Buitenland
punt, dat doorloopend onze aandacht heeft,
daar bijvoorbeeld de aanvoer van superfos-
faat uit Af rika en Amerika stil staat, ter
wijl slakkenmeel slechts in zeer beperkte hoe-
veelheden wordt aangevoerd. Gelukkig be-
schikken de meeste gronden over een aan-
zienlijke fosforreserVe, waarop men desnoods
gerust nog eenige jaren kan teren. De hoe-
veelheid kali, die ter beschikking wordt ge-
steld, is niet minder dan vorige jaren, daar
Duitschland, dat rijke kalimijnen heeft, in de
gelegenbeid is deze volop te leveren. Ook
wat de stikstof betreft, zullen de kwanta
niet veel lager zijn dan het vorige jaar. Er
zal echter vooral zorg gedragen moeten wor-
den voor tijdig transport naar de verbruikers.
Verder zal ook bet ,,scheuren" van bet matige
grasland een belangrijk middel blijken om tot
productie-verbooging te komen. Dat om tot
een zoo hoog mogelijke productie te komen,
de ontsmetting van bet zaaizaad van groot
belang is, spreekt wel vanzelf.
Aardappelteelt.
Dit wat bet broodgraan betreft. Het twee-
de belangrijke volksvoedsel, de aardappel,
stelt eveneens booge eischen. Wij zullen in
1941 ongeveer een 145.000 tot 150.000 ha met
consumptie-aardappelen moeten bebouwen,
d.i. de helft meer dan in vorige jaren. De
verbouw van zandaardappelen moet Worden
opgeVoerd en daarvoor zal men o.a. den ver
bouw van baver op zand, die zeer weinig
productief is, moeten beperken. Er kan on
geveer een 20.000 ha af, zonder dat er ook
maar eenig gevaar voor de voedselpositie der
paarden ontstaat. Verder zal om tot een vol-
doende aardappelopbrengst te komen, de kwa-
liteit ondergeschikt moeten zijn aan de op-
brengst. Het gaat er nu vooral om, rassen
te verbouwen van booge productiviteit. De
frjne, dure klei-aardappelen zal bierdoor
voorloopig wel een beetje in de verdrukking
komen wat trouwens reeds blijkt uit het
betrekkelijk gering verschil, dat er is ge-
maakt bij het vaststellen der prijzen voor de
verschillende soorten maar in ieder geVal
moeten wij komen tot een opbrengst, die vol-
doende is om in de behoefte van het beele
volk te voorzien. De fijnproevers zullen het
daar voor over moeten bebben, zich eenige
beperking op te leggen.
Tenslotte zal er zeer veel zorg besteed
worden aan goed en gezond pootgoed.
Krachtvoer van eigen bodem.
Door middel van een verboogde opbrengst
van broodgraan en aardappelen zullen wij dus
het spook van den bonger buiten onze deu-
ren houden. Voor de gezondbeidstoestand van
bet volk en zijn prestatievermogen zijn ech
ter de dierlijke eiwitten en vetten van bet
grootste belang. Dit beteekent, dat wij ook
naar middelen moeten zoeken om het
vee van krachtvoer dat ook niet meer
ingevoerd wordt te voorzien en
zoodoende de zuivelproductie zoo hoog moge-
lijk te houden. Daarom moet de verbouw van
stoppelgewassen opgevoerd worden. Groote
zorg aan bet graland is een andere factor
van belang, terwijl er natuurlijk aan de ver-
pleging der landbouwhuisdieren eveneens alle
aandacht besteed moet worden.
Het is noodzakelijk, zoo besloot Ir. Gerhard,
dat bet Nederlandsche volk en vooral de
Nederlandsche boeren, zich goed realiseeren,
wat deze productieslag zal beteekenen. Het
is voor onze agrariers, die altijd gewend ge-
weest zijn, veredelde producten te telen, nieuw
om zich nu plotseling vooral op een groote
opbrengst toe te leggen. In de toekomst zul
len wij ongetwijfeld weer de leverancier van
Europa van veredelde agrarische producten
worden, maar op het oogenblik gaat bet er
om, ons volk te bewaren voor den bonger.
En dat is de prachtige taak, die de boeren al
eeuwen lang in de volksgemeenscbap op zich
hebben genomen".
(Nadruk verboden.)
MAATREGELEN TOT HERSTEL VAN DE
RIJN- EN BINNENVAARTVLOOT.
Verordeningenblad no. 12 van Dinsdag
bevatte een besluit van de secretarissen-
generaal van de departementen van water-
staat, van financien, van justitie en van ban-
del, nijverheid en scheepvaart betreffende
het berstel van de Rijn- en binnenvaartvloot.
