeur van
de sterrewacht te Leiden, en dus thans 66
jaar.
Na in zijn geboortestad het gymnasium te
hebben bezocht, studeerde hij rechten aan de
universiteit aldaar, waar hij in 1900 promo-
veerde op een proefso.irift getiteld: Het
Nederlandsch onderdaanschap. Twee jaar
tevoren had hij reeds het examen consulaire
dienst afgelegd. Al spoedig werd hij aange-
steld op het departement van buitenlandsche
zaken.
In 1901 werd hij. naar het Nederlandsch
consulaat te New-York uitgezonden. In 1903
werd hij belast met het onderzoek van de
consulaire organisatie in Zuid-Afrika en met
de regeling van de vorderingen die Neder
land op Engeland had in verband met den
boerenoorlog. In 1906 legde mr. van de Sande
Bakhuyzen het examen voor vice-consul af,
waama hij gedurende een aantal jaren het
consulaat-generaal te Hongkong heeft waar-
genomen.
In 1911 stelde hij, in opdracht van de regee-
ring een onderzoek in naar de mogelijkheden
tot emigratie van Nederlanders naar Canada
en werd hij tot consul-generaal te New-York
benoemd. Vier jaar later werd hij als zoo-
danig overgeplaatst naar Singapore. In 1918
en 1919 Is hij te Batavia werkzaam geweest,
waama hij weder naar Nederland terug-
keerde en de leiding van een scheepvaart-
bureau op zich nam.
In 1925 vertrok hij als gezant naar Tehe
ran: eenigen tijd later werd hij zaakgelas-
tigde te Boedapest. In 1927 werd hij tot bur
gemeester van Leiden benoemd, waar hij
sedert 1928 het curatorium van de univer
siteit presideerde.
Mr. van de Sande Bakhuyzen is ridder in
de orde van den Nederlandschen Leeuw en
commandeur in de orde van verdienste van
Hongarije.
Mr. R. N. de Ruyter van Steveninck.
De nieuw benoemde burgemeester van
Leiden, mr. R. N. de Ruyter van Steveninck,
is in 1894 te Tiel geboren. Hij koos na zijn
schooljaren de militaire loopbaan. In 1914
werd hq als 2e luitenant beeedigd en g'e-
plaatst bij het dep6t van het 2e regiment
veld-artillerie. Vandaar ging hij in 1916 over
naar het toen tot ontwikkeling komende
luchtwapen en ontvint de opleiding tot
waarmemer. In 1922 vertrok hij naar Neder-
landsch-Indie, waar hij in 4% maand zijn
militair brevet als viieger bebaalde. Gedu
rende vijf jaren was aan de militaire
luchtvaartafdeeling verbonden over welke
hij geruimen tijd het commando voerde. Voor
zijn diensten werd hij beloond met het rid-
derkruis van de orde van Oranje Nassau.
In 1927 keerde hij naar Nederland terug en
werd hij weer bjj het wapen van de artillerie
geplaatst. Hij studeerde inmiddels te Leiden
I en te Utrecht rechten en promoveerde in
1932.
Groote bekendheid verwierf hij zich in de
jaren 1935'1937 als leider van de luchtkar-
teerings-expeditie naar Nieuw-Guinea. Na
afloop van deze expeditie werd hij tot offi-
cier in de orde van Oranje Nassau benoemd.
Bjj het afkondigen van de mobilisatie in 1939
werd hij majoor-commandant van het toen
juist opgerichte bataljon luchtvaarttroepen.
Begin Mei 1940 keerde hij naar zijn oude
wapen, de artillerie terug.
Als commandant bij dit wapen heeft hij
daadwerkelijk aan de gevechten in de om-
geving van Leiden en Delft deelgenomen.
Na de demobilisatie werd hij tot hoofd van
de afd. juridische zaken aan het afwikke-
lings-bureau van het departement van defen-
sie benoemd.
vrouwen naar prachtig gelegen oorden in
Duitschland zal brengen.
Vrijdagmorgen om 7 u. 6 vertrekken 11^
kinderen per trein naar Duitschland.
DE NEDERLANDSGHE UNIE.
Een kadercentrum te Vught.
Zaterdag j.l. heeft De Nederlandsche Unie
te Vught een kadercentrum geopend. Een
groot buiten Wargasuyse, is daartoe welwil-
lend ter beschikking gesteld en in korten tijd
in gereedheid gebracht.
De opening geschiedde in intiemen krmg.
Van het Driemanschap waren aanwezig mr.