Artikel 1 luidt:
(1) De koopsommen voor de door de
Duitsche militaire autoriteiten aangekocbte
in Nederland thuisbeboorende Rijn- en bin-
nenvaartuigen, alsmede de vergoedingen voor
de door die autoriteiten in gebruik gevor-
derde tot bedoelde categorie behoorende vaar-
tuigen, welke zijn verloren gegaan, worden
niet aan de rechthebbenden uitbetaald, doch
in 's rijks schatkist gestort, ten einde te
waarborgen, dat zij worden besteed voor bet
herstel van de Rijn- en binnenvaartvloot.
(2) De staat der Nederlanden is jegens
de rechthebbenden aansprakelijk voor de uit-
keering der koopsommen en vergoedingen
overeenkomstig de bepalingen van dit besluit
en vrijwaart deswege de Duitsche militaire
autoriteiten.
Artikel 2.
Vanwege den secretaris-generaal van het
departement van waterstaat wordt, in over-
leg met den secretaris-generaal van het
departement van financien, een bouwplan
opgesteld tot herstel van de Rijn- en binnen
vaartvloot.
Artikel 3.
(1) De uitkeering, bedoeld in artikel 1,
lid 2, wordt geregeld bij een nader besluit. In
dit besluit zal een regeling omtrent de ver-
goeding van rente niet ontbreken.
(2) De uitkeering zal, behoudens in bij
zondere gevallen, geschieden door toewijzing
van een ander vaartuig aan den eigenaar van
het door de Duitsche autoriteiten gekochte
of gevorderde schip.
Lad 4 van dit artikel:
De toewijzing geschiedt door of van wege
den secretaris-generaal van het departement
van waterstaat. Hij is bevoegd ook tegen
den wil van den vroegeren eigenaar een vaar
tuig van hoogere waarde toe te wijzen dan
het bedrag van de aan den eigenaar toeko-
mende koopsom of vergoeding, in welk geval
hij tevens bepaalt op welke wijze de hoogere
waarde van het toegewezen vaartuig zal wor
den betaald of verrekend.
Lid 2 van art. 4 luidt:
De secretaris-generaal van het departement
van waterstaat regelt de aanspraken van
hypotheekhouders en andere zakelijk recht
hebbenden, alsmede van de op het vaartuig
bevoorrechte schuldeischers, op de in artikel
1, lid 1, bedoelde koopsommen en vergoedin
gen. Hij kan ter zake daarvan nieuwe zake-
lijke rechten op het toegewezen vaartuig
vestigen en daarbij de rangorde bepalen der
bestaande hypotheken ten opzichte van nieu
we, welke ter waarborging van de ter finan
ciering van den herbouw of in verband met de
ovemame van het vaartuig door den recht-
hebbende verstrekte geldleeningen worden
gevestigd. In zooverre voor die financiering
door het rijk credieten worden beschikbaar
gesteld, kan de secretaris-generaal van het
departement van financien te dien aanzien
de bepalingen, vervat in het besluit no. 22/
1941 betreffende credieten voor opbouw of
herstel van onroerende goederen en schepen,
overeenkomstig toepassen.
Artikel 8.
De aanspraken ingevolge artikel 1, lid 2,
kunnen noch vervreemd, noch verpand wor
den behoudens met toestemming van den
secretaris-generaal van het departement
van waterstaat. Deze toestemming wordt in
geen geval verleend, indien de rechten van
hypotheekhouders en van andere zakelijke
rechthebbenden, alsmede van de op het vaar
tuig bevoorrechte schuldeischers, niet vol-
doende gewaarborgd zijn.
Artikel 9 luidt:
Ter zake van de uitvoering van dit besluit
wordt door den secretaris-generaal van het
departement van waterstaat een commissie
herstel Rijn- en binnenvaartvloot 1941 inge-
steld, waarin zitting hebben, nevens door de
desbetreffende secretarissen-generaal aan te
wijzen vertegenwoordigers van de departe
menten van waterstaat, van financien, van
handel, nijverheid en scheepvaart en van
justitie, een vertegenwoordiger van het cen-
traal bureau voor de Rijn- en binnenvaart,
van de stichting Nederlandsche particuliere
Rijnvaartcentrale, van de stichting Neder
landsche particuliere binnenvaartcentrale en
van de scheepshypotheekbanken.
De secretaris-generaal van het departe
ment van waterstaat benoemt den voorzitter
en de leden dezer commissie.
DE NEDERLANDSCHE ARBEIDSDIENST
WERKT.