J LLnthorst Homan en prof. dr. J. E. de
Quay en verder vele functionnarissen van de
Unie. Mr. J. Linthorst Homan sprak een
kort openingswoord, waarop dr. H. G. W. van
der Wielen, edn der leiders van het Centrum,
geantwoord heeft. Dienzelfden middag nog
werd met de kaderwerkzaamheden reeds een
begin gemaakt.
Reeds maanden geleden was de leiding van
De Unie begonnen met het organiseeren van
kadercursussen over het geheele land. Deze
werkzaamheden hebben thans hun centrum
gevonden.
Fir zullen regelmatig cursussen worden ge
n-even en de vorming van de Unie-kringen
zal ook van dit centrum uit geschieden.
De bevolkingscijfers van Den Helder over
1940 laten zien, dat er in deze gemeente met
minder dan 2000 mantien meer zijn dan vrou
wen. Van de 28.000 inwoners behooren er on-
geveer 15.000 tot het mannelijk en ongeveer
13.000 tot het vrouwelijk geslacht.
MOEDERS EN KINDEREN NAAR
DUITSCHLAND.
Het N.V.V. heeft in samenwerking met de
N.S.V. voor moeders en kinderen, die voor
herstel van hun krachten rust behoeven,
reizen georganiseerd naar Mutter- und Kin-
derheime in Duitschland. Hedenmorgen am
7 u. 6 vertrok van het Centraal Station te
Amsterdam de eerste trein, welke veertig
zjjn veiligheid stel ik mij daarom voor, den
steen te verbergen op een plaats, waar men
hem dezen nacht het onwaarschijnlijkst zal
zoeken. Je vestzak is daarvoor de beste plaats
die ik bedenken kan."
Ik moet eerlijk zeggeno dat ik versteld was.
De mogelijkheden van den toestand werden
mij bijna te machtig. Ik was gaarne in lachen
uitgebarsten. Het denkbeeld van den Octopus
was, natuurlijk, in aanmerk#ig genomen hoe
weinig hij van mijn plannen afwist, het ge-
niaalste dat bij iemand kon opkomen en vol-
komen logisch. Geen van deze langvingerige
edellieden zou het in zijn hoofd krijgen den
steen hij mij te zoeken. Maar de mogelijk
heden waren, zooals het nu was, z6o veel-
vuldig en z6<5 opwindend, dat ik mij geneigd
gevoelde God voor mijn gevangenneming te
danken.
Tot, het spreekt van zelf, ik dacht aan
Jean.
De Octopus verspilde geen verdere woor
den. Hjj trok mijn jas raw terzijde en liet den
robijn in mijn vestzak glijden. Vervolgens
knoopte hij mijn jas zorgvuldig weer dicht.
„Ik kom morgen vroeg nog eens naar je
kijken", zei hij snel; ,,omstreeks den tijd
waarop gewoonlijk je morgenthee gebracht
wordt. Ik wensch je een aangename nacht-
rust."
Hij liep naar de deur, opende haar snel en
bleef, alvorens hij wegging, een oogenblik in
de schaduw staan.
„Ik heb je vriend Caryll gezegd", sprak hij
langzaam en met zulk een boosaardigheid, dat
hoewel het spel nu vrijwel gelijk stond, ik een
huivering niet kon onderdrukken, „dat voor
het geval hij morgenavond te zes uur zijn
vijandelijkheden tegen mij nog niet gestaakt
heeft, hij te zeven uur een geschenk van mij
ontvangen zal. Het zal je ongetwijfeld aan-
HANDHAVING DER ORDE ONDER DE
STUDENTEN.
In het verordeningenblad is opgenomen een
besluit van den secretaris-generaal van het
departement van opvoeding, wetenschap en
cultuurbesoherming betreffende handhaving
der orde onder de studenten aan universitei-
ten en hoogescholen in het bezette Neder
landsche gebied.
Daarin wordt o.m. het volgende bepaald:
De handhaving der tucht en orde onder de
studenten is opgedragen aan den rector-mag-
nificus, voor zoover hiema niet anders is be-
paaid.
Bij overtreding der orde of bij ander wan-
gedrag waarschuwt of berispt de rector-mag-
nificus.
In ernstige gevallen is de rector-magnifi-
cus bevoegd den overtreder den toegang tot
de universiteit of hoogeschool voorloopig voor
den tijd van zeven dagen te ontzeggen.
Het college van rector-magnificus en asses-
soren bepaalt binnen zeven dagen na de be-
slissing, door den rector-magnificus genomen,
of en voor hoelang de periode, gedurende
welke de toegang' is ontzegd, dient te wor
den verlengd.
De overtreder mist de bevoegdheid om ge
durende den tijd, dat hem de toegang tot een
universiteit of hoogeschool is ontzegd, examen
af te leggen of toegelaten te worden tot het
bijwonen van colleges en practica aan eenige
andere universiteit of hoogeschool in het be
zette Nederlandsche gebied.
De rector-magnificus en de belanghebben-
de kunnen binnen drie weken na dagteekening
van de uitspraak bij den secretaris-generaal
in beroep komen. Het instellen van beroep
brengt niet mede, dat de uibvoering van de
opgelegde straf wordt opgeschort.
De voorzitter van het college van curato-
ren, gehoord den rector-magnificus, kan in
het heiang van de betrokken universiteit of
hoogeschool of bij wijze van orde-maatregel
bepalen, dat de universiteit of hoogeschool
gedurende ten hoogste vier dagen zal worden
gesloten.
Dit besluit is Zaterdag in werking getredem.
HET KOFFIE- EN THEEBESLUIT
GEWIJZIGD.
In verband met de aanwijzicig van koffie-
surrogaat als distributie-artikel, en het vast-
Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met
Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
stellen van een geijkte samenstelling voor dit
artikel, is het Koffie-en Thee-besluit gewij-
^Aanvankelijk was o.m. bepaald, dat op de
verpakking de samenstelling of het nummer,
waaronder de machtiging van het departe
ment van sociale zaken was verleend, tot het
vervaardigen van koffiesurrogaat vemield
moest worden.
Thans zal krachtems het Koffie- en Thee-
besluit op de verpakking het nummer van de
vergunning, welke door de stichting Neder
landsche Meelcentrale is verleend, vermeld
moeten worden.
Voorts zal op alle verpakkingen de on-
onderbroken aanduiding koffiesurrogaat
moeten voorkomen, in letters van onderling
gelifkmatige grootte.
Op de verpakkingen mogen geen andere
dan de krachtens eenig wettelijk artikel ver-
plichte aanduidingen zrjn aangebracht, noch
de woorden koffie, mocca of samenstelUngen
of geringe wijzigingen van deze woorden, be-
houdens wat de voorgeschreven aanduiding
betreft, noch andere aanduidingen of op-
schriften, welke omtrent de samenstelling
van de in de verpakking aanwezige waar een
onjuisten of misleidenden indruk zouden kun
nen wekken.
ENGELSCjHE LUCHTAANVALLEN OP
ONS LAND.
Maandagavond en -nacht hebben Engelsche
vliegtuigen een reeks van brisantbommen op
ons land geworpen, die voor het grootste ge-
deelte in het vrije veld terecht zijn gekomen
en geen schade hebben veroorzaakt. Op een
plaats is een bom voor een Noordzee-eiland
in het water gevallen. Op een andere plaats
hebben brisant- en brandbommen vier woon-
huizen vemield en verschillende andere be-
schadigd. Een bom kwam op een nieuw ge-
bouw terecht, dat men blijkbaar voor een
kazeme had aangezien. Het gebo-uw was on-
bewoond, er zijn geen personen getroffen, het-
geen 'erwonderiijk geaeht msg worden, daar
tijdens een aanval van Dinsdagmiddag een
Bngelsch vliegtuig laag vliegend een veer-
boot; waarop zich uitsluitend burgers bevon-
den, met machinegeweervuur heeft bestookt.
DE AFLEVERING VAN MELK BE1PERKT.
tot 85 proeent van den gemiddeMen
dagomzet in een vroegere periode.
De secretaris-generaal van het departement
van Landbouw en Visscherij heeft, naar uit
de Staatscourant van Maandag blijkt, be
paald:
Het is aan hem die melk of voile melk aan
den verbruiker verhandelt of aflevert ver-
boden per dag een grootere hoeveelheid daar-
van te verhandelen of af te leveren aan ver-
bruikers dan overeenkomt met een hoeveel
heid van 85 pet. van zijn gemiddelden dag
omzet aan verbruikers in de basisperiode.
Deze pasisperiode is:
a. Hebzij de periode van 15 September
1940 tot en met 12 October 1940 voor die ge
vallen, waarin gemiddelde omzet of aflevering
per dag over die periode kan worden be
rekend.
b. Hetzij de periode van 24 November
1940 tot en met 15 Maart 1941 voor die ge
vallen, waarin een gemiddelde omzet of af-
levering per dag over de onder a. genoemde
periode wegens het onthreken van gegevens
bij het betrokken standaardisatiebedrijf of bij
den betrokken slijter niet kan worden be
rekend.