Het A.N.P. schrijft o.m.: Met gulden let
ters zal de datum ,,3 Maart 1941" worden
geschreven in de geschiedenis van den Neder-
landschen Arbeidsdienst, als een van de
belangrijkste dagen van deze groeiende orga-
nisatie. Op dien dag werden de eerste werk-
kampen geopend, nadat in October van het
vorige jaar met de voorbereiding van den
dienst was begonnen. Het was maar een
bescheiden aantal kampen, n.l. vier met on
geveer zeshonderd jongelieden, die als pio-
niers optraden, doch een week later werden
wederom vier kampen opengesteld, terwijl
in den loop van April nog tien kampen zullen
volgen. Verder zullen nog voor October een
vijftigtal andere kampen gereed zijn, zoodat
in den herfst van dit jaar ongeveer 70 kam
pen met pl.m. 12.000 jongens zullen arbeiden
in dienst van de Nederlandsche volksgemeen-
schap.
Wij brachten een kort bezoek aan 'n twee-
tal kampen, waar men nog midden in het
aanvangsstadium verkeert, met alle moei-
lijkheden daaraan verbonden. Men is nog
bezig met de inrichting der kampen, dit
moet nog gedaan worden, dat mag niet wor
den verzuimd. Hierin moet nog worden
voorzien, enz., maar alle moeilijkheden vinden
een oplossing, in den geest van gezamen-
lijken arbeid en kameraadschap, welke zoo
typeerend is voor den omvang tusschen
kader en werkers in de kampen.
In het werkkamp te Baam troffen wij een
bijzondere sfeer. Daar dragen de barakken
namen van Nederlanders, die veel voor onze
zeevaart hebben gedaan, zooals Petrus Plan-
cius, Huygens van Dinschoten enz. Het ge-
heele kamp is in een scheepssfeer gehouden,
zoo worden er glazen geslagen, men spreekt
van de brug, de kooi, het mandiehok, de toko,
het kombuis, van stuurboord en bakboord,
een corveeer is een ,,zeuntje" en bij het af-
loopen van den maaltijd klinikt de waarschu-
wing ,,drie minuten voor laag water". Dit
geeft een bijzondere sfeer in dit zoo mooi tus
schen de dennen gelegen kamp. Het is het
oude jeugdkamp de „Drakenburg", dat uit-
gebreid met verschillende noodzakelijke ba
rakken, een nieuwe bestemming heeft ge-
kregen.
Wij hadden een gesprek met den comman
dant, die ons zijn inzichten uiteenzette. Het
doel van den arbeidsdienst is om de deel-
nemers op te voeden tot bruikbare leden van
de maatschappij, in den ruimsten zin. Hier-
toe worden den deelnemers de elementaire
begrippen van tucht en orde bijgebracht, en
zoo noodig, de omgangsvormen verbeterd.
Over de stemming onder de deelnemers was
de commandant zeer tevreden, deze is uit-
stekend. Het werkobject van dit kamp is
landontginning op de Vuursche.
Op het oogenblik dat wij het kamp be-
zochten, eenige dagen nadat het werd open
gesteld het behoort tot de 2e groep kam
pen die den lQen Maart openden werd aan
het object nog niet gewerkt. De jongelui
waren bezig met kleine onderhoudsarbeid in
het kamp zelf.
De eigenlijke arbeid aan het werkobject
vangt eerst in de 2e week, wanneer de spie-
ren door oefening en exercitie een weinig zijn
losgemaakt, aan, en dan langzaam aan
steeds meer. Iedere week worden twee ge-
meenschapsavonden gehouden, die de jonge
lui zelf geheel of voor het grootste deel ver-
zorgen. Daarnaast wordt ook aandacht ge-
schonken aan een cultureele ontwikkeling
van de jongelui in de kampen.
Iedere kampleider heeft een algemeen in-
structie ten aanzien van dagindeeling, enz.
doch mag hiervan op bijkomende punten af-
wijken. In het werkkamp te Nunspeet, by
het ronde huis, wijkt de dagindeeling eenigs-
zins af van die in het eerste kamp, dat wij
bezochten te Baam. Hier is het vier-maal-
tijden-systeem ingevoerd. De dag begint om
6 uur 's morgens met ochtendgymnastiek,
waarna om 7 uur het eerste ontbijt, bestaan
de uit pap, wordt genuttigd. Om half acht
volgt de vlaggenparade, die 's morgens in
ieder kamp gehouden wordt, en neemt de
dienst een aanvang. Om 10 uur wordt op het
werk het tweede ontbijt, bestaande uit brood,
gebruikt, waarna wordt doorgewerkt en om
twee uur de kampbewoners in het kamp een
warme maaltijd krijgen voorgezet. Na dezen
maaltijd volgt een uur verplichte rust, waar
na tenslotte de resteerende tijd tot 7 uur, een
broodmaaltijd, wordt gebruikt voor ?xercee-
ren, sport, theorie, zang, enz. Ook hier wor
den twee gemeengchapsavonden per week ge
houden. Voorts moeten de deelnemers twee
avonden per week voor zichzelf werken en
brieven schrijven.