Het is aan een standaardisatiebedrijf ver-
boden aan een afnemer per dag een grootere
hoeveelheid melk voor consumptie af te
leveren dan overeenkomt met een hoeveel
heid van 85 pet. van de hoeveelheid melk,
welke het standaardisatiebedrijf in de basis-
genaam zijn .te vernemen, dat we met juf-
frouw Anstruther zullen beginnen."
En na deze woorden was hij verdwenen.
HOOFDSTUK XIV.
Een gevoel van onwezenlijkheid bekroop
mij. Terwijl de fortuin steeds aan de zijde van
den Octopus gestaan had, scheeei zij het laat
ste uur geheel van gedachten veranderd te
zijn en voor mij niet genoeg te kunnen doein.
Niet tevreden met mij een gelegenheid te
geven mij uit den stoel te bevrijdem, door mij
gebruik te laten maken van de eenige vergis-
sing die ik den Octopus of een van zijn man-
men ooit had zien maken, werd ik eveneens
ge zeg end met de vruehten van den laatsten
rooftocht naar Brighton van onzen vijand en
als schatbewaarder aamgesteld, denzelfden
avond waarin ik hoopte te ontsnappen!
Ik wenschte te lachen, hardop en lang, maar
vergenoegde mij met een gegrinnik, dat met
geen mogelijkheid buiten de kamer hoorbaar
was. Ik gaf mij natuurlijk rekenschap, dat
ik het bosch noig niet uit was, maar er be
staat een waar gezegde: ,,goed begonnen is
half gewonnen", en als iemand goed begon
nen was, dan was ik het.
De aamwezigheid van dat onschatbare ju-
weel in mijn vestzak had de zaken iets inge-
wikkelder gemaakt evenwel; had zeer beslist
een grootere verantwoordelijkheid op mij ge-
laden. Terwijl ik dus afwaehtte tot de sehej
mering in duistemis overging, tern einde mijn
werkzaamheden te kunnen beginnen, over-
legde ik dem nieuwen toestand.
Een onverkwikkelijke gedachte bezielde mij
onmiddellijk, want het leek er op alsof mijn
plichten als tijdelijk politiebeambte en mijn
natuurlijk instinct 'het welzijm van Jean te
laten gaan v6or alles, nu voor het eerst met
elkaar in strijd zouden komen. Het was een
feit, dat ik nu in. het bezit was van gestolen
eigendom, en eigendom van zulk een onschat
bare waarde, dat mijn eerste plicht bestond
in het onmiddellijk gaan naar Scotland Yard,
zoodra ik daartoe de kans schoon zag. Maar
volgde ik deze gedragslijn, dan beteekende
het, dat ik mijn eigen vlucht met het kleinood
niet mocht vertragem, haar zelfs niet in de
waagschaal stellen door een poging Jean in
vrijheid te stellen, voor ik het huis verliet.
Van den eenen kant was ik nu in het bezit
van een kleinood, waarvan mij bekend was.
dat het bedreigd werd, terwijl ik „geteekend"
had om het, behalve nog andere dingen, tegen
den Octopus te beschermen. Van den anderen
kant kende ik ook het gevaar van Jean, wist
ik. dat het een zeer emstig gevaar was, want
zij was volkomen in de macht van een ge-
wetenloos monster, en, eerlijk gezegd, was ik
er bij mezelf volkomen van overtuigd, dat ik
mijn geliefde niet aan haar lot zou overlaten,
plicht of geen plicht.
Daarom besloot ik, zoover als met mijn be
sluit vereenigbaar was, het kleinood aan de
overheden te overhandi.gen, maar niet dan
nadat ik er in geslaagd was Jean te bevrrjden.
Tot dit besluit gekomen zijnde, keek ik
naar de reet tusschen de luiken. Er stroomde
een zeer flauw licht door binnen en ik achtte
den tijd tot handelen gekomen. Ik trok mijn
voeten en mijn linkerhand uit de beugels, en
bleef een oogenblik staan. want de krampen
van stijfheid keerden terug. Maar ditmaal
duurde het natuurlijk veel korter dan den
eersten keer en stond ik veel minder pijnen
uit, zoodat ik na een paar minuten mijn lede-
maten weer volkomen meester was. Toen
ging ik zitten en knipte mijn zakmes open.
(Wordt vervolgd.)