Het werkobject van dit kamp ligt op het
gebied van het boschwezen. Momenteel is
het werk het aanleggen van wegen in de
boschrijke omgeving van het kamp. Dit werk
evenals in de komende maanden het boscb-
bouwwerk, geschiedt onder toezicht van het
staatsboschbeheer. Ook de noodige leem en
grint wordt door de leden van den arbeids
dienst uit den bodem gehaald en wel in de
nabijheid van het kamp waar men rijke vind-
plaatsen van dit materiaal aantreft.
Intusschen gaat, naast het werk in de
werkkampen, de vorming van het kader in
de opleidingskampen en de kaderscholen on-
verminderd voort, zoodat bij de uitbreiding
van het aantal kampen van den arbeidsdienst
steeds zal worden beschikt over voldoend
kader.
TECHNISCHE HOOGESCHOOL
TE DELFT ZAL ONDER BEPAALDE
VOORWAARDEN WORDEN HEROPEND.
Op voorstel van den secretaris-generaal
van het departement voor opvoeding, weten-
schap en cultuurbescherming heeft de Rijks-
commissaris Rijksminister dr. Seyss Inquart
den rector der technische hoogeschool te
Delft gemachtigd de hoogeschool op een door
hem nader te bepalen datum en in zoover hij
het voor nuttig houdt, onder bepaalde voor-
waarden weder te openen, zoo meldt het
A.N.P.
De Rijkscommissaris heeft den rector
tevens medegedeeld, dat bij de geringste
incidenten, die zich opnieuw in eenigerlei
vorm tegen de bezettingsautoriteiten richten,
met de allenstrengste maatregelen tegen de
studenten zal worden opgetreden en onder
bepaalde omstandigheden met de blijvende
sluiting der Hoogeschool rekening zou moeten
worden gehouden. Het ligt dus aan de
studenten zelf of zij de gelegenheid hun stu-
die te beeindigen en de mogelijkheid om de
eenige Technische Hoogeschool van het land
voor hun volk te behouden zullen weten te
gebruiken, ja dan neen.
DE ACCIJNS OP ZOUT WORDT
VERHOOGD.
De Staatscourant van Woensdag bevat
eenige beschikkingen van den secretaris-
generaal van het departement van financien
betreffende wijziging van den accijns op zout
en wijziging van het tot de Tariefwet 1934
behoorend tarief. De verhooging van den
accijns bedraagt 6 per 100 kg. Voor nadere
bijzonderheden verwijzen wij naar de Staats
courant.
NIEUWE SAMENSTELLING VAN DE
BROODBLOEM.
De samenstelling van de bloem aldus
,,De Bakkerswereld" heeft een kleine
verandering ondergaan. Voorheen was
deze samenstelling: 35 procent inlandsche
tarwe, 35 procent rogge en 30 procent bui-
tenlandsche tarwe. Tihans is het percentage
rogge teruggebracht op 25 procent, dus 10
procent minder. Hiervoor in de plaats wordt
10 procent gerst toegevoegd.
De samenstelling is dus thans: 35 procent
inlandsche tarwe, 30 procent buitenlandsche
tarwe, 10 procent gerst en 25 procent rogge.
Omtrent de eigenschappen van de nieu
we melange wordt o.m. gezegd:
Wanneer de kruim onvoldoende veer-
krachtig is, dan wordt dit aangeduid met de
benaming ,,klef". De consument beoordeelt
brood spoedig als goed, wanneer het geen
afwijkende smaak heeft en niet kief is. Wan
neer brood tijdens het kauwen in den mond
gaat samenballen, is dit zeer onaangenaam.
Door de toevoeging van gerst wordt het
brood echter niet kief. Dit is alleen het ge
val, wanneer geschoten graan verwerkt
wordt of moet worden. Al met al moeten
wij zeggen, dat de nieuwe samenstelling mee-
valt".
VIER NIEUWE VERORDENINGEN.
Dinsdag bevatte het nieuw verschijnende
verordeningenblad vier verordeningen.
Nr. 58 bepaalt, dat voor het overdoen van
bedrijven en ondememingen aan buitenlan-
ders goedkeuring vereischt is.
Nr. 59 zegt welke verandering in bestaan
de verordeningen aangebracht wordt in ver
band met een veranderde organisatie bij de
veiligheidspolitie
Nr. 60 zegt, hoe gehandeld moet worden
bij het verrekenen van de koopsommen en
vergoedingen voor door Duitsche militaire
autoriteiten gekochte of opgevorderde Rijn-
en binnenschepen.
Nr. 61 bevat een voorloopige regeling der
rechten van Nederlandsche werknemers en
andere verzekerden ten aanzien van de Ne
derlandsche sociale vetzekeringen, ingeval
Duitsche verzekeringsperioden in aanmer-
king genomen moeten worden.
GESLOTEN TIJD VOOR
VISCHSOORTEN EN VISCHTUIGEN.
Naar aanleiding van het misverstand dat
in sommige kringen ten aanzien van de bij
beschikking van 12 Maart 1941, afd. vissche-
rijen gebrachte wijziging in den gesloten tijd
voor vischsoorten en vischtuigen is ontstaan,
brengt de secretaris-generaal van het depar
tement van landbouw en visscherij het navol-
gende ter kennis van belanghebbenden.
Voor 1941 zal de gesloten tijd voor barbeel,
blankvoom, brasem, karper, kolblei, meun,
ruischvoom, serpeling, sneep en winde ingaan
21 April zoowel voor de rivieren als voor de
binnenwateren.
Voor baars en snoek is de gesloten tijd dus
niet gewijzigd en derhalve 16 Maart j.l. in-
gegaan, terwijl de gesloten tijd voor snoek-
baars 1 April ingaat en voor zeelt dit jaar
geen gesloten tijd is vastgesteld.
Het gebruik van vischtuigen op de rivie
ren is toegestaan tot en met 21 April met
uitzondering o.m. van den zetangep of fleur,
den sleephengel, den hengel geaasd met visch
en de sleeplrjn. Hieruit blijkt dus, dat het
visschen met den gewonfen hengel aldaar ook
tot en met 21 April is toegestaan.
Voor de binnenwateren is de visscherij
eveneens verlengd, doch niet langer dan tot
en met 31 Maart en ook daar zijn de reeds
hiervoor genoemde snoekvischtuigen uitge-
zonderd.
Wel mag dus met den gewonen hengel
worden gevischt tot en met 31 Maart.
Deze regeling geldt echter uitsluitend voor
zoover in de ruimere en diepere wateren,
welke niet binnen een polder zijn gelegen,
wordt gevischt.
Het visschen in polderwateren, waaronder
in het algemeen alle binnen de boezems of
ringvaarten van den polder gelegen wateren
moeten worden verstaan, is alleen toegestaan
op vergunning van den inspecteur der vis-
scherqen in het 4e, 6e en 7e district te
's-Gravenhage.
KAPPERSTARIEVEN MOGEN NIET
WORDEN VERHOOGD.
Het A.N.P. meldt uit 's-Gravenhage:
Een aantal kappers te Etten (N.-Rr.) had
in Februari gezamenlijk een advertentie ge-
plaatst in een plaatselijk weekblad, waarin
zij bekend maakten, dat hun tarieven voor
scheren, knippen en andere diensten waren
verhoogd. Zij hadden blijkbaar geen reke
ning gehouden met het feit, dat dit een over-
treding is van het prijsbeheerschingsbesluit.
Zij werden opgeroepen door den inspecteur
voor de prijsbeheersching te 's-Hertogen-
bosch, die elk van hen veroordeelde tot een
gelijke boete van vier gulden, waarbij hij er
rekening mede hield, dat zij hun advertentie
terstond hadden herroepen, zoodra hun dui-
delijk was geworden, dat zij in overtreding
waren.
SOCIALE VERZEKERING
VAN NEDERLANDSCHE ARBEIDERS
IN DUITSCHLAND.
Het jongste verordeningenblad bevat een
besluit ran den secretaris-generaal /an
het departement van sociale zaken betref
fende een voorloopige regeling van bepaalde
aanspraken op uitkeering ter zake van rente-
verzekering. Het volgende is daarin bepaald
Artikel 1.
(1) Nederlandsche werknemers, die op
grond van ambtelijke arbeidsbemiddeling in
het Duitsche rijk werkzaam geweest zijn en
gedurende dien tijd onder de Duitsche rente-
verzekering vielen, en hun weduwen en wee-
zen ontvangen, wanneer aanspraak op inva-
liditeits-, ouderdoms-, weduwe- of weezen-
rente ontstaat onder voorbehoud van de
latere regeling van de berekening van de
rente by samenloop van Duitsche en Neder
landsche verzekeringen in afwijking van
het bepaalde in de invaliditeitswet, een voor-
loopge uitkeering van de Rijksverzekerings-
bank.
(2) De Rijksverzekeringsbank telt voor de
berekening van den wachttijd en van de voor
loopige uitkeering de tijdvakken, gedurende
welke de Duitsche verzekering geduurd heeft
bij die. gedurende welke de Nederlandsche
verzekering geduurd heeft, en gaat daarbij
uit van de veronderstelling, dat over de
kalenderweken, gedurende welke de Duitsche
verzekering heeft geduurd, rentezegels zijn
geplakt van dezelfde waarde als zouden moe
ten zijn geplakt; overeenkomstig de Neder
landsche invaliditeitswet.
Artikel 2.
Voor verzekerden, die onder de Nederland
sche invaliditeitswet vallen, die hun woon-
plaats naar het Duitsche rijk overgebracht
hebben, of hun weduwen en weezen wordt,
wanneer aanspraak op rente ontstaat on
der voorbehoud van de latere regeling van de
berekening der rente bij samenloop van Duit
sche en Nederlandsche verzekeringen in
afwijking van het bepaalde in de invalidi
teitswet, de grondslag der hun ingevolge de
Nederlandsche verzekering toekomende rente
voorloopig aldus berekend, alsof de aanspraak
op rente ontstaan is op het tijdstip, waarop
de woonplaats overgebracht werd.
Artikel 3.
(1) Het bepaalde in artikel 1 is van toe-
passing ten aanzien van alle Nederlandsche
werknemers, die nh 31 December 1936 in het
Duitsche rijk verzekerd waren en zulks voor
alle na dien tijd ontstane verzekeringsaan-
spraken. Bij de berekening van de voorloo
pige uitkeeringen moeten ook de v66r 1 Jan.
1937 verstreken tijdvakken, gedurende welke
de Duitsche verzekering geduurd heeft, in
aanmerking genomen worden.
In zoover voor deze werknemers, zoowel door
de Duitsche, als door de Nederlandsche ver-
zekeringsorganen reeds uitkeeringen zijn
vastgesteld, blijven die gelden, zoolang niet
een definitieve regeling in kracht is getreden.
(2) Het bepaalde in artikel 2 is van toe-
passing ten aanzien van alle verzekerings-
aanspraken die na 31 December 1934 zijn
ontstaan of zullen ontstaan.
(3) Uitkeeringen, overeenkomstig het
bepaalde in de artikelen 1 en 2 worden op
haar vroegst voor den tijd van 1 Januari
1941 af toegekend.
Een toelichting.
De leider van de ,,Gesetzgruppe soziale
Verwaltung" in het rijkscommissariaat, de
heer Jakob verstrekte naar aanleiding der
uitvaardiging dezer verordening een uitvoe-
rige toelichting, die aldus luidt:
Over de verzorging van de in Duitschland
werkzame Nederlandsche arbeidskrachten in
verband met de sociale verzekeringen is reeds
vaker geschreven.
Uit de tot dusver geschiede publicaties was
te zien, dat de voor den Duitschen arbeider
geschapen verstrekkende verzekeringsbe-
scherming principieel ook den Nederlandschen
arbeider ten goede komt.
In de eerste plaats geldt dit de ziektever-
zekering. Hierover is reeds eerder uitvoerig
geschreven, waarbij er op gewezen werd, dat
zoowel de in Duitschland tewerkgestelde ar-
beiders alsook hun in Nederland achtergeble-
ven gezinsleden de voile bescherming van de
Duitsche wettelijke ziekteverzekering genie-
ten.
Tot deze gezinsleden in den zin der Duitsche
sociale verzekeringen behooren in het alge
meen gesproken de echtgenoote en de kinde-
ren. De rijksarbeidsminister heeft echter nu
een belangrijke uitbreiding van den kring
dergenen die aanspraken kunnen laten gel
den ten bate van den Nederlandschen arbei
der verordend. Dientengevolge is de gezins-
hulp ook op de ouders en grootouders van de
verzekerden toepasselijk, die met hem in ge-
zinsverband leven en door hem geheel of
grootendeels onderhouden worden. Hetzelfde
geldt voor zusters van den verzekerde, die
met hem in gezinsverband leven en door hem
geheel of grootendeels onderhouden worden,
in zoover zij in de plaats van een overleden
of niet slechts tijdelijk afwezige echtgenoote
de huishouding van den verzekerde leiden.
Door de werkzaamheid van den verzekerde
in Duitschland wordt een te voren bestaand
gezinsverband principieel niet opgeheven.
Met deze regeling heeft het Duitsche
rijk op ruimhartige wijze de zorg voor de
in Nederland achtergebleven gezinsleden be-
veiligd. Ook de ongehuwde arbeider, die van
zijn inkomsten ouders of broers of zusters
mede onderhouden moet, kan nu er op ver-
trouwen, dat in geval van ziekte ook voor
deze familieleden gezorgd wordt.
Bijzonder gewichtige maatregelen worden
voorts getroffen inzake de invaliditeitswets-
verzekering voor in Duitschland werkzame
arbeiders. Ook hierin was het standpunt be-
slissend, dat voor den Nederlandschen arbei
der uit zijn mogelijk slechts voorbijgaande
werkzaamheid in Duitschland geenerlei na-
deel ten aanzien van zijn invaliditeits- en
ouderdomsverzekerng ontstaan moest. Daar
om moest er voor gezorgd worden, dat de
tijd dien hij in Duitschland werkt en daar
premies voor de Duitsche sociale verzekerin
gen betaalt, voor zijn invaliditeitsverzekering
medegerekend wordt.
Deze noodzakelijkheid leidde tot een over-
eenkomst tusschen de Duitsche en Neder
landsche regeeringsinstanties. Volgens deze
regeling, die aan de in het Verordeningenblad
nr. 12 gepubliceerde verordening van den
secretaris-generaal van het departement van
sociale zaken van 20 Februari 1941 beant-
woordt, is bij het samentreffen van Duitsche
en Nederlandsche verzekeringsperioden voor
de bepalingen der uitkeeringen de Nederl.
rijksverzekeringsbank toegevoegd. Bij het
berekenen der betaalde premies zal de bank
de Duitsche verzekeringsperioden mede-op-
tellen bij de voor de Nederlandsche sociale
verzekeringen berekende perioden en op
dezelfde wijze in aanmerking nemen. Daar-
mee wordt bereikt, dat de Nederlandsche ar
beider door zijn werk in Duitschland geen
nadeel lijdt ten aanzien van zijn invaliditeits-
en ouderdomsverzekering. De rechten der
Nederlandsche arbeiders moeten alzoo, ook in
zoover Duitsche verzekeringsperioden ter
sprake komen, uitsluitend bij de Rijksverze
keringsbank worden geldend gemaakt. Tus
schen deze en de betreffende Duitsche ver-
zekeringsinstanties vindt overigens een ver-
rekening plaats. Daar het gansche verzeke-
ringsproces zich zoodoende alleen bij net
Nederlandsche verzekeringsinstituut afwik-
kelt, is de arbeider des te beter in staat,
voor zijn rechten op te komen.
Deze overeenkomst is slechts een voorloo
pige regeling. Bij het streven, een bespoe-
digde beveiliging van den Nederlandschen
arbeider in het geval van invaliditeit tot
stand te brengen, heeft men voorloopig van
een scheiding van Duitsche en Nederlandsche
bevoegdlheden inzake de verzekeringsuitkee-
ringen afgezien. Het kwam er eerst op aan,
den arbeider nu reeds in staat te stellen, zijn
verzekeringsrechten te kunnen doen gelden.
Bij de uitdrukkelijk voorbehouden eindrege-
ling zullen de rechten van den Nederland
schen arbeider tegenover de Duitsche sociale-
verzekeringsinstituten nauwkeurig bepaald
worden, waaidoor dan ook de Nederlandsche
arbeider voor de aan de Duitsche invalidi
teitsverzekering betaalde premies uitkeerin
gen tot dezelfde hoogte zal ontvangen als db
Duitsche arbeider.
VOOR V ERVREEMDEN VAN
BEDRIJVEN AAN BUITENLANDERS
TOESTEMMING VEREISCHT.
In Verordeningenblad 1941 no. 12 is opge-
nomen een verordening van den Rijkscommis
saris betreffende het vervreemden van onder-
nemingen en bedrijven aan buitenlanders.
Aan deze verordening wordt het volgende
ontleend
Natuurlijke of rechtspersonen, die hun
woonplaats in het bezette Nederlandsche
gebied hebben of aldaar gevestigd zijn, mogen
ondernemingen of bedrijven, welke Zich
bezighouden met de vervaardiging, bewerking
of verwerking van goederen (industrieele on
dernemingen), alsmede handelsondememin-
gen, niet dan met goedkeuring aan natuur
lijke of rechtspersonen, die hun woonplaats
buiten het bezette Nederlandsche gebied heb
ben of daarbuiten gevestigd zijn, vervreem
den.
Het vervreemden van deelgerechtigheid
behoeft eveneens goedkeuring.
Het bepaalde is slechts van toepassing voor
het geval de koopprijs meer dan honderd
duizend gulden bedraagt.
De Rijkscommissaris voor het bezette Ne
derlandsche gebied (commissaris-generaal
voor financien en oeeonomische zaken) kan
deze grens in het algemeen of voor bepaalde
groepen van ondememingen of bedrijven wrj-
zigen.
Hij die opzettelijk in strijd handelt met de
voorschriften dezer verordening of met een
ingevolge deze verordening gegeven bepaling
opgelegde voorwaarde of verplichting, of
dezelve ontduikt, wordt met een gevangenis-
straf van ten hoogste vijf jaren en met een
boete van ten hoogste duizend gulden, of met
een dezer straffen gestraft, voor zoover op
het feit bij andere voorschriften geen zwaar-
dere straf is gesteld.
Naast de straffen kan verbeurdverklaring
van de waarden, waarop de strafbare "nande-
ling betrekking heeft, worden uitgesproken.
De maatregelen ter uitvoering van deze ver
ordening zullen nader worden vastgesteld.
De verordening is Dinsdag in werking ge
treden.
DEZEN ZOMER TOGH OONSUMPTIEUS.
Naar het Vad. vemeemt zijn nog bespre-
kingen gaande over het vraagstuk der jjs-
bereiding voor den zomer. Dat is een vraag
stuk geworden door de diverse distributie-
maatregelen.
De Nederlandsche Bond van Marktkoop-
liedenvereenigingen boezemt deze zaak na
tuurlijk veel belang in. De bond vernam, dat
het plan is de ijsbereiding zij het met be-
perkingen te laten doorgaan. Suiker zal
worden Verstrekt. De bindmiddelen, die
schaarsch zijn, zullen worden gedistribueerd.
Wafels, bekers, enz. zijn in voldoende mate
beschikbaar. Het gaat alleen nog om de
regeling voor de melk, die het belangrijkste
bestanddeel is.
EERSTE FRANSCHE CONVOOI
UITGEV AREN.
Volgens een bericht uit Algeciras is een
Fransch convooi onder bescherming van tor-
pedojagers, naar den Zuid-Atlantisdhen
Oceaan uitgevaren. Het passeerde Maandag-
nacht de Straat van Gibraltar.
Dit is de eerste maal sedert de onderteeke-
ning van het wapenstilstandsverdrag, dat
Fransche schepen onder gewapende geleide
uitvaren.
BELGISCHE VLUClHTELINGEN IN DEN
VREEMDE.
De Belgische correspondent van de N. R.
Crt. meldt, dat, volgens betrouwbare gege-
vens nog steeds 6 il 7000 Belgische vluchtelin-
gen, die in Mei j.l. het land verlieten, in Zuid-
Frankrijk verblijven. Ook in Engeland zouden
er eenige duizenden zijn. In Zwitserland be-
vinden zich 100 Belgische onderdanen, onder
wie de helft geinterneerde militairen. Rulm
100 Vlaamsche zeelieden, die maandenlang in
Spanje weerhouden werden, konden dezer
dagen worden gerepatriecrd.
Het Belgische departement van binnenland-
sche zaken en hygiene heeft de Roode Kruis-
vereeniging belast met het opmaken van lijs-
ten van tot nog toe vermist gebleven perso-
nen. Ook worden stappen gedaan door de Bel
gische en Duitsche autoriteiten bij de Fran
sche regeering van Vichy ten einde den terug-
keer van de 300 Belgen die te Colomb-Beihur
in de Sa'narawoestijn belandden, mogelijk te
maken.
SPAANSCH S OH IP DOOR ENGELSOHEN
OPGEBRACHT.
Het Spaansche s.s. Pabo Villano is Dinsdag
door Engelsche zeestrijdkrachten in de Straat
van Gibraltar aangehouden en naar de haven
van Gibraltar gebracht. Het schip vaart op
een lijn tusschen Spanje en Zuid-Amerika in
dienst van de reederij Ybarra.
DE AANVALLEN OP ENGELAND.
De Londensche berichtendienst maakt vol
gens D.N.B. melding van luchtaanvallen
Woensdag op Zuid- en ZuidKvest Engeland. Bij
een aanval op een stad in het Westen des
lands is eenige schade aangericht en zijn
enkele verliezen geleden.
ENGELAND BEZET DE FARSAN-
EILANDEN.
De Engelschen hebiben naar de Frankf. Ztg.
meldt, de in de Ftoode Zee voor de kust van
Jemen liggende Farsaneilanden bezet, die bij
intemationale verdragen door Italie, Groot-
Britannie en de aangrenzende staten van
Arabie als „niemandsland" waren erkend.
Deze bezetting, in strijd met de bestaande
verdragen, heeft aan het hof van Ibn Saoed
een levendig gevoel van onbehaaglijkheid
veroorzaakt en zoo ook het bericht, volgens
hetwelk Groot-Britannie langs den weg van
onderhandelingen zou trachten van de regee
ring van Jemen steunpunten aldaar te ver-
krijgen. De regeering van Saoedie-Arabie
heeft derhalve bij den Engelschen gezant in
Dzjeddah geprotesteerd